10 N1PPER EN PELLE Het granaatappelsap Foutieve U Radioprogramma Geen „flauwe kul" FEUILLETON de** Wiel ïïl. KM Willkie over het nieuwe wetsontwerp Comaodowisseling in Albanië Amerika „dol en waanzinnig" Ondermijning van het vertrou wen in de voorlichtingsinstanties Volksvoorlichting wij hebben er, aldus het Vad., herhaaldelijk over geschreven is in dezen tijd noodzakelijker dan ooit. Er is zooveel, dat verklaring noodig heeft, er is ook zooveel behoefte aan voorlichting bij het publiek, bij het volk zelf, dat elke poging oin goede voorlichting te geven ondersteu ning verdient. De Nederlandsche radio-omroep heeft zich in de afgeloopen maanden dapper geweerd. Meer dan vroeger heeft zij deskundigen aan het woord gelaten, die voorlichting gaven over actueele onderwerpen. Ook de Nedêrlandsche pers heeft over het geheel genomen de gelegenheid ge kregen (en niet geschroomd daar gebruik van te maken, elke krant op haar manier, voor haar publiek) om voorlichting te geven. Snel en goed werk is geleverd en wordt nog geleverd, om maar eens een algemeen voor beeld te geven, bij de publicatie van nieu we rechtsregels, die zoo snel plegen tot stand te komen, dat zelfs elementaire voor bereiding van de publieke opinie (om van de journalisten zelf maar niet te spreken) nog maar sporadisch is voorgekomen. Er zijn allerlei verschijnselen waar te ne men en dat wel bij alle groepen der be volking, ja bij v r ij w e 1 alle gezindten die wijzen op een toegenomen activiteit van het gevoelsleven, ten koste van koele, verstandelijke overwegingen; men moet zich echter bij zijn beoordeeling van het volk als geheel door de uitingen van dat gevoelsle ven niet van de wijs laten brengen, maar be denken, dat zij opvallender zijn, juist omdat ze afsteken tegen den achtergrond van ons gewone, nuchtere volksleven, dat rustig en zonder opzien te baren zijn weg blijft zoeken tusschen de moeilijkheden van dezen tijd, vooral door 'hard te werken. In dien zin voor werkelijkheid hebben wij aldus dit blad, volledig vertrouwen, maar - dan dient daarmede ook rekening gehouden te worden bij de volksvoorlichting. Nu is het niet gewenscht op details in te gaan. In het algemeen kan echter gezegd worden, dat menige poging om volksvoorlichting te geven in de afgeloopen maanden is mis lukt, naar onze meening, omdat te weinig rekening werd gehouden met dien realiteits zin van het volk. Veel is daardoor bedorven. Men bedenke wel, dat het met de psyche der menigte zoo gesteld is, dat een foutieve poging tot voor lichting verkeert in haar tegendeel, n.1. in een ontwikkeling van den onwil om voor gelicht te worden. Men sluit zich dan in verweer eenvoudig af voor de stem der voorlichting en in de afgeloopep maanden hebben velen zich afgesloten. Dat is funest. In ditzelfde verband hebben wij, zegt het Vad., onlangs geschreven en wij herhalen het, het komt er niet op aan, of een voor lichter kan zeggen: dit of dat bericht staat vanavond in zooveel kranten of is zóóveel maal door de radio omgeroepen van be lang is alleen, hoeveel ooren en oogen men heeft weten te boeien. Het A.N.P. is begonnen radiopraatjes ook over het telexnet door te geven aan de dag bladen, handelende over een belangwekkend onderwerp: de pogingen van Nederland om in radiocontact te komen met Indië. Met Kerstmis hebben de Duitsche autoriteiten opnieuw toestemming verleend tot zulk een poging, die zonder resultaat gebleven is, zooals te verwachten was. Dat is te betreuren, in het bijzonder voor de velen, die vol verlangen uitzien naar be richten van bloedverwanten en vrienden. De persoonlijke voldoening zou zeer groot ge weest zijn, als men dit contact wèl had kunnen krijgen. Maar de nuchtere Nederlan- aj» 256. De boot wordt onder de loupe g nomen. 