prebihbpürtên Vandaag voor 50 jaaF Zeepdistributie Een halve eeuw boekhandel Er is weer gevoetbald Debo verslaat Gemeenteambtenaren 6-4 Lijk van Fransch officier gevonden Watervogels gaan weer voetballen Het „Dorus Rijkersfonds" in moeilijke dagen fyuüeïljeó.... Goudmijntjes! Vonditen uil Piel VÜeqend Etaadfi Den Helder krijgt banken JjwudAch nieuwJ Burgerlijke Stand van Texel Vertrokken personen Ingekomen personen Correspondentie KeAÈ en Zendmq* Uit t Buitenveid Van stand en standing Kappers. Ten behoeve van de kappersbedrijven zullen zoo noodig extra rantsoenen zeep en scheer zeep worden verstrekt. De kappers kunnen daarvoor van Maandag a.s. af een aanvraagformulier bij het distri butiebureau afhalen. Praktiseerende artsen, tandartsen en vee artsen. Ook deze kunnen, indien zij kunnen aan- toonen, dat zij tot één van deze categorieën behooren, na 1 September a.s. op vez'toon van hun distributiestamkaart extra rantsoenen toiletzeep ontvangen. Kinderen. Voor kinderen, die op 1 September 1940 nog niet den leeftijd van 8 jaar hebben be reikt, zullen eveneens extra rantsoenen zeep worden verstrekt. Wanneer deze uitreiking zal geschieden, zal nog nader per advertentie worden bekend ge maakt. Zieken. Zieken en zij, die op medische gronden extra zeep noodig hebben, moeten zich om een attest tot hun huisarts wenden, welk attest gefiat teerd moet worden door den directeur van den gemeentelijken geneeskundigen- en ge zondheidsdienst alhier. Arbeiders, die ten gevolge van hun werk zaamheden aan sterke vervuiling van lichaam Ten behoeve van deze arbeiders zal binnen- of kleeding zjjn blootgesteld. kort een regeling voor het verstrekken van extra zeep worden getroffen. Fa. P. Spruit bestaat 50 jaar. Indien een winkel 50 jaar bestaat is dat een zeldzaamheid. Vooral in den tegenwoordigen tijd, die zoo rijk is aan mutaties in de be drijven. Vandaar dan ook, dat wij er gaarne de aandacht op vestigen, dat in Den Helder de bekende boekhandel van P% S'pruit aan den Kanaalweg op 29 Augustus j.1. (Donderdag dus) het feit herdacht, dat hy een halve eeuw geleden opgericht werd. Op 29 Augustus 1890 richtte de vader van den heer Spruit de zaak op, die later door den zoon voortgezet werd. De oprichter leeft nog ep vertoeft in het buitenland, aldus lezen wij in het „Nieuwsblad voor den Eoekhandel". Van 1922 af heeft de heer Spruit de leiding thans in handen. Het behoeft geen commen taar, dat de laatste maanden niet de gemak kelijkste voor de firma waren, de zaak moest zelfs haar deuren sluiten, doch thans zijn deze weder geopend en verwacht men, dat binnen den kortst mogelijken tijd de verkoop weer normaal zal kunnen marcheeren in een nor maal bevolkte stad. Wij wenschen dezen ouden boekhandel, die zulk een uitstekenden naam geniet in Den Helder en omgeving, en waarvan ook de uit stekend verzorgde uitleen-bibliotheek eervol vermeld moge worden, nog een lange periode van voorspoed. Debo heeft weer gevoetbald en wel tegen de Gemeenteambtenaren; een spannende wed strijd is het gewonden, en vanaf deze plaats mag zeker een woord van hulde aan deze beide elftallen, die op zoo'n waardige wijze de stoute schoenen hebben aangebonden en een partij voetbal hebben gespeeld, gebracht worden. Reeds staat alweer een revanche partij op het programma, zoodat het de hee- ren dus blijkbaar goed is