y<kadAruLexwuJ)
Het Heldersche huurprobleem
door een verhuurder belicht
Er is weer gas!
EXODUS
2200 beschadigde
huizen
De oplossing een taak
van de overheid
Tweede blad
m*).
EN TOCH
gaan wij verder
Geen extra brandstoffenbons
Hoe is thans dc positie voor den normalen
huiseigenaar? Laten wij voor een analysee-
ring aannemen, dat een derde van den wo
ningvoorraad leegstaat. Normaal zou hij
voor de drie genoemde typen van huizen
(zie art. 2) in geld in zijn hand
krijgen134
Stel dat hij onderhoud geheel
achterwege laat dan geeft dit een
finantieele verbetering van no.
Totale ontvangsten 244.-
Een derde van de woningen staat
leeg, hetgeen een gemiddelde huur-
derving b'eteekent van 296-
Resultaat dat huiseigenaar uit zijn
„Reserve" moet bijpassen 52.—
Wanneer wij nu de huren van de
overblijvende huizen nog hal vee-
ren en laten wij aannemen, dat het
huis van 6.weekhuur leeg
staat, dan is daaraan toe te voegen 294.—
Geeft totaal 346.
Een ieder zal willen begrijpen, dat het
moment spoedig zou gaan naderen, dat
eigenaren aan hunne verplichtingen niet
meer kunnen voldoen, met gevolg, dat
wanneer van hoogerhand niet wordt in
gegrepen, executies plaats vinden.
Verlaging van lasten, zooals de heer C. Bot
in zijn ingezonden stuk voorstelt, kan aan de
hand van voorgaande cijfers geen oplossing
brengen. Het heeft slechts tot gevolg, dat de
Gemeente-finantiën nog meer worden aange
sproken, hetgeen men op zijn belastingbiljet
prompt terug zal vinden.
He eenige vraag die men in deze richting
zou willen stellen, is, waarom vindt men het
wel billijk, dat het geheeie land in de kosten
van vernietiging van eigendommen door oor
logsgeweld bijdraagt en waarom behoort
daartoe niet tot op zekere hoogte de huur-
derving, welke ook een uitvloeisel van dit
oorlogsgeweld is.
Neemt men de omliggende gemeenten onder
de loupe, waar tot dusverre nog geen bom
men vielen, dan maken huiseigenaren een
gouden tijd mede, immers nergens is' een
huis te huur.
Hoe komen we tot een oplossing?
Hoe komen wij thans tot een oplossing?
In de eerste plaats dienen wij er ons reken
schap van te geven, dat wij zitten midden
in een groot wereldgebeuren, waaruit naar
wij hopen een betere samenleving zal gaan
voortvloeien. Hiervoor zullen wij allen ons
offer moeten brengen en dienen wij blijk te
geven van goeden burgerzin. Wij behoeven
daarbij niet te zeggen, dat wij niet allemaal
Piet Heynen zijn, welke uitlating bedoeld is
als een steek onder water op die mannen,
welke het voorbeeld geven. Otinoodig risico
nemen heeft aan den anderen kant weder
niets te maken met moed. Mijn opvatting is,
dat het verstandig is 's nachts Den Helder te
verlaten, mits men, indien mogelijk, de fi
nantieele consequenties zelve wil dragen.
Raadsleden, welke pessimistisch voor
de toekomst van Den Helder zijn, dienen
uit dezen Raad te verdwijnen. Opbou
wend werk is van hen niet te verwach
ten, want bij alle zaken van beleid zullen
zij in oppositie gaan, om slechts te kun
nen zeggen: „Zie je wel, dat ik gelijk
had".
In de Marinestad Den Helder zijn, wanneer
het noodig is, nog immer waardige nazaten
van Piet Hevn, waarbij wij slechts behoeven
te wijzen op die mannen, die kordaat de
brandbommen op straat deponeerden.
Wij dienen ons van de feiten rekenschap
te geven en in een geest van gemeenschaps
zin onze schouders onder een oplossing te
zetten.
