„De Gorrel" is heengegaan Geen water Geen brood Gaat het dooien Slaapplaatsen Vrijdag 17 Januari 1941 Tweede Blad Een der dapperste blauwe zeeridders van Nieuwediep Een viking van groot formaat Broeder van „Tabbie" en „De Gul" MadlniauuJl Zï'CT""* ""td Wrt °°k WINTERHULPVNEDERIANO is dc girorekening van den Gemeente-ontvanger» Stort bierop Uw gavenvoor „Winterhulp"» Veertig-jarig Dienstjubileum Wachtlokaal Merkwaardig schouwspel op het Marsdiep Burgerlijke Stand van Den Helder Xcxelicü nutuu* Lezing over het verkeer ïlieuuM uit U\k Visscherij voor stadgenooten Tijdschriften Op 86-jarigen leefttfd Is hedennacht een der bekendste zeeridders van de Nederlandsche kust, Willem Bakker, wfld en zjjd vermaard als „De Gorrel", na enkele weken van ziekte, ln het hartje van den Ouden Helder, de Wachtstraat, overleden. Met hem is heengegaan een der leden van de roemruchte garde, die de glorie groot maakte van het Nederlandsche reddingwezen. „De Gorrel", een van die onversaagde zeebestormers, geboren onder den dijk van Nieuwediep, geto gen op en bfl het water van het Mars diep, de Razende Bol en de Noorder- haaks. „De Gorrel", redder van veel meer dan 100 menschenlevens, die hy ontworstelde aan" de wilde brekers rondom Noordhollands Noordkop, blauwe zeeridder per excellenoe, drager van medailles en.„ een stuk antiek Nieuwediep, waarvan men het heen gaan zich niet wel kan voorstellen. Want zoo er één markante persoon ïykheid rond|jsbeerde door de nauwe slopjes van het zeeriddernest dan was het deze Willem JJakker, alias „De Gorrel", met z'n gefomfaaide zwarte deukhoed, z'n pilo-broek en z'n weerbarstig schip- persbaardje. „De Gorrel" een der roemrocht- ste leden der garde van Dorus Rflkers, Jaap Been, Bijl en Kuiper. Het driemanschap. Eens was daar in den Ouden Helder een driemanschap. Dat waren drie broers: de onvergetelijke „Tabbie", „De Gul" en „De Gorrel". Respectievelijk Dirk, Kees en Wil lem Bakker. Drie kaerels, die in hun vlet buitengaats het best op dreef waren. Drie mannetjesputters, die het honderden en hon derden malen opnamen tegen het woedende zeebeest, als dat zich roeren ging bij de gronden. En wel speciaal als daar een schip in nood kwam. Dan donderde de stormroep van „De Gorrel" en „Tabbie" en „De Gul" door de Nieuwediepsche steegjes, en dan werd de garde opgepord. In een ouwe vlet waar doorheen meer dan eens het water sie pelde, werd zeegekozen. Dan ving de strijd aan: van 12 zeeridders tegen de zee, die trachtte dat broze stukje hout te verplette ren in haar grijparmen. Een strijd, misschien ongelijk, maar die steeds weer uitliep op de overwinning van de mannen van „De Gorrel". Een fel geleefd leven. Zoo was dit leven een leven van ru- v moer en heroische daden. Een fel-geleefd leven. Ruimschoots zijn deel heeft hij ge had, deze bruin-getaande Jutter, met zijn vervaarlijke glinsterende oogen, ook nog toen hij de 8 kruisjes gepasseerd was, en zijn specifieken zeeridderskop. Ruimschoots... van victorie op de zee en van bittere armoede aan land. Want de misère bleef „De Gorrel" niet bespaard, ook al liet hij zich daardoor niet uit den koers brengen. Integendeel, als buitenstaander zou men gemeend hebben, dat het hem niets aanging. In de Renssteeg. Langer dan een halve eeuw heeft „De Oorrel", eerst met Tabbie en De Gul, daarna alleen met De Gul, die over enkele dagen zijn 90sten verjaardag zal herdenken, gewoond in een woninkje aan de Renssteeg. Een klein, smal slop. Daar was het paleis. Een krot, zoo schamel, zoo kapotgemaakt door einde- looze decennia, dat het eigenlijk een wonder was dat er niet het bord van „Onbewoonbaar verklaard" op verscheen. Maar de Gorrel en de Gul konden het er wonderwel vinden. Ze, kookten zelf hun potje, maakten zelf de kachel aan, hielden den boel min of meer schoon en leefden zoo, geheel op zichzelf en aan niemand rekenschap verschuldigd, hun eigen leventje. Een groot verleden Het waren twee bezienswaardigheden, zoo- ala ze daar optrokken in den Ouden Helder. Bezienswaardigheden, die iedereen graag Ook Jaap Been van de Wachtstraat spraken we nog. Ook hij vertelde van dit dappere leven. Van „De Gorrel", dien hij gekend heeft van kind af en dien hij altijd bewonderd heeft. En Jaap Been kan het weten. Die weet precies, wat er te koop geweest is en windt er geen doekjes om. Die vertelt ook, dat hij al gauw ln de gaten had gehad, dat het niet goed ging met „De Gorrel" ,Hjj slofte teveel den laatster, tijd ,»A1 valore di Marine". In een donkere kast van een kleine ka mer in de Wachtstraat liggen, wel