KRUSCHEN
r
M
ytadbnieuuM
't Vriest 8 graden
Zon en Ijs
Slaapplaatsen
voor stadgenooten
ïlieuuM uil lOJc
Evacuatie en
Hygiëne
fïlajo-vA Yl. ï3Aeuneiz:
Vandaag
voor 50 jaar
KeAJk en Zending,
Tweede Blad
Burgerlijke Stand van Den Helder
„Watervogels" gaan
hardrijden
Meisje door het ijs
gezakt
Dc thuiskomst van de kinderen
uit Wijdenes
Rhe umatische pijnen
Openbare Leeszaal
Uit het politie-rapporc
Tusschen de wielen
Koude-record van dezen winter.
Vannacht en hedenmorgen is het koude-
record van dezen winter genoteerd. Als
wij dit schrijven, dat is hedenmorgen 9
uur, wijst de thermometer een stand aan
van maar liefst 8 graden onder het O-punt
Dat beteekent, dat het belangrijk kouder
is dan de koudste dag, die wij tot dusverre
gehad hebben.
Wat het verloop der temperaturen be
treft, gistermorgen wees het kwik 3 gra
den vorst aan, om 11 uur 's morgens 2
graden, terwijl het om 2 uur in den mid
dag niet vroor en niet dooide. De ther
mometer weesh et O-punt aan.
Wat zou het weer doen? De baro
meter stond hoog (circa 770), terwijl er
ook andere factoren waren die er op
wijzen, dat het met de ijsperiode nog niet
gedaan was.
Inderdaad bleek dit het geval te zyn,
want vannacht om 2 uur vroer het ai weer
4'/j graad en, zooals geschreven, vanmor
gen 9 uur g graden. Waarbjj opgemerkt
kan worden dat de thermometer nog
steeds zakte.
De wind zit in den Zuidhoek. Vandaar
dat het moeilijk is thans een voorspelling
te doen. Het ljjkt ons echter, dat de kan
sen voor een ouderwets jjs week-end gun
stig te achten zijn.
Gisteren scheen... de zon in Den Helder!
En dat was, na al die weken van troo-
stelooze triestheid, van dagen waarin men
alleen wat schemerlicht ontdekten na
dagen van regen en nevel, als een ver
lossing.
Zon
Zon, die parelde op de ijsvlakten in het
kanaal, die danste op de daken van de
huizen, die zichzelf weerkaatste in de
ruiten kortom, die heel de stad in fleur
zette en de bevolking verraste.
Inderdaad: verraste! Want toen tegen
half elf de ochtendnevels wegtrokken en
de zilveren zon als het ware in jolige
overmoed uit den hemel sprong, toen...
wist men ineens, dat men wel zeer lang
de komst van deze zon verbeid had, en
dat men dankbaar was dat zij daar einde
lijk weer aan den hemel troonde.
Zon... die kon men gebruiken. Heel den
korten dag bleef zij haar licht over Den
Helder uitgieten, en was het wonder, dat
vele honderden liefhebbers van schaatsen
ervan profiteerden?
Het was niet koud en dus konden ook
diegenen de ijzers onderbinden, wier leef
tijd niet meer gedoogt, dat ze in barre
koude en bij scherpe Noordooster winden
gaan sporten.
Het kanaal bood een levendigen aanblik.
Vooral in het middaguur waren er velen
die van de gelegenheid gebruik maakten
om een baantje te maken. Een enkele
baanveger zorgde er voor, dat de baan in
conditie bleef en zoo kon men zeggen,
daar tusschen Postbrug en Helden der
Zeeplein iets te bespeuren viel van de
klassieke gezelligheid, die de ijssport op
de stadbanen altijd gekenmerkt heeft.
De jeugd werd niet moe van het heen
en weer rijden. Op de Friesche door-
loopers kriskrasten ze. zonaer zich aan
schoonrijdende paren te storen, heen en
weer, soms achter elkaar aanslierend, dat
het een lieve lust was om te zien en dat
ook bij de toeschouwers op den kant de
lust zich deed gelden om ook de schaat
sen van huis te halen.
In bonte mengeling van harde kleuren
reed daar Den Helder. Weliswaar in be
langrijke mindere getale dan voorheen,
maar dat kon men ook niet verwachten.