bevallen. Debo heeft gewonnen en verdiend gewonnen, zonder aan de prestaties der Ambtenaren te kort te doen, vonden wij de wit-zwarte Deboërs iets beter combineeren en vooral kwam tegen den wind de balcontrole beter naar voren; trouwens, juist in deze periode wisten de Deboërs hun meeste doelpunten te fabriceeren. In de eerste helft was Debo iets sterker doch in de voorhoede wilde het niet erg vlot ten, mede door treuzelen, mede door gebrek aan capaciteiten Toch wist de Debo-midvoor na een minuut of 20 handig een gat te maken in Bierstekers heiligdom (10). Wel probeer den de Ambtenaren steeds den gelijkmaker te forceeren, maar voorloopig althans wisten Kemna c.s. de aanvallen van Jan Smit en zijn mannen te weerstaan. Aan den anderen kant ging het beter, nu was het de linksbinnen der Deboërs die de roos trof en het was 20. Nog voor de thee (die ontbrak...) wisten de Ambtenaren door toedoen van Van der Zouw een tegenpunt te fabriceeren (21). In de tweede helft was het eerst de Ge meente, welke het initiatief nam en voor Debo ontwaakte, was het 32 voor de Ge meente. Inderdaad zag het er toen even be nauwd uit voor Debo, maar door krachtig opruimen in de achterhoede, en goed ge steund door de middenlinie, werd de voor hoede weer aan 't werk gesteld en niet lang daarna was de balans weer gedraaid; wéér was het de midvoor en rechtsbinnen die er 43 van maakte. Toch zou de Gemeente weer gelijk maken, het was Riemers die er voor zorgde. Het werd Debo nu te bar en zoowaar werd het harde werken beloond en wisten de Typo's er nog twee doelpunten aan toe te voegen, resp. door den midvoor en rechtsbin nen zoodat de stand 64 was voor Debo. Nadat de linksbinnen de deklat van de Ge meente nog eens opzocht, blies scheidsrechter v. d. Kooi het einde. De wedstrijd werd in de beste verstandhouding gespeeld. Vrijdagmorgen werd in de Buitenhaven drij vend het in verre staat van ontbinding ver- keerende lijk gevonden van een Fransch offi cier. MISHANDELING. Gisteren deed een bewoner van Huisduinen bij de politie aangifte, dat hij was mishandeld door een bewoner van de Krugerstraat. Een onderzoek naar deze affaire wordt- door de politie ingesteld. Morgen al naar B.K.C. in Anna Paulowna. „Watervogels", de bekende voetbalclub, eens de roem en glorie van den Ouden Helder, be gint weer tot leven te komen en dat is een feit, dat menig voetbal-liefhebber goed zal doen. Zooals men wellicht weet, werd zeer groote schade toegebracht aan het v*ormalige veld van „Watervogels", hetwelk zich bevond aan den Jan Verfailleweg. Het is niet mogelijk dit zoover in orde te krijgen, dat het weder be speelbaar is. Waar dan ook de competitie-wedstrijden („Watervogels" wil in ieder geval in de com petitie uitkomen en wel met 2 elftallen) ge speeld moeten worden, is nog niet bekend. Men hoopt hiervoor echter een oplossing bin nen afzienbaren tijd te kunnen vinden. Morgen, Zondag, Vertrekt „Watervogels" met haar eerste en tweede elftal reeds weer naar Anna Paulowna, teneinde zich aldaar te meten met den historischen tegenstander „B.K.C." Daar zal wel blijken of het oude vuur, waar van monigmaal de „Watervogels" blijk gaven, nog a/nwezig is. Blijft het steunen! Waar blijft de tijd Het is nog of het de dag van gisteren was, aldus lezen wij in „De Stormklok", het offi cieel orgaan van het „Dorus Rijkersfond", tóen wij