N1PPER EN PELLE De Mascotte Clandestine slachters aangehouden Nog een slachtoffer vafl den bomaanval te Amsterdam MEINEED in echtscheidiogsproces Het huwelijk is de beste reclasseering De Germaansche gemeenschap Radioprogramma Feuilleton H» de Vere Stacpoolc ROME en Confucius Eenige Haagsche agenten hielden Dins dagavond ongeveer halftien op den Rijs- wijksehen weg een auto aan, waarvan de verlichting niet aan de voorschriften vol deed. Nadat de auto tot stilstand was geko- pien, sprongen hier twee mannen uit, die de vlucht namen. De agenten stelden hier op een onderzoek in, waarbij zij in de auto de helft van een geslacht varken vonden, pe bestuurder, de 45-jarige garagehouder G.W. Alphen aan den Rijn werd aan- gehouden, terwijl de auto en het vleesch in beslag werden genomen. In den loop van den nacht werd een van de gevluchte man nen, de 36 jarige slager H. M. uit Alphen flan den Rijn, eveneens aangehouden. De tweede vluchteling, wiens naam bekend is wordt nog gezocht. Het bleek, dat het hier een geval betrof van frauduleus slachten, terwijl het vleesch ook Piet gekeurd was. Voorts werd de vleeschvervoerwet overtreden en was het 'n verboden vleeschinvoer in deze gemeente. Het onderzoek in deze zaak wordt nog voortgezet. Gisterenochtend is bij de opruimings werkzaamheden in de puinhopen het acht ste slachtoffer van den bomaanval, waar aan Amsterdam in den nacht van Maandag op Dinsdag heeft blootgestaan. Onder het puin van liet perceel Vechtstraat 133 werd het stoffelijk overschot gevonden van den bejaarden heer van Haaren', die met zijn echtgenoote op de eerste verdieping ver toefde, toen Engelsche vliegers hun dood en verderf zaaiende last boven deze woon wijk der hoofdstad loslieten. Voor zoover bekend wordt thans nog een persoon ver mist, mejuffrouw van Ees, eveneens wo nende in de Vechtstraat. Van de zeven ge wonden, die in de verschillende hoofdste delijke ziekenhuizen zijn opgenomen, is de toestand over het. algemeen bevredigend. Acht maanden gevangenisstraf opgelegd. In een echtscheidingsproees had een in woner van Den Helder zeer bezwarende verklaringen afgelegd over de gedragingen van een vrouw, tegen wie de echtgenoot een echtscheidingseisch had ingesteld. Uit ..zijn woning zou hij gezien hebben, dat de wouw, die tegenover hem woonde, een man in haar kamer ontving. Bij onderzoek bleek, dat zijn verklarin gen onjuist moesten zijn, daar hij niet in de kamer kon zien. Aanvankelijk hand haafde hij zijn verhaal, doch ton slotte gaf hij toe door beloften te zijn overgehaald een valsche verklaring af te leggen. De Rechtbank te Alkmaar had hem ver oordeeld tot acht maanden gevangenisstraf. Gisteren behandelde het gerechtshof te Amsterdam deze zaak in hooger beroep. De Procureur-Generaal vond geen ter men voor clementie. Verd. heeft zelf ook geen clementie getoond voor de vrouw, die door zijn valsche verklaring ternauwer nood aan een scheiding is ontsnapt. Helaas worden in echtscheidingsprocessen her haaldelijk valsche verklaring afgelegd en terecht heeft de Rechtbank tê Alkmaar een strenge straf opgelegd. Spr. requireerd bevestiging van het von- De jongens sturen een bericht naar huis. 1. „Hartelijke dank, dat u ge komen bent, we blyven voorlopig echter hier bij Kurrki. Zou u zo vriendelijk willen zijn dit pakje mee naar huls te nemen voor mjjn moe der?" 2. „Vaarwel, jongens, dan telegraferen wij aan Kapi tein Knacks, dat jullie zgjn zoon gevonden hebt." Stilte voor de storm. 1. „Wel, Kurrki, zullen we maar direct weg gaan, om de rest van de schat te ha len; we zouden de boot zo stroomafwaarts kunnen bomen." 