Winterhulp
De volksvoorlichting
De ramp van de
Simon Bolivar
in Nederland
Nederlandsch werk ten bate
der Nederlandsche bevolking
Communistische partij in
Zwitserland verboden
Een interview met
den directeur voor
Noordhollandmr. A. Backer
Scherpe critiek op Turkscbe pers
Amsterdamsche effectenbeurs
Koersen Nederlandsch
clearinginstituut
Als directeur voor Noord-IIoIland
van de stichting „Winterhulp Ne
derland" treedt op mr. A. J. Bak
ker, chef van- de le afdecling van
de Provinciale Griffie en van
het Kabinet van den commissaris
der Provincie. In deze functies
en trouwens ook in vroegere betrek
kingen is hij veel in aanraking
gekomen met vraagstukken betref
fende armenzorg, volksgezondheid
en sociale aangelegenheden. Boven
dien heeft hij als rechterhand van
den Commissaris veel contact met
burgemeesters en gemeentebesturen.
Daarom was zijn aanwijzing tot
provinciaal directeur een gelukkige,
terneer daar de heer Backer ook
bekend staat als een harde werker
en een uitnemend organisator.
Van een villa in het Kenaupark te Haar
lem waait de Nederlandsche vlag. In het
gebouw is sinds 15 November het bureau
van den provincialen directeur van „Win
terhulp" gevestigd.
„Die vlag", zoo zeide mr. Backer ons in
een onderhoud, dat wij met heni hadden,
„is het svrabool van het Nederlandsche
werk ten bate van het geheole Nederland
sche volk. Ik zal niet verbloemen, dat
„Winterhulp" nog heel wat moeilijkheden
en bezwaren moet overwinnen, om zich den
steun en de svmpathie van'de gchééle be
volking eigen te maken, maar ik ben over
tuigd. dat wij op den duur daarin zullen
Slagen. Wie kennis maakt met het werk
laat al gauw zijn bedenkingen varen en
het duurt dan niet lang of er komt zelfs
enthousiasme voor in de plaats.
Dat heb ik, ik mag het wel verklannen.
het eerst bij mijzelf ondervonden. Maar
daarna ook bii den opbouw van de organi
satie in Noord-Holland bii anderen. „Win
terhulp" had de medewerking noodig van
alle burgemeesters der 126 gemeenten in
deze provincie, want die waren aangewezen
om als plaatselijke directeuren op te tred.en.
In zes groe'pep heb ik met de heeren ver
gaderd, in Haarlem. Den Helder, Hilver
sum, Zaandam. Hoorn en Alkmaar. Het
bleef voor mij niet verbórgen, dat vele
heeren aanvankeliik vrij koel- tegenover hun
nieuwe taak stonden, maar wij zijn eens
onenhartig gaan praten. Ik heb daarbij
uitvoerig verteld, wa! het doel van „Win
terhulp" is en hoe dat zal worden nage
streefd en toen de heeren eenmaal door
drongen waren van de noodzakelijk van dP
werk. sloeg de stemming-gauw om. Nu ge
ven de burgemeesters niet alleen pliohtma
tig hun medewerking, maar uit de rappor
ten. die ik dagelijks ontvang over de vor
deringen der organisatie in hun gemeente
is mii overtuigend gebleken, datNzij nu al
len enthousiast hun schouders zetten onder
het werk.
Steun aan allen.
„Winterhulp' beoogt, ik wil het hier ook
nog eens zeggen, steun te geven aan allen,
die het noodig hebben. Er leven talloos ve
len, die hoogstens het noodige hebben of
krijgen om van te leven. Maar ook die min
der bedeelden hebben recht op een beetje
zon en warmte in hun leven, niet alleen zij,
maar ook, en zelfs vooral, hun kinderen.
„Winterhulp" wil voor dat deel van ons
volk, dat voortdurend gebukt gaat onder de
zorgen, welke de dagelijksohe strijd om het
bestaan medebrengt, verlichting van die
zorg brengen. De stichting wil deze minder
bedeelden opheffen en bun daarbij het ge
voel geven, dat zij, als deel van de Neder
landsche samenleving, door hun landge-
nooten worden terzijde gestaan, zoowel in
materieel als in geestelijk opzicht en dat zij
niet aan hun lot worden overgelaten. Aan
den anderen kant wil „Winterhulp" de Ne
derlanders doordringen van de verantwoor
delijkheid. die zij jegens hunne talrijke min
der bedeelde landgenooten hebben en van
de plichten, die daaruit voortvloeien. De
vervulling van deze plichten zal niet gevoeld
moeten worden als een last, doch als een
met blijmoedigheid te aanvaarden taak.