voor het eerst bij elkaar kwamen om besprekingen te houden, om een einde te maken aan den wantoestand, dat de oude dappere zeehelden langs de kust in den avond van hun leven door het Nederlandsche volk vergeten werden. Dat men zich weinig aan trok van hen, die steeds hun eigen leven had den ingezet, om andere menschen, van welke nationaliteit zij ook waren, te redden. Het besef, dat er iets gedaan moest wor den om een eereschuld aan deze mannen te voldoen, was op die eerste vergadering van het Dorus Rijkersfonds in allen levendig, maarom iets te doen, was meer noodig dan vergaderen en praten. Er moest een daad gedaan worden! Die daad was, door woord en geschrift de harten en beurzen van het Nederlandsche volk te openen, opdat zoo spoedig mogelijk hulp zou worden gebracht aan hen, die ande ren altijd zonder aarzelen te hulp gesneld waren. Hulp moest gebracht worden aan hen, die nu, op hun ouden dag in hun laten levens avond, zelf tot schipbreukelingen op een wrak waren geslagen, en die nu door ieder een verlaten waren. In hun jeugd hadden zij hun redderstaak vervuldnu konden zij gaanzonder meer? Neen, duizendmaal neen, dat beseften de menschen, die het Dorus Rijkersfonds op richtten, en zij sloegen allen de hand aan den ploeg. Diepe voren werden in de harten der Nederlanders getrokken en de oogst werd gezegend. Na korten tijd reeds, zij het op bescheiden schaal, kon steun worden verleend. Steeds grooter, steeds intensiever werd de actie voor de oude redders. Er waren als altijd, ups and downs, maar het fonds groeide. Waren het eerst enkele oude zeehelden, die het Dorus R(jkersfonds kon steunen dank zij den arbeid van het Hoofd bestuur, dank zjj de offervaardigheid der leden konden de uitkeeringen zoo uitge breid worden, dat de exploitatierekening van 1939 de som aanwijst van zegge en schrijve 41.368, een en veertig duizend drie honderd acht en'zestig gulden. Met dit cijfer is de groei van het Dorus Rijkersfonds voor iedereen overduidelijk. Ook het bestaansrecht van het Dorus Rijkersfonds is hierdoor meer dan bewezen. De vraag, die wy U stellen, leden van het Dorus Rijkersfonds, nu in 1940, is deze: Wilt gjj blijven medewerken ook in 1940 dit bestaansrecht daadwerkelijk te hand haven Nu in dezen moeilijken tijd, waarin ieder zijn groote en kleine moeilijkheden heeft, waarin veel opoffering, veel liefde van ieder onzer gevraagd wordt, nu zeggen wij U: Blijft de oude zeehelden gedenken. De een en veertig duizend drie honderd acht en zestig gulden, die ieder jaar verdeeld moeten worden onder de oude dappere zee helden, die gij eens de reddingboei toewierp door lid te worden van ons fonds, mogen niet, kunnen niet gesnoeid worden. Toen gij tot het Dorus Rijkersfonds toe- traadt, wierpt gij de reddingboei naar het wrak, waarop de oude reddr vol wanhoop naar hulp zat uit te staren. Gretig heeft hij de reddinglijn gegrepen, de lijn, waarmede gij hem naar veilige haven wildet sleepen. Nu is het 1940, en het is, wij herhalen, een zeer moeilijke tijd. Daarom vragen wij U: snijdt de redd'ngljjn, die gjj eens toewierpt, niet door, maar hlijft Uw gave offeren voor die oude dapperen, die zoo verdienen geholpen te worden. Helpt nu meer dan ooit mee het Dorus Rij kersfonds in stand te houden, helpt juist nu, opdat het fonds geen ouden armen redder be hoeft te zeggen: „Het