Recht ven gratie aan den
Het terrein der
De vooruitzichten van
kerk aangetast?
in Nederland
Rijkscommissaris
Meteorenverschijnsel
over ons land
Verplichte veelevering
en t.b.c. bestrijding
het lexelsch schaap
Schaarscbfe in Fransch
Iodo Cbioa?
485ste STAATSLOTERIJ
V
Decreet van den Führer voor het
bezette Nederlandsche gebied.
In een decreet heeft de Führer bepaald,
dat hij in het bezette Nederlandsche ge-
hied de uitoefening van het recht van op
heffing van straf ajsmede het recht gratie
te verleent en verzoeken om gratie af te
wijzen overdraagt aan den Rijkscommissaris
voor het bezette Nederlandsche gebied, een
en ander met het recht deze rechten op zijn
beurt aan anderen over te dragen De
Fühirer behoudt zich voor, in afzonderlijke
gevallen zelf te beslissen.
De Rijkscommissaris heeft bij verordening
bepaald:
Artikel 1.
(1) De beslissing over de uitoefening van
het recht van gratie behoud ik mij voor:
lj in alle zaken, vallende binnen de be
voegdheid van het Duitsche Landgerecht of
het Duitsche Hooggerechtshof in het bezette
Nederlandsche gebied;
2) in al die zaken, waarin voor de in
werkingtreding der verordening betreffen
de de Duitsche rechterlijke macht voor
strafzaken een Nederlandsche rechter een
veroordeeling ter zake van een strafbaat
feit heeft uitgesproken, tot de behandeling
waarvan thans de Duitsche gerechten be
voegd zouden zijn;
3) in alle overige zaken, waarin een Ne
derlandsche rechter een vrijheidsstraf, daar
onder begrepen vervangende hechtenis van
meer dan drie maanden dan wel een geld
boete van meer dan duizend gulden, heeft
opgelegd.
(2) Hetzeilfde geldt ter zake van het
echt. van opheffing.
Artikel 2.
Voor het overige draag ik de uitoefening
van het recht van opheffing en van gratie
bij strafzaken, waarvan de Nederlandsche
rechter kennis neemt, over op dep secetaris
generaal van het departement van Justitie,
voor zoover ik mij niet in bepaalde geval
len de beslissing voorbehoud.
GEEN WANTROUWEN TEGEN DE
NED. RECHTERS.
Ter toelichting op de verordening van den
Rijkscommissaris betreffende de uitoefening
van het recht van abolitie (opheffing) en van
gratie, wordt er van bevoegde zijde op gewe
zen, dat het Nederlandsche strafrecht het be
grip van abolitie, zooals dat in Duitschland
wordt toegepast, niet kent. In tegenstelling
tot het Nederlandsche strafrecht kent het
Duitsche strafrecht de vervolgingsdwang. In
Nederland bestaat 't opportuniteitsbeginsel.
De bevoegdheid tot het uitoefenen van het
recht van gratie, welke in Nederland vroeger
alleen door de Koningin werd uitgeoefend,
is thans op den Rijkscommissaris overgedra
gen. De Fuehrer reeft zich echter voorbehou
den om in bijzondere gevallen zelf dit recht
uit te oefenen. Onaangetast blijft ook de toe
passing van het gratierecht met betrekking
tot de vonnissen .van Duitsche krijgsraden en
van S.S. en politierechtspleging. Hiervoor be-'1
staat een aparte regeling.
Het abolitie- en gratierecht zal in den ver
volge worden uitgeoefend door den Rijkscom-
ïnissaris, die het echter niet alleen zelf wil
uitoefenen. Tn verband hiermede heeft hij be
paald, dat in alle zaken, waarin een Neder
landsche rechter een hechtenis tot drie maan
den dan wel een geldboete tot f 1000.heeft
opgelegd, het recht van abolitie en van gratie
wordt uitgeoefend door den secretaris-gene
raal van het departement van justitie, voor
zoover de Rijkscommissaris niet in bepaalde
gevallen de beslissing zich voorbehoudt. De
uitoefening van het recht van abolitie en van
gratie in alle andere zaken geschiedt door
den rijkscommissaris zelf.
