prebihbpürtên
Vandaag
voor 50 jaaF
Zeepdistributie
Een halve eeuw
boekhandel
Er is weer gevoetbald
Debo verslaat
Gemeenteambtenaren 6-4
Lijk van Fransch officier
gevonden
Watervogels gaan weer
voetballen
Het „Dorus Rijkersfonds"
in moeilijke dagen
fyuüeïljeó....
Goudmijntjes!
Vonditen uil Piel VÜeqend Etaadfi
Den Helder krijgt banken
JjwudAch nieuwJ
Burgerlijke Stand van Texel
Vertrokken personen
Ingekomen personen
Correspondentie
KeAÈ en Zendmq*
Uit t Buitenveid
Van stand en standing
Kappers.
Ten behoeve van de kappersbedrijven zullen
zoo noodig extra rantsoenen zeep en scheer
zeep worden verstrekt.
De kappers kunnen daarvoor van Maandag
a.s. af een aanvraagformulier bij het distri
butiebureau afhalen.
Praktiseerende artsen, tandartsen en vee
artsen.
Ook deze kunnen, indien zij kunnen aan-
toonen, dat zij tot één van deze categorieën
behooren, na 1 September a.s. op vez'toon van
hun distributiestamkaart extra rantsoenen
toiletzeep ontvangen.
Kinderen.
Voor kinderen, die op 1 September 1940
nog niet den leeftijd van 8 jaar hebben be
reikt, zullen eveneens extra rantsoenen zeep
worden verstrekt.
Wanneer deze uitreiking zal geschieden, zal
nog nader per advertentie worden bekend ge
maakt.
Zieken.
Zieken en zij, die op medische gronden extra
zeep noodig hebben, moeten zich om een attest
tot hun huisarts wenden, welk attest gefiat
teerd moet worden door den directeur van
den gemeentelijken geneeskundigen- en ge
zondheidsdienst alhier.
Arbeiders, die ten gevolge van hun werk
zaamheden aan sterke vervuiling van lichaam
Ten behoeve van deze arbeiders zal binnen-
of kleeding zjjn blootgesteld.
kort een regeling voor het verstrekken van
extra zeep worden getroffen.
Fa. P. Spruit bestaat 50 jaar.
Indien een winkel 50 jaar bestaat is dat een
zeldzaamheid. Vooral in den tegenwoordigen
tijd, die zoo rijk is aan mutaties in de be
drijven. Vandaar dan ook, dat wij er gaarne
de aandacht op vestigen, dat in Den Helder
de bekende boekhandel van P% S'pruit aan den
Kanaalweg op 29 Augustus j.1. (Donderdag
dus) het feit herdacht, dat hy een halve eeuw
geleden opgericht werd.
Op 29 Augustus 1890 richtte de vader van
den heer Spruit de zaak op, die later door
den zoon voortgezet werd. De oprichter leeft
nog ep vertoeft in het buitenland, aldus lezen
wij in het „Nieuwsblad voor den Eoekhandel".
Van 1922 af heeft de heer Spruit de leiding
thans in handen. Het behoeft geen commen
taar, dat de laatste maanden niet de gemak
kelijkste voor de firma waren, de zaak moest
zelfs haar deuren sluiten, doch thans zijn deze
weder geopend en verwacht men, dat binnen
den kortst mogelijken tijd de verkoop weer
normaal zal kunnen marcheeren in een nor
maal bevolkte stad.
Wij wenschen dezen ouden boekhandel, die
zulk een uitstekenden naam geniet in Den
Helder en omgeving, en waarvan ook de uit
stekend verzorgde uitleen-bibliotheek eervol
vermeld moge worden, nog een lange periode
van voorspoed.
Debo heeft weer gevoetbald en wel tegen
de Gemeenteambtenaren; een spannende wed
strijd is het gewonden, en vanaf deze plaats
mag zeker een woord van hulde aan deze
beide elftallen, die op zoo'n waardige wijze
de stoute schoenen hebben aangebonden en
een partij voetbal hebben gespeeld, gebracht
worden. Reeds staat alweer een revanche
partij op het programma, zoodat het de hee-
ren dus blijkbaar goed is bevallen. Debo heeft
gewonnen en verdiend gewonnen, zonder aan
de prestaties der Ambtenaren te kort te doen,
vonden wij de wit-zwarte Deboërs iets beter
combineeren en vooral kwam tegen den wind
de balcontrole beter naar voren; trouwens,
juist in deze periode wisten de Deboërs hun
meeste doelpunten te fabriceeren.
