collectef 1767.38
Het goede boek
tfJtactiriLww-ö
Opbrengst „WillterllUlp"-
Eervol resultaat voor onze stad
SL Hicoiaas iedtmfien
HeSderschen
Middenstand
Distributie-nieuws
't Vroor 2 graden
CADEAUX
Maandag 2 December 1940
Tweede Blad
Huisduinen alleen gaf meer dan f200*-
Molentjes in een uur uitverkocht
Benoeming Ds* Vaandrager
St* Nicolaas en de
postverzending
Wat op de Giro
binnenkwam
Ver* ter Verbreiding der
Waarheid
Burgerlijke Stand van Den Helder
Doe Uw
voor winkeliers
fac.dta Mei*.
GCffiö2GiPirtt[pJD|).
Filiaal: Spoorbuurt 7
Anna Paulowna
Schetsen uit t Buttenveici
„Slaapgelegenheid met
huiselijk verkeer"
als St* Nicolaas cadeau
Kinderboeken
Voor oudere meisjes
Romans
Het was Zaterdag een stralende winter
dag, en dkt heeft meegewerkt; zoowel aan
het humeur der mensehen, die blij waren
weer eens een zon-dag te beleven, als aan
het werk van het „Winterhulp"-collectan-
ten-leger, dat zijn activiteit ten volle kon
ontplooien.
Men toog, te circa 9 uur, op stap. Ge
wapend met de groene bussen, toen nog
onheilspellend leeg en met de ritsen licht
gevende molentjes. Bovendien met de
goede wenschen van het Comité.
Men was vól goeden moed. Dóéraan
ontbrak het niet! Men was vastbesloten,
kost wat kost, de molentjes aan den man
te brengen en met een zoo goed mogelijk
gevulde bus thuis te komen.
Thuis... dat was aanvankelijk het bureau
van „Winterhulp" in het gebouw van So
ciale Zaken aan den Kanaalweg. Hier was
het, dat de bussen gehaald en gebracht
werden. Hier was het ook, dat door de
heeren Boon en Bruins de laatste hand
aan de organisatie dezer collecte gelegd
werd.
Der goede gewoonte getrouw, werd aan den
burgemeester het eerste molentje te koop aan
geboden. Dit geschiedde door den heer Van
Heusden. En daarna eerst werd de campagne
in 22 Wijken ingezet.
Het resultaat was al spoedig bekend. Den
Helder gaf!men wist wat „Winterhulp"
bedoelde, zoodat er geen tekst en uitleg meer
gegeven behoefde te worden. Men gaf.de
een de 2 dubbeltjes voor het molentje, de ander
een kwartje en weer anderen een gulden of
een rijksdaalder. Verreweg het meerendeel der
woningen was onbewoond, daar stootte men
dus den neus. Maar wie men op straat tegen
kwam, werd aangeklampt en van hen bleek
het overgroote deel bereid zijn offer te bren
gen.
Molentjes te kort.
Het ging zelfs zoo vlot, dat al spoedig
bleek, dat het aantal molfentjes verre en
verre te kort schoot. Dat was iets, dat al
spoedig bekend werd, zoodat er direct
maatregelen genomen konden worden om
dit euvel het hoofd te bieden. Eenvoudig
bleek dit echter niet. Texel bezat niets
meer, Anna Paulowna was reeds „uitver
kocht" en het was tenslotte Schagen, dat
nog een 170 molentjes over had. Met den
meesten spoed werden deze naar Den Hel
der vervoerd. De 1500 molentjes bleken
inderdaad ten eenenmale onvoldoende ge
weest te zijn.
Jammer was het, dat de pWg collectanten,
die bij het afgaan van de Werf op post stond,
moest werken zónder molentjes. Ook bij het
vliegkamp „De Kooij" was dit het geval. Deze
ploeg was in het bezit van... 7 molentjes. Zoo
zag men tal van collectanten, die tenslotte
maar hun eigen speldje te koop aanboden.
Enthousiasme.
