AKKERTJES Peinzerij in het najaar Kerk en Zending Indien een brandbom op Uw huis valt „Zenuwen „Nare dagen Lusteloosheid Amsterdam bij avond W.A. mag onbeperkt marcheeren Burgerlijke Stand van Den Helder De Nederiandsche Pijnstiller De Britsch-ïndsche kooplieden «n JAPAN LAVAL heeft ootroereode herinner ngen Secretaris van Roosevelt trapt een neger Wat moet U doen? Tot de meest gevreesde nachtelijke on ruststokers van onze stad zijn zoo langzamer hand de brandbommen gaan behooren, die sedert de laatste maand herhaaldelijk uit vliegtuigen geworpen werden en speciaal deze week ontzaglijke schade in de stad heb ben aangericht. En dat is geen wonder, als men weet dat het aantal, dat de laatste maal uitgeworpen werd, het getal van 100 over schrijdt. Waar echter herhaaldelijk gebleken is, dat men bij het inslaan van een brand bom nog niet alles verloren behoeft te wanen indien men maar koelbloedigheid genoeg bezit om terstond in te grijpen, mag het een uiterst nuttige maatregel geacht worden, dat gisteren ergens in de stad een demonstratie gegeven werd door een brandbom-deskundige over de wijze waarop men dit gevaar in, op, of bij zijn woning kan bezweren. Men leze het on derstaande derhalve aandachtig, opdat men een leidraad bezit hoe te handelen als een dier vuurspuitende projectielen onverhoopt op Uw woning mocht neer dalen. Een brandbom is een ongeveer 3V2 lot 4 decimeter lang apparaat, hetwelk bestaat uit twee gedeelten. Een bovengedeelte, bestaan de uit een soort blank tin of nikkel, hetwelk men populair uitgedrukt het „handvat" zou kunnen noemen en een zwarte helft, geheel bestaande uit electroon, hetwelk totaal op brandt. Vanwege de groolere zwaarte van het elec- troon-gedeelte valt de bom met dit stuk naar beneden gericht. Brandbommen worden soms in series van 20, andere malen weer in series van 40 en zelfs tot 50 tegelijk uitgeworpen. Een vlieg tuig kan er circa 80 tegelijk van mede- nemen. Bevindt men zich thuis en hoon men een brandbom, dan kan men wel aannemen, dat deze door het dak heengeslagen is en zich op den zolder bevindt. Het is dringend aan te bevelen dat zich op iederen zolder in Den Helder een emmer zand bevindt, aange zien dit het materiaal is, hetwelk men bij voorkeur op het projectiel dient te werpen. Wen grijpe den bom vast, alleen dan, in dien deze nog niet geheel ontbrand is of nog niet in actie gekomen is of slechts vuur spuit uit een kleine opening in het blanke gedeelte. Het aanpakken is dan als onge vaarlijk te beschouwen, en men kan het ap paraat het raam uitwerpen. Een neergekomen brandbom heeft on geveer een periode van 30 seconden noo- dig om tot ontbranding te komen. Een behoorlijke tijd dus om nog zijn maat regelen te nemen. Is hij ontbrand, en barst het witte vuur naar alle kanten uit, dan is de eenige metho de zand over het vuur te werpen. Men ziet dan van boven de vlammen dooven, doch houde er tevens rekening mede, dat onder het zand de brand voortwoedt. Laat men de bom dan ook verder liggen, dan is de waar schijnlijkheid groot dat de bom door den zol der heen brandt Het beste is ook dan te trachten het projectiel met een schop uit het raam te werken. Deze bommen branden van 5 tot 10 minuten en ontwikkelen een hitte van meer dan 2000 graden. Het fel-brandende electroon is niet te blusschen. Water op de bom werpen is ten eenenmale funest, aangezien dit de brandcapaciteit van het projectiel nog verhoogd. Het aanpakken van de nog niet tot volle ontbranding gekomen zijnde bom dient bij voorkeur te geschieden met een doek, opdat men zich voor brandwonden vrijware. Bovenstaande theorie klopte volkomeq met de proef, die wij mochten aanschouwen met een ontbrande brandbom. Met wat koelbloedigheid en moed moet