N1PPER EN PELLE RADIO Het meisje Het autoverkeer na den oorlog De tank ia haar oudsten vorm FEUILLETON PROGRAMMA P. G. WODEHOUSfc DUITSCHLAND. Niet met één slag weer op peil van September 1939. het Het zal geen eenvoudige taak zijn, het geheele „auto-leven", dat op het oogenblik geheel op den oorlog is ingesteld, na de de mobilisatie weer tot zijn normale verhou dingen .van den vredestijd terug te brengen, zoo schrijt volgens het Ilsbl. het Duitsche tijdschrift „Der N.S. K. K.-Mann". De mo toriseering kan na den oorlog geenszins met één slag op den gelijken grondslag worden voortgezet, waarop het zich in September 1939 bevond, tenminste niet het civiele auto verkeer. Slechts zeer geleidelijk zullen de „opgelegde" auto's die over het algemeen allen aan een nauwkeurige revisie zullen moeten worden onderworpen, weer in ge bruik kunnen worden genomen. Allé Duitsche autohczittcrs, die bij het uitbreken van den oorlog hun auto hebben afgestaan, kunnen er op rekenen, dat zij hun oude auto weer aangeboden krijgen of. wanneer dat niet mogelijk is, de gelegenheid krijgen een gelijksoortig model en merk te koopen. Wanneer zij dan niet in staat zijn, de geheele koopsom in eens te voldoen, dan kunnen zij, net als in den autohandel, in termijnen betalen. v Reeds thans komen auto's van allerlei modellen van het front terug en worden door de Duitsche Automobiel-trust te koop aangeboden. Er zullen maanden verloopen, eer dat weer op een normale levering van nieuwe wagens door de fabrieken kan worden ge rekend. Velen hebben reeds tijdens den oor log van te voren bestellingen gedaan bij de fabrieken, in de verwachting dat wie het eerst koopt en betaalt, ook het eerst gele verd krijgt. Dit is in vredestijd een vanzelf sprekende handelsgewoonte. In buitengewo ne tijden zijn echter buitengewone maatre gelen noodig. Het zou n.1. niet aangaan, dat iemand die wellicht eerder er aan gedacht heeft een auto te bestellen, of die door zijn werkkring in het vaderland gemakkelijker het geld bijeen kon brengen, dan de zaken man die als soldaat aan het front dient, nu ook als eerste in het bezit van een auto zou komen. Het is slechts van belang, dat hij het eerst een auto krijgt, die daaraan de meeste behoefte heeft. ALS STRIJDWAGEN REEDS RIJ DE OUDE EGYPTENAREN BEKEND. Olifanten als levende tanks. De tank of gepantserde vechtwagen dook in de tegenwoordige gdaante reeds op in den wereldoorlog, nadat het door de ontwikkeling van de techniek mogelijk was geworden om de twee voornaamste eiscben'te vervullen, die er aan werden gesteld, n.1. motoren, die onberispelijk liepen en een mechanisme, dat zich door geen enkele terreinmoeilijkheid, hoe groot .ook, liet weerhouden. Door gesta dige verbetering der toenmalige typen is men er in geslaagd de onvolmaakte tank om te bouwen tot 'n wapen, dat dank zij zijn be- weeglykheid, een grooten rol heeft gespeeld in den huidigen oorlog. Niets nieuws. Overigens is het idee reeds zeer oud, bijna zoo oud als de oorlog zelf. Reeds op de oud Egyptische wandschilderingen zien wij den Pharo öp zijn strijdwagen afgebeeld, terwijl hij den vijand met lans en pijlen te lijf gaat. De gedachte, die hierbij voorzat, schijnt meer te zijn geweest den krygsman een grootere snelheid te verleenen. Men kan den man, die den vechtwagen bestuurt, meer beschouwen 228. Het wapen der koningin weigert. 