ATLANTIS N1PPER EN PELLE Hei meisje Stormschade aan de Groote Kerk te Rotterdam Het verzonken in de taxi Dader vao aans'aq te SOESTERBERG Radioprogramma CANADA BOUWT AAN ZIJN VLOOT Districtsadviseurs voor de brandstoffendistributie Hoe de Atlantische Oceaan ont stond. In het Hamburger Fremdenblat levert dr. Tanck een uiteraard populaire bijdrage over de «geboorte van den Atlantischen Oceaan", die natuurlijk voor zijn rekening blijve. Toen omstreeks 1000 na Christus' geboorte de Vikingers Amerika „ontdekten", moeten ze getroffen zijn door de overeenkomst van den plantengroei in liet gebied van de St. Laurens met dien van hun land. Ze vonden reusachtige wouden en wilde wingerds, warvan de wijn hun zuur gesmaakt moet hebben. Ze noemden die streken wijn-, hosch- en steenland en schijnen een poos via IJsland en Zuid Groenland de verbinding onderhouden te hebben. Overeenkomstig zou het den Spanjaarden «ergaan, toen zé1 liet zuidelijke deel van Jfoord Amerika bereikten en bemerkten, dat ze tegen hup verwachting niet in Ind'ië voet aan wal gezét hadden. Ook zij vonden in klimaat en flora zoo veel, dat hun ver trouwd was dat ze zich spoedig thuis voel den. Maar de verbinding tusschen bewoners van Europa en noord- of middel- Amerika schijnt veel ouder te zijn. Zekere verwant schappen in cultumiohunienten pleiten voor die stelling. De bewoners van middel-Anie- rika toonen een duidelijke voorliefde voor monumentale bouwwerken; in het noorden van Zuid' Amerika vond men er ook. Men zou aldus geneigd kunnen zijn aan een cul- tureele en misschien ook economische uit wisseling in de jaren van 4000 tot 2000 v. C. te geiooven, ja, reeds vóór de Egyptena- ren schijnt in West Europa een hooge be- schavingstrap bereikt te zijn. Een omstreeks 1000 tot 500 voor onze jaartelling bloeiende staat, vermoedelijk aan, den mond van de Guadalquivir ten N. van Cadix, beoefende volgens dezen schrijver een spijkerschrift, dat tot 6000 v. G. zou teruggaan. Deze stad of staat is langen tijd het be langrijkste handelscentrum van don ouder dom aan de westelijke Middellandsche Zee geweest. De Grieken noemden ze Tartessos. Te dien tijde moeten ook de eilanden in den Atlantischen Oceaan bekend zijn geweest, gelijk men uit gevonden voorwerpen af leidt; dit moét zoowel de Canarische eilan den als de Azoren betroffen hebben. Tar tessos handelde ook met de bewoners van Ierland en het tegenwoordige Wales. De Grieken bewaarden de heugenis aan den ondergang van een fijn be schaafden staat, die halverwege in de richting van Amerika moet gele gen hebben. Vele onderzoekers vereenzelvigen het door Plato „Atlantis" genoemde land met de handelsmetropool Tartessos. Het is moge lijk, dat Atlantis bestaan heeft en Tartes sos liet overblijfsel van dat gebied was, na dat het stamland „verdronken" was; het moet door natuurrampen zijn einde gevon den hebben. De tektonische werkzaamheid der boorden van den Atlantischen oceaan maakt het niet onwaarschijnlijk, dat landen van zekeren omvang, die op den weg naar Amerika lagen, door vulkanische werkingen en aardbevingen ondergegaan zijn in den tijd, waarin reeds menschen van hooge be schaving zoo wat 8000 tot 10.000 jaar gele den er zich vestigden. De schrijver, wien het bij deze berekenin gen blijkbaar niet duizelt, herinnert aan de vulkanische bronnen van IJsland ter sta ving van zijn stelling evenals aan hetzelfde karakter van de West Indische eilanden enz. De geologische overeenkomst, afgescheiden van historische verwantschap, tusschen de elkander toegekeerde kusten heeft een nieu we leer aangaande de geschiedenis van de aardkorst te berde gebracht: beide continen- Weer gevangen! 