Aan enthousiasme ontbrak het in het col
lectanten-leger niet. Hoe langer men bezig
was, des te meer plezier kregen de heeren en
dames er in, en unaniem was men de meening
toegedaan, dat het erg meegevallen was in
deze sombere dagen een beroep op de bevol
king te doen. Dubbel viel het mee, als men
rekening houdt met het feit, dat slechts een
zoo klein percentage der bevolking aanwezig
Was. In dit licht gezien mag de collecte dan
ook zeker als bijzonder geslaagd beschouwd
Worden.
Hulde aan de ploeg leerlingen van de Zee
vaartschool, die, der traditie getrouw, ook
thans weer klaar stond voor dit doel. Hulde
ook aan den directeur, den heer Grobben, die
daarbij als motor was opgetreden, en persoon
lijk mee-cóllecteerde.
De bussen komen binnen.
Tegen 12 uur kwamen de eerste bussen bin
nen op „Maatschappelijk Hulpbetoon". Prak
tisch zonder uitzondering was het den collec
tanten meegevallen.. Daar kwamen ze: de no
tarissen, dominé's, gemeentelijke bedrijfs
directeuren, en al die andere autoriteiten, die
met de bus den boer opgegaan waren. Natuur
lijk waren er menschen geweest, die geweigerd
hadden iets te geven, dit waren echter uit
zonderingen. Er waren er óók, die mopperden,
dat ze „al weer" moesten gevm, maar die niet
verzuimden een rijksdaalder in de bus te depo-
neeren. En er waren er zeer velen, die in de
plaats van de twee dubbeltjes een kwartje
offerden.
Bjj den heer Valkhoff.
Zoo verliep de morgen. Zonder moeilijk
heden, met uitzondering van het klemmend
tekort aan speldjes. Na 12 uur werden de
bussen ingeleverd op de Kerkgracht bij den
Gemeente-ontvanger, waar men zoo lang
zamerhand met tellen begon, teneinde des
middags niet den geheelen stroom tegelijk te
moeten opvangen.
Er waren bussen bjj die tegenvielen, er
waren bussen die meevielen en er waren
bussen waar men „stil" van werd. Om
oen voorbeeld te geven: Notaris De Wijn
kwam aanzetten met een bus, inhouden
de108.32.
Bravo notaris!
En de staf van de Centrale Boekhouding
telde en telde. Al die centen, dubbeltjes,
kwartjes, guldens, rijksdaalders, briefjes van
10 en de enkele briefjes van 50. Men schifte
de enkele Duitsche en Belgische muntstukken
eruit, zoodat uitsluitend het Hollandsche geld
overbleef. En zoo groeide het resultaat
bus voor bus.
Huisduinen een record
In den loop van den middag arriveerde
Huisduinen, en wel in den vorm van de hee
ren Lookman en Terra. De bussen waren
zwaarzéér zwaar.
Dat beloofde wat.
En zie, de uiakomst stelde niet teleur.
De opbrengst der Husiduuianen bedroeg
het wel bijzonder eervolle resultaat van
208.38. Werkelijk, een bedrag dat alle
records slaat en dat geen enkel comité
lid zóó groot had durven verwachten.
Een woord van hulde aan de heeren
Terra, Lookman, Kreuger en Snel, die dit
succes boekten, is hier o.i. wel op zijn
plaats.
Laat in den middag kwam Julianadorp: de
collectanten onder leiding van de heeren Swa-
ters en Hendriks, hadden hier een bedrag van
44.04 opgehaald, hetgeen evenmin een
slecht resultaat genoemd mag worden.
Burgemeester Ritmeester, die des middags
aanwezig- was bij de telling, toonde zich
uiteraard eveneens ten zeerste tevreden over
het binnengekomen bedrag.
En zoo kwam dan tenslotte het eindcijfer
uit de bus, het cijfer, waar iedereen even
nieuwsgierig naar was. Nóg eens controleerde
en telde men.
Toen had de heer Valkhoff het: het luidde
982.38% als busopbrengst en 785.als
opbrengst per giro. Totaal 1767.38%.
Ziedaar, de eerste collecte in Den Hel
der van „Winterhulp Nederland".
Het resultaat van een goeddeels ont
volkte stad, van een stad, waarin de be
volking, vooral finantieel, zware, soms
haast onherstelbare, klappen gekregen
heeft.
