Uit de jeugd van den sprookjes schrijver HANS ANDERSEN Om zelf te maken - Voor de ouderen Hel£e jongend en meiijei! Nieuw Raadsel Kat en hond Nog vijf dagen... nog vijf nachtjes sla pen... dan is het Sinterklaas. Ha, dat zal toch weer even een fijne dag worden. „Sint Nicolaas, St. Nicolaas, breng ons vanavond een bezoek en strooi dan wat lekkers in een of andere h->ek." Mijn kinderen hebben dat lied al meermalen gezongen en ze hebben hun schoenen al voor de kachel gezet en... niet zonder resultaat. De Sint is er dus, en al zal zijn portemonnaie ook wel een en ander geleden hebben en al kan de grote Kindervriend dus niet zo royaal ronddelen als hij zelf wel graag zou wil len, voorbijgaan zal hij niet. Gelukkig! De prijswinnaar van het boek is: bep'breel, Rijksweg 1. En nu de briefjes. Toch moet ik eerst nog eenige vriendjes (vriendinnetjes) be danken voor die vriendelijke bonnenver rassing. Hartelijk dank hoor. Ik vond het buitengewoon aardig. Frans de Groot. Het spijt me, Frans, de eerste de beste week, dat je meedeed, je teleurgesteld werd, doordat je naam niet bij de goede oplossers stond. Weet je zeker, dat je geen fout gemaakt hebt? In ieder geval, heb je vandaag een briefje en dat vergoedt natuurlijk veeli Johanna Beekma. Het interesseert me niet waar je woont, Joh. als je de raadsels maar instuurt en natuurlijk goed instuurt, dan kun je een boek winnen, een taart ver overen of een briefje krijgen. Drie moge lijkheden. Voor het laatste moet je me ook een briefje schrijven. Wilko Neehus. Je had van de week juist wel moeten schrijven, Wilko, want het briefje van ue vorige week wordt niet meer beantwoord, toen was het „verbo den". En je weet, aan een verbod moet je je houden. Hoe gaat 't met het tekenen? Marietje Jurrjens. Ja, 't is vast leuk om de Decembermaand in Amsterdam te zijn, Marietje. Eén ding is natuurlijk vrese lijk jammer, dat ook Amsterdam zich in Egyptische duisternis gehuld heeft, want de gezelligheid 'an Amsterdam in de win ter bestaat voor een groot deel uit de zee van lictyt, uit de honderden lichtreclames, uit de feest-étalages. En wat komt daar van nu terecht. Je schrijft me volgende week maar eens of het plan nog doorge gaan is. Jan Visser. Ja, dat was twee weken geleden een lastig raadsel, Jan, maar d£).t van de vorige week en dat van vandaag.'., nu, ik zal ei* niets meer van zeggen. Annie Visser. Jij zal het ook wel met me eens zijn, Annie, dat je voor het raadsel van vandaag je denkmachinetje niet hard behoeft te laten werken, 't Is er zo uit. Ik vind het fijn, dat jullie het goed maken en dat het gelukkig niet al te onrustig geweest is in de voorbije week. Jantje Grande, Anna Paulowna. Nu Jantje, daar is het briefje. Ik hoop, dat je me lange tijd trouw blijft. Bep v. Rijswijk, Castricum. Dat is waar, Bep, er gaat veel van de aardigheid verloren van het bezoeken van de Sinter klaaswinkels, nu z« hun kleurige verlich ting niet kunnen ontsteken. Enfin, de taai en het banket zullen nog wel even lekker smaken. Mijn neus gaat nu al dagelijks te gast, als ik door de straten van Den Hel der rijd. 