In de eerste helft was Debo iets sterker
doch in de voorhoede wilde het niet erg vlot
ten, mede door treuzelen, mede door gebrek
aan capaciteiten Toch wist de Debo-midvoor
na een minuut of 20 handig een gat te maken
in Bierstekers heiligdom (10). Wel probeer
den de Ambtenaren steeds den gelijkmaker
te forceeren, maar voorloopig althans wisten
Kemna c.s. de aanvallen van Jan Smit en
zijn mannen te weerstaan.
Aan den anderen kant ging het beter, nu
was het de linksbinnen der Deboërs die de
roos trof en het was 20. Nog voor de thee
(die ontbrak...) wisten de Ambtenaren door
toedoen van Van der Zouw een tegenpunt
te fabriceeren (21).
In de tweede helft was het eerst de Ge
meente, welke het initiatief nam en voor
Debo ontwaakte, was het 32 voor de Ge
meente. Inderdaad zag het er toen even be
nauwd uit voor Debo, maar door krachtig
opruimen in de achterhoede, en goed ge
steund door de middenlinie, werd de voor
hoede weer aan 't werk gesteld en niet lang
daarna was de balans weer gedraaid; wéér
was het de midvoor en rechtsbinnen die er
43 van maakte. Toch zou de Gemeente
weer gelijk maken, het was Riemers die er
voor zorgde.
Het werd Debo nu te bar en zoowaar werd
het harde werken beloond en wisten de
Typo's er nog twee doelpunten aan toe te
voegen, resp. door den midvoor en rechtsbin
nen zoodat de stand 64 was voor Debo.
Nadat de linksbinnen de deklat van de Ge
meente nog eens opzocht, blies scheidsrechter
v. d. Kooi het einde. De wedstrijd werd in
de beste verstandhouding gespeeld.
Vrijdagmorgen werd in de Buitenhaven drij
vend het in verre staat van ontbinding ver-
keerende lijk gevonden van een Fransch offi
cier.
MISHANDELING.
Gisteren deed een bewoner van Huisduinen
bij de politie aangifte, dat hij was mishandeld
door een bewoner van de Krugerstraat.
Een onderzoek naar deze affaire wordt-
door de politie ingesteld.
Morgen al naar B.K.C. in Anna
Paulowna.
„Watervogels", de bekende voetbalclub, eens
de roem en glorie van den Ouden Helder, be
gint weer tot leven te komen en dat is een
feit, dat menig voetbal-liefhebber goed zal
doen.
Zooals men wellicht weet, werd zeer groote
schade toegebracht aan het v*ormalige veld
van „Watervogels", hetwelk zich bevond aan
den Jan Verfailleweg. Het is niet mogelijk dit
zoover in orde te krijgen, dat het weder be
speelbaar is.
Waar dan ook de competitie-wedstrijden
(„Watervogels" wil in ieder geval in de com
petitie uitkomen en wel met 2 elftallen) ge
speeld moeten worden, is nog niet bekend.
Men hoopt hiervoor echter een oplossing bin
nen afzienbaren tijd te kunnen vinden.
Morgen, Zondag, Vertrekt „Watervogels"
met haar eerste en tweede elftal reeds weer
naar Anna Paulowna, teneinde zich aldaar te
meten met den historischen tegenstander
„B.K.C."
Daar zal wel blijken of het oude vuur, waar
van monigmaal de „Watervogels" blijk gaven,
nog a/nwezig is.
Blijft het steunen!
