Winterhulp De volksvoorlichting De ramp van de Simon Bolivar in Nederland Nederlandsch werk ten bate der Nederlandsche bevolking Communistische partij in Zwitserland verboden Een interview met den directeur voor Noordhollandmr. A. Backer Scherpe critiek op Turkscbe pers Amsterdamsche effectenbeurs Koersen Nederlandsch clearinginstituut Als directeur voor Noord-IIoIland van de stichting „Winterhulp Ne derland" treedt op mr. A. J. Bak ker, chef van- de le afdecling van de Provinciale Griffie en van het Kabinet van den commissaris der Provincie. In deze functies en trouwens ook in vroegere betrek kingen is hij veel in aanraking gekomen met vraagstukken betref fende armenzorg, volksgezondheid en sociale aangelegenheden. Boven dien heeft hij als rechterhand van den Commissaris veel contact met burgemeesters en gemeentebesturen. Daarom was zijn aanwijzing tot provinciaal directeur een gelukkige, terneer daar de heer Backer ook bekend staat als een harde werker en een uitnemend organisator. Van een villa in het Kenaupark te Haar lem waait de Nederlandsche vlag. In het gebouw is sinds 15 November het bureau van den provincialen directeur van „Win terhulp" gevestigd. „Die vlag", zoo zeide mr. Backer ons in een onderhoud, dat wij met heni hadden, „is het svrabool van het Nederlandsche werk ten bate van het geheole Nederland sche volk. Ik zal niet verbloemen, dat „Winterhulp" nog heel wat moeilijkheden en bezwaren moet overwinnen, om zich den steun en de svmpathie van'de gchééle be volking eigen te maken, maar ik ben over tuigd. dat wij op den duur daarin zullen Slagen. Wie kennis maakt met het werk laat al gauw zijn bedenkingen varen en het duurt dan niet lang of er komt zelfs enthousiasme voor in de plaats. Dat heb ik, ik mag het wel verklannen. het eerst bij mijzelf ondervonden. Maar daarna ook bii den opbouw van de organi satie in Noord-Holland bii anderen. „Win terhulp" had de medewerking noodig van alle burgemeesters der 126 gemeenten in deze provincie, want die waren aangewezen om als plaatselijke directeuren op te tred.en. In zes groe'pep heb ik met de heeren ver gaderd, in Haarlem. Den Helder, Hilver sum, Zaandam. Hoorn en Alkmaar. Het bleef voor mij niet verbórgen, dat vele heeren aanvankeliik vrij koel- tegenover hun nieuwe taak stonden, maar wij zijn eens onenhartig gaan praten. Ik heb daarbij uitvoerig verteld, wa! het doel van „Win terhulp" is en hoe dat zal worden nage streefd en toen de heeren eenmaal door drongen waren van de noodzakelijk van dP werk. sloeg de stemming-gauw om. Nu ge ven de burgemeesters niet alleen pliohtma tig hun medewerking, maar uit de rappor ten. die ik dagelijks ontvang over de vor deringen der organisatie in hun gemeente is mii overtuigend gebleken, datNzij nu al len enthousiast hun schouders zetten onder het werk. Steun aan allen. „Winterhulp' beoogt, ik wil het hier ook nog eens zeggen, steun te geven aan allen, die het noodig hebben. Er leven talloos ve len, die hoogstens het noodige hebben of krijgen om van te leven. Maar ook die min der bedeelden hebben recht op een beetje zon en warmte in hun leven, niet alleen zij, maar ook, en zelfs vooral, hun kinderen. „Winterhulp" wil voor dat deel van ons volk, dat voortdurend gebukt gaat onder de zorgen, welke de dagelijksohe strijd om het bestaan medebrengt, verlichting van die zorg brengen. De stichting wil deze minder bedeelden opheffen en bun daarbij het ge voel geven, dat zij, als deel van de Neder landsche samenleving, door hun landge- nooten worden terzijde gestaan, zoowel in materieel als in geestelijk opzicht en dat zij niet aan hun lot worden