In de eerste plaats dient zich de geest der
huurders radicaal te wijzigen. Houdt op:
„Koning huurder", met de vraag, waarom
betaalt mijn buurman voor hetzelfde huis
halve huur en moet ik, die een huurcontract
teekende het volle pond opbrengen?
Zijt gij een goed burger met gevoel voor
gemeenschapszin, stel er dan integendeel
een eer in, dat U in het algemeen belang
aan Uw huurverplichtingen volledig blijft
voldoen en wijst Uw buurman daarentegen
op zijn weinig sociale houding. Dit zal IJ aan
de hand van voorgaande becijferingen, (zie
het tweede artiket in ons nummer van gis
teren), welke niet alléén de belangen van de
huiseigenaren raken, niet moeilijk vallen.
Geeft U er rekenschap van dat U op
deze wijze medewerkt Uw stad voor een
zekeren undergang te bewaren, immers,
zou T standpunt van „huurder" verder
h>' mg vinden, dan nadert met rassche
.chreden het tijdstip, dat eigenaren aan
hunne verplichtingen niet meer kunnen
voldoen, met gevolg: belastingverhoogin-
gen, verderen uittocht uit de stad, met
daaruit wederom voortvloeiende belas-
tingverhooging etc., etc.
In de tweede plaals dient aan het var-
blekken van evacuatiogeldcn cle bepaalde
voorwaarde verbonden te worden, dat de
huren volledig worden betaald. Particuliere
werkgevers dienen te overwegen, in hoe
verre het in het belang van hun bedrijf is
te achten hun personeel in het genot te stel
len van een behoorlijke nachtrust en in dit
verband na te gaan in hoeverre zij, in de
daarmee samenhangende evacuatiekosten
kunnen en willen bijdragen.
In de derde plaats dienen de verhuurders
van woon- en slaapgelegenheden in de om
geving van Den Helder na te gaan, in hoe
verre zij van de toestanden in Den Helder
misbruik maken. De categorie, welke tot dus
verre hunne huizen gesloten hielden en
waarbij winstbejag geen rol behoeft te spelen
kome tot inkeer.
Uitgifte evacuatiebiljetten?
In de vierde plaats, waar de Spoorwe
gen met hunne tarieven rekenden op ge
deeltelijke bezette wagens, kan gestreefd
worden naar uitgifte van evacuatiebiljet
ten tegen nog sterker gereduceerde prij
zen.
Professor Goudriaan heeft reeds meerdere
malen blijk gegeven met zijn beenen stevig
op den bodem van de werkelijkheid te staan,
zoodat een kans daartoe niet tot het onmo
gelijke gerekend zal behoeven te worden. Bij
al deze evacuatie-wenschen dient men zich
er echter rekenschap van te geven dat het
met het oog op de vervoerscapaciteit wellicht
onmogelijk zal blijken, om het grootste deel
der bevolking van Den Helder tweemaal pet
dag, zonder bezwaren te transporteeren.
Toekomstmuziek.
In de vijfde plaats dienen autoriteiten te
overwegen op welke wijze zij in de naaste
toekomst zouden kunnen bevorderen, dat het
inwonertal van Den Helder weder gaai stij
gen. Hierbij wordt gedacht aan het in het
leven roepen van nieuwe industrieqp, uit
breiding van den haven, opslagplaatsen en
haveninstallaties, verbetering en verfraaiing
van de verwoeste stadsdeelen, opruiming
van krotwoningen, etc., etc., opdat wij klaar
staan, wanneer de vrede weder zal zijn her
steld, ons aandeel op te vorderen in de dan
komende opleving. Men vergete niet dat vele
havens bij het einde van den oorlog wel
grootendeels onbruikbaar zullen zijn en dat
in dit verband voor Den Helder een behoor
lijke kans kan blijken weggelegd te zijn.