het mogelijk zijn menigen bom nog tijdig weg te werken, zoodat erger voorkomen kan worden. Nogmaals evenwel: men make z'n zolder zoo ruim mogelijk en zorge dat er zoo weinig mogelijk licht-ontbrandbaar materiaal aan wezig is. VERKEERSPAAL GESNEUVELD. Gisterenmorgen sloeg, op het Stations plein, een paard gespannen voor een wa gen van Van Gend en Loos, op hol. Het dier holde de Pr. Hendriklaan door en nam op het Koningsplein een verkeerspaal mee, die totaal vernield werd. Een man, die op het Koningsplein liep, sprong toen voor het dier, greep het en bracht het tot staan, zoodat deze hollerij tenslotte alleen met wat materieele schade afliep. 29 October 1940. BEVALLEN: J.'TamesDrogt, z. ONDERTROUWD; A. C. Schippers en C. Kossen; J. van 't Hoff en H. Th. Hegster; D. Zasburg en J. C. van Kleef. 30 October 1940. OVERLEDEN: P. Tjjdeman, m., 73 jaar. BEVALLEN: A. A. DekkersJas, d. van 31 October 1940. GETROUWD. A. Been en G. Runnenburg. L. A. H. Wagemakers en H. Luschnig. OVERLEDEN: M BakkerWezelman, 69 jaar; A. Bakker (m 31 j.; J. C. Bakker- Pol 22 j.; G Bakker (m.) 30 j.M. J. Bak ker—van den Berg 36 j.; A. Kars (m.) 33 j.; G. Karsvan Zandwijk, 26 j. Want in het najaar als het Land gaat slapen Wordt alles even zoo volkomen schoon; Dan draagt het, al te kort, een koningskroon Van louter blad-goud om de lichte slapen. (F. Bastiaanse). De herfst is ditmaal weer van een bijzondere bekoring. Nevelig zijn de dagen en windloos. Om de hoeve is het stil geworden. De zwaluwen zijn sinds half September verdwenen. De mor gengroet van den haan ontbreekt, omdat hij viel als slachtoffer van het voergebrek... Het wordt straks nog stiller, want het vee gaat spoedig op stal en dan wordt het hu-hu-geroep van de knechts door den stillen ochtend of in den vallenden avond niet meer gehoord. Al leen het klare kinkelen van demelkemmers en de zeven, die de meid blinkend boent op het gele straatje bij de pomp na melktijd, zal nog de rust verstoren. Ook bij den bouwboer wordt het stiller. Wekenlang kroop de hooge dorschmachine, getrokken door een tractor, langs de lange landwegen van hoeve naar hoeve. Hoog opgetast stonden daar heel broe derlijk naast de hooiklampen de bergen graan te wachten. Dagenlang klonk het eentonige schokkende gedreun van de „das" over het veld. Soms hinderde je dat lawaai, maar dan weer was het goed er naar te luisteren. Je hoorde er in zingen een lustig lied, dat sprak van arbeid en dan weer een danklied, dat ver telde van gewonnen voedsel. Begrippen, nu meer dan ooit voor ons van groote beteekenis. Zoo lang de lepel in de breipot staat"... niet waar! Terwijl de volle aren leeggeschud wor den, brengt men de akker weer in gereedheid. Diep snijdt het ploegmes door den zwaren grond, daarna glijdt de eg nog eens over de bewerkte aarde, de goede aarde... Najaar, in slaap dommelende natuur... Verspreide troepjes bonte kraaien boven het grauwe duinlandschap: zand en helm, een zaam en dor toch onder de grillige wolken luchten of het witte maanlicht wonderlijk schoon! „Als een hoogop,golvende zee door één slag van God's toverstaf gesteld", zegt Herman Robbers. Wat waren de bonte kraaien vroeg dit jaar! Anders namen wij die grijsgejakte heeren uit het Noorden eerst in de derde week van Octo ber waar en nu zijn de eersten reeds eind Sep tember gearriveerd. Toch geen koude winter, hopen we Naar het strand ga ik niet. Toch houd ik van de zee, die altijd boeit, altijd bekoort. Ik houd van het grauwe, blauwe dan weer diep groene deinende water, dat zich beweegt van horizon tot horizon en geen rust kent. Ik houd van de zee, omdat ons land uit de zee is voort gekomen en de zee Holland tot Holland maakte. Ik houd van de zee, omdat het hart van ons volk met