KRUSCHEN r M ytadbnieuuM 't Vriest 8 graden Zon en Ijs Slaapplaatsen voor stadgenooten ïlieuuM uil lOJc Evacuatie en Hygiëne fïlajo-vA Yl. ï3Aeuneiz: Vandaag voor 50 jaar KeAJk en Zending, Tweede Blad Burgerlijke Stand van Den Helder „Watervogels" gaan hardrijden Meisje door het ijs gezakt Dc thuiskomst van de kinderen uit Wijdenes Rhe umatische pijnen Openbare Leeszaal Uit het politie-rapporc Tusschen de wielen Koude-record van dezen winter. Vannacht en hedenmorgen is het koude- record van dezen winter genoteerd. Als wij dit schrijven, dat is hedenmorgen 9 uur, wijst de thermometer een stand aan van maar liefst 8 graden onder het O-punt Dat beteekent, dat het belangrijk kouder is dan de koudste dag, die wij tot dusverre gehad hebben. Wat het verloop der temperaturen be treft, gistermorgen wees het kwik 3 gra den vorst aan, om 11 uur 's morgens 2 graden, terwijl het om 2 uur in den mid dag niet vroor en niet dooide. De ther mometer weesh et O-punt aan. Wat zou het weer doen? De baro meter stond hoog (circa 770), terwijl er ook andere factoren waren die er op wijzen, dat het met de ijsperiode nog niet gedaan was. Inderdaad bleek dit het geval te zyn, want vannacht om 2 uur vroer het ai weer 4'/j graad en, zooals geschreven, vanmor gen 9 uur g graden. Waarbjj opgemerkt kan worden dat de thermometer nog steeds zakte. De wind zit in den Zuidhoek. Vandaar dat het moeilijk is thans een voorspelling te doen. Het ljjkt ons echter, dat de kan sen voor een ouderwets jjs week-end gun stig te achten zijn. Gisteren scheen... de zon in Den Helder! En dat was, na al die weken van troo- stelooze triestheid, van dagen waarin men alleen wat schemerlicht ontdekten na dagen van regen en nevel, als een ver lossing. Zon Zon, die parelde op de ijsvlakten in het kanaal, die danste op de daken van de huizen, die zichzelf weerkaatste in de ruiten kortom, die heel de stad in fleur zette en de bevolking verraste. Inderdaad: verraste! Want toen tegen half elf de ochtendnevels wegtrokken en de zilveren zon als het ware in jolige overmoed uit den hemel sprong, toen... wist men ineens, dat men wel zeer lang de komst van deze zon verbeid had, en dat men dankbaar was dat zij daar einde lijk weer aan den hemel troonde. Zon... die kon men gebruiken. Heel den korten dag bleef zij haar licht over Den Helder uitgieten, en was het wonder, dat vele honderden liefhebbers van schaatsen ervan profiteerden? Het was niet koud en dus konden ook diegenen de ijzers onderbinden, wier leef tijd niet meer gedoogt, dat ze in barre koude en bij scherpe Noordooster winden gaan sporten. Het kanaal bood een levendigen aanblik. Vooral in het middaguur waren er velen die van de gelegenheid gebruik maakten om een baantje te maken. Een enkele baanveger zorgde er voor, dat de baan in conditie bleef en zoo kon men zeggen, daar tusschen Postbrug en Helden der Zeeplein iets te bespeuren viel van de klassieke gezelligheid, die de ijssport op de stadbanen altijd gekenmerkt heeft. De jeugd werd niet moe van het heen en weer rijden. Op de Friesche door- loopers kriskrasten ze. zonaer zich aan schoonrijdende paren te storen, heen en weer, soms achter elkaar aanslierend, dat het een lieve lust was om te zien en dat ook bij de toeschouwers op den kant de lust zich deed gelden om ook de schaat sen van huis te halen. In bonte mengeling van harde kleuren reed daar Den Helder. Weliswaar in be langrijke mindere getale dan voorheen, maar dat kon men