Overbodig komt het voor daarbij te wijzen
op het vliegveld „de Koov", dat zulk een
groote uitbreiding onderging en straks bij
hef vredeswerk een groote aanwinst zal blij
ken te zijn.
Een taak voor de overheid.
Wat het huurprobleem betreft, acht ik
het onjuist, dat een en ander aan het
spel der vrije krachten wordt overgela
ten. Ik neem aan, dat vele huurders met
de feiten voor oogen aan mijn oproep ge
volg zullen geven, doch hoe staat het met
de huiseigenaars? Zullen zij niet, vooral
waar Woningstichting besloten heeft
haar huren te handhaven, uit meerge
noemde concurrentie-overwegingen Wo
ningstichting gaan onderbieden? Op deze
wijze blijft het een chaos, weshalve de
overheid hier regelend dient op te tre
den.
Dit regelend optreden zou kunnen geschie
den door het weder in het leven roepen van
de uit de jaren 1914—1916 bekende huurcom
missies, met dien verstande echter, dat deze
huureommissies thans beschermend optre
den voor de huiseigenaren. In nauw overleg
met de huiseigenaren zouden huishuren die
nen te worden vastgesteld, waarbij het mo
gelijk is, dat de huizen in behoorlijken staat
worden onderhouden en de huiseigenaren
aan hunne verplichtingen kunnen voldoen.
Het feit, dat een derde deel van de huizen
leegstaat, is uit den aard der zaak niet be
vorderlijk tot het komen van een huur onder
die, welke b.v. op 9 Mei gold. Kunnen wij
echter op de wijze als hiervoren aangeduid
komen tot een vermeerdering van het in
wonertal, niet gevolg een beter rendement
tengevolge van het teruggaan der leegstaan
de woningen, dan zou overwogen kunnen
worden alsnog een evenredige huurverhoging
toe te passen. Op deze wijze kunnen huis-
Velen sloten hun huis en lieten
niets meer van zich hooren.
Naar wij vernemen, is het aantal
schade-aangiften bij de schade-enquête
commissie tot op dit oogenblik 2200.
Dat beteekent dus. dat in den kop van
Noord-Holland minstens 2200 huizen
door bommen beschadigd zijn, waarvan
het leeuwenaandeel in Den Helder. En
kele gevallen op boerderijen in de om
geving, enkele perceelen in Enkhuizen
en in andere plaatsen, die onder het
rayon van deze commissie vallen.
Bij dit aantal komen nog de aangiften
van de boinmenschade van deze week,
waarbij ruim 30 perceelgn totaal vernield
werden, plus het groote aantal woningen,
dat ernstige schade opliep.
Men kan dus gevoegelijk zeggen, dat het
aantal aangiften wel weer met eenige hon
derden zal stijgen.
Nu is het een zonderling verschijnsel, dat
verschillende bewoners er niet aan denken,
hun schade aan te geven. Zij zijn zoo timi
de, dat ze de boel de boel laten, hun huis,
voor zoover dat mogelijk is, afsluiten en
elders een veilig onderkomen zoeken. Dat
is natuurlijk niet verstandig. Men moet
straks ook weer leven, men moet weer ver
der en dus is het wenschelijk te redden wat
er te redden valt en te trachten de schade
vergoed te krijgen, die men materieel ge
leden heeft.
Het is een feit, dat de deskundige com
missie van een tweehonderdtal perceelen.
die men bezocht, er een vijftigtal gesloten
vond. waarvan men geen sleutel kon krij
gen en waarvan men dus onmogelijk de
schade kon bepalen Deze gevallen blijven
allen liggen, worden in het geheel niet be
handeld of komen veel later aan de beurt.
Het is dus in het belang van de be
trokkenen als we er op aandringen, dat
men ziin schade zoo sooedip mogelijk
opgeeft, liefst aan de commissie voor
den wederopbouw, ten Raadhuize, waar
door men, zooals we gisteren schreven,
verzekerd is van zoo snel mogelijke be
handeling van zijn zaak.
eigenaren medewerken om als het ware een
premie te stellen voor terugkeer en/of ves
tiging in Den Helder.