1. Vol verbittering over de oproerlingen vliegt de ko ningin naar de slotpoort om op de hoofden der vermete- len haar dodende bliksem straal te laten suizen. 229. De Pygmeën gaan tot de aanval over. 1. „Help; Help! Wjj kunnen de deur niet houden!" 2. En een bende bloeddorstige Pygmeën vliegt naar bin nen en stort zich op de buit. als een cavalerist, die zich op een wagen heeft geinstalleerd en vandaar uit in staat is, zich met meer succes van zijn wapens te be dienen. Van een werkelijken vechtwagen kan eerst worden gpsproken, als de klaarblijkelijke be doeling is, het gevaarte zelf te gebruiken om op den vijand in te rennen, dus met andere woorden er een soort kleine vesting op wie len van te maken. Reeds zeer vroeg kwam men op het denkbeeld de raderen van den wagen te voorzien van messen, die alle vij anden, welke te dicht in de nabijheid kwa men, verwondden. Zulke wagens, die ge trokken werden door paarden, die van een pantser waren voorzien, treffen wij reeds in het oude oosten aan. In het tijdvak van het Hellenisme, na Alexander den Groote, trof men, naast „rol lende vestingen" d.w.z. hooge torens, die men bij de belegering van steden gebruikte om de wallen .te vernielen, levende pantserwagens aan, in de,gedaante van olifanten, die gehee le rijen vijanden ter 'aarde wierpen en onder hun voeten vermorzelden. Bovendien waren zij zelf bezet met boogschutters en speerwer pers. Echter gebeurde het maar al te dikwijls dat de dieren schichtig werden en zich op hun eigen troepen stortten. WOENSDAG 25 DECEMBER 1940. Hilversum I. 415 m. Nederlandsch Programma. 5.00 KRO. 8.00 —7.15 NCRV. 5.00 Nachtmis. 6.30 Kertprogramma (gr.pl.). 8.00 Nieuwsberichten ANP. 8.10 Schriftlezing en meditatie. 8.25 Gramofoonmuziek. 8.45 Orgelconcert (opn.). 9.00 De Wognummers (opn.) en gramofoon muziek. 10.30 Kerkdienst. Hierna: Gramofoonmuziek, 12.10 Zang met orgelbegeleiding. 12.30 Carillonbespeling (opn.). 12.45 Nieuws- en economische berichten ANP. 1.00- NCRV-Harmonie-orkest (opn.). I.30 Orgelconcert. 2.10 Koninklijke Christelijke Oratoriumver- eeniging, Concertgebouworkest en solisten (opn.). 3.10 Kerstfeest bij onze gewonde soldaten. 4.10 Christ. Jeugdkoor „Zing met ons mee". 4.30 Voor de jeugd. 5.00 Gramofoonmuziek. 5.15 Nieuws-, economische en beursberichten ANP. 5.30 Onderwijsfonds voor de Scheepvaart: Kerstuitzending. 6.00 Berichten. 6.05 Declamatie. 6.25 NCRV-Kleinkoor en -orkest (opn.). 6.45 Actueele reportag of gramofoonmuziek. 7.007.15 Economische vragen van den dag (ANP), sluiting. Hilversum H, 801 m. 8.00 VARA. 8.80 KRO. 9.80 VARA. 4.00 VPRO. 5.15—7.00 VARA. 8.00 Nieuwsberichten ANP, gramofoonmuziek. 8.28 VARA-Almanak. 8.30 Morgenwijding. 9.30 Gramofoonmuziek. 10.20 Orgelspel en zang. II.00 Declamatie. 11.20 Gramofoonmuziek. 12.00 Berichten. 12.15 VARA-orkest (Om 12.30 VARA-Alma nak). 