overgelaten. Aan den anderen kant wil „Winterhulp" de Ne derlanders doordringen van de verantwoor delijkheid. die zij jegens hunne talrijke min der bedeelde landgenooten hebben en van de plichten, die daaruit voortvloeien. De vervulling van deze plichten zal niet gevoeld moeten worden als een last, doch als een met blijmoedigheid te aanvaarden taak. De offers, die voor dit werk ge vraagd zullen worden en op of fers, niet op giften komt het aan, zoo als de Commissaris der Provincie in zijn oproep aan de bevolking het zoo juist heeft uitgedrukt zullen uit de volheid des harten moeten wor den gebracht. Hier wordt dus een krachtig beroep gedaan op de Ne derlandsche harten. De verwezenlijking van het oogmerk om zon en warmte te brengen in het leven van de in nood verkeerende landgenooten, zal moeten neerkomen op aanvulling van het geen ter voorziening in het noodzakelijk le vensonderhoud van andere zijde wordt ver strekt. Voor die aanvulling wil „Winterhulp" zorgen. Zij treedt dus niet in de plaats van Maatschappelijk Hulpbetoon" of Werkloos- heidsdienst, dié blijven zorgen voor de basis van de ondersteuning. En dan zijn er nog velen, die hoewel zij werk hebben, toch in kommervolle omstandigheden verkeeren. Ook die moeten geholpen worden. Evenzoo de Stille Armen. Er Is dus veel, zeer veel voor „Winterhulp" te doenl Het Nederlandsche volk heelt te weinig besef van den omvang van den nood, die voor den oorlog al groot was, maar nu door de tijdsomstandigheden nog is toegenomen. Mr. A. J. BACKER. (Foto Eigen-archief.) Wij beschouwen het dan ook als een be langrijk deèl van onze taak dien nood aan Nederland klaar en duidelijk voor oogen te stellen. Daarvoor zal de medewerking inge roepen worden van de film, radio en pers. Wij zijn overtuigd, dat als het eenmaal tot het volk zal zijn doorgedrongen, dat alle krachten moeten worden ingespannen om de ellende van duizenden te verzachten, het gewillig en zelfs veel zal offeren. Als er in het verleden ergens nood was, al was het in het buitenland, dan stroomden de bijdra gen van alle zijden. Die hulpvaardigheid was een traditie. Nu het noodig is voor landgenooten zal niemand willen achter blijven. Onder stoom Het werk van „Winterhulp" moet nog be ginnen te groeien. Het is te vergelijken met een boot, die onder stoom ligt en dezer da gen haar reis aanvaardt. Het einddoel van de reis is bepaald, maar wij weten nog niet precies, welke tusschehhavens wij moeten aandoen. Geen giften, maaroffers! De details van ons werk zijn nog niet vast gesteld, veel zal namelijk afhangen Vart de ontwikkeling van het groeiproces. Daarom is ook niet precies aan te geven hoe uitein delijk de verhouding zal zijn tot de thans bestaande vereenigingen voor liefdadigheid en sociale zorgen. Wat die lichamen in het verleden gepresteerd hebben, wordt natuur lijk gewaardeerd, want zij hebben zeer vCel goeds tot stand gebracht. Zooals ook door den Directeur-generaal der stichting duidelijk is te kennen gege ven, is het niet de bedoeling de bestaande organisaties op maatschappelijk terrein af te breken. Integendeel wil men deze organi saties laten voortarbeiden op haar terrein, doch dan, waar mogelijk, in samenwerking met „Winterhulp". Wel vérre van deze orga nisatie te negeeren doet „Winterhulp" een krachtig beroep op hare medewerking. Wordt deze medewerking verleend, dan zul len de instellingen er op kunnen rekenen, dat zij op haar beurt van „Winterhulp" al len niogeli.jken steun ontvangen. Het feit, dat zij in de winterperiode in het algemeen geen inzamelingen zuilen mogen houden, be- teekent dan ook allerminst, dat zij