Recht ven gratie aan den Het terrein der De vooruitzichten van kerk aangetast? in Nederland Rijkscommissaris Meteorenverschijnsel over ons land Verplichte veelevering en t.b.c. bestrijding het lexelsch schaap Schaarscbfe in Fransch Iodo Cbioa? 485ste STAATSLOTERIJ V Decreet van den Führer voor het bezette Nederlandsche gebied. In een decreet heeft de Führer bepaald, dat hij in het bezette Nederlandsche ge- hied de uitoefening van het recht van op heffing van straf ajsmede het recht gratie te verleent en verzoeken om gratie af te wijzen overdraagt aan den Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied, een en ander met het recht deze rechten op zijn beurt aan anderen over te dragen De Fühirer behoudt zich voor, in afzonderlijke gevallen zelf te beslissen. De Rijkscommissaris heeft bij verordening bepaald: Artikel 1. (1) De beslissing over de uitoefening van het recht van gratie behoud ik mij voor: lj in alle zaken, vallende binnen de be voegdheid van het Duitsche Landgerecht of het Duitsche Hooggerechtshof in het bezette Nederlandsche gebied; 2) in al die zaken, waarin voor de in werkingtreding der verordening betreffen de de Duitsche rechterlijke macht voor strafzaken een Nederlandsche rechter een veroordeeling ter zake van een strafbaat feit heeft uitgesproken, tot de behandeling waarvan thans de Duitsche gerechten be voegd zouden zijn; 3) in alle overige zaken, waarin een Ne derlandsche rechter een vrijheidsstraf, daar onder begrepen vervangende hechtenis van meer dan drie maanden dan wel een geld boete van meer dan duizend gulden, heeft opgelegd. (2) Hetzeilfde geldt ter zake van het echt. van opheffing. Artikel 2. Voor het overige draag ik de uitoefening van het recht van opheffing en van gratie bij strafzaken, waarvan de Nederlandsche rechter kennis neemt, over op dep secetaris generaal van het departement van Justitie, voor zoover ik mij niet in bepaalde geval len de beslissing voorbehoud. GEEN WANTROUWEN TEGEN DE NED. RECHTERS. Ter toelichting op de verordening van den Rijkscommissaris betreffende de uitoefening van het recht van abolitie (opheffing) en van gratie, wordt er van bevoegde zijde op gewe zen, dat het Nederlandsche strafrecht het be grip van abolitie, zooals dat in Duitschland wordt toegepast, niet kent. In tegenstelling tot het Nederlandsche strafrecht kent het Duitsche strafrecht de vervolgingsdwang. In Nederland bestaat 't opportuniteitsbeginsel. De bevoegdheid tot het uitoefenen van het recht van gratie, welke in Nederland vroeger alleen door de Koningin werd uitgeoefend, is thans op den Rijkscommissaris overgedra gen. De Fuehrer reeft zich echter voorbehou den om in bijzondere gevallen zelf dit recht uit te oefenen. Onaangetast blijft ook de toe passing van het gratierecht met betrekking tot de vonnissen .van Duitsche krijgsraden en van S.S. en politierechtspleging. Hiervoor be-'1 staat een aparte regeling. Het abolitie- en gratierecht zal in den ver volge worden uitgeoefend door den Rijkscom- ïnissaris, die het echter niet alleen zelf wil uitoefenen. Tn verband hiermede heeft hij be paald, dat in alle zaken, waarin een Neder landsche rechter een hechtenis tot drie maan den dan wel een geldboete tot f 1000.heeft opgelegd, het recht van abolitie en van gratie wordt uitgeoefend door den secretaris-gene raal van het departement van justitie, voor zoover de Rijkscommissaris niet in bepaalde gevallen de beslissing zich voorbehoudt. De uitoefening van het recht van abolitie en van gratie in alle andere zaken geschiedt door den rijkscommissaris zelf. Tenslotte werd er nog op gewezen, dat dit besluit niet beteekent een wantrouwen tegen de Nederlandsche rechters, maar dat het de bedoeling heeft een zekere uniformiteit te brengen in een toepassing van het recht van abolitie en van gratie. Het Gron. Landb.blad deelt mede, dat de Gezondheidsdienst voor Vee te Groningen er bij de betrokken autoriteiten op heelt aan gedrongen, de verplichte veelevering dienst baar te maken aan het gezondmaken van nog niet t.b.c.