y<kadAruLexwuJ) Het Heldersche huurprobleem door een verhuurder belicht Er is weer gas! EXODUS 2200 beschadigde huizen De oplossing een taak van de overheid Tweede blad m*). EN TOCH gaan wij verder Geen extra brandstoffenbons Hoe is thans dc positie voor den normalen huiseigenaar? Laten wij voor een analysee- ring aannemen, dat een derde van den wo ningvoorraad leegstaat. Normaal zou hij voor de drie genoemde typen van huizen (zie art. 2) in geld in zijn hand krijgen134 Stel dat hij onderhoud geheel achterwege laat dan geeft dit een finantieele verbetering van no. Totale ontvangsten 244.- Een derde van de woningen staat leeg, hetgeen een gemiddelde huur- derving b'eteekent van 296- Resultaat dat huiseigenaar uit zijn „Reserve" moet bijpassen 52.— Wanneer wij nu de huren van de overblijvende huizen nog hal vee- ren en laten wij aannemen, dat het huis van 6.weekhuur leeg staat, dan is daaraan toe te voegen 294.— Geeft totaal 346. Een ieder zal willen begrijpen, dat het moment spoedig zou gaan naderen, dat eigenaren aan hunne verplichtingen niet meer kunnen voldoen, met gevolg, dat wanneer van hoogerhand niet wordt in gegrepen, executies plaats vinden. Verlaging van lasten, zooals de heer C. Bot in zijn ingezonden stuk voorstelt, kan aan de hand van voorgaande cijfers geen oplossing brengen. Het heeft slechts tot gevolg, dat de Gemeente-finantiën nog meer worden aange sproken, hetgeen men op zijn belastingbiljet prompt terug zal vinden. He eenige vraag die men in deze richting zou willen stellen, is, waarom vindt men het wel billijk, dat het geheeie land in de kosten van vernietiging van eigendommen door oor logsgeweld bijdraagt en waarom behoort daartoe niet tot op zekere hoogte de huur- derving, welke ook een uitvloeisel van dit oorlogsgeweld is. Neemt men de omliggende gemeenten onder de loupe, waar tot dusverre nog geen bom men vielen, dan maken huiseigenaren een gouden tijd mede, immers nergens is' een huis te huur. Hoe komen we tot een oplossing? Hoe komen wij thans tot een oplossing? In de eerste plaats dienen wij er ons reken schap van te geven, dat wij zitten midden in een groot wereldgebeuren, waaruit naar wij hopen een betere samenleving zal gaan voortvloeien. Hiervoor zullen wij allen ons offer moeten brengen en dienen wij blijk te geven van goeden burgerzin. Wij behoeven daarbij niet te zeggen, dat wij niet allemaal Piet Heynen zijn, welke uitlating bedoeld is als een steek onder water op die mannen, welke het voorbeeld geven. Otinoodig risico nemen heeft aan den anderen kant weder niets te maken met moed. Mijn opvatting is, dat het verstandig is 's nachts Den Helder te verlaten, mits men, indien mogelijk, de fi nantieele consequenties zelve wil dragen. Raadsleden, welke pessimistisch voor de toekomst van Den Helder zijn, dienen uit dezen Raad te verdwijnen. Opbou wend werk is van hen niet te verwach ten, want bij alle zaken van beleid zullen zij in oppositie gaan, om slechts te kun nen zeggen: „Zie je wel, dat ik gelijk had". In de Marinestad Den Helder zijn, wanneer het noodig is, nog immer waardige nazaten van Piet Hevn, waarbij wij slechts behoeven te wijzen op die mannen, die kordaat de brandbommen op straat deponeerden. Wij dienen ons van de feiten rekenschap te geven en in een geest van gemeenschaps zin onze schouders onder een oplossing te zetten. In de eerste plaats dient zich de geest der huurders radicaal te wijzigen. Houdt op: „Koning huurder", met de vraag, waarom betaalt mijn buurman voor hetzelfde huis halve huur en moet ik, die een huurcontract teekende het volle pond opbrengen? Zijt gij een goed burger met gevoel voor gemeenschapszin, stel er dan integendeel een eer in, dat U in het algemeen belang aan Uw huurverplichtingen volledig blijft voldoen en wijst Uw buurman daarentegen op zijn weinig sociale houding. Dit zal IJ aan de hand van voorgaande becijferingen, (zie het tweede artiket in ons nummer van gis teren), welke niet alléén de