verstoken zullen blijven van de noodige inkomsten om haar uitgaven te dekken. Wanneer deze in stellingen degenen,die haar anders in de winterperiode steunden opwekken hun bij drage aan „Winterhulp" te zenden, zal dit indirect aan haar eigen belangen ten goede komen. Behalve samenwerking tusschen „Winter hulp" en de bestaande sociale instellingen wil de stichting ook grootere samenwerking tusschen deze instellingen onderling bevor deren. Het streven is dus gericht op meer coördinatie, doch daarnaast ook op meer centralisatie. Wij moeten ons als Nederlanders óók één gevoelen in onze liefdadigheid en niet alleen ons medelijden schenken aan menschen uit eigen kring of uit eigen gemeente. Vandaar, dat „Winterhulp" landelijk is gaan werken. De ingezetenen van een wel varende gemeente, die in eigen omgeving dus weinig aan liefdadigheid hebben te doen, moeten in de toekomst helpen, het leed in andere steden en dorpen te verzachten. Veel qeld noodig! Er is voor den veel omvattenden arbeid van „Winterhulp" veel, zeer veel geld noo dig. Het bedrag kan niet hoog genoeg ge schatworden. Ongetwijfeld moeten er per jaar enkele tientallen millioenen guldens binnenkomen. Er is gemompeld: „Als er niet ge noeg binnenkomt zal overgegaan worden tot een gedwongen heffing." Het is mijn persoonlijke overtuiging dat het daartoe niet zal komen. Mis schien hebben sommigen dit praatje uitgevonden, om een motief te heb ben, zich afzijdig te houden. Als voor „Winterhulp" door de overheid een bijdrage op het belastingbiljet ge vraagd zou worden, zou dit het be wijs zijn, dat „Winterhulp" in het wezen der zaak misiukt was. Immers het gaat niet alleen om de steun verlening aan hen, die in nood verkeeren, doch ook om de organisatie van den wil om vrijwillig te offeren. Ik heb evenwel vertrou wen, dat bij mijn landgenooten het juiste in zicht zoo niet aanstonds dan toch na korten tijd zal doorbreken. Laat men vertrouwen schenken aan de mannen, die nu hun schouders onder het werk van „Winterhulp" hebben gezet. Het wantrouwen en de ongegronde, kwaadwillige geruchten, verspreid met het doel, deze goe de en mooie zaak te laten mislukken, moe ten verdwijnen. Er is al gezegd, dat de direc teur-generaal van „Winterhulp" een fantas tisch groot salaris krijgt en dat ook de pro vinciale directeuren en hun medewerkers abnormaal hooge jaarwedden genieten. Ik mag hier tegenover stellen, dat als beginsel geldt, dat het werk ten behoeve van winter hulp belangeloos wordt verricht. Het wordt beschouwd als een eeretaak tegenover het Nederlandsche volk. Alleen bij de landelijke, zoowel als bij de provinciale leiding is de aanstelling van bezoldigd personeel, dat over de noodige vakbekwaamheid moet beschik ken, onvermijdelijk. Ik kan echter de stellige verzekering geven, dat de bezoldigingen van het personeel, dat tot een minimum wordt beperkt, eerder blijven heneden dan uitsteken boven die, welke elders in over eenkomstige functies worden genoten. Zelf ontvang ik als provinciaal directeur geen be zoldiging. Alle voorbereidingen voor de collecte op 29 en 30 November zijn getroffen. Wij hopen, dat die eerste inzameling niet teleur zal stel len, maar dat de opbrengst, aangevuld met stortingen op de giro, ons onmiddellijk in staat zal stellen, reeds dadelijk flinke bedra gen uit te keerén. Wij kunnen pas geld ge ven als wij het zelf ontvangen hebben. Maar als „Winterhulp" eenmaal gaat geven zal dit haar beste propaganda zijn! Er is gezegd, dat de plaatselijke directeu- pep een gedeelte van het gecollecteerde, geld mogen behouden om dit in de eigen gemeen te te besteden. Die algemeene stelregel