Toen Den Helder een kleine 40.000 in
woners telde, werd doorgaans een col
lecte-opbrengst tusschen de 400 en 5C0
gulden genoteerd. Deze collecte, met een
opbrengst van 1767.38% mag dan ook
zonder eenigen twijfel als een unicum
beschouwd worden.
Hulde derhalve aan de gulle gevers,
op wie niet vergeefs een beroep gedaan
werd, op de collectanten, die ér hun Za
terdag aan gaven en tenslotte voor al die
anderen, die mede hebben helpen bevor
deren dat Den Helder op deze wijze voor
den dag mocht komen.
Waarlijk... het ware anders denkbaar
geweest!
Benoemd tot tijdelijk perdikant te Vreewijk
(Rotterdam-Zuid) Ds. J. H. Vaandrager, ex-
vlootpredikant te Den Helder.
Wat men moet doen en waar
men het moet doen.
De Directeur van het P.T.T.-kantoor
te Den Helder maakt bekend dat, in
tegenstelling met andere jaren, de aan
neming van postpakketten gedurende de
St.-Nicolaasdrukte uitsluitend zal plaats
hebben op het Postkantoor Kanaalweg
en de postagentschappen Tuindorp en
Zuidstraat.
Op het Postkantoor op den Kanaalweg
zal daarvoor op 2 tot en met 6 Dec. een
extra loket geopend zijn van 9 tot en
met 17 uur.
Voorts wordt verzocht:
le. de paketten doelmatig en stevig te
verpakken;
2e. een duidelijk en volledig adres op de
pakketten zelve te vermelden en een
tweede los adres in te sluiten;
3e. de adreskaarten stevig aan de pak
ketten te bevestigen;
4e. den naam en het adres van den af
zender op het pakket te vermelden,
echter zoodanig dat geen verwarring
met het adres ontstaat;
5e. de pakketten in verband met de te
verwachten drukte tijdig ter post te
bezorgen.
Zaterdag kwamen voor „Winterhulp", op
de giro van den Gemeente-ontvanger nog
binnen- de volgende bedragen:
S. Ml 10.—; N.N. 100.—; C. B. 5.—;
Casino 25.J. B. F. M. 50.—; Fa.
E. N. Heijligenberg 25.
Leden zendt uw contributie.
In een advertentie in dit nummer verzoekt
het bestuur van de Ver. ter Verbreiding der
Waarheid haar lederi de contributie en bijdra
gen voor 15 December a'.s. over te willen ma
ken op het gironummer van den penning
meester.
De Ver. ter Verbdreiding der Waarheid is
ook door de omstandigheden ernstig, finan
cieel gedupeerd. Een belangrijke bronvan in
komsten, de collecten, staat practisch geheel
stil, terwijl vele leden nog. verzuimden hun
bijdragen en contributie over te maken. De
evacuatie en alle narigheid daaraan verbon
den, hebben de menschen verschillende dingen
doen vergeten.
Het bestuur herinnert nu aan dezen mo-
reelen plicht. Men zie het gironummer van
den penningmeester in de desbetreffende ad
vertentie.
van 30 November 1940.
OVERLEDEN: J. A. Kwast, m., 2 maanden.
bij den
Kaashandelaren met vergunning.
Volgens de bestaande regeling had de dis-
tributiedienst met „kaashandelaren met ver
gunning" geen bemoeienis.
Daar deze regeling op enkele practische
bezwaren is gestuit, kunnen deze handelaren
thans eveneens de door hen ontvangen toe
wijzingen bij den distributiedienst inwisselen,
ter verkrijging van verzameltoewijzigingen.
Inlevering van diverse distributiebescheiden.
Tot dusverre moesten alle diverse distri
butiebescheiden (d.w.z. toewijzigingen en in
dustriecoupures) zoowel door detaillisten als
grossiers worden ingeleverd in enveloppen
MD 258.
Aangezien de toewijzingen door de distri
butiediensten worden uitgereikt in vaste cou
pures van kleiner formaat dan de voorheen
door het Centraal Distributiekantoor vervaar
digde toewijzingen, zijn nieuwe enveloppen
(formulier MD 258a) in omloop gebracht,
welke aan den vorm der coupures zijn aan
gepast.