belangen van de huiseigenaren raken, niet moeilijk vallen. Geeft U er rekenschap van dat U op deze wijze medewerkt Uw stad voor een zekeren undergang te bewaren, immers, zou T standpunt van „huurder" verder h>' mg vinden, dan nadert met rassche .chreden het tijdstip, dat eigenaren aan hunne verplichtingen niet meer kunnen voldoen, met gevolg: belastingverhoogin- gen, verderen uittocht uit de stad, met daaruit wederom voortvloeiende belas- tingverhooging etc., etc. In de tweede plaals dient aan het var- blekken van evacuatiogeldcn cle bepaalde voorwaarde verbonden te worden, dat de huren volledig worden betaald. Particuliere werkgevers dienen te overwegen, in hoe verre het in het belang van hun bedrijf is te achten hun personeel in het genot te stel len van een behoorlijke nachtrust en in dit verband na te gaan in hoeverre zij, in de daarmee samenhangende evacuatiekosten kunnen en willen bijdragen. In de derde plaats dienen de verhuurders van woon- en slaapgelegenheden in de om geving van Den Helder na te gaan, in hoe verre zij van de toestanden in Den Helder misbruik maken. De categorie, welke tot dus verre hunne huizen gesloten hielden en waarbij winstbejag geen rol behoeft te spelen kome tot inkeer. Uitgifte evacuatiebiljetten? In de vierde plaats, waar de Spoorwe gen met hunne tarieven rekenden op ge deeltelijke bezette wagens, kan gestreefd worden naar uitgifte van evacuatiebiljet ten tegen nog sterker gereduceerde prij zen. Professor Goudriaan heeft reeds meerdere malen blijk gegeven met zijn beenen stevig op den bodem van de werkelijkheid te staan, zoodat een kans daartoe niet tot het onmo gelijke gerekend zal behoeven te worden. Bij al deze evacuatie-wenschen dient men zich er echter rekenschap van te geven dat het met het oog op de vervoerscapaciteit wellicht onmogelijk zal blijken, om het grootste deel der bevolking van Den Helder tweemaal pet dag, zonder bezwaren te transporteeren. Toekomstmuziek. In de vijfde plaats dienen autoriteiten te overwegen op welke wijze zij in de naaste toekomst zouden kunnen bevorderen, dat het inwonertal van Den Helder weder gaai stij gen. Hierbij wordt gedacht aan het in het leven roepen van nieuwe industrieqp, uit breiding van den haven, opslagplaatsen en haveninstallaties, verbetering en verfraaiing van de verwoeste stadsdeelen, opruiming van krotwoningen, etc., etc., opdat wij klaar staan, wanneer de vrede weder zal zijn her steld, ons aandeel op te vorderen in de dan komende opleving. Men vergete niet dat vele havens bij het einde van den oorlog wel grootendeels onbruikbaar zullen zijn en dat in dit verband voor Den Helder een behoor lijke kans kan blijken weggelegd te zijn. Overbodig komt het voor daarbij te wijzen op het vliegveld „de Koov", dat zulk een groote uitbreiding onderging en straks bij hef vredeswerk een groote aanwinst zal blij ken te zijn. Een taak voor de overheid. Wat het huurprobleem betreft, acht ik het onjuist, dat een en ander aan het spel der vrije krachten wordt overgela ten. Ik neem aan, dat vele huurders met de feiten voor oogen aan mijn oproep ge volg zullen geven, doch hoe staat het met de huiseigenaars? Zullen zij niet, vooral waar Woningstichting besloten heeft haar huren te handhaven, uit meerge noemde concurrentie-overwegingen Wo ningstichting gaan onderbieden? Op deze wijze blijft het een chaos, weshalve de overheid hier regelend dient op te tre den. Dit regelend optreden zou kunnen geschie den door het weder in het leven roepen van de uit de jaren 1914—1916 bekende huurcom missies, met dien verstande echter, dat deze huureommissies thans beschermend optre den voor de huiseigenaren. In nauw overleg met de huiseigenaren zouden huishuren die nen te worden vastgesteld, waarbij het mo gelijk is, dat de huizen in behoorlijken staat worden onderhouden en de huiseigenaren aan hunne verplichtingen kunnen voldoen. Het feit, dat een derde deel van de huizen leegstaat, is uit den aard der zaak niet be