Gezellig was het er echter en velen viel
het scheiden, tegen het donker-worden
niet mee.
Ook op de Fortgrachten was de animo
er als vanouds. Op de breede banen was
het goed rijden en er werden dien dag
heel wat krullen, cirkels en andere meet
kundige figuren gezet op de gladde ijs
vlakten van deze grachten.
En de zon bleef schijnen....
Den ganschen dag zette zij de stad en
het land buiten de stad in den gloed van
haar stralen. In den morgen een zilveren
tinteling en schittering, in den middag een
rossig-gouden glans, die de huizen als
met een antiek kleedij omhuifde.
Zelden had men deze zonne-weldaad zoo
gewaardeerd als gisteren. Zelden ook
heeft men zoo lang, zoo troosteloos lang,
in het duister en half-duister moeten
leven als thans.
van 9 Januari 1941.
GETROUWD: J. Schram en P. Meeusen.
A.s. Zondagmiddag, op de „gracht
van Hoogerdujjn".
Ongetwijfeld zal men zich nog herinneren,
hoe het vorige jaar door „Watervogels", de
populaire Oude Heldersche voetbalclub, ijs-
wedstrijden op de Fortgrachten georganiseerd
werden en hoe die ijswedstrijden feitelijk meer
hadden van een waterpolo-ballet dan van een
hardrijderij. Nog herinneren wij ons hoe de
„vogels" als torpedo's door de plassen scho
ten...
Om te bewijzen, dat men ook op goed ijs een
goede schaats kan slaan, werd nu voor kort
een nieuw tournooi uitgeschreven. Helaas...
wederom stak de dooi een spaak in 't wiel en
moest deze hardrijderij uitgesteld worden.
Thans heeft men besloten a.s. Zondag
middag verzamelen te blazen onder de
Watervogels. Op de gracht bij het Scha
pendijkje (de zoogenaamde „gracht van
Hoogerduijn") vindt deze hardrijderij om
2 uur paats. Alle leden en donateurs der
Vereeniging zijn welkom en kunnen een
poging ondernemen een der prijzen in de
wacht te sleepen.
Blijft het vriezen, dan behoeft er niet aan te
worden getwijfeld of behalve de complete
Oude Helder zal ook een groot deel der aan
wezige overige bevolking van Den Helder pre
sent zijn om het bewijs te zien, dat de Water
vogels behalve op het voetbalveld ook op de
gladde ijzers tot iets instaat zijn.
Dat het, ondanks het feit, dat het thans
sedert verscheidene dagen flink gevroren
heeft, flink oppassen blijft bij gevaarlijke
plaatsen in het ijs, werd gistermiddag, om
streeks 5 uur, aan de Loodsgracht bewezen.
Aldaar was een 8-jarig meisje bezig met het
spelen aan den kant van het ijs, toen zij op
een gegeven moment door het ijs zakte en te
water geraakte.
Op het hulpgeroep schoot de in de. buurt
aanwezige Van Reek toe, die niet aarzelde,
doch zoo snel mogelijk het meisje weer op het
droge bracht.
Een woord van waardeering voor dit parate
optreden is hier wel op zijn plaats, evenals een
waarschuwing voor diegenen, die blijkbaar
niet al te zeer acht geven op de gevaarlijke
plaatsen van het ijs.
Het blijkt, dat niet alle ouders hebben be
grepen waar men morgen, te omstreeks 1 uur,
de jongens en meisjes, die naar Wijdenes en
Hem geweest zijn, kan afhalen. De aankomst
vindt plaats voor Bureau „Winterhulp", het
kantoor van Maatschappelijk Hulpbetoon, aan
den Kanaalweg dus.
Te Alkmaar disponibel 1 slaapkamer, bene
vens zolder; bjj Heldersche menschen. Zelf
beddegoed meenemen.
Te Koegras, 3 minuten van het station,
slaapkamer voor 6 personen. 1 ledikant aan
wezig met bed. Voor de overigen zelf slaap-
gerei medenemen.
