Mode-Revue
Bloei en verval
in de 15de eeuw
De waarde van fruit
De tijd van de
stamppotten
HET KAAS- EN
BROODVOLK
nadert weer
V;
>erue
if
t
I
UIT DE HISTORIE VAN
WESTFRIESLAND
van ons gewest
voor het lichaam
Zaterdag 28 September 1940
blad
mmm
if,
I
OP WEG NAAR EEN NIEUWE MODE?
Wij moeten toegeven, dat het model links
op bovenstaande afbeelding, eenigszins
vreemdsoortig aandoet met zijn vleermuis
achtige armsgaten en de blouse in twee
kleuren, welke onder de breede ceintuur
met opvallend gedrapeerde zakken, door
loopt. Maar zij, die er prijs op stellen, wer
kelijk zeer modern gekleed te gaan, zul
len er niet tegen op zien het te gaan dra
gen. Natuurlijk kan men de zaak ook wat
rustiger opvatten en de gulden middenweg
kiezen. Het effect behoeft er daarom niet
minder om te worden.
DE WINTERMANTEL.
Een van de kleedingstukken, welke op het
oogenblik in het middelpunt van de be
langstelling staan, is de wintermantel. Dit
jaar zijn het groote ruiten of breede stree-
pen, die het meest gezocht zijn. Bovendien
zijn zij voorzien van diepe plooien en zeer
ruim. Dikwijls hangen zij geheel vrij naar
beneden, niet zelden echter ook door een
ceintuur in de taille opgehouden, zooals
onze afbeelding laat zien! Een stukje bont
sluit den hals en de armsgaten af, zoodat
die deelen het warmst zijn, waar dat het
meest noodig is.
Een der grootste attracties van den kou
den wintertijd zijn de zoo typisch-Holland-
sche stamppotten, die ons beter dan de
meeste andere gerechten dat prettige gevoel
van verzadigd-zijn en warmte vermogen ge
ven en waarnaar we, als de koele herfst
zijn intrede doet, al gaan verlangen.
Vooral dit jaar dienen we onze stamp
potten in eere te houden, daar ze immers
als „eenpansgerecht" weinig brandstof vei*'
gen en bovendien de huiselijke gezelligheid
in sterke mate verhoogen. die wij in de ko
mende winterdagen met verduisterings- en
andere moeilijkheden minder dan ooit zul
len kunnen missen. Hoe plezierig is het
voor de huisgenooten om, van de donkere
kille straat gekomen, in de eigen vertrouw
de sfeer zoo'n kostelijkcn, dampenden pot
boerenkool, hutspot, roode kool, zuurkool,
savoyekool en wat onze bodem verder nog
biedt, op tafel te zien verschijnen!
Zoo'n stamppot wordt in de meeste ge
zinnen als een volledigen maaltijd be
schouwd en dat kan hij ook inderdaad
zijnmits hij op de juiste wijze is be
reid. Het feit, dat dit gerecht ons het pret
tige gevoel geeft van „iets stevigs in de
maag te hebben", wil namelijk nog lang
niet zeggen, dat het een volledig voedsel
vormt en ons dus in de juiste verhouding
de voedingsstoffen geeft, die we noodig
hebben voor het onderhoud, de energie,
den weerstand en den groei van ons li
chaam. Dit toch moet in de eerste plaats
het resultaat van onze maaltijden zijn en
zoo'n kostelijke Hollandsche stamppot
dient derhalve niet alleen smakelijk en ste
vig te zijn doch vooral op de moderne,
door voedingskundigen aanbevolen-manier,
klaargemaakt.
Ge wilt hierover iets naders hooren?.
DE JACHT OP EEN SPOOK.
