Het Helderschc huurprobleem door een huurder belicht Abonneert U op dit blad AKKERTJE JLadinieuw-l Halveering der huur, bij vertrek, billijk geacht D De vreemde Tocht Distributie-nieuws Tweede Blad Wandelsport-enthousiast Kou gevat onderscheiden Rijksveldwachters benoemd voor Den Helder Bij de Heldersche tippelaars in Alkmaar Succes voor Ds Enklaar voor winkeliers Wij ontvingen van „een hüurder" onder staande beschouwing over het huurvraagstuk. Wij plaatsen het zonder commentaar, doch geven de verhuurders gaarne gelegenheid hun meening hier tegenover te stellen. Red. Held. Crt In dezen voor onze gemeente zoo spannen- den tijd is het meer dan ooit noodig schouder aan schouder te staan om gezamenlijk te trachten onze stad voor economischen onder gang te behoeden. Gelukkig wordt zoowel door de overheid als door de inwoners ernaar gestreefd de zaken in goede banen te leiden. In vele gevallen moet men echter voor over macht zwichten en staat men voor moeilijke problemen. Van deze problemen staan de huishuren wel in het middelpunt van de belangstelling. Na „het groote bombardement" wijdde de Heldersche Courant eenige artikelen aan dit onderwerp, in 't bizonder aan de halveering der huurpenningen. In het begin van deze maand losten de huiseigenaren dit moeilijke vraagstuk zoo maar even op door de bekend making dat alle huren weer tot het normale peil werden teruggebracht. Immers, vele be woners waren weer tereuggekeerd, de geva ren uit de lucht werden minder geacht en de reductie op huurpenningen afgeschaft. Maar zoo eenvoudig is het niet; het is geen „hocus pocus"! Schrijver dezes meent het algemeen belang te dienen door het huurprobleem, dat door de gebeurtenissen van de laatste dagen weer actueel geworden is, te belichten. Voorop zij gesteld, dat hij schrijft als huurder, dus het probleem van deze zijde beziet. De gevaren, die ons uit de lucht bedreigen noodzaakten ons om vooral 's nachts buiten de stad te verblijven. De bewering, dat het elders even gevaarlijk is als in Den Helder is onzin. Wij maken alleen overdag gebruik van ons huis en degenen die hier uit hoofde van hun beroep of verblijf overdag niet be hoeven te zijn, gebruiken de door hen ge huurde woning slechts als meubelbergplaals. Wij, huurders, moeten elders een huis of een kamer huren, in pension gaan, wij hebben onze reis- en andere buitengewone onkosten tengevolge van deze vrijwillige evacuatie, die onze reserves uitput, ons van week tot week doet leven, ons stroppen bezorgt. De verhuurders hebben het ook niet gemak kelijk; zij evacueerden ook, derven de huur van leegstaande huizen en de achterstallige termijnen van hen, die met huurschuld ver trokken zijn. De huiseigenaren hebben kosten door beschadiging van hun huizen; ze hebben hun onderhoudskosten, vaste lasten, hypo theekrente- en aflossing te betalen. Zij trach ten de bestaande huren te handhaven, daar anders de exploitatie van hun huizen niet loonend is. Ook de huiseigenaren hebben stroppen. Het gevolg is, dat huurder en verhuurder elkaar in de haren vliegen; de één wil zoo ■weinig mogelijk betalen voor een huis waar van hij niet ten volle het genot heeft; de ver huurder wil de volle huur daar het zijn schuld niet is dat de bewoners wegtrekken en hij door de halveering van huurprijzen zijn be staan en zijn vermogen bedreigd ziet. Op welke wijze kan een oplossing gevonden worden voor dit vraagstuk, dat zich nimmer te voren in ons land heeft voorgedaan? Wie is de man die de klappen krijgt? Door de wet wordt deze kwestie niet gère- geld. De wetgever is geen profeet die dezen toestand heeft kunnen voorzien. Toch zijn er bepalingen in de wet die ons eenig houvast geven, namelijk de volgende artikelen van het Burgerlijk Wetboek: „Art. 1586. De verhuurder is, door den aard „van de overeenkomst, en zonder dat daar- „toe eenig bijzonder beding vereischt wordt, „verplicht: „lo. Óm het verhuurde aan den huurder „te leveren; 2o. Om