Te Huisduinen, slaapplaats voor 4 personen,
ledikant met toebehooren medenemen.
p« wereldberoemde degelijksche dosis
Kruschen Zout, zoo klein eis ze ie. doet
wonderen. Lijders een de hardnekkigste
vormen ven
zullen U dat bevestigen, went die weten bij
ondervinding boe weldadig een bloed-zuive
rende Kruschen kuur werkt op bet beele gestel.
Bij «poth. en órog. 1.62, 1.47 0.76, 0.41 p.
De Leeszaal werd gedurende de maand
December bezocht door 234 mannen en 22
vrouwen, totaal: 256 personen.
Uitgeleend werden: 1242 romans, 857 studie
boeken en 927 jeugdboeken, totaal 3026 boeken
L(jst van nieuwe aanwinsten Januari 1941.
Romans: AmmersKuiler, Jo van. Prins
Incognito. Ayres, Ruby M„ De man uit Cana
da. Bakker, P. E. Poestkoke; Briefgeheimen.
Boo, Sigrid; ...verder hadden we het reusach
tig! Körmendi, F. Via Bodenbach; Vries, A.
de; Bartje zoekt het geluk.
Studi ewerken: Cornel, W. A. Spaar-
kogel; Decoratief teekenen; Godthelp, H.
A. Mirande; Het Dietse lied van de middel
eeuwen; Lajtha, E. Menschen, eilanden en
oceanen.
Geschenken: Jager, W. W. J. Pijl,
Theorie der rekenkunde, Porter, Gene Strat-
ton; The keeper of the bees. Ratel, Simonne;
La maison des Bories. Rhode, J.; Dead men at
the folly. Verslag van de K. v. Koophandel en
fabrieken voor Groningen over het jaar 1939.
Jeugdboeken: 1315 jaar: Boudens v.
Heel, C„ e. a. De windroos. Eekhof, J. W., De
zwerftocht van de Zeemeeuwen; Eekhof, J. W.,
De avonturiers. Hichtum, Nienke van; Drie
van de oude plaats.
15-18 jaar: Corsari, Willy; Wiek wint. Hil-
debrand, A. D.; De wedstrijd der radioama
teurs; Vosma, Emmy; Een schip vaart weg!
BURGERLIJKE STAND OVER HET
JAAR 1940.
Geboren: 62 jongens en 62 meisjes.
4 kinderen werden levenloos aangegeven.
Overleden: 51 personen (in 1939, 27) waar
van 33 mannelijke en 18 vrouwelijke: 38
waren ouder dan 50 jaar, 10 tusschen 1250
jaar en 3 beneden de 12 jaar.
Huwelijken werden er 32 gesloten.
De bevolking van Urk telde 1 Januari 4082
zielen. Dit is volgens de laatste telling 866
meer.
BINNENGEKOIMEN SCHEPEN IN 1940.
Visschervaartuigen 41.529; vrachtvaartui
gen 2538.
Inhoud in M3 141.858; ingevoerde lading
19.610 M3; uitgevoerde lading 2062 M3.
In 1940, tijdens den oorlog weggedreven en
verloren gegaan, 28 vaartuigen. Verkocht
naar elders 7 vaartuigen. Op 1 na zijn alle
visschersvaartuigen thans bruikbaar.
GEMEENTE REKENING 1939.
De commissie van onderzoek, bestaande uit
de heeren Visser en Kampen, heeft verslag
uitgebracht over de Gemeente Rekening 1939.
Hieraan ontleenen wij het volgende: De in
komsten bedroegen 159.296.29; de uitgaven
138.595.03. Op de gewone dienst is een
batig saldo van 20.701.26. Inkomsten Kapi-
taaldienst 116.070.74.
Uitgaven 117.368.89. Nadeelig saldo
1298.15.
Een ernstig woord, ter behartiging
van velen.
Ongetwijfeld zullen velen zich, bij het lezen
van het opschrift boven dit artikel, afvragen
wat de bedoeling van de combinatie dezer
beide woorden, evacuatie en hygiëne, inhoudt.
Na lezing zullen zij waarschijnlijk beseffen,
dat er tusschen beide woorden inderdaad een
nauw verband bestaat, een verband, dat on
getwijfeld waard is op deze plaats onder de
aandacht van de bevolking van Den Helder
gebracht te worden.