vorderlijk tot het komen van een huur onder die, welke b.v. op 9 Mei gold. Kunnen wij echter op de wijze als hiervoren aangeduid komen tot een vermeerdering van het in wonertal, niet gevolg een beter rendement tengevolge van het teruggaan der leegstaan de woningen, dan zou overwogen kunnen worden alsnog een evenredige huurverhoging toe te passen. Op deze wijze kunnen huis- Velen sloten hun huis en lieten niets meer van zich hooren. Naar wij vernemen, is het aantal schade-aangiften bij de schade-enquête commissie tot op dit oogenblik 2200. Dat beteekent dus. dat in den kop van Noord-Holland minstens 2200 huizen door bommen beschadigd zijn, waarvan het leeuwenaandeel in Den Helder. En kele gevallen op boerderijen in de om geving, enkele perceelen in Enkhuizen en in andere plaatsen, die onder het rayon van deze commissie vallen. Bij dit aantal komen nog de aangiften van de boinmenschade van deze week, waarbij ruim 30 perceelgn totaal vernield werden, plus het groote aantal woningen, dat ernstige schade opliep. Men kan dus gevoegelijk zeggen, dat het aantal aangiften wel weer met eenige hon derden zal stijgen. Nu is het een zonderling verschijnsel, dat verschillende bewoners er niet aan denken, hun schade aan te geven. Zij zijn zoo timi de, dat ze de boel de boel laten, hun huis, voor zoover dat mogelijk is, afsluiten en elders een veilig onderkomen zoeken. Dat is natuurlijk niet verstandig. Men moet straks ook weer leven, men moet weer ver der en dus is het wenschelijk te redden wat er te redden valt en te trachten de schade vergoed te krijgen, die men materieel ge leden heeft. Het is een feit, dat de deskundige com missie van een tweehonderdtal perceelen. die men bezocht, er een vijftigtal gesloten vond. waarvan men geen sleutel kon krij gen en waarvan men dus onmogelijk de schade kon bepalen Deze gevallen blijven allen liggen, worden in het geheel niet be handeld of komen veel later aan de beurt. Het is dus in het belang van de be trokkenen als we er op aandringen, dat men ziin schade zoo sooedip mogelijk opgeeft, liefst aan de commissie voor den wederopbouw, ten Raadhuize, waar door men, zooals we gisteren schreven, verzekerd is van zoo snel mogelijke be handeling van zijn zaak. eigenaren medewerken om als het ware een premie te stellen voor terugkeer en/of ves tiging in Den Helder. Anderzijds zou deze huurcommissie ervoor hebben te waken, dat wanneer het getij, naar wij allen hopen, verkeert, de huren niet on evenredig zullen stijgen boven die, geldend op 9 Mei. Ook wat betreft huurschulden zou deze huurcommissie regelend kunnen gaan op- etreden en wel in dier voege dat zij deze huurschulden van de huiseigenaren over nam en tracht deze, de positie van huurder schuldenaar daarbij in aanmerking nemen de, geleidelijk binnen te halen. Eer voor schot op deze huurvorderingen zou huis eigenaren vergemakkelijken zijn verplichtin gen uit hoofde van lasten en hypotheek renten te voldoen. De nieuwe situatie. Nadat het voorgaande geschreven werd, waarbij een oplossing gezocht werd, waarbij ieder zijn steentje in het algemeen belang heeft bij te dragen, beleefden wij wederom het bombardement van 29 op 30 October. Tegenover dergelijke pijnlijke gebeurtenis sen verliest iedere oplossing, die men meent te moeten aangeven, uit den aard der zaak zijn waarde. Wederom zullen vele burgers onze stad verlaten, totdat een evenwichtstoestand is bereikt. Onder dezen evenwichtstoestand is te verstaan dat moment, dat alleen die men- schen overblijven welke uit hoofde van bun werkkring hier moeten blijven. Tn hoeverre wij dit nunt zijn genaderd is niet te taxee ren. doch wel is de conclusie te trekken, da' de gegeven becijferingen reeds thans geflat- 'eer genoemd mogen worden De vraag is dan ook of wij thans niet reeds van een noodtoestand mogen gaan spreken, hetgeen 'nhoudt. dat de overheid niet langer mag dralen met ingriinen dan wel ons haar s'andpunt do°'aohtig te doen worden. De feiten