-vrije veestapels. De pogingen hebben niet het gewenschte succes opgele verd, zoodat de gezondheidsdienst nu wil pro- beeren, door onderlingen ruil tusschen de hij den dienst aangesloten bedrijven iets te be reiken. Eigenaren van reageerders in het ge bied van den Gezondheidsdienst voor vee te Groningen, die hun stal gaarne t.b.c.-vrij wil len maken, kunnen aan dezen dienst opge ven hoeveel reageerende dieren zij boven het verplichte aantal willen leveren. ij achten dit een prachtig voorbeeld van self-help, dat navolging verdient, zegt het Off. Orgaan van den Ned. Zuivelbond. ZEER STERKE LICHTVERSCHIJNSELEN WAARGENOMEN. Mededeeling van het Nederlandsch Meteorologisch Instituut te De Bilt. In de aVonden van 23, 25, 26 en 27 Decem ber 1940 en 3 Januari 1941, zijn in ons land zeer heldere metoren, resp. zeer sterke licht verschijnselen waargenomen. Het Meteorologisch Instituut ontving ver schillende vaak vrij uitvoerige en nauwkeu rige beschrijvingen van deze hemelterschij- ningen. Uit de ontvangen mededeelingen kon afgeleid worden, dat het hierbij in het alge meen meteoren betrof, welke schenen uit te gaan (radieeren) van een gebied, dat in of nabij het sterrenbeeld „de visschen gelegen was en waarvan de meesten zich in noord oostelijke richting bewogen. Hot licht, dat zij uitstraalden, wordt als zeer helder geelgroen opgegeven. Dc verschijnselen duurden s'echts enkele minuten; enkele berichten spreken van een lange groenachtige staart. In het geval van 3 Januari werd het ver» NOORDHOLLAND SLAAT EEN GOED FIGUUR. „Aaltje" van P. N. Spaans, Bar gerhorn een opmerkelijke pro ductie, bijna 5 Het Nederlandsch Rundvee-Stamboek (N. R.S.) heeft aflevering 65 H doen verschijnen, waarin voorkomen de gegevens over de in 19391940 opgenomen runderen van het Zwartbont Ilollandsch Veeslag. Deze afleve ring, een lijvig boekwerk geworden, bevat weer een schat van gegevens voor den vor- scher in onze rationeele veefokkerij, zegt de N. R. Ct. Niet minder dan 951 nieuw- opgenomen stamboekstieren. 313 keur-stam- boekkoeien en ruim 3500 stamboekkoeien worden, met hun antecedenten, behandeld. Voorts wordt vermeld de opneming van ruim 1500 registerkoeien, terwijl ongeveer 20.000 productie-staten zijn vermeld van pl.m. 15.000 opgenomen en 5000 R. v. j.- dieren. Het geheel is dus een respectabel stuk werk. En 't getuigt van de accuratesse waarmede ten 'oureele van het N.R.S. wordt gewerkt als we zien da} slechts een zeven tal errata van een vorige uitgaaf noodig was en dan nog voornamelijk als gevolg van verbeterde opgaven. En dat op een paar honderdduizend getallen! De lijst der officieel erkende fokvereeni- gingen is onveranderd 117 gebleven, die waarvan de administratie is goedgekeurd is met één vermeerderd tot 35. Aan de 15 preferente eerste klasse stieren is één toegevoegd: Constan- tijn Frans 11881 S van F. A. F. Groneman te Wieringerwaard. fok ker W. Kool Kz. te Nibbixwoudi zoodat het aantal thans 16 be draagt; 2de klas preferenten zijn er nu 46 (v. j. 45). de laatste is Chris- tiaan 12245 S. een Z.W. Drent die bij een paar vereenigingen in N. Brabant heeft dienst gedaan. De 951 S-stieren tellen een 75-tal met 80 of meer punten Hiervan leverde Zuid-Hol land er 12. Noord-Holland en Drenthe ieder 11, Noord-Brabant 9, Overijsel 8, Zeeland en Limburg iedeflr 7, Utrecht 5, Groningen 3 en Gelderland 2. Een tiental van deze werd opgenomen met b+ voor algemeen voorko men (5 Z.-Holl., 2 N.