De offers, die voor dit werk ge
vraagd zullen worden en op of
fers, niet op giften komt het aan, zoo
als de Commissaris der Provincie in
zijn oproep aan de bevolking het zoo
juist heeft uitgedrukt zullen uit
de volheid des harten moeten wor
den gebracht. Hier wordt dus een
krachtig beroep gedaan op de Ne
derlandsche harten.
De verwezenlijking van het oogmerk om
zon en warmte te brengen in het leven van
de in nood verkeerende landgenooten, zal
moeten neerkomen op aanvulling van het
geen ter voorziening in het noodzakelijk le
vensonderhoud van andere zijde wordt ver
strekt.
Voor die aanvulling wil „Winterhulp"
zorgen. Zij treedt dus niet in de plaats van
Maatschappelijk Hulpbetoon" of Werkloos-
heidsdienst, dié blijven zorgen voor de basis
van de ondersteuning. En dan zijn er nog
velen, die hoewel zij werk hebben, toch in
kommervolle omstandigheden verkeeren.
Ook die moeten geholpen worden. Evenzoo
de Stille Armen.
Er Is dus veel, zeer veel voor „Winterhulp"
te doenl
Het Nederlandsche volk heelt te weinig
besef van den omvang van den nood, die
voor den oorlog al groot was, maar nu door
de tijdsomstandigheden nog is toegenomen.
Mr. A. J. BACKER.
(Foto Eigen-archief.)
Wij beschouwen het dan ook als een be
langrijk deèl van onze taak dien nood aan
Nederland klaar en duidelijk voor oogen te
stellen. Daarvoor zal de medewerking inge
roepen worden van de film, radio en pers.
Wij zijn overtuigd, dat als het eenmaal tot
het volk zal zijn doorgedrongen, dat alle
krachten moeten worden ingespannen om
de ellende van duizenden te verzachten, het
gewillig en zelfs veel zal offeren. Als er in
het verleden ergens nood was, al was het
in het buitenland, dan stroomden de bijdra
gen van alle zijden. Die hulpvaardigheid
was een traditie. Nu het noodig is voor
landgenooten zal niemand willen achter
blijven.
Onder stoom
Het werk van „Winterhulp" moet nog be
ginnen te groeien. Het is te vergelijken met
een boot, die onder stoom ligt en dezer da
gen haar reis aanvaardt. Het einddoel van
de reis is bepaald, maar wij weten nog niet
precies, welke tusschehhavens wij moeten
aandoen.
Geen giften, maaroffers!
De details van ons werk zijn nog niet vast
gesteld, veel zal namelijk afhangen Vart de
ontwikkeling van het groeiproces. Daarom
is ook niet precies aan te geven hoe uitein
delijk de verhouding zal zijn tot de thans
bestaande vereenigingen voor liefdadigheid
en sociale zorgen. Wat die lichamen in het
verleden gepresteerd hebben, wordt natuur
lijk gewaardeerd, want zij hebben zeer vCel
goeds tot stand gebracht.
Zooals ook door den Directeur-generaal
der stichting duidelijk is te kennen gege
ven, is het niet de bedoeling de bestaande
organisaties op maatschappelijk terrein af
te breken. Integendeel wil men deze organi
saties laten voortarbeiden op haar terrein,
doch dan, waar mogelijk, in samenwerking
met „Winterhulp". Wel vérre van deze orga
nisatie te negeeren doet „Winterhulp" een
krachtig beroep op hare medewerking.
Wordt deze medewerking verleend, dan zul
len de instellingen er op kunnen rekenen,
dat zij op haar beurt van „Winterhulp" al
len niogeli.jken steun ontvangen. Het feit,
dat zij in de winterperiode in het algemeen
geen inzamelingen zuilen mogen houden, be-
teekent dan ook allerminst, dat zij verstoken
zullen blijven van de noodige inkomsten om
haar uitgaven te dekken. Wanneer deze in
stellingen degenen,die haar anders in de
winterperiode steunden opwekken hun bij
drage aan „Winterhulp" te zenden, zal dit
indirect aan haar eigen belangen ten goede
komen.