1. „Die oude woonschuit heeft werkelijk de «torn doorstaan zonder ook maar een enkel schrammetje te krijgen." 2. „Voor'oopig tót weerzien», Nipper en Pelle. Ik neem Wawhoo mee op een kleine expeditie naar levensmid delen. 257. Een prettige vondst. 1. „Wel, Pelle, het wordt lang zamerhand weer droog. La ter we eena gaan kijken, of alle» nog in de schatka mer zit.' 2. „Dat 1» niet kwaad. Met al die edelstenen gaan we een zorglooze toekomst tege moet 3. „Houd je maar kalm. zie je niet, hoe de aarde beeft en de bomen heen en weer schudden, ofschoon er niet het minst» windje is?" HOOFDSTUK I. Diana is alweer laat, gromde Sir John, terwijl hij met een ongeduldig gebaar naar „The Times" greep. Ze staat zeker weer haar tijd te verkletsen, zooals gewoonlijk. Lady Carvis, die aandachtig over een bor duurwerk gebogen zat zuchtte eens. Er was in haar heele houding en voorkomen iets van een aristocratische dame uit de middeleeuwen en, hoewel de kleine, heerschzuchtige man bij het haardvuur verre van gemakkelijk was, wist ze zich, zonder dat dit ooit in daden merkbaar was, heel goed te handhaven. Ook zij was ontstemd over het lange uit blijven van Diana. Het gebeurde meer dan eens. dat het kind te laat kwam en Lady Carvis vond, dat het toch een eerste plicht van haar dochter was zich aan de regels van het huis te houden en zich tegenover haar Stiefvader behoorlijk te gedragen. Het was haast tijd voor het diner en Diana zou wel weer op het allerlaatste oogenblik binnen komen vliegen. Vreemd dat iemand, zoo kalm en ordelievend als zij, het leven had geschon ken aan een ontembare wildebras. De andere kinderen waren heel gemakkelijk op te voeden geweest, nooit had ze er moeite mee gehad; maar met Diana, een nakomertje, die pas werd geboren, toen ze al over de veertig was, was het heel iets anders geweest. Ze was het lievelingetje van haar vader, die haar een „wilde loot" noemde. En werkelijk, die bij naam was niet slecht gekozen op school al was Diana niet te regeeren geweest. Het was tijdens haar schooljaren, dat Diana's vader gestorven was en na een ge paste rouwtijd van drie jaar was haar moeder hertrouwd. Dat was nu vijf jaar geleden en tot voor een half jaar was Diana op school gebleven. Ze was nu negentien, maar ze was nog steeds dezelfde wildebras, tot groote ergernis van haar pleegvader. Ze had een hartstocht voor paardrijden en, hoewel haar moeder hierover niet erg enthousiast was. moest zij erkennen, dat het ook zijn goede der legt zich misschien ten onrechte, vol gens sommigen bij dit feit neer. Zulk een gelatenheid heeft dat moet men echter niet vergeten ook weer haar goede zijde. De radiopraatjes van het A.N.P. doen echter uitkomen, dat velen in verontwaar diging naar zijn bureau loopen, o.a. om uiting te geven aan hun gevoelens ten opzichte van de Indische Regeering. In een radiopraatje, dat wij, aldus het blad. gisteren ontvingen, lezen wij van een oud-Indisch militair, die gehoopt had de stem van zijn kleinkind te hooren en die nu diep teleurgesteld is: „Bij zijn tweede bezoek aan ons kantoor leek de Atjeher ouder ge worden. Er was iets