ook niet verwachten. Gezellig was het er echter en velen viel het scheiden, tegen het donker-worden niet mee. Ook op de Fortgrachten was de animo er als vanouds. Op de breede banen was het goed rijden en er werden dien dag heel wat krullen, cirkels en andere meet kundige figuren gezet op de gladde ijs vlakten van deze grachten. En de zon bleef schijnen.... Den ganschen dag zette zij de stad en het land buiten de stad in den gloed van haar stralen. In den morgen een zilveren tinteling en schittering, in den middag een rossig-gouden glans, die de huizen als met een antiek kleedij omhuifde. Zelden had men deze zonne-weldaad zoo gewaardeerd als gisteren. Zelden ook heeft men zoo lang, zoo troosteloos lang, in het duister en half-duister moeten leven als thans. van 9 Januari 1941. GETROUWD: J. Schram en P. Meeusen. A.s. Zondagmiddag, op de „gracht van Hoogerdujjn". Ongetwijfeld zal men zich nog herinneren, hoe het vorige jaar door „Watervogels", de populaire Oude Heldersche voetbalclub, ijs- wedstrijden op de Fortgrachten georganiseerd werden en hoe die ijswedstrijden feitelijk meer hadden van een waterpolo-ballet dan van een hardrijderij. Nog herinneren wij ons hoe de „vogels" als torpedo's door de plassen scho ten... Om te bewijzen, dat men ook op goed ijs een goede schaats kan slaan, werd nu voor kort een nieuw tournooi uitgeschreven. Helaas... wederom stak de dooi een spaak in 't wiel en moest deze hardrijderij uitgesteld worden. Thans heeft men besloten a.s. Zondag middag verzamelen te blazen onder de Watervogels. Op de gracht bij het Scha pendijkje (de zoogenaamde „gracht van Hoogerduijn") vindt deze hardrijderij om 2 uur paats. Alle leden en donateurs der Vereeniging zijn welkom en kunnen een poging ondernemen een der prijzen in de wacht te sleepen. Blijft het vriezen, dan behoeft er niet aan te worden getwijfeld of behalve de complete Oude Helder zal ook een groot deel der aan wezige overige bevolking van Den Helder pre sent zijn om het bewijs te zien, dat de Water vogels behalve op het voetbalveld ook op de gladde ijzers tot iets instaat zijn. Dat het, ondanks het feit, dat het thans sedert verscheidene dagen flink gevroren heeft, flink oppassen blijft bij gevaarlijke plaatsen in het ijs, werd gistermiddag, om streeks 5 uur, aan de Loodsgracht bewezen. Aldaar was een 8-jarig meisje bezig met het spelen aan den kant van het ijs, toen zij op een gegeven moment door het ijs zakte en te water geraakte. Op het hulpgeroep schoot de in de. buurt aanwezige Van Reek toe, die niet aarzelde, doch zoo snel mogelijk het meisje weer op het droge bracht. Een woord van waardeering voor dit parate optreden is hier wel op zijn plaats, evenals een waarschuwing voor diegenen, die blijkbaar niet al te zeer acht geven op de gevaarlijke plaatsen van het ijs. Het blijkt, dat niet alle ouders hebben be grepen waar men morgen, te omstreeks 1 uur, de jongens en meisjes, die naar Wijdenes en Hem geweest zijn, kan afhalen. De aankomst vindt plaats voor Bureau „Winterhulp", het kantoor van Maatschappelijk Hulpbetoon, aan den Kanaalweg dus. Te Alkmaar disponibel 1 slaapkamer, bene vens zolder; bjj Heldersche menschen. Zelf beddegoed meenemen. Te Koegras, 3 minuten van het station, slaapkamer voor 6 personen. 