Behalve samenwerking tusschen „Winter
hulp" en de bestaande sociale instellingen
wil de stichting ook grootere samenwerking
tusschen deze instellingen onderling bevor
deren. Het streven is dus gericht op meer
coördinatie, doch daarnaast ook op meer
centralisatie.
Wij moeten ons als Nederlanders óók één
gevoelen in onze liefdadigheid en niet alleen
ons medelijden schenken aan menschen uit
eigen kring of uit eigen gemeente.
Vandaar, dat „Winterhulp" landelijk is
gaan werken. De ingezetenen van een wel
varende gemeente, die in eigen omgeving
dus weinig aan liefdadigheid hebben te doen,
moeten in de toekomst helpen, het leed in
andere steden en dorpen te verzachten.
Veel qeld noodig!
Er is voor den veel omvattenden arbeid
van „Winterhulp" veel, zeer veel geld noo
dig. Het bedrag kan niet hoog genoeg ge
schatworden. Ongetwijfeld moeten er per
jaar enkele tientallen millioenen guldens
binnenkomen.
Er is gemompeld: „Als er niet ge
noeg binnenkomt zal overgegaan
worden tot een gedwongen heffing."
Het is mijn persoonlijke overtuiging
dat het daartoe niet zal komen. Mis
schien hebben sommigen dit praatje
uitgevonden, om een motief te heb
ben, zich afzijdig te houden. Als voor
„Winterhulp" door de overheid een
bijdrage op het belastingbiljet ge
vraagd zou worden, zou dit het be
wijs zijn, dat „Winterhulp" in het
wezen der zaak misiukt was.
Immers het gaat niet alleen om de steun
verlening aan hen, die in nood verkeeren,
doch ook om de organisatie van den wil om
vrijwillig te offeren. Ik heb evenwel vertrou
wen, dat bij mijn landgenooten het juiste in
zicht zoo niet aanstonds dan toch na korten
tijd zal doorbreken.
Laat men vertrouwen schenken aan de
mannen, die nu hun schouders onder het
werk van „Winterhulp" hebben gezet. Het
wantrouwen en de ongegronde, kwaadwillige
geruchten, verspreid met het doel, deze goe
de en mooie zaak te laten mislukken, moe
ten verdwijnen. Er is al gezegd, dat de direc
teur-generaal van „Winterhulp" een fantas
tisch groot salaris krijgt en dat ook de pro
vinciale directeuren en hun medewerkers
abnormaal hooge jaarwedden genieten. Ik
mag hier tegenover stellen, dat als beginsel
geldt, dat het werk ten behoeve van winter
hulp belangeloos wordt verricht. Het wordt
beschouwd als een eeretaak tegenover het
Nederlandsche volk. Alleen bij de landelijke,
zoowel als bij de provinciale leiding is de
aanstelling van bezoldigd personeel, dat over
de noodige vakbekwaamheid moet beschik
ken, onvermijdelijk. Ik kan echter de stellige
verzekering geven, dat de bezoldigingen
van het personeel, dat tot een minimum
wordt beperkt, eerder blijven heneden dan
uitsteken boven die, welke elders in over
eenkomstige functies worden genoten. Zelf
ontvang ik als provinciaal directeur geen be
zoldiging.
Alle voorbereidingen voor de collecte op 29
en 30 November zijn getroffen. Wij hopen,
dat die eerste inzameling niet teleur zal stel
len, maar dat de opbrengst, aangevuld met
stortingen op de giro, ons onmiddellijk in
staat zal stellen, reeds dadelijk flinke bedra
gen uit te keerén. Wij kunnen pas geld ge
ven als wij het zelf ontvangen hebben. Maar
als „Winterhulp" eenmaal gaat geven zal dit
haar beste propaganda zijn!
Er is gezegd, dat de plaatselijke directeu-
pep een gedeelte van het gecollecteerde, geld
mogen behouden om dit in de eigen gemeen
te te besteden. Die algemeene stelregel kan
eenig misverstand wekken. In gemeenten
waar de nood groot is, en de mogelijkheid om
te offeren verhoudingsgewijze gering, zal de
situatie wel zóó zijn, dat de geheele collecte-
De beste en zuinigste lampen
ooit door Philips vervaardigd
opbrengst aan steunopbrengst ter plaatse
heengaat en zoo noodig nog met elders inge
zamelde gelden wordt aangevuld.
Het geld dat „Winterhulp" verzamelt
zal uitsluitend aan Nederlanders ten
goede komen, zonder aanzien des pcr-
soons. Er wordt niet gelet op aikomst,
geloofsovertuiging of politieke rich
ting.