Wel waar afkoken van groenten en
aardappelen, zooals nu wel alom bekend
zal zijn uit den booze is, daar hierdoor zeer
waardevolle bcstanddeelen verloren gaan,
zetten we den stamppot met slechts zeer
weinig water op, terwijl we bovendien de
aardappelen niet schillen hierdoor gaan
al weer zeer belangrijke stoffen verloren
o.a. een groot percentage vitamine C
doch afboencn en ontpitten en de groen
ten slechts spaarzaam schoonmaken, aan
gezien ook de nerven, worteltjes etc. waar
de hebben». Wanneer dan na een half uur
groenten en aardappelen gaer-zïjn ew de-
pan bijna droog is, stampen we het ge
recht met melk door elkaar, waardoor de
voedingswaarde aanzienlijk verhoogd wordt,
daar melk o.a. dierlijk eiwit, vet. kalk en
vitamines bevat. Bovendien wordt de
stamppot hierdoor veel smeuïger dan wan
neer we bij het stampen water gebruiken.
Voor eventueele vleeschlooze dagen, zijn
er uitstekende oplossingen, die misschien
ietwat ongewoon lijken, doch voedingswaar
de en smaak zeer verhoogen. Wanneer we
b.v. 250—300 gr. kaas door een stamppot
voor vier personen verwerken, krijgen we
uit voedingsoogpunt gezien een uitstekend
resultaat, terwijl de zachte, roomige smaak
van jonge kaas of wel de pittige smaak van
oudere soorten voor velen eén ware ver
rassing zal zijn. Ook kunnen we peulvruch
ten door een vleeschloozen stamppot ver
werken, b.v. witte boonen of groene erw
ten bij hutspot, witte boonen bij zuurkool,
bruine boonen bij koolraap, witte boonen
of capucijners bij savoyekool, groene erw
ten bij boerenkool. Wij nemen daarvoor
dan 1 kg aardappelen en 300 gr. peulvruch
ten in plaats van de gebruikelijke 1%2
kg aardappelen. Hierdoor behoeft de stamp
pot, wat voedingswaarde betreft, evenmin
onder te doen voor een stamppot met
vleesch, terwijl bovendien het eiwit uit de
erwten en boonen op welhaast ideale wijze
door dat der melk wordt aangevuld.
Verwerk dus in èlk geval melk door den
stamppot en ge zult met recht van een „vol
ledigen" maaltijd kunnen spreken, waar
door gij zelf en de huisgenooten met een
^stevige onderlaag", goed gevoed, een lan
gen winterdag door zult komen.
Manya Beukman.
heid organische zuren, zooals cïjroen-, wijn-,
en appelzirur etc. Vruchten, die gerijpt zijn
bij warm en droog weer zijn het armst aan
zuren; ook bij het bewaren (van bijv. appe
len! neemt de hoeveelheid zuren af.
Naast de zuren spelen de- zouten, vooral
van kalium en phosphor een belangrijke rol.
Daar het fruit in tegenstelling met de
meeste groenten veelal rauw wordt ge
geten, worden de zouten het lichaam volko
men toegevoegd. Terwijl de gekookte groen
ten een deel van hun zoutgeItalië verliezen,
doordien meestal het «sater, waarin de groen
ten zijn gekookt;-wordt weggeworpen (geluk
kig stapt men in den laatsten tijd meer en
meer af van dié gewoonte, de groente in ruim
Engelsche kasteelen en spoken zijn twee
begrippen, die nauw met elkaar verband
houden. De Amerikanen zijn echter nuch
terder in dit opzicht. Onlangs loofde na
melijk de eigenaar van een groot oud huis
in de omgeving van Wïchita (Kansas) .een
belooning van 100 dollar uit voor dengene,
die het „huisspook", waarover enkele be
woners geklaagd hadden, uit den weg zou
weten te ruimen. Het narhtelijk gehuil, ge
steun. gekraak, gepiep, gerammel en ge
knars hield de bewoners uit hun slaap. De
huiseigenaar was zoo modern, dat hij de
mogelijkheid liet doorschemeren, dat de
oorzaak van het nachtelijk lawaai wel een
fout in de constructie of een ouderdoms
kwaal van het huis kon zijn. En inderdaad
vond een ondernemende jongeman bet
„spook", d.w.z. de constructiefout. De huis
eigenaar liet deze toen verbeteren, en stel
de den jongeman de 100 dollar ter hand.