12.45 Nieuws- en economische berichten ANP. I.00 VARA-orkest en soliste. 2.00 Zangdeclamatie. 2.20 Esmeralda en solisten. 3.00 Vrolijke voordracht. 3.20 VARA-Kinderkoor „De Merels". 3.45 Kinderleésclub, 4.00 Kertliederen. 4.15 Studiodienst. 5.15 Nieuws-, economische en beursberichten ANP. 5.30 Gramofoonmuziek. 6.00 Bach's Weihnachtsoratorium. DONDERDAG 26 DECEMBER 1940. Hilversum I. 415 m. Nederlandsch Programma. KRO. 8.00 Nieuwsberichten ANP. 8.15 Wij beginnen den dag. 8.30 Gramofoonmuziek. 9.45 Carillonbespeling. 10.00 Plechtige H. Mis. II.30 Pro Arte-kwartet (gr.pl.). 12.00 „Met Vondel op Kerstmis", causerie. 12.15 KRO-Melodisten. 12.45 Nieuws- en economische berichten ANP. 1.00 KRO-Nachtegaaltjes (opn.). 1.15 KRO-Melodisten. I.45 De Meesterzangers (opn.) 2.20„Zalig Kerstfeest" (met muzikale omlijs ting). 2.30 Rotterdams Philharmonisch koor en -orkest en solisten. 4.00 Gramofoonmuziek. 4.30 Ziekenpraatje. 4.45 Gramofoonmuziek. 5.15 Nieuws-, economische en beursberichten ANP. 5.30 Voor de rijpere jeugd. 5.45 KRO-Kamerorkest. 6.10 Gramofoonmuziek. 6.15 KRO-Kamerorkest en solist. 6.45 Actueele reoprtage of gramofoqnmuziek. 7.007.15 Vragen van den dag (ANP), slui ting. Hilversum n, 801 m. 8.00 AVRO. 8.30 NCRV. 9.80 AVRO. 5.00 VPRO. 5.157.00 AVRO. 8.00 Nieuwsberichten ANP, gramofoonmuziek. 8.30 Morgenwijding. 9.30 2 Bachcantates (opn.). 10.00 Morgenwijding. 10.15 Gramofoonmuziek. 10.35 Declamatie.' 10,45 Koor van de Nederlandsche Bachver- eeniging, het Omroeporkest en solisten. II.15 Declamatie. 11.25 Orgelspel. 11.40 Amabile-sextet en solist (Om 12.00 Berichten.) 12.25 Kerstprijs-'raag. 12.45 Nieuws- en economische berichten ANP. 1.00 Een gemengd koor cn solisten. 1.30 Toespraak „Het einde nadert". 1.35 Pianosoli. 1.45 Schilderij-bespreking „Onze volksdich ters"). 4.10 Radiotooneel met muziek. 4.50 Gramofoonmuziek. 5.00 Cyclus „Lezen in den Bijbel". 5.15 Nieuws-, economische en beursberichten ANP. 5.30 Puszta-orkest. 6.00 AVRO-Aeolianorkest, 6.457.00 Actueele reportage of gramofoon muziek, sluiting. VRIJDAG 27 DECEMBER 1940. Hilversum I. 415 m. Nederlandsch Programma. NCRV. 8.00 Nieuwsberichten ANP. 8.10 -ichriftlezjng en meditatie. 8.25 Gewijde muziek (opn.). 8.35 Gramofoonmuziek. 10.30 Morgendienst. 11.00 Spaarne-sextet en gramofoonmuziek. 12.15 Reportage of muziek. 12 45 Nieuws- en economische berichten ANP 1.00 Orgelspel. I.40 Kamermuziek en gramofoonmuziek. 2.45 Gramofoonmuziek. 3.15 Voor de huisvrouw.A 3.45 Zang, piano en grargofoonmuziek. 4.30 Handenarbeid voor de jeugd. 5.00 Gramofoonmuziek. 5.15 Nieuws-, economische en beursberichten ANP. 5.30 Berichten. 5.35 Gramofoonmuziek. 6.00 Causerie „De tuinbouw in 1940". 6.20 Arnhemsche orkestvereeniging (opn.). 6.45 Lezing „Moderne Staatsfinanciering". 7.007.15 Economische vragen van den dag en nieuwsberichten ANP, sluiting. Hilversum H, 801 m. AVRO. 8.00 Nieuwsberichten ANP, gramofoonmuziek. 1).00 Morgenwijding. 10.15 Gewijde muziek (gr.pl.). 10.30 Voor de vrouw 10.50 AVRO-Amusementsorkest. II.20 Voor de jeugd. 11.40 Philharmonisch kwartet (12.00 Berich ten). 12.25 Orgelspel. 