Over de samenvoeging
van Den Helder met Callantsoog
TEELTPLAN 1941
Burgemeester Breebaart
van de Zijpe:
Een sprong in het
duister
Marktberichten
Hi
ÉMM;
En zou Den Helder in de eerste
tientallen van jaren ook maar
andere dan heel kleine sprongetjes
kunnen maken? Hoe zwaar zal de
oorlogsschade op Den Helder druk
ken? Callantsooa zal daar allemaal
aan moeten meebetalen. Ik hoop
van harte, dat Den Helder weer
bergopwaarts zal gaan. maar daar
kan Callantsoog niet bij helpen, het
kan alleen meebetalen en het is de
vraag of Den Helder daar iets voor
kan teruggeven. Mijn eerlijke mee
ning is: een sprong in duister voor
Callantsoog. En Den Helder heeft
wel andere zorgen, dan zich aan
de belangen van Callantsoog ook
te moeten wijden.
Wij hebben, naar aanleiding van het met
algemeene stemmen genomen raadsbesluit
van Callantsoog, om samenvoeging met
Den Helder te prefereeren boven een met
Zijpe, een artikel geschreven waarin we
hebben gewezen op de voordeelen, die ter
voor Callantsoog verbonden waren aan de
„éénwording" met Den Helder. Voordeelen,
die voor het plattelandsdorp op verschil
lend terrein liggen, zoowel op economisch-
als cultureel gebied, terwijl de ontwikke
ling van Callantsoog als badplaats bij de
Heldersche autoriteiten in goede handen is
De gemeente, die bij de samenvoeging
van Callantsoog bijzonder geïnteresseerd
is, is Zijpe. Zijpe toch heeft reeds eerder
pogingen tot annexatie aangewend en het
is dus te begrijpen, dat men daar niet bijs
ter ingenomen is mei de versmade liefde.
Een onzer medewerkers had dezer da
gen een onderhoud met den burgemeester
van Zijpe, Mr. D. Breebaart, om zijn mee
ning eens, te hooren over de mogelijke sa
menvoeging van Callantsoog met Den Hel
der. Mr. Breebaart was daar verre van en
thousiast over. En dat is te begrijpen.
Hij ziet „het huwelijk" tusschen Callants'
oog en Den Helder als een sprong in het
duister en bepleit een samengaan met Zij
pe.
Wij geven de zienswijze van burgemees
ter Breebaart zonder eenig commentaar.
Wij hopen later op een en ander nog wel
eens nader terug te komen. Het is onge
twijfeld interessant om van de meening
van den man. die de grootste belangstel
ling heeft voor de samenvoeging van Cal-
lanstoog. kennis te nemen.
Ik zie er, vertelt hij onzen mede
werker, nóch voor Callantsoog, nóch
voor Den Helder eenig voordeel in
en alleen daarom wil ik er wat van
zeggen.
„Callantsoog zelf voelt dat toch
blijkbaar anders, burgemeester, 75%
van de bevolking die zich voor aan
sluiting verklaart is toch niet niets"
De enquête van weinig waarde?
Dat zou men zoo zeggen, maar, aldus
hurgemee&ter Breebaart, die enquête is
voor mij van weinig waarde.
We zetten groote oogen op. Wel geldt de
macht van het aantal in dezen tijd niet
meer zoo, maar zöo'n oordeel over een bij
na eensgezinde uitspraak hadden wij niet
verwacht.
„En toch is het zoo, mijnheer. Van velen
en dat weet ik uit zeer goeden bron
is het argument om voor samenvoeging met
Den Helder te zijn op zijn minst genomen
twijfelachtig.
Verschillende arbeiders zijn voor
samenvoeging omdat... de steu'nnor-
men in Den Helder hooger zijn.
En dat in een tijd, waarin
ieder om werk schrééuwt, en boven
dien gestreefd wordt de steun uit
de wereld te helpen. Neen, dat is
geen argument. Ik geloof als men
den boeren eens op den man af zou
vragen Zijpe of Den Helder, dat men
heel wat anders zou hooren.