kan eenig misverstand wekken. In gemeenten waar de nood groot is, en de mogelijkheid om te offeren verhoudingsgewijze gering, zal de situatie wel zóó zijn, dat de geheele collecte- De beste en zuinigste lampen ooit door Philips vervaardigd opbrengst aan steunopbrengst ter plaatse heengaat en zoo noodig nog met elders inge zamelde gelden wordt aangevuld. Het geld dat „Winterhulp" verzamelt zal uitsluitend aan Nederlanders ten goede komen, zonder aanzien des pcr- soons. Er wordt niet gelet op aikomst, geloofsovertuiging of politieke rich ting. Ik hoop van harte z.oo besloot Mr. Backer dat al mijn landgenooten, ook zij, die aanvankelijk nog wat vreemd daar te genover staan, hun krachten en gaven zullen aanwenden, om dit nieuwe, dat waardevol is, te steunen. In liet belang .van heel ons land en volk." Onderzoek niet voortgezet. De raad voor de scheepvaart heeft uit spraak gedaan inzake het verloren gaan van het stoomschip Simon Bolivar onder de oostkust van Engeland op 18 November 1939. Van voortzetting Van het onderzoek ziet de Raad af, omdat een belangrijke ge tuige, de eerste stuurman, wegens verblijf in West-Indië niet gehoord kan worden. De raad bepaalt er zich thans toe om in liet kort aan te stippen: le. dat van de gevolgde route aan de scheepsleiding geen enkel verwijt kan wor den gemaakt, 2e. dat niet gebleken is, dat aan den toestand der reddingsmiddelen iets ha perde, terwijl de vraag van het al of niet buiten boord draaien der reddingsbooten aan het oordeel van den gezagvoerder moet worden overgelaten, 3e. dat het te betreuren is, dat, toen de ramp voorviel, nog geen sloepenrol voor de passagiers was gehouden, en 4e. dat de beide waterdichte deuren ge sloten hadden moeten zijn en da opvatting, dat zulks niet uitvoerbaar zou zijn, naai den raad bij het onderzoek van later plaats gehad hebbende scheepsrampen is gebleken gelukkig ook op de schepen hoe langer hoe meer is verlaten. Het heeft onder de huidige omstandig heden weinig zin om uitvoerig op deze punten in te gaan. „DONDEREND" APPLAUS. Bommen als misnoegen tegen Joodsch ariist. In twee amusementsgelegenheden te Agram zijn Dinsdagavond eenige bommen ont ploft, die uitsluitend eenige materieele schade aanrichtten. In politieke kringen van de Kroatische hoofdstad vermoedt men dat het hier een demonstratie van Kroati sche nationalisten betreft, die op deze wij ze uiting wilden geven aan hun misnoegen jegens een Joodschen komiek. Bulgaarsch minister ziet Rus land met de asmogendheden als één. De vroegere Bulgaarsche minister-presi dent professor Alexander Zankoff heeft in de Sobranje, tijdens de debatten over het antwoord op de troonrede van den koning, een opmerkelijke redevoering gehouden, die in de wandelgangen van het parlement zeer druk besproken wordt. Thans, zoo betoogde Zankoff, staan twee wereldstelsels in strijd tegenover elkaar. Het stelsel van het socialisme, vertegen woordigd door Duitschland, Italië en de Sov jet Unie, en het stelsel van het kapitalis me van Engeland en van de Vereenigde Staten van Noord-Amerika. Bulgarije be hoort ongetwijfeld tot het stelsel van het socialisme. Voorts constateerde Zankoff met voldoening de ontwikkeling der betrek longen tusschen Bulgarije en de Sovjet Unie. Zeer scherp critiseerde Zankoff de Turksche pers, die hij verweet, volkomen ongegronde verdachtmakingen aan Bulgarije te richten. Alle organisaties worden opge heven. De bondsraad heet op grond van artikel 102 van de grondwet en op grond van artikel 3 van het besluit van den bondsYaad van 30 Augustus 1939 btereffende ma'atrege- len tot bescherming 'van het land en