1 ledikant aan wezig met bed. Voor de overigen zelf slaap- gerei medenemen. Te Huisduinen, slaapplaats voor 4 personen, ledikant met toebehooren medenemen. p« wereldberoemde degelijksche dosis Kruschen Zout, zoo klein eis ze ie. doet wonderen. Lijders een de hardnekkigste vormen ven zullen U dat bevestigen, went die weten bij ondervinding boe weldadig een bloed-zuive rende Kruschen kuur werkt op bet beele gestel. Bij «poth. en órog. 1.62, 1.47 0.76, 0.41 p. De Leeszaal werd gedurende de maand December bezocht door 234 mannen en 22 vrouwen, totaal: 256 personen. Uitgeleend werden: 1242 romans, 857 studie boeken en 927 jeugdboeken, totaal 3026 boeken L(jst van nieuwe aanwinsten Januari 1941. Romans: AmmersKuiler, Jo van. Prins Incognito. Ayres, Ruby M„ De man uit Cana da. Bakker, P. E. Poestkoke; Briefgeheimen. Boo, Sigrid; ...verder hadden we het reusach tig! Körmendi, F. Via Bodenbach; Vries, A. de; Bartje zoekt het geluk. Studi ewerken: Cornel, W. A. Spaar- kogel; Decoratief teekenen; Godthelp, H. A. Mirande; Het Dietse lied van de middel eeuwen; Lajtha, E. Menschen, eilanden en oceanen. Geschenken: Jager, W. W. J. Pijl, Theorie der rekenkunde, Porter, Gene Strat- ton; The keeper of the bees. Ratel, Simonne; La maison des Bories. Rhode, J.; Dead men at the folly. Verslag van de K. v. Koophandel en fabrieken voor Groningen over het jaar 1939. Jeugdboeken: 1315 jaar: Boudens v. Heel, C„ e. a. De windroos. Eekhof, J. W., De zwerftocht van de Zeemeeuwen; Eekhof, J. W., De avonturiers. Hichtum, Nienke van; Drie van de oude plaats. 15-18 jaar: Corsari, Willy; Wiek wint. Hil- debrand, A. D.; De wedstrijd der radioama teurs; Vosma, Emmy; Een schip vaart weg! BURGERLIJKE STAND OVER HET JAAR 1940. Geboren: 62 jongens en 62 meisjes. 4 kinderen werden levenloos aangegeven. Overleden: 51 personen (in 1939, 27) waar van 33 mannelijke en 18 vrouwelijke: 38 waren ouder dan 50 jaar, 10 tusschen 1250 jaar en 3 beneden de 12 jaar. Huwelijken werden er 32 gesloten. De bevolking van Urk telde 1 Januari 4082 zielen. Dit is volgens de laatste telling 866 meer. BINNENGEKOIMEN SCHEPEN IN 1940. Visschervaartuigen 41.529; vrachtvaartui gen 2538. Inhoud in M3 141.858; ingevoerde lading 19.610 M3; uitgevoerde lading 2062 M3. In 1940, tijdens den oorlog weggedreven en verloren gegaan, 28 vaartuigen. Verkocht naar elders 7 vaartuigen. Op 1 na zijn alle visschersvaartuigen thans bruikbaar. GEMEENTE REKENING 1939. De commissie van onderzoek, bestaande uit de heeren Visser en Kampen, heeft verslag uitgebracht over de Gemeente Rekening 1939. Hieraan ontleenen wij het volgende: De in komsten bedroegen 159.296.29; de uitgaven 138.595.03. Op de gewone dienst is een batig saldo van 20.701.26. Inkomsten Kapi- taaldienst 116.070.74. Uitgaven 117.368.89. Nadeelig saldo 1298.15. Een ernstig woord, ter behartiging van velen. Ongetwijfeld zullen velen zich, bij het lezen van het opschrift boven dit artikel, afvragen wat de bedoeling van de combinatie dezer beide woorden, evacuatie en hygiëne, inhoudt. Na lezing zullen zij waarschijnlijk beseffen, dat er tusschen beide woorden inderdaad een nauw verband bestaat, een verband, dat on getwijfeld waard is op deze plaats onder de aandacht van de bevolking van Den Helder gebracht te worden. In normale omstandigheden is het een nor male zaak. dat men zich aan de regelen houdt, welke de mensch vrijwel automatisch in acht neemt inzake reinheid van het lichaam. Men weet, dat het zoowel voor de gezondheid van eigen lichaam als voor de volksgezondheid noodzakelijk is, dat men zich een of meerdere malen per dag wascht. Dit hangt uiteraard af van den aard van het bedrijf