ledental is verminderd, de giften vloeien trager en daarom zullen onze uitkeeringen ook trager gaan. Wij zullen, hoe zeer het ons spijt, onze uitkeeringen moeten verminderen of misschien zelfs stop zetten." Wij weten, leden van het Dorus Rijkers fonds, dat gjj dit zult willen verhinderen. De reddinglijn zult gij niet doorsnijden, de boei zult ge blijven toewerpen, door op giro 21602 van het Dorus Rijkersfonds een gift groot of klein te zenden, zoodat het fonds in staat zal zijn, ook nu, in dezen zoo moeilijken tijd haar uitkeeringen onverkort te hand haven, zoodat de arbeid, die 17 jaar geleden begon, op volle kracht blijft. Verbreekt de reddinglijn niet. Helpt en steunt ons Fonds. Dezer dagen zijn vanwege het Bestuur van „Helder's Belang", Vereeniying tot verfraaiing en tot bevordering van den bloei der gemeente Helder, op onderscheidene plaatsen in de ge meente een 25-tal rustbanken geplaatst nl. 10 groot model, (ter lengte van 8.50 meter), en 15 klein model (lang 1-10 meter). Met ge noegen merkten we op, dat het Bestuur met bekwamen spoed te werk gaat en niet op teekenen van leven en werkzaamheid laat wachten. Dat er by goed weder veel gebruik van deze banken zal worden gemaakt, van de gelegenheid om hier tn daar een zitje te ne men, hieraan valt wel niet te twijfelen. Reeds den eersten dag zagen we ouden en jongen van dagen op de pas geplaatste banken uit rusten. Vooral de lanen om 's Rijks Werf krijgen op die wijze een nog vroolijker aanzien. De banken zien er, zonder voor dit doel ook onnoodige verziering, zeer net uit, en daarvoor komt hulde toe aan den aannemer, den heer C. A. van Neck alhier, die voor eene goede en tegelijk ook tijdige uitvoering flink heeft zorggedragen. 't Publiek zal nu wel mede zorg dragen, dat die banken niet worden beschadigd. Meer nog. 't Ligt, dunkt ons, op den weg van nabywonen- den, om de banken tenminste éénmaal daags even schoon te maken. De moeite, daartoe te nemen, is zeer gering en men draagt daardoor zoowel bij om de banken niet te doen bederven, als om de wandelaars door de netheid dier rustplaatsen te gerieven. ZONDAG 1 SEPTEMBER. Ned. Herv. Gemeente. Den Burg, vim. 10 uur, Ds. Visser. N.m. 7 uur, Ds. Visser. Jeugddienst met medewerké vé Bouwsma (Bügel). Oosterend, v.m. 10.30, Ds. Kok. De Cocksdorp, v.m. 10.30 Ds. Salm. Maandcollecte. Den Hoorn, v.m. 10.30 uur, Ds. Wesseldijk. Maandcollecte. Koog, v.m. 10 uur, Ds. v. 't Hooft. Oudeschild, v.m. 10 uur, Ds. Tinhilt. Doopsgezinde Gemeente. Waal, v.m. 10.30 uur, Ds. Gorter. Geref. Kerk. Den Burg (Geb. Fanfare), v.m. 10.30 Cand. Wouda. N.m. 3.30 uur, Ds. v. d. Leer. Oosterend, v.m. 10.30 uur, Ds. v. d. Leer. N.m. 3.30 uur, Cand. Wouda. Geref. Kerk H.V. Oosterend, v.m. 10 en n.m. 3.30 uur, Leesdienst UITSLAG AANBESTEDING. Gister werd in Hotel „de Lindeboom", door den architect N. Schermer, aanbesteed het bouwen van een lasdhuisje aan den Schilder- weg, in opdracht van den heer Th. de Jong te Den Haag. Laagste inschrijvers waren: Voor Timmerwerk, de heer Van 't Hoog 2950 Voor Metselwerk, de heer Th. Witte 2300 ^Voor Schilderwerk, de heer J. C. Roeper 346 Voor Loodgieterswerk, de heer P. Oele 455 Voor Electr., de heer A. Knpoper 119 Gunning is nog aangehouden. ONDERTROUWD: Jan Boon en Hermina Former. Simon Zijm en Martje Lap. GETROUWD: Simon Pieter Bakker en Anna Jacoba