hetzelve te onderhouden in zoo- danigen staat, dat het tot het gebruik waar- „toe het verhuurd is, dienen kan; „3o. Om den huurder het rustig genot daar- „van te doen hebben, zoolang de huur duurt. „Art. 1589. Indien, gedurende den huurtijd, „het verhuurde goed door eenig toeval geheel „en al vergaan is, vervalt de huurovereen komst van rechtswege. Indien het goed „slechts ten deele vergaan is, heeft de huur- „der de keus om, naar gelang der omstandig heden, of een vermindering van den huur prijs, of zelfs de vernietiging van de huur overeenkomst te vorderen; doch hij kan, in „geen dier beide gevallen, aanspraak maken „op schadevergoeding." Wel is waar hebben deze wetsartikelen be trekking op geheele of gedeeltelijke vernieti ging van het verhuurde, maar m.i. bevatten deze bepalingen toch den grondslag voor de oplossing van het onderhavige probleem. Trouwens, volgens de rechtspraak moet het vergaan, geheel of gedeeltelijk ruim worden opgevat. Niet slechts de stoffelijke ondergang van de zaak wordt hier bedoeld, maar ook het onbruikbaar worden voor het doel waar toe men de zaak gehuurd heeft, terwijl onder toeval" moet worden verstaan „elke oor zaak, welke niet aan de schuld van een der Partijen te wijten is." Ik vraag mij af: is het niet billijk, dat de huur gehalveerd, althans verminderd wordt als de woning gelegen is in een stad als de onze, a.h.w. midden in een vesting gelegen, een stad waar in de afgeloopen maanden hon derden bommen zijn gevallen, een stad waar oen behoorlijke nachtrust niet mogelijk is Men heeft, als men de stad ontvlucht toch slechts een zeer beperkt genot van zijn huis. M.i. is halveering van of reductie op den huurprijs billijk en heeft een vordering daar- oe rechtsgrond in deze omstandigheden (ook a is er een schriftelijk huurcontract). (Terloops zij opgemerkt, dat men in de 'p"we Pachtwet het principe vindt, dat de Pachter, als economisch zwakkere bescher- heeft hij geringe bedrijfsresultaten Prijs) recïl*- °P vermindering van pacht- pc^ei'huurtlors zullen ongetwijfeld tegenwer- dat zij hun woningen niet voor halve huurprijzen kunnen verhuren, daar hun las ten, kosten, renten en aflossingen (eventueel erfpacht) de halve huursom benaderen en zij op deze wijze op de flacon gaan. Dit is be roerd, maar aan elk bezit is de risico verbon den dat men 't op de een of andere manier kwijtraakt. Dit feit heeft men te aanvaarden. Velen hebben dit in deze dagen aan den lijve ondervonden en waren blij dat ze hun leven hadden kunnen redden. Bovendien belegt men zijn geld bij voorkeur in huizen, omdat men daarvan meer rente trekt dan wanneer men zijn kapitaal in hypo theken of effecten belegt (z.g. „rustige be legging"). Hoogere rente gaat met meer risi co gepaard. Ook dit feit heeft men te aan vaarden. We kunnen verschillende soorten verhuur ders onderscheiden. Laat ik er enkele noe men: le. de bekende „huisjesmelkers". Zij streven naar 10 rente van hun kapitaal. Zijn zij zoo te beklagen als ze een veer moeten laten 2e. degenen die hun geheele kapitaal heb ben belegd in 10, 20 of meer huizen, niet met hypotheek bezwaard. Zij moeten in hoofd zaak leven van de huishuren en zipn door deze tijden hun inkomsten sterk verminderen. Zij kunnen over 't algemeen wel tegen een stootje, beter dan de arbeider, en hebben wel licht eenige reserves. Zij zullen, evenals vele andere (vooral ook winkeliers) de tering naar de nering moeten zetten en worden niet ter stond met den ondergang bedreigd, tenzij ze groote schade hebben door vernieling, maar dit zijn slechts enkelen die als „oorlogs slachtoffer" te beschouwen zijn. 3e. Huiseigenaren, die één huis, "of enkele huizen bezitten. Zij hebben toch ook andere inkomsten. Voor hen geldt het in sub 3 ge melde. 4e. Een voorbeeld uit velen. Iemand die een kapitaal heeft van 25.000.waarvan hij in hoofdzaakt leven moet. Bij de belegging daarvan prefereert hij woonhuizen om zoo groot mogelijk rendement te verkrijgen. 