's Jonge, wat ruikt het lekker naar al die speculaas en al die andere heer lijkheden. Marietje Verbeek. Veel genoegen, Ma rietje, daar in Bergen, 't Zal er nu ook mooi zijn, daar in de bossen en de duinen. Hap maar veel frisse lucht, zodat je op 7 Januari 10 pond zwaarder terugkomt en met wangen als bellefleurs en ogen als kerstlichtjes, zo stralend, George Veer. Brrrr, George, wat een zuinig brief je. Weinig tijd gehad? Nelie Koodenburg, Callantsoog. Nee, Nelie, een schuilnaam mag je nog niet ne men. Dan moet je 14 zijn. Je bent hartelijk welkom, maar met eigen naam je bliefjes ondertekenen en onder eigen naam krijg je briefjes. Regel is regel. Doornroosje, Callantsoog. Jij bebt de leeftijd voor een schuilnaam, Doornroosje en je mag hem dus gebruiken. Wat een ge zellige naam hebben jullie op je Zomer huisje staan en... toepasselijk, voor z Jutterfamilie. Broer de Visser, Woudsend (Fr.). Nu, dat wordt gezellig, Broer, als je va moeder volgende maand een paar g komen. Als de Sint wat royaal is, vallen ze straks beiden nog met hun neus in de spe culaas of in de boterpunten. Hé, ik water tand als ik er aan denk. Maar, houd je oom Douwe in de gaten, want die lijkt me nogal mal op die Sinterklaasverrassingen. Corrie v. Bale. Ik kan me begrijpen Corrie, dat je geschrokken bent van dat schieten Vrijdagmiddag, vooral omdat je buiten liep en niet zo gauw wist waar je heen moest. Zoek altijd maar gauw, dat je ergens naar binnen komt en in een portie kruipt, dan kan je tenminste geen scher ven krijgen. Voor de rest behoef je niet zo •bang te zijn. Mary Jurg, IJmuidcn. Zijn jullie voor goed verhuisd, Marie? Of kom je ook weei terugrennen, zodra er vrede is? We zijn van de week alweer een week dichter bij die he vig begeerde vrede als de vorige week. We groeien er iedere dag een naartoe. Vind je dat niet fijn Ja, als je een taart wint, dan bestellen we die bij een banketbakker in ÏJmuiden, tenminste als jij je bonnen opge stuurd hebt. Afgesproken? Wim Cornelissen, Breezand. Best, Wim, doe mee en stuur iedere week je oplossingen en je briefje. Aster, Heiloo. Hoe wist je dat van onze koperen bruiloft, Aster? Nu, we hebben nog een fijne dag gehad, hoor, alle familie en verschillende kennissen, maar natuurlijk moesten ze allemaal, tenminste die niet bij ons logeerden, vóór 12 uur de deur uit en dat is vroeg voor zo'n bizonder feest. Dikkie Siersema, Julianadorp. Uitste kend, Dikkie, jij schrijft en ik schrijf, wij schrijven alletwee en het contact blijft, we ken, maanden, jarentenminste, dat ho pen we. Hendrika Woort. Natuurlijk niet, Hen- drika, daar ben ik niet kwaad om, dat je krant met de inpakkerij verdwenen is, als er geen erger dingen gebeuren in deze vluch telingen tijd, dan is het best uit te houden. Vertel me maar, wanneer jullie naar Texel gaan. Ik begrijp, dat jullie daar allemaal naar verlangen, als je vader er ook werkt. Agatha Ran, Breezand. Je moet een kans wagen, Agatha, om een prijs te win nen. Waarom zou je het niet proberen? Je lust toch wel taart of je leest toch graag? Als dat niet zo is, dan moet je maar niet meedoen, maar anders moet je proberen de prijs in de wacht te slepen. Annie Heekelaar. Zo, lees en snoep jij graag, Annie? Dan bof je, dat Sint Nico laas voor de deur staat. Jo Heekelaar. Fijn, dat jullie zo lachen op school, Jo. Dat is gezond en er zijn veel mensen, die het verleerd hebben. Ik hoop, dat we het allemaal weer gauw en harte lijk kunnen doen. Je weet, wanneer dat zal zijn. Nazzi Goreng. Dit is het briefje voor het meisje, dat me vertelt, dat ze op de ver jaardag van haar moeder fijn Nazzi goreng gegeten heeft, klaar gemaakt door haar vader, die sergeant-kok bij de Koninklijke Nederlandsche Marine is geweest. O, zo! kon die het even fijn. Ik kom vast eens bij jou eten als jullie weer zo'n smulpartij heb ben. Bali, Annie en Cor v. Bijnen. Je wilde graag weten welke ezels ai roepen, zoals in het raadsel stond Nu, dat zal ikje eens even gauw vertellen. Dat zijn de ezels van de