Anderzijds zou deze huurcommissie ervoor
hebben te waken, dat wanneer het getij, naar
wij allen hopen, verkeert, de huren niet on
evenredig zullen stijgen boven die, geldend
op 9 Mei.
Ook wat betreft huurschulden zou deze
huurcommissie regelend kunnen gaan op-
etreden en wel in dier voege dat zij deze
huurschulden van de huiseigenaren over
nam en tracht deze, de positie van huurder
schuldenaar daarbij in aanmerking nemen
de, geleidelijk binnen te halen. Eer voor
schot op deze huurvorderingen zou huis
eigenaren vergemakkelijken zijn verplichtin
gen uit hoofde van lasten en hypotheek
renten te voldoen.
De nieuwe situatie.
Nadat het voorgaande geschreven werd,
waarbij een oplossing gezocht werd, waarbij
ieder zijn steentje in het algemeen belang
heeft bij te dragen, beleefden wij wederom
het bombardement van 29 op 30 October.
Tegenover dergelijke pijnlijke gebeurtenis
sen verliest iedere oplossing, die men meent
te moeten aangeven, uit den aard der zaak
zijn waarde.
Wederom zullen vele burgers onze stad
verlaten, totdat een evenwichtstoestand is
bereikt. Onder dezen evenwichtstoestand is
te verstaan dat moment, dat alleen die men-
schen overblijven welke uit hoofde van bun
werkkring hier moeten blijven. Tn hoeverre
wij dit nunt zijn genaderd is niet te taxee
ren. doch wel is de conclusie te trekken, da'
de gegeven becijferingen reeds thans geflat-
'eer genoemd mogen worden De vraag is
dan ook of wij thans niet reeds van een
noodtoestand mogen gaan spreken, hetgeen
'nhoudt. dat de overheid niet langer mag
dralen met ingriinen dan wel ons haar
s'andpunt do°'aohtig te doen worden.
De feiten ziir te ernstin om deze zon
der meer onbesnrolfen te laten. Wat ons
allen dag en nacht bezig houdt is m.i. ook
door huurder zoo volledig mogelijk tot
uiting gebracht. Het woord is thans aan
de overheid.
Geheeie gasbulzennet was vol
gestroomd met water.
Zwaar werk voor personeel van
Gas- en Waterleidingbedrijf.
Bij de vele misère, die de bevolking van
Den Helder deze week heeft moeten onder
gaan, waarbij Vischbuurt, Vogelenbuurt en
Sluisdijkstraat en omgeving zoo zwaar ge
troffen werden, kwam als overmaat van
ramp nog, dat in den nacht van Dinsdag op
Woensdag zoowel het gas als de waterlei
ding niet meer werkten. Kon men later in
den nacht weder over water beschikken,
met de gasvoorziening liep het door om
standigheden minder vlot van stapel. Den
geheelen Woensdag, benevens een goed
deel van den Donderdag, was men van gas
verstoken en eerst gisterenmiddag laat was
er weder zoo veel aanvoer, dat er in vrijwel
de geheeie stad gestookt kon worden.
Dat met name de verbreking van den
gastoevoer een ernstig euvel was, nu
verreweg het meerendeel der bewoners
voor kookdoeleinden uitsluitend op gas
aangewezen is, behoeft geen nader be
toog. Het zal dan ook slechts sporadisch
zijn voorgekomen dat men beide ver
streken dagen, „warm eten" op tafel
heeft kunnen brengen. Tenzij men hier
in wist te slagen met nog enkele liters
gehamsterde petroleum, op de kachel,
of met waxinelichtjes
De oorzaak.
Omtrent oorzaak, verloop en herstelling
van deze uitermate ongelegen komende
verbreking van den gas- en watertoevoer,
hebben wij ons tot den directeur van de
desbetreffende bedrijven, den heer J. N. E.