3 "fc Rente van een Staatsleening of 4 rente van een hypotheek is hem te weinig. Hij gaat dit kapitaal beleggen door er b.v. 8 huizen voor te koopen. Volgens berekening maakt hij nu 6 rente. Hij neemt zijn toevlucht tot een bekende oplossing: Hij koopt 16 huizen voor 50.000 en leent de ontbrekende '25.000.- onder hypothecair verband van deze 16 huizen. Hij betaalt 4 hypotheekrente. Volgens de eerstgemelde berekening maakt hij van de geleende 25.000.ook 6 rente en verdient dus jaarlijks met het geleende geld 2 Op deze wijze levert zijn kapitaal hem 500.per jaar meer op. Maar dit is een speculatieve handeling waaraan natuurlijk grooter risico verbonden is. Deze verhuurder staat er slecht voor. Hij heeft, behalve zijn vaste lasten (eventueel erfpacht) en onderhoudskosten ook nog zijn rente en aflossing te betalen. Als hij halve huren ontvangt en enkele perceelen onver- huurd heeft staan, blijft er voor hem, voor levensonderhoud, niets over. Maar wanneer de huurder, om bovengemelde redenen, om huurreductie vraagt, behoeft deze „huisbaas" dit niet als argument aan te voeren. Hij aan vaardt slechts de consequenties van zijn spe culatie en de huurder heeft daarmede niets uitstaande. Met het vorenstaande heb ik in groote trekken mijn standpunt als huurder uiteen gezet. Wellicht hebben verhuurders-huiseige- De heer H. Lastdrager. Aan onzen oud-stadgenoot, den lieer H. Lastdrager werd Zaterdag j.1. op de Buiten gewone Alg. Ledenvergadering van den N.H.W.B. te Amsterdam, het diplima met eere-knoop uitgereikt, uit erkentelijkheid voor de in het jaar 1940 aan genoemden bond be wezen diensten. narèn een andere kijk op dit vraagstuk. Moge dan uit de botsing der meeningen de waar heid ontspringen en dit artikel bijdragen tot een goede en rechtvaardige oplossing van het huurprobleem in onze stad. Opgemerkt dient nog, dat de laatste jaren de renten van hypotheken en effecten belang rijk minder zijn dan de netto-provenuen van huizen en dat er een streven geconstateerd wordt deze provenuen op een lager peil te brengen, aanpassend aan de rente van hy potheken en effecten. Voorts dat de wet van vraag en aanbod onverbiddelijk werken zal en er een huurdaling zal komen wanneer het aantal inwoners onzer gemeente sterk zal dalen. Huurders moeten voor oogen houden dat de huren te Den Helder over het algemeen lager zijn dan elders (b.v. Amsterdam, Den Haag, Utrecht) en dat zij geen misbruik mogen maken van de omstandigheden. In onderling overleg kunnen goede resultaten verkregen worden wanneer huurder en verhuurder van goeden wille zijn. Bij besluit van den Secretaris-Generaal van het Departement van Justitie zijn in verband met de uitbreiding van het korps Rijksveld- wacht benoemd tot rijksveldwachter te Den Helder: R. Seinstra, korporaal Pol. troepen te 's GravenhageTh. C. Karstanje, sergeant Mariniers te Rotterdam; H. A. J. van der Woude, sergeant 4e Bat. Grensbataljon Jagers Rotterdam; W. Zorn, sergeant 2-II Reg. Gre nadiers te 's Gravenhage; J. Dingemanse. korp. 1-3 Depot Cav. te Voorschoten; C. Verberk, sergeant 3-51 R.I. te Rotterdam. Neem j 'n e ruggegraat van elk goed reclameplan COIIRANTENRECLAME Zeer goed geslaagde wandeltochten. Konden wij eenige weken geleden in ons blad schrijven over de groote voortvarendheid waarmede de besturen der plaatselijke wan- delsportvereenigingen werkten om zoo spoe dig mogelijk tot normale verhoudingen te ko men, het is ons Zondag j.1. te Alkmaar ge bleken, dat deze prijzenswaardige activiteit tot zeer gunstige resultaten heeft geleid. In het plan tot herstel was o.a. opgenomen het organiseeren van wandeltochten te Alk maar. Direct moet worden geschreven, dat deze tochten een groot succes zijn geworden. Het comité van uitvoering samengesteld uit vertegenwoordigers van de Heldersche ver- eenigingen heeft alle eer van zijn .werk ge had. Niet alleen, dat ruim honderd Helder sche tippelaars aanwezig waren, maar ook de vele wandelvrienden (innen) uit ge heel N.