Met ingang van heden, Maandag 2 Dec.,
1940 dienen de handelaren de bovenom
schreven coupures in de enveloppen MD
258a te voegen in dezelfde volgorde, als
op de voorzijde der enveloppen is gedrukt,
dus voorop de coupures van 10 rantsoe
nen, vervolgens de coupures van 40 rant
soenen enz.
Industriecoupures, alsmede de toewij-
wijzingen, welke door het Centraal Dis
tributiekantoor zijn uitgeschreven, moe
ten echter in de bestaande enveloppen MD
258 worden ingeleverd.
De enveloppen MD 258a zijn bij den dis
tributiedienst verkrijgbaar tegen betaling
van 0.05 per 10 stuks.
Maar nu dooit het weer 7 graden.
Zaterdagmiddag gaf de thermometer een
plotselinge daling te zien van het kwik en
voordat de avond gevallen was bleek, dat het
vroor. Lhter op den avond bleek het zelfs 2
graden te vriezen en op den grond 3. Dat be
loofde wat!
Evenwel, ofschoon het gedurende den nacht
van Zaterdag op Zondag constant doorvroor
met een gemiddelde van 2 graden, bleek dat
er van een aanhoudende vorst geen sprake
was. Integendeel, Zondagsmorgens rees het
kwik snel, terwijl de barometer daalde. Met
daarbij een W.Z.W. wind was het te begrijpen,
dat men al spoedig dik boven het 0-punt zat.
Op dit oogenblik, Maandagmorgen 8 uur,
dooit het7 graden. En naar wij van be
voegde zijde vernemen is er geen sprake meer
van kans op vriezen.
Iets, wat de kippenboet-bewoners in het
buitenveld en al die anderen, die voor dag en
dauw de veeren moeten verlaten, ongetwijfeld
hoogelijk zullen apprecieeren...
ZONDER PUNTEN
FOTO-TOESTELLEN
FOTO-TASSEN
FOTO-ALBUMS
FILM* - FILMS
PRISMA-KIJKERS
Serie II.
Dezer dagen lezend een aanbieding van een
familie, ergens in het buitenveld, en waarin
aangeboden werd aan „nette Heldersche men
schen" „slaapgelegenheid met huiselijk ver
keer", gingen mijn gedachten weer uit naar
een van de eerste weken van m'n vluchtelin
genbestaan, ongeveer in Juli van dit jaar.
Ook wij gingen van het standpunt uit, dat
we tot de „nette" categorie gerekend mochten
worden en ook wij belandden in een gezin,
alwaar ons met de breedste Noordhollandsche
gastvrijheid gratis het „huiselijk verkeer" ge
offreerd werd.
De wijze, waarop wij aldaar huiselijk ver
keerden, vindt men hieronder opgeteekend.
Het was een klein huis. Zóó klein, dat de
kamer en de slaapkamer en de keuken feitelijk
maar één apartement vormden, alleenlijk ge
scheiden door deurtjes, die men ter verdeeling
aangebracht had. Zoodoende is het mij nooit
recht duidelijk geworden of wij nu feitelijk
sliepen in de keuken of in de huiskamer. Men
noemde het alkoof.
In den beginne waren we te versuft van
misère om op alle slakken zout te leggen,
maar allengs, met het uitrusten, kwam ons
onderscheidingsvermogen weer terug en bleek,
dat we het eigenlijk maar zoo-zoo getroffen
hadden.