Tenslotte werd er nog op gewezen, dat dit
besluit niet beteekent een wantrouwen tegen
de Nederlandsche rechters, maar dat het de
bedoeling heeft een zekere uniformiteit te
brengen in een toepassing van het recht van
abolitie en van gratie.
Het Gron. Landb.blad deelt mede, dat de
Gezondheidsdienst voor Vee te Groningen er
bij de betrokken autoriteiten op heelt aan
gedrongen, de verplichte veelevering dienst
baar te maken aan het gezondmaken van
nog niet t.b.c.-vrije veestapels. De pogingen
hebben niet het gewenschte succes opgele
verd, zoodat de gezondheidsdienst nu wil pro-
beeren, door onderlingen ruil tusschen de hij
den dienst aangesloten bedrijven iets te be
reiken. Eigenaren van reageerders in het ge
bied van den Gezondheidsdienst voor vee te
Groningen, die hun stal gaarne t.b.c.-vrij wil
len maken, kunnen aan dezen dienst opge
ven hoeveel reageerende dieren zij boven het
verplichte aantal willen leveren.
ij achten dit een prachtig voorbeeld van
self-help, dat navolging verdient, zegt het
Off. Orgaan van den Ned. Zuivelbond.
ZEER STERKE LICHTVERSCHIJNSELEN
WAARGENOMEN.
Mededeeling van het Nederlandsch
Meteorologisch Instituut te De Bilt.
In de aVonden van 23, 25, 26 en 27 Decem
ber 1940 en 3 Januari 1941, zijn in ons land
zeer heldere metoren, resp. zeer sterke licht
verschijnselen waargenomen.
Het Meteorologisch Instituut ontving ver
schillende vaak vrij uitvoerige en nauwkeu
rige beschrijvingen van deze hemelterschij-
ningen. Uit de ontvangen mededeelingen kon
afgeleid worden, dat het hierbij in het alge
meen meteoren betrof, welke schenen uit te
gaan (radieeren) van een gebied, dat in of
nabij het sterrenbeeld „de visschen gelegen
was en waarvan de meesten zich in noord
oostelijke richting bewogen. Hot licht, dat zij
uitstraalden, wordt als zeer helder geelgroen
opgegeven. Dc verschijnselen duurden s'echts
enkele minuten; enkele berichten spreken
van een lange groenachtige staart.
In het geval van 3 Januari werd het ver»
NOORDHOLLAND SLAAT
EEN GOED FIGUUR.
„Aaltje" van P. N. Spaans, Bar
gerhorn een opmerkelijke pro
ductie, bijna 5
Het Nederlandsch Rundvee-Stamboek (N.
R.S.) heeft aflevering 65 H doen verschijnen,
waarin voorkomen de gegevens over de in
19391940 opgenomen runderen van het
Zwartbont Ilollandsch Veeslag. Deze afleve
ring, een lijvig boekwerk geworden, bevat
weer een schat van gegevens voor den vor-
scher in onze rationeele veefokkerij, zegt
de N. R. Ct. Niet minder dan 951 nieuw-
opgenomen stamboekstieren. 313 keur-stam-
boekkoeien en ruim 3500 stamboekkoeien
worden, met hun antecedenten, behandeld.
Voorts wordt vermeld de opneming van
ruim 1500 registerkoeien, terwijl ongeveer
20.000 productie-staten zijn vermeld van
pl.m. 15.000 opgenomen en 5000 R. v. j.-
dieren. Het geheel is dus een respectabel
stuk werk. En 't getuigt van de accuratesse
waarmede ten 'oureele van het N.R.S. wordt
gewerkt als we zien da} slechts een zeven
tal errata van een vorige uitgaaf noodig
was en dan nog voornamelijk als gevolg
van verbeterde opgaven. En dat op een paar
honderdduizend getallen!