omgekeerde wereld en daarin leven we tegenwoordig. Jullie adres zal ik hier, voor Loek en Leon neerschrijven. Het is dus, Kerkgracht 47, Den Helder. Nu, ik denk, dat je nu vandaag of morgen wel een teken van leven-uit Den Haag ontvangt. Elly de Zwart, Haarlem. Ik geloof heus, dat ik jou ken, Elly. Ik weet tenminste wel waar je gewoond hebt en ook ken ik je vader. Waar is hij, of weten jullie dat niet? Lammie Boon, H. Hugowaard. Jij weet je daar in je evacuatie-dorp nogal te amu seren, Lammie, geloof ik. Nu, dat is ook maar het beste. Treuren om wat je voor lopig kwijt bent geeft toch niet. Je moet er maar van maken wat er van te maken is. En een tijdje dorpeling te zijn, kan ook geen kwaad en is niet ongezellig. Loek en Leon v. d. Wal, Den Haag. Ja, jullie kaart met gelukwens heb ik ont vangen, tweetal. Hartelijk dank. Leuk, dat jullie er aan gedacht hebben. Ik hbop, dat je goede werwchen in vervulling mogen gaan. Ook je vader en moeder hartelijk gefelici teerd. Jammer, dat je vader nu niet thuis is. Dat is n u vooral wel een groot gemis en ik begrijp, dat je moeder niets voor feestvieren voelt, onder deze omstandig heden. Ik hoop, dat jullie spoedig goede tij ding krijgen en dat je vader weer gauw thuis mag zijn. Dank voor de bonnen. Erg aardig hoor. Een prettige Sinterklaasviering op 8 December, met de padvinders. Hap maar niet te gulzig in de taart van stijfsel of de rollade van watten. Guurtje en Jaap Kaan, Nederweert. Ik heb jullie briefje een paar weken gemist en begrijp er nu de oorzaak van. De krant komt te laat. Jullie wonen zó ver, maar dat die van Zaterdag eerst Dinsdagmorgen komt, dat is toch wel een beetje al te erg, daar moet Tante Pos eens een standje voor hebben. In twee en halve dag stuur je de krant zowat naar Rome (als het geen oor log was) dus dan kan ze toch zeker wel wat eerder bij jullie aankomen. Ik zou het ech ter jammer vinden als jullie daarom niet mee zouden kunnen doen en om dat moge lijk te maken zal ik voortaan jullie oplos sing, als ze te laat komt, bij de volgende week mee laten loten. Je maakt dan de zelfde kans als ieder ander vriendinnetje en vrièndje. Wat een pracht van een huis heb ben jullie daar. 't Lijkt wel een villa in- plaats van een boerderij. Als ik in de buurt kom, nu, dan zie je me eens. Jongens en meisjes, ik ben door alle brief jes heen. Volgende week mogen jullie "dus weer schrijven. OPLOSSING VORIGE WEEK. Ui, suiker, tante, rood, oom, eend, school, taart. Rust roest. Goede oplossingen ontvangen van» Wilko Neehus; Johanna Beekma; Truus de Groot; Hanna van Engelsdorp Gaste raars- Jan Schendelaar; Piet Beekma^; Dirkje Beekman; Lucie Weitering; Klaasje Zeeman; Jopie Maasland; Jan van M Coen Coster; Neeltje Coster; Tmi Coster Tini van Brederode; Annie Koorn; Eddie de Mcyer; Corrie en Jo Riedeman; Ria de Jullie hebt waarschijnlijk dikwijls van de sprookjes van Hans Andersen genoten, b. v. dat van het lelijke jonge eendje, de kleine zeemeermin, het tinnen soldaatje enz. Nu, het leven van Hans Andersen lijkt ook wel een'sprookje. 