waarin men werkzaam is. Een kolen- drager zal zich meerdere malen per dag moe ten reinigen dan een ambtenaar op de Werf. Met het zwakke geslacht is het evenzoo ge steld. De vrouw die in haar evacuatie-woning geen bijzondere handenarbeid verricht, be hoeft zich niet meerdere malen per dag te wasschen, terwijl dit in andere gevallen wel noodzakelijk zal blijken te zijn. Wat is nu echter de reden van dit artikel? De reden daarvan is de volgende: het is gebleken, dat een zeker percentage van hen, die dagelijks heen en weer- reizen, geen gelegenheid heeft, althans zegt die gelegen heid niet te hebben, zich behoorlijk te kunnen reinigen. Natuurlijk zal men zich des morgens wasschen en diverse malen per dag de handen reinigen. De traditioneele „groote beurt" schiet er echter maar al te vaak bij in. In het buitenveld vindt men het dan te lastig om al de „rompslomp" te voorschijn te halen, ter wijl er thuis, in Den Helder, geen tijd ge vonden wordt. Wij zullen zeker niet beweren, dat deze moeilijkheden theoretisch zijn. Integendeel, uit eigen ervaring weten wij voor welke pro blemen men, ook bij deze zoo simpel schijnen de functies, kan komen te staan. Wij weten echter even zeker, dat het wel zeer te ver- oordeelen is, indien men op dit gebied na latig wordt. Nalatigheid, die aldra sleur wordt en die tengevolge heeft dat men, hetzij in mindere, hetzij in meerdere mate, vervuilt. Nu meene men niet, dat het overdreven is hierop de aandacht te vestigen. Integendeel ons kwamen verscheidene gevallen ter oore, waarbij bleek, dat er met de hygiëne thans in het buitenveld door velen een loopje geno men wordt. Of dit erg is...? Ongetwijfeld is dit erg. Hier raakt men direct de volksgezondheid, een materie waarmede men niet voorzichtig genoeg kan omgaan. In dezen tijd, nu door het reizen iederen dag zoovele menschen met elkander in contact komen, nu men dikwijls in gesloten ruimten (trein, bus e.d.) geruimen tijd bijeen is, be staat de mogelijkheid van het infecteeren door vervuiling van anderen. Dit is geen denk beeldige veronderstelling, doch een reeds lang proefondervindelijk bewezen feit. Vandaar dat wij een dringend beroep doen op het gezond verstand van allen, die zich in het buitenveld bevinden, om zich rein te houden. Juist nu is dit meer noodig dan ooit tevoren. Juist nu is men voor zichzelf en voor de gemeenschap verplicht het lichaam zindelijk te houden. Een plicht, waaraan men zich niet mag ont trekken en die wij hierbij eens ernstig onder- streepen. Gesprongen waterleidingen. De politie moest voorzieningen treffen bij twee gesprongen waterleidingen. Om te verhuizen? Een bewoner van de Parallelweg deelde mede, dat men hem een handwagen armer had gemaakt. Schetsen uit t Buitenveld Serie II. Bijna zijn we den tijd vergeten dat we reis den, alleenlijk uit luxe noodzakelijkheid. De tijd waarin we reisden om ons naar het jaarlijksch vacantie-oord te begeven, en voorts tweemaal per jaar voor het min of meer verplichte familiebezoek aan Voorschoten. Daarbij kwam dan nog de reis naar de suiker-tante in Alk maar en ziedaar... het gehetle reisprogram van één jaar. De tijden zijn veranderd en het reizen even zoo. Nu plegen we daags een dikke drie uur (soms meer dan 4 uur...) onderweg te zijn tus schen heton gastvrije Nieuwediep en 't gast vrije Alkmaar en we weten al hast niet meer, dat er andere tijden en andere dag-indeelingen geweest zijn. Zoo zelfs is het reizen bij de Nieu- wedieperlingen