Het gaat er mijns inziens maar om:
welke service kan Den Helder Callantsoog
geven. Wat koopt Callantsoog voor de sa
menvoeging? Ik zal de laatste zijn die be
weert dat het Heldersche gemeentebestuur
niet coulant is, maar in Julianadorp waren,
vroeger althans zeker, de klachten vele. Ik
geloof dat de raad van Callantsoog te veel
naar zijn kiezers heeft geluisterd en te
weinig onafhankelijkheidszin heeft getoond
Een ander argument was. dat er eep huip-
secretarie zou blijven, wanneer men mei
Den Helder kon samengaan.
Dat is juist. Maar heeft Callantsoog daai
zooveel aan?
Als Callantsoog bij Zijpe komt en er houdt
een ambtenaar een halve dag per week zit
ting in Callantsoog is de zaak ook beke
ken. Onze distïibutiediénst heeft haar ver
takkingen in ah de Zijper dorpen de belas
ting kan men in eigen dorp betalen, hei
eenige waar men voor naar Schagerbrue
moet komen is voor de burgerlijke stand.
Daarvoor hebben de Callantsoogers dan
zeven kilometer af te leggen, dat is even
veel of nog minder dan sommige andere
Zijper dorpen. In onze dorpen heeft men
daar voor die enkele keer dat het- voorkomt
weinig bezwaar tegen gehad. Nogmaals
het gaat om de service.
Endie service van Den Heider
heeft Callantsoog thans voor een groot ge
deelte ook. zonder dat het Callantsoog veel
kost. Het kan thans, en ook wanneer het
hij Zijpe komt. evengoed leerlingen naar de
Heldersche onderwijsinrichtingen sturen
maar het betaalt nu alleen een bedrag vooi'
elke leerling, die uit C.'oog de school be
zoekt. Komt Callantsoog bij Deij Helder
dan zal het voor alle inderdaad schitterende
inrichtingen en diensten, die Den Helder
heeft, moeten meebetalen. En krijgt het daar
iets meer dan thans voör terug? Zal Cal
lantsoog ook van -de gemeentereiniging pro
fijt trekken naarmate het er voor moet be
talen? Zal het dezelfde monumentale straat
lantaarns krijgen als Den Helder heeft?
Denk aan het gebouw voor den gemeen
telijken geneeskundigen- en gezondheids
dienst, dat van sociale zaken enz.
Er voor betalen moeten de Callantsoogers
wel
U grijpt daar de Callantsoogers leelijk in
hun beurs, burgemeester.
Dat is voor alle menschen het gevoeligste
punt tegenwoordig en daarover is in dé
raadsvergadering van Callantsoog niet ge
sproken."
Het strandleven.
Kan Petten in samenwerking met Cal
lantsoog, samen opgenomen in de gemeente
Zijpe, niet even goed of beter het, strandle
ven en het vreemdelingen-verkeer verzor
gen als Den Helder dat zal doen?
Zou Callanstoog als speciale badplaats
van Den Helder,, zijn cachet van prettige
familiebadplaafs niet verliezen?
Dit vraagstuk is niet eenvoudig, het is
van alle leanten te bekijken. Men zou er een
verhandeling over kunnen schrijven. In elk
geval is het fout hierover, zonder diepgaan
de studie vooraf, een oordeel uit te spreken.
„Er is ook gesproken over deelname aan
het Heldersche cultureele leven, burge
meester."
Dat heb ik-gelezen en dat vind ik eigen
lijk wel wat naïf. Ik ben kunstlievend lid-
geweèst van Ta-ven u in Den Heidér, maar
Callantsoogers-heb ik er nooit gezien op de
avonden. Zullen ze nu plotseling wél gaan.
omdat ze administratief met Den Helder
één gemeente zouden vormen? Zestien ki
lometer blijft zestien kilometer, al zal men
natuurlijk, mocht de samenvoeging met
Den Helder onverhoopt een feit worden, wél
naar hetere verbindingen streven. In de
Zijpe is het cultureele leven gesplitst ge
bleven. elk dorp had en heeft zijn eigen
vermaken ep Callantsoog zal ook zijn eigen
cultureel en amusementsleven hóuden, of
het nu bij Den Helder komt of bij Zijpe.
