ÜI Als we ver van huis zijn De ballonvlucht van Coxwell PIET DE SMEERPOES ïltAti jongend en meibjel! Oplossing raadsel vorige week Nieuw Raadsel Wat een stekelbaarsje vertelde I Er liggen inderdaad heel wat briefjes op m'n bureau en ik was van plan ze te beant woorden, maar er zijn vandaag en gisteren zoveel dingen tussengekomen, dat er niet verl tijd overblijft. We wachten dus en hopen volgende week weet tijd te vinden ons babbel tje te houden. Laten we dus afspreken, net als in de drukke winterweken dat jullie me vc gende week niet schrijven en alleen de oplossing van het raadsel inzenden. Natuurlijk vermeld ik hier wel de naam van den prijswinnaar, want die heb ik gauw uit de goede oplossingen geloot en de gelukkige is van de eek: WIM JAMOEL, De Wetstraat 39 Verdraaid, ik zie, dat het nog een taart is ook. Een dubbele felicitatie dus. Jongens en meisjes, tot volgende week, hopen we. Kindervriend. D, Lek, Denen, Den Haag, Den Helder, Btolpen, Bedum, Zee, r. Horizontaal: 1. Een sappige blauwe of gele vrucht. 4. Reeds. 6. Lengtemaat, 7. Kroeken. Verticaal: 1. Groeit op de aarde en heeft stengel en bladeren. 2. Eetbaar ooigewas. 3. Inrichting voor het fijn maken van graan. 6. Afkorting voor namelijk EEN AARDAPPELBEEST. Dit leuke beest kun je zelf maken van 'n paar aardappelen, een lucifer, drie ve ren en twee spelden met zwarte of rode koppen. Het is zo makkelijk dat ik er niets meer van hoef te zeggen. Het beest zal het pret tig vinden, als je hem met zorg maakt. DE MOLEN, EEN VAN DE VELE MOOIE DINGEN VAN ONS LAND. Gonnie: „Moeder, cfé juffrouw op school weet r.iet eens wat een paard is! Ik had er een op 't bord getekend en ze wist niet wat het was!" Marchien ging een grote verandering te gemoet. Ze ging naar Zwitserland óp een kostschool. Je begrijpt dat al haar vrien dinnen vreselijk jaloers waren. Nee, ja loers is een lelijk woord, ze benijdden haar alleen maar. Geen wonder, wie zou niet graag in Marchien's plaats willen' zijn? Marchien zelf vond 't natuurlijk ook dol. Al die voorbereidingen waren al een feest op zichzelf. Ze kreeg twee nieuwe koffers, nieuwe jurken, stevige schoenen, een skiuitrusting (wapt op de kostschool leerdén ze Skiën), boeken, briefpapier enz. Eindelijk was de grote dag aangebroken. Een hele schare kennissen bracht haar naar 't station. Dat vond Marchien wel een akelig 'ogenblik, want het was de eerste keer dat ze zo lang van huis ging. Maar tegelijkertijd voelde ze zich wat trots! En toen de trein wegreed, hing er een lachen de Marchien uit het raam. Drie weken later. Een bruinverbrande Marchien zat op haar kamertje op de kost school. Dat kamertje deelde ze met nog twee meisjes, een Belgisch en een Ameri- kaansch meisje, want op de kostschool kwa men meisjes uit alle landen. Ze kon het best met haar kamergenootjes vinden. Trouwens het hele leven op school vond ze heerlijk. Wel had ze nog wat moeite met de taal, ze moesten daar Frans spreken, maar Marchien was flink. Het kon haar niet schelen of ze fouten maakte, ze pro beerde te spreken en het ging al makke lijker dan in 't begin. Het heerlijkst vond ze de wandelingen buiten. De omgeving was zo prachtig. Toen ze voor de eerste keer de bergen zag, was ze er stil van geworden. En dan de schit terende zonsondergangen boven het meer. Marchien zou wel altijd buiten wil en zijn. En toch waren er ogenblikken dat Mar chien, ze durfde het zichzelf niet eens te bekennen, een beetje heimwee had. Het is geen schande om heimwee te hebben, waar ze schaamde zich er vqor. Ze had al tijd zo opgeschept, dat ze van „die onzin" geen last had. Soms moest ze voortdurend aan thuis, aan haar Nederlandse school vriendinnetjes en aan de zee denken. Want Marchien woonde in Zandvoort. Ze miste de zee erg. Dan haalde ze de doos met photo's voor de dag en tuurde minuten lang op de vertrouwde-gezichten van vader, moeder of vriendinnen. En dit bracht haar op een idee. Ze kocht een photoalbum met wit papier. In haar volgende brieven naar huis, vroeg ze om oude Nederlandse kranten en tijd schriften. Als ze haar huiswerk gemaakt had, zocht Marchien die kranten en tijd schriften goed door en haalde eruit, wat ze nodig had. Typische berichten over Ne derland, verslagen van toneelvoorstellin gen, films enz. die ze gezien had, platen van steden en dorpen in Nederland enz. En met die dingegn stelde ze een album samen, waarvan ze haar hele leven ple zier zou hebben. Óaar plakte ze photo's van thuis, die krantenuitknipsels, platen enz. in. Verder schreef ze er spreuken of gezegdes in, die zé