Waar blijft de tijd
Het is nog of het de dag van gisteren was,
aldus lezen wij in „De Stormklok", het offi
cieel orgaan van het „Dorus Rijkersfond",
tóen wij voor het eerst bij elkaar kwamen
om besprekingen te houden, om een einde te
maken aan den wantoestand, dat de oude
dappere zeehelden langs de kust in den avond
van hun leven door het Nederlandsche volk
vergeten werden. Dat men zich weinig aan
trok van hen, die steeds hun eigen leven had
den ingezet, om andere menschen, van welke
nationaliteit zij ook waren, te redden.
Het besef, dat er iets gedaan moest wor
den om een eereschuld aan deze mannen te
voldoen, was op die eerste vergadering van
het Dorus Rijkersfonds in allen levendig,
maarom iets te doen, was meer noodig
dan vergaderen en praten.
Er moest een daad gedaan worden!
Die daad was, door woord en geschrift de
harten en beurzen van het Nederlandsche
volk te openen, opdat zoo spoedig mogelijk
hulp zou worden gebracht aan hen, die ande
ren altijd zonder aarzelen te hulp gesneld
waren.
Hulp moest gebracht worden aan hen, die
nu, op hun ouden dag in hun laten levens
avond, zelf tot schipbreukelingen op een
wrak waren geslagen, en die nu door ieder
een verlaten waren.
In hun jeugd hadden zij hun redderstaak
vervuldnu konden zij gaanzonder
meer?
Neen, duizendmaal neen, dat beseften de
menschen, die het Dorus Rijkersfonds op
richtten, en zij sloegen allen de hand aan
den ploeg. Diepe voren werden in de harten
der Nederlanders getrokken en de oogst werd
gezegend.
Na korten tijd reeds, zij het op bescheiden
schaal, kon steun worden verleend.
Steeds grooter, steeds intensiever werd
de actie voor de oude redders.
Er waren als altijd, ups and downs, maar
het fonds groeide.
Waren het eerst enkele oude zeehelden,
die het Dorus R(jkersfonds kon steunen
dank zij den arbeid van het Hoofd
bestuur, dank zjj de offervaardigheid der
leden konden de uitkeeringen zoo uitge
breid worden, dat de exploitatierekening
van 1939 de som aanwijst van zegge en
schrijve 41.368, een en veertig duizend
drie honderd acht en'zestig gulden.
Met dit cijfer is de groei van het Dorus
Rijkersfonds voor iedereen overduidelijk. Ook
het bestaansrecht van het Dorus Rijkersfonds
is hierdoor meer dan bewezen.
De vraag, die wy U stellen, leden van het
Dorus Rijkersfonds, nu in 1940, is deze:
Wilt gjj blijven medewerken ook in 1940
dit bestaansrecht daadwerkelijk te hand
haven
Nu in dezen moeilijken tijd, waarin ieder
zijn groote en kleine moeilijkheden heeft,
waarin veel opoffering, veel liefde van ieder
onzer gevraagd wordt, nu zeggen wij U:
Blijft de oude zeehelden gedenken.
De een en veertig duizend drie honderd
acht en zestig gulden, die ieder jaar verdeeld
moeten worden onder de oude dappere zee
helden, die gij eens de reddingboei toewierp
door lid te worden van ons fonds, mogen
niet, kunnen niet gesnoeid worden.
Toen gij tot het Dorus Rijkersfonds toe-
traadt, wierpt gij de reddingboei naar het
wrak, waarop de oude reddr vol wanhoop
naar hulp zat uit te staren.
Gretig heeft hij de reddinglijn gegrepen, de
lijn, waarmede gij hem naar veilige haven
wildet sleepen.
Nu is het 1940, en het is, wij herhalen, een
zeer moeilijke tijd.
Daarom vragen wij U: snijdt de redd'ngljjn,
die gjj eens toewierpt, niet door, maar hlijft
Uw gave offeren voor die oude dapperen, die
zoo verdienen geholpen te worden.
Helpt nu meer dan ooit mee het Dorus Rij
kersfonds in stand te houden, helpt juist nu,
opdat het fonds geen ouden armen redder be
hoeft te zeggen: „Het ledental is verminderd,
de giften vloeien trager en daarom zullen onze
uitkeeringen ook trager gaan. Wij zullen, hoe
zeer het ons spijt, onze uitkeeringen moeten
verminderen of misschien zelfs stop zetten."