Trouwens de lui van de Groote Keeten zijn
eigenlijk meer Zijpenaren dan Callants
oogers. nu al. Dat wil zeggen, het zijn
„Zanders", de Keetemers gingen uit naai
't Zand. dat was hun dorp. Vroeger was
het tusschen de Keetemei en de Callants
ooger water en vuur F.n dacht U. dat de
heren van polder ,'t Hoekje bijvoorbeeld
die altijd al in 't Zand vergaderen, zich
nu Callantsoogers, voelen en dat die zich
tra' s He-Herschep zullen voelen?
I -
Tenzij, zooais Professor van Vuu-
ren U dat heeft gezegd, het platte
land zichzelf door aanbouw aan
de stadsgrenzen annexeert, zooals
Oudorp en Heiloo bij Alkmaar bij
voorbeeld, vind ik
het platteland bij
wenscht.
bij
aansluiting van
de stad onge-
„Maar. burgemeester. Den Helder is toch
niet alleen stad. het heeft toch al plat e-
land?"
Wilt U daarmee zeggen, dat dat platte
land zich één voelt met Den Helder'.
Wat is voor de menschen van Koegras be-
'angrijker: „de stad", of „het dorp Ik ge
loof het dorp. dat is in dit geval Juliana
dorp. Ook geografisch is het een nion-
strum. wanneer Callantsoog bij Den Ileldei
komt
Maar besluit hij wil ik
U eens wat zeggen? We maken ons hiet
in de Zijpe lang zoo druk niet over de sa
menvoeging met Callantsoog als vijf ïaar
geleden. We wachten het nu meer stil af.
we hebben ons advies naar beste weten
gegeven. We zullen wel zien wat er van
komt. Maar praat me niet van samenvoe
ging van Callantsoog met Den Heidei
want dan blijf ik zeggen:
Een sprong in duister en
Wat koop je er voor?
Het is me gebleken dat er nog vrij wat
grondgebruikers zijn welke niet voldoende
bekend zijn met de verschillende bepalin
gen vervat in het Teeltplan 1941.
Hoewel dit plan al in extenso is gepubli
ceerd wil ik ei- toch nog enkele toelichtin
gen op geven.
Het behoeft geen nadere verklaring dat
gestreefd moet worden naar vergrooting
van het bouwland-areaal.
Teneinde dit te bevorderen is van Over
heidswege een premn stelsel ingevoerd.
Hierbij is niet zoozeer sprake van 'n scheur-
premie dan* wel van een „bebouwings
premie".
Om voor deze premie in aanmerking te
komen moet men als volgt handelen.
Indien men het plan heeft een perceel
blijvend grasland te scheuren kan men
alleen voor het ontvangen van de premie
in aanmerking kómen indien men eerst
toesterriming van den Productie Commissa
ris heeft ontvangen voor dit scheuren.
Deze toestemming'dient in Noord Holland
te worden aangevraagd via het bureau van
den Productie Commissaris voor Noord-
Holland, p.a. bureau Landbouw Crisis Or
ganisatie te Alkmaar.
Hier worden diverse gegevens op een for
mulier overgenomen Daarna krijgt men
dit formulier terug al of niet voorzien van
de goedkeuring van den Productie-Com
missaris.
Aan een eventueeie toestemming
1 voor het scheuren kan men nog
K,„r.geeh: recht op de premie van 100,—
p. ha ontlenen. De-bewuste 100,
worden pas. verleend indien blijkt
dat in de loop van 1941 op het per
ceel een normaal gewas wordt ver
bouwd, dat wil zeggen een onder
de dan heerschende omstandighe
den zoo goed mogelijk geslaagde
cultuur wordt aangetroffen.