tot handhaving van de neutraliteit besloten tot ontbinding van de commuistische partij in Zwitserland. Dientengevolge zullen alle in Zwitserland bestaande communistische organisaties wor den opgeheven en zal haar iedere verdere activiteit worden verboden. Het verbod heeft ook betrekking op ver eenigingen, die in de plaats komen van de verboden organisaties. Verder mogen com munisten geen lid zijn van de organen van federatie, kanton en gemeente. DR. GOEDEWAAGEN OVER ZIJN TAAK. De kunstenaar zal geen parasiet meer zijn. REORGANISATIE VAN DE PERS, DE FILM EN DE RADIO IN VOLK- SCHEN GEEST. Het nieuwe departement van volksvoor lichting beteekent, zoo ongeveer ving dr. Goe- dewaagen zijn mededeelingen aan 'n A.N.P. redacteur aan, ten opzichte van de volks voorlichting iets geheel nieuws, omdat in vroegeren tijd en vooral in de laatste jaren door middel van pers, radio en film, die voor lichting was overgelaten aan particuliere in stellingen met individueele en groepsbelan gen, waarbij uiteraard de volksgemeenschap veelal op den achtergrond kwam. De geest van dezen tijd is vooral daardoor gekenmerkt, dat ook de volksvoorlichting als onderdeel van de staatstaak wordt aange voeld. Natuurlijk niet in dien zin, dat bepaal de meeningen ten aanzien van de volks voorlichting moeten worden opgedrongen, maar wel, dat aan de in de samenleving op komende meeningen en opvattingen vorm en richting worden gegeven. Ten aanzien van de pers neemt het depar tement in zooverre een zeer bijzondere positie in, dat hetgeen hiermede wordt beoogd voor een groot gedeelte reeds is voorbereid in den raad van voorlichting der Nederlandsche pers. Deze raad toch stelt zich de ordening van de pers in materieelen, socialen en finan- cieelen zin ten doel. Hierbij gaat het vooral om de geestelijke waarde van de pers. Het nieuwe departement zal hét werk van den raad van voorlichting kunnen aanvullen en bekronen. De radio. Het particularismee ook in de radiowereld waarin iedere volksgroep haar eigen opvat tingen had en met enorme verspilling van geld en arbeidskracht meer haar aanhangers dan de Nederlandsche volksgemeenschap diende, is, wanneer we de wereld uit het nieuwe gezichtspunt van den organischen samenhang bekijken niet meer te handha ven. Ook hier zullen ongetwijfeld maatrege len moeten worden genomen, die werken in de richting van een totale her-oriëntee ring. Mijn aandacht, zoo ging dr. Goedewaagen. verder, is in het bijzonder ook op een ver heffing van het peil gericht, in zooverre, dat de radio vee] meer in nationaal-opbouwen- den zin werkzaam zal moeten zijn. De film. Het derde onderdeel, de film, is sinds haar ontstaan in de moderne maatschappij voor al een factor van amusement geweest. Zon der nu dit element te verstrooien of te wil len verwaarloozen, lijkt het mij noodig ook in het filmwezen het kunstzinnig en voorlich tend element aanmerkelijk te versterken en dit orgaan der volksvoorlichting in nauw contact te brengen met de blijvende volksche waai den, die sluimerend op den bodem van ons volksbewustzijn liggen. De kunstenaar zal geen parasiet of anarchist meer zijn. Hij zal zich opgenomen weten in de door bloed en geest bepaalde gemeenschap van het Nederlandsche volk en zijn histori sche traditie. De staat is niet bij machte op direc te wijze de vrijheid van den kunste naar te beïnvloeden. Tendenz-kunst is in alle opzichten verkeerd en kansloos, maar wel moet en kan de staat de voorwaarden scheppen, niet alleen sociaal, maar ook geestelrk om den kunstenaar in diens vrijheid ïeven J V°°r zelf°ntplooiing te diT a Hes'Ton ^rokking zijn de gevolgen van