12.45 Nieuws- en economische berichten ANP. 1.00 Omroeporkest. 2.00 „In den schijnwerper", cyclus. 2.15 Omroeporkest. 3.00 Cyclus „Levende volkskunst". v 3.20 Cabaret-programma. 4.15 Disco-causerie. 5.00 Gesprekken met luisteraars. 5.15 Nieuws-, economische en beursberichten ANP. 5.30 AVRÓ-Amusementsörkest en gramofoon muziek. 6.30 Cyclus „Leeven en daden onser doorluch- tigste zeehelden". 6.457.00 Lezing „Moderne Staatsfinancie ring", sluiting. door 37. Maud stond met open mond. Was deze man of Reggie gek? Eén van beiden. Zij koos de beleefdste oplossing. „Reggie Byng was niet wijs." „Dat begin ik ook te vermoeden. Ik dacht dadelijk, dat hij zich moest vergissen. Maar als je verliefd bent, ben je optimistisch en ik heb van af 't oogenblik, dat u in mijn taxi kwam, van u gehouden „Wat zegt u!" „Dus na eenigen tijd," vervolgde George zonder notitie van de interruptie te nemen, „had ik kans gezien me zelf wijs te maken, dat de wonderen de wereld nog niet uit zijn en dat Byng gelijk had. Toen daarop uw va der bij me kwam en me precies 't zelfde ver telde, werd ik overtuigd. Het scheen onge looflijk, maar ik moest het wel aannemen. Nu schijnt het, dat, om deze of gene onver klaarbare reden, Byng zoowel als uw vader me voor den gek gehouden hebben. Dat is alles. Dag Lady Maud." Maud's antwoord was wel' het laatste, wat George verwacht had. Na een oogenblik stilte, barstte ze in een schaterlach uit. Het was een overspannen zenuwachtig 'lachen, maar in de ooren van George klonk het als oprechte vroolijkheid. „Ik bên blij, dat u mijn verhaal grappig vindt," zei hij droog. Hij haatte dat meisje nu meer dan ooit en hij wenschte vurig haar nooit meer te zien. „Later zal ik er ook het grappige wel van inzien. Maar op het mo ment is mijn gevoel voor humor absent. Maud slaakte een kreet. „O, neen mr. Bevan. Dat was het niet. Dat was het heelemaal niet. O wat spijt me dat. Ik weet 'niet, waarom ik lachte, maar zeker niet, omdat ik het grappig vond, het is tra gisch. Er heeft een vreeselijke vergissing plaats gehad!" „Dat heb ik gemerkt," zeide George bitter. De duisternis werkte op zijn zenuwen. „Had den we om Gods wil maar licht." Meteen viel het schijnsel van een zaklan taarn op hem. „Ik heb ze meegenomen om mijn weg terug te kunnen vinden," zei Maiid met een eigen aardig beverig stemmetje, ,,'t Is soms erg donker over. het v.eld. Ik heb ze piet eerder «ingestoken om geen aandacht te trekken." Zij kwam naar hem toe, dg lantaarn boven haar hoofd. In het schijnsel zag hij haar ongelukkig, sympathiek gezichtje, waarop al zijn wrok verdween. Er was veel onbegrij pelijks, maar van één ding was hij zeker: dit meisje had geen schuld. Zij was eerlijk als goud. „Ik kwam hier met het plan u alles te ver tellen," zeide ze. Ze zette de lantaarn op het wiel van het wagentje, zoodat het licht op den grond viel tusschen hen in. „Ik zal het nu doen, alleen, maar alleen, het is nu niet gemakkelijk. Mr. Bevan, er is iemand, met wien vadet en Reggie Byng zich ver gisten zij dachten. Begrijpt u, ze wis ten, dat ik met u in die taxi zat en dus dach ten ze natuurlijk, toen