Men blijft natuurlijk geheel vrij in het
scheuren indien men geen aanspraak wil
maken op de premie.
Wat mag men nu op dit land verbouwen?
Alle geWassen welke niet zijp verboden
volgens het teeltplan 1941. In de weide
streken zal wel belangstelling bestaan voor
de teelt van voederbieten. Dit gewas mag
op de geheele oppervlakte gescheurd land
verbouwd worden.
Toch wil ik er hier op wijzen, dat voor
al op de zwaardere grondsoorten de teelt
van vale of grauwe erwten zeer goed past
op gescheurd grasland. Het is ook veel be
ter om niet alles op een kaart te zetten
en naast voederbieten zeker nog erwten te
gaan verbouwen. Bovendien kan men na
erwten nog heel goed stoppelgewassen ver
bouwen zooals wikken, stoppelknollen,
mergkool enz
Voor zandgronden, waar dé teelt van
haver op gescheurd grasland mogelijk is
wordt deze teelt toegestaan. Van haver en
zomertarwe e.d moet evenwel al het te
oogstén graan worden ingeleverd.
Perceelen welke reeds gescheurd zijn,
met de bedoeling om ze in 1941 als bouw
land te gebruiken en welke in September
1940 nog als blijvend grasland in gebruik
waren kunnen ook onder deze regelingen
vallen, mits men ze alsnog opgeeft voor
registratie en dezerzijds goedkeuring kan
worden, verleend.
Het ligt namelijk niet in de be
doeling zonder meer alle te scheu
ren perceelen op te nemen. Land
dat zich niet leent voor bouwland,
b.v door een te lage ligging ten
opzichte van de waterstand, zal
niet worden geaccepteerd voor de
premie-uitkeering.
Zeker wordt een aanspraak op de premie
afgewezen indien straks zou blijken, dat
de teelt op het nieuwe bouwland ondes
kundig plaats heeft.
De perceelen grasland welke dit voor
jaar zijn gescheurd en reeds een hoofd
gewas hebben gedragen in 1940 vallen bui
ten de premieregeling 1941.
Naast het gescheurde grasland hebben
we het oudere bouwland.
Het gebruik van dit bouwland is ook aan
bepaalde voorschriften gebonden. Ik noem
daarvan dé volgende restricties. -
De teelt van ruwvoedermiddelen mag
niet grooter zijn dan het gemiddelde van
de jaren 1938 en 1939.
Iemand die in de laastgenoemde jaren
b v. 2 ha klaver verbouwde mag in 1941
deze oppervlakte niet zonder meer ver-
grooten. Meent hij meer klaver noodig te
hebben voor zijn paarden e.d. dan dient
men dit weer te verzoeken via het ge
noemde kantoor te Alkmaar.
Hetzelfde geldt voor voederbieten, kool
rapen én voederwortelen indien deze pro
ducten hoofdgewas zullen'zijn.
Wel is men vrij in de teeltoppervlakte
van de volgende gewassen: tarwe, rogge,
gerst, vèldboonen, erwten, stamboonen, la
te aardappelen, suikerbieten, koolzaad; vlas
en korrelmais.
De haververbouw is gebonden aan de
gemiddelde oppervlakte van de jaren 1938
en 1939 maar mag van het bestaande bouw-
DE MEDEWERKING VAN BRITSCH-
INDIÊ.
De Associated Press meldt uit Londen, dat
Engeland het aanbod eenei grootere deelne-
ming van Indische leiders aan den uitvoeren]
den raad van den onderkoning en aan de be]
raadslagingen over oorlogsmaatregelen heeft
ingetrokken, omdat dit aanbod door Inclië
niet voldoende gesteund werd. De Onderko
ning heeft verklaard met leedwezen te moe
ten constateeren, dat de politieke partijen in
de tegenwoordige omstandigheden niet be
reid zijn, zijn voorstel aan te nemen.
land dan niet meer oppervlakte beslaan
dan 15 °/o
Tenslotte nog de kwestie van de aanleg
van nieuw grasland.