De lijst der officieel erkende fokvereeni-
gingen is onveranderd 117 gebleven, die
waarvan de administratie is goedgekeurd
is met één vermeerderd tot 35.
Aan de 15 preferente eerste klasse
stieren is één toegevoegd: Constan-
tijn Frans 11881 S van F. A. F.
Groneman te Wieringerwaard. fok
ker W. Kool Kz. te Nibbixwoudi
zoodat het aantal thans 16 be
draagt; 2de klas preferenten zijn er
nu 46 (v. j. 45). de laatste is Chris-
tiaan 12245 S. een Z.W. Drent die
bij een paar vereenigingen in N.
Brabant heeft dienst gedaan.
De 951 S-stieren tellen een 75-tal met 80
of meer punten Hiervan leverde Zuid-Hol
land er 12. Noord-Holland en Drenthe ieder
11, Noord-Brabant 9, Overijsel 8, Zeeland en
Limburg iedeflr 7, Utrecht 5, Groningen 3 en
Gelderland 2. Een tiental van deze werd
opgenomen met b+ voor algemeen voorko
men (5 Z.-Holl., 2 N.-Holl., 2 Overijsel, 1
Drenthe), terwijl één het tot a b bracht, n.1.
Hantje 18176. de jonge Adema 197 van de
stierh. „Groot-Driene" te Hengelo, die daar
mede 85.3 punt kreeg. De Zuid-Hollandsche
b-f- stier. De Verwachting 17727, V. Roosjes
Athleet, van de Stierenvereenieing Baren-
drecht kreeg nog 0.1 punt meer, n.1. 85.4
punt. De b+ stieren varieeren van 82.8 tot
84.- punt, twee b stieren kregen 83 en 83.2
punt.
Moeders met zeer goede productie.
Verreweg de meeste dezer stieren hebben
motdrs met goede tot zeer goede productie-
gegevens, verschillende zijn erbij met een
reeks meikstaten met ruim voldoende hoe
veelheid melk en met eén vetgehalte van
omd e 4 pet. of zelfs hooger. Slechts enkele
conduite-staten der stiermoeders zijn nog
slecht, de allerslechtste was er één Uit het
centrum van het land. Deze was dan ook
zoo. dat we ons erover verwonderd hebben
dat de betreffende stier (bc+, 75.4 p.i is
opgenomen In de toekomst zijn dergelijke
excessen gelukkig uitgesloten.
Van de 313 nieuwe K.S.-koeien wordt het
leeuwendeel weer geleverd door de beide
Hollanden: Z.-Holl. 110. N.-Holl. 109. Dan
komt Groningen met 40. Drenthe met 17,
Overijsel en N.-Brabant ieder met 12, Lim
burg met fi, Gelderland en Utrecht ieder
met 3 en Zeeland met één Keur-Stamboeker.
Van de 38 dieren met 6+ leverde Noord-
Holland er 19. Zuid-Holland 15. Z.-Holand
had deerenboven nog 4 dieren met b doch
met meer dan 33 punten.
Slechts 7 dieren konden het tot a b bren
gen en wel 6 uit Noord-Holland en één uit
Drenthe. Deze laatste, de nationale kampi
oen van 1935—Utrecht, Wilhelm'na 23—
73975 K.S. van J. P. Brouwer te Ruinerwold
kwam met 87.7 punt het hoogst van alle
maal. Als tweede volgt Charlotte 10—80107
K.S. van C. Stapel Pz. te Hooekarspel met
86.7 punt. Helaas behoort Wilhelmina 23
niet meer tot de levende dieren.
Het is wel opmerkelijk dat in Noord-Hol
land 6 dieren a b kregen, tegen b.v. in Z.-
Hnlland geen.
Er zijn K.S. dieren bij met pracht-produc-
tie. Er zijn er bij die meer dan 4.5 net. vet
van de beide vereisehfe productiestaten
hebben, zooals b.v. de a b koe Bosma 29
van K. Reyne Kz. te Barsingerhorn, die
4.44 en 4.79 pet. vet heeft in haar beide sta
ten De meest (invallende nrodnetie is ech
ter die van Aaltie 19—101882 K.S. van p. N.