-Holland en zelfs daar buiten wa ren opgetrokken, om de oude N.H.W.B. traditie getrouw, onze tippelaars thans te Alkmaar met een bezoek te vereeren. De start. Er heerschte een gezellige drukte in het „Hotel van Doorn" aan den Kennemerstraat- weg, waar de start, de rust en het eindpunt was. Oude bekenden begroetten elkaar op har telijke wijze en aan kwinkslagen en toespe lingen op den goeden afloop was geen gebrek. Speciaal de „heeren" Heldersche deelnemers hebben de zorgen aan den kant gezet en zijn welgemutst en blij gestemd. Precies op tijd werd vertrokken. Het met zorg gekozen parcours was „voor elk wat wils" en derhalve prima in orde. In een kalm tempo werden, begunstigd door fraai herfst weer, de kilometers afgelegd. Het blijkt, dat de vereenigingen langzamerhand de bedoeling van de wandelsport n.1. „wandel voor je plei- zjer", in de praktijk gaan brengen. Ook de groote groep, bestaande uit leerlin gen van de Zeevaartschool uit Den Helder, hield zich kranig. Vooral eenige malen trai nen, heeren, dat voorkomt pijnlijke gezichten. Ds Meiners hulppredikant te Amsterdam Blijft de Heldersche Gemeente dienen. Naar wy van bevoegde zijde vernemen, heeft Ds. W. J. F. Meiners, predikant der Hcrst. Evang. Luthersche Gemeente alhier, de uitnoodiging ontvangen om, met ingang van 1 November a.s., gedurende een half jaar de functie van hulp-predikant te vervullen in de Hersteld Evang.-Luthersche Gemeente te Amsterdam. Na overleg met den Kerkeraad zijner Ge meente heeft Ds. Meiners deze uitnoodiging aanvaard. Deze benoeming beteekent dus niet, dat Ds. Meiners ophoudt predikant te Den Helder te wezen. Wel echter zal hij in de eerstvolgende maanden iedere week eenige dagen zijn ambtsbezigheden te Amsterdam uitoefenen. lste prjjs en gratificatie in de prijs vraag der Envangelische Maat schappij. Op de prijsvraag van de Evangelische Maatschappij over „De taak van het pro testantisme in dezen tijd" zijn vijftig ma nuscripten binnengekomen; de jury heeft den prijs met de daaraan verbonden gra tificatie aan het antwoord van ds. H. A. Enklaar, Ned. Herv. predikant te Den Helder toegekend, alsmede eervolle ver meldingen aan die van de heeren ds. A. J. van Renes, Ned. Herv. predikant te Strijen, en D. ter Steege te Groningen, De prijsuitreiking. Het was de heer H. J. A. Liicker, die, als algemeen leider, in goed gekozen woorden dank bracht aan de honderden wandelaars voor hun voorbeeldige houding, tijdens deze tochten. Geen wanklank was vernomen en dit stemde het N.H.W.B.-bestuur tot groote vreugde. Vervolgens, sprak hij woorden van dank ten aanzien van het Roode Kruis voor de belangelooze medewerking; om hierna het woord te geven aan den heer O, F. Koster, als aanwezend bondsraadslid. Deze roemt o.a. den grooten ijver waarmede het Uitvoerend Comité heeft gewerkt en noemt speciaal de heeren H. Charmes. A. Wiersma Sr. en A. Wiersma Jr. Het klaterend applaus van de aanwezigen was wel een bewijs, dat ook zij hiermede volkomen instemden. Daarna ontving iedere deelnemer een keu rig uitgevoerde herinnering, terwijl zeer vele vereenigingen een groepsprijs deelachtig wer den. De loopers van de Heldersche Zeevaart school ontvingen als de grootste groep nog een extra prijs. Als wij dien Zondagavond 9 uur aan het plaatskaarten-loket in het zwaar-verduisterde Heldersche station een paar retours Schagen vragen, werpt de ambtenaar een vragende blik via het loket-luikje op de reizigers en informeert lakoniek of het „avond-retours" moeten zijn. Er zijn diverse mogelijkheden: óf de man was een jaar of twee met den tijd ten achteróf hij permitteerde zich een onschul dige grap of hij deed het uit macht der ge woonte. In ieder geval: wy kregen de retours en kwamen dank zij de assistentie van een loop- lantaarn op het intens donkere perron aan. Dit perron was luguber van duisternis. Een enkele spoorman zweefde voorbij, aan de hand een slingerende