Het waren boeren-menschen en jonge men
schen. Maar niet zó jong, of er liepen drie
kleine peuters van 2, 3 en 4 jaar rond te
drentelen. Daarnevens was er een levende
have, bestaande uit drie katten, een groote en
een kleine hond en een paar konijnen, die
burgerrecht in het woonvertrek hadden.
lederen avond kwamen de buren. Ze kwamen
blijkbaar uitsluitend om ons „boih-verhalen
te hooren vertellen. Dan gingen hun oogen al
lengs wijder open staan, dan gaapten hun
monden steeds wijder en werden de kreuntjes
van jóü" en van „hoe'st meugelijk.....
hoe'st meugelijk!!" steeds veelvuldiger Na
drie weken kwam er ergens anders in
1
dorp een Nieuwedieper te huizen, die een bom
in z'n achtertuintje gekregen had en zagen
we de vrienden niet weerom. Het bleek, dat
mijn verhalen niet tegen de pikante en drama
tische vertelsels van mijn lotgenoot, verderop,
opgewassen waren
Maar we zouden het hebben over het huise
lijk verkeer. Welnu,- dat bestond uit het ineen
gestrengelde, samengeweven leven van ons
met de eigenlijke bewoners van het huis. De
drie kinderen pleegden te vechten als raven,
en dat was feitelijk het begin van het conflict.
We hebben ons er namelijk mee bemoeid. Dat
mocht echter niet en sedertdien verkoelde de
verhouding aanmerkelijk. Maar het valt waar
lijk niet mee, ais drie vechtende blagen een
glas karnemelk over Uw (eenige!) pantalon
uitstorten, als ze Uw schoon- en stijfgesteven
overhemd gebruiken als parachute en als ze
tenslotte de scherpte van een bot zakmes
proefondervindelijk toetsen aan Uw pantoffels.
Dat was, we schreven het, 't begin van het
conflict. Daarna ging het snel bergafwaarts.
Wij sliepen in de alkoof en in die alkoof stond,
om het bed te bestijgen, een trappetje. Nu is
er niets zoo gek als een man in négligé z'n
bed via een trappetje te zien bestijgen. Waar
;k echter steeds geweigerd heb als publieke
vermakelijkheid te fungeeren en de kennissen
van den boer kennelijk iederen avond zoo lang
Joleven tot ik me ter slaapstee spoedde, en met
wankelende schreden het miezerige trappetje
beklom, zoo gebeurde het, dat ik me eens heb
laten ontvallen, dat het toch eigenlijk een ver
draaid onvrije boel was in één zoo'n kamer
en dat zulks in de stad toch maar voor elkaar
is. Van alle kanten werd me toen meede-
gedeeld, dat ik blij mocht zijn nog zoo te land
te zijn gekomen en dat ik vrij was te gaan en
te staan waar ik dat zelf verkoos.
Daar was geen woord Latijn bij.
Toen de regen kwam begon het te lekken en
werden mijn ergste vermoedens bewaarheid.
Het lekte in de bedstee. Behalve dat ik me nu
iederen avond als een volleerd acrobaat op het
slappe koord (in casu het trappetje) moest
begeven, kreeg ik, ter afkoeling, een soort
„eeuwige drup" te ondergaan. Den eersten
nacht was het verschrikkelijk, ken tweeden
onduldbaar en den derden zat ik aan de tafel.
Helaas ik stak in al m'n radeloosheid de
lamp aan en of ze het geroken hadden
de vrouw van den boer kwam van achteren
aan gestommeld en informeerde venijnig of ik
dacht, dat de „peterolie" in de sloot gevonden
werd. Nimmer had ik uiteraard zulks gedacht-
maar wat doet een mensch als hij uit z'n
bedstee gelekt is en nog drie uur moet wach
ten voor de dageraad zich aandient
Er kwamen leelijke kinken in den kabel.
Zoo leelijk, dat ik tersluiks uitzag naar een
ander onderkomen, hetzij in een kippenboet,
hetzij op een hooizolder, aangezien d i t een
hopeloos geval was.
De climax van het huiselijk verkeer werd de
verjaardag van m'n hospes. Nadat men om
8 uur begonnen was mei een flink regiment
fleschjes bier te verstouwen, bleek de vroolijk-
heid oni half 11 ten top gestegen te zijn en
was het feest in volle glorie ontbrand. Ze
waren met z'n tienen, en aangezien ik reeds
met den vroegtrein Nieuwediepwaarts moest,
besloot ik op dat tijdstip m'n hielen te lichten.
Men vond dat blijkbaar onbeleefd, althans in
strijd met de etiquette in dat dorp, en het
waren louter booze blikken, die me nage
worpen werden bij het betreden van m'n
Jacobsladder in de alkoof.