Wij weten, leden van het Dorus Rijkers
fonds, dat gjj dit zult willen verhinderen.
De reddinglijn zult gij niet doorsnijden, de
boei zult ge blijven toewerpen, door op giro
21602 van het Dorus Rijkersfonds een gift
groot of klein te zenden, zoodat het fonds in
staat zal zijn, ook nu, in dezen zoo moeilijken
tijd haar uitkeeringen onverkort te hand
haven, zoodat de arbeid, die 17 jaar geleden
begon, op volle kracht blijft.
Verbreekt de reddinglijn niet. Helpt en
steunt ons Fonds.
Dezer dagen zijn vanwege het Bestuur van
„Helder's Belang", Vereeniying tot verfraaiing
en tot bevordering van den bloei der gemeente
Helder, op onderscheidene plaatsen in de ge
meente een 25-tal rustbanken geplaatst nl.
10 groot model, (ter lengte van 8.50 meter),
en 15 klein model (lang 1-10 meter). Met ge
noegen merkten we op, dat het Bestuur met
bekwamen spoed te werk gaat en niet op
teekenen van leven en werkzaamheid laat
wachten. Dat er by goed weder veel gebruik
van deze banken zal worden gemaakt, van de
gelegenheid om hier tn daar een zitje te ne
men, hieraan valt wel niet te twijfelen. Reeds
den eersten dag zagen we ouden en jongen
van dagen op de pas geplaatste banken uit
rusten. Vooral de lanen om 's Rijks Werf
krijgen op die wijze een nog vroolijker aanzien.
De banken zien er, zonder voor dit doel ook
onnoodige verziering, zeer net uit, en daarvoor
komt hulde toe aan den aannemer, den heer
C. A. van Neck alhier, die voor eene goede
en tegelijk ook tijdige uitvoering flink heeft
zorggedragen.
't Publiek zal nu wel mede zorg dragen, dat
die banken niet worden beschadigd. Meer nog.
't Ligt, dunkt ons, op den weg van nabywonen-
den, om de banken tenminste éénmaal daags
even schoon te maken. De moeite, daartoe te
nemen, is zeer gering en men draagt daardoor
zoowel bij om de banken niet te doen bederven,
als om de wandelaars door de netheid dier
rustplaatsen te gerieven.
ZONDAG 1 SEPTEMBER.
Ned. Herv. Gemeente.
Den Burg, vim. 10 uur, Ds. Visser.
N.m. 7 uur, Ds. Visser.
Jeugddienst met medewerké vé Bouwsma
(Bügel).
Oosterend, v.m. 10.30, Ds. Kok.
De Cocksdorp, v.m. 10.30 Ds. Salm.
Maandcollecte.
Den Hoorn, v.m. 10.30 uur, Ds. Wesseldijk.
Maandcollecte.
Koog, v.m. 10 uur, Ds. v. 't Hooft.
Oudeschild, v.m. 10 uur, Ds. Tinhilt.
Doopsgezinde Gemeente.
Waal, v.m. 10.30 uur, Ds. Gorter.
Geref. Kerk.
Den Burg (Geb. Fanfare), v.m. 10.30 Cand.
Wouda.
N.m. 3.30 uur, Ds. v. d. Leer.
Oosterend, v.m. 10.30 uur, Ds. v. d. Leer.
N.m. 3.30 uur, Cand. Wouda.
Geref. Kerk H.V.
Oosterend, v.m. 10 en n.m. 3.30 uur, Leesdienst
UITSLAG AANBESTEDING.
Gister werd in Hotel „de Lindeboom", door
den architect N. Schermer, aanbesteed het
bouwen van een lasdhuisje aan den Schilder-
weg, in opdracht van den heer Th. de Jong
te Den Haag.
Laagste inschrijvers waren:
Voor Timmerwerk, de heer Van
't Hoog 2950
Voor Metselwerk, de heer Th. Witte 2300
^Voor Schilderwerk, de heer J. C. Roeper 346
Voor Loodgieterswerk, de heer P. Oele 455
Voor Electr., de heer A. Knpoper 119
Gunning is nog aangehouden.