lantaarn, die wonderlijke schaduwen deed ontstaan op de muren. Als een machtige cycloop verhief zich in het door de sterren slechts verlichte heelal de water toren. De rails rekten zich naar het zuiden als een kolossale vork. Dan komt de trein. En het blijkt dat wij tweeën met nog één anderen reiziger de eenige passagiers zijn, met uitzondering van een deel van het treinpersoneel, dat bij elkaar kruipt in een compartiment. En zoo neemt de vreemde tocht, die van den laatsten trein uit Den Helder, een aan vang. Wij rijden door den nacht en deze nacht is tastbaar. De donkerte om dien trein is levend. Het is iets wezenlijks, iets'dat zich manifes teert. De duisternis rijdt mee, zit bij ons in de coupé en tracht zich meester te maken van het kleinst denkbare verduisteringslampje aan den coupé-zolder. Het is een armetierig veegje licht, dat in zijn zwarte omlijsting suggesties oproept aan een sinister duivels-gelaat zooals men dat wel eens ziel afgebeeld op oude Chineesche pren ten. Het buitenveld rijden we in. Onheilspellend rijen de „nollen" langs ons. Ze probeeren mee te rennen en bij te blijven. Een kleine spoor brug is als een rammelend skelet en de boo- men verderop staan zoo volmaakt roerloos langs de baan, dat ze doen denken aan be vroren wezens. In den avond zijn de kleine sta,tions onher kenbaar: men ziet er niets dan een enkel reclame-bord, men hoort er niets anders dan de opmerkingen van de trein-mannen, die in stappen en meerijden. Geen passagiers geen oponthoud En de tocht gaat verder. En dan ineens geschiedt het wonder van dien Zondagavond. De maan komt boven den kim uitdrijven. En het is een maan zooals men die maar zelden ziet. Er is alreeds een stukje van een kwartier afgeknabbeld door den hon- gerigen Vader Tijd, en wat overbleef doet denken aan een geweldig stuk annanas, dat drijft in een onzegbaar grooten drijfschaal van het donkerste blauw. Rood-oranje is de maan en ook deze maan leeft. Men ziet duidelijk het oudbollig-gezicht en het lacht. Het lacht in onaandoenlijke ge ringschatting neer op de Aarde. Het is de lach van de oude Boeddha's. Vcr-af, onbegrepen, en niet van deze wereld. Een wonder zoo snel als zoo'n maan zich verheft. Ineens staat hij aan den trans en ook hij reist mee op dien vreem den tocht met den laatsten trein. Lange kerels vliegen voorbij, maaien met reuzenarmen over het ruitje van de coupé. Het zijn maar telefoonpalen, maar ze leven in den nacht. De maan werpt, zijn rossig-geel schijnsel in de vaarten en slooten. Men herkent ze niet meer. Men zou zich er niet meer over verwon deren als er nu plotseling een sirene opdook uit het volmaakt onbewogen water, of dat er zich uit het pluimend riet een faun zou slinge ren zoo boven op den trein. Vreemde nacht... Duizend gedachten worden zoo geboren in jttt hoofd van den eenzamen reiziger, die uit het raam tuurt en het nacht-land in zich op- TRANSPORTRIJWIEL VERDWENEN. Iemand zette dezer dagen zijn transport rijwiel, een Gazelle, onbeheerd ergens teem een gevel aan de Zuidstraat. Toen de eigenaar het vehikel wilde terughalen was dit reeds door anderen gebeurd. Verzekert Uw flets voo- 3 gulden per jaar. Bij diefstal krijgt U een nieuwe terug. K. KOS, Koningstraat 76. Gevonden en Verloren voorwerpen Gevonden voorwerpen: Een ijzeren 25 kg gewicht, een stuk scha kel-armband, een belastingmerk, een porte feuille met inh., een paar regenpijpen, een leesboek. Verloren voorwerpen: Een loonzakje, inh. 7.50, een huissleutel, een actetasch met inh., 1 brandstoffenkaart, 2 belastingmerken, een lap bruine stof, 4 vleeschkaarten, een bruin linnen schooltasch, 3 distributie stamkaarten, ee% schoenenbon, 5 botertoewijzj^gen. neemt. Gedachten aan een „Midsummernights- dream", aan een eens, vele jaren geleden ge zien silhouetten-sprookje. Gedachten aan romantische verhalen, waarin satyrs en demo nen over de daken van kleine dorpen joegen. Van station tot station... De stilte is