Breesnee. OVERLEDEN: Klaas Dogger, oud 35 jaar, echtgen. v. Neeltje Schagen. POLITIE. Gevonden: 4 paar sokken, een groene ceintuur, een rijwielplaatje, een polshorloge. W. Zeiessen, vliegtuigmaker, van De Mok naar Schiedam, Buitenhaven 160. G. Pothuizen, behanger, van C 68 (Cocks dorp) naar Hillegom 28l. Anna Margaretha Kraai, van Den Burg naar Winschoten, Wilhelminastraat 4. J. H. Brederode, Westerweg 1, Den Burg, van 's-Gravenhage. H. de Ridder, echtgenoote en vyf kinderen, Eierland 16, vaTi De Rijp. C. Buisman, Den Burg, Hollewalsweg 32, van Amsterdam. A. Moor, echtgenoote en één kind, Ooste rend, Peperstraat 35, van Den Helder. Aafke Wassenaar, Wilhelminalaan 29, van Berlikum. H. Bakker, Groeneplaats 6, van Vienendaal. endrik ardusö é.cJBer TEGENSTRIJDIGHEDEN. Van een tweetal abonné's ontvingen we een ingezonden stuk naar aanleiding van hef in gezonden stuk van Mevr. Aline Schrierv. d. Kooi. Beide zijn instemmend wat betreft ons onderschrift onder het stuk van inzendster ge plaatst, doch geven geen nieuwe gezichtspun ten, waarom wij meenen, ze niet te moeten plaatsen. Red. Heldersche Courant. PREEKEN LEZEN. Ds. P. Eldering schrijft in „Opbouw": ,JHet heeft mij verwonderd en lichtelijk geeryerd, een paar maal te moeten lezen, onder andere ook in „Opbouw", dat preeken gehoord, maar niet gelezen moeten worden. En het verwon derd mij nog meer, dat deze uitspraken tel kens kwamen van vrijzinnigen kant en niemand er tegen opkwam. Wordt dit oordeel (in mijn oog een vooroordeel) door alle vrijzinnigen onderschreven? Hoe is het dan te verklaren, dat er toch telkens weer preekenbundels van vrijzinnige predikanten gedrukt en vermoede lijk ook wel gelezen worden En hoe komt het, dat dit vooroordeel door orthodoxe predikanten en gemeenteleden niet gedeeld wordt In die kringen immers worden preeken, van ouden en van nieuwen datum veel gelezen en wordt het lezen van preeken aanbevolen. Reeds in mijn studententijd ben ik begonnen met de preekenbundel te lezen van Jeronimo de Vries en ik bewaar nog steeds, vooral aan den eersten bundel, die bij zijn verschijnen ook door orthodoxe predikanten en professoren hoog geroemd werd, een dankbare herinnering. Toen ik predikant was, vergastte ik mij eiken morgen onder mijn ontbijt op een preek van F. W. Robertson, wiens vier preeken bundels, bij Tauchnitz verschenen, ik gelezen en herlezen heb. En ik ben dit blijven doen en noem hier dé namen van Klaus Harms, Dorries, Rittelmeyer, Geyer, Frenssen, Kierkegaard, Bungener, Wilfred Monod, Ragaz, Martineau, Groenewegen, van Wijk, van den Bergh van Eysinga, Schade van Westrum, Heering, Haentjes en nog vele andere. Toen ik vernam, dat er een uitgave bestond onder den naam: ,Die Predigt der Kirche" heb ik mij preeken bundels aangeschaft van Chrysostomus, Augus- tinus, Origenes, Ambrosius, Johannes Husz, Savonarola, Luther, Bernhard van Clairveaux Meister Eckhart en Tauler. Predikanten sporen tot bijbellezen aan cn dat is ook zeker aan tebevelen. Maar hoe dikwijls hoort men gemeenteleden zuchten, dat ze met het lezen van den bijbel begonnen zijn, maar het ze zoo dikwijls den bijbel niet begrijpen. En hoe dikwijls gebeurt het, dat een kerkganger den predikant vraagt, of hij een gehoorde preek soms ook nog eens zou kunnen lezen. Juist in de tijden, die wij thans beleven, hebben vele vrijzinnigen die