-Holl., 2 Overijsel, 1 Drenthe), terwijl één het tot a b bracht, n.1. Hantje 18176. de jonge Adema 197 van de stierh. „Groot-Driene" te Hengelo, die daar mede 85.3 punt kreeg. De Zuid-Hollandsche b-f- stier. De Verwachting 17727, V. Roosjes Athleet, van de Stierenvereenieing Baren- drecht kreeg nog 0.1 punt meer, n.1. 85.4 punt. De b+ stieren varieeren van 82.8 tot 84.- punt, twee b stieren kregen 83 en 83.2 punt. Moeders met zeer goede productie. Verreweg de meeste dezer stieren hebben motdrs met goede tot zeer goede productie- gegevens, verschillende zijn erbij met een reeks meikstaten met ruim voldoende hoe veelheid melk en met eén vetgehalte van omd e 4 pet. of zelfs hooger. Slechts enkele conduite-staten der stiermoeders zijn nog slecht, de allerslechtste was er één Uit het centrum van het land. Deze was dan ook zoo. dat we ons erover verwonderd hebben dat de betreffende stier (bc+, 75.4 p.i is opgenomen In de toekomst zijn dergelijke excessen gelukkig uitgesloten. Van de 313 nieuwe K.S.-koeien wordt het leeuwendeel weer geleverd door de beide Hollanden: Z.-Holl. 110. N.-Holl. 109. Dan komt Groningen met 40. Drenthe met 17, Overijsel en N.-Brabant ieder met 12, Lim burg met fi, Gelderland en Utrecht ieder met 3 en Zeeland met één Keur-Stamboeker. Van de 38 dieren met 6+ leverde Noord- Holland er 19. Zuid-Holland 15. Z.-Holand had deerenboven nog 4 dieren met b doch met meer dan 33 punten. Slechts 7 dieren konden het tot a b bren gen en wel 6 uit Noord-Holland en één uit Drenthe. Deze laatste, de nationale kampi oen van 1935—Utrecht, Wilhelm'na 23— 73975 K.S. van J. P. Brouwer te Ruinerwold kwam met 87.7 punt het hoogst van alle maal. Als tweede volgt Charlotte 10—80107 K.S. van C. Stapel Pz. te Hooekarspel met 86.7 punt. Helaas behoort Wilhelmina 23 niet meer tot de levende dieren. Het is wel opmerkelijk dat in Noord-Hol land 6 dieren a b kregen, tegen b.v. in Z.- Hnlland geen. Er zijn K.S. dieren bij met pracht-produc- tie. Er zijn er bij die meer dan 4.5 net. vet van de beide vereisehfe productiestaten hebben, zooals b.v. de a b koe Bosma 29 van K. Reyne Kz. te Barsingerhorn, die 4.44 en 4.79 pet. vet heeft in haar beide sta ten De meest (invallende nrodnetie is ech ter die van Aaltie 19—101882 K.S. van p. N. Snaans te Barslnperhorn. Deze naf n.1. als 2 t. 4237 x 4.82 in 325 dapen en als 3 f. 1 n>. 5745 x 5.(13 In 359 dalen. Dns een «emiddeld vetnehalte van Mina 5 pet., over haar beide eerste melkljisten. Ook de 5000 nieuw-opgenomen Stamboek en Registerkoeien alsmede de 20.000 melk vaten bevatten, vee! wetenswaardigs, maar bet zou ons te ver voeren om dit alles te behandelen. Wie er meer van weten wil raadplege de aflevering; de alnhahetisehe naamlijst van eigenaren vergemakkelijkt het naslaan. schijnsel ongeveer 16 minuten voor zonson dergang gezien, dus bij vrijwel helderen he mel. Het deed zich voor aan den zuidelijken hemel. Aangezien de opgaven van de tijdstippen vart optreden een weinig uiteenliepen en het aantal gevallen, waarin de baan van den meteoor ten opzichte van de sterren werd vastgelegd, gering was was het niet mo gelijk voldoende betrouwbare berekeningen te maken omtrent het verloop van de banen over ons land, alsmede over de hoogte in den dampkring. De verschijnselen hebben geen betrekking op in bepaalde maanden regelmatig jaarlijks voorkomende meteorenzwermen. COLLECTEN IN KERKGEBOUWEN AAN GOEDKEURING VAN DE STAAT ONDERHEVIG. Elders in dit nummer nemen wij op een aanval van de stichting Winterhulp op het Nederlandsche dagblad het orgaan van Nat. Front. De pennestrijd betreft de kerkelijke collecten en de winterhulp om bei de partijen recht te doen weder varen volgt hieronder het bewuste artikel uit het Ned. Dagblad. Wij zijn geen bewonderaars van dominé's en pastoors die de politiek en meer bepaal delijk de partijpolitiek op den kansel bren