volkomen als de trein stopt. Niets hoort men, ook niet als men gespan nen luistert. Dan, ineens, een paard dat in de verte hinnikt. Dat is dan als de bizarre lach van een dwazen man. Levende nacht: de duisternis, en het mane licht, en de hakkende kerels naast den baan en het lied van de wielen worden tot een vreemd nacht-gebeuren, waarin de reiziger zich als middelpunt waant. De maan zeilt, glimlachend en ongenaak baar, verder. Schagen brengt het einde van dezen vreem den tocht. We loopen door het stille stadje en onze voetstappen klinken zwaar als van een heel leger. De maan, nog hooger geklommen, staat er Schuin boven en heeft het dorp onherkenbaar gemaakt. Huizen en boomen en slagschaduwen zijn alle één geworden. De Landbouwstraat, anders gespeend van iedere hoogere bekoring, is een schoone allee, als het ware zóó gelicht uit een wereld van sprookjes. Populieren rekken zich in het staal harde hemelsblauw en honderdduizend popu- lieren-bldren vertellen elkaar het nieuws van den dag. Verderop, bij de bocht, bij het rustieke brug je, is de maan in de gracht gevallen. Héél de gracht ia één bassin van stralend licht en dit water- en manespel is mooier dan het mooiste Venetiaansche plaatje. Een koe in het veld trompettert en ver scheurt de verheven stilte. En het sprookje van den vreemden tocht vindt zijn voleinding in het lied van twee late watidelaars, die zingen dat ze „nog lange" niet naar huis gaan. Dan is het scherm van het spel der schaduwen abrupt verbroken. Suiker. In tegenstelling met de tot heden geldende bepalingen kunnen de diverse distributiebe scheiden van suiker in het vervolg alleen na afloop van elke distributieperiode op den voor den betrokken detaillist vastgestelden inleve ringsdag bij den distributiedienst worden in geleverd in enveloppen MD 258 met een ont vangstbewijs MD 257. Grossiers. De inlevering van diverse distributiebe scheiden voor suiker door grossiers kan niet meer dagelijks geschieden, doch moet thans eiken Maandag plaats vinden, zoo als voor andere artikelen is bepaald. Distributie van Kaas. 40 Zooals bekend is, geeft bon no. 26 van het alg. distributiebonboekje alsmede de met „een rantsoen kaas" gemerkte bon, recht op het koopen van 100 gram kaas. Op Wehrmachts- marken met het opschrift „kaas" kan 25 gram kaas worden verstrekt. Onder kaas wordt niet verstaan pindakaas, wrongel of kwark. Deze artikelen vallen bui ten de distributieregeling. De Detailisten kunnen reeds gedurende de week van 21 tot en met 26 October 1940 op de voor hen vastgestelde inleve- ringsdagen de door hen in ontvangstge nomen consumentenbonnen op opplakvel- len bij den distributiedienst inleveren. De inlevering kan elke week geschieden. Voor deze inlevering geldt wederom, dat de bonnen in veelvouden van 10 stuks, met een minimum van 40 stuks, dienen te worden ingeleverd. De inlevering van diverse distributiebeschei den door detaillisten dient eveneens wekelijks op de normale wijze op de voor-hen vastgestel de inleveringsdagen te geschieden. De grossiers dienen de door hen ontvangen diverse distributiebescheiden voor kaas op de gebruikelijke wijze op Maandag bij den distri butiedienst in te leveren. Daar kaas aan indrogen onderhevig is, zul len de grossiers op de door hen ontvangen toewijzingen een zeker percentage (in het alge meen 4 pet.) meer mogen afleveren. De grossier kan op zijn toewijzingen de kaas (wederom een klein percentage, meer dan hy 'aan de detaillisten aflevert) betrekken van da door de Nederlandsche Zuivelcentrale erkende „Kaashandelaren met vergunning". Kaas voor de Duitsohe weermacht. Kaas kan door onderdeelen van de Duitsche weermacht niet op Bezugscheine worden ge vorderd. Deze onderdeelen dienen de benoodigde hoe veelheden kaas aan te vragen bij de Wehr- machtsverpflegungsamter, welke de kaas op hun beurt ontvangen van de Nederlandsche Zuivelcentrale.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1940 | | pagina 5