ingeburgerd dat gisteren een heer opmerkte, tusschen Oudesluis en Anna Paulowna: „Wilt U wel gelooven, dat ik straks mn' reisje zal missen!" Ziedaar, inderdaad went alles. Zelfs reizen zoodals wij dat doen! De trein van half zes is nog steeds een bijzondere trein. Omdat er altijd een kwart meer menschen op het perron zijn dan er feite lijk meekunnen en omdat men dus iederen dag weer met eerlijk ontzag vervuld wordt over de prestaties van de dienaren der N.S., die het bestaan dat overtollige „kwart" even zoo vroolijk nog weg te moffelen in de reeds tot barstens toe gevulde wagons. En... heusch niet in den postwagen, want die is sedert lang al verklaard tot terra incognita. Hetgeen ernstig te betreuren valt. Zoo reizen wij: van Den Helder naar het zuiden des .-.vonds en des ochtends in een fantastisch vroegen ochtend stond precies andersom. Zoo reizen wij... in krakende, gloeiend heete steenkoude ...kapotte... fonkelnieuwe... af- tandsche... luxueuse... derde... tweede... eerste klas wagens. Zoo trekken wij naar onze vluchtoorden en er ligt meer dan een schijn van waarheid in als we beweren dat we het al gewoon gaan vinden. Tusschen dezen trein van half zes en die, welke in de duistere ochtenduren voortzeult van dorp tot dorp, bestaat een belangrijk ver schil. Kenmerkt de eerste zich doorgaans door een gezelschap slaperige, geeuwende, snor kende, languit-liggende en aan morgenziekte lijdende menschen, met den andere is zulks anders gesteld. Hierin bevinden niet de paar den die de haver verdiend hebben en thans de stal ruiken. Men ziet reeds in zijn geestesoog de komende vetpotten in het evacuatieoord naderen en zulks heeft een verbluffende uitwerking op de hu meuren. Daar is 0ezang en jolijt en men mag er zonder overdrijving zijn verwondering over uitspreken, dat er, na het ontstaan van de debating-clubs, de vluchtelingen-vereenigingen en andere organisaties nog geen voorstel is opgegaan ter stichting van een alles en allen omvattende treinvereeniging, die bij conflicten met de N.S. bemiddelend zou kunnen optreden en voorts in staat zou kunnen worden gesteld meerdere privilege's en faciliteiten voor het reizend „vulgus" af te smeeken. Hoe dan ook... deze trein is een der gezellig ste, gemoedelijkste en „snelste". Snel, omdat men, in zu'k een goede stemming, reeds in Schagen zit als men denkt Oudesluis nog te moeten passeeren. De „Meyer-girls" zijn nog steeds van de par tij en vormen een even bekvechtende als wel- ter-tongzijnde eenheid. Ze zijn het darstelste contingent reizigers en zijn behalve goede in gezonden stukken schrijfsters graag-geziene gasten in menige coupé. Standsverschil is in dezen trein opgeheven. Kantoorklerk zit knie-aan-knie met den ge meentelijken hoofdambtenaar, de (eertijds) ge zeten middenstander rijdt zoowat paardje op de schoot van den grondwerker-puinklopper en de doktersvrouw geneert zich ganschelijk niet om pepermuntjes uit te deelen aan een groep schooljongens, die te keer gaan als losgebroken veulens. Wij denken aan de coupé waarin „George" uit de Koningstraat „gevoerd" wordt door Werner" uit dezelfde straat. Zoodat de ruitjes er van rinkinkelen en de overige coupé- genooten met open monden zitten mee te luis teren. We denken aan de coupé van zekere ambte naren, waar men elkaar van Den Helder tot Alkmaar toe „op stang" pleegt te jagen en waar men te beklagen is als men tot slacntof- fer wordt verkozen. Wjj denken aan de conducteurs, populair