gen. Evenmin van het gewild martelaar schap uit dien hoofde van eenigen hunner. Maar wij staan op de bres als er een wer kelijk beginsel wordt geraakt En dit is thans naar wij meenen het geval met be trekking tot het levensterrein der kerken. Er Is namelijk door de gemeentebesturen een rondschrijven gericht, naar aanleiding van een door hen ontvangen schrijven van procureurs-generaal bij de gerechtsho ven en iungeerend directeuren van politie, aan de verschillende kerken in hun ge meenten, waarin medegedeeld wordt, dat het begrip „openbare inzamelingen" in ar tikel 1 van de verordening 109 1940 zeer ruim moet worden opgevat en dat daaron der vallen straatcollecten, huiscollecten en inzamelingen door middel van inteekenlijs- ten, circulaires of op dergelijke wijze ge houden, mede die uitgaan van kerkelijke gemeenten oi andere kerkelijke organisa- tiën. Dit is ook zelfs het geval, indien de inzamelingen beperkt blijven tot leden van een bepaald kerkgenootschap of een be paalde kerkelijke gemeente. Voor het hou den van deze Inzamelingen moet toestem ming worden gevraagd en die wordt ge acht te zijn verkregen, nadat het voor een half jaar opgestelde „collecteplan" bij den betrokken procureur-generaal is ingediend. Tot zoover is alles in orde, immers zoo danige maatregel heeft uitsluitend de be deling te verhinderen, dat eenerzijds de collecten van de Winterhulpactie worden geschaad door allerlei andere mogelijke collecten voor charitatieve belangen, be langen die even goed door de Winterhulp zelf kunnen worden behartigd, en ander zijds te bevorderen dat liona fide kerkelijke liefdadigheidsinstellingen hun werk voort gang kunnen doen vinden. Bovendien blijft de overheid hierbij op eigen terrein, indien zij regelen stelt voor de kerkeüike collec ten die gehouden worden met gebruikma king van den openbaren weg, zij raakt hier mede niet het eigen levensterrein der ker ken, noch hun souvereiniteit in eigen kring. Een addertje. Maar nu komt het: „In afwijking echter van het tot dusverre Ingenomen standpunt, zijn collecten in kerkgebouwen voortaan zoo zegt het bovenbedoelde rondschrijven, eveneens als openbare Inzamelingen te be schouwen, onverschillig op welke wijze der gelijke collecten worden gehouden (door middel van open schalen, collectezakjes, of- ferblokken, zendingsbusjes of anderszins)". Hiermede wordt dus wèl ingegrepen op het eigen levensterrein van de kerken en wèl geraakt aan hun souvereiniteit in eigen kring, het geen niet alleen in strijd is met de Grondwet en met de natuurlijke rechten der kerken, maar ook in strijd is met de gegeven beloften. Bij monde van den directeur-generaal van de Winterhulp is herhaalde malen en met den meesten nadruk verzekerd, dat de ei gen rechten der kerk ook in charitatief op zicht zouden worden geëerbiedigd en dat bij gevolg alleen de inzamelingen die buiten de kerkgebouwen zouden plaats vinden, de toestemming van de Overheid zouden be hoeven. Nu doet het hier niets terzake of de toestemming ook voor collecten in de kerkgebouwen zonder meer zal worden ver leend. het gaat er alleen om dat hier een beginsel wordt geraakt, dat niet alleen in een democratischen staat, maar ook juist en vooral in een autoritairen staat mede tot de fundamenteele richtlijnen voor het staatsbestel moet worden gerekend. Naast de principieele zijde heeft de aan gelegenheid echter ook een practische zijde. En wel deze: hebben zij. die „de afwijking van het tot dusverre ingenomen stand punt" hebben bepaald, wel beseft, welk 'n ongerustheid, om niet te zeggen beroering, zii hiermede hebben verwekt in alle kerke lijke gemeenschappen, die zooals bekend de groote massa van het Nederlandsche volk omvatten en welk een wantrouwen zij daar mede zaaien? Het heeft geen zin deze din gen