Ik hoop van harte z.oo besloot Mr.
Backer dat al mijn landgenooten, ook zij,
die aanvankelijk nog wat vreemd daar te
genover staan, hun krachten en gaven zullen
aanwenden, om dit nieuwe, dat waardevol
is, te steunen. In liet belang .van heel ons
land en volk."
Onderzoek niet voortgezet.
De raad voor de scheepvaart heeft uit
spraak gedaan inzake het verloren gaan
van het stoomschip Simon Bolivar onder
de oostkust van Engeland op 18 November
1939. Van voortzetting Van het onderzoek
ziet de Raad af, omdat een belangrijke ge
tuige, de eerste stuurman, wegens verblijf
in West-Indië niet gehoord kan worden.
De raad bepaalt er zich thans toe om in
liet kort aan te stippen:
le. dat van de gevolgde route aan de
scheepsleiding geen enkel verwijt kan wor
den gemaakt,
2e. dat niet gebleken is, dat aan den
toestand der reddingsmiddelen iets ha
perde, terwijl de vraag van het al of niet
buiten boord draaien der reddingsbooten
aan het oordeel van den gezagvoerder moet
worden overgelaten,
3e. dat het te betreuren is, dat, toen de
ramp voorviel, nog geen sloepenrol voor
de passagiers was gehouden, en
4e. dat de beide waterdichte deuren ge
sloten hadden moeten zijn en da opvatting,
dat zulks niet uitvoerbaar zou zijn, naai
den raad bij het onderzoek van later plaats
gehad hebbende scheepsrampen is gebleken
gelukkig ook op de schepen hoe langer hoe
meer is verlaten.
Het heeft onder de huidige omstandig
heden weinig zin om uitvoerig op deze
punten in te gaan.
„DONDEREND" APPLAUS.
Bommen als misnoegen tegen
Joodsch ariist.
In twee amusementsgelegenheden te Agram
zijn Dinsdagavond eenige bommen ont
ploft, die uitsluitend eenige materieele
schade aanrichtten. In politieke kringen
van de Kroatische hoofdstad vermoedt men
dat het hier een demonstratie van Kroati
sche nationalisten betreft, die op deze wij
ze uiting wilden geven aan hun misnoegen
jegens een Joodschen komiek.
Bulgaarsch minister ziet Rus
land met de asmogendheden als
één.
De vroegere Bulgaarsche minister-presi
dent professor Alexander Zankoff heeft in
de Sobranje, tijdens de debatten over het
antwoord op de troonrede van den koning,
een opmerkelijke redevoering gehouden, die
in de wandelgangen van het parlement
zeer druk besproken wordt.
Thans, zoo betoogde Zankoff, staan twee
wereldstelsels in strijd tegenover elkaar.
Het stelsel van het socialisme, vertegen
woordigd door Duitschland, Italië en de Sov
jet Unie, en het stelsel van het kapitalis
me van Engeland en van de Vereenigde
Staten van Noord-Amerika. Bulgarije be
hoort ongetwijfeld tot het stelsel van het
socialisme. Voorts constateerde Zankoff
met voldoening de ontwikkeling der betrek
longen tusschen Bulgarije en de Sovjet
Unie. Zeer scherp critiseerde Zankoff de
Turksche pers, die hij verweet, volkomen
ongegronde verdachtmakingen aan Bulgarije
te richten.
Alle organisaties worden opge
heven.
De bondsraad heet op grond van artikel
102 van de grondwet en op grond van
artikel 3 van het besluit van den bondsYaad
van 30 Augustus 1939 btereffende ma'atrege-
len tot bescherming 'van het land en tot
handhaving van de neutraliteit besloten tot
ontbinding van de commuistische partij in
Zwitserland.
Dientengevolge zullen alle in Zwitserland
bestaande communistische organisaties wor
den opgeheven en zal haar iedere verdere
activiteit worden verboden.
Het verbod heeft ook betrekking op ver
eenigingen, die in de plaats komen van de
verboden organisaties. Verder mogen com
munisten geen lid zijn van de organen van
federatie, kanton en gemeente.
DR. GOEDEWAAGEN OVER ZIJN TAAK.
De kunstenaar zal geen parasiet
meer zijn.
REORGANISATIE VAN DE PERS,
DE FILM EN DE RADIO IN VOLK-
SCHEN GEEST.
