Het Helderschc huurprobleem
door een huurder belicht
Abonneert U op dit blad
AKKERTJE
JLadinieuw-l
Halveering der huur, bij vertrek, billijk geacht
D
De vreemde Tocht
Distributie-nieuws
Tweede Blad
Wandelsport-enthousiast Kou gevat
onderscheiden
Rijksveldwachters
benoemd voor Den Helder
Bij de Heldersche
tippelaars in Alkmaar
Succes voor Ds Enklaar
voor winkeliers
Wij ontvingen van „een hüurder" onder
staande beschouwing over het huurvraagstuk.
Wij plaatsen het zonder commentaar, doch
geven de verhuurders gaarne gelegenheid hun
meening hier tegenover te stellen.
Red. Held. Crt
In dezen voor onze gemeente zoo spannen-
den tijd is het meer dan ooit noodig schouder
aan schouder te staan om gezamenlijk te
trachten onze stad voor economischen onder
gang te behoeden. Gelukkig wordt zoowel
door de overheid als door de inwoners ernaar
gestreefd de zaken in goede banen te leiden.
In vele gevallen moet men echter voor over
macht zwichten en staat men voor moeilijke
problemen.
Van deze problemen staan de huishuren
wel in het middelpunt van de belangstelling.
Na „het groote bombardement" wijdde de
Heldersche Courant eenige artikelen aan dit
onderwerp, in 't bizonder aan de halveering
der huurpenningen. In het begin van deze
maand losten de huiseigenaren dit moeilijke
vraagstuk zoo maar even op door de bekend
making dat alle huren weer tot het normale
peil werden teruggebracht. Immers, vele be
woners waren weer tereuggekeerd, de geva
ren uit de lucht werden minder geacht en de
reductie op huurpenningen afgeschaft. Maar
zoo eenvoudig is het niet; het is geen „hocus
pocus"!
Schrijver dezes meent het algemeen belang
te dienen door het huurprobleem, dat door
de gebeurtenissen van de laatste dagen weer
actueel geworden is, te belichten. Voorop zij
gesteld, dat hij schrijft als huurder, dus het
probleem van deze zijde beziet.
De gevaren, die ons uit de lucht bedreigen
noodzaakten ons om vooral 's nachts buiten
de stad te verblijven. De bewering, dat het
elders even gevaarlijk is als in Den Helder
is onzin. Wij maken alleen overdag gebruik
van ons huis en degenen die hier uit hoofde
van hun beroep of verblijf overdag niet be
hoeven te zijn, gebruiken de door hen ge
huurde woning slechts als meubelbergplaals.
Wij, huurders, moeten elders een huis of een
kamer huren, in pension gaan, wij hebben
onze reis- en andere buitengewone onkosten
tengevolge van deze vrijwillige evacuatie, die
onze reserves uitput, ons van week tot week
doet leven, ons stroppen bezorgt.
De verhuurders hebben het ook niet gemak
kelijk; zij evacueerden ook, derven de huur
van leegstaande huizen en de achterstallige
termijnen van hen, die met huurschuld ver
trokken zijn. De huiseigenaren hebben kosten
door beschadiging van hun huizen; ze hebben
hun onderhoudskosten, vaste lasten, hypo
theekrente- en aflossing te betalen. Zij trach
ten de bestaande huren te handhaven, daar
anders de exploitatie van hun huizen niet
loonend is. Ook de huiseigenaren hebben
stroppen.
Het gevolg is, dat huurder en verhuurder
elkaar in de haren vliegen; de één wil zoo
■weinig mogelijk betalen voor een huis waar
van hij niet ten volle het genot heeft; de ver
huurder wil de volle huur daar het zijn schuld
niet is dat de bewoners wegtrekken en hij
door de halveering van huurprijzen zijn be
staan en zijn vermogen bedreigd ziet.
Op welke wijze kan een oplossing gevonden
worden voor dit vraagstuk, dat zich nimmer
te voren in ons land heeft voorgedaan? Wie
is de man die de klappen krijgt?