te verdoezelen: de Staat moet niet in grijpen op het terrein van de kerken, even min als de kerken zich moeten begeven on het terrein van den jStaat. Overal waar dit beginsel wordt nagekomen, de g(*rhiedenis bewijst het en in het bijzonder die van óns volk. daar moeten wel moeilijkheden ont staan en daar kunnen, in de bijzondere si tuatie waarin Nederland zich thans be vindt. verhoudingen emndig bedorven wor den. En terwille van de zaak zelve, d.w.z. van de kerken en van de Winterhuln, én terwille van de goede verhoudingen in' ons 'and meenen wij goed te doen hier cm waarschuwende stem te laten hooren. Wit honen en vertrouwen dat men tot het in zicht zal komen, dat hier een ernstige fout is begaan, die spoedig ongedaan moet wor den gemaakt, aldus besluit het Ned. Dgbl. FEDERATIE TOT VERBETE RING VAN DEN WOLHANDEL IN NOORD-HOLLAND. Onder voorzitterschap van den heer Jac. Zuurbier hield bovengenoemde federatie gistermorgen haar algemeene jaarver gadering in Het Gulden Vlies te Alkmaar. In zijn openingswoord heette de voorzitter de aanwezigen welkom onder het uitspreken van de hoop, dat de besprekingen goede vruchten zouden afwerpen. De notulen van de vorige vergadering worden goedgekeurd. De voorzitter deelt mede, dat, waar de Koninklijke goedkeuring op de statuten nog niet is verkregen, de federatie voorloopig wordt voortgezet op de wijze als ze tot dus verre heeft bestaan. Uit de mededeelingen blijkt verder, dat enkele leden geen wol aan de federatie zou den heblwn geleverd. De aangelegenheid is onderzocht, er is-echter gebleken, dat de betreffende leden het afgeloopen jaar geen schapen hebben gehouden, zoodat alles in de beste orde bleek te zijn. Rekening en verantwoording af geloopen boekjaar. De balans sluit met een nadeelig saldo ad f 732.31, bij eèn bedrag aan inkomsten en uitgaven ad f 1.793.26. De verlies- en winst rekening geeft hetzelfde tekort bij een to taal aan baten en lasten ad f 17.196.82. Uit een toelichting blijkt, dat het nadeelig saldo is ontstaan doordat de berekening van de onkosten in het afgeloopen jaar aan den lagen kant is geweest. Bij een te lage bere kening van niet meer dan een halve cent per Kg. loopt dit reeds in de honderden gul dens. Het nadeelig saldo wordt echter op gevangen door de reserve. De accountant en de finantieele commis sie adviseeren de rekening onveranderd goed te keuren. Aldus geschiedt. Mededeelingen Scheer 1940. In het geheel zijn aangeleverd in Noord Holland 104.488 Kg., wat een bedrag van f 178.573.— vertegenwoordigde. Het leeuwen aandeel daarin behaalde Texel met 41.775 Kg. Daarnaast waren belangrijk Schagen met 15.343 Kg., Purmerend met 14.977 Kg., Alkmaar met 14.340 Kg. en Hoorn met 10.034 Kg. Deze gegevens wijken even af met die van het Rijksbureau, overeenkomstig de bonnen, aangevende het uitbetaald aantal Kg. Daar had men genoteerd 103.829% Kg. Over dit ge wichts verschil ontspint zich eenige discus sie, de zaak wordt evenwel tenslotte van te weinig belang geoordeeld om er verder op in te gaan. Omtrent de geleverde kwaliteiten in 1940 wordt medegedeeld, dat werd gekeurd: prima ca. 29.000 Kg. eerste soort ca. 65.000 Kg. tweede soort ca. 8.000 Kg. vierde soort ca. 1.000 Kg. zwart ca. 500 Kg. Er kan niel worden meegedeeld, hoe de kwaliteiten il de andere provinciën zijn geweest. Ir. Allens van het Rijksbureau zegt toe hierover eenige gegeven te zullen verza melen en ter kennis te brengen. Dit wordt ten zeerste gewaardeerd, het streven naar verbetering kan hierdoor slechts in de hand worden gewerkt. Uit de besprekingen blijkt voorts, dat het aanleveren van wol bij de Federatie voor de boeren stellig het voordeeligst is. Bij en kele handelaren schijnen ten aanzien van de kwalificatie eigenaardige dingen te zijn voorgekomen. Een en ander