u hier kwam, dat u degeen was, om wien ik dien dag, degeen, van wien ik „Degeen, van wien u houdt". „Ja," antwoordde Maud met bibberende stem. Weer was er stilte. George had sympathie voor haar. Zelfs de doffe wanhoop, die bij haar woorden over hem gekomen was, werd overvleugeld door dat gevoel. Hij voelde met haar mee. „Vertel me eens alles," vroeg hij. Verleden jaar in Wales heb ik hem leeren kennen." Maud sprak fluisterend. „Mijn fa milie kwam er achter en ik moest hals over kop naar huis en daar zit ik nog. Dien dag, toen ik u ontmoette, had ik kans gezien om even weg te komen. Ik had gehoord, dat hp in Londen was en ik was op weg naar hem toe. Toen zag ik Percy en vloog in uw taxi 't Is een vreeselijk misverstand. En het spijt me erg." „Ja, ik begrijp 't nu," zei George in ge dachten. „Ik begrijp 't." Zijn hart deed hem schrijnende pijn. Zij had zoo weinig verteld, maar hjj begreep zoo veel en giste nog meer. Hij meende in de schaduw het grijnslachen te zien van den onbekende, die gezegevierd had. ,,'D Spijt me zoo," zeide Maud weer. „Och, denk er maar niet meer aan. Wat kan ik voor u doen? Daar komt het nu op aan. Wat wilt u, dat ik voor u doe?" „Maar, dat kan ik u nu niet vragen." „Welja, waarom niet „O, neen, dat zou ik niet kunnen." George kreeg het voor elkaar om. te lachen. Het was geen lachen, dat hemzelf heel over tuigend klonk, toch deed het dienst. „Da's onzin," beweerde hij. „Wees nu ver standig. U hebt hulp noodig en mogelijk kan ik ze verleenen. Mag iemand u dan7 nooit meer een dienst bewijzen, alleen omdat hij nu ongelukkig van u houdt? Stel u 's voor, dat u bijna verdronk en dat Mr. Plummer de eenige in de buurt was, die zwemmen kon,, zoudt u zich dan niet door hem laten red den? „Mr. Plummer? Wat bedoelt u?" „U hebt toch riiet vergeten, dat ik tegen wil en dank voor luistervink moest spelen, toen hij u vroeg?" Maud deed een uitroep. „O, hoe onnadenkend van me, ik heb u nooit gevraagd. Hebt u zich erg bezeerd?" „Bezeerd?" George begreep haar niet. „Dien avond. Toén u op het balcon was en „O," George begreep. „O, neen, niet de moeite waard. Een paar krabben. Mijn han den waren ontveld." „Het was buitengewoon," zei Maud, met gloeiende bewondering voor iemand, die zoo'n sprong zoo weinig telde. Zij had in stilte al tijd vermoed, dat Lord Leonard, na hetzelfde feit bedreven te hebben, wel voor de rest van zijn leven er op gepocht zou hebben. „Och, weineen," zei George, die er zich steeds over verwonderd had, dat hjj dien avond zooveel drukte gemaakt had over het klimmen langs dat solide laken. ,,'t Was schitterend." George bloosde. „We dwalen van het onderwerp af," zeide hij, „ik wil u graag helpen. Ik kwam hier ten koste van veel last, enkel én alleen om u te helpen. Waarmee kan ik dat doen?" Maud aarzelde. „Ik ben bang, als ik het vroeg, dat u zich beleedigd zoudt gevoelen." „Geen sprake van." „Weet u, de groote moeilijkheid is, dat ik niet in contact met Geoffrey kan komen. Hij is in Londen en ik ben hier. En alle kans, die ik had om nog eens naar Londen te gaan, verdween dien dag, toen Percy mij in Picca- dilly