zich van school of waar ook herinnerde of gelezen had. Met veel geduld en toewijding werd het een album waar ze trots op was. Toen ze met vacan- tie naar huis ging verzamelde ze nieuwe dingen. Photo's die ze in de vacantie maak te, tramkaartjes, programma's van alles en nog wat, bloemen om te drogen en al die dingen meer. Marchien heeft later nog heel wat ge lukkige uurtjes met haar album doorge bracht. Wat denken jullie van zo'n album? Veel jongens en meisjes zullen later misschien in een andere stad of ander land gaan wonen. Wat is het dan niet heerlijk om en schat van herinneringen uit je geboorte plaats of land bij je te hebben! In plaats van een album kun je ook een dik schrift nemen. Met blanco vellen. Als je met ge duld en netheid te werk gaat, zul je een album krijgen, waar je je hele leven wat aan hebt. Het woord vliegmachine is een woord dat jullie in deze tijd vooral, elke dag hoort gebruiken. We vinden het heel gewoon dat er vliegmachines bestaan. Je neemt een vliegmachine als je heel vlug ergens heen moet of je neemt ee» vliegmachine als je inplaats van een treinuitstapje eens „iets anders" wilt. Wat is zo'n vliegmachine niet een gemak! Alleen als we aan de oorlog denken, zouden we willen dat ze nooit uit gevonden waren. Er was eens een tijd dat er van vliegma chines geen sprake was. Wel droomden sommige mensen al van „in de lucht vlie gen" en na verscheidene pogingen is dat ook gelukt. Eerst „vlogen" ze in een lucht ballon. Dat klinkt nu wel allemaal heel gewoon, maar denk eens aan de moedige mensen, die als eerste luchtvaarders met zo'n ballon de lucht ingingen. Lang niet alle ballonvluchten liepen goed af. Meest al lag dat aan technische foulen of on voorziene omstandigheden. Zo kwam de luchtvaarder Coxwell bijna om het leven, omdat het ventiel niet werkte. 9 Juli 1847 wilden Coxwell en Gypson met een paar anderen opstijgen en vanuit de ballon een vuurwerk ontsteken. Het was erg donker en mistig en er was geen windje te bekennen, maar er was onweer op komst. „Eindelijk", zo vertelt de verslaggever, "waren alle voorbereidingen getroffen. We namen etenswaren mee, daar meneer Gyp son van plan was de hele nacht boven te blijven en nadat er nog een stuk of acht zakken zand als ballast warén ingeladen, gaf hij bevel de ballon los te laten. De muziek speelde, het volk jubelde en de ballon steeg buitengewoon snel, maar draaide zich, bij het opstijgen om. De eer ste poging om het vuurwerk te ontsteken mislukte, maar de tweede niet. Het duurde niet lang of grote vuurpijlen schoten door de lucht, wat van de grond af èen prach tig gezicht geweest fnoet zijn. Ondertussen werd er op de grond ook vuurwerk ontsto ken en zagen we daar ook vuurpijlen om hoog schieten. Zo nu en dan was de hele omgeving verlicht, maar te kort om iets te onderscheiden. Boven ons zagen we de he mel die bezaaid was met duizenden ster ren. We stegen steeds hoger tot meneer Gyp son zei dat we een hoogte van 7000 voet hadden bereikt. Op dat ogenblik zei meneer Coxwell, die het ventieltouw moest vast houden en op de ring van het netwerk zat, dat de ballon, door de verdunning van de lucht, erg strak werd. Direct werd het bevel gege-en uit het bovenste ventiel een beetje gas te laten lopen. Coxwell trok aan hét touw en direct daarop hoorden we een geruis, het onder ste gedeelte van de ballon trok samen en trok samen en trok zich tegen het andere gedeelte aan. Gypson riep direct:: ,,Wat ge beurt er?", waarop Coxwell antwoordde: „Het ventiel! We gaan allemaal dood!" Op hetzelfde ogenblik begon de ballon met razende snelheid té dalen. Twee leden van de bemanning riepen di- •rect „help!" en de anderen gooiden onmid dellijk alles overboord om de ballon wat lichter te maken, maar het hielp niets. De wind raasde nog altijd over onze hoofden en tot overmaat van ramp kwamen we in he' vuurwerk terecht De bliksem lichtte om ons heen en de h,ele machine begon te beven en te trillen. Hoe lang we gevallen zijn. Weet ik niet, maar twee minuten waren het zeker. Onze redding hadden we, volgens mij, alleen te danken aan het feit, dat het bovenste net werk van de ballon niet scheurde en de luchtledige zij, in de vorm van een para sol bij elkaar hield, die ons als parachute diende. We zagen nu de daken van Londen vlak onder ons en riepen: „vasthouden!" Even later botsten we tegen de grond. De bot sing was zo hevig dat w.e door elkaar ge gooid werden én het netwerk en de zij van de ballon viel om en over ons heen, zodat we ons eerst niet bewegen konden. Als we in de Thames waren