verdieping en versterking bit ter noodig. Het is daarom vooral, dat ik mij verzet tegen het in onze kringen blijkbaar heerschend vooroordeel tegen het lezen van preeken en hier alle theologische studenten, predikanten, kerkgangers en onkerkelijke men schen toeroep: Leest preeken, of: Leest ook preeken! KOMT NV DE GROOTE KANS ,jNieuw kerkelijk leven", het maandblad van het Nederlandsch Hervormd verbond tot kerk- herstel, vangt ditmaal aan met een artikel van prof. dr. Th. L. Haitjema over de vraag: Komt nu onze groote kans? Na alle overhaasting te hebben afgewezen betoogt de schrijver: ,Jndien de organisatie van 1816 in het stormt getij 19j0, of in de nasleep ervan, mocht onder gaan, dan wil dat op zichzelf nog niet zeggen, dat de ware kerkorde daarmee klaar ligt en aan onze kerk, desnoods zonder ons toedoen, zal worden aangepast. Wij zullen met waakzaamheid hebben te strijden voor de grondlijnen eener kerkelijke orde, voor welke wij reeds jaren lang gepleit hebben. Verkeerde „volkskerk"-idealen zullen wij te bestrijden hebben, zoodat deze in een nieuwe organisatie onzer kerk zich niet breed kunnen maken. Wij moeten er op bedacht zijn, dat er in dezen gistingsvollen tijd heel wat aan de markt zal worden gebracht, dat naar den eisch van het Woord Gods door ons zal moeten worden afgeweerd. Wij zullen Gode meer gehoorzaam moeten zijn dan den men schen en Christus' alleenheerschappij in Woord en sacrament hooger moeten achten dan de zoogenaamde scheppingsordinantiën, welke ons heeten te vergunnen ook als kerkelijke men schen van „heel het volk" te spreken, vóór wij bij het doopvont „volkeren" opgeëischt zagen door den drieëenigen God. De Heere make ons getrouw! En ten slotte: al hebben de kerkelijke par tijen den wind ook tegen in deze laatste we- keft, dat beteekent nog niet, dat Kerkherstel automatisch meer weerklank zal gaan vinden. Wij zijn daarvoor misschien zelf ook al te veel een partij onder de partijen geworden. Daar tegen dienen wij uiterst nauwgezet op onze hoede te zijn. Onze kerkherstel-beweging zal thans in de smeltkroes komen. Voor zoover ze nog echt een „beweging" is, een partijen-be dreigend „verbond", zal ze een groote en ver antwoordelijke taak blijken te hebben. Juist in de naaste toekomst, indien niet alle voor teekenen ons bedriegen. De Heere make ons als van alle partijschap afkeerige Christus belijders getrouw in ons werk voor de kerk. HET LEGER DES HEILS. Blijkens het jaarboek 19j0 van het Leger des Heils telt het leger in ons land 12500 sol daten verdeeld over 128 corpsen. Het jaarboek legt den nadruk op het reclasseeringswerk, dat bij de justitie veel waardeering oogst. In Ne derlands ch-Indië werken 200 posten. Het werk onder de melaatschen wordt verricht in vier kolonies: voorts zijn er vijfentwintig polikli nieken, een blindentehuis, een moederhuis, kindertehuizen, dagscholen enz. enz. Het jaar boek geeft wederom een goeden indruk van de velerlei actie, die het leger onderneemt. DE BOODSCHAP VAN HET OUDE TESTAMENT. Bij de uitgevers van Gorcum en Comp. N.V. (G. A. Hakke en H. J. Prakke) is verschenen in de Roesingh-reeks als nummer 1 een boekje met bovenstaanden titel, geschreven door professor dr. P. A. H. de Boer. Het boekje bedoelt leiding te geven bij het onderricht in den christelijken godsdienst. Het Oude Testa ment bezit ook