In normale omstandigheden is het een nor
male zaak. dat men zich aan de regelen
houdt, welke de mensch vrijwel automatisch
in acht neemt inzake reinheid van het
lichaam. Men weet, dat het zoowel voor de
gezondheid van eigen lichaam als voor de
volksgezondheid noodzakelijk is, dat men zich
een of meerdere malen per dag wascht. Dit
hangt uiteraard af van den aard van het
bedrijf waarin men werkzaam is. Een kolen-
drager zal zich meerdere malen per dag moe
ten reinigen dan een ambtenaar op de Werf.
Met het zwakke geslacht is het evenzoo ge
steld. De vrouw die in haar evacuatie-woning
geen bijzondere handenarbeid verricht, be
hoeft zich niet meerdere malen per dag te
wasschen, terwijl dit in andere gevallen wel
noodzakelijk zal blijken te zijn.
Wat is nu echter de reden van dit artikel?
De reden daarvan is de volgende: het is
gebleken, dat een zeker percentage van
hen, die dagelijks heen en weer- reizen, geen
gelegenheid heeft, althans zegt die gelegen
heid niet te hebben, zich behoorlijk te kunnen
reinigen. Natuurlijk zal men zich des morgens
wasschen en diverse malen per dag de handen
reinigen. De traditioneele „groote beurt"
schiet er echter maar al te vaak bij in. In
het buitenveld vindt men het dan te lastig om
al de „rompslomp" te voorschijn te halen, ter
wijl er thuis, in Den Helder, geen tijd ge
vonden wordt.
Wij zullen zeker niet beweren, dat deze
moeilijkheden theoretisch zijn. Integendeel, uit
eigen ervaring weten wij voor welke pro
blemen men, ook bij deze zoo simpel schijnen
de functies, kan komen te staan. Wij weten
echter even zeker, dat het wel zeer te ver-
oordeelen is, indien men op dit gebied na
latig wordt. Nalatigheid, die aldra sleur wordt
en die tengevolge heeft dat men, hetzij in
mindere, hetzij in meerdere mate, vervuilt.
Nu meene men niet, dat het overdreven is
hierop de aandacht te vestigen. Integendeel
ons kwamen verscheidene gevallen ter oore,
waarbij bleek, dat er met de hygiëne thans
in het buitenveld door velen een loopje geno
men wordt.
Of dit erg is...? Ongetwijfeld is dit erg.
Hier raakt men direct de volksgezondheid,
een materie waarmede men niet voorzichtig
genoeg kan omgaan.
In dezen tijd, nu door het reizen iederen
dag zoovele menschen met elkander in contact
komen, nu men dikwijls in gesloten ruimten
(trein, bus e.d.) geruimen tijd bijeen is, be
staat de mogelijkheid van het infecteeren door
vervuiling van anderen. Dit is geen denk
beeldige veronderstelling, doch een reeds lang
proefondervindelijk bewezen feit. Vandaar dat
wij een dringend beroep doen op het gezond
verstand van allen, die zich in het buitenveld
bevinden, om zich rein te houden. Juist nu is
dit meer noodig dan ooit tevoren. Juist nu is
men voor zichzelf en voor de gemeenschap
verplicht het lichaam zindelijk te houden.
Een plicht, waaraan men zich niet mag ont
trekken en die wij hierbij eens ernstig onder-
streepen.
Gesprongen waterleidingen.
De politie moest voorzieningen treffen bij
twee gesprongen waterleidingen.
Om te verhuizen?
Een bewoner van de Parallelweg deelde
mede, dat men hem een handwagen armer had
gemaakt.
Schetsen uit t Buitenveld
Serie II.
Bijna zijn we den tijd vergeten dat we reis
den, alleenlijk uit luxe noodzakelijkheid. De tijd
waarin we reisden om ons naar het jaarlijksch
vacantie-oord te begeven, en voorts tweemaal
per jaar voor het min of meer verplichte
familiebezoek aan Voorschoten. Daarbij kwam
dan nog de reis naar de suiker-tante in Alk
maar en ziedaar... het gehetle reisprogram
van één jaar.