Snaans te Barslnperhorn. Deze naf n.1. als
2 t. 4237 x 4.82 in 325 dapen en als 3 f. 1 n>.
5745 x 5.(13 In 359 dalen. Dns een «emiddeld
vetnehalte van Mina 5 pet., over haar beide
eerste melkljisten.
Ook de 5000 nieuw-opgenomen Stamboek
en Registerkoeien alsmede de 20.000 melk
vaten bevatten, vee! wetenswaardigs, maar
bet zou ons te ver voeren om dit alles te
behandelen. Wie er meer van weten wil
raadplege de aflevering; de alnhahetisehe
naamlijst van eigenaren vergemakkelijkt het
naslaan.
schijnsel ongeveer 16 minuten voor zonson
dergang gezien, dus bij vrijwel helderen he
mel. Het deed zich voor aan den zuidelijken
hemel.
Aangezien de opgaven van de tijdstippen
vart optreden een weinig uiteenliepen en
het aantal gevallen, waarin de baan van den
meteoor ten opzichte van de sterren werd
vastgelegd, gering was was het niet mo
gelijk voldoende betrouwbare berekeningen
te maken omtrent het verloop van de banen
over ons land, alsmede over de hoogte in den
dampkring.
De verschijnselen hebben geen betrekking
op in bepaalde maanden regelmatig jaarlijks
voorkomende meteorenzwermen.
COLLECTEN IN KERKGEBOUWEN
AAN GOEDKEURING VAN DE
STAAT ONDERHEVIG.
Elders in dit nummer nemen wij
op een aanval van de stichting
Winterhulp op het Nederlandsche
dagblad het orgaan van Nat. Front.
De pennestrijd betreft de kerkelijke
collecten en de winterhulp om bei
de partijen recht te doen weder
varen volgt hieronder het bewuste
artikel uit het Ned. Dagblad.
Wij zijn geen bewonderaars van dominé's
en pastoors die de politiek en meer bepaal
delijk de partijpolitiek op den kansel bren
gen. Evenmin van het gewild martelaar
schap uit dien hoofde van eenigen hunner.
Maar wij staan op de bres als er een wer
kelijk beginsel wordt geraakt En dit is
thans naar wij meenen het geval met be
trekking tot het levensterrein der kerken.
Er Is namelijk door de gemeentebesturen
een rondschrijven gericht, naar aanleiding
van een door hen ontvangen schrijven van
procureurs-generaal bij de gerechtsho
ven en iungeerend directeuren van politie,
aan de verschillende kerken in hun ge
meenten, waarin medegedeeld wordt, dat
het begrip „openbare inzamelingen" in ar
tikel 1 van de verordening 109 1940 zeer
ruim moet worden opgevat en dat daaron
der vallen straatcollecten, huiscollecten en
inzamelingen door middel van inteekenlijs-
ten, circulaires of op dergelijke wijze ge
houden, mede die uitgaan van kerkelijke
gemeenten oi andere kerkelijke organisa-
tiën. Dit is ook zelfs het geval, indien de
inzamelingen beperkt blijven tot leden van
een bepaald kerkgenootschap of een be
paalde kerkelijke gemeente. Voor het hou
den van deze Inzamelingen moet toestem
ming worden gevraagd en die wordt ge
acht te zijn verkregen, nadat het voor een
half jaar opgestelde „collecteplan" bij den
betrokken procureur-generaal is ingediend.
Tot zoover is alles in orde, immers zoo
danige maatregel heeft uitsluitend de be
deling te verhinderen, dat eenerzijds de
collecten van de Winterhulpactie worden
geschaad door allerlei andere mogelijke
collecten voor charitatieve belangen, be
langen die even goed door de Winterhulp
zelf kunnen worden behartigd, en ander
zijds te bevorderen dat liona fide kerkelijke
liefdadigheidsinstellingen hun werk voort
gang kunnen doen vinden. Bovendien blijft
de overheid hierbij op eigen terrein, indien
zij regelen stelt voor de kerkeüike collec
ten die gehouden worden met gebruikma
king van den openbaren weg, zij raakt hier
mede niet het eigen levensterrein der ker
ken, noch hun souvereiniteit in eigen
kring.