Teune, gewend en hem een en ander laten
vertellen.
Het bleek daarbij, dat zware projec
tielen kraters sloegen o.m. in Zuid
straat, Sportlaan en Molenstraat, tenge
volge waarvan vrijwel tegelijkertijd de
hoofdbuizen van het gas en de water
leiding aldaar vernietigd werden.
Automatisch waren hiervan de con
sequenties, dat de watertoren, waarvan
de reservoirs te 12 uur 's nachts nog
geheel gevuld waren, finaal leeg
stroomde.
Water in de gasbuizen.
Dit was echter nog niet het ergste. Erger
toch was de omstandigheid, dat het vrijko
mende water in de vernielde gasbuizen
stroomde De buizen raakten vol en zoo
was ook de aanvoer van gas illusoir ge
worden.
Hiervan waren de gevolgen weer, dat de
gasmotoren op het pompstation te Huisdui
nen evenmin konden werken, aangezien
ook deze op gas loopen.
Het was echter één meevaller en wel
het feit, dat door den heer Teune eeni-
gen tijd geleden als reserve-voorraad
3000 liter spiritus aldaar was opgesla
gen. De motoren konden dus overge-
steld worden op spiritus en men kon
daarna een aanvang maken met het
naar de stad pompen van water.
De omvang.
De omvang van de lekkage in het buizen
net moet men zich vooral niet te gering
voorstellen, zoodat het uiterst moeilijk was
de reservoirs van den toren vol te pompen.
Vooral ook door het benoodigde water bij
de blussching dei branden bleef de toren
dan ook goeddeels leeg. Tengevolge van
den weinigen druk bleef men in de stad
dus eenigen tijd van water verstoken.
Personeel „geleend".
Het was noodzakelijk om, alvorens
men den gastoevoer in orde kon bren
gen, de waterleidingbuizen weder her
steld waren. Hierbij deed zich het euvel
voor, dat men dit groote karwei niet
met den noodigen spoed kon verrichten
met het beschikbare personeel van het
bedrijf. En waar spoed betracht diende
te worden, aarzelde men niet lang, doch
liet men enkele ervaren fitters van het
P.W.N. overkomen. Met de medewer
king van deze „geleende" krachten was
men in staat na geruimen tijd van hard
werken de huizen te herstellen, waarna
Het tweede artikel werd opgenomen in
0ns nummer van Donderdag 31 October.
Het was te voorzien, dat zeer velen na het
rampspoedig gebeuren van deze week hun
vaste voornemen, in Den Helder te blijven,
ook gedurende de nachtelijke uren, a t
er ook van komen mocht, zouden herzien.
Het was te voorzien, dat een nieuwe exo
dus, een nieuwe uittocht, zou plaats vjn~
den en heel den Woensdag is gebleken dat
deze veronderstelling juist was.
Reeds met den eersten morgentrcin zag
men inwoners vertrekken In het zwakke
licht van den traag-komenden dag zag men
ze staan: met moede oogen, gedeprimeerd
door de meegemaakte catestrophe. geslagen
door de misère, die in de voorbije uren be
leefd moesten worden.
Zoo stonden ze daar: met de valiesjes,
met de opgerolde dekens, en met een scha
mel deel van het in der haast bijeengegaar
de huisraad.
Een droef gebeuren.
Na dien eersten trein werden ook de vol
gende treinen gevuld met vertrekkende in
woners van Den Helder Dat waren trei
nen waarin men uitsluitend menschen zag,
dooileliik vermoeid van de spanning die
men in den nacht had moeten doorstaan,
afgemat door de martelende onzekerheid
van het helsche gebeuren, dat zelfs sterke
naturen murw maakte.
Tegen den avond nam de toeloop van
vluchtelingen nog toe en het waren soms
kleine tragedies, die zich op het station af
speelden. Men zag er moeders met twee,
drie en moer kinderen, óp van de zenuwen,
die langs de couné's renden om een plaats
je te verkrijgen. Men zag ouden van dagen,
die steeds geweigerd hadde n weg te gaan.
thans de wagens instappen. En men zag
ook vele jonge menschen, op wier gezich
ten men nog de angst en zorgen aflas van
dien nacht.