De tijden zijn veranderd en het reizen even
zoo. Nu plegen we daags een dikke drie uur
(soms meer dan 4 uur...) onderweg te zijn tus
schen heton gastvrije Nieuwediep en 't gast
vrije Alkmaar en we weten al hast niet meer,
dat er andere tijden en andere dag-indeelingen
geweest zijn. Zoo zelfs is het reizen bij de Nieu-
wedieperlingen ingeburgerd dat gisteren een
heer opmerkte, tusschen Oudesluis en Anna
Paulowna: „Wilt U wel gelooven, dat ik straks
mn' reisje zal missen!"
Ziedaar, inderdaad went alles. Zelfs reizen
zoodals wij dat doen!
De trein van half zes is nog steeds een
bijzondere trein. Omdat er altijd een kwart
meer menschen op het perron zijn dan er feite
lijk meekunnen en omdat men dus iederen dag
weer met eerlijk ontzag vervuld wordt over
de prestaties van de dienaren der N.S., die
het bestaan dat overtollige „kwart" even zoo
vroolijk nog weg te moffelen in de reeds tot
barstens toe gevulde wagons. En... heusch niet
in den postwagen, want die is sedert lang al
verklaard tot terra incognita. Hetgeen ernstig
te betreuren valt. Zoo reizen wij: van Den
Helder naar het zuiden des .-.vonds en des
ochtends in een fantastisch vroegen ochtend
stond precies andersom.
Zoo reizen wij... in krakende, gloeiend heete
steenkoude ...kapotte... fonkelnieuwe... af-
tandsche... luxueuse... derde... tweede... eerste
klas wagens.
Zoo trekken wij naar onze vluchtoorden en
er ligt meer dan een schijn van waarheid in
als we beweren dat we het al gewoon gaan
vinden.
Tusschen dezen trein van half zes en die,
welke in de duistere ochtenduren voortzeult
van dorp tot dorp, bestaat een belangrijk ver
schil. Kenmerkt de eerste zich doorgaans door
een gezelschap slaperige, geeuwende, snor
kende, languit-liggende en aan morgenziekte
lijdende menschen, met den andere is zulks
anders gesteld. Hierin bevinden niet de paar
den die de haver verdiend hebben en thans de
stal ruiken.
Men ziet reeds in zijn geestesoog de komende
vetpotten in het evacuatieoord naderen en zulks
heeft een verbluffende uitwerking op de hu
meuren. Daar is 0ezang en jolijt en men mag
er zonder overdrijving zijn verwondering over
uitspreken, dat er, na het ontstaan van de
debating-clubs, de vluchtelingen-vereenigingen
en andere organisaties nog geen voorstel is
opgegaan ter stichting van een alles en allen
omvattende treinvereeniging, die bij conflicten
met de N.S. bemiddelend zou kunnen optreden
en voorts in staat zou kunnen worden gesteld
meerdere privilege's en faciliteiten voor het
reizend „vulgus" af te smeeken.
Hoe dan ook... deze trein is een der gezellig
ste, gemoedelijkste en „snelste". Snel, omdat
men, in zu'k een goede stemming, reeds in
Schagen zit als men denkt Oudesluis nog te
moeten passeeren.
De „Meyer-girls" zijn nog steeds van de par
tij en vormen een even bekvechtende als wel-
ter-tongzijnde eenheid. Ze zijn het darstelste
contingent reizigers en zijn behalve goede in
gezonden stukken schrijfsters graag-geziene
gasten in menige coupé.
Standsverschil is in dezen trein opgeheven.
Kantoorklerk zit knie-aan-knie met den ge
meentelijken hoofdambtenaar, de (eertijds) ge
zeten middenstander rijdt zoowat paardje op
de schoot van den grondwerker-puinklopper en
de doktersvrouw geneert zich ganschelijk niet
om pepermuntjes uit te deelen aan een groep
schooljongens, die te keer gaan als losgebroken
veulens.
Wij denken aan de coupé waarin „George"
uit de Koningstraat „gevoerd" wordt door
Werner" uit dezelfde straat. Zoodat de
ruitjes er van rinkinkelen en de overige coupé-
genooten met open monden zitten mee te luis
teren.