gevallen, waren we er geweest. We waren direct omringd door een hele boel mensen die ons bevrijdden en ons hartelijk gelukwensten met onze redding. Niemand was gewond, alleen een paar gescheurde kleren en gedeukte hoeden, waren het gevolg van onze val. Hansje droomt en verstaat de vissentaal. Hansje droomde. Hij droomde dat hij bij zijn aquarium stond. Hij had dat aquarium juist op zijn verjaardag gekregen. Hansje droomde dat het stekelbaarsje tegen hem begon te spreken en. Hansje verstond hem. „Ik ben maar een stekelbaarsje", zei het diertje. ,-,En toch heb ik een heleboel wen sen. En ik. zou je dringend willen vragen die wensen in te willigen, Hansje, als je van mij en m'n kameraadjes plezier wilt hebben. Anders zou ik moeten sterven en jij zou toch niet graag mijn dood op je geweten hebben, hè? Alle jongens willen graag een aquarium hebben. Richt alsjeblieft ons huis goed in! Het beste is een woning van 60x30x30. Daarin een beetje goede, vette bloemen- aarde, die in water is uitgespoeld, d.w.z. je giet er water oo en schept het vuil, dat bo venop komt drijven, er af. Doet dat drie of vier keer. Op dit laagje bloemenaarde, dat niet te hoog mag ziin, leg je een laag je kiezelsteentjes en daarop een laagje zeezand! dat niet helemaal horizontaal mag liggen, maar aan één kant moet op. lonen. Zet een paar planten in ons huis, dat staat zo vrolijk. Door de kiezels blijven de planten vast staan. Maar ze moeten in de aarde geplant worden. Een platte steen in ons rijk hebben we ook heel graag. We moeten niet te veel planten in ons huis hebben anders stikken we. Vraag maar aan ie grote broer. Hansie, wat assimilatie is, dèn zul je wpI begrijpen, waarom we zouden stikken. Alle planten die je in ons Huis zet. moeten goed worden schoonge maakt. Als je gezonde vissen wilt hebben, moet je. zorgen dat de planten geen plaats, water en zuurstof van ons, vissen afnemen. Vooral geen „waterpest" naar binnen bren gen hoor! Wij eenvoudige stekelbaarsjes hebben geen warm water nodig! Maar het moet wel „bezonken" ziin. Anders kunnen we er weer niet tegen. Ja, we zijn ook maar klein! En ja, als er iemand van ons ge storven is, neem het dode visje dan alsje blieft weg. Het drijft dan aan de opper-, vlakte, meestal met z'n buik naar boven en je zult begrijpen dat we niet graag met een dode in één huis wonen. Vul het aquarium ook niet te hoog met water. "Sommigen van ons, vooral de jon geren. ziin nogal eens uitgelaten en sprin gen dan zo hoog uit het water, dat ze wel eens naast 't aquarium terecht zouden kun nen komen en dan moeten ze sterven. Als je de planten vóór het inplanten door een onlossing van hynermangaan trekt, zijn alle parasieten gedood en kunnen wij rus tig en gezond^ leven. Knoop dat eens in je oren: de apotheek zal het hebben. En als ie graas helder glas hebt, zet dan een of twee slakken in het water, dat ziin de beste glazenwassers, want ze eten alle al gen op. Wat het eten betreft, het liefst hebben we watervlooien. In de zomer verse, en in de winter, als 't niet anders kan, ^gedroogde Als je het water wilt verversen, denk er dan aan dat je het weer laat bezinken! Laat het maar gerust een dagje staan. Maar we doen lang met het water. Dus niet al te vaak verschonen. Hevel het water er met een slang uit en breng het er weer met een slag in. ook. Leg een stuk panier op het zand. om het opdwarrelen te vermij den. Het zand moet ééns per jaar uitgewas sen worden. In het water zijn we in ons element. Maar verschrik ons niet door ons plotseling in ijskoud water te zetten! En dan nog één ding: de ruimte waarin wij rondzwemmen mag niet te klein zijn! Verder nog een laatste verzoek! Doe alsjeblieft geen ringslangen of kikvorsen in het aquarium. Die beesten vreten ons met huid en haar op. Ik haat ze! Lieve Hansje, wij houden veel van de mensen, als ze maar goed voqr ons zorgen. Doe alsjeblieft wat ik je gezegd hebt, dan hoeven we niet bang te zijn dat we gauw moeten, sterven." En toen werd Hansje wakker. En hij nam zich voor precies te-doen wat het ste keibaarsje hem had gevraagd. Doen jul lie het ook? Van jongsafaan haat Piet het nat Geen ene morgen néémt hij een bad. Piet die, werd een neger gelijk En ras gestuurd in 't Morenrijk. Mevrouw Oetoekoe is heel blij /.e heeft een nieuwe zoon erbij. Ze laat hem ras bananen dragen O, denkt Piet, hoe ze me plagen! Onze Piet die wordt zo moe U rent hiJ weer naar huis toe. Elke dag wast hij zich fijn Nooit wil hij meer een neger zijn.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1940 | | pagina 12