ontelbare banden van glorie en roem, weemoed en smart aan haar gebon den is. De zee, zij is mij lief. En toch... Het strand en de zee, nu stoten zij mij af. Op de zee waart de dood rond. In vroeger dagen vertoonde de zee zelf zich soms als een meedoogenlooze vijand. Toen wist je echter met wie je te doen had, je zag je vijand nade ren, je voelde hem naderen. Dreigende wolken luchten stapelden zich dan aan den gezichts einder en het water werd donker en onrustig, nog voor de wind begon te waaien. Je maakte je schip strijdvaardig, de touwen werden vast gesjord, de luiken gesloten en je vocht een eer lijken strijd. Met je zeemanskennis en je zee- mansmoed wist je heel dikwjjls die worsteling met de elementen tot een goed einde te bren gen. Ook in zeegevechten van vroeger tijden waren kennis, durf en bekwaamheid van over wegend belang, het waren dè factoren, die de zege bepaalden. Wiens schip de meeste zeilen had, wie het best van de zeestroomen wist te profiteeren, die was in het voordeel. Zelfs „vaatjes boter" brachten wel eens redding. Het was strijd, maar toch nog éérlijke strijd. Nu is de vijand onzichtbaar. De zee is vlak, de zon blikkert in het witte schuim van de zogstreep of de sterren staan klaar aan den hemel als een lijfwacht om de lichte maan. Geen gevaar van de zijde der elementen te duchten. Zij wenschen rust en vrede. Het schip gaat ongestoord zijn weg naar het onzichtbare doel. Ergens aan den horizon is even het oog van een duikboot te zien, een valsch oog. De sluipmoordenaar weet zich nu zeker van zijn zaak en trekt zich weer terug in zijn schuil hoek. Enkele minuten later is ook het andere schip verdwenen. Donkere plekken, die op het kalme water als een groote bloedplek wijzen nog de plek der misdaad aan. En de sluip moordenaar vervolgt zijn weg, want als een roofdier eenmaal bloed heeft geproefd, vraagt hij naar meer, altijd meer, is hij niet te ver zadigen. Weken, soms maanden later staan wij bij de witte kapel aan den rand der duinen en lezen namen op verschgeschilderde kruizen van menschen uit nabije en verre landen, die aanspoelden toe de najaarsstorm raasde op onze kusten. „Er gab sein Leben für das Va- terland"Died for his King and Country"... Het strand en de zee, voor mij hebben zij hun bekoring verloren. Ik was eens in een wereldstad, een stad waar millioenen menschen werkten, waar het lied van den arbeid doorklonk in alle geluiden, waar menschelijk geluk en leed was, waar het goed was te leven. Toch teekende toen reeds de angst zich af op het gezicht van menigeen. Aan de muren kleefden witte papieren, die spraken van „koelbloedigheid bewaren". Ik kwam er in een park, hooge boomen en kleu rige bloemperken in voorjaarstooi en op de banken vele moeders met nog veel meer kin deren, die speelden in het. zand of genoeglijk brabbelden in den wagen. Ze waren het lawaai van de wereldstad, hun zesde étage in de nauwe straat of hun kamer in de woonkazerne even ontvlucht... Terwijl ik die kinderen zag met hun donkere dartele oogen, hun vroolijke uitroepen hoorde, ging er een koude rilling door mij heen. Want hoog boven het park ronkte een escadrille bommenwerpers op weg naar de manoeuvres. De oorlogsduivel wierp zijn schaduwen reeds vooruit, donker en on heilspellend. De kinderen speelden door, hadden alleen interesse voor hun zandtaarten, hun autopedraces... Kort geleden zag ik weer kin deren spelen en weer ronkten groote oorlogs vogels boven hun hoofden. De kinderen had den nu houten geweren en schoten op de ma chines: paf... poef... poef... De beschaving is ook in het herfstgetjj aangeland, de beschaving is ziek, gaat zij sterven? Zooa's de paddenstoelen in het herfstwoud van het wegkwijnende blad leven en welig