Een addertje.
Maar nu komt het: „In afwijking echter
van het tot dusverre Ingenomen standpunt,
zijn collecten in kerkgebouwen voortaan
zoo zegt het bovenbedoelde rondschrijven,
eveneens als openbare Inzamelingen te be
schouwen, onverschillig op welke wijze der
gelijke collecten worden gehouden (door
middel van open schalen, collectezakjes, of-
ferblokken, zendingsbusjes of anderszins)".
Hiermede wordt dus wèl ingegrepen
op het eigen levensterrein van de
kerken en wèl geraakt aan hun
souvereiniteit in eigen kring, het
geen niet alleen in strijd is met de
Grondwet en met de natuurlijke
rechten der kerken, maar ook in
strijd is met de gegeven beloften.
Bij monde van den directeur-generaal van
de Winterhulp is herhaalde malen en met
den meesten nadruk verzekerd, dat de ei
gen rechten der kerk ook in charitatief op
zicht zouden worden geëerbiedigd en dat bij
gevolg alleen de inzamelingen die buiten
de kerkgebouwen zouden plaats vinden, de
toestemming van de Overheid zouden be
hoeven. Nu doet het hier niets terzake of
de toestemming ook voor collecten in de
kerkgebouwen zonder meer zal worden ver
leend. het gaat er alleen om dat hier een
beginsel wordt geraakt, dat niet alleen in
een democratischen staat, maar ook juist
en vooral in een autoritairen staat mede
tot de fundamenteele richtlijnen voor het
staatsbestel moet worden gerekend.
Naast de principieele zijde heeft de aan
gelegenheid echter ook een practische zijde.
En wel deze: hebben zij. die „de afwijking
van het tot dusverre ingenomen stand
punt" hebben bepaald, wel beseft, welk 'n
ongerustheid, om niet te zeggen beroering,
zii hiermede hebben verwekt in alle kerke
lijke gemeenschappen, die zooals bekend de
groote massa van het Nederlandsche volk
omvatten en welk een wantrouwen zij daar
mede zaaien? Het heeft geen zin deze din
gen te verdoezelen: de Staat moet niet in
grijpen op het terrein van de kerken, even
min als de kerken zich moeten begeven on
het terrein van den jStaat. Overal waar dit
beginsel wordt nagekomen, de g(*rhiedenis
bewijst het en in het bijzonder die van óns
volk. daar moeten wel moeilijkheden ont
staan en daar kunnen, in de bijzondere si
tuatie waarin Nederland zich thans be
vindt. verhoudingen emndig bedorven wor
den. En terwille van de zaak zelve, d.w.z.
van de kerken en van de Winterhuln, én
terwille van de goede verhoudingen in' ons
'and meenen wij goed te doen hier cm
waarschuwende stem te laten hooren. Wit
honen en vertrouwen dat men tot het in
zicht zal komen, dat hier een ernstige fout
is begaan, die spoedig ongedaan moet wor
den gemaakt, aldus besluit het Ned. Dgbl.
FEDERATIE TOT VERBETE
RING VAN DEN WOLHANDEL
IN NOORD-HOLLAND.
Onder voorzitterschap van den heer Jac.
Zuurbier hield bovengenoemde federatie
gistermorgen haar algemeene jaarver
gadering in Het Gulden Vlies te Alkmaar.
In zijn openingswoord heette de voorzitter
de aanwezigen welkom onder het uitspreken
van de hoop, dat de besprekingen goede
vruchten zouden afwerpen.
De notulen van de vorige vergadering
worden goedgekeurd.
De voorzitter deelt mede, dat, waar de
Koninklijke goedkeuring op de statuten nog
niet is verkregen, de federatie voorloopig
wordt voortgezet op de wijze als ze tot dus
verre heeft bestaan.