genoemd „de zwarte bende", die ook mee kunnen doen en meeleven met deze treinsche gijn, zij het achter het mom van ambtenaar lijken ernst Wij denken Ja, wij denken ook aan ons eigen apparte ment, waarin het goed reizen is en men „onder ons" is. Iedereen is welkom, mits hij niet de zuur- pruimerij beoefent. Men pleegt zich in dit com partiment nog steeds te vergapen aan Samir Hoaphiem's „zwarte" ambacht, en kronkelt zich in lachstuipen rond bij het gadeslaan van de kinderlijke pogingen die „Jaap", een zeker Figaro uit de Keizerstraat, aanwendt om het ook te kunnen. En daarin nimmer slaagt! Daar zit de warenhuis-directeur, van wie geen sterveling ooit bevroed heeft dat bij hem vergeleken feest-avond-arrangeurs als Tholen en Van Lier en Willy Derby maar amateurtjes zijn. Daar zit, rustig vanuit een hoekje glunderend, de Keizerstraatsche jonkman, waarvan eens de roep ging dat hij Nicuwediep's beste voetballer was, doch die thans carrière maakt in het damesmodevak, en die sedert luttele weken wat men noemt „uit de hoek" gekomen is. En laat ons niet on dankbaar zijn, doch vermelden hoe de betere helften van deze medereizigers ons herhaalde lijk en met fantastische gulheid plegen te trac- teeren op zoet en zuur en zout en dat die der halve steeds met ongekende gastvrijheid mede zitting mogen hebben in ons „departement". Ja, jahet is goed reizen om half zes, tusschen Nieuwediep en Alkmaar. Ook al is voor de Heiloo'er inboorlingen meestal „Bello" (dat is de trein naar Haarlem, weet U) net weg. Dat alles is 's morgens, bij den allereersten trein naar de Jutterij, heel anders. Daarin slaapt men. Het is er zoo donker, dat je pas in Anna Paulowna ontdekt, dat bij Noord- scharwoude je zwager binnengestapt is. De ochtendgroet is een grauw, waaruit alles op te maken is en daarna slaapt men door. Maarhet is misschien wel goed, dat er verschil van gemoedstoestand bestaat in de treinen onderling. Ware zulks toch niet zoo, men zou gaan meenen dat we louter en alleen voor plezier deze reizerij beoefenden en niet uit de bitterste van alle bittere noodzaken. Dat de Juttersche gemoedelijkheid ons daar bij niet in den steek laatdes te beter! j)A "o de Winterhulp reiken wij, Nederlanders, elkaar de helpende hand, zonder aanzien des per- soons, slechts onzen plicht daarmee vervullende: plicht van vaderlandsche verbon denheid in tijden van voor- en tegenspoed". Ging niet door. Woensdag werd de politie gewaarschuwd voor een begin van brand in een smederij aan de Achterbinnenhaven. Een snelblusscher maakte hieraan in no time een eind. Nog niet veranderd. Dat de motor- en rijwielwet nog steeds voor schrijft, dat men een bel aan zijn fiets moet hebben, kwam een wielrijder aan de weet, toen hij wegens gebrek aan het voorwerp op de bon gezet werd. Licht. De politie verschafte zich toegang tot een perceel aan de Loodsgracht ten einde een uit stralend licht te dooven. Uonditen uii hei Vliedend titaadjS Dc barre winter van 1891 Oesters, inkten en aardappelen bevroren! Van Texel wordt gemeld: Heden zoowel als gisteren kwamen de brieven en postpaketten over, heden in 2 ijsvletten. Met een der vletten ontstond een ongeluk, dat ernstige gevolgen had kunnen hebben. Een ijsschots stak door den bodem, waardoor de vlet lek werd. Geluk' kig stond men op een groote ijsvlakte. Met zak doeken werd nu de opening gekalefaat en de tocht vervolgd. Het voorgenomen ijsfeest op de Binnen haven alhier, had, ondanks het