N1PPER EN PELLE
Hei
Afgodsbeeld
gevonden
mensje
Vijandelijke concentraties
bij Bardia
Radioprogramma
Duitsch weermachtbericht
Weersgesteldheid verhindert
activiteit in de lucht
Italiaansch weermachtbericht
Het opperbevel van de Duitsche weermacht
maakt bekend:
Als gevolg van de ongunstige weersge
steldheid heeft het Duitsche luchtwapen gis
teren overdag en des nachts slechts bewa
pende verkenningsvluchten ondernomen. In
het Noorderkanaal (tusschen Noord-lerland
en Schotland) gelukte het een koopvaardij
schip door bomtreffers in de machinekamer
zwaar te beschadigen. Bij een ander koop
vaardijschip sloeg een bom van zwaar ka
liber door het voorschip. De bemanning
ging daarop in de booten.
Britsche vliegtuigen hebben in den nacht
van 18 op 19 December eenige bommen ge
worpen in Zuidwest-Duitschland, doch ver
oorzaakten slechts geringe schade aan ge
bouwen. Een burger werd gedood.
Het 195ste communiqué van het Italiaan-
sche hoofdkwartier luidt:
„In Noordafrika duurt de slag voort in
de zóne van Bardia, waar opmerkelijke vij
andelijke concentraties van gemechaniseer
de strijdmiddelen-zijn gemeld. Op eenige de
zer formaties, die getracht hadden de stad
te naderen, zijn met succes tegenaanvallen
gedaan. Onze formaties vliegtuigen hebben
de gcmechniseerde strijdmiddelen van den
vijand doeltreffend gebombardeerd.
224.
De koningin heeft groote
plannen.
1. ,Heb ik je 't niet gezegd,
de koningin heeft Cooky tot
koning benoemd en samen
met hem wil ze de hele
wereld veroveren Zij heeft
zeker een beetje onderwijs
nodig in de nieuwere we
reldgeschiedenis."
2. „Beste vrienden, hoort, wat
ik jullie te zeggen heb. Ik
heb nu lang genoeg over dit
verre eiland geregeerd. Jul
lie hebt me tijding van de
grote wereld gebracht, la
ten we met elkaar wegtrek
ken en de werrid aan onze
voeten leggen. Mijn schat
kamer 1 tot aan de nok
met kostbaarheden gevuld,
ik bezit dus genoeg om een
koninkrijk te kopen, waar
Cooky aan mijn zijde re
geren zaL
225.
Binnen en bulten de muren.
1. „Ik ral jullie nu naar de
schatkamer brengen, die tot
nu niemand anders dan ik
zelf gezien heeft.
2. De kleine aanvoerder ver
liest geen tijd. Met een niet
te stoppen woordenvloed
hitst hij tot oproer op: „In
de eerste plaats heeft de
koningin ons een hak ge
zet met die drie lekkere
jongens en nu heeft ze dieq
ouden schipper met zijn
maat in bescherming geno
men. Laten we het slot
bestormen en ons recht op
eisen!"
Aan het Grieksche front bedrijvigheid der
artillerie in den sector van het negende le
ger. Onze oorlogsschepen hebben gisteren
de vijandelijke versterkingen van den vij
and in de zóne van Loekova op doeltref
fende wijze gebombardeerd. Onze luchtfor-
maties hebben vijandelijke concentraties
in het gebied van Argyrokastron, Morgone
en Kolonia gebombardeerd.
In Oost-Afrika heeft onze luchtmacht aan
vallen gedaan op het station, het vliegveld
en het versterkte kamp van, Ghedaref, waar
uitgestrekte branden uitbraken, op het vlieg
veld van Roseires, waar een zoeklicht ver
nield werd en een hevige brand ontstond,
en op Port Soedan, waar de aanval in op
eenvolgende golven wer dondernomen. Bo
ven Port Soedan werden onze toestellen
door Engelsche Gloster- en Blenheimmachi-
.nes aangevallen. Een Gloster werd neerge
schoten. Al onze vliegtuigen zijn terugge
keerd. Vijandelijke vliegtuigen hebben zon
der succes bommen op Metemma en Ar-
gheisa geworpen.
In Noord-Italië hebben vijandelijke vlieg
tuigen bommen laten vallen in de nabij
heid van Verceli, waardoor vier huizen licht
FEUILLETON
door
P. G. WODEHOUSE
34.