5 Februari 1805 werd in de Deense stad, Odense, in het armzali ge huisje van den schoenmaker Andersen, een zoontje geboren. De vader was dol op z'n enig kind. Ja, dit kind zou later naar een goede school gaan en zoveel mogen leren als hij wou! Hij had dat zelf in zijn jeugd, niet gekund, want zijn ouders wa ren altijd heel arm geweest. Tussen z'n stille, vlijtige moeder en z'n goede vader groeide het jongetje tevreden op. Dat z'n ouders haast geen geld hadden om van te leven, lieten ze hem niet mer ken. Toen Hans Christiaar op school was, was hij vaak alleen. Hij vond. het het heer lijkst als hij thuis kon zitten of spelen. Ijverig zat hij kleertjes te naaien voor de poppen van de poppenkast, die zijn vader voor hem had gemaakt. Ook keek hij graag urenlang naar de tuin. Soms kreeg hij een toegangsbewijs voor een schouwburg. Van wat hij daar zag, maakte hij hele stukken. Dat was het begin van zijn sprookjesschrijverij. Omdat zijn vader als schoenmaker nog steeds weinig verdiende, besloot hij soldaat te worden en meer te gaan verdienen. Sol daten konden ze in die tijd altijd gebrui ken, want tijdens Napoleon waren er veel oorlogen. Toen de vrede gesloten was, kwam Hans Christiaan's vader terug, maar niet als luitenant, zoals hij gehoopt had. Zijn gezondheid was achteruit gegaan en hij stierf, toen zijn zoontje nog maar een kleine jongen was. Nu hadden ze 't nog armer. Hans. Chris tiaan's moeder werd wasvrouw bij vreem de mensen, om haar brood te verdienen. Toch zorgde ze dat haar jongen er altijd netjes en schoon uitzag. Toen zijn vader, die zo'n goede kameraad geweest was, gestorven was, was Hans nog meer alleen. Z'n moeder had geen tijd voor hem Hans was op -de school voor ar me kinderen en leerde niet veel. Ep wat had z'n vader niet, een mooie plannen met hem gehad! Hans zelf had echter ook mooie plannen in zijn hoofd. Hij hadniet, veel zin om. bij een kleermaker te gaan werken, zoals zijn moeder wilde. „Wat wil je dan worden?" vroeg ze. „Ik wil beroemd worden", zei Hans," eerst moet je een heleboel moeilijkheden hebben en dan word je beroemd." Z'n moeder vond het vreselijk. Wat had haar jongen nu voor gedachten in z'n hoofd? Wilde hij naar Kopenhagen gaan en daar geld verdienen? En hij had niet eens geld om naar een goede school te gaan en was pas veertien jaar! Maar hij was niet te houden. Hij wilde toneelspeler worden eh op ze kere dag ging hij op bezoek bij een beroem de danseres. Hij speelde en danste haar iets voor en om zich beter te kunnen bewe gen, trok hij zijn grote schoenen uit. Maar de danseres vond hem zo raar, dat ze dacht dat hij niet goed wjj'J was en stuurde hem weg. Huilend stond Hans op straat. Moest hij naar Odense teruggaan? Dat wilde hij in geen geval. Hij voelde dat hij tot iets bij zonders in staat was. Eindelijk vond hij een kunstenaar die Jong; Ieke de Langen; Nellie de Langen; Jettie But; Piet Bosman; Cor van Bijnen; Bali en Annie van Bijnen; Lena Korbee; Hennie Korbee; Sientje Korbee; Beppie Kor bee; Johan v. d. Pol; Alie Pou'.ie; Henk Lugtenborg; Mientje Breel; Bep Breel; Dillie Goedegebuur; Truus de Groot; Anton Rebel; Klaas Goudswaardt; Annie Hee'ke- laar; Jo Hekelaar; Jacob Berkhout; Trijn tje Kommer; Neeltje Plaatsman; Jacoba Prins; Rosa Stevenson; Martha Eriars; Dick Nannings; Martien van Os; Piet de Koster; Loek en Leon van der Wal; Jantje en Henkie Scheurwater; Ida Kok; Dieuwcr- tje en Dikkie Doorn. Guurtje en Jaap Kaan, Loeki en Leon van der Wal, Lammie Boort; Elly de Zwart, Nazzi Goreng, Agatha. Ran, Gerard Kramer, Astér, Wim Cornelissen, Mary Jurg, Corrie v. Bale, Broer de Visser, Juttie But, Nelie Roodenburg, George Veer, Marietje Verbeek, Bep v. Rijswijk, Jantje Grande, Annie Visser, Jan Visser, Marietje Jurjens. De X X X is een vogel, schrijf je. Met Een kip Ik X, want ik heb pret. Erg X is azijn. Tweemaal X is acht. Suiker is X Ja is ja, X is neen. En X is een jongensnaam KRISTALLEN MAKEN. Doe in een halve liter heet water vijf honderd gram aluin en laat dat daarin op lossen. Hang nu in de oplossing