Het nieuwe departement van volksvoor
lichting beteekent, zoo ongeveer ving dr. Goe-
dewaagen zijn mededeelingen aan 'n A.N.P.
redacteur aan, ten opzichte van de volks
voorlichting iets geheel nieuws, omdat in
vroegeren tijd en vooral in de laatste jaren
door middel van pers, radio en film, die voor
lichting was overgelaten aan particuliere in
stellingen met individueele en groepsbelan
gen, waarbij uiteraard de volksgemeenschap
veelal op den achtergrond kwam.
De geest van dezen tijd is vooral daardoor
gekenmerkt, dat ook de volksvoorlichting als
onderdeel van de staatstaak wordt aange
voeld. Natuurlijk niet in dien zin, dat bepaal
de meeningen ten aanzien van de volks
voorlichting moeten worden opgedrongen,
maar wel, dat aan de in de samenleving op
komende meeningen en opvattingen vorm en
richting worden gegeven.
Ten aanzien van de pers neemt het depar
tement in zooverre een zeer bijzondere positie
in, dat hetgeen hiermede wordt beoogd voor
een groot gedeelte reeds is voorbereid in den
raad van voorlichting der Nederlandsche
pers. Deze raad toch stelt zich de ordening
van de pers in materieelen, socialen en finan-
cieelen zin ten doel. Hierbij gaat het vooral
om de geestelijke waarde van de pers. Het
nieuwe departement zal hét werk van den
raad van voorlichting kunnen aanvullen en
bekronen.
De radio.
Het particularismee ook in de radiowereld
waarin iedere volksgroep haar eigen opvat
tingen had en met enorme verspilling van
geld en arbeidskracht meer haar aanhangers
dan de Nederlandsche volksgemeenschap
diende, is, wanneer we de wereld uit het
nieuwe gezichtspunt van den organischen
samenhang bekijken niet meer te handha
ven. Ook hier zullen ongetwijfeld maatrege
len moeten worden genomen, die werken
in de richting van een totale her-oriëntee
ring.
Mijn aandacht, zoo ging dr. Goedewaagen.
verder, is in het bijzonder ook op een ver
heffing van het peil gericht, in zooverre, dat
de radio vee] meer in nationaal-opbouwen-
den zin werkzaam zal moeten zijn.
De film.
Het derde onderdeel, de film, is sinds haar
ontstaan in de moderne maatschappij voor
al een factor van amusement geweest. Zon
der nu dit element te verstrooien of te wil
len verwaarloozen, lijkt het mij noodig ook in
het filmwezen het kunstzinnig en voorlich
tend element aanmerkelijk te versterken en
dit orgaan der volksvoorlichting in nauw
contact te brengen met de blijvende volksche
waai den, die sluimerend op den bodem van
ons volksbewustzijn liggen.
De kunstenaar zal geen parasiet
of anarchist meer zijn. Hij zal zich
opgenomen weten in de door bloed en
geest bepaalde gemeenschap van het
Nederlandsche volk en zijn histori
sche traditie.
De staat is niet bij machte op direc
te wijze de vrijheid van den kunste
naar te beïnvloeden. Tendenz-kunst
is in alle opzichten verkeerd en
kansloos, maar wel moet en kan de
staat de voorwaarden scheppen, niet
alleen sociaal, maar ook geestelrk
om den kunstenaar in diens vrijheid
ïeven J V°°r zelf°ntplooiing te
diT a Hes'Ton ^rokking zijn de gevolgen van
cóncortleien Van de muzi<* en het
tectuur de héél ,P1Ct minder van <ie archi
tectuur. de beeldhouw- en de schilderkunst.
Flinke affaire. Vaste
markt.
Anifl,
Ne,
Oploopende koersen.
rikanen algemeen hooger.
derlandsche beleggingen kalin"
OBLIGATIES
STAATSLEENINGEN.
VK- L.K
1011/16 ïoi
961/16 963/
1011/16 101
86%-85%
cpv 8j5/«;8o 15/15
Sfi3/i 863/ 0
83 83^
Nederland 1910 I 4
Nederlancj 1940 II 4
Idem met bel. fac.
Nederland 1938 3.3%
Oost lndië 1937 3
Oost Indië 1937 A 3
Duitschland 1930 5%
duitschland
D. Gr. b '40 Ct. 6
Konv Kas (m.v.) 4
PROVINCIALE EN GEM. LEENINGEN.