Uit de mededeelingen blijkt verder, dat
enkele leden geen wol aan de federatie zou
den heblwn geleverd. De aangelegenheid is
onderzocht, er is-echter gebleken, dat de
betreffende leden het afgeloopen jaar geen
schapen hebben gehouden, zoodat alles in de
beste orde bleek te zijn.
Rekening en verantwoording af
geloopen boekjaar.
De balans sluit met een nadeelig saldo ad
f 732.31, bij eèn bedrag aan inkomsten en
uitgaven ad f 1.793.26. De verlies- en winst
rekening geeft hetzelfde tekort bij een to
taal aan baten en lasten ad f 17.196.82.
Uit een toelichting blijkt, dat het nadeelig
saldo is ontstaan doordat de berekening van
de onkosten in het afgeloopen jaar aan den
lagen kant is geweest. Bij een te lage bere
kening van niet meer dan een halve cent
per Kg. loopt dit reeds in de honderden gul
dens. Het nadeelig saldo wordt echter op
gevangen door de reserve.
De accountant en de finantieele commis
sie adviseeren de rekening onveranderd
goed te keuren. Aldus geschiedt.
Mededeelingen Scheer 1940.
In het geheel zijn aangeleverd in Noord
Holland 104.488 Kg., wat een bedrag van
f 178.573.— vertegenwoordigde. Het leeuwen
aandeel daarin behaalde Texel met 41.775
Kg. Daarnaast waren belangrijk Schagen
met 15.343 Kg., Purmerend met 14.977 Kg.,
Alkmaar met 14.340 Kg. en Hoorn met 10.034
Kg.
Deze gegevens wijken even af met die van
het Rijksbureau, overeenkomstig de bonnen,
aangevende het uitbetaald aantal Kg. Daar
had men genoteerd 103.829% Kg. Over dit
ge wichts verschil ontspint zich eenige discus
sie, de zaak wordt evenwel tenslotte van te
weinig belang geoordeeld om er verder op
in te gaan.
Omtrent de geleverde kwaliteiten in 1940
wordt medegedeeld, dat werd gekeurd:
prima ca. 29.000 Kg.
eerste soort ca. 65.000 Kg.
tweede soort ca. 8.000 Kg.
vierde soort ca. 1.000 Kg.
zwart ca. 500 Kg.
Er kan niel worden meegedeeld, hoe de
kwaliteiten il de andere provinciën zijn
geweest. Ir. Allens van het Rijksbureau zegt
toe hierover eenige gegeven te zullen verza
melen en ter kennis te brengen. Dit wordt
ten zeerste gewaardeerd, het streven naar
verbetering kan hierdoor slechts in de hand
worden gewerkt.
Uit de besprekingen blijkt voorts, dat het
aanleveren van wol bij de Federatie voor
de boeren stellig het voordeeligst is. Bij en
kele handelaren schijnen ten aanzien van
de kwalificatie eigenaardige dingen te zijn
voorgekomen. Een en ander spruit vermoe
delijk echter voort uit het feit, dat de clas
sificatie voor rekening komt van dengene,
die heeft gekeurd. Heeft hij hooger geclas
sificeerd dan de regeering later doet, dan is
het verlies voor rekening van den hande
laar. Het resultaat is uit den aard der zaak
een drukken van de classificatie.
Vergelijking met de classificatie uitkom
sten van 1940 hij 1939 wordt niet wensche-
liik geacht. Het weer heeft op de kwaliteit
van de wol een te groote invloed. Overi
gens deelt de heer Allens mede, dat de
kwaliteitsrijfers voor geheel Nederland on
geveer bedragen:
Prima ca. 28'/o
Eerste soort ca. 52 "k
Hierbij vergeleken liggen de cijfers van
de Federatie dus gunstig, waar ze resp. on
geveer zijn 28 en 63
Toekomst van het Texelsche
schaap.