gebogens in zijn houding gekomen. Ook zijn handdruk was niet meer zoo veer krachtig als den eersten keer, toen blijde hoop hem vervulde. Moe en moedeloos stonden zijn harde blau we oogen. Wij vertelden hem hoe de stand van zaken was. Wij van onzen kant hadden allesgedaan om de gesprekken met Indië mogelijk te maken. Maar Indië wilde niet; het bleef Oost-Indisch doof. Toen vroeg de Atjeher of hij daarvoor nu de beste jaren van zijn leven voor Indië had geofferd en of hij daarvoor nu het cenige, dat hij nog op de wereld bezat zijn kind en zijn kleinkind, aan Indië had af gestaan. Wij moesten op die vraag het antwoord schuldig blijven. Maar misschien wil men haar te Buitenzorg beantwoorden Wij hebben geen enkele reden om aan de waarheid van deze tranche de vie te twijfelen, maar het Nederlandsche volk zal dit wèl doen, vervolgt het blad. Het noemt dit verhaal terecht pathethisch en het gelooft er niet aan. Het zegt simplistisch en boud: dat heeft het A.N.P. verzonnen, dat is maatwerk, dat is ty pische uitdrukking van ons volk, men ver geve ons het woord, „flauwe kul". Naar onze meening, aldus het blad, is deze soort van volksvoorlichting niet al leen foutief, maar zelfs nadeelig. Zij on dermijnt het vertrouwen in de voorlich tingsinstanties. ja maakt zelfs, dat men de goede bedoeling der Duitsclje autoritei ten gaat zien als een handigheidje om er propaganda uit te slaan, waarvoor zich dan het A.N.P. leent. Laat men voorzichtig zijn en liever niéts zeggen dan woorden geven, die geen weerklank vinden bij het nuchtere Neder landsche volk. De republikeinsche candidaat voor het Presidentschap der V. S„ Wendell Willkie. heeft in een verklaring zijn opvattingen ken baar gemaakt over het wetsontwerp tot steun aan Engeland. Willkie wees er op, dat dit ontwerp voorstelt aan den president reus achtige volmachten te verleenen. Derhalve is het de plicht van de oppositie dit wets ontwerp zoo nauwkeurig mogelijk te on derzoeken. Met het oog op den „tegenwoordi- gen noodtoestand" is hij persoonlijk tot de slotsom gekomen, dat het voorstel met enkele wijzigingen dient të worden aangenomen. Willkie deelde verder mede, dat hij bin nenkort een reis naar Engeland zal maken. Hij zeide, dat hij als particulier naar Enge land gaat en geenerlei verbinding met de Amerikaansche regeering heeft. Hij zal waarschijnlijk twee drie weken in Enge land blijven, teneinde de positie van het Britsche eiland te leeren kennen. Na zijp terugkeer uit Engeland zal hij waarschijnlijk in het particuliere leven terugkeeren en zijn practijk als advocaat hervatten. Italiaansch generaal vraagt ont heffing van zi|n beveL Generaal Soddu heeft met het oog op zijn gezondheid, die een rustperiode van gerui- men duur eischt, om ontheffing van het be vel over de Italiaansche troepen in Albanië verzocht Het commando wordt overgenomen door den chef van den generalen staf van de Italiaansche weermacht generaal Caval- lero. De „Kokoemln Sjlmboen" over de houding der V. S. Het Japansche nationalistische blad „Ko- koemin Sjimboen" noemt de tegenwoordige houding van de V. S. tegenover de vraag stukken in Oost-Azië en den Stillen Oceaan „dol en waanzinnig". Het is doelloos te trach ten, zoo verklaart het Japansche blad, waan zinnigen met diplomatieke middelen te wil len overtuigen, daar een gek de hooge doel stellingen van het Nieuwe Oost-Azië toch nooit zal kunnen begri.i<pen. Het is dwaas dat een dolzinnig volk over de grootste rijk dommen der wereld beschikt. Want dit be- teekent tegelijkertijd, aan een waanzinnige wapens in de hand geven. Om van een gek bevrijd te worden, blijft er niets anders dan zichtte bewapenen. Het Japansche volk zal tot iéder offer bereid zijn. wanneer het er om gaat Amerika te land, ter zee en in de lucht met dezelfde wapens tegemoet te treden. WOENSDAG 15 JANUARI 1941. Hilversum I. 415 m. Nederlandsch Programma. VARA. 8.00 Gramofoonmuziek (Om 8.30 Nieuwsbe richten ANP). 