Door de wet wordt deze kwestie niet gère-
geld. De wetgever is geen profeet die dezen
toestand heeft kunnen voorzien. Toch zijn er
bepalingen in de wet die ons eenig houvast
geven, namelijk de volgende artikelen van
het Burgerlijk Wetboek:
„Art. 1586. De verhuurder is, door den aard
„van de overeenkomst, en zonder dat daar-
„toe eenig bijzonder beding vereischt wordt,
„verplicht:
„lo. Óm het verhuurde aan den huurder
„te leveren;
2o. Om hetzelve te onderhouden in zoo-
danigen staat, dat het tot het gebruik waar-
„toe het verhuurd is, dienen kan;
„3o. Om den huurder het rustig genot daar-
„van te doen hebben, zoolang de huur duurt.
„Art. 1589. Indien, gedurende den huurtijd,
„het verhuurde goed door eenig toeval geheel
„en al vergaan is, vervalt de huurovereen
komst van rechtswege. Indien het goed
„slechts ten deele vergaan is, heeft de huur-
„der de keus om, naar gelang der omstandig
heden, of een vermindering van den huur
prijs, of zelfs de vernietiging van de huur
overeenkomst te vorderen; doch hij kan, in
„geen dier beide gevallen, aanspraak maken
„op schadevergoeding."
Wel is waar hebben deze wetsartikelen be
trekking op geheele of gedeeltelijke vernieti
ging van het verhuurde, maar m.i. bevatten
deze bepalingen toch den grondslag voor de
oplossing van het onderhavige probleem.
Trouwens, volgens de rechtspraak moet het
vergaan, geheel of gedeeltelijk ruim worden
opgevat. Niet slechts de stoffelijke ondergang
van de zaak wordt hier bedoeld, maar ook
het onbruikbaar worden voor het doel waar
toe men de zaak gehuurd heeft, terwijl onder
toeval" moet worden verstaan „elke oor
zaak, welke niet aan de schuld van een der
Partijen te wijten is."
Ik vraag mij af: is het niet billijk, dat de
huur gehalveerd, althans verminderd wordt
als de woning gelegen is in een stad als de
onze, a.h.w. midden in een vesting gelegen,
een stad waar in de afgeloopen maanden hon
derden bommen zijn gevallen, een stad waar
oen behoorlijke nachtrust niet mogelijk is
Men heeft, als men de stad ontvlucht toch
slechts een zeer beperkt genot van zijn huis.
M.i. is halveering van of reductie op den
huurprijs billijk en heeft een vordering daar-
oe rechtsgrond in deze omstandigheden (ook
a is er een schriftelijk huurcontract).
(Terloops zij opgemerkt, dat men in de
'p"we Pachtwet het principe vindt, dat de
Pachter, als economisch zwakkere bescher-
heeft hij geringe bedrijfsresultaten
Prijs) recïl*- °P vermindering van pacht-
pc^ei'huurtlors zullen ongetwijfeld tegenwer-
dat zij hun woningen niet voor halve
huurprijzen kunnen verhuren, daar hun las
ten, kosten, renten en aflossingen (eventueel
erfpacht) de halve huursom benaderen en zij
op deze wijze op de flacon gaan. Dit is be
roerd, maar aan elk bezit is de risico verbon
den dat men 't op de een of andere manier
kwijtraakt. Dit feit heeft men te aanvaarden.
Velen hebben dit in deze dagen aan den lijve
ondervonden en waren blij dat ze hun leven
hadden kunnen redden.
Bovendien belegt men zijn geld bij voorkeur
in huizen, omdat men daarvan meer rente
trekt dan wanneer men zijn kapitaal in hypo
theken of effecten belegt (z.g. „rustige be
legging"). Hoogere rente gaat met meer risi
co gepaard. Ook dit feit heeft men te aan
vaarden.