Daarna bleek, dat de eigenaar geen betere
reclame voor zijn huis had kunnen maken,
want hij werd als het ware bestormd met
aanvragen tot onderhuur van het huis.
water op te zetten), is het zoutverlies van
vruchten, ook als ze gekookt worden, gelijk
nul, daar meestal immers ook het sfjj) wordt
meegenoten.
De aangename smaak van het fruit wordt
meestal, behalve door de vermenging van
suikerétoffen en vruchtenzuren, door de zoo
genaamde aromasloffen, die meestal uit
ethehische oliën bestaan, gevormd. Als ze vol
komen rijp zijn, zijn de vruchten het rijkst
aan arornastoffen, die weliswaar door warm
te vernietigd worden of verandering onder
gaan, zoodat het gekookte fruit nimmer die
heerlijke geur kan hebben als het versche.
En tenslotte is de hoeveelheid vitaminen
in het ooft van zeer groote betcekcnis voor
het gezonde, nog groeiende lichaam, (dus
vooral voor kinderen), doch ook voor de in
standhouding van de gezondheid eener vol
wassene. Het is hoofdzakelijk vitamine C,
die wij in de rauwe vruchten aantreffen, en
die een uitstekend voorbehoedmiddel is tegen
inwendige bloedingen, terwijl het tevens een
voortreffelijk middel is voor het afweren van
besmettelijke ziekten. Tenslotte heeft vitami
ne C. ook een uitstekende werking op de ge
slachtshormonen. Terwijl de overige vitami
nen in zeer geringe hoeveelheden gebruikt
hoeven te worden om goeden invloed te ver
krijgen, moet vitamine C in betrekkelijk
groote hoeveelheden genuttigd worden, om
een heilzamen invloed te kunnen uitoefenen.
Daarom raden wij dan ook een ieder ten
sterkste aan, zooveel mogelijk rauwe vruch
ten te eten, nu dit thans zoo goed mogelijk is.
Er zijn immers genoeg appels en peren. Kin
deren geve men, indien eenigszins mogelijk,
geregeld een eigen gemaakte kwast van sui
ker, citroen en water; want citroenen hebben
een zeer hoog percentage aan vitamine C.
Dit is ook vooral het geval met tomaten, wel
ke ook in dezen tijd. volop te krijgen zijn, en
die, in geen enkel opzicht wat. betreft de
voedingswaarde behoeven onder te doen
voor de thans afwezige sinaasappelen.
Van trotsche Hoornsche „karvee-
len" tot de ellende van het rui-
tergeld.
Sinds de oudste tijden behooren de vruch
ten tot de meest begeerde bestanddeelen van
de menschelijke voeding, ofschoon ze bijv.
in tegenstelling met vleesch arm zijn aan
eiwit, en in tegenstelling bijv. met boter
arm aan vetten. Hun watergehalte is ook
niet als een voordeel te beschouwen. De bui
tengewoon groote voedingswaarde van het
fruit moet dan ook voornamelijk gezocht
worden in zijn suikergehalte en zijn kool
hydraten.
Een uitzondering hierop maken echter o.a.
olijven, bananen en noten (waaronder dus
ook amandelen), die wel een groote hoeveel
heid vet en eiwit bevatten en naar verhou
ding zeer arm aan water zijn. Het eiwit van
deze vruchten, dat slechts door een bijzonder
dun velletje of vliesje is afgesloten, is ge
makkelijk te verteren en kan vrijwel geheel
worden gebruikt.