2. Hoe rustig en vreedzaam is 't nu op 'twater. Je ziet niet eens een krokodil in de stroom. nis en veroordeeling tot acht maanden ge vangenisstraf De verdediger riep 's Hofs clementie in. verd. is nooit eerder veroordeeld. Hij had geldgebrek en liet zich des te gemakkelij ker overhalen, omdat hij de draagwijdte van zijn verklaringen niet besefte. Arrest 23 October. Tienmaal was de IJmuidenaar veroor deeld wegens diverse mishandelingen, op lichtingen en verduisteringen en veertien dagen geleden moest hij zich opnieuw ver antwoorden voor liet Hof wegens mishan deling, waarvoor de politierechter hem had gestraft met vijf dagen gevangenisstraf. De Procureur-Generaal vond de. straf nog te laag en eischte veertien dagen gevan genisstraf, maar de man, die pas was ge trouwd, deed een beroep op clementie, on der het motto: „Het huwelijk is de beste reclasseering"". Het Hof voeidè blijkbaar wel iets voor dit standpunt want dit college legde hem gisteren 10,— boete op. Door 22, Hij lachte. Het feit dat Train's fenomenaal reukorgaan land bespeurde vóór de wind hun dit gelukkige nieuws bracht, leek hem best mogelijk. Er komt wind riep hij heesch Vooruit, vlug het zeil hijschenLand zeg je? Best mogelijk, het geluk is alweer met ons! Het was niet voor den volgenden ochtend, dat zij werkelijk land in zicht kregen. Daar Was land, maar hoe ver was het nog ver wijderd! Het zou minstens een halven dag duren voor ze er zouden kunnen landen! En hun dorst was bijna niet meer te dragen! Het scheen, dat het zien van het eiland en de mo gelijkheid daar water te kunnen verkrijger, het verlangen naar drinken nog heviger maakte. Hier is water, kom toch en lesch Je dorst! scheen hun te worden toegeroe pen. En die ellendige wind bleef zoo lauw blazen. Het was niet meer dan een koeltje, dat zoo nu en dan het zeil van hun boot even deed bol staan. Maar toen de drie mannen de Itang na derden, hadden zij geen van drieën meer de kracht om hun blijdschap kenbaar te maken. v ten tota ïl op van vermoeidheid, hon ger en dorst. HOOFDSTUK XXVII. Aan boord van de Itang. Toen de sloep de Itang genaderd was, be greep Cray wat er aan de hand was. Vlug 1CP hij naar de kombuis, vulde een flesch met Water en pakte drie kroezen. Door de patrijspoort van de kombuis reikte '1 de flesch water en de kroezen aan den «enigen man in de sloep, die in staat bleek «zijn op te staan. Dat was Malora. De man va„ a11es aan met een Hauwen glimlach eeraf vulde de kroezen en reikte deze cUPn(1naan de anderen, voor hij zich zelf be- mannen Jackman en Train bleven als NORMALE TURKSCK-RUSSISCHE BETREKKINGEN. Alvorens naar Moskou terug te keeren, heeft de ambassadeur van Turkije bij de Sovjet-Unie verklaard, dat de betrekkingen tusschen beide landen normaal en vriend schappelijk zijn. De ambassadeur zeide, te Moskou te zullen streven naar versterking van de Turksch-Russische vr;cndschap. De Russische ambassadeur te Ankara zal het zelfde doen, teneinde de goede betrekkin gen tusschen de twee landen die buiten het confict zijn gebleven te waarborgen. De propaganda-congregatie der Roomsch Katholieke kerk te Rome heeft voor China het deelnemen aan ceremoniën ter eere van Confusies toegestaan, daar zij niet be- hooren tot de religieuze eerbewijzen, doch slechts bedoelen de piëteitvolle herdenking van den grooten mensch Confusius. Even eens is het deelnemen aan burgerlijke eer betoon aan gestorvenen of beeltenissen, ook voor de dusgenaamde doodentafels toegestaan. DE KLEINE GERMAANSCHE VOL KEREN ZULLEN GELIJKWAARDI GE LEDEN IN DE NIEUWE EU- ROPEESCHE GROOTE RUIMTE ZIJN. De diplomatieke medewerker van de „Ber- liner Boersen Zeitung", Karl Megerle, keert zich in een verhelderende beschou wing tegen het .particularisme" van de landen en stammen van Germaansch ka rakter in Europa. Voor de landen van overwegend 'Germaansch karakter, zoo be toogt de bekende schrijver, bestaan er groote mogelijkheden om in de nieuwe Europeesche ordening een plaats in te ne men, niet als elementen die slechts geleid worden, maar als gelijkwaardige leden eener te vormen Pan-Qermaansche ge meenschap, om actief en met