ONDERTROUWD: Jan Boon en Hermina
Former. Simon Zijm en Martje Lap.
GETROUWD: Simon Pieter Bakker en
Anna Jacoba Breesnee.
OVERLEDEN: Klaas Dogger, oud 35 jaar,
echtgen. v. Neeltje Schagen.
POLITIE.
Gevonden: 4 paar sokken, een groene
ceintuur, een rijwielplaatje, een polshorloge.
W. Zeiessen, vliegtuigmaker, van De Mok
naar Schiedam, Buitenhaven 160.
G. Pothuizen, behanger, van C 68 (Cocks
dorp) naar Hillegom 28l.
Anna Margaretha Kraai, van Den Burg
naar Winschoten, Wilhelminastraat 4.
J. H. Brederode, Westerweg 1, Den Burg,
van 's-Gravenhage.
H. de Ridder, echtgenoote en vyf kinderen,
Eierland 16, vaTi De Rijp.
C. Buisman, Den Burg, Hollewalsweg 32,
van Amsterdam.
A. Moor, echtgenoote en één kind, Ooste
rend, Peperstraat 35, van Den Helder.
Aafke Wassenaar, Wilhelminalaan 29, van
Berlikum.
H. Bakker, Groeneplaats 6, van Vienendaal.
endrik ardusö é.cJBer
TEGENSTRIJDIGHEDEN.
Van een tweetal abonné's ontvingen we een
ingezonden stuk naar aanleiding van hef in
gezonden stuk van Mevr. Aline Schrierv. d.
Kooi. Beide zijn instemmend wat betreft ons
onderschrift onder het stuk van inzendster ge
plaatst, doch geven geen nieuwe gezichtspun
ten, waarom wij meenen, ze niet te moeten
plaatsen.
Red. Heldersche Courant.
PREEKEN LEZEN.
Ds. P. Eldering schrijft in „Opbouw": ,JHet
heeft mij verwonderd en lichtelijk geeryerd,
een paar maal te moeten lezen, onder andere
ook in „Opbouw", dat preeken gehoord, maar
niet gelezen moeten worden. En het verwon
derd mij nog meer, dat deze uitspraken tel
kens kwamen van vrijzinnigen kant en niemand
er tegen opkwam. Wordt dit oordeel (in mijn
oog een vooroordeel) door alle vrijzinnigen
onderschreven? Hoe is het dan te verklaren,
dat er toch telkens weer preekenbundels van
vrijzinnige predikanten gedrukt en vermoede
lijk ook wel gelezen worden En hoe komt het,
dat dit vooroordeel door orthodoxe predikanten
en gemeenteleden niet gedeeld wordt In die
kringen immers worden preeken, van ouden
en van nieuwen datum veel gelezen en wordt
het lezen van preeken aanbevolen.
Reeds in mijn studententijd ben ik begonnen
met de preekenbundel te lezen van Jeronimo
de Vries en ik bewaar nog steeds, vooral aan
den eersten bundel, die bij zijn verschijnen ook
door orthodoxe predikanten en professoren
hoog geroemd werd, een dankbare herinnering.
Toen ik predikant was, vergastte ik mij
eiken morgen onder mijn ontbijt op een preek
van F. W. Robertson, wiens vier preeken
bundels, bij Tauchnitz verschenen, ik gelezen
en herlezen heb. En ik ben dit blijven doen en
noem hier dé namen van Klaus Harms, Dorries,
Rittelmeyer, Geyer, Frenssen, Kierkegaard,
Bungener, Wilfred Monod, Ragaz, Martineau,
Groenewegen, van Wijk, van den Bergh van
Eysinga, Schade van Westrum, Heering,
Haentjes en nog vele andere. Toen ik vernam,
dat er een uitgave bestond onder den naam:
,Die Predigt der Kirche" heb ik mij preeken
bundels aangeschaft van Chrysostomus, Augus-
tinus, Origenes, Ambrosius, Johannes Husz,
Savonarola, Luther, Bernhard van Clairveaux
Meister Eckhart en Tauler.