In verband met een desbetreffende vraag
zegt de heer Allens. dat men in Nederland
moeite heeft met het plaatsen van de pri
ma kwaliteit. Voor de fijnste stoffen is de
ze niet geheel geschikt. Hij acht het ove
rigens in verband met het feit, dat
vleeschproductie hoofdzaak is, terwijl daar
naast bij fokken op nog betere kwaliteit
van de wol twijfel bestaat of het Texelsche
schaap zich in andere gebieden van Ne
derland zal kunnen handhaven niet ge-
wenscht zich toe te leggen op nog grootere
fijnheid van de wol. Deze zal zeer vermoe
delijk gaan ten koste van het gewicht. En
dit laatste is en blijft hoofdzaak.
Voor het Texelsche schaap acht hij de
gunstigste resultaten bereikt.
Verschillende aanwezigen kunnen zich
hierbij moeilijk neerleggen. Ze meenen. dat
in Nederland een betere waardeering dient
te komen voor de prima wol, terwijl daar
naast met de kwaliteit van de wol vaak
ook die van het vleesch toeneemt. Door
nauwkeurige studie gelooven ze nog wel
iets te kunnen hereiken, al dient natuur
lijk het Texelsche type te worden gehand
haafd. Daarbij wordt aangedrongen op een
'ets grootere marge tusschen de kwalitei
ten.
Het bestuur blijkt in dit opzicht diligent.
Dat, gelijk wel eens is gezegd, de wol van
de Federatie bij de ontvangst scherper zou
zijn gekeurd dan die van den handel, is
geheel onjuist.
Jaarverslag 1939 1940.
Dit geeft cijfers omtrent de levering. Voor
de ontvangst 1940 werd de Federatie inge
schakeld. De wol werd gekeurd te Alk
maar. Hiervoor wordt verwezen naar het
verslag van het Texelsche schapenstam
boek. De uitbetaling verliep vlot.
Er» worden voorts mededeelingen gedaan
omtrent het aanvragen van de koninklijke
goedkeuring.
Er zijn 255 leden-contractanten en 35
niet-eontractanten.
De dekenverkoop is in verband met de
tijdsomstandigheden, geheel stopgezet.
Plaatselijke Commissies,
De benoeming en aanvulling hiervan wordt
overgelaten aan het bestuur.
Begrooting 1940 1941.
Deze sluit met een bedrag aan inkomsten
en uitgaven ad f 3600.—.
Het bedrag ad f '800.voor onkosten wol
ontvangst ontmoet verwondering. Het houdt
verband met de wolontvangst te Texel,
waar men in verbinding is getreden met
de coöperatie, terwijl ook de pakhuiskosten
zijn gestegen.
De begrooting wordt goedgekeurd.
Bij de rondvraag wordt gevraagd de uit
betaling van de wol contant te doen ge
schieden om gelijk te staan met den han
del. Het bestuur is in dit opzicht actief, tot
dusverre waren de moeilijkheden echter
zoo groot, dat men er niet in slaagde ze op
te lossen. Het bestuur is echter van de
noodzakelijkheid overtuigd en zal blijven
doen, wat het kan.
Hierna volgt sluiting.
Schaarschte in Fransch Indo-Cchina?
Strenge maatregelen der Fransche
autoriteiten.
In Fransch Indo-China heerscht schaarsch
te aan levensmiddelen. Ook het gebrek aan
andere dagelijksche behoeften neemt toe, al
dus heeft lt. kol. Bantsjong Tsjippensoek, de
vroegere Thailandsche consul-generaal te
Saigon aan vertegenwoordigers van de pers
verklaard. Hij was op 4 Januari uit Indo-
China teruggekeerd.
Tegenover de vertegenwoordigers van de
pers verklaarde hij, dat de Fransche autori
ten een verbod hebben uitgevaardigd van
luisteren naar overzeesche radio-uitzendin
gen. Overtredingen van dit verbod worden
bestraft met zware boeten en langdurige ge
vangenisstraffen. Onder de verboden stations
bevindt zich ook het station van Bangkok.