1. „Halt, Jullie lummels! Zo gemakeltjk gaat dat niet!" 2. „Deze allerliefste muizen val hebben we voor jüllte klaargemaakt." FEUILLETON door P. G. WODEHOUSE 9. "Er is maar een ding, dat we doen kun nen. U zult in de taxi voor 't hotel moeten wachten, terwijl ik naar binnen ga om geld te halen. Als u het goed vindt, kan ik u dan leenen, wat u noodig hebt." u't Is .buitengewoon vriendelijk van u. Zou elf shilling u schikken?" ..Gemakkelijk. Ik heb juist een erfenis ge kregen." „Maar als u vindt, dat ik zuinig moet zijn, kan ik natuurlijk derde klas gaan. Dan heb 'k maar vijf shillings noodig. Tien shillings zes pennies is 't eerste klas. Nu weet u met een dat de plaats, waar ik heen ga, twee uur sporen van Londen ligt." »'t Is tenminste iets." .■Maar niet veel, wel?" ,Ik geloof dat 't beter ls als ik u een pond leen. Dan kunt u zich nog iets eetbaars ver schaffen," "U denkt aan alles. En u hebt groot gelijk. Ik zou er honger krijgen. Maar hoe weet u, dat u 't geld terug krijgt?" »Ik waag 't er op." „Nu dan ben ik verplicht nieuwsgierig te en uw naam te vragen. Anders weet ik hiet waarheen ik 't geld moet sturen." ..O, ik ben niet geheimzinnig. Van mij Hoogt u alles weten." „U moet er niet hatelijk om zijn. Ik kan hiet helpen, dat ik geheimzinnig moet zijn. „Dat bedoel ik ook niet." „'t Klonk toch zoo. Nu, wie is mijn wel doener?"^ ..Mijn naam is George Bevan en ik logeer °P 't oogenblik in 't Carlton." •.Ik zal 't onthouden." De taxi reed langzaam langs Haymarket. Het^meisje lachte. .,En?" vroeg George. "Ik dacht nog aan zooeven. Ik heb u niet 2. Op de hangbrug. „Wie zou dat gedacht heb ben, dat men het eind van zijn leven in zo'n ellendige kooi zou moeten doorbren gen?" „Wanneer die belde zwarte schurken 't evenwicht ver liezen, dan zal men daar onder in die „eendenvijver" nog eens om ons vechten." ten zouden van dezelfde herkomst en de bekende eilanden door afsplintering van het Amerikaansche vasteland ontstaan zijn. Het legendaire Allantis kan dan op den drem pel gelegen hebben, die zich in de richting Noord-Zuid halverwege tusschen beide ge bieden uitstrekt. (N.R.Cf.) De Canadeesche minister van marine, Macdonald, heeft in het jLagerhuis aange kondigd, dat Canada krachtens het gemeen schappelijke pact van verdediging met de Vereenigde Staten een marine opleidings school zal oprichten en op de Canadeesche werven torpedojagers en wellicht kruisers zal gaan bouwen. De minister gaf als reden voor de uitbreiding der vloot op, dat Cana da eenerzijds zijn verplichtingen moet na komen, welke uit het pact met de Ver eenigde Staten voortvloeien en anderzijds, dat Canada niet langer van Engeland al leen de bescherming der Canadeesche han delswegen mag verwachten. De zuidelijke schipmuur ingestort. Tijdens den storm van de vorige week hebben de resten van de Groote Kerk te Rotterdam, het zwaar te verantwoorden ge had. Men weet, dat juist onlangs de deskun digen lot de overtuiging waren gekomen, dat herstel van kerk en toren mogelijk is en dat met het oog hierop reeds begonnen was met de noodige werkzaamheden om het ge teisterde bouwwerk zoo goed mogelijk dooi den winter te krijgen. De jongste storm heeft wat dat betreft een beetje roet in liet eten gegooid. Eén der z.g. vieringpijlers, op de krui sing van liet hoofdschip en het dwarsschip, heeft het begeven, waardoor de Zuidelijke schipmuur die 30 meter lang, 23 meter hoog en een meter dik is en die op in het geheel vier pijlers rustte naar beneden gekomen is. Vóórdat dit onheil gebeurde hadden de deskundigen al gemerkt, dat de pijlers, de bogen en de muur in slechten staat verkeqrden. Vooral de uit natuursteen bestaande bogen hadden van den brand ernstig te lijdon gehad. Daarom was 'reods het plan opgerezen om de bogen te verster ken; met het afsluiten van den bovenkant van den muur was men vlak voor den storm al begonnen. Van de bedoelde vier pijiers is er slecht één blijven staan, maar in zoo'n hachelijke positie, dat hij krachtig gestut moest worden. Een nader onderzoek heeft aangetoond, dat ook deze pijler niet meer te redden is. Men zal tot slooping moe ten