Van de andere vruchten is het *pha,te van
koolhydraten ongeveer van 10 tot 30 P«"°cent
de voornaamste voedingsfactor. De onnjne
vruchten bevatten een groote hoeveelheid
zetmeel, terwijl het rijpe fruit meer oplosbare
koolhydraten bevat, zooa s netsuiker drui-
vensuiker en vruchtensuiker. Daar bi, over
vloedigen toevoer van koolhydraten de be
noodigde hoeveelheid eiwit voor het lichaam
daalt, zoo is het met behulp van fruit voeding
mogelijk, de benoodigde hoeveelheid dierlijk
voedsel te verminderen. Verder hangt(le
dingswaarde van het-fruit af van de hoeveel
Het is .bekend genoeg, dat tijden van wel
stand worden gevolgd door perioden van
achteruitgang, dat de vrede geregeld wordt
onderbroken door oorlogen alleen we ver
geten het wel eens. Over het algemeen is de
mensch, zoozeer in beslag genomen door
zijn beslommeringgen van het oogenblik,
dat hem veelal de lust ontbreekt zich te
verdiepen in datgene, wat is geweest. AI zou
hij daaruit een goede dosis moed kunnen
putten. Want tot dusverre was het zoo, dat
weliswaar veroverde wel vaart soms te gron
de ging, uit de ruïnen van het verleden
bloeide steeds weer op een nieuwe schoon
heid, die vaak grooter was, dan die welke
verloren ging.
Een periode van groote verwarring was
die der Hoeksche en Kabeljauwsche twis
ten, die in West-Friesland voerde tot het op
treden van het Kaas en Broodvolk. Al de
ze namen zijn vermoedelijk in de herinne
ring van de meesten onzer lezers zoozeer
vervaagd, dat ze er, behalve de naam zelf,
weinig meer van welen. Intusschen was de
tijd interessant genoeg om er enkele regelen
aan te wijden. Het was de periode, die volg
de op een betrekkelijk grooten bloei en toen
de tijd der onlusten voorbij was, was het
eenmaal welvarende West-Friesland her
schapen in een arm gewest, waar talrijke
ruïnes een herinnering vormden aan een
goed verleden.
Een artikel van P. J. Blok over het Kaas-
en Broodvolk, verschenen in „Verslagen en
„Mededeelingen der Koninklijke Akadetnie
üvan Wetenschappen", jaargang 1894 bevat
een belangwekkende beschouwing over dit
onderwerp, waaruit we enkele gegevens wil
len putten.
We vinden er een beschrijving van het wel
varende West-Friesland uit de dagen voor
de woelinggen, die zorgzaam is samengesteld
uit de betrekkelijk weinige gegevens, welke
ons uit dien tijd nog resten.
Omstreeks 1477 hield de bevolking van het
West-Friesche platteland zich in hoofdzaak
bezig met veeteelt en zuivelbereiding. Hon
derden, ja duizenden koeien en ossen graas
den op de malsclie weiden, bemest door de
dieren zelve en het vruchtbaarmakend slik
uit de slooten, die de landerijen scheidden.
Te Hoorn placht men des zomers op de wei
den in deri omtrek bij de 1000, des winters
bij de 500 ossen te onderhouden om ze voor
al op de groote Lucasmarkt (18 Oct.) te
Haarlem te koop te bieden. Medemblik
bracht daar evenzoo gewoonlijk 8 a 900 bees
ten te markt. Dagelijks gingen uit de West-
Friesche zeeplaatsen tal van schepen met
boter en kaas naar de groote markten te De
venter en te Alkmaar. Medemblik had gere
geld 12 schepen op Deventer in de vaart. De
zeeplaatsen, dorpen en steden, bloeiden bo
vendien door de haringvisschrrij op Noord
en Zuiderzee en de groote scheepvaart op
Hamburg, de Oostzee en Engeland. Vooral
de handel in Poolseh en Russisch koren, in
Noorsch bout, in Deensche ossen, in in-
landsch laken was zeer levendig, reeds se
dert langer dan een eeuw te voren. Hoorn be
zat 40 groote zeeschepen tegen meer dan 100
kleinere voor de binnenlandsche vaart; de
Hoornsche „karveelen". hier in dezen tijd het
eerst gebouwd, waren beroemd om haar
snelheid en zeewaardigheid. Enkhuizen tel
de 32 koonvaardiisehepen, die voeren op
„Oost en „West" d.i. op de Oostzee en Enge
land. bovendien 12 schenen op Hamburg en
een groot aantal vischschuiten.