Predikanten sporen tot bijbellezen aan cn dat
is ook zeker aan tebevelen. Maar hoe dikwijls
hoort men gemeenteleden zuchten, dat ze met
het lezen van den bijbel begonnen zijn, maar het
ze zoo dikwijls den bijbel niet begrijpen. En hoe
dikwijls gebeurt het, dat een kerkganger den
predikant vraagt, of hij een gehoorde preek
soms ook nog eens zou kunnen lezen. Juist in
de tijden, die wij thans beleven, hebben vele
vrijzinnigen die verdieping en versterking bit
ter noodig. Het is daarom vooral, dat ik mij
verzet tegen het in onze kringen blijkbaar
heerschend vooroordeel tegen het lezen van
preeken en hier alle theologische studenten,
predikanten, kerkgangers en onkerkelijke men
schen toeroep: Leest preeken, of: Leest ook
preeken!
KOMT NV DE GROOTE KANS
,jNieuw kerkelijk leven", het maandblad van
het Nederlandsch Hervormd verbond tot kerk-
herstel, vangt ditmaal aan met een artikel van
prof. dr. Th. L. Haitjema over de vraag: Komt
nu onze groote kans? Na alle overhaasting te
hebben afgewezen betoogt de schrijver:
,Jndien de organisatie van 1816 in het stormt
getij 19j0, of in de nasleep ervan, mocht onder
gaan, dan wil dat op zichzelf nog niet zeggen,
dat de ware kerkorde daarmee klaar ligt en
aan onze kerk, desnoods zonder ons toedoen,
zal worden aangepast.
Wij zullen met waakzaamheid hebben te
strijden voor de grondlijnen eener kerkelijke
orde, voor welke wij reeds jaren lang gepleit
hebben. Verkeerde „volkskerk"-idealen zullen
wij te bestrijden hebben, zoodat deze in een
nieuwe organisatie onzer kerk zich niet breed
kunnen maken. Wij moeten er op bedacht zijn,
dat er in dezen gistingsvollen tijd heel wat
aan de markt zal worden gebracht, dat naar
den eisch van het Woord Gods door ons zal
moeten worden afgeweerd. Wij zullen Gode
meer gehoorzaam moeten zijn dan den men
schen en Christus' alleenheerschappij in Woord
en sacrament hooger moeten achten dan de
zoogenaamde scheppingsordinantiën, welke ons
heeten te vergunnen ook als kerkelijke men
schen van „heel het volk" te spreken, vóór wij
bij het doopvont „volkeren" opgeëischt zagen
door den drieëenigen God. De Heere make ons
getrouw!
En ten slotte: al hebben de kerkelijke par
tijen den wind ook tegen in deze laatste we-
keft, dat beteekent nog niet, dat Kerkherstel
automatisch meer weerklank zal gaan vinden.
Wij zijn daarvoor misschien zelf ook al te veel
een partij onder de partijen geworden. Daar
tegen dienen wij uiterst nauwgezet op onze
hoede te zijn. Onze kerkherstel-beweging zal
thans in de smeltkroes komen. Voor zoover ze
nog echt een „beweging" is, een partijen-be
dreigend „verbond", zal ze een groote en ver
antwoordelijke taak blijken te hebben. Juist
in de naaste toekomst, indien niet alle voor
teekenen ons bedriegen. De Heere make ons
als van alle partijschap afkeerige Christus
belijders getrouw in ons werk voor de kerk.
HET LEGER DES HEILS.
Blijkens het jaarboek 19j0 van het Leger
des Heils telt het leger in ons land 12500 sol
daten verdeeld over 128 corpsen. Het jaarboek
legt den nadruk op het reclasseeringswerk, dat
bij de justitie veel waardeering oogst. In Ne
derlands ch-Indië werken 200 posten. Het werk
onder de melaatschen wordt verricht in vier
kolonies: voorts zijn er vijfentwintig polikli
nieken, een blindentehuis, een moederhuis,
kindertehuizen, dagscholen enz. enz. Het jaar
boek geeft wederom een goeden indruk van de
velerlei actie, die het leger onderneemt.
DE BOODSCHAP VAN HET OUDE
TESTAMENT.