spruit vermoe delijk echter voort uit het feit, dat de clas sificatie voor rekening komt van dengene, die heeft gekeurd. Heeft hij hooger geclas sificeerd dan de regeering later doet, dan is het verlies voor rekening van den hande laar. Het resultaat is uit den aard der zaak een drukken van de classificatie. Vergelijking met de classificatie uitkom sten van 1940 hij 1939 wordt niet wensche- liik geacht. Het weer heeft op de kwaliteit van de wol een te groote invloed. Overi gens deelt de heer Allens mede, dat de kwaliteitsrijfers voor geheel Nederland on geveer bedragen: Prima ca. 28'/o Eerste soort ca. 52 "k Hierbij vergeleken liggen de cijfers van de Federatie dus gunstig, waar ze resp. on geveer zijn 28 en 63 Toekomst van het Texelsche schaap. In verband met een desbetreffende vraag zegt de heer Allens. dat men in Nederland moeite heeft met het plaatsen van de pri ma kwaliteit. Voor de fijnste stoffen is de ze niet geheel geschikt. Hij acht het ove rigens in verband met het feit, dat vleeschproductie hoofdzaak is, terwijl daar naast bij fokken op nog betere kwaliteit van de wol twijfel bestaat of het Texelsche schaap zich in andere gebieden van Ne derland zal kunnen handhaven niet ge- wenscht zich toe te leggen op nog grootere fijnheid van de wol. Deze zal zeer vermoe delijk gaan ten koste van het gewicht. En dit laatste is en blijft hoofdzaak. Voor het Texelsche schaap acht hij de gunstigste resultaten bereikt. Verschillende aanwezigen kunnen zich hierbij moeilijk neerleggen. Ze meenen. dat in Nederland een betere waardeering dient te komen voor de prima wol, terwijl daar naast met de kwaliteit van de wol vaak ook die van het vleesch toeneemt. Door nauwkeurige studie gelooven ze nog wel iets te kunnen hereiken, al dient natuur lijk het Texelsche type te worden gehand haafd. Daarbij wordt aangedrongen op een 'ets grootere marge tusschen de kwalitei ten. Het bestuur blijkt in dit opzicht diligent. Dat, gelijk wel eens is gezegd, de wol van de Federatie bij de ontvangst scherper zou zijn gekeurd dan die van den handel, is geheel onjuist. Jaarverslag 1939 1940. Dit geeft cijfers omtrent de levering. Voor de ontvangst 1940 werd de Federatie inge schakeld. De wol werd gekeurd te Alk maar. Hiervoor wordt verwezen naar het verslag van het Texelsche schapenstam boek. De uitbetaling verliep vlot. Er» worden voorts mededeelingen gedaan omtrent het aanvragen van de koninklijke goedkeuring. Er zijn 255 leden-contractanten en 35 niet-eontractanten. De dekenverkoop is in verband met de tijdsomstandigheden, geheel stopgezet. Plaatselijke Commissies, De benoeming en aanvulling hiervan wordt overgelaten aan het bestuur. Begrooting 1940 1941. Deze sluit met een bedrag aan inkomsten en uitgaven ad f 3600.—. Het bedrag ad f '800.voor onkosten wol ontvangst ontmoet verwondering. Het houdt verband met de wolontvangst te Texel, waar men in verbinding is getreden met de coöperatie, terwijl ook de pakhuiskosten zijn gestegen. De begrooting wordt goedgekeurd. Bij de rondvraag wordt gevraagd de uit betaling van de wol contant te doen ge schieden om gelijk te staan met den han del. Het bestuur is in dit opzicht actief, tot dusverre waren de moeilijkheden echter zoo groot, dat men er niet in slaagde ze op te lossen. Het bestuur is echter van de noodzakelijkheid overtuigd en zal blijven doen, wat het kan. Hierna volgt sluiting. Schaarschte in Fransch Indo-Cchina? Strenge maatregelen der Fransche autoriteiten. In Fransch Indo-China heerscht schaarsch te aan levensmiddelen. Ook het gebrek aan andere dagelijksche behoeften neemt toe, al dus heeft lt. kol. Bantsjong Tsjippensoek, de vroegere Thailandsche consul-generaal te Saigon aan vertegenwoordigers van de pers verklaard. Hij was op 4 Januari uit Indo- China