We denken aan de coupé van zekere ambte
naren, waar men elkaar van Den Helder tot
Alkmaar toe „op stang" pleegt te jagen en
waar men te beklagen is als men tot slacntof-
fer wordt verkozen.
Wjj denken aan de conducteurs, populair
genoemd „de zwarte bende", die ook mee
kunnen doen en meeleven met deze treinsche
gijn, zij het achter het mom van ambtenaar
lijken ernst
Wij denken
Ja, wij denken ook aan ons eigen apparte
ment, waarin het goed reizen is en men „onder
ons" is.
Iedereen is welkom, mits hij niet de zuur-
pruimerij beoefent. Men pleegt zich in dit com
partiment nog steeds te vergapen aan Samir
Hoaphiem's „zwarte" ambacht, en kronkelt
zich in lachstuipen rond bij het gadeslaan van
de kinderlijke pogingen die „Jaap", een zeker
Figaro uit de Keizerstraat, aanwendt om het
ook te kunnen. En daarin nimmer slaagt!
Daar zit de warenhuis-directeur, van wie
geen sterveling ooit bevroed heeft dat bij
hem vergeleken feest-avond-arrangeurs als
Tholen en Van Lier en Willy Derby maar
amateurtjes zijn. Daar zit, rustig vanuit
een hoekje glunderend, de Keizerstraatsche
jonkman, waarvan eens de roep ging dat hij
Nicuwediep's beste voetballer was, doch die
thans carrière maakt in het damesmodevak, en
die sedert luttele weken wat men noemt „uit
de hoek" gekomen is. En laat ons niet on
dankbaar zijn, doch vermelden hoe de betere
helften van deze medereizigers ons herhaalde
lijk en met fantastische gulheid plegen te trac-
teeren op zoet en zuur en zout en dat die der
halve steeds met ongekende gastvrijheid mede
zitting mogen hebben in ons „departement".
Ja, jahet is goed reizen om half zes,
tusschen Nieuwediep en Alkmaar. Ook al is
voor de Heiloo'er inboorlingen meestal „Bello"
(dat is de trein naar Haarlem, weet U) net
weg.
Dat alles is 's morgens, bij den allereersten
trein naar de Jutterij, heel anders. Daarin
slaapt men. Het is er zoo donker, dat je pas
in Anna Paulowna ontdekt, dat bij Noord-
scharwoude je zwager binnengestapt is. De
ochtendgroet is een grauw, waaruit alles op te
maken is en daarna slaapt men door.
Maarhet is misschien wel goed, dat er
verschil van gemoedstoestand bestaat in
de treinen onderling. Ware zulks toch niet zoo,
men zou gaan meenen dat we louter en alleen
voor plezier deze reizerij beoefenden en niet uit
de bitterste van alle bittere noodzaken.
Dat de Juttersche gemoedelijkheid ons daar
bij niet in den steek laatdes te beter!
j)A
"o de Winterhulp
reiken wij,
Nederlanders,
elkaar de helpende hand,
zonder aanzien des per-
soons, slechts onzen plicht
daarmee vervullende: plicht
van vaderlandsche verbon
denheid in tijden van voor-
en tegenspoed".
Ging niet door.
Woensdag werd de politie gewaarschuwd
voor een begin van brand in een smederij aan
de Achterbinnenhaven. Een snelblusscher
maakte hieraan in no time een eind.
Nog niet veranderd.
Dat de motor- en rijwielwet nog steeds voor
schrijft, dat men een bel aan zijn fiets moet
hebben, kwam een wielrijder aan de weet, toen
hij wegens gebrek aan het voorwerp op de bon
gezet werd.
Licht.
De politie verschafte zich toegang tot een
perceel aan de Loodsgracht ten einde een uit
stralend licht te dooven.
Uonditen uii hei Vliedend titaadjS
Dc barre winter van 1891
Oesters, inkten en aardappelen bevroren!
Van Texel wordt gemeld: Heden zoowel als
gisteren kwamen de brieven en postpaketten
over, heden in 2 ijsvletten. Met een der vletten
ontstond een ongeluk, dat ernstige gevolgen
had kunnen hebben. Een ijsschots stak door
den bodem, waardoor de vlet lek werd. Geluk'
kig stond men op een groote ijsvlakte. Met zak
doeken werd nu de opening gekalefaat en de
tocht vervolgd.