Het waren lange treinen en het waren
droeve treinen.
Vergeefs zocht men naar één opgewekt
gezicht. Vei'geefs ook trachtte men één
woord van bemoedigend optimisme op te
vangen.
Men zat stil voor zich uit te staren. Men
besprak, nog onthutst door het brute ge
weld van het gebeurde, het wonder dat men
hier zoo maar rustig mocht zitten in een
wegrijdenden trein.
Er waren anderen die hun zenuwen niet
meer den haas konden blijven. Die heftig
uitvielen, en met verbittering spraken over
hen. die al dat leed dien nacht hadden aan
gericht.
Daar was veel verdriet, verbittering en
verslagenheid, in die treinen.
In een der laatste treinen reisden wij
met een vrouw, een moeder, met bij zich
een jongen en een meisje. Dicht drongen de
kinderen zich tegen haar aan, in de oogen
van alle drie las men het gebrek aan slaan
en de moeheid die na dit alles een menscli
bevangt.
Toen hoorden wij van de vrouw, dat zij
naar Alkmaar reisde. Familie had zij er
niet, ze was zoo maar op goed geluk weg
gevlucht „Ergens zal ik toch wel onder
dak kriigen" was de eenige stroohalm waar
aan zij zich vastklemde
Dit was geen uitzonderingsgeval. Zoo wa
ren er meer menschen
De een reisde naar Alkmaar, de ander
trok naar Heiloo en weer anderen hadden
Amsterdam, Haarlem of Utrecht als doel
uitgekozen.
De een had een ver familielid, de ander
een vriend of een vriendin en weer ande
ren hadden er niemand.
Wij weten het wel: het was van deze
menschen zeer onverstandig zoo heen te
gaan Zoo zonder voorbereiding weg te
trekken uit Den Helder.
Maar moet men in deze tijden niet an
dere verstands-normen aanleggen bij hen,
van wie men moeilijk kan vergen dat ze
ook thans uitsluitend volgens logische be-
grinoen kunnen redeneeren?
Zoo voltrok zich deze droevige exodus.
Droevig, omdat velen gemeend hadden dat
Den Helder reeds tol genoeg aan den oor
log betaald had. droevig, omdat zoovele op
timistische verwachtingen opnieuw den
bodem ingeslagen is.
een aanvang gemaakt kon worden met
de leegpomping van de met water ge
vulde gasbuizen.
Dat dit niet zoo snel ging als de bewo
ners van Den Helder dat wel hadden
gewenscht, is te begrijpen. Men wete
evenwel, dat de inhoud van dit buizen
net 1800 kubieke meter bedraagt.
Door energiek doorpompen slaagde men
er in, dat toch Woensdagavond nog in en
kele stadswijken het erste gas aangevoerd
kon worden Veel beteekende het niet,
maar men kon althans weer een potje thee
warmen.
Ook gisteren is men den geheelen dag
naarstig bezig geweest met het uitpompen
en tegen den avond waren de zaken weer
zoover gereed, dat het grootste deel der
stad weer gas had.
Van het personeel van water- en
lichtbedrijven is gedurende deze laat
ste dagen veel gevergd. Méér dan wel
licht de meeste stadgenooten vermoe
den. Het is dan ook zeer zeker ge
wenscht hier een woord van waardee
ring te uiten aan het adres van dit per
soneel, dat medehielp deze ernstige
stagnatie zoo spoedig wedr te verhelpen.
Middenstanders die het hoofd boven
water houden.
Het is verwonderlijk welk een vitaliteit de
mensch bezit. We hadden nooit verwacht,
dat we, na alle teleurstellingen van de laat
ste maanden, na de vernietiging van het
stoffelijk bezit, na de geestelijke depressies
door bommen en andere oorzaken, er nog
sprake van zou kunnen zijn, dat we nog
weer voort konden leven. En tochhet
leven herneemt zijn rechten.