We kunnen verschillende soorten verhuur
ders onderscheiden. Laat ik er enkele noe
men:
le. de bekende „huisjesmelkers". Zij streven
naar 10 rente van hun kapitaal. Zijn zij
zoo te beklagen als ze een veer moeten laten
2e. degenen die hun geheele kapitaal heb
ben belegd in 10, 20 of meer huizen, niet met
hypotheek bezwaard. Zij moeten in hoofd
zaak leven van de huishuren en zipn door
deze tijden hun inkomsten sterk verminderen.
Zij kunnen over 't algemeen wel tegen een
stootje, beter dan de arbeider, en hebben wel
licht eenige reserves. Zij zullen, evenals vele
andere (vooral ook winkeliers) de tering naar
de nering moeten zetten en worden niet ter
stond met den ondergang bedreigd, tenzij ze
groote schade hebben door vernieling, maar
dit zijn slechts enkelen die als „oorlogs
slachtoffer" te beschouwen zijn.
3e. Huiseigenaren, die één huis, "of enkele
huizen bezitten. Zij hebben toch ook andere
inkomsten. Voor hen geldt het in sub 3 ge
melde.
4e. Een voorbeeld uit velen. Iemand die een
kapitaal heeft van 25.000.waarvan hij
in hoofdzaakt leven moet. Bij de belegging
daarvan prefereert hij woonhuizen om zoo
groot mogelijk rendement te verkrijgen. 3 "fc
Rente van een Staatsleening of 4 rente
van een hypotheek is hem te weinig. Hij gaat
dit kapitaal beleggen door er b.v. 8 huizen
voor te koopen. Volgens berekening maakt
hij nu 6 rente.
Hij neemt zijn toevlucht tot een bekende
oplossing: Hij koopt 16 huizen voor 50.000
en leent de ontbrekende '25.000.- onder
hypothecair verband van deze 16 huizen. Hij
betaalt 4 hypotheekrente.
Volgens de eerstgemelde berekening maakt
hij van de geleende 25.000.ook 6 rente
en verdient dus jaarlijks met het geleende
geld 2 Op deze wijze levert zijn kapitaal
hem 500.per jaar meer op.
Maar dit is een speculatieve handeling
waaraan natuurlijk grooter risico verbonden
is. Deze verhuurder staat er slecht voor. Hij
heeft, behalve zijn vaste lasten (eventueel
erfpacht) en onderhoudskosten ook nog zijn
rente en aflossing te betalen. Als hij halve
huren ontvangt en enkele perceelen onver-
huurd heeft staan, blijft er voor hem, voor
levensonderhoud, niets over. Maar wanneer
de huurder, om bovengemelde redenen, om
huurreductie vraagt, behoeft deze „huisbaas"
dit niet als argument aan te voeren. Hij aan
vaardt slechts de consequenties van zijn spe
culatie en de huurder heeft daarmede niets
uitstaande.
Met het vorenstaande heb ik in groote
trekken mijn standpunt als huurder uiteen
gezet. Wellicht hebben verhuurders-huiseige-
De heer H. Lastdrager.
Aan onzen oud-stadgenoot, den lieer H.
Lastdrager werd Zaterdag j.1. op de Buiten
gewone Alg. Ledenvergadering van den
N.H.W.B. te Amsterdam, het diplima met
eere-knoop uitgereikt, uit erkentelijkheid voor
de in het jaar 1940 aan genoemden bond be
wezen diensten.
narèn een andere kijk op dit vraagstuk. Moge
dan uit de botsing der meeningen de waar
heid ontspringen en dit artikel bijdragen tot
een goede en rechtvaardige oplossing van het
huurprobleem in onze stad.
Opgemerkt dient nog, dat de laatste jaren
de renten van hypotheken en effecten belang
rijk minder zijn dan de netto-provenuen van
huizen en dat er een streven geconstateerd
wordt deze provenuen op een lager peil te
brengen, aanpassend aan de rente van hy
potheken en effecten. Voorts dat de wet van
vraag en aanbod onverbiddelijk werken zal
en er een huurdaling zal komen wanneer het
aantal inwoners onzer gemeente sterk zal
dalen.