„Ik weet best, wat u tegen u zelf zult zeg
gen, zoodra ik mijn rug gekeerd heb. U zult
mij een ouderwetschen vader, een echten snob
en weet ik, wat niet al meer vinden. Val ver
draaid me nu niet in de rede! Ik ben er zeker
van en toch hebt u ongelijk. Ik draag mijn hart
niet zoo belachelijk hoog, maar mijn zuster
wel en Percy ook. Trouwens Percy is een ezel
Als je 't ooit op eenig punt niet eens bent met
Percy, dan kun je jezelf geluk wenschen. Dan
heb je het bij het rechte eind!"
„Maar..."
„Ik weet wat u zeggen wilt, .maar laat me
uitspreken. Als ik de eenige was, die er mee
te maken had, zou ik Maud niet in den weg
staan, met wien ze dan ook trouwen wilde,
altijd als 't een goede kerel was, die haar ge
lukkig kon maken. Maar dat is het geval niet.
Daar heb je m'n zuster Caroline en nog een
massa kakelende dwazen mijn zusters
mijn zwagers de heele bende. Indien ik
Maud niet tegenwerk in die verliefdheid,
als lk toegaf en haar met u liet trouwen,
wat dacht u dan, dat er met mij gebeurde?
Ik had ge-n nde rust meei in mijn leven
Al die snatereenden vlogen me aan en ik
kreeg van alles de schuld. Dan kreeg je einde-
looze discussies en redenaties en familie
raden. Die haat en verfoei ik. Een familie
raad maakt me gek. Ik ben vreedzaaam en
houd van een rustig leven! En verdraaid, dat
wil ik hebben ook. Nou weet e het. Persoon
lijk heb ik niets tegen je, maar ik heb genoeg
van dat gezanik. Ik geef graag toe, dat sinds
je ken, de ongunstige opinie, die ik door
Praatjes gekregen heb, gewijzigd is."
„Precies als ik" zei George. „Je moet nooit
gelooven, wat de menschen vertellen. Ieder
zei ,dat u een echte tyran was en dat..."
■.Laat me uitspreken!"
beschadigd werden, op Milaan, waar schade
aan eenige gebouwen werd aangericht, een
persoon werd gedood en eenige werden ge
wond, en op Genua, waar schade werd aan
gericht en geen slachtoffers zijn te be
treuren."
Op de kaart is het grensgebied weerge
geven van Westelijk Egypte met een gedeel
te van Lybië (Cyrenaica) Het wegennet is
hierbij ingeteekend alsmede de voornaam
ste plaatsen welke tusschen Bengasi en Ma-
troeh liggen.
Te Lima opgegraven.
Volgens een bericht uit Lima aan de
Corriere delia Sera heeft m^n aldaar een
afgodsbeeld gevonden uit den praecolum-
biaanschen tijd. „In den grond had zich
een stuk bout vastgezet met een ruw ge
beeldhouwde mannenfiguur en aan zijn
voeten lagen vele gouden en zilveren voor
werpen", aldus schreef Miguel de Estete,
luitenant van Pizarro en improviseerend
geschiedschrijver, omtrent de plundering
van den tempel van Pachacamac, een klei
ne Peruaansche stad, ongeveer dertig ki
lometer verwijderd van Lima, het Mekka
van Peru. Deze plaats was, aldus het Hsb.
Vad., steeds 'n onuitputtelijk gebied voor
archaeologische onderzoekingen en onlangs
werden die beloond door een belangrijke
vondst. Tusschen het puin der heilige stad
kwam een afgodsbeeld aan het licht, over
dekt met symbolen in basreliëf; waar
schijnlijk waren de insnijdingen met blad
goud bedekt geweest.
De Duitsche oudheidkundige, Max Uhle,
die lange studies heeft gewijd aan Pacha
camac, berekent dat vele tienduizendtal
len menschen binnen en rond den tempel
begraven moeten zijn geweest en door de
opgravingen geleverde elementen geven aan
leiding aan te nemen, dat in een ver ver
wijderd tijdperk, nog voor de inca-bescha
ving, de stad een waar Mekka moet zijn
geweest. Toen de Spaansche veroveraars
daar aankwamen, werden paleizen en tem
pels geplunderd van hetgeen zij aan kost
baarheden bevatten. In de kroniek van
Miguel de Estete wordt inderdaad ook een
in hout* gebeeldhouwde godheid genoemd,
ontdaan van de gouden bekleeding tot
groote ontzetting der geloovigen. Thans,
onder hoopen zand en steenen, die het be
schermden, is het afgodsbeeld in uitste
kenden staat weergevonden. Het hout, dat
2 30 m lang is met een omtrek van 36 cm
en een ontsierde onderzijde van 58 cm
breedte, was ongetwijfeld in den grond
gestopt. Het stelt een onbekend antropo
morfisch wezen voor met twee duidelijk
kenbare lichamen, met de ruggen aaneen
gegroeid; slechts de beerien zijn niet ge
splitst. Onder deze vermenschelijkte fi
guur zijn elementen uit het dieren- en
plantenrijk ingesneden. De beide figuren
van dit mythisch wezen zijn geheel gelijk.