Middelerwijl ik toen de duizend bekende en
de andere duizend onbekende pogingen in het
werk stelde, om in den slaap vergetelheid te
zoeken, feestte men binnen lustig door en ware
het niet gaan onweeren, het bachartaal hadde
tot het eerste morgenkrieken geduurd. Er
werd echter te veel bier gedronken, met als
gevolg, dat een der heeren besloot mij ook nog
een fleschje Heineken's te offreeren. In angst
en vreezen zag ik door m'n oogharen de lichte
lijk beschonken feestganger naderen. In de
schaduwen van den alkoof deed hij mij denken
aan een der drakenverschijningen uit Nipper
en Pelle. Ik dacht nog redding te vinden door
een vast slapen te imiteeren, doch het was
reeds te laat. Bij het beklimmen van de ladder
struikelde de man, waarbij ik het voornaamste
deel van den inhoud over dekens en nacht
gewaad kreeg. „Binnen" vond men de grap
best geslaagd en werd stevig geapplaudiseerd.
Hoe ik dien morgen ontwaakte, stinkend
naar verschraald bier in m'n ondergoed, als
een poon gerookt van de sigaren- en siga-
rettensmook, met duldelooze hoofdpijn en moe
van het niet-slapen, toen besloot ik nog dien
zelfden dag heen te tijgen en mijn tenten
elders op te slaan.
Dat lukte en zoo kwam nog vrij spoedig het
einde aan de periode van „slaapgelegenheid
met huiselijk verkeer".
Hieronder geven we nog eenige boeken, waar
uit men zijn keuze kan bepalen voor St. Nico
laas.
Ineke Eigenwijs, door J. H. Brinkgreve
Entrop, geill. door Miep de Feijter. Uitgave
gebr. Kluitman, Alkmaar. Prijs geb. 1.20.
Vlot en eenvoudig worden ons in dit boek
de gebeurtenissen uit Ineke's leventje verteld;
hoe ze door schade en schande haar eigenwijs
heid af moet leeren. De belevenissen van Ineke,
met haar twee vriendinnen op school en thuis,
zullen onze meisjes, van 812 jaar, zeker
boeien.
Een boek, zonder eenige pretentie, een boek
zooals er vele zijn, doch met een goede tendenz
waar onze meisjes de gewone dingen uit het
dagelijksche leven in vinden, doch dat hen zal
pakken om de vlotte wijze waarop ze verteld
zijn.
Onze dieren. Wie zijn kinderen een
aardig geïllustreerd boekje wil geven, met
heel veel vlotte erhaaltjes en leuke versjes
en tegen een zeer lagen prijs, koop^ dit boek
je, dat uitgegeven werd door de Ned. Ver.
tot bescherming van dieren, Prinses Marie-
straat 40, 's Gravenhage en verzorgd door
George Nieuwenhuijsen.
De prijs van het werkje bedraagt 20 cent.
Kindertehuis „De Toekomst", door Leni
Saris. Geïll. door Karei Hoekendijk. Uitgave
v. Holkema Warendorf, Amsterdam.
Deze vlotgeschreven meisjesroman teekent
ons het leven van Domini, die voor h^r ge
zondheid naar Holland moet, Hoe zwaar het
afscheid van haar ouders haar valt, hop flink
zij er zich doorheen slaat en de moeilijkheden
op school en thuis overwint, doen ons Don
kennen als een meisje met een impulsief ka
rakter, met veel liefde voor al wat klein en
teer is.
'laar jeugdideaal, later een kindertehuis te
kunnen oprichten met haar pleegbroer Paul,
zien wij werkelijkheid worden, nadat het een
tijdlang leek of zij dit ideaal op zou geven
voor een leven van uitsluitend pleiziertjes. De
personen van dit boek leven voor ons, waar
door het boek van het begin tot het eind
boeit.
We kunnen het gaarne aanbevelen als een
ongetwijfeld welkom St. Nicolaas-geschenk
voor onze oudere meisjes.
Barbara. Roman van de Far öer, door
Jörgen Frantz Jacobsen. H. P. Leopolds Uitg.