Bij de uitgevers van Gorcum en Comp. N.V.
(G. A. Hakke en H. J. Prakke) is verschenen
in de Roesingh-reeks als nummer 1 een boekje
met bovenstaanden titel, geschreven door
professor dr. P. A. H. de Boer. Het boekje
bedoelt leiding te geven bij het onderricht in
den christelijken godsdienst. Het Oude Testa
ment bezit ook zelfstandige waarde voor het
christelijke geloof. Er zijn in het Oude Testa
ment gedeelten die materiaal voor stichting
en formuleering van het christelijk geloof
leveren (pag. 9). Het boekje is bestemd voor
zelfstudie, bijbellessen middelbare scholen en
cathechisatiën. Dit boekje zal evenzeer zijn
weg vinden als de andere reeds eerder ver
schenen nummers van deze reeks. Gelijk alle
werk van de firma van Gorcum is ook dit
boekje keurig uitgegeven.
„Stand" is een raar ding.
„Stand" is iets glibberigs, iets gevaarlijk-
glads, iets waarmee men, ten allen tijde, dient
op te passen, omdat men er zich, ondanks de
glibberigheid, leelijk aan bezeeren kan.
Sommige menschen hebben geen gevoel voor
stand en standing. In Den Helder lagen zij er
steeds mee overhoop. In Den Helder, dat vele
standen en standing-kjes kent, en in welk
standings-labyrinth het veelal uiterst moei
lijk was een weg te zoeken.
En nu zijn we op het dorp.
Hier is alles anders. Zóó ander», dat het
een heele tijd geduurd heeft, voor en aleer
onze steedsche opvattingen min of meer ge
lijkgeschakeld waren aan die der dorpelaren.
Maar nu weten we het en waar we volgende
week weer naar Nieuwediep terug denken te
gaan is het een aardige ervaring die we mee
naar huis nemen.
Men kan zeggen dat 95 procent van de be
woners van ons dorp tot een en denzelfden
stand behoort. Dat is dan de stand der wer
kers.
Werkman-zijn, een goed vakman, placht in
vroeger tijden een eer, een verdienste te zijn.
Iets, waarop men, terecht, trots kon zijn. Een
meester in zijn vak kon met den borst voor
uit loopen en dat deed hij dan ook. Tegen
woordig is dat anders geworden (tenminste
in de stad). Ik ken vele lieden, die een schit
terend ambacht bekleeden, maar die om 12
uur 's middags haastiglijk in de kleedhokken
verdwijnen om aldaar het werk-blauw te ver
wisselen voor het confectie-grijs. Het doet,
als men even nadenkt, wat pijnlyk aan, maar
men doet het nu eenmaal. De gevolgen van
verkeerd-gegroeid standings-besef. De conse-
kwenties van de gedachtengang die zegt dat
een „gestudeerde", een intellectueel meer
waard is dan een „gewone werkman", een
Jan Pet.
Op ons dorp bestaat dit nog niet. Daar
(rekt de gansche gemeenschap, in ieder ge
val een belangrijk deel ervan, reeds bjj het
eerste dag-gloren naar buiten, om zich aan
den arbeid te wijden. Men werkt... werkt...
werkt.
Buiten in de zon, die soms zengend is, en
buiten als de winter zijn doodend-koude adem
over de velden blaast, werkt de boer.
En is het wonder dat deze menschen, deze
óp en dóór het land gegroeide kaerels en
vrouwen niet malen om zooiets dwaas' als
„stand"...
Stand-loos draalt de levens-molen op ons
dorp voort. En dus zijn de conflicten mini
maal en is daar een samenleving, zoo genoeg
lijk, zoo vr\j van ongezonde invloeden, dat het
een stads-ziel mild aandoet.
Men meene niet dat ons dorp daarom nu
£en heilstaat is, een soort dorado van idealis
ten. Het lijkt er niet op. Ook wij, op het dorp,
kennen standen, maar het zijn de standen die
daar gegroeid zijn door de belangrijkheid der
functies e door het gewoonterecht van vele
eeuwen.