Huurders moeten voor oogen houden dat de
huren te Den Helder over het algemeen lager
zijn dan elders (b.v. Amsterdam, Den Haag,
Utrecht) en dat zij geen misbruik mogen
maken van de omstandigheden. In onderling
overleg kunnen goede resultaten verkregen
worden wanneer huurder en verhuurder van
goeden wille zijn.
Bij besluit van den Secretaris-Generaal van
het Departement van Justitie zijn in verband
met de uitbreiding van het korps Rijksveld-
wacht benoemd tot rijksveldwachter te Den
Helder: R. Seinstra, korporaal Pol. troepen
te 's GravenhageTh. C. Karstanje, sergeant
Mariniers te Rotterdam; H. A. J. van der
Woude, sergeant 4e Bat. Grensbataljon Jagers
Rotterdam; W. Zorn, sergeant 2-II Reg. Gre
nadiers te 's Gravenhage; J. Dingemanse. korp.
1-3 Depot Cav. te Voorschoten; C. Verberk,
sergeant 3-51 R.I. te Rotterdam.
Neem j
'n
e ruggegraat van elk goed
reclameplan
COIIRANTENRECLAME
Zeer goed geslaagde wandeltochten.
Konden wij eenige weken geleden in ons
blad schrijven over de groote voortvarendheid
waarmede de besturen der plaatselijke wan-
delsportvereenigingen werkten om zoo spoe
dig mogelijk tot normale verhoudingen te ko
men, het is ons Zondag j.1. te Alkmaar ge
bleken, dat deze prijzenswaardige activiteit
tot zeer gunstige resultaten heeft geleid.
In het plan tot herstel was o.a. opgenomen
het organiseeren van wandeltochten te Alk
maar. Direct moet worden geschreven, dat
deze tochten een groot succes zijn geworden.
Het comité van uitvoering samengesteld uit
vertegenwoordigers van de Heldersche ver-
eenigingen heeft alle eer van zijn .werk ge
had.
Niet alleen, dat ruim honderd Helder
sche tippelaars aanwezig waren, maar
ook de vele wandelvrienden (innen) uit ge
heel N.-Holland en zelfs daar buiten wa
ren opgetrokken, om de oude N.H.W.B.
traditie getrouw, onze tippelaars thans te
Alkmaar met een bezoek te vereeren.
De start.
Er heerschte een gezellige drukte in het
„Hotel van Doorn" aan den Kennemerstraat-
weg, waar de start, de rust en het eindpunt
was.
Oude bekenden begroetten elkaar op har
telijke wijze en aan kwinkslagen en toespe
lingen op den goeden afloop was geen gebrek.
Speciaal de „heeren" Heldersche deelnemers
hebben de zorgen aan den kant gezet en zijn
welgemutst en blij gestemd.
Precies op tijd werd vertrokken. Het met
zorg gekozen parcours was „voor elk wat
wils" en derhalve prima in orde. In een kalm
tempo werden, begunstigd door fraai herfst
weer, de kilometers afgelegd. Het blijkt, dat
de vereenigingen langzamerhand de bedoeling
van de wandelsport n.1. „wandel voor je plei-
zjer", in de praktijk gaan brengen.
Ook de groote groep, bestaande uit leerlin
gen van de Zeevaartschool uit Den Helder,
hield zich kranig. Vooral eenige malen trai
nen, heeren, dat voorkomt pijnlijke gezichten.
Ds Meiners hulppredikant
te Amsterdam
Blijft de Heldersche Gemeente
dienen.
Naar wy van bevoegde zijde vernemen,
heeft Ds. W. J. F. Meiners, predikant der
Hcrst. Evang. Luthersche Gemeente alhier, de
uitnoodiging ontvangen om, met ingang van
1 November a.s., gedurende een half jaar
de functie van hulp-predikant te vervullen in
de Hersteld Evang.-Luthersche Gemeente te
Amsterdam.