teruggekeerd. Tegenover de vertegenwoordigers van de pers verklaarde hij, dat de Fransche autori ten een verbod hebben uitgevaardigd van luisteren naar overzeesche radio-uitzendin gen. Overtredingen van dit verbod worden bestraft met zware boeten en langdurige ge vangenisstraffen. Onder de verboden stations bevindt zich ook het station van Bangkok. De Fransche censoren dwingen de bladen, zoo deelde hij verder mede, de berichten over het grensconflict tusschen Thailand en Indo- China weg te moffelen, met het gevolg, dat bijzonderheden omtrent den toestand aan de grens niet ter kennis komen van de bevol king. De Indo-Chineesche officieele personen stellen als in het werk om het belang van de grensschermutselingen als gering voor te stellen, aldus Domei. ARBEIDSMOEILIJKHEDEN IN SJANGHAI De arbeidstoestanden in Sjanghai zijn ver% der verscherpt, doordat de trams niet meer rijden tengevolge van een geschil tusschen arbeiders en werkgevers. Hoewel nog geen bijzonderheden beschikbaar zijn, vreest men toch, zegt Domei, dat de tramstaking snel om zich heen zal grijpen en een vol ledige stillegging van het openbare' trans portsysteem in de stad tengevolge zal heb ben. gelijk aan den toestand van September j.1. toen zoowel de autobussen en de trams in de internationale nederzetting als in de Fransche concessie niet reden. GEHEIMZINNIGE EILANDEN. Non is de heele aarde niet ont dekt. Men zou denken, dat tegenwoordig de ge- heele aardoppervlakte met uitzondering van gebieden in Afrika en de Poolstreken, ont dekt zouden zijn, opgemeten en in de kaart gebracht. Steeds weer hoort men echter, dat er nog gronden bestaan, die geen mensche- li.i'ke voet ooit betreden had. Het zijn geen zeemansverhalen, wanneer matrozen van ge heimzinnige eilanden vertellen, die plotse ling uit de zee oprijzen en op zekeren dag weer even geheimzinnig verdwijnen Sedert eeuwen worden dergelijke verschijn selen opgemerkt. Hoe oud is niet de sage van het in zee verdwenen „Atlantis". En hoeveel sprookies bestaan er niet over het eiland Vi- neta, dat op den bodem van de Oostzee ligt? Maar ook aan geschiedkundige feiten ont breekt het niet. In 1768 constateerde men in de Beringzee voor het eerst het verschijnen van een nieuw vulkanisch eiland. De Ameri- kaansche ontdekkingsreizigers doopten het „Ship Rock". Toen ongeveer dertig jaar later de Russen in de nabijheid van het nieuwe eiland voeren, beleefden zij de geboorte van een tweede eiland. De zee borrelde en siste en uit het kokende water verrees een eiland. De onderdanen van den tsaar annexeerden het onmiddellijk en doopten het „Bogoe- lawski Ostrow". In 1888 verscheen een derde eiland. Misschien zouden er nog meer geko men zijn. wanneer niet alle drie eilanden bij een vulkaanuitbarsting in het jaar 1907 in zee verdwenen. Nog steeds slingert een onderzeesche vulkaan op deze plaatsen lava en huizenhoogen fonteinen in de lucht. Het is zeer goed mogelijk, dat de eilanden op ze keren dag. misschien in nog grooter getale, weer aan de oppervlakte komen. (Niet officieel) Trekking; van Woensdag; 8 Januari 1941 4de klasse, 3de lijst Hooge Prijzen f 400.— 12405 17294 l 100.14724 Prijzen van f 65. 1244 1660 1715 1896 1899 2347 2192 2595 2601 2725 2741 3302 3324 3521 4112 4223 4373 4628 4642 4690 4773 4783 4875 5153 5251 5326 5765 6090 6204 6268 6393 7059 7086 7093 7264 7348 7526 7545 7887 7894 8095 8240 8298 8606 9037 9324 9358 9735 10009 10912 11276 11461 11905 11938 12292 12549 12650 12835 12847 13520 13593 13790 13927 14009 4320 14717 15174 15708 15726 16233 16561 16650 16672 16695 16943 17109 17399 17544 18396 18518 18531 18631 18650 18691 18831 19571 19596 19846 19885 20143 20461 20608 20718 21205 21481 2ioö7 21829

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1941 | | pagina 3