tieren, zoo gaat het thans ook de menschelijke parasieten der ster vende bes^hav'ng wel. Wanneer zal het Lente worden? c- W. K. Laatste tramrit om half acht. AMSTERDAM. Met ingang van heden, 1 November, zul len de diensturen van de Gemeentetram zoodanig gewijzigd worden, dat de diensten des morgens omsiteeks half acht zullen aanvangen 0111 zeven uur zullen de eerste trams de remise verlaten en dat 's avonds om half acht de laatste rit begint. Om half negen dienen de laatste wagens in de remise te zijn teruggekeerd. De buslijnen en lijn 19 zullen zooveel vroeger beginnen en zooveel later eindigen, dat zijn aansluiting geven op het overige tramnet. De autobusdiensten ten behoeve van de schouwburgbezoekers, welke hun vertrek plaats op het Leidsche en het Rembrandts- plein hebben, blijven voorloopig gehandr haafd. Faciliteiten voor de organisaties der N.S.B. Naar wij vernemen heeft de secretaris-ge neraal, wnd. hoofd van het departement van Justitie aan de politie autoriteiten een schrij ven doen toekomen, waarin wordt medege deeld, dat de rijkscommissaris voor het be zette Nederlandsclie gebied de W.A. van de N.S.B. en de Nederlandsche SS van de N.S. B. heeft goedgekeurd. Aan deze goedkeuring is verbonden het recht 0111 niarschen (op tochten) te houden in alle plaatsen in Neder land, zonder nadere formaliteit, tenzij de for matie sterker is dan plm. 100 man (storm), in welk geval de belanghebbende organisa tie verplicht is van den voorgenomen optocht uiterlijk drie dagen van tevoren kennis te geven aan het (de) hoofd (en) van plaatse lijke politie, in welks (welker) gemeente(n) de optocht zal plaats vinden, Met deze kennisgeving kan worden vol staan. Tenslotte wordt in dat schrijven me degedeeld, dat de N.J.S. (nationale jeugd storm geen vergunning behoeft voor het hou den van optochten. Zij doelen de nervositeit dor En- gelsche regoering niet. De Britsche Indische Kamer van Koop handel in Kobe heeft besloten geen gevolg te geven aan de uiinoodiging van den Engel- schen consul om Kobe te verlaten. De woord voerder van de Kamer van Koophandel wees erop dat de Britscli Indische kooplie den. zich in Japan zeer goed thuis voelen en de nervositeit van de Britsche regeering niet kunnen deelen. Bede over het onderhoud Hitler- Pêtain. De Fransche minister van buitenlandsche zaken en plaatsvervangende ministerpresi dent, Laval, die weer naar Vichy is ver trokken heeft gisteren in Parijs tegenover de pers een verklaring afgelegd, waarin hij o.a. het volgende zeide. De eerste besprekingen zijn gevoerd in een atmosfeer van hoffelijkheid en in een geest van wederzijdsch begrip, Ijetgecn na een nederlaag gebruikelijk is. Er moet nog een langen weg worden afgelegd voordat al le bestaande kwesties zijn geregeld. Het is niet mogelijk in enkele dagen of zelfs in en kele weken alle schade te herstellen en de ruïnes te herbouwen die door op een zoo ge vaarlijke wijze begonnen oorlog zijn ont staan. Hij, Laval, zal van de beide ontmoe tingen, die hij heeft bijgewoond, een ont roerende herinnering bewaren. „Toen ik, zoo verklaarde Laval let terlijk. maarschalk Pétain tegenover den Fuehrer Adolf Hitier zag, be greep ik, dat men op een andere wijze dan door veldslagen het lot van de beide naties kan regelen." Frankrijk zal zich in de toekomst tegen buitenlandsche inmengingen weten te verde digen en in vrijheid de verantwoordelijk heid voor zijn daden alleen op zich te nemen. EEN WOORD VOOR ONZEN TIJD. Onder dezen titel schrijft ds. H. M. Sasse te Sloten in ,JIervormd Nederland" het volgen de: Jezus spreekt niet over brandende vraag stukken. Wij kunnen niet met onze problemen naar den Bijbel gaan en antwoord zoeken op de vragen, zooals wij ze stellen. Den Bijbel lezen