Mij. N.V., Den Haag. Ingen. 2.90. Geb.
3.90
Een verzameling rotsen, waartegen steeds
de ge weldige branding van den Atlantischen
Ocaan breekt, vaak onbereikbaar voor het
overige dee' der wereld, dat zijn de Far öer-
eilanden. Even hard en stoer als hun eilanden
zijn de bewoners, maar daarnevens ook hun
primitieve vroomheid. Over die eilanden en
menschen is de Deen Jacobser gaan Schrijven
en het boek, dat hij het licht heeft doen zien,
doet het ten zeerste betreuren, dat de jonge
schrijver kort nadien overleden is. Zijn werk
bevatte een schoone belofte voor de toekomst
van den auteur.
De centrale figuur is -een bewoonster van
een der eilanden. Om haar draait alles en
door haar worden velen korststondig geluk
kig, maar allen min of meer ongelukkig en
rampzalig. Maar trots dit laatste is zij een
bijzonder goed en uitstekend weergegeven
beeld van onbetwistbare, echte vrouwelijkheid.
Duizend en Een Avond, Groot Verhalenboek
voor den Nederlandschen Lezer (Contact, Am
sterdam) onder redactie van' Emmy van Lok
horst en C. J. Kelk, met medewerking van meer
dan 100 Nederlandsche en Vlaamsche auteurs.
Compleet in zes, maandelijks verschijnende,
bundels van elk 250 pagina's (30 verhalen).
Prijs bij inteekening op zes bundels gebonden
1.50 per bundel. Losse prijs 1.75 per bun
del.
Deze uitgave is een novum op boekengebied.
De uitgever heeft er blijkbaar naar gestreefd,
zooals trouwens uit het prospectus blijkt, den
lezer dezen verduisteringswinter een enorme
hoeveelheid boeiende en gevarieerde verhalen
te brengen voor een zoo laag mogelijken prijs.
Inderdaad zullen velen in dezen winter naar
het boek grijpen en dan is 1001 Avond een uit
stekende introductie in de boekenwereld, omdat
in deze uitgave vrijwel alle belangrijke Neder
landsche en Vlaamsche auteurs in bonte men
geling vereenigd zijn.
De verhalen zijn van alle mogelijke soorten,
zoodat iedereen hierin zijn genre kan vinden.
Geestige verhalen van Weremeus Buning en
Henriette Van Eyck, meer gedragen bijdragen
van Ina Boudier Bakker, Top Naeff en van der
Geest, verrassende intriges in verhalen als van
O'Henry, Theun de Vries, Pierre Mac Orlan, en
zoo vindt men in Duizend en Een Avond de.
afwisseling die men behoeft.
Het is jammer dat we ten opzichte van de
typografische verzorging van deze uitgave, niet
dezelfde waardeering kunnen hebben als voor
het initiatief, dat tot deze uitgave geleid heeft.
Er zijn verscheidene zwakke pagina's in wat be
treft de druk, die vrij onregelmatig is. Het
registeren is niet overal zuiver en ook de op
maak van de koppen kunnen we niet bewon
deren.
Het drukken is de zwakke zijde van deze uit
gave, die overigens alle waardeering verdient.
Rotterdam In de litteratuur.
Binnen enkele dagen zal een belangwek
kende uitgave verschijnen, getiteld „Rotter
dam in de Litteratuur", een bloemlezing van
oorspronkelijk en reeds gepubliceerd werk
van Nederlandsche auteurs over de oude
Rotterdamsche binnenstad. Het boek wordt
geïllustreerd met vele foto's op kunstdruk
papier door Jan Retel.
„Rotterdam in de litteratuur" werd samen
gesteld en ingeleid door P. J. G. Huincks,
hoofdredacteur van het maandblad voor de
Nederlandsche jeugd „Contact", zelf geboren
Rotterdammer.
In „Rotterdam in de litteratuur" zijn proza
en poezie afgedrukt van Jan Prins, Bordewijk,
Anthonie Donker, Leopold, Haspels, Schiir-
mann, Johan de Meester, Speenhoff, Brusse,
Kortebrandt, Dirk Smits en anderen.