overgaan. Tegelijkertijd heeft men nog eens een on derzoek ingesteld naar den toestand van den noordelijken Vieringspijler met den daar op rustenden schipmuur. Gebleken is, dut ook Hier de toestand zeer onbetrouwbaar is en dat dit gedeelte van de kerk onder den sloopershamer zal moeten vallen. Daaren tegen verkeeren de beide vieringspijlers aan den koorkant in veel beteren staat. Het is de bedoeling de werkzaamheden in den eerstvolgenden tijd daarop te concqntreeren opdat althans de twee laatste schipmuren behouden zullen kunnen worden. Tot S jaar veroordeeld. Gister heeft het gerechtshof te Amsterdam arrest gewezen in de strafzaak tegen den 66-jarigen recidivistJ. Leeuwenkamp, die een aanslag heeft gepleegd fop mevrouw P. van der G., de echtgenoote van een toe kenden vlieger te Soesterberg. Het hof veroordeelde Leeuwenkamp con form den eisch tot een gevangenisstraf van vijf jaar en daarna ter beschikkingstelling van de regeering. In eerste instantie veroordeelde de recht bank te Utrecht den man tot één jaar en ter beschikking stelling. Een psychiater had verd. sterk verminderd toerekeningsvatbaar verklaard. Verdachte had van de familie van fler G. de beschikking gekregen over een tuinhuis je in tiet bosch achter haar woning. De heer van der G. was gemobiliseerd, zoodat mevr. van. der G. alleen thuis was. Op een morgen in Februari drong verd. de woning binnen, overviel haar en gaf haar een slag op het hoofd. Bij de worsteling werd mevr. van der G. ernstig gewond. De dader bond haar en plunderde de woning. Hij vluchtte en pas vier dagen later wist mevr. van der G. zich te bevrijden. Leeuwenkamp werd begin Maart in de boschjes van Poot te Den Haag gear resteerd. Hij ontkende iets van het gebeur de af te weten, een ontkentenis, die hij tot voor 'het hof handhaafde. De directeur van het rijkskolenbureau heeft tot districtsadviseur voor de brand stoffendistributie in Noord-Holland benoor den ,het IJ, die tot taak heeft in zijn dis trict zorg te dragen voor een doelmatige distributie van brandstoffen, toezicht te houden op de brandstoffencommissies, de voorraden bij handelaren en verbruikers te controleeren alsmede eventueele klachten en overtredingen te onderzoekea, benoemd de heer J. Lakeman te Alkmaar, directeur van de Vereenigde Brandstoffenhandel. VRIJDAG 22 NOVEMBER 1940. Hilversum I, 415 m. Nederlandsch programma. AVRO. 8.00 Nieuwsberichten ANP, gramofoonmuziek 9.10 Omroeporkest (opn.). 10.00 Morgenwijding. 10.15 Gramofoonmuziek. 10.30 Voor de vrouw. 10.35 Ensemble Jonny Kroon en soliste. 11.00 Letterkundige causerie. 11.15 Ensemble Jonny Kroon en soliste. 12.15 Gramofoonmuziek. 12.45 Nieuws- en economische berichten ANP. I.00 AVRO-Amusementsorkest en soliste. 2.00 Reportage. 2.15 Concertgebouworkest en solist (opn.). 3.30 Biologische causerie. 3.45 Orgelspel en zang. 4.30 Gramofoonmuziek. 5.05 Voor de jeugd. 5.15 Nieuws-, economische- en beursberichten ANP. 5.30 Omroeporkest en soliste. 6.25 Causerie „De geest van onzen tijd". 6.45 Lezing „De zelfmoord van het kapita lisme." 7.007.15 Economische vragen van den dag en nieuwsberichten ANP, sluiting. Hilversum H, 301,5 m. NCRV. 8.00 Nieuwsberichten ANP. 8.10 Schriftlezing en meditatiè. 8.25 Gewijde muziek (opn.). 8.35 Gramofoonmuziek. 10.30 Morgendienst. II.00 Gramofoonmuziek. 11.15 Solistenconcert en gramofoonmuziek. 