medezeggen schap aan de- totstandkoming van deze nieuwe-ordening mede te werken. De revolutie van de twintigste eeuw, zoo vervolgt dr. Megerle, heeft heel Europa aangegrepen. Haar doel is het Europeesche particularisme te overwinnen en een Euro-- peesche solidariteit te herstellen tegen diè krachten, die het Europeesche particula risme tot handhaving van hun tegennatuur lijke .en „raiynfremde" heerschappij mis bruikten en in welke spel de kleine staten, vooral de Germaansche onder hen, slecht objecten waren. De groote ruimte, de groote economische en politieke gemeen schap kondigt zich aan en vindt zelfs daar begrip, waar men tot voor kort meende de romantiek eener politieke idylle, van een neutraal geluk in een stil EurópeescH hoek je te kunnen handhaven. De taak. om het vraagstuk van het Germaansche particu larisme op te lossen, richt zich tot de man lijke instincten, tot de gezondste en meest vitale krachten in de Germaansche volke ren. Bijna allen waren zij vroeger eens ge wichtige en aanzienlijke leden van een groöter geheel of zelf optredende factoren die medezeggenschap hadden over het, lot van Europa. Sommigen onder hen zijn in den loop der geschiedenis, toen de groote nationale eenheden in Europa gevormd werden, van zelf verdwenen, anderen wer den vooral door Engeland met geweld ver laagd tot den status van kleine staat en wel met zoodanig succes, dat zij zich niet alleen in het schijnbaar onvermijdelijke schikten, maar zich zelfs'.vrijwillig accoord verklaarden met de door Engeland vastge stelde economische, geestelijke en politieke ondergeschiktheid. Zij werden in maatschappelijk, bescha vend, geestelijk en economisch opzicht tot randstaten van de „raumfremde" westelijke mogendheden. Van dat oogenblik of wer den zij wat Bruno Brehm noemde „volke ren in eert pension". Hun leven' werd aan de historie ontrukt. Het Germaansche par ticularisme overwinnen, zoo betoogt dr. Megerle, beteekent niet onderwerping en verlies van vrijheid en eigen karakter, maar vrije, eervolle en gelijkgerechtigde terugkeer der Germaansche „volkeren in een pension" naar het echte, politieke le ven, dat vorm geeft aan menschen en volkeren. De schrijver betuigt dan. dat het Duit- sche volk een hoog oordeel heeft over de waarden als mensch en ras van deze vol keren en besluit zijn artikel als volgt: de jeugd van deze landen zal het oogenblik begrijpen en aanpakken. Zij voelt met haar gezonde instincten, dat er voor een man en een volk nog iets edelers, iets beters bestaat dan een materieel geluk in een hoekje. Zij zal weer deelnemen aan een groofe. Europa opbouwende, lotsge- menschap. Zij zal bedreigd zijn, tezamen met het jonge, Duitsche volk, het vraagstuk van het Germaansche particularisme aan te pakken. VRIJDAG XI OCTOBER 1940. Jaarsveld, 414.4 m. V ARA-Uitzendïng. 8.00 Nieuwsberichten ANP, gramofoonmuziek. 10.00 Fluit, piano en gramofoonmuziek. 10.30 Declamatie. 10.50 Piano voordracht. 11.20 Orgelspel. 12.00 Berichten. 12.05 VARA-orkest. 12.45 Nieuws- en economische berichten ANP. 1.00 VARA-orkest. 1.45 Gramofoonmuziek. 2.15 Esmeralda. 3.00 Declamatie. 3.30 Altviool en piano. 4.00 Gramofoonmuziek (met toelichting). 4.30 Voor de kinderen. 5.00 Gramofoonmuziek. 5.15 Nieuws- en economische berichten ANP. 5.30 De Ramblers. 6,00 Esmeralda en solist'. 6.30 VPRO: Geert Groote herdenking. 6.45 Berichten. 6.50 Felicitaties. 6.55 Gramofoonmuziek. 7.00 Vragen van den dag (ANP). 7.15 VARA-orkest. 8.00 Nieuwsberichten ANP. 8.IQ VARA-orkest en soliste. 8.559.00 Nieuwsberichten ANP, sluiting. Kootwijk, 1875 m. NCRV-Uitzending. 7.00 Berichten (Duits). 7.15 Berichten (Engels). 7.30 Gramofoonmuziek. 8.00 Nieuwsberichten ANP. 8.10 Schriftlezing en meditaie. 8.25 Gewijde muziek (gr.pl.). 8.35 Gramofoonmuziek. (0.009.15 Berichten Duits). 9.30 Fluit, piano en gramofoonmuziek. 10.00 Orgelconcert (opn.j. 10.30 Gramofoonmuziek. 