10.00 VPRO: Morgenwijding. 10.20 Orgelspel en zang. 10.50 Declamatie. 11.10 Esmaralda en soliste. 12.00 VARA-orkest (In de pauze: VARA- Almanak). 12.45 Nieuws- en economische berichten ANP. 1.00 Uitzending, uitgaande van de Nationale Bond „Landbouw en Maatschappij". 1.15 VARA-orkest. 2.00 Cyclus „De wereld van het kind". 2.20 Gramofoonmuziek. 3.00 Declamatie. 3.20 Verkorte opera „La Bohème" (gr. pl.). 4.20 Viool en piano. 4.50 Gramofoonmuziek. 5.15 Nieuws-, economische- en beursberichten 5.30 Onderwijsfonds voor de Scheepvaart: Technische causerie. ANP. zijde had, want hierdoor was ze veel van huis, zoodat haar man haar tenminste niet voortdurend onder de oogen had. Sir John was heer van Carvis Hall en, hoe wel ze heel goed wist ,dat de oude man haar noodig had, voelde ze zich met haar dochter toch een indringster. Het huis zou later aan den zoon van Sir John toebehooren; deze zoon haar stiefzoon bekleedde een betrekking bij een douanekantoor in China. Zeer tot zijn vader's spijt had hij indertjjd het leger ver laten en sinds hij deze betrekking had, had hij maar weinig verlof en dan nog bij groote tusschenpoozen. Zij had haar stiefzoon nog nooit gezien, maar nu, na Kerstmis, zou hij voor een jaar thuis komen; er zou een groote familiebijeenkomst zijn op Carvis Hall. Lady Carvis was er erg benieuwd naar hoe Sir John's zoon en Diana elkaar zouden vinden... Nog is die dochter van jou er niet!, bromde Sir John. „Het kind heeft een flink pak slaag verdiend, zou ik zeggen." Je hebt gelijk, lieve, zei Lady Carvis be rustend en, met iets van humor in haar stem, vervolgde ze: „Wat zou je er van zeggen, als jij daar eens voor zorgde?" Ik? Ik zou eerder denken, dat jij dat had moeten doen en al veel eerder. Ik durf er wat om verwedden, dat je dat kind nog nooit een klap hebt gegeven. En, toen zijn vrouw ontkennend het hoofd schudde, vervolgde hij: Je zou het niet eens durven! Nu, ik voor mij heb niets op met die moderne manier van op voeden; de jongere generatie gelooft, dat we bang voor ze zijn. In de verte sloeg een voordeur dicht en het geluid van snelle, lichte voetstappen kwam naderbij. Met een ruk vloog de kamerdeur open en daar verscheen een meisje, gekleed in een bruin rijcostuum. Zooals ze daar stond had ze veel van een jongen een ondeugen de jongen. Soms, als dat gezichtje in rust was, was het beslist mooi. en Mrs. Kelso. de predikantsvrouw en vriendin van Lady Car vis, placht te zeggen, dat Diana een schoon heid zou worden. Lachend stond ze daar ln de deuropening haar handen in de zakken. Hallo!, riep ze uit. Net voor de bui binnen het begint flink te regenen. Fijne dag gehad; tweemaal een spoor gevonden, maar het daarna toch weer verloren. En na afloop in galop heele- maal over Crackmead Down. Maar dat zwijn, Weston, heeft de omheiningen weer overeind gezet en Jog Jeffrey maakte een geweldige smak. Gelukkig had hij zich niet erg bezeerd, maar dat was meer