een Wol len draad, een mandje van hout of zoiets, maar altijd goed omwoeld met wollen dra den, dan zullen zich na vierentwintig uur prachtige kristalletjes aan die voorwerpen gehecht hebben. bereid was om hem voor zanger op te lei den. Hans had ook heus een goede stem. Maar na een paar maanden stuurde de kunstenaar hem weg en raadde hem aan een vak te gaan leren. Hans was namelijk in de winter hees geworden, omdat hij geen geld had om warme kleren te kopen. Dus stond hij weer op straat. Maar hij ging moedig verder. Toen vond hij een dichter die geld voor hem I ij el kaar bracht en hem lessen liet geven. Hans was overgelukkig. Toen het bijeen gebrachte geld op was, bracht er weer een slechte tijd voor hem aan. Hoe vaak at hij niet, inplaats van een warme maaltijd een droog stuk brood op een bank in het park! „Zou ik misschien geen toneelspeler, maar dichter of schrijver moeten worden?" vroeg Hans zich op 't laatst af. Toen schreef hij een drama, dat men met het volgend briefje terugstuurde: „Wij wensen niet meer van dergelijke slechte stukken te zien. Hans schaamde zich erg en had nu nog maar één wens: te mogen leren.. De di recteur van een schouwburg, die zijn ver stand niet onderschatte, gaf hem geld, dat door den koning gegevenwas, voor zijn lessen. Zo ging Hans, die intussen achttien jaar geworden was, tussen de kleine jon gens op de schoolbanken Zitten. Dat was al lesbehalve leuk. maar hij hield vol. Toen hij van een milden gever geld kreeg om een reisje naar huis te maken, was hij dolgelukkig. De bewoners van zijn stadje waren stomverbaasd, dat de zoon van den armen schoenmaker, werkelijk in de stad vooruit gekomen was. En wat was zijn moeder trots op hem! Toen hij drie-en-twintig jaar was, werd Hans Christiaan student en in 1829 deed hij examen. Er waren al verscheidene din gen van hem uitgegeven en vele vooraan staande families en schrijvers in Kopenha gen nodigden hem uit, zodat het leek alsof hij een zonnig leven voor zich had. Later kwamen er evenwel toch nog enige moeilijke jaren. Hij verdiende weinig met zijn schrijven. Maar het ergste was, dat hij zo dikwijls bespot en gehoond werd. Uit jalóuzie meestal. Vooral in zijn eigen stad gunden de mensen den schoenmakerszoon geen beroemdheid. Maar al zijn vijanden konden hem op de duur toch niet onderdrukken. De koning gaf hem later geld om te reizen en een vas te toelage. Het meest werden'zijn sprookjes gelezen. Later- heeft Andersen zijn levensbeschrij ving geschreven, die hij met de volgende woorden begon: „Mijn leven is een heer lijk sprookje, zo rijk en zo gelukkig!" Een paar maanden na zijn zeventigste verjaardag, die met veel luister was ge vierd, werd hij plotseling erg ziek en stierf. Maar zijn sprookjes leven verder en wor den nog steeds door groot en klein gelezen. TINY. VIJF OPEENVOLGENDE GETALLEN RADEN. Laat vijf getallen bij elkaar optellen en dë som met twintig vermenigvuldigen. Het cijfer van de honderdtallen die je dan krijgt, is het middelste cijfer van de vijf gedachte getallen, die van één cijfer moe ten zijn. Het spreekt vanzelf dat ze je de uitkomst van de vermenigvuldiging zeggen moeten, anders kun je het niet raden. DE TOVERDOOS. Je legt een kaart in een doos (fig. 1) en zet die doos gesloten op tafel. Dan zwaai je er een paar keer met je toverstaf over heen, mompelt een paar toverformules, opent de doos ende kaart is spoorloos verdwenen (fig. 2 en 3). Het raadsel wordt als volgt verklaard: Voor dit kunstje kun je een sigarenkistje gebruiken; de hoofdzaak is dat het van binnen