ziir te ernstin om deze zon der meer onbesnrolfen te laten. Wat ons allen dag en nacht bezig houdt is m.i. ook door huurder zoo volledig mogelijk tot uiting gebracht. Het woord is thans aan de overheid. Geheeie gasbulzennet was vol gestroomd met water. Zwaar werk voor personeel van Gas- en Waterleidingbedrijf. Bij de vele misère, die de bevolking van Den Helder deze week heeft moeten onder gaan, waarbij Vischbuurt, Vogelenbuurt en Sluisdijkstraat en omgeving zoo zwaar ge troffen werden, kwam als overmaat van ramp nog, dat in den nacht van Dinsdag op Woensdag zoowel het gas als de waterlei ding niet meer werkten. Kon men later in den nacht weder over water beschikken, met de gasvoorziening liep het door om standigheden minder vlot van stapel. Den geheelen Woensdag, benevens een goed deel van den Donderdag, was men van gas verstoken en eerst gisterenmiddag laat was er weder zoo veel aanvoer, dat er in vrijwel de geheeie stad gestookt kon worden. Dat met name de verbreking van den gastoevoer een ernstig euvel was, nu verreweg het meerendeel der bewoners voor kookdoeleinden uitsluitend op gas aangewezen is, behoeft geen nader be toog. Het zal dan ook slechts sporadisch zijn voorgekomen dat men beide ver streken dagen, „warm eten" op tafel heeft kunnen brengen. Tenzij men hier in wist te slagen met nog enkele liters gehamsterde petroleum, op de kachel, of met waxinelichtjes De oorzaak. Omtrent oorzaak, verloop en herstelling van deze uitermate ongelegen komende verbreking van den gas- en watertoevoer, hebben wij ons tot den directeur van de desbetreffende bedrijven, den heer J. N. E. Teune, gewend en hem een en ander laten vertellen. Het bleek daarbij, dat zware projec tielen kraters sloegen o.m. in Zuid straat, Sportlaan en Molenstraat, tenge volge waarvan vrijwel tegelijkertijd de hoofdbuizen van het gas en de water leiding aldaar vernietigd werden. Automatisch waren hiervan de con sequenties, dat de watertoren, waarvan de reservoirs te 12 uur 's nachts nog geheel gevuld waren, finaal leeg stroomde. Water in de gasbuizen. Dit was echter nog niet het ergste. Erger toch was de omstandigheid, dat het vrijko mende water in de vernielde gasbuizen stroomde De buizen raakten vol en zoo was ook de aanvoer van gas illusoir ge worden. Hiervan waren de gevolgen weer, dat de gasmotoren op het pompstation te Huisdui nen evenmin konden werken, aangezien ook deze op gas loopen. Het was echter één meevaller en wel het feit, dat door den heer Teune eeni- gen tijd geleden als reserve-voorraad 3000 liter spiritus aldaar was opgesla gen. De motoren konden dus overge- steld worden op spiritus en men kon daarna een aanvang maken met het naar de stad pompen van water. De omvang. De omvang van de lekkage in het buizen net moet men zich vooral niet te gering voorstellen, zoodat het uiterst moeilijk was de reservoirs van den toren vol te pompen. Vooral ook door het benoodigde water bij de blussching dei branden bleef de toren dan ook goeddeels leeg. Tengevolge van den weinigen druk bleef men in de stad dus eenigen tijd van water verstoken. Personeel „geleend". Het was noodzakelijk om, alvorens men den gastoevoer in orde kon bren gen, de waterleidingbuizen weder her steld waren. Hierbij deed zich het euvel voor, dat men dit groote karwei niet met den noodigen spoed kon verrichten met het beschikbare personeel van het bedrijf. En waar spoed betracht diende te worden, aarzelde men niet lang, doch liet men enkele ervaren fitters van het P.W.N. overkomen. Met de medewer king van deze „geleende" krachten was men in staat na geruimen tijd van hard werken de huizen te herstellen, waarna Het tweede artikel werd opgenomen in 0ns nummer van Donderdag 31 October. Het was te voorzien, dat zeer velen na het rampspoedig gebeuren van deze week hun vaste voornemen, in Den Helder te blijven, ook gedurende de nachtelijke uren, a t er ook van komen mocht, zouden herzien. Het was te voorzien, dat een nieuwe exo