Na overleg met den Kerkeraad zijner Ge
meente heeft Ds. Meiners deze uitnoodiging
aanvaard. Deze benoeming beteekent dus niet,
dat Ds. Meiners ophoudt predikant te Den
Helder te wezen. Wel echter zal hij in de
eerstvolgende maanden iedere week eenige
dagen zijn ambtsbezigheden te Amsterdam
uitoefenen.
lste prjjs en gratificatie in de prijs
vraag der Envangelische Maat
schappij.
Op de prijsvraag van de Evangelische
Maatschappij over „De taak van het pro
testantisme in dezen tijd" zijn vijftig ma
nuscripten binnengekomen; de jury heeft
den prijs met de daaraan verbonden gra
tificatie aan het antwoord van ds. H. A.
Enklaar, Ned. Herv. predikant te Den
Helder toegekend, alsmede eervolle ver
meldingen aan die van de heeren ds. A.
J. van Renes, Ned. Herv. predikant te
Strijen, en D. ter Steege te Groningen,
De prijsuitreiking.
Het was de heer H. J. A. Liicker, die, als
algemeen leider, in goed gekozen woorden
dank bracht aan de honderden wandelaars
voor hun voorbeeldige houding, tijdens deze
tochten. Geen wanklank was vernomen en dit
stemde het N.H.W.B.-bestuur tot groote
vreugde. Vervolgens, sprak hij woorden van
dank ten aanzien van het Roode Kruis voor
de belangelooze medewerking; om hierna het
woord te geven aan den heer O, F. Koster,
als aanwezend bondsraadslid. Deze roemt o.a.
den grooten ijver waarmede het Uitvoerend
Comité heeft gewerkt en noemt speciaal de
heeren H. Charmes. A. Wiersma Sr. en A.
Wiersma Jr. Het klaterend applaus van de
aanwezigen was wel een bewijs, dat ook zij
hiermede volkomen instemden.
Daarna ontving iedere deelnemer een keu
rig uitgevoerde herinnering, terwijl zeer vele
vereenigingen een groepsprijs deelachtig wer
den. De loopers van de Heldersche Zeevaart
school ontvingen als de grootste groep nog
een extra prijs.
Als wij dien Zondagavond 9 uur aan het
plaatskaarten-loket in het zwaar-verduisterde
Heldersche station een paar retours Schagen
vragen, werpt de ambtenaar een vragende
blik via het loket-luikje op de reizigers en
informeert lakoniek of het „avond-retours"
moeten zijn. Er zijn diverse mogelijkheden: óf
de man was een jaar of twee met den tijd ten
achteróf hij permitteerde zich een onschul
dige grap of hij deed het uit macht der ge
woonte.
In ieder geval: wy kregen de retours en
kwamen dank zij de assistentie van een loop-
lantaarn op het intens donkere perron aan.
Dit perron was luguber van duisternis. Een
enkele spoorman zweefde voorbij, aan de hand
een slingerende lantaarn, die wonderlijke
schaduwen deed ontstaan op de muren. Als
een machtige cycloop verhief zich in het door
de sterren slechts verlichte heelal de water
toren.
De rails rekten zich naar het zuiden als een
kolossale vork.
Dan komt de trein. En het blijkt dat wij
tweeën met nog één anderen reiziger de
eenige passagiers zijn, met uitzondering van
een deel van het treinpersoneel, dat bij elkaar
kruipt in een compartiment.
En zoo neemt de vreemde tocht, die van
den laatsten trein uit Den Helder, een aan
vang.
Wij rijden door den nacht en deze nacht is
tastbaar. De donkerte om dien trein is levend.
Het is iets wezenlijks, iets'dat zich manifes
teert.
De duisternis rijdt mee, zit bij ons in de
coupé en tracht zich meester te maken van
het kleinst denkbare verduisteringslampje aan
den coupé-zolder.
Het is een armetierig veegje licht, dat in
zijn zwarte omlijsting suggesties oproept aan
een sinister duivels-gelaat zooals men dat wel
eens ziel afgebeeld op oude Chineesche pren
ten.