Het'hoofd is bekroond met een soort tul
band in den vorm van een hanenkam; het
aangezicht gekrakteriseerd door een lan
gen gebogen neus.
DE VALERA IN EEN ZIEKENHUIS.
Reuter meldt, dat de Valera, de minister
president van Eire, In een ziekenhuis te
Dublin is opgenomen, waar hij een licihte
oogoperatie heeft moeten ondergaan.
DE DONAUVAART GESTAAKT
De scheepvaart tusschen Galatz en Soe-
lina aan den mond van den Donau is ge
staakt wegens de vele ijsschotsen in de
rivier.
ZATERDAG 21 DECEMBER 1940.
Hilversum I, 145 m.
Nederlandsch Programma, KRO-uitzending.
8.00 Nieuwsberichten ANP.
8.15 Wij beginnen den dag.
8.30 Gramofoonmuziek.
9'.30 Nieuw Hollands strijkkwartet (opn.).
10.00 Gramofoonmuziek.
10.30 Musiquette.
10.50 Gramofoonmuziek.
11.00 Rococo-octet.
11.30 Godsdienstig halfuur.
12.00 Gramofoonmuziek.
12.15 KRO-Groot-Amusementsorkest.
12.451.00 Nieuws- en economische berichten
ANP.
1.001.15 Interview.
2.00 Voor jong Nederland.
3.00 Rotterdamsch Philharmonisch orkest en
solist.
3.40 Gramofoonmuziek.
3.45 Rotterdams Philharmonisch orkest.
4.15 Carillonbespeling (opn.).
4.30 Gramofoonmuziek.
4.45 Pianovoordracht.
5.00 Adventsuitzending.
5.15 Nieuws-, economische- en beursberichten
ANP.
5.30 „Uit de wereld van de film", vraagge
sprek.
5.45 Reportage.
6.00 Rotterdams Philharmonisch orkest en so
list (opn.).
6.10 Letterkundige causerie.
6.30 Overpeinzing met muzikale omlijsting.
6.45 Actuele reportage of gramofoonmuziek.
7.007.15 Vragen van den dag en nieuws
berichten ANP en sluiting.
Hilversum n, 301.5 m.
VARA-uitzending.
8.00 Nieuwsberichten ANP, gramofoonmuziek
(pl.m. 8.30 VARA-Almanak.
10.00 VPRO: Morgenwijding.
10.20 Voor de kinderen.
12.00 VARA-orkest (In de pauze: VARA-AI-
manak).
12.45 Nieuws- en economische berichten ANP.
1.00 Reportage.
1.20 VARA-orkest.
2.00 „De maatschappelijke beteekenis van de
Zuiderzeewerken", lezing.
2.15 Gramofoonmuziek.
„Ik zei alleen maar..."
„Stil nou Ik zei, dat grootendeels mijn
opinie o /er je veranderd. Dit zeg ik zoo maar,
want met de hoofdzaak heeft het niet te ma
ken. Als je soms denkt, dat je me over kunt
halen, mijn toestemming te geven voor een
huwelijk tusschen jou en mijn dochter, laat ik
je dan zeggen dat ik daar tegen ben en blijf."
„Zeg dat niet."
„Wat duivels, wat bedoel je met zeg dat
niet! Ik zeg 't wel! Er is geen sprake van.
Begrepen? Bonjour!"
De deur ging dicht, Lord Marshmoreton
wandelde weg in de volle overtuiging, dat hij
heel streng was geweest en dat dat was zoo
als 't behoorde. George vulde zijn pijp en
rookte in gedachten verdiept. Hij had wel eens
willen weten, wat Maud op dit oogenblik uit
voerde.
Op hetzelfde oogenblik 1.'groette Maud met
stralenden glimlach haar broer, die, na zich
eindelijk geschoren en verkleed te hebben, de
trap afhinkte.
„O, Percy," zeide ze, „ik heb vanmorgen
zoo'n avontuur gehad. Een vreeselijke land-
looper heeft me een heelen tijd gevolgd, 't Was
een afschuwelijke vent. Ik was zoo bang
voor hem, dat ik in een dorpje aan den
hulpprediker heb moeten vragen hem weg
te jagen. Jammer, dat je er niet bji was, om
me te beschermen! Waarom ga je ook niet
eens met me mee, als ik groote wandelingen
maak? 't Is heusch vooi mij alleen niet
veilig!"