A'dam '37 I 3% 021/2
's Grav. "37 I 3%
N.-Holl. '38 3 82%
N-Holl. '38 II (3%) 3 85% 85
R'dam '37 I. Hl 3% §2% 825/,
Z.-Holland 1937 3 87% 86%
HYPOTHEEKBANKEN.
Ncd. Hyp.b. Veendam 3% 94% 93
INDUSTIEELE ONDERNEMINGEN.
Buitenland.
Farbenind. I. G. 7
Gelsenk. Bergw. 5
BANK- EN CRED.-INST.
Binnenland.
Koloniale Bank A 175%, 179%
Ned. Ind. Handelsb. A 128 131%
Ned. Handel Mij. c. v. A 112 117
AANDEELEN.
INDUSTRIEELE ONDERNEMINGEN.
Binnenland.
A.K.U. 1153/1-115
115%-U7%
Calvé Delft c.v. A. 81% 81%
Centr. Suiker Mij. 194 190%
Fokker g. A. 177 177
Lever Bros en Unilevei cv.A128%-129%
129-132%
Ned. Ford 307 310
Philips G B.v.A. 195% 198-204
Philips pref. A 141%
Buitenland.
Anaconda copper c.v. A. 2S-28 3/16.
2Ss/j-29%
Am. Sm. en Ref. c.A. 45 46%
Beth. Steel c.v. A 79%-79 80
Gen. Motors c.v. A. 52 52 11/13
Kennecot Copper c.v. A. 36%-36,
è6%-37 Vi
North. Am. Aviation c.v.A. 17% IS 5/16
Rep. Steel c.v. A. -24-2311/16
24%-25
U. S. Steel c.v. A. 665/8-66 GG%-68%'
PETROLEUMONDERNEMINGEN.
Binnenland.
Dordtsche Petr. g. A. 231% 240%
Kon. Petr.
Buitenland.
Shell Union c.v. A.
Tide Water c.v. A...
258%-253
SCHEEPVAART MAATSCHAPPIJEN.
Holland Amerikalijn A 109%-108%
108%-112%
Java China-Japanlijn A. 138%-139%
140-142%
Kon. Ned. Stoomh. Mij.
nat. bez. v. A. 148-145 147-152
Kon. Paketvaart A. 220 224
Ned. Scheepv. Unie A. 162%-1G334
163-166%
Róft. Lloyd A. 133% 135-138
Stoomv. Mij. Nederland A, 137 139%-l-40%
SUIKER-ONDERNEMINGEN.
H.V.A. 422-420 428-437
Javasche Cultuur 249 259%
N.I.S.U. 245 250
Ver. Vorstenl. Cult. 124 12G
TABAKSONDERNEMINGEN.
Deli Batavia Mij. 179%-1S0%
184-189
Deli Mij. c. v. A. 252-253% 255-261
Senembah 195 197y2-20'
RUBBER-ONDERNEMINGEN.
Amsterd. Rubber 259-263 263-272
Bandar Rubber Mij. A. 184 188
Deli Batavia Mij. A. 187% 200
Koersen voor stortingen op 28 November '40:
Reiehsmarken 75.36; Belga's 30.1432; •Zwit
sersche Francs 43.56; Lires 9.87; Deensche
Kronen 36.40: Zweedsche Kronen 44,Sa
Tsjechische Kronen (oude schulden) 6.42;
Tsjechische Kronen (nieuwe schulden) 7.54.
In het bijzonder zie ik hier groote moK^'
lijkheden voor let theater en het drama-
In het algemeen heeft het departement
echter nog een voel ruimere taak: een volk
moet zich uitleven in vormen van levens
stijl. Het volk zoekt telkens weer bepaalde
wegen, waarlangs verschillende sociale vor
men van gemeensehapszin zich als het ware
aanschouwelijk maken. Ook hier heeft de
staat een positieve en opbouwende taak e
hij zal danrbii moeten opvoeden op een w
ze. die het volksche bewustzijn versterkt e
den volksaard in stand houdt.
De vorm van staatsbemoeiing, zooals hier
geschetst, is voor een groot deel van on
kenden aard. liet Nederlandsche volk zaï
echter ook op dit gebied een levensstnl #»e
ten kiezen en het lijkt mii. zoo eindigde m-
Goedewaagen. niet verwonderlijk. 3Vi,n'I1;,,r
ons volk van houwmeesters en schilders
in onder de voorzichtige leiding van
staat zal slagen.
258-207%
11%-119/16
11%-11%
10 11/16-10 9/16
10 15/16-113/16