Het buitenveld rijden we in. Onheilspellend
rijen de „nollen" langs ons. Ze probeeren mee
te rennen en bij te blijven. Een kleine spoor
brug is als een rammelend skelet en de boo-
men verderop staan zoo volmaakt roerloos
langs de baan, dat ze doen denken aan be
vroren wezens.
In den avond zijn de kleine sta,tions onher
kenbaar: men ziet er niets dan een enkel
reclame-bord, men hoort er niets anders dan
de opmerkingen van de trein-mannen, die in
stappen en meerijden. Geen passagiers geen
oponthoud
En de tocht gaat verder.
En dan ineens geschiedt het wonder van
dien Zondagavond. De maan komt boven den
kim uitdrijven. En het is een maan zooals men
die maar zelden ziet. Er is alreeds een stukje
van een kwartier afgeknabbeld door den hon-
gerigen Vader Tijd, en wat overbleef doet
denken aan een geweldig stuk annanas, dat
drijft in een onzegbaar grooten drijfschaal van
het donkerste blauw.
Rood-oranje is de maan en ook deze maan
leeft. Men ziet duidelijk het oudbollig-gezicht
en het lacht. Het lacht in onaandoenlijke ge
ringschatting neer op de Aarde. Het is de lach
van de oude Boeddha's. Vcr-af, onbegrepen, en
niet van deze wereld. Een wonder zoo snel als
zoo'n maan zich verheft. Ineens staat hij aan
den trans en ook hij reist mee op dien vreem
den tocht met den laatsten trein.
Lange kerels vliegen voorbij, maaien met
reuzenarmen over het ruitje van de coupé. Het
zijn maar telefoonpalen, maar ze leven in den
nacht.
De maan werpt, zijn rossig-geel schijnsel in
de vaarten en slooten. Men herkent ze niet
meer. Men zou zich er niet meer over verwon
deren als er nu plotseling een sirene opdook
uit het volmaakt onbewogen water, of dat er
zich uit het pluimend riet een faun zou slinge
ren zoo boven op den trein.
Vreemde nacht...
Duizend gedachten worden zoo geboren in
jttt hoofd van den eenzamen reiziger, die uit
het raam tuurt en het nacht-land in zich op-
TRANSPORTRIJWIEL VERDWENEN.
Iemand zette dezer dagen zijn transport
rijwiel, een Gazelle, onbeheerd ergens teem
een gevel aan de Zuidstraat. Toen de eigenaar
het vehikel wilde terughalen was dit reeds
door anderen gebeurd.
Verzekert Uw flets voo- 3 gulden per jaar.
Bij diefstal krijgt U een nieuwe terug.
K. KOS, Koningstraat 76.
Gevonden en Verloren voorwerpen
Gevonden voorwerpen:
Een ijzeren 25 kg gewicht, een stuk scha
kel-armband, een belastingmerk, een porte
feuille met inh., een paar regenpijpen, een
leesboek.
Verloren voorwerpen:
Een loonzakje, inh. 7.50, een huissleutel,
een actetasch met inh., 1 brandstoffenkaart,
2 belastingmerken, een lap bruine stof, 4
vleeschkaarten, een bruin linnen schooltasch,
3 distributie stamkaarten, ee% schoenenbon,
5 botertoewijzj^gen.
neemt. Gedachten aan een „Midsummernights-
dream", aan een eens, vele jaren geleden ge
zien silhouetten-sprookje. Gedachten aan
romantische verhalen, waarin satyrs en demo
nen over de daken van kleine dorpen joegen.
Van station tot station...
De stilte is volkomen als de trein stopt.
Niets hoort men, ook niet als men gespan
nen luistert. Dan, ineens, een paard dat in de
verte hinnikt. Dat is dan als de bizarre lach
van een dwazen man.
Levende nacht: de duisternis, en het mane
licht, en de hakkende kerels naast den baan
en het lied van de wielen worden tot een
vreemd nacht-gebeuren, waarin de reiziger
zich als middelpunt waant.
De maan zeilt, glimlachend en ongenaak
baar, verder.