zag." „Hoe vond uw familie uit, dat u 't was?" „Zij vroegen het rechtuit." „En u bekende?" „Dat moest ik wel. Ik kon toch geen be sliste leugen vertellen?" George trilde van aandoening. Aan dat meisje had hij kunnen twijfelen. „Toen had je de poppen aan 't dansen," vervolgde Maud. „Ik durf het er niet op wagen, aari Geoffrey te schrijven met de kans dat de brief onderschept wordt. Nu dacht ik 't was mijn idee van het begin af aan, dat u hier was „U wilt dat ik een brief van u aan hem zend? En dan kan hij terugschrijven naar mijn adres en ik zorg dan wel weer dat de brief u bereikt." „Dat was precies, wat ik wilde. Maar ik durfde 't u niet vragen." ,,'k Zou niet weten, waarom niet. Ik doe 't met genoegen." „Ik zou u zoo dankbaar zijn." ,,'t Is de moeite waard. Ik dacht, dat u me zoudt vragen om eens bij uw broer op te loopen en hem weer een hoed af te slaan Maud lachte vroolijk. De heele toestand was minder gespanpen. Ze vond George hoe langer hoe aardiger. Toch kwelde haar inner lijk de gedachte, dat voor George de toestand niet was opgeklaard. Het deed haar leed voor hem. Het genre Plummer had zij zonder een zweem van berouw overgeleverd aan zooals die het noemde de eeuwigdurende smart. Maar met George was 't een ander geval. „Arme Percy!" zei ze. „Ik ben bang, dat 1 hij het nooit te boven komt. Hij zal wel an dere hoeden krijgen, maar dezelfde is 't nooit." Zij kwam weer terug op wat haar 't naast aan het hart lag. ".„Mr. Bevan, zoudt u nog iets voor me willen doen?" „Als 't geen misdaad is. En al is 't er een." „Zoudt u Geoffrey willen opzoeken en hem alles van mij vertellen en dan als u terug bent, mij zeggen, hoe hij er uitziet en wat hij zei en zoo wat?" „Zeker. Hoe heet hij en waar kan ik hem vinden „Heb ik dat niet verte1!? Wat dom van me. Hij heet Geoffrey Raymond en hij woont bij zijn oom Mr. Wilbur Raymond, Belgrave Square 11a." „Ik zal morgen gaan." „O, wat aardig van u." George stond op. Die beweging scheen hem weer tot het aardsche terug te brengen. Hij merkte, dat de regen opgehouden had en dat er sterren blonken in het langwerpig vier kant van den uitgang. Hij had het gevoel, c at hij heel lang in die schuur was geweest. oor een blik op zijn horloge trachtte hij daar bevestiging van te krilgen, maar het norioge scheen eeuwen achter. Hij deed maar geen poging zijn gevoelens al te nauwkeurig te beschouwen, want hij wist heel goéd dat net leed spoedig genoog zou komen, ook zon- der dat hij zelf hielp het te bevorderen. o-a'ó t ',SSChifn is 'l beter' dat u nu terug gaat, zeide hij, ,,'t is al laat. Ze mochten u eens missen." Maud lachte gelukkig. „Ze kunnen me nu "niets meer schelen. Maar je moet je nu eenmaal wel voor het eten kleeden. daar helpt niets aan." Zij gin gen samen in de richting der deur. „6 wat een heerlijke avond! Ik dacht, dat die regen nooit op zou houden, 't Is precies als wanneer je ergens verdriet over hebt en denkt dat dat eeuwig duren zal." „Ja," verklaarde George Maud stak haar hand uit „Dag mr. Bevan." „Dag Lady Maud." (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1940 | | pagina 12