zelfstandige waarde voor het christelijke geloof. Er zijn in het Oude Testa ment gedeelten die materiaal voor stichting en formuleering van het christelijk geloof leveren (pag. 9). Het boekje is bestemd voor zelfstudie, bijbellessen middelbare scholen en cathechisatiën. Dit boekje zal evenzeer zijn weg vinden als de andere reeds eerder ver schenen nummers van deze reeks. Gelijk alle werk van de firma van Gorcum is ook dit boekje keurig uitgegeven. „Stand" is een raar ding. „Stand" is iets glibberigs, iets gevaarlijk- glads, iets waarmee men, ten allen tijde, dient op te passen, omdat men er zich, ondanks de glibberigheid, leelijk aan bezeeren kan. Sommige menschen hebben geen gevoel voor stand en standing. In Den Helder lagen zij er steeds mee overhoop. In Den Helder, dat vele standen en standing-kjes kent, en in welk standings-labyrinth het veelal uiterst moei lijk was een weg te zoeken. En nu zijn we op het dorp. Hier is alles anders. Zóó ander», dat het een heele tijd geduurd heeft, voor en aleer onze steedsche opvattingen min of meer ge lijkgeschakeld waren aan die der dorpelaren. Maar nu weten we het en waar we volgende week weer naar Nieuwediep terug denken te gaan is het een aardige ervaring die we mee naar huis nemen. Men kan zeggen dat 95 procent van de be woners van ons dorp tot een en denzelfden stand behoort. Dat is dan de stand der wer kers. Werkman-zijn, een goed vakman, placht in vroeger tijden een eer, een verdienste te zijn. Iets, waarop men, terecht, trots kon zijn. Een meester in zijn vak kon met den borst voor uit loopen en dat deed hij dan ook. Tegen woordig is dat anders geworden (tenminste in de stad). Ik ken vele lieden, die een schit terend ambacht bekleeden, maar die om 12 uur 's middags haastiglijk in de kleedhokken verdwijnen om aldaar het werk-blauw te ver wisselen voor het confectie-grijs. Het doet, als men even nadenkt, wat pijnlyk aan, maar men doet het nu eenmaal. De gevolgen van verkeerd-gegroeid standings-besef. De conse- kwenties van de gedachtengang die zegt dat een „gestudeerde", een intellectueel meer waard is dan een „gewone werkman", een Jan Pet. Op ons dorp bestaat dit nog niet. Daar (rekt de gansche gemeenschap, in ieder ge val een belangrijk deel ervan, reeds bjj het eerste dag-gloren naar buiten, om zich aan den arbeid te wijden. Men werkt... werkt... werkt. Buiten in de zon, die soms zengend is, en buiten als de winter zijn doodend-koude adem over de velden blaast, werkt de boer. En is het wonder dat deze menschen, deze óp en dóór het land gegroeide kaerels en vrouwen niet malen om zooiets dwaas' als „stand"... Stand-loos draalt de levens-molen op ons dorp voort. En dus zijn de conflicten mini maal en is daar een samenleving, zoo genoeg lijk, zoo vr\j van ongezonde invloeden, dat het een stads-ziel mild aandoet. Men meene niet dat ons dorp daarom nu £en heilstaat is, een soort dorado van idealis ten. Het lijkt er niet op. Ook wij, op het dorp, kennen standen, maar het zijn de standen die daar gegroeid zijn door de belangrijkheid der functies e door het gewoonterecht van vele eeuwen. Om er enkele voorbeelden van te mogen geven: daar is de dominee, die dagelijks voor bij mijn raam wandelt. Een deftig man. En iedereen weet dat hy dikke boeken leest en herleest. Als je 's avonds voorbij zijn pastorie sluipt zie je in