12.15 Reportage. half genoeg bedankt voor alles, wat u deed. U was buitengewoon." „Ik ben blij, dat ik u van dienst heb kun nen zijn." „Wat gebeurde er eigenlijk? U moet be denken, dat ik niets zag dan uw rug en wat ik hoorde was erg onsamenhangend." „Och, 't begon dat iemand achter ons aan galoppeerde en beweerde, dat u in de taxi was gegaan, 't Was een vent die er net uit zag als vroeger op reclameplaten voor een vermageringsmiddel en hij deed als een aap. Het meisje knikte. „Ja dan was 't Percy. ik dach^ t wel. Ik had er om durven wedden." „Wat gebeurde verder?" „Ik sprak met hem, maar kon hem niet kalrqeeren en eindelijk greep hij de kruk van het portier, toen sloeg ik z(jn hoed af en ter wijl hij probeerde dien weer terug te krijgen, reden wij door en .ontkwamen." Het meisje liet opnieuw een schaterlachje hooren. „O wat jammer, dat ik niets gezien heb. maar wat handig van u! Hoe kwam u op de gedachte?" „Och het viel me in", zeide George be scheiden. Een ernstige trek vloog over het gezicht van het meisje. Haar oogen lachten niet meer. Zij huiverde. „Als ik bedenk, hoe sommigen in uw plaats gehandeld zouden hebben". Och wel, neen. Ieder zou precies het zelfde gedaan hebben. Heusch Percy's hoed af te slaan was alleen een daad vanjioffelykheid, welke ieder gedaan zou hebben u hacl even goed deze of gene ploert kun- K 7iin' Of wat misschien nog erger ge- 1- 70,1 ziin een onhandige uil, die eerst een dozijn vragen gedaan had voor hij wat anders deed! Wat een lof, dat ik uit heel Londen u juist hebt uitgepikt!" „Ik heb het als een bof beschouwd. Maar geheel van mijn standpunt uit." Zij legde een klein handje op zijn arm en zeide ernstig: „Umoet niet denken, mr. Bevan, dat u mij, omdat ik lach en alles schijnbaar als een grap opneem, niet uit een echte moeilijkheid hebt gered. Als u er niet geweest was en niet met zooveel tegenwoordigheid van geest had gehandeld, zou het vreeselijk geweest zijn." „Maar als die vent het u lastig maakte, had u toch een agent kunnen roepen?" „Och neen, dat was het niet. Het was veel, veel erger. Maar het is niet verstandig, dat ik zoo doorga. Het is niet eerlijk tegenover u". Haar oogen lichtten weer op met het oude stralende lachje. „Ik weet wel, dat u niet nieuwsgierig is, maar wie weet of u het niet zoudt worden, als ik de eene geheimzinnig heid op de andere stapelde. En het gekste is, dat er feitelijk niets geheimzinnigs is alleen kan ik het nu eenmaal niet vertellen." „Dat feit alleen schijnt mij al heel geheim zinnig." „Ook weet u, wat ik bedoel. Ik Jpen geen vermomde prinses, die aan anarchisten tracht te ontkomen, of iets van dien aard, waarover je in boeken leest. Ik ben alleen maar in een heel groote moeilijkheid. U zoudt het vreese lijk vervelend vinden, als ik het u vertelde." „Probeer het eens!" Zij schudde haar hoofd. „Neen, dat gaat niet, .bovendien, we zjjn er." De taxi hield stil voor het hotel en een chasseur opende het portier. „Als u nu geen berouw hebt van uw ondoordacht aanbod en heusch zoo vreeselijk vriendelijk wilt zjjn om mij dat geld te leenen. zoudt u het dan heel gauw willen doen, want ik heb haast. Ik kan nog juist een sneltrein halen en het duurt tijden voor de volgende gaat." „Wacht u hier even? Ik ben in een omme zien terug." „Goed." „Het laatste wat George van haar zag, was weer zoo'n betooverend lachje. Het was let terlijk het laatste, wat hij van haar zag, want toen hij geen twee minuten later terugkwam, was de taxi verdwenen en het meisje was ver dwenen en de wereld was leeg. Terwijl hij verbaasd naar de onvoorziene ramp stond te gapen, verwaardigde de chas seur zich uitleg te geven. „De jonge dame zei tegen den chauffeur, dat hij door moest rijden, sir." „Doorrijden „Ja sir, bijna dadelijk nadat u weg was, ts zij er weer ingegaan en beval den chauffeur haar naar Waterloo te brengen." George begreep er niets van. Hij stond zwijgend en verslagen en zou daar nog gej ruimen tijd zijn blijven staan, als hij niet door een gebiedende stem achter zich tot de wer kelijkheid terug was geroepen. „Wel zoo, sir!" Een andere taxi was voorgereden, waar een dik jongmensch met vuurrood gezicht uitgesprongen was. Eén blik zeide George ge noeg. De jacht was weer in vollen gang. De bloedhond had het spoor gevonden. Percy was opnieuw ten tooneele verschenen. Voor het eerst sinds George wist. dat het meisje verdwenen was. was hij er dankbaar voor. Hij begreep, dat hij te. vlug Percy ge schrapt had van de lijst van drijvers waar rekening mee gehouden moest worden. Vol van zijn eigen zaken, had hij hun schermutse ling als een afgeloopen gevecht beschouwd wat niet meer heropend zou worden en had h(J niet aan de mogelijkheid gedacht, dat- dit 12.45 Nieuws- en economische berichten ANP. 1.00 Gramofoonmuziek. I.30 Molto Cantabile en gramofoonmuziek. 