De machtige arm van den Bourgondischen
heerschar het was in de dagen van de gra
ven uit hef Bourgondische huis beveiligde
die drukke scheepvaart on Noord- en Oost
zee tegen den toen daar dikwijls genieegden
zeeroof en de nie tminder gebruikelijke be
moeilijking door concurrenten van buitens
lands. Te Knkhtiizen en Hoorn bloeide ver
der nog een aanzienlijke lakennijverheid,
van ouds ook in deze Friesche streken ge
dreven.
Zelfs van kleine plaatsen als (Oude)
Niedorp en Winkel voer men gere
geld „met coopmanscappe" naar Oost
Friesland (d.i. Friesland aan de
overzijde der Zuiderzee) en nam men
een levendig aandeel aan de haring
visscherij. Bij de meren en poelen
leefde men van de jacht op watervo
gels.
Deze bloei en welvaart waren het resul
taat van nog geen twee eeuwen grafelijke
heerschappij, waarover men derhalve aller'
reden had zich te mogen verheugen. Uit zijn
oorspronkelijke armoede had het gewest
zich opgewerkt tot een nog nimmer geken
de hoogtij.
Over één zaak echter werd herhaaldelijk
geklaagd, namelijk over de zware lasten, die
de Bourgondische regeering haar onderda
nen oplegde.
En men moest voorzichtig zijn met de West
Friesche bevolking, dat bewees haar vroege
re geschiedenis. Nog leefde wellicht onder
haar een vage herinnering aan opstanden
die juist in deze streken hun oorsprong of
ten minste krachtige steun hadden gevon
den.
In de 12de eeuw vernemen wij van een
opstand der Kennemer boeren tegen den in-
heemschen adel, waarbij ook de Westfriezen
zich hadden aangesloten; in het midden van
de 13de eeuw was van Kennernerland en
West-Friesland een poging uitgegaan om de
gehoele diocees van Utrecht tot een boeren
republiek te maken; na den dood van Floris
V was hier een sterke gisting merkbaar ge
weest en had het pas onderworpen West-
Friesche volk gedreigd zich van het Holland
sche juk te bevrijden!
De woelingen van 1426 tenslotte als ge
volg waarvan verschillende stadsrechten ver
loren gingen, die echter grootendeels sjx>e-
dig waren teruggegeven - waren niet alleen
gericht tegen het Bourgondische ge
slacht, doch ook weer tegen den adel
van Kennernerland, de oude vijanden der
Westfriezen.
Zoo heerschte er dus bloei onder de bewoners
van ons gewest, wier koppig en halsstarrig
karakter stellig mee was gevormd door de
omstandigheid, dat ze zich sedert eeuwen
en eeuwen hadden verheugd in een bijna
volkomen vrijheid.
De ommekeer kwam plotseling. Even plot
seling als we dat in onze dagen soms zien
geschieden.
Het was de slag bij Nancy, waarin Karei
de Stoute, hertog van Bourgondië, werd ver
slagen en waarin hij zelf sneuvelde, die de
ommekeer bracht. Het gezag van het regee-
rende huis had er een ontzettende schok
door gekregen en de jonge erfgename van
de Bourgondische heerschappij, Maria,
zoowel als die van haar weldra ingeroepen
beschermer, Maximiliaan van Oostenrijk,
werden op een zware proef gesteld.
4 oor zöover Hollapd betreft, werd getracht
de opkomende storm te bezweren door de
verleeninge van een Groot-Privilege dat de
vorstelijke macht aanzienlijk beperkte, De
poging bleek echter tevergeefsch. Het gezag
der regeering werd er nog meer door onder
broken en binnen enkele jaren was in deze ge
westen de opstand in vollen gang.