geluk dan wijsheid! Lady Carvis luisterde maar half; ze lette meer op Sir John, die heelemaal niet had opgekeken zijn gezicht, half verscholen achter de courant, zag er onheilspellend uit. Toen de woordenstroom dan ook een oogen blik ophield, zei ze vlug: Lieve kind, kijk eens naar de klok! Als ik jou was zou ik me maar gauw gaan ver- kleeden! Diana wierp snel een blik op de klok op de schoorsteenmantel. Goeie hemel! riep ze uit. Nog maar vijf minuten voor etenstijd en ik ben nog niet in het bad geweest! Wach ten jullie maar niet op mij begin maar vast; ik zal zoo gauw mogelijk voortmaken! Weg was ze, nog vóór iemand verder iets kon zeggen. De stilte, die hierna in het vertrek ontstond, was zoo drukkend, dat Lady Carvis het niet langer uithield. Ik vraag je excuus voor Diana, zei ze. Ik weel wel dat haar gedrag je ergert, maar dat is niet haar bedoeling. En ik moet toegeven, dat ik haar eigenlijk niet goed aan kan misschien dat ze langzamerhand ten goede verandert. Sir John lachte kort en spottend. Om een dergelijk type te veranderen is een man noodig. Laten we hopen, dat ze gauw haar meester ontmoet dan krjjgen we ook met een een beetje rust. Ik zou niet graag willen, dat het kind ongelukkig werd, zei Lady Carvis zacht. In ieder geval wordt ze nooit gelukkig met een sukkel, die haar niet de baas kan. snauwde Sir John. Maar wat ze op het oogenblik het meeste noodig heeft is werk onder een strenge discipline. Waarom laat je haar niet voor verpleegster leeren? Verpleegster! Diana? Beste*John, hoe kom je daarbij Ze is er sterk' en pootig genoeg voor, zou ik zeggen, mopperde Sir John. En het zou goed voor haar zijn, heel wat beter dan de heele dag op den rug van een paard hier in de omgeving rond te zwerven en natuur lijk altijd in gezelschap van mannen. Daar kan niets goeds uit groeien! Oh, hou op! Met afwerend gebaar hief Lady Carvis haar handen ten hemel. Ik geef toe, dat Diana jong en onhandelbaar is, maar ze is een goed soort en mannen zijn voor haar niet anders dan speelgenooten. Of zwijnen! merkte Sir John droogjes op. Hoewel de term me niet bevalt, weet ik toch niet zeker of ik het, wat die Weston betreft, eigenlijk niet met haar eens ben. Hij schijnt hier in de buurt niet bepaald populair te zijn. In ieder geval geen buurman om erg in genomen mee te wezen, zei Lady Carvis, blfl dat het gesprek een andere loop nam. Er schijnt ook iets niet in de haak te zijn tenminste er wordt heel veel gefluisterd. Ik houd heelemaal niet van zulke mysterieuze menschen. Er zal wel 'en luchtje aan zjjn, zei Sir Jolin. „Ik dénk er ook niet aan hem een be zoek te brengen, voor ik iets meer over hem gehoord heb. Hij zou wel een ontslagen boef kunnen zijn. Best mogelijk, lieve! beaamde Lady Car vis (jverig, onderwijl schichtig naai de klok knkend, die op het punt stond te slaan. Zou Mr. Kelso er al geweest zijn? Hij bezoekt immers iedere nieuweling hier in de streek? Dat zal wel, hoort zoo bij zrjn baantje, antwoordde Sir John een beetje spottend. Aan zijn oordeel laat ik me echter niet veel- gelegen liggen hij ziet a ijo alles te mooi. Zijn vrouw heeft een 'pel scherper kijk op de menschen. Ja, dat geloo Ik ook" zei Lady Carvis afwezig. Ze vroeg zich af hoever Diana wel zou zijn met haar toilet. Als Miggs eraan 6.00 Esmaralda en soliste. 6.45 Actueele reportage of gramofoonmuziek. 7.00 Economische vragen van den dag ANP. 7.15 Volkszang. 7.30 Berichten (Engelsch). 