HOOFDSTUK XVII.
De gave van re verbergen, wat innerlijk
in ons omgaat en den schijn tegenover vreem
den te bewaren is niet zooals door velen ver
ondersteld wordt, uitsluitend het resultaat
onzer moderne beschaving.
Eeuv-en voor er nog sprake was van ons
bestaan, leefde in Sparta een wijd en zijd
vermaarde jongeling, die zoover ging van
zjjn teedere jonge maag door een vos te
laten opklu ven, zonder door Woord of ge
baar te verraden, dat die bewerking, welke
toch minder prettig moest zijn, hem hin
derde. Geschied» hrijvsrs verklar rden, dat
gedurende het laatste stadium van den
maaltijd de geciviliseerde jongeling zelfs de
ziel van het gezelschap bleef. Maar hoewel
deze daad haar antecedenten niet heeft, be
staat er toch geen twijfel, dat in den tegen-
woordigen tijd bijna gelijks mannen zoowel
als vrouwen dergelijke heldenfeiten op het
gebied der zelfbeheersching verrichten. Van
alle hoedanigheden welke alleen de mensch
en niet het redelooze dier bezit, onderscheidt
deze hem stellig het meest
Een dier geeft niet om schijnbewaren. Kijk
maar eens naar Bertram den stier, als er iets
gebeurt wat hem niet aanstaat. H(j stampt,
briescht en trapt in den grond. Hij werpt
zijn kop achierover en loeit. Hij is van streek
en 't kan hem niet schelen, als anderen het
merken. .r zijn voorbeelden genoeg. Jaag
Thomas den tijger eeh.« een schot door zjjn
body en zie dan —at er gebeurt. Plaag Wil-
fred de wesp of ga achter Maud het muil
dier «taan en prik het me. een speld Er be
staat geen -nkel dier, dat zelfs maai een
flauw begrip van burgerlijke beleefdheid heeft
en dit me> dan iets anders moet ons met
trots vervuilen, jat wjj menschelijke wezens
zijr. en op een hooger niveau van ontwikke
'ing staan.
In de dagen, die volgden op Lord Marsh-
morethons bezoek aan George in het villatje,
hadden verscheidene bewoners van Belphei
Castle iet op at iunt zwaar te verantwoor
den en 't is een genoegen om te kunnen ver
melden, dat allen met succes de vuurproef
do n-stonden. Het groote publiek, vertegen
woordigd door ooms, tantes, neven en nichten,
die op de plaats neergestreken waren om
Lord Belpher meerderheid te helpen zege
vieren, had niet het flauwste vermoeden, dat
achter het effen voorhoofd van althans een
half dozijn der huisgenooten een orkaan
woedde.
Lord Belpher, bij/oorbeeld, ofschoon hjj nog
pijnlijk hinkte, toonde iets van de verbeten
woede, welke dagelijks zijn gewicht aanmer
kelijk verminderde. Toen zijn oom Francis, de
bisschop hem in den tuin onder handen had
genomen over de geheelonthouding want
evenals ieder ander was Francis na in de cou
rant het relaas gelezen te hebben over het
gevecht met den agent en de «daan p volgende
arrestatie van Percy, overtuigd, dat het alle
maal een gevolg van drinken was hij had
geen idee gehad van de vulkanische gevoelens,
welke in Percy omgingen. Hij vond, dat de
jongen aandachtig had geluisterd en berouw
toonde, alles zou nog wel *erecht komen,
als h!- maar tegen dat verlangen streed. Hjj
wist niet, dat alleen de convent'a, die nu
eenmaal verbiedt bisschoppen te vermoorden,
Percy. had weerhouden hem met eigen hand
te wurgen en daarna op zijn lijk te dansen.
Lord Belpher vond zijn eigen geval hoogst
ernstig en hij behoorde niet tot die gelukki
gen, die in hun eigen misère nog humor weten
te vinden; daarom was zijn toestand wel heel
tragisch, maar zijn zuster Maud was ook niet
voor haar plezier op de wereld.
Alles liep hen tegen. Op nauwelijks een mijl
afstand van George, de voornaamste schakel
van den ketting, die haar met Geoffrey Ray-
mond verbond, wemelde die mijl zoo van hin
dernissen en gevaren, dat ze wel de mijl tus
schen vijandelijke loopgraven geleek. Nog
twee maal na dien keer, toen de ontdekking,
dat Lord Marshmoreton in het villatje was,
haar genoodzaakt had haar plan van binnen
te gaan en alles aan George uit te leggen, in
den steek te latèn, had zij getracht de reis te
ondernemen en beide keeren was door een
paar op zich zelf onbeteekenende, dwaze toe
valligheden haar plan in duigen gevallen.