Om er enkele voorbeelden van te mogen
geven: daar is de dominee, die dagelijks voor
bij mijn raam wandelt. Een deftig man. En
iedereen weet dat hy dikke boeken leest en
herleest. Als je 's avonds voorbij zijn pastorie
sluipt zie je in de verte in de studeerkamer
de bruine ruggen van ontelbare folianten
rusten op doorgebogen planken. Daar is de
kennis, de wijsheid en de wetenschap, waar
van dominee Zondags vertelt. En waarna het
dorp luistert in devote aandacht en met diep
ontzag.
Een andere notabel is de bovenmeester Hij
als hoogste opvoeder der geklompte en blauw
gekielde jeugd, regeert die jeugd. Streng en
rechtvaardig. Zijn woord Is wet en zyn ja is
ja. Daaraan valt niet te tornen. Als men van
den bovenmeester spreekt doet men dat men
respect. Omdat de vaders en moeders óók
al bij bovenmeester leerden dat „Kennis is
Macht en omdat bovenmeester over al die
vaders en moeders zelf ook macht heeft, aan
gezien zij eens bij hem hun schelmerijen uit
haalden, die hij vast nog niet vergeten is.
Bovenmeester is een notabel man, zeer ge
liefd en als het ware omhuifd met een aurebol
van alwetendheid. Ja, het zyn goede en ge
leerde menschen, dominee en bovenmeester
Het dorp kent nog méér notabelen. Daar
dtn Fran9chen naam en het
Hol^ndsche dikke buikje, waarop zwierig en
joviaal de zeer veel karaatsche horloge-ket
ting hupt en dartelt. Notaris is rijk. Sommigen
fluisteren zelfs dat hij schatrijk is en dat
driekwart van het dorp zijn eigendom is. Ont
zaglijk is het prestige van den notaris. Geen
sterveling durft daar aan te tornen. Zie hem
daar gaan... door het dorp. Een Koning... een
imperator...
Belangrijk in hooge mate is ook de veld
wachter. Zooals hij daar stapt in zijn
eeuwig-glimmende kaplaarzen. Met zjjn glad-
gepoetst uniform en de heroiek opgestreken
snor-punten.
Ik ken geen politie-agent in Den Helder die
zóó martiaal i; en geen militair die zóó hon
derd procent militairement optreedt als déze
Sterke Arm. De ouderen tikken beleefdelijk
voor hem aan hun pet en de jongeren maken
veelal een bocht bij het passeeren. Toch is de
veldwachter meer geacht dan gevreesd. Zijn'
standing bezit hij door het machtige feit dat
hij doorgaat voor volmaakt onscrupuleus.
Nooit werd zijn naam genoemd in verband
met een niet door de beugel kunnend zaakje.
Dat is zijn sterkte, want ook op het dorp be
staat de instelling die „roddel" heet en de
cronique scandaleuse tiert in de kleine slop-
jes en groenende weggetjes snel en onuitroei
baar.
En tenslotte: de burgemeester. Van hem
kan ik weinig zeggen, omdat het een jong
burgemeester is, die pas sedert kort hier zijn
joyeuse entrée maakte. Hij en zijn jonge gade
zijn gekomen, toen de jongens en meisjes van
het dorp welkomstliederen zongen, en de oud-
ste wethouder een speech afstak die klonk
als een klok en waarvan het dorp heden ten
dage nóg gewaagt.
Er zijn er die hem te jong vinden, Anderen
te stijf. Weer anderen meenen dat zijn gade
te afzijdig is en een vierde categorie vindt haar
te „democratisch". Maar de tijd zal het pleit
winnen en als burgemeester hier vijf jaar ia.
zal ieder dorpeling u vertellen dat men nog
nooit zóó n goeien burgemeester had.
En zoo kabbelt het dorps-leven voort. Rus-
wu"d0or»aana vrjj genoeglijk,
wij kennen elkaar allemaal heel goed en
niemand die er opvallend deftig doet. Integen-
rl' doen er allemaal zeer gewoon!
Omdat er weinig of geen standen zijn.
P enkelingen na, die de uitzondering
n-ipen be\estigen en die er moeten zijn.
■lei wille van de algeheele harmonie!