2.20 Zang met pianobegeleiding en gramofoon muziek. 3.00 Voor de vrouw. 3.20 Apollo-ensemble en gramofoonmuziek. 4.00 Bijbellezing, 4.30 Hobo, piano en gramofoonmuziek. 5.00 Gesprekken met luisteraars. 5.15 Nieuws-, economische- en beursberichten ANP. 5.30 Berichten. 5.35 Gramofoonmuziek. 6.00 Utrechts Steuelijk orkest. 6.45 Lezing „De zelfmoord van het kapitalis me". 7.007.15 Economische vragen van den dag, nieuwsberichten ANP en sluiting. Kootwqk, 1875 m. VARA. 7.00 Berichten (Duitsch). 7.15 Gramofoonmuziek. (7.307.45 Berich ten Engelsch, Om 8.00 Nieuwsberichten ANP. 9.00—9.15 Berichten Duitsch). 10.30 Orgelspel. II.00 Gramofoonmuziek. 11.30 Berichten (Engelsch). 11.45 Gramofoonmuziek. 12.00 Berichten. 12.15 Gramofoonmuziek. 12.30 Berichten (Duitsch). 12.45 Nieuws- en economische berichten ANP. 1.00 Gramofoonmuziek. (1.301.45 Berich ten Engelsch. 2.002.15 Berichten Duitsch. 2.302.45 Berichten Engelsch). 3.30 Berichten (Engelsch). 3.45 „Paljas", opera (gr.pl.). 5.00 Berichten (Duitsch). 5.15 „Gruss aus der Heimat", een programma voor de Duitsche Weermacht. 6.00 Orgelspel. 6.30 Berichten (Engelsch). 6.45 Gramofoonmuziek. 7.007.15 Economische vragen van den dag en nieuwsberichten ANP sluiting. vervelende en overbodige wezen hen in een andere taxi zou volgen iets wat bij de langzaam vooruitkomende, ieder oogenblik halt houdende file van voertuigen al heel ge makkelijk was gegaan. Maar daar was hjj, klaarblijkelijk hevig opgewonden met veel hooger bloeddruk dan zijn dokter goed zou hebben gevonden en het lieve leven begon van voren af aan. „Zoo, en!" zeide het dikke jongmensch. George wierp een critische blik op hem, alles behalve vriendelijk. Hij had gewoon af schuw van dien dikken verboemelden vent. Hem van top tot teen bekijkend kon hij niet iets bevredigends aan hem vinden of 't moest de toestand van zijn hoed zijn, waarin hij tot zijn vreugde ontdekte, dat opzq een diepe deuk zat. „U dacht, dat u van me af was, hé? U meende, dat u me kwijt was. Maar dan ver giste u zich." George zag hem koel aan. „Ik weet wel, dat er aan scheelt", zeide hij, „u hebt bloed geproefd." Het jonge mensch barstte van woede. Zijn gezicht werd nog dieper purper. Hij begon te gesticuleeren. „Schurk, die je bent! Waar is mijn zuster?" Bij deze onverwachte vraag begon het George te schemeren. De woorden brachten het voorval in een totaal ander daglicht. Tot op dit moment had hij' slechts in den man een sujet gezien, die dames naliep en het haar lastig maakte: dat de ander het recht aan zijn zijde kon hebben, was geen oogenblik bij hem opgekomen. Het gaf hem een schok, hij kreeg het gevoel of de grond zich onder hem opende. „Uw zuster!" „U hoorde wel, wat ik zei. Waar is ze?" George was nog steeds bezig zijn positieven weer bij elkaar te krijgen. Hij vond zichzelf dwaas en schuldig. Hij had gemeend beslist goed te handelen en nu scheen het hem dat hij verkeerd gedaan had. Een oogenblik stond hij op het punt zjjn verontschuldigingen aan te bieden, toen de herinnering aan den angst van het meisje en haar aanwijzingen dat een gevaar haar boven het hoofd hing klaarblijkelijk door toedoen van dien kerel, broer of geen broer hem tegenhield. Hij wist niet waarom het ging, maar het eenige wat klaar en begrijpe lijk was te midden van den chaos van verwik kelingen. dat het meisje hulp noodig had. Of het nu recht of onrecht was, hij was haar medeplichtige moest alszoodanig op treden. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1940 | | pagina 7