Hoevele zakenlieden in onze stad heb
ben blijk gegeven van een bewonderens-
waardigen moed. Men zag, hoe alles bij
de handen werd afgebroken, doch men
ging op een andere plaats weer verder.
Deze week zag de heer Kannewasser zijn
zaak op de Zuidstraat tot een puinhoop
worden. De zaak waarin men van vader
op zoon jaren en jaren zijn brood had
verdiend, waarin men veel lief en leed
had doorgemaakt. In enkele uren was er
niets dan een rookende puinhoop, in en
kele uren werd een kapitaal vernietigd.
Men zou verwachten, dat de eigenaar bij
de pakken neer ging zitten. Maar neen, een
advertentie in het nummer van gisteren
meldde, dat men doorgaat en in een per
soonlijk gesprek deelde ons de heer Kanne
wasser mede, dat hij direct alles in het werk
zou stellen om verloren voorraden aan te
vullen en zijn kleine kooplieden, een hon
derd in getal, weer voort te helpen. Dat dit
niet gemakkelijk zal zijn in dezen tijd laat
zich verstaan, maar dat de firma den moed
niet heeft verloren en weet, dat er maar een
mogelijkheid is om niet ten onder te gaan in
den chaos, dat is: niet te versagen, geeft
moed.
Dit fs een van de vele goede voor
beelden in onze stad en wij vertrouwen,
dat onze stadgenooten, het streven van
vele middenstanders, om het econo
misch leven van de stad te redden, zóó
zullen weten te waardeeren, dat ze ook
hun inkoopen in Den Helder blijven
doen, al zijn ze tijdelijk geëvacueerd.
Voor geëvacueerde stadgenooten.
Verschillende geëvacueerde stadgenooten
hebben zich op het distributiekantoor ver
voegd om een kaart voor extra brandstof
fen. omdat hun voorraad hier in Den Hel
der ligt ongeslagen en ze genoodzaakt zijn,
on de plaats waarheen ze tijdelijk trokken,
te stoken. Men hoonte nu op extra bonnen,
zoodat men niet in de noodzakelijkheid
komt. zijn brandstoffen naar zijn evacua
tie-oord over te moeten brengen.
Men deelt ons echter mede, dat het
niet mogeliik is aan deze verzoeken te
gemoet te komen, wel is een afwijkende
benaling gemaakt voor menschen, die
elders een kamer hebben gehuurd en
die in Den Helder hun huis aanhielden,
zonder dat ze tot nog toe een brand-
stoffenkaart ontvingen. Zij kunnen een
brandstoffsrkaart aanvranen en zullen
dan een hoeveelheid van 16 eenheden
ontvangen. Komen ze dezen winter nog
terug naar Den Helder, dan zal deze
hoeveelheid worden aangevuld tot 21
eenheden. Een eenheid is, zooals men
weet, een hectoliter.
WANNEER ZIJN DE BELASTING
KANTOREN GEOPEND?
Men verzoekt ons de aandacht van het
publiek op het navolgende te vestigen.
Er is een wijziging gekomen in de uren
van openstelling der bureaux van den In
specteur der Invoerrechten en Accijnzen,
van de inspectie der Directe Belastingen
en van het bureau der Schade-enquête
commissie. Deze uren zijn thans geworden
van 9.30 uur 's morgens tot 12.30 uur 's mid
dags en van 15 uur 's middags. Dit geldt
voor de geheeie maand November. In De
cember zijn deze uren van 10 uur 's mor
gens tot 12.30 uur en van 1—4.30 uur 's mid
dags.
Wat de uren van openstelling van het
kantoor van den Ontvanger der Directe Be
lastingen en dat van de Registratie betreft:
ook deze vangen aan te 9.30 uur 's mor
gens. De kassen sluiten op den ouden tijd.