de verte in de studeerkamer de bruine ruggen van ontelbare folianten rusten op doorgebogen planken. Daar is de kennis, de wijsheid en de wetenschap, waar van dominee Zondags vertelt. En waarna het dorp luistert in devote aandacht en met diep ontzag. Een andere notabel is de bovenmeester Hij als hoogste opvoeder der geklompte en blauw gekielde jeugd, regeert die jeugd. Streng en rechtvaardig. Zijn woord Is wet en zyn ja is ja. Daaraan valt niet te tornen. Als men van den bovenmeester spreekt doet men dat men respect. Omdat de vaders en moeders óók al bij bovenmeester leerden dat „Kennis is Macht en omdat bovenmeester over al die vaders en moeders zelf ook macht heeft, aan gezien zij eens bij hem hun schelmerijen uit haalden, die hij vast nog niet vergeten is. Bovenmeester is een notabel man, zeer ge liefd en als het ware omhuifd met een aurebol van alwetendheid. Ja, het zyn goede en ge leerde menschen, dominee en bovenmeester Het dorp kent nog méér notabelen. Daar dtn Fran9chen naam en het Hol^ndsche dikke buikje, waarop zwierig en joviaal de zeer veel karaatsche horloge-ket ting hupt en dartelt. Notaris is rijk. Sommigen fluisteren zelfs dat hij schatrijk is en dat driekwart van het dorp zijn eigendom is. Ont zaglijk is het prestige van den notaris. Geen sterveling durft daar aan te tornen. Zie hem daar gaan... door het dorp. Een Koning... een imperator... Belangrijk in hooge mate is ook de veld wachter. Zooals hij daar stapt in zijn eeuwig-glimmende kaplaarzen. Met zjjn glad- gepoetst uniform en de heroiek opgestreken snor-punten. Ik ken geen politie-agent in Den Helder die zóó martiaal i; en geen militair die zóó hon derd procent militairement optreedt als déze Sterke Arm. De ouderen tikken beleefdelijk voor hem aan hun pet en de jongeren maken veelal een bocht bij het passeeren. Toch is de veldwachter meer geacht dan gevreesd. Zijn' standing bezit hij door het machtige feit dat hij doorgaat voor volmaakt onscrupuleus. Nooit werd zijn naam genoemd in verband met een niet door de beugel kunnend zaakje. Dat is zijn sterkte, want ook op het dorp be staat de instelling die „roddel" heet en de cronique scandaleuse tiert in de kleine slop- jes en groenende weggetjes snel en onuitroei baar. En tenslotte: de burgemeester. Van hem kan ik weinig zeggen, omdat het een jong burgemeester is, die pas sedert kort hier zijn joyeuse entrée maakte. Hij en zijn jonge gade zijn gekomen, toen de jongens en meisjes van het dorp welkomstliederen zongen, en de oud- ste wethouder een speech afstak die klonk als een klok en waarvan het dorp heden ten dage nóg gewaagt. Er zijn er die hem te jong vinden, Anderen te stijf. Weer anderen meenen dat zijn gade te afzijdig is en een vierde categorie vindt haar te „democratisch". Maar de tijd zal het pleit winnen en als burgemeester hier vijf jaar ia. zal ieder dorpeling u vertellen dat men nog nooit zóó n goeien burgemeester had. En zoo kabbelt het dorps-leven voort. Rus- wu"d0or»aana vrjj genoeglijk, wij kennen elkaar allemaal heel goed en niemand die er opvallend deftig doet. Integen- rl' doen er allemaal zeer gewoon! Omdat er weinig of geen standen zijn. P enkelingen na, die de uitzondering n-ipen be\estigen en die er moeten zijn. ■lei wille van de algeheele harmonie!

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1940 | | pagina 6