dus, een nieuwe uittocht, zou plaats vjn~ den en heel den Woensdag is gebleken dat deze veronderstelling juist was. Reeds met den eersten morgentrcin zag men inwoners vertrekken In het zwakke licht van den traag-komenden dag zag men ze staan: met moede oogen, gedeprimeerd door de meegemaakte catestrophe. geslagen door de misère, die in de voorbije uren be leefd moesten worden. Zoo stonden ze daar: met de valiesjes, met de opgerolde dekens, en met een scha mel deel van het in der haast bijeengegaar de huisraad. Een droef gebeuren. Na dien eersten trein werden ook de vol gende treinen gevuld met vertrekkende in woners van Den Helder Dat waren trei nen waarin men uitsluitend menschen zag, dooileliik vermoeid van de spanning die men in den nacht had moeten doorstaan, afgemat door de martelende onzekerheid van het helsche gebeuren, dat zelfs sterke naturen murw maakte. Tegen den avond nam de toeloop van vluchtelingen nog toe en het waren soms kleine tragedies, die zich op het station af speelden. Men zag er moeders met twee, drie en moer kinderen, óp van de zenuwen, die langs de couné's renden om een plaats je te verkrijgen. Men zag ouden van dagen, die steeds geweigerd hadde n weg te gaan. thans de wagens instappen. En men zag ook vele jonge menschen, op wier gezich ten men nog de angst en zorgen aflas van dien nacht. Het waren lange treinen en het waren droeve treinen. Vergeefs zocht men naar één opgewekt gezicht. Vei'geefs ook trachtte men één woord van bemoedigend optimisme op te vangen. Men zat stil voor zich uit te staren. Men besprak, nog onthutst door het brute ge weld van het gebeurde, het wonder dat men hier zoo maar rustig mocht zitten in een wegrijdenden trein. Er waren anderen die hun zenuwen niet meer den haas konden blijven. Die heftig uitvielen, en met verbittering spraken over hen. die al dat leed dien nacht hadden aan gericht. Daar was veel verdriet, verbittering en verslagenheid, in die treinen. In een der laatste treinen reisden wij met een vrouw, een moeder, met bij zich een jongen en een meisje. Dicht drongen de kinderen zich tegen haar aan, in de oogen van alle drie las men het gebrek aan slaan en de moeheid die na dit alles een menscli bevangt. Toen hoorden wij van de vrouw, dat zij naar Alkmaar reisde. Familie had zij er niet, ze was zoo maar op goed geluk weg gevlucht „Ergens zal ik toch wel onder dak kriigen" was de eenige stroohalm waar aan zij zich vastklemde Dit was geen uitzonderingsgeval. Zoo wa ren er meer menschen De een reisde naar Alkmaar, de ander trok naar Heiloo en weer anderen hadden Amsterdam, Haarlem of Utrecht als doel uitgekozen. De een had een ver familielid, de ander een vriend of een vriendin en weer ande ren hadden er niemand. Wij weten het wel: het was van deze menschen zeer onverstandig zoo heen te gaan Zoo zonder voorbereiding weg te trekken uit Den Helder. Maar moet men in deze tijden niet an dere verstands-normen aanleggen bij hen, van wie men moeilijk kan vergen dat ze ook thans uitsluitend volgens logische be- grinoen kunnen redeneeren? Zoo voltrok zich deze droevige exodus. Droevig, omdat velen gemeend hadden dat Den Helder reeds tol genoeg aan den oor log betaald had. droevig, omdat zoovele op timistische verwachtingen opnieuw den bodem ingeslagen is. een aanvang gemaakt kon worden met de leegpomping van de met water ge vulde gasbuizen. Dat dit niet zoo snel ging als de bewo ners van Den Helder dat wel hadden gewenscht, is te begrijpen. Men wete evenwel, dat de inhoud van dit buizen net 1800 kubieke meter bedraagt. Door energiek doorpompen slaagde men er in, dat toch Woensdagavond nog in en kele stadswijken het erste gas aangevoerd kon worden Veel beteekende het niet, maar men kon althans weer een potje thee warmen. Ook gisteren is men den geheelen dag naarstig bezig geweest met het uitpompen en tegen den avond waren de zaken weer zoover gereed, dat het grootste deel der stad weer gas had. Van het personeel van