Schagen brengt het einde van dezen vreem
den tocht.
We loopen door het stille stadje en onze
voetstappen klinken zwaar als van een heel
leger.
De maan, nog hooger geklommen, staat er
Schuin boven en heeft het dorp onherkenbaar
gemaakt. Huizen en boomen en slagschaduwen
zijn alle één geworden.
De Landbouwstraat, anders gespeend van
iedere hoogere bekoring, is een schoone allee,
als het ware zóó gelicht uit een wereld van
sprookjes. Populieren rekken zich in het staal
harde hemelsblauw en honderdduizend popu-
lieren-bldren vertellen elkaar het nieuws van
den dag.
Verderop, bij de bocht, bij het rustieke brug
je, is de maan in de gracht gevallen. Héél de
gracht ia één bassin van stralend licht en
dit water- en manespel is mooier dan het
mooiste Venetiaansche plaatje.
Een koe in het veld trompettert en ver
scheurt de verheven stilte.
En het sprookje van den vreemden tocht
vindt zijn voleinding in het lied van twee late
watidelaars, die zingen dat ze „nog lange" niet
naar huis gaan. Dan is het scherm van het
spel der schaduwen abrupt verbroken.
Suiker.
In tegenstelling met de tot heden geldende
bepalingen kunnen de diverse distributiebe
scheiden van suiker in het vervolg alleen na
afloop van elke distributieperiode op den voor
den betrokken detaillist vastgestelden inleve
ringsdag bij den distributiedienst worden in
geleverd in enveloppen MD 258 met een ont
vangstbewijs MD 257.
Grossiers.
De inlevering van diverse distributiebe
scheiden voor suiker door grossiers kan
niet meer dagelijks geschieden, doch moet
thans eiken Maandag plaats vinden, zoo
als voor andere artikelen is bepaald.
Distributie van Kaas. 40
Zooals bekend is, geeft bon no. 26 van het
alg. distributiebonboekje alsmede de met „een
rantsoen kaas" gemerkte bon, recht op het
koopen van 100 gram kaas. Op Wehrmachts-
marken met het opschrift „kaas" kan 25
gram kaas worden verstrekt.
Onder kaas wordt niet verstaan pindakaas,
wrongel of kwark. Deze artikelen vallen bui
ten de distributieregeling.
De Detailisten kunnen reeds gedurende
de week van 21 tot en met 26 October
1940 op de voor hen vastgestelde inleve-
ringsdagen de door hen in ontvangstge
nomen consumentenbonnen op opplakvel-
len bij den distributiedienst inleveren.
De inlevering kan elke week geschieden.
Voor deze inlevering geldt wederom, dat
de bonnen in veelvouden van 10 stuks,
met een minimum van 40 stuks, dienen te
worden ingeleverd.
De inlevering van diverse distributiebeschei
den door detaillisten dient eveneens wekelijks
op de normale wijze op de voor-hen vastgestel
de inleveringsdagen te geschieden.
De grossiers dienen de door hen ontvangen
diverse distributiebescheiden voor kaas op de
gebruikelijke wijze op Maandag bij den distri
butiedienst in te leveren.
Daar kaas aan indrogen onderhevig is, zul
len de grossiers op de door hen ontvangen
toewijzingen een zeker percentage (in het alge
meen 4 pet.) meer mogen afleveren.
De grossier kan op zijn toewijzingen de kaas
(wederom een klein percentage, meer dan hy
'aan de detaillisten aflevert) betrekken van da
door de Nederlandsche Zuivelcentrale erkende
„Kaashandelaren met vergunning".
Kaas voor de Duitsohe weermacht.
Kaas kan door onderdeelen van de Duitsche
weermacht niet op Bezugscheine worden ge
vorderd.
Deze onderdeelen dienen de benoodigde hoe
veelheden kaas aan te vragen bij de Wehr-
machtsverpflegungsamter, welke de kaas op
hun beurt ontvangen van de Nederlandsche
Zuivelcentrale.