We stonden te midden van de Hoeksche
en Kabeljauwsche twisten, waarbij de partij
der Hoekschen voornamelijk, zij het niet
uitsluitend, werd gevormd door de edelen,
die der Kabeljauwschen vooral door de ste
den. Wanneer we nu even in de herinnering
terjigroepen, hoe we zoo even nog vermeld
den, dat de Westfriezen ook na de komst der
graven van HoRand, nog herhaaldelijk in
strijd waren geweest met de Kennemer adel,
dan is het niet verwonderlijk, dat de woelin
gen zich ook uitbreidden tot over het bloei
ende Westfriesche land.
Gedurende deze woelingen, die duurden
van 1479 tot 1490 geraakte hier alles uit de
voegen.
Hoorn was hier voornamelijk het mid
delpunt der twisten, doordat de schout
Martin Xelaer, een trouw dienaar der
Bougondische regeering, die gewelddadig
was afgezet, hulp had gezocht bij de Ka
beljauwschen. In de Hoornsche kroniek
kan men lezen, hoe „niet alleen de ste-
„den. maer oock de dorpen waren vol
„haets ende mistrouwens; deene buerman
«jae deene bloedvriendt gingh dander op
„sijn lijf en des vechtens, des doodsmijtens
„ende des verjagens was nimmermeer een
„evnde".
Nu eens dreef de eene partij boven, dan
de andere en beide wreekten zich op hun
tegenstanders, zoodra en zooveel zij dit
vermochten. Vooral de verovering van
Hoorn door de Kabeljauwschen in 1482
leverde stad en land over aan een woeste
soldatesea: kloosters en kerken werden be
roofd. huizen geplunderd en in brand ge
stoken, tal van ingezetenen in koelen
bloede vermoord, de koeien voor spotprij
zen door de overwinnaars verkocht, de
meubelen van de geplunderde huizen met
scheepsladingen vol naar elders vervoerd
en te koop aangeboden.
Jaar op jaar werden in Westfriesland
de lasten hooger, het opbrengen daarvan
leverde door den toenemenden achteruit
gang in zaken steeds grooter moeilijkheden
De vis sche rij op de Zuiderzee en de Noord
zee verliep geheel, daar geen haringbuis
zich meer in zee durfde wagen. De handel
op de Oostzee, Friesland, Engeland en De
venter stond stil, want de Hoeksche, Fran-
sche en Engelsche zeeroovers hadden vrij
spel.
Vooral hef zoogenaamde „ruitergeld" een
buitengewone belasting, sedert 1477 van alle
ingezetenen, arm en rijk zonder onder
scheid geheven, drukte zwaar, niet het
minst op de „schamele gemeente" Doordat
de heffing iedere maand moest worden be
taald, kwam er geen einde aan, terwijl ze
met de meeste hardheid werd ingevorderd,
zoodat velen have en goed moesten ver-
koopen.
Het werd nog erger, toen de vermogende
boeren het steeds onveiliger wordende
plateland verlieten en zich eerst in de
ommuurde steden, later zelfs in Amster
dam en Haarlem gingen vestigen. Dit ver
trek drukte te zwaarder, wijl de regeering
de lasten voor de gemeenten niet vermin
derde. terwijl de uitgewekenen voortaan
daar werden belast, waar ze hun verblijf
plaats hadden gevestigd.
Sommigen „vertogen" eenvoudig en lieten
„haere plaetse vereanckeück leggen".
Het wondere feit doet zich voor, dat we
ditzelfde verschijnsel nu een tiental jaren
eeleden ten plattenlande ook hebben be
leefd!
Het eenmaal rijke Westfriesland verarmde
en ontvolkte. Er ontstond zelf* hongers
nood, de waterwolf deed zich gelden, kort.
om het was ellende van het begin tot het
einde. De steeds toenemende ontevreden
heid ontlaadde zich ten slotte in de bewe
ging van het ..Kaas. en Broodvolk", die
zich voornamelijk concentreerde te Alk
maar.