water- en lichtbedrijven is gedurende deze laat ste dagen veel gevergd. Méér dan wel licht de meeste stadgenooten vermoe den. Het is dan ook zeer zeker ge wenscht hier een woord van waardee ring te uiten aan het adres van dit per soneel, dat medehielp deze ernstige stagnatie zoo spoedig wedr te verhelpen. Middenstanders die het hoofd boven water houden. Het is verwonderlijk welk een vitaliteit de mensch bezit. We hadden nooit verwacht, dat we, na alle teleurstellingen van de laat ste maanden, na de vernietiging van het stoffelijk bezit, na de geestelijke depressies door bommen en andere oorzaken, er nog sprake van zou kunnen zijn, dat we nog weer voort konden leven. En tochhet leven herneemt zijn rechten. Hoevele zakenlieden in onze stad heb ben blijk gegeven van een bewonderens- waardigen moed. Men zag, hoe alles bij de handen werd afgebroken, doch men ging op een andere plaats weer verder. Deze week zag de heer Kannewasser zijn zaak op de Zuidstraat tot een puinhoop worden. De zaak waarin men van vader op zoon jaren en jaren zijn brood had verdiend, waarin men veel lief en leed had doorgemaakt. In enkele uren was er niets dan een rookende puinhoop, in en kele uren werd een kapitaal vernietigd. Men zou verwachten, dat de eigenaar bij de pakken neer ging zitten. Maar neen, een advertentie in het nummer van gisteren meldde, dat men doorgaat en in een per soonlijk gesprek deelde ons de heer Kanne wasser mede, dat hij direct alles in het werk zou stellen om verloren voorraden aan te vullen en zijn kleine kooplieden, een hon derd in getal, weer voort te helpen. Dat dit niet gemakkelijk zal zijn in dezen tijd laat zich verstaan, maar dat de firma den moed niet heeft verloren en weet, dat er maar een mogelijkheid is om niet ten onder te gaan in den chaos, dat is: niet te versagen, geeft moed. Dit fs een van de vele goede voor beelden in onze stad en wij vertrouwen, dat onze stadgenooten, het streven van vele middenstanders, om het econo misch leven van de stad te redden, zóó zullen weten te waardeeren, dat ze ook hun inkoopen in Den Helder blijven doen, al zijn ze tijdelijk geëvacueerd. Voor geëvacueerde stadgenooten. Verschillende geëvacueerde stadgenooten hebben zich op het distributiekantoor ver voegd om een kaart voor extra brandstof fen. omdat hun voorraad hier in Den Hel der ligt ongeslagen en ze genoodzaakt zijn, on de plaats waarheen ze tijdelijk trokken, te stoken. Men hoonte nu op extra bonnen, zoodat men niet in de noodzakelijkheid komt. zijn brandstoffen naar zijn evacua tie-oord over te moeten brengen. Men deelt ons echter mede, dat het niet mogeliik is aan deze verzoeken te gemoet te komen, wel is een afwijkende benaling gemaakt voor menschen, die elders een kamer hebben gehuurd en die in Den Helder hun huis aanhielden, zonder dat ze tot nog toe een brand- stoffenkaart ontvingen. Zij kunnen een brandstoffsrkaart aanvranen en zullen dan een hoeveelheid van 16 eenheden ontvangen. Komen ze dezen winter nog terug naar Den Helder, dan zal deze hoeveelheid worden aangevuld tot 21 eenheden. Een eenheid is, zooals men weet, een hectoliter. WANNEER ZIJN DE BELASTING KANTOREN GEOPEND? Men verzoekt ons de aandacht van het publiek op het navolgende te vestigen. Er is een wijziging gekomen in de uren van openstelling der bureaux van den In specteur der Invoerrechten en Accijnzen, van de inspectie der Directe Belastingen en van het bureau der Schade-enquête commissie. Deze uren zijn thans geworden van 9.30 uur 's morgens tot 12.30 uur 's mid dags en van 15 uur 's middags. Dit geldt voor de geheeie maand November. In De cember zijn deze uren van 10 uur 's mor gens tot 12.30 uur en van 1—4.30 uur 's mid dags. Wat de uren van openstelling van het kantoor van den Ontvanger der Directe Be lastingen en dat van de Registratie betreft: ook deze vangen aan te 9.30 uur 's mor gens. De kassen sluiten op den ouden tijd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1940 | | pagina 5