Dit is in eerste opzet verboden!
Meent men' dit toch noodig te hebben
dan wordt het goedgevonden indien men
een gelijke oppervlakte «blijvend grasland
scheurt. Wil men moeilijkheden bij de con
trole voorkomen, dan moet men zich ook
voor deze zaak in verbinding stellen (schrif-
telijk) met het bureau te Alkmaar.
Bij dit „gelijk oversteken" is er echter
geen enkele kans op uitbetaling van een
bebouwingspremie.
Een enkele maal wordt gevraagd of de
aanleg van boomgaard op nu te scheuren
grasland ook in aanmerking kan komen
voor premiebetaling. Dit is zeker het ge-
val indien deze te scheuren perceelen in
1941 een akkerbouwgewas zullen dragen
tusschen de jonge, pas geplante boomen.
Gewoonlijk is dit het geval b.v. met voe
derbieten, boonen of erwten.
Het land in de geïnundeerde gebieden
kan soms ook nog in aanmerking komen
voor de bebouwingspremie; belanghebben
den kunnen hierover direct de noodige in
lichtingen van mij krijgen. Het betreft hier
voornamelijk die perceelen welke na de
inundatie van grasland in bouwland zijn
omgezet en ook bouwland zullen blijven.
Nogmaals zij herhaald dat de tot nu toe
geregistreerde gescheurde perceelen zijn
uitgesloten van de voor 1941 in uitzicht ge
stelde bebouwingspremie.
Alleen de dit najaar gescheurde percee
len en de nog te scheuren landerijen welke
worden opgegeven voor registratie (na
goedkeuring dezerzijds) vallen hieronder.
Schagen 19 November 1940.
De Productie Commissaris
v voor Noord-Holland.
PP0".' °nder «UI wordt in het
xii° (Foto Pax-Holland)
In de polders, waarin de tuinbouw op groote schaal beoefend wordt, treft men de zgn. overhalen aan. Uit de diepe
polders worden de volgeladen schuiten op een groote lorrie machinaal over den ringdijk in de ringvaart gebracht (Foto Psx-Holland)
BROEK OP LANGENDIJK, 20 Nov.
Aanvoer: 14.000 Kg. roode kool 3.25 40.000
Kg. gele kool 3.25, 4300 Kg. Deensehe wit
te kool 3.18.000 Kg. Savoye kool* 3.25,
1800 Kg. uien 4.grove uien 4.drielin
gen 4.5000 Kg. peen 3.1200 Kg. bieten
2—2.50, 12300 Kg. vroege witte kool 2.50,
19300 struik andijvie 3.50, 2300 Kg. Succes
witte kool 3.
NOORDSCHARWOUDE, 20 Nov.
Aanvoer.' 21.000 Kg. roode kool 3.25, 19.600
Kg. gele kool 3.25. 6200 Kg. Deensehe witte
kool 3.45800 Kg. Succes witte kool 3
5300 Kg. groene kool 3.25, 1700 Kg. uien 4.—
grove uien 4.drielingen 4.nep 4.—
5600 Kg. peen: a, b en c 3.—, 4300 Kg.
vroege witte kool 2.50, 1000 struik andijvie
3.50.
ALKMAAR. 20 Nov.
Andijvie 25, bloemkool II 28, boeren
kool 1.504.50, bieten 1.202.90, gele kool
2—3, groene kool 2—3.80. kropsla 2.knol
selderie 3.205, koolrapen 2.90. peren 6—12
prei 3.605.20, peterselie 0.60—1.20, radijs
1.—roode kool 2.10—4.60, selderie 1.40—2,
spinazie 0.540.86, spruiten 4.509, toma
ten 6.9014.10, uien 47.30, wortelen 2.—
3.60, boswortelen 3.50—6.50, witlof I 14.50—
16. Jdem II 11.50.