cóncortleien Van de muzi<* en het tectuur de héél ,P1Ct minder van <ie archi tectuur. de beeldhouw- en de schilderkunst. Flinke affaire. Vaste markt. Anifl, Ne, Oploopende koersen. rikanen algemeen hooger. derlandsche beleggingen kalin" OBLIGATIES STAATSLEENINGEN. VK- L.K 1011/16 ïoi 961/16 963/ 1011/16 101 86%-85% cpv 8j5/«;8o 15/15 Sfi3/i 863/ 0 83 83^ Nederland 1910 I 4 Nederlancj 1940 II 4 Idem met bel. fac. Nederland 1938 3.3% Oost lndië 1937 3 Oost Indië 1937 A 3 Duitschland 1930 5% duitschland D. Gr. b '40 Ct. 6 Konv Kas (m.v.) 4 PROVINCIALE EN GEM. LEENINGEN. A'dam '37 I 3% 021/2 's Grav. "37 I 3% N.-Holl. '38 3 82% N-Holl. '38 II (3%) 3 85% 85 R'dam '37 I. Hl 3% §2% 825/, Z.-Holland 1937 3 87% 86% HYPOTHEEKBANKEN. Ncd. Hyp.b. Veendam 3% 94% 93 INDUSTIEELE ONDERNEMINGEN. Buitenland. Farbenind. I. G. 7 Gelsenk. Bergw. 5 BANK- EN CRED.-INST. Binnenland. Koloniale Bank A 175%, 179% Ned. Ind. Handelsb. A 128 131% Ned. Handel Mij. c. v. A 112 117 AANDEELEN. INDUSTRIEELE ONDERNEMINGEN. Binnenland. A.K.U. 1153/1-115 115%-U7% Calvé Delft c.v. A. 81% 81% Centr. Suiker Mij. 194 190% Fokker g. A. 177 177 Lever Bros en Unilevei cv.A128%-129% 129-132% Ned. Ford 307 310 Philips G B.v.A. 195% 198-204 Philips pref. A 141% Buitenland. Anaconda copper c.v. A. 2S-28 3/16. 2Ss/j-29% Am. Sm. en Ref. c.A. 45 46% Beth. Steel c.v. A 79%-79 80 Gen. Motors c.v. A. 52 52 11/13 Kennecot Copper c.v. A. 36%-36, è6%-37 Vi North. Am. Aviation c.v.A. 17% IS 5/16 Rep. Steel c.v. A. -24-2311/16 24%-25 U. S. Steel c.v. A. 665/8-66 GG%-68%' PETROLEUMONDERNEMINGEN. Binnenland. Dordtsche Petr. g. A. 231% 240% Kon. Petr. Buitenland. Shell Union c.v. A. Tide Water c.v. A... 258%-253 SCHEEPVAART MAATSCHAPPIJEN. Holland Amerikalijn A 109%-108% 108%-112% Java China-Japanlijn A. 138%-139% 140-142% Kon. Ned. Stoomh. Mij. nat. bez. v. A. 148-145 147-152 Kon. Paketvaart A. 220 224 Ned. Scheepv. Unie A. 162%-1G334 163-166% Róft. Lloyd A. 133% 135-138 Stoomv. Mij. Nederland A, 137 139%-l-40% SUIKER-ONDERNEMINGEN. H.V.A. 422-420 428-437 Javasche Cultuur 249 259% N.I.S.U. 245 250 Ver. Vorstenl. Cult. 124 12G TABAKSONDERNEMINGEN. Deli Batavia Mij. 179%-1S0% 184-189 Deli Mij. c. v. A. 252-253% 255-261 Senembah 195 197y2-20' RUBBER-ONDERNEMINGEN. Amsterd. Rubber 259-263 263-272 Bandar Rubber Mij. A. 184 188 Deli Batavia Mij. A. 187% 200 Koersen voor stortingen op 28 November '40: Reiehsmarken 75.36; Belga's 30.1432; •Zwit sersche Francs 43.56; Lires 9.87; Deensche Kronen 36.40: Zweedsche Kronen 44,Sa Tsjechische Kronen (oude schulden) 6.42; Tsjechische Kronen (nieuwe schulden) 7.54. In het bijzonder zie ik hier groote moK^' lijkheden voor let theater en het drama- In het algemeen heeft het departement echter nog een voel ruimere taak: een volk moet zich uitleven in vormen van levens stijl. Het volk zoekt telkens weer bepaalde wegen, waarlangs verschillende sociale vor men van gemeensehapszin zich als het ware aanschouwelijk maken. Ook hier heeft de staat een positieve en opbouwende taak e hij zal danrbii moeten opvoeden op een w ze. die het volksche bewustzijn versterkt e den volksaard in stand houdt. De vorm van staatsbemoeiing, zooals hier geschetst, is voor een groot deel van on kenden aard. liet Nederlandsche volk zaï echter ook op dit gebied een levensstnl #»e ten kiezen en het lijkt mii. zoo eindigde m- Goedewaagen. niet verwonderlijk. 3Vi,n'I1;,,r ons volk van houwmeesters en schilders in onder de voorzichtige leiding van staat zal slagen. 258-207% 11%-119/16 11%-11% 10 11/16-10 9/16 10 15/16-113/16

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1940 | | pagina 2