zwart geverfd is. of met zwart pa pier beplakt, want in de deksel ligt een zwart, kartonnetje (fig. 4). Niemand mag dit kartonnetje zien, want als je het dek sel sluit, valt het zwarte kartonnetje op de kaart en omdat de bodem van het kistje ook zwart is. zal er van het kartonnetje mets te zien zijn. Op figuur 5'kun je alles nog eens goed zien, d is de bodem van het kistje; c is de kaart, b het kartonnetje en a de deksel van het kistje. Zo'n kistje is altijd handig, want je kunt er allerlei andere kunstjes mee doen. (S. SalomonsSouget.) Ik heb een schattig poesje, zo zacht wel als satijn, haar snuitje, oortjes, pootjes, 't is alles even fijn. Wanneer ik zit aan tafel, vlug springt ze op mijn schoot, spint, snort en geeft me kopjes, of... streelt mij met haar poot. Laatst had ik op mijn bordje een heerlijk stukje vis, poes blaast en denkt natuurlijk: „nou, dat is lang niet mis." Daar, plots', vóór 'k iets gezien ha0, stond poes vlak naast mijn bord, ik riep: „jou stoute Witje, weg van de tafel, vort." Vlug pakt' ze toen mijn vis weg, die lelijke, boze guit en liep er op een drafje gauw mee de kamer uit. Maar, raad eens, wie er achter de deur te wachten stond? 't was niemand dan mijn Bello, mijn lieve, kleine hond. „Waf, waf," zo blafte Bello, „jou diefjesachtig beest, „ben jij daar op je eentje op roof eens uit geweest?" „Miauw," zo antwoordt Witje, „wat gaat dat jou wel aan? jij krijgt er toch geen hapje, zelfs ook geen graatje van." Maar, Bello ia de sterkste, de vlugste van de twee en sleept poes met het visje tesaam naar buiten mee. Déë.r zet hij 't op een lopen met poesjes lekk're buit en blaft: „waf, waf, mis poesje, sliep uit, sliep uit, sliep uit." Het kastje, dat je hier ziet, is een mooi en praktisch cadeau voor vader en moeder. Vader kan het in zijn studeerkamer ge bruiken, om er potloden, penhouders enz. in te doen en moeder kan het als naai- kastje gebruiken. De grotere jongens en meisjes zullen dit kastje met weinig moei te kunnen maken. Vóór de kleintjes is het natuurlijk te moeilijk. Voor de laden nemen we 10 sigaren kistjes, die ongeveer 9 x 13'/2 c.m. groot zijn. We moeten dus alleen nog de ombouw timmeren. Daarvoor zagen we van 8 m.m. dik hout, acht stukken, ter grootte van de bodem van de laden Nu leggen we 5 laden en 4 olankjes op elkaar en krijgen zo de leng te van de vertikale tussenwand, die net zo breed is, als de laden lang zijn. Twee laden en de tussenwand naast elkaar gelegd, le veren de lengte van de grondplank op, die even breed is. als de laden lang zijn. We leggen nu het geheel in de goede volgorde op elkaar en krijgen zo de groot te van de achterzijde en die van de zijkan ten. Onder de zijwanden komen voeten van 3 cm. hoogte. Het blad van het kastje steekt overal 1 cm. uit. Bij het zagen van de verschillende de len, moet je er vooral op letten dat de la den genoeg ruimte hebben, je moet overal dus iets „aanzagen", net als je bij het knip pen van een jurk, de naden „aanknipt." Tot slot zaag je nog enige knoppen, die aan de binnenkant van de laden worden vastgeschroefd. Nu is ons kastje klaar, op de afwerking na. Die afwerking bestaat uit het aanbren gen van de kleur. Je vei ft het kastje b.v. lichtbruin en de knoppen donkerbruin en lakt dan alles mooi regelmatig. In plaats van bruin, kun je natuurlijk ook een an dere kleur nemen: dat hangt er van af, waar het.kastje komt te staan. Misschien vindt moeder het wel leuk als ze nu fel blauw of rood kastje krijgt.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1940 | | pagina 11