Den eersten keer, juist toen ze weg zou
gaan, had haar tante Augusta er op aange
stuurd met haar samen de prettige lange wan
deling te maken, die zij had voorgegeven; een
anderen keer, toen ze geen honderd meter
meer van haar doel verwjjderd was, was op-
3.00 Tuinbouwpraatje.
3.30 Orgelspel.
4.10 Radiotooneel.
4.40 Gramofoonmuziek.
5.00 VPRO: Bjjbelvertelling.
5.15 Nieuws-, economische- en beursberichten
ANP.
5.30 Esmeralda en soliste.
6.006.15 „Van Staat en maatschappij",
lezing.
6.42 VARA-Almanak.
6.45—7.00 Actueele reportage of gramofoon
muziek en sluiting.
Kootwijk, 1875 m.
N CRV -uitzending,
7.00 Berichten, Duitsch.
7.15 Gramofoonmuziek.
7.307.45 Berichten, Engelsch.
8.00 Nieuwsberichten ANP.
8.10 Schriftlezing en Meditatie.
8.25 Gewijde muziek gr.pl.)'.
8.35 Gramofoonmuziek.
9.009.15 Berichten, Duitsch.
10.00 Ensemble „Romantique" en gramofoon
muziek.
11.30 Berichten, Engelsch.
11.45 Gramofoonmuziek.
12.0012.15 Berichten.
12.30 Berichten, Duitsch.
12.45 Nieuws- en economische berichten ANP.
1.00 Gramofoonmuziek.
1.30—1.45 Berichten, Engelsch.
2.00 Berichten, Duitsch.
2.15 Javaans kunstgezelschap „Ardjoena"
(opn.).
2.30 Berichten, Engelsch.
2.45 Gramofoonmuziek.
3.30 Berichten, Engelsch.
3.45 Vedelaars en gramofoonmuziek.
5.00 Berichten, Duitsch.
5.15 Nieuws-, economische- en beursberichten
ANP.
5.30 Berichten.
5.35 Gramofoonmuziek.
6.30 Berichten, Engelsch.
6.45 Gewijde muziek, (gr.pl.).
7.007.15 Gronings praatje
ANP en sluiting-
eens een neef uit het niet komen opdagen, die
haar zjjn onwelkom gezelschap opgedrongen
had. Nu het op deze manier niet gelukte, was
ze in wanhoop den aanval van een andere zij
de begonnen. Zij had George geschreven, hem
duideljjk alles uitgelegd en verzocht of hjj, die
al eerder haar zoo ridderlijk ter zijde had ge
staan, haar nu ook wilde helpen. Ze was er
een heelen middag mee bezig geweest, want
het was een lastige brief; en het resultaat
was nihil. Zij had hem aan Albert gegeven
om te bezorgen en Albert was met leege han
den teruggekomen.
„My lady, de meneer zei dat er geen ant
woord was!"
„Geen antwdord?! Maar er moet antwoord
zjjn!"
„Geen antwoord, my lady. Dit waren z'n
eigen woorden," hield brutaalweg de kwajon
gen vol, die den brief even nadat hij hem ge
geven was, had verscheurd. Hij had zich niet
eens de moeite gegeven hem te lezen. Een
laffe, vlegelachtige jongen wiens eenige ge
dachte, winnen was. In zijn zak zat het brief
je, waarop stond R. Byng en meedoogenloos
was hjj besloten, dat R. Byng en niemand an
ders het voorrecht van zijn hulp genieten
zou.
Maud begreep er niets van. Dat wil zeg-
gen, zij kon en wilde de eenige, waarschijn
lijke uitlegging van de zaak niet aannemen.
Zwart op wit had ze George verzocht naar
Londen te gaan en Geoffrey op te zoeken en
een correspondentie tusschen haar en hem
mogelijk te maken, met George als tusschen-
persoon. Zjj had van het begin af het gevoel
gehad, dat zoo'n verzoek beter mondeling ge
daan kon worden, dan op papier, maar 't was
toch ongeloofljjk, dat iemand als George, die
zooveel moeite voor haar gedaan had en
wiens eenige reden voor zjjn verblijf in de na-
bjjheid was haar te helpen, eenvoudig, zonder
één woord, geweigerd zou hebben. En toch,
wat moest ze er anders van denken. Meer
dan ooit, voelde ze zich verlaten temidden
van haar vjjandige omgeving.
Maar tegen haar gasten was ze vrooljjk en
aardig. Niemand vermoedde dat haar leven
niet louter zonneschjjn was.
(Wordt vervolgd.)