11.15 Berichten (Engels). 11.30 Molto Cantabile en gramofoonmuziek. 12.30 Berichten (Duits). 12.45 Nieuws- en economische berichten ANP, 1.00 De-Postillons en gramofoonmuziek. 2,00 Berichten (Duits). 2.15 Piano, twee violen en gramofoonmuziek, 3.00 Gramofoonmuziek. 3.30 Berichten (Engels). 3.45 Gramofoonmuziek. 5.00 Berichten (Duits). 4.15 Zang, piano en gramofoonmuziek. 5.15 Nieuws- en economische berichten ANP. 5.30 Cymbaal-sextet. 6.15 Berichten (Engels). 6.30 Cymbaal-sextet. 7.00 Vragen van den dag (ANP). 7.15 Berichten. 7.30 Berichten (Engels). 7.45 Reportage of muziek. 8.00 Berichten (Duits). 8.15 Nieuwsberichten ANP, gramofoonmuziek, 8,30 Berichten (Engels). 8.45 Gewijde muziek (gr.pl.). 8.559.00 Nieuwsberichten ANP, sluiting. versuft zitten, nadat zij zich aan het water te goed hadden gedaan. Zij hadden niet meer te verduren gehad dan Malora, maar zij wa ren van een andere stof dan hij. Zij zullen wel spoedig bijkomen, riep Malora naar boven. Wij hebben het uren lang zonder water moeten doen en dat was bij die verzengende hitte bijna ondragelijk... Ik ben al heel wat verkwikt, dank zij u. Hij sprak Engelsch, meenend, dat Cray een Engelschman was. Geholpen door dezen kwam hij aan boord van de Itang en liep langzaam het dek op en neer, stram en stijf, als een man die dagenlang geen lichaams beweging heeft kunnen nemen. Cray leidde hem naar de kajuit en daar wierp Malora zich languit op een der slaap banken, genietend van het gevoel van be hagelijkheid dat het languitgestrekt liggen hem gaf. Onderwijl bracht Cray hem iets te eten, terwijl Piroli hem een kop sterke koffie gereed maakte. Toen hij genoeg gegeten en gedronken had, verzocht hij hem zijn sigaren te willen bren gen, welke reeds met zijn koffer en reisdeken door Piroli aan boord van de Itang waren ge bracht. Rustig en kalm stak hij een sigaar op en bood Cray er een aan, die echter bedankte, zijn pijp prefereerend. Deze man was Cray een raadsel. De wijze waarop hij aan boord van de Itang was gekomen, de flegmatische kalmte waarmede hij alles als vanzelfspre kend aannam, verwonderden den jongen man in niet geringe mate. De Itang, uit Sandabar? herhaalde Malora, toen hij den naam van het schip ver nomen had. Ik ken Sandabar zeer goed, heb daar verscheidene zakenrelaties. Wel, wel, laten we hopen, dat we spoedig weer in Sandabar zijn. Hebt u hier zaken gedaan, kapitein? Neen, er is hier geen handel te drijven. We kwamen hier om water in te nemen. Het was mijn plan om morgenochtend vroeg weer te vertrekken, antwoordde Cray. Hij vroeg zich af wat Malora wel zou ge zegd hebben, als hij geweten had van de tra gedie welke zich dien ochtend op het eiland had afgespeeld en wanneer hij de juweelen zou zien, die daar veilig lagen weggeborgen in de kast onder de slaapbank, tegenover die waarop hij lag uitgestrekt. Toch zag de zaak er allesbehalve roos kleurig uit, dacht Cray. Het welslagen van de geheele onderneming hing af van absolute geheimhouding. En hoe zou hij met drie vreemden aan boord het bestaan van den schat geheim kunnen houden? Daarbij kwam dat geval met Carnahan. De Itang had aan Carnahan toebehoord en Car nahan was bij een bezoek met zijn partner aan het eiland, op dat eiland gestorven. Hoe, dat was van minder zorg, alleen Maya en Pi roli wisten den waren stand van zaken. Car nahan zou zeker vrienden, of in elk geval toch kennissen hebben gehad in Sandabar. Die zouden verwonderd zijn wanneer de Itang terugkeerde zonder hem. En hoe hield hij, het geheim voor deze vreemden, dat niet hij doch Carnahan de eigenaar van de Itang was ge weest Zoo, dus morgen vertrekt u weer? stoorde Malora Cray's gedachtengang. Gaat u weer rechtstreeks naar ftndabar, ka pitein? Ja, antwoordde Cray kort. Hij kon, nu hij eenmaal Sandabar als plaats van af komst had opgeven, moeilijk een andere ha ven