beteekent: luisteren, wat God ons te zeggen heeft. God spreekt van een anderen kant, dan waar wij vandaan komen. Wjj zouden willen vragen: wat zegt de Bijbel over volk, over het nationale, over het sociale, het economische levenDe Bijbel en het Evangelie laten ons zien hoe God, hoe Jezus Christus met men schen omgaat. Visschers en geleerden, een tol- lenaar, die door zijn volksgenooten als verrader wordt beschouwd, een Romeinsch officier van het bezettingsleger -allen zijn Hem welkom, even welkom als de Jodendie tot de élite van Jeruzalem worden gerekend. Jezus ziet de menschen aan met het oog van God en Hij openbaart ons hoe dat is. Hij ont dekt aan ons geweten, wat de eigenlijke geva ren zijn die het menschelijk leven bedreigen en verwoesten. Hij biedt ons bescherming aan tegen de gevaren, zooals Hij ze ziet. Zijn be scherming geldt niet in de eerste plaats de ge varen van ziekte, granaatscherven, burgeroor- log, verlies van bezittingen of positie. De mo gelijkheid dat Hij ons ook tegen zulke gevaren zal beschermen, is niet uitgesloten.„Wat Zijne liefde wil bewerken, ontzegt Hem Zijn vermo gen niet". Maar de belofte: „Niemand zal hen uit Mijne hand rukken", geldt in de eerste plaats de bescherming, die Hy ons belooft tegen de booze macht, die vat heeft op ons in nerlijk, geestelijk en moreel bestaan. Hij heeft het jegens ons over vergeving van zonde, over de gave van Zijn heiligheidgerechtigheid, over het gave leven, het eeuwige leven. Tot de menschen, die blijven aanhouden om antwoord op hun vanuit het nationale interesse gestelde vraag, moet Hij hard en scherp aftcjj. zend spreken.„Gijlieden gelooft niet, want gij zijt niet van Mijne schapen". Zij willen Jezus dwingen om partij te kiezen in vragen, die niet van absolute, eeuwige beteekenis zijn. Men be geert een uitspraak van Jezus over een ko ninkrijk van deze wereld; maar Hij laat zich niet verleiden tot het geringste compromis met de regel: „Zoek eerst het Koninkrijk Gods en Zijn gerechtigheid'. OVERLEDEN. Te Manilla (Philippijnen) is overleden bis schop Gregorio Aglipay, bijgenaamd „de Phi- lippijnsche Luther", die in 1902 uit de Roomsch- Katholieke kerk trad en zelf een kerk stichtte, die thans twee mïllioen leden telt. DE LEGER- EN VLOOTPREDIKANT. Het bureau van den leger- en vloot predikant in algemeenen dienst dr. M. G. Harrenstein, dat gevestigd is aan den Stationsweg no. 10 te 's Gravenhage, zal met ingang van 1 November worden opgeheven. Alle zaken moeten derhalve vóór dien datum worden afgewikkeld. De directeur-generaal van de nieuwe stichting -Winterhulp Neder land)" de heer C. Piek, tijdens zijn rede voor de pers (Foto Schimmelpcnningh) Een door den secretaris van Roosevelt, F.arly, verwekt incident heeft in Noord- Amerikaansche kringen nogal stof doen opwaaien. Toen Roosevelt na een te New York gehouden rede naar Washington te rugkeerde, belette een negerpolitieagent j Early den trein binnen te gaan, waarop Earlv den politieman een trap tegen den buik gaf. Dit incident heeft vooral in verband met de verkiezingscampagne zooveel opzien ge baard, dat de leider van de democratische partij Roosevelt verzocht heeft, Earlv tot na de verkiezingen met verlof te zenden. Vooral onder de negerkiezers heeft het in cident veel opwinding veroorzaakt. De parade te Krakau bij de herdenking van den eersten verjaardag van het opbouwwerk in het generaal-gouvernement (Foto Weltbild^ 1 - -•••• - l,,en de zaak blauw blauw. In verband met de verduistering'* voorschriften worden de witte strepen, die de rijbanen op Rijksstraatwegen aangeven, in het blauw gezet. Het werk op dan wtg Amstprdam Haarlem (Foto Pax-Holl»'1®'

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1940 | | pagina 6