De Fransche censoren dwingen de bladen,
zoo deelde hij verder mede, de berichten over
het grensconflict tusschen Thailand en Indo-
China weg te moffelen, met het gevolg, dat
bijzonderheden omtrent den toestand aan de
grens niet ter kennis komen van de bevol
king. De Indo-Chineesche officieele personen
stellen als in het werk om het belang van de
grensschermutselingen als gering voor te
stellen, aldus Domei.
ARBEIDSMOEILIJKHEDEN IN SJANGHAI
De arbeidstoestanden in Sjanghai zijn ver%
der verscherpt, doordat de trams niet meer
rijden tengevolge van een geschil tusschen
arbeiders en werkgevers. Hoewel nog geen
bijzonderheden beschikbaar zijn, vreest
men toch, zegt Domei, dat de tramstaking
snel om zich heen zal grijpen en een vol
ledige stillegging van het openbare' trans
portsysteem in de stad tengevolge zal heb
ben. gelijk aan den toestand van September
j.1. toen zoowel de autobussen en de trams
in de internationale nederzetting als in de
Fransche concessie niet reden.
GEHEIMZINNIGE EILANDEN.
Non is de heele aarde niet ont
dekt.
Men zou denken, dat tegenwoordig de ge-
heele aardoppervlakte met uitzondering van
gebieden in Afrika en de Poolstreken, ont
dekt zouden zijn, opgemeten en in de kaart
gebracht. Steeds weer hoort men echter, dat
er nog gronden bestaan, die geen mensche-
li.i'ke voet ooit betreden had. Het zijn geen
zeemansverhalen, wanneer matrozen van ge
heimzinnige eilanden vertellen, die plotse
ling uit de zee oprijzen en op zekeren dag
weer even geheimzinnig verdwijnen
Sedert eeuwen worden dergelijke verschijn
selen opgemerkt. Hoe oud is niet de sage van
het in zee verdwenen „Atlantis". En hoeveel
sprookies bestaan er niet over het eiland Vi-
neta, dat op den bodem van de Oostzee ligt?
Maar ook aan geschiedkundige feiten ont
breekt het niet. In 1768 constateerde men in
de Beringzee voor het eerst het verschijnen
van een nieuw vulkanisch eiland. De Ameri-
kaansche ontdekkingsreizigers doopten het
„Ship Rock". Toen ongeveer dertig jaar later
de Russen in de nabijheid van het nieuwe
eiland voeren, beleefden zij de geboorte van
een tweede eiland. De zee borrelde en siste
en uit het kokende water verrees een eiland.
De onderdanen van den tsaar annexeerden
het onmiddellijk en doopten het „Bogoe-
lawski Ostrow". In 1888 verscheen een derde
eiland. Misschien zouden er nog meer geko
men zijn. wanneer niet alle drie eilanden
bij een vulkaanuitbarsting in het jaar 1907
in zee verdwenen. Nog steeds slingert een
onderzeesche vulkaan op deze plaatsen lava
en huizenhoogen fonteinen in de lucht. Het
is zeer goed mogelijk, dat de eilanden op ze
keren dag. misschien in nog grooter getale,
weer aan de oppervlakte komen.
(Niet officieel)
Trekking; van Woensdag; 8 Januari 1941
4de klasse, 3de lijst
Hooge Prijzen
f 400.— 12405 17294
l 100.14724
Prijzen van f 65.
1244 1660 1715 1896 1899 2347 2192 2595
2601 2725 2741 3302 3324 3521 4112 4223
4373 4628 4642 4690 4773 4783 4875 5153
5251 5326 5765 6090 6204 6268 6393 7059
7086 7093 7264 7348 7526 7545 7887 7894
8095 8240 8298 8606 9037 9324 9358 9735
10009 10912 11276 11461 11905 11938 12292 12549
12650 12835 12847 13520 13593 13790 13927 14009
4320 14717 15174 15708 15726 16233 16561 16650
16672 16695 16943 17109 17399 17544 18396 18518
18531 18631 18650 18691 18831 19571 19596 19846
19885 20143 20461 20608 20718 21205 21481 2ioö7
21829