7.45 Gramofoonmuziek. 7.55 VARA-Almanak. 8.00 Nieuwsberichten ANP. 8.15 Radiotooneel. 8.30 Berichten (Engelsch). 8.45 VARA-orkest en solisten. 9.30 Radiotooneel. 9.45 Gramofoonmuziek. 10.0010.15 Nieuwsberichten ANP en sluiting. Hilversum U. 301.5 m. NCRV. 8.00 Schriftlezing en Meditatie. 8.15 GeWjjde muziek (gr. pi.). 8.30 Nieuwsberichten ANP. 8.45 Gramofoonmuziek. 10.30 Morgendienst. 11.00 Gramofoonmuziek. 11.20 Zang met pianobegeleiding en gramo foonmuziek. 12.00 Berichten. 12.15 Reportage of muziek? 12.45 Nieuws- en economische berichten ANP. 1.00 Gramofoonmuziek. 1.20 Orgelconcert. 2.00 Gramofoonmuziek. 2.40 Pianokwartet „Die Haghe" en gramo foonmuziek. 3.45 Bijbellezing. 4.15 Gramofoonmuziek. 4.30 Voor de jeugd. 5.00 VPRO: Cyclus „Het geestelijk karakter van ons volk". 5.15 Nieuws-, economische- en beursberichten ANP. 5.30 Berichten. 5.35 Christelijk dameskoor Rijswijk met pianobegeleiding en gramofoonmuziek. 6.15 „Opvoeding in dezen tijd", lezing. 6.35 Gramofoonmuziek. 6.45 Actueele reportage of gramofoonmuziek. 7.00—7.15 Brabantsch praatje ANP en sluiting. gedacht had het bad van te voren klaar te m„!:en, scheelde dat a'weer twee kostbare minuten. Jammer dar z» had vergeten Miggs te waarschuwen. Daar begor. de klok te slaan en meteen -egde Lir John zijn courant opzij. Op hetzelfde oogen Mik werd de deur lang zaam open gedaan en een plechtstatige, oude butler, stemmig m het wart, kondigde aan Ht het dir.er geserveerd was. Lady Carvis voelde zich in het nauw ge dreven; even talmde ze r.og, dan, met een z ht, legue ze haar handwei k opzij en stond op. Sir John had zich uit een een fauteuil over eind geheschen.. Ik ben nie* van plan te wach ten," zei hjj strijdlustig Natuurlijk niet. antwoordde ze gedwee. We zullen aan tafel gaan. Met kaarsrecht houding liep ze op de deur toe, gevolgd door haar man. die kleiner was en veel minder aristocratisch in zijn voorko men. En, zooals ze daar 'ingen, vertegenwoor digden 7» een generatie, die uijna geheel van df aardbol verdwenen was, die plaats had moeten maken voor een jongere, welke niets meer wist van de statige rust van weleer, en di er, in het rhytb.ie van eei nieuwe wereld haast vijandig tegenover stond. HO- «"DSTUK II. Het diner in de hooge, oude eetzaal van Car vis Hall vas altjjd een zeer plechtige aange legenheid; de aarsen, in zwaai zilveren k .ndelaars met matgeel zijden kappen, gaven aan alles een gedempt licht. Potter, de oude butler, ging onhoorbaar met de schotels rond, ook hij was iemand van het oude regime en hij had een afsch iw van haast, iets wat met he> toenemen der iaren er 'iet minder op werd. Vaak verloor Sir Joh-i zjjn geduld met hem en dan dreigde hij een ander voor Potter in de plaats te zullen stellen, maar bij dat dreige ment bleef het. want eigenlijk was Potter een ideaal bediende; hjj deed altijd alles met de grootste zorg en hij ging vrijwel nooit uit, zop- det hij steeds uij de hand was. Die avond was Lady Caivis hem dankbaar voor de langzame manier waarop hri tafel- diende. want dat was in Diana's voordeel. Juist vat hij bezig warme borden neer te zetten voor de tweede gang, toen een geruisch van 'n zjjden japon Diana's komst aankondigde en even later was ze 'lug naar binnen gewipt en bad haar plaats ingenomen i^i het midden van de lange tafel. Ze lachte vroolijk, zich schijn baar van geen kwaad bewust. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1941 | | pagina 7