noemen. Wel, kapitein, u hebt mij gastvrij op genomen op uw boot en ik twijfel er niet aan of u wilt zoo vriendelijk zijn mij passage te verleenen tot Sandabar. Ik wil u nog zeg gen, dat ik graag mijn passage betalen wil volgens het gewone Dat komt in orde, viel Cray hem in de rede. Wij zullen dat regelen zoodra we in San dabar zijn, vervolgde Malora, zonder acht te slaan op Cray's interruptie. Cray keek naar hem, bedenkend, dat hij nog nimmer zulk een vreemdsoortigen kerel had ontmoet. Het was dus beslist. Zij zouden terugkee- ren naar Sandabar, wat daar ook de gevol gen van zouden zijn. Dat was nu echt het noodlot, dat op het laatste oogenblik zijn hand uitstrekte om de onderneming te doen mislukken. Een oogenblik dacht hij er over om Malora te vertellen, dat hij feitelijk niet de kapitein van de Itang was, dat de eigenaar dood was, gestorven aan koorts en dat zij hem op het eilan hadden be' ven. Deze geschiedenis zou de zaak vereenvoudigen, niet alleen tegen over Malora, maai tevens tegenover de ken nissen van Carnahan in Sandabar. Maar het olgende oogenblik verwierp hij weer die ge dachte. Hij j iet Malora aileon en ging aan dek diaar_vona hjj Ja.ckman en Tram.' die met hun rug tegen de reeling geleund op den vloer zaten. Hun gezichten stonden hem niet aan. Misschien zouden zij, wanneer ze wat waren uitgerust en bijgekomen van de ver moeienissen, goede diensten kunnen verrich ten aan boord van de Itang, maar Cray had het gevoel alsof hij nog wel eenig^n last met hen zou krijgen. Nu er zooveel man meer aan boord van de Itang was gekomen, was Cray bang dat zij niet voldoende water zouden hebben voor den terugreis. H(j besloot daarom nog een paar tonnen te vullen van de bron op het eiland. Hij wendde zich tot het tweetal. Voelen jullie je voldoende uitgerust om een handje te helpen bij het vullen van de wa tertonnen op het eiland vroeg Cray. De mannen sprongen op alsof zij gestoken waren en Jackman nam het woord. Morgen misschien! gromde hij. Maar ik verzeker je, baas, dat wij op het oogenblik niet in staat zijn om een voet te verzetten. We zijn zoo stijf als een stok door dat lange stilzitten in die sloep. AU right, zei C ray Dan zullen we het zonder jullie hulp doen. Het is ten slotte niet zoo'n zwaar werk. Hij had zijn plan gemaakt. Hij zou met Maya naar het eiland gaan en Piroli aan boord laten om acht te slaan op de nieuwe bevolking van de Itang. Maya en tij konden gemakkelijk een paar tonnen vullen en weer naar de Itang terugbrengen. HOOFDSTUK XXVIII. Traln'j reukorgaan. Piroli knikte toestemmend, toen Cray hem verzocht op de vreemden te letten, terwijl hij zelf met Maya naar het eiland ging om water te halen. Desniettemin ging de jongen van het dek naar het vooronder toen de boot vertrok. Piroli's stemniitig was van dien aard, dat hij absoluut onbruikbaar was voor elk soort werk. De jongen was totaal versuft door hetgeen hij gezien en ondervonden had. De gedachte aan de tragedie met Carnahan, zijn passie voor Maya, de wetenschap dat zij hem nimmer zou toebehooren omdat zij Cray liefhad en de over tuiging, dat zij allen gedoemd waren te sterven, woelde den jongen steeds maar door het hoofd en maakte hem ongeschikt om welke ondracht ook uit te voeren. Met het hoofd in de handen zat hij op zijn slaapbank in het vooronder voor zich uit te staren. Voor zijn geestesoog doem den de groote, witte wezens op die door Mr. Cray vogels waren genoemd, maai van wie Piroli hardnekkig geloofde dat zij onheil bren gende geesten waren. De jonge- was er zich met van bewust, dat er zich werkelijk twee geesten aan boord van de Itang bevonden d'e heni onheil zouden brengen, namelijk Jackman en Train. Zopdra Train zag dat Piroli zich naar bene den begaf toen de boot met Crav en Mavg ver van Ï^Ta?0"* °P 3l°°P behoed^m Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1940 | | pagina 7