aanvankelijk ongunstige weer, plaats. De ijsbaan aldaar, uit stekend geschikt eene groote menigte te kun nen plaatsen, was omstreeks 6 uur het tooneel van groote levendigheid. De baan, met vlaggen en wimpels versierd en door Wellslicht verhel derd, bood een fantastisch gezicht aan. Noch in 't schoonrijden, noch in 't hardrijden werd gekampt, maar vol gratie en kracht zwierden de paren, waarvan de schaduwen een toover- achtig effect teweeg brachten, langs de, door de vorst geharde ijsvlakte. De commissie had gezorgd, dat de rijders allen van één kant afreden, zoodat botsingen niet konden plaats hebben. Dit eerste ijsfeest kan goed geslaagd heeten. Bij een tweede, mocht zulks nog dezen winter plaats vinden, kunnen die verbeteringen toegepast worden, welke het alsdan volkomen kunnen doen zijn. De vereeniging voor werkverschaffingwelke zoo zeer aller sympathie verdient, heeft een flinke poging gedaan ten voordeele harer kas. Plus minus 700 brachten met genoegen het of fer, dat voor de werklooze arbeiders bestemd is, om hun werk te verschaffen. Door de heeren Grunwald aan de Binnen haven en Kanaalweg wordt van alle artikelen, bij hen gekocht, 2 pet. afgestaan voor de werk verschaffing en atgemeene armen. (Zie de an nonce in dit blad). De strenge vorst van den laatsten tijd heeft bij velen belangrijke schade veroorzaakt. Was men bij gewone winters eenigermate voorbe reid, men kon het niet zijn bij een lagen tem per at uur stand, welke de oudste bewoners zich niet meer kunnen herinneren ooit beleefd te hebben. Zijn bij particulieren en handelaren vele aardappelen bevroren, ook dranken en inkten op flesschen getapt, hebben het moeten ontgel den. Groote schade heeft ook de oesterput Am- steldiep; duizenden oesters, daar in depot, ble ken voor het gebruik geheel bedorven te zijn. Zou het mogelijk zijn een statistiek te maken van de schade, door de koude in ons land te weeggebracht, men zou voorzeker tot een ont zettend cijfer komen.' VERTALING VAN HET OUDE TESTAMENT. De vertaling van het Nieuwe Testament is, dank zij de goede zorgen van het Nederlandsch Bijbelgenootschap, vrywel allerwege met lof begroet. Thans wordt uitgezien naar de verta ling van het Oude Testament. Hieromtrent deelt de Gereformeerde kerkbode van Noord- Brabnt en Limburg het volgende mede: Wij kunnen hier iets mededeelen van de stand van de vertaling van het Oude Testament van wege het Bijbelgenootschap. Velen vragen reeds hoe het er mee staat. Er kan gezegd worden, dat het met de vertaling nu aardig opschiet. Reeds zijn 23 boeken in eerste aanleg gereed. Ze moeten nu nog wel besproken wor den. En gereviseerd. Maar er komt toch schot in. 12 boeken van het Oude Testament zijn ge deeltelijk klaar. Er is natuurlijk nog niet te zeggen wanneer het geheele Oude Testament zal klaar zijn, en ten verkoop kan worden aan geboden. Maar toch is het niet meer een zaak die zoo erg lang meer op zich zal laten wach ten. Als het met de vertaling zoo voortgaat. Reeds ontvingen we een proefdruk van Jere- mia, Esther en Habakuk ter inzage. Gezien de groote belangstelling die er voor de nieuwe ver taling van het Nieuwe Testament bleek te be staan in het eerste jaar van het verschijnen daarvan werden alleen 72.000 ex. van het Nieu we Testament verkocht en uitgegeven kun- we er op rekenen, dat ook voor een vertaling van het Oude Testament groote belang stellino ral bestaan.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1941 | | pagina 5