Het voorgenomen ijsfeest op de Binnen
haven alhier, had, ondanks het aanvankelijk
ongunstige weer, plaats. De ijsbaan aldaar, uit
stekend geschikt eene groote menigte te kun
nen plaatsen, was omstreeks 6 uur het tooneel
van groote levendigheid. De baan, met vlaggen
en wimpels versierd en door Wellslicht verhel
derd, bood een fantastisch gezicht aan. Noch
in 't schoonrijden, noch in 't hardrijden werd
gekampt, maar vol gratie en kracht zwierden
de paren, waarvan de schaduwen een toover-
achtig effect teweeg brachten, langs de, door
de vorst geharde ijsvlakte.
De commissie had gezorgd, dat de rijders
allen van één kant afreden, zoodat botsingen
niet konden plaats hebben. Dit eerste ijsfeest
kan goed geslaagd heeten. Bij een tweede,
mocht zulks nog dezen winter plaats vinden,
kunnen die verbeteringen toegepast worden,
welke het alsdan volkomen kunnen doen zijn.
De vereeniging voor werkverschaffingwelke
zoo zeer aller sympathie verdient, heeft een
flinke poging gedaan ten voordeele harer kas.
Plus minus 700 brachten met genoegen het of
fer, dat voor de werklooze arbeiders bestemd
is, om hun werk te verschaffen.
Door de heeren Grunwald aan de Binnen
haven en Kanaalweg wordt van alle artikelen,
bij hen gekocht, 2 pet. afgestaan voor de werk
verschaffing en atgemeene armen. (Zie de an
nonce in dit blad).
De strenge vorst van den laatsten tijd heeft
bij velen belangrijke schade veroorzaakt. Was
men bij gewone winters eenigermate voorbe
reid, men kon het niet zijn bij een lagen tem
per at uur stand, welke de oudste bewoners zich
niet meer kunnen herinneren ooit beleefd te
hebben. Zijn bij particulieren en handelaren vele
aardappelen bevroren, ook dranken en inkten
op flesschen getapt, hebben het moeten ontgel
den. Groote schade heeft ook de oesterput Am-
steldiep; duizenden oesters, daar in depot, ble
ken voor het gebruik geheel bedorven te zijn.
Zou het mogelijk zijn een statistiek te maken
van de schade, door de koude in ons land te
weeggebracht, men zou voorzeker tot een ont
zettend cijfer komen.'
VERTALING VAN HET OUDE
TESTAMENT.
De vertaling van het Nieuwe Testament is,
dank zij de goede zorgen van het Nederlandsch
Bijbelgenootschap, vrywel allerwege met lof
begroet. Thans wordt uitgezien naar de verta
ling van het Oude Testament. Hieromtrent
deelt de Gereformeerde kerkbode van Noord-
Brabnt en Limburg het volgende mede:
Wij kunnen hier iets mededeelen van de stand
van de vertaling van het Oude Testament van
wege het Bijbelgenootschap. Velen vragen
reeds hoe het er mee staat. Er kan gezegd
worden, dat het met de vertaling nu aardig
opschiet. Reeds zijn 23 boeken in eerste aanleg
gereed. Ze moeten nu nog wel besproken wor
den. En gereviseerd. Maar er komt toch schot
in. 12 boeken van het Oude Testament zijn ge
deeltelijk klaar. Er is natuurlijk nog niet te
zeggen wanneer het geheele Oude Testament
zal klaar zijn, en ten verkoop kan worden aan
geboden. Maar toch is het niet meer een zaak
die zoo erg lang meer op zich zal laten wach
ten. Als het met de vertaling zoo voortgaat.
Reeds ontvingen we een proefdruk van Jere-
mia, Esther en Habakuk ter inzage. Gezien de
groote belangstelling die er voor de nieuwe ver
taling van het Nieuwe Testament bleek te be
staan in het eerste jaar van het verschijnen
daarvan werden alleen 72.000 ex. van het Nieu
we Testament verkocht en uitgegeven kun-
we er op rekenen, dat ook voor een vertaling
van het Oude Testament groote belang stellino
ral bestaan.