geteld, slechts 2 medailles. De andere? Die zijn of weggeraakt, of bij anderen, of hij heeft ze nooit gehad. Hij was te onverschillig voor zulk eerbetoon, deze „Gorrel". Een zilveren voor het redden van menschen uit het wrak van de „Turbo" op 6 Januari 1908, en een andere, geschonken door de Italiaansche Regeering, vermeldende: Willem Baklier, Helder-Olanda 19 Nov. 1907. Al valore di Marine. mocht. Ook de jeugd, die met groot ontzag opzag naar deze gebogen zeeridders die var. een groot verleden getuigden. Een groot verledenwat kan daarvan beter spreken dan de (zeer onvolledige!) lijst van schepen, waarvan de Gorrel de schip breukelingen haalde Onvolledigomdat de Gorrel zijn daden niet zwart op wit ge boekstaafd heeft. Omdat hij dat allemaal tenslotte „kouwe drukte" vond en „niks waard". Maar hier zijn de namen, die opge- teekend staan, en „officieel" meetellen: (Erbij vermelden: „Voor Winterhulp Nederland"). 1890 „Condor", 12 man. 1907 „Serbla", 42 man gered. 1907 „Turbo", onbekend aantal gered. 1898 „Lady Ruffe", 82 man (bjj Caüantsoog) 1908 „Roma", 11 man gered. Onbekend jaartal; „City of Coiagna". „Bermude". „Harrow". „Statmore". „Volta". Viermaster „Stanley" (vergaan op de Eler- landsche gronden). Katwijksche logger. Van deze laatste serie reddingeh is het aantal geredden niet bekend. Aangenomen mag echter worden, dat ook door de Gorrel tal van levens gered zijn. Naar de Wachtstraat. Enkele dagen voor zijn dood waren wij nog bij den Gorrel. Sedert een paar maanden was hij dan eindelijk verhuisd. Dat moest. Omdat het krot door de bommen, die ook den Ouden Helder niet spaarden, levensgevaarlijk ge worden was. Na rijp beraad besloten de Gul en de Gorrel het home, waarin de overgroot ouders, de grootouders en zijzelve zoo lang gewoond hadden, voorgoed, vaarwel te zeg gen. En zoo trokken ze in bij Dirk Bakker, den oomzegger, waar ze het best hadden en niet zelf hoefden te kokkerellen en niet zelf den boel moesten onderhouden. In de kleine voorkamer aan de Wacht straat lag deGorrel. Hij lag daar, den grijzen baard op het witte laken, de pientere oogen nu gesloten, de borst onrustig op en neer gaande. Boven het bed, op het donkere be hang, zag Tabbie neer. Er kon niet meer gesproken worden. Het lichaam leefde nog, maar aan alles was te zien dat de stokoude viking het niet lang meer zou maken. Dat was ook de mèening van den dok ter en van zijn vrienden, die zoo vaak in deze voorbije dagen aanklopten en naar hun ka meraad vroegen. Binnen, naast de kachel, zat, krom en somber, de bijna 90-jarige „Gul". Zoo zit hij daar heele dagen. Schuin rust het baardje op de borst, zwaar drukt het oude hoofd in de hand. De schimmen... De vrouw van Dirk Bakker vertelt van de laatste dagen: hoe „De Gorrel" soms riep als hij vocht met de schimmen van het verleden. Dan riep hij half-verstaanbare dingen over slcepbooten, trawlers en vletten. Dan riep hij, dat er water in de boot zat en dat hij niet uit Den Helder wegwilde. Hij riep van den Dijk, waarop hij door de militaire maatregelen niet meer mocht en welke maatregel hem wel zeer zwaar gevallen moet zijn. Deze kerels kunnen niet buiten hun dijk. Ze moeten water zien, ze moeten de zee ruiken en overzien. De zee, die hun meer wellicht dan hun huis, vertrouwd was. De vrienden. De vrienden waren gekomen: Jan van Dok van „Moed Volhrading Zelfoppefering", Pie- terse en Klaas Veenstra. Ze hebben stil bij dat - bed gestaan en De Gorrel een hand gegeven. WILLEM BAKKER „De Gorrel" (Foto Archief) Over enkele dagen zal het stoffelijk omhul sel van dezen zeeridder weggedragen worden naar Huisduinen. Daar, vlak bij de zee, die iiem zoo lief was, zal hij rusten, na 86 jaren zoo vol, zoo intens geleefd te hebben. De garde van „Moed, Volharding, Zelf opoffering" zal waarschijnlijk niet groot zijn, nu velen Den Helder verlaten hebben. Maar die er zijn zullen beseffen, dat hier een stuk traditie verdween, dat nimmer aangevuld zal worden. „De Gorrel" be hoorde tot den zeer specialen inventaris van den Ouden Helder, en het kan niet anders of in lengte van jaren zal er nog door vele generaties gewaagd worden over het leven van den roemrijken zeeridder: Willem Bak ker, de Gorrel. Sinds gisterenavond is onze stad zonder water, daar eenige buizen van de waterlei ding tusschen het pompstation en den watertoren stuk zijn. Van gemeentewege stelt men alle pogingen in het werk om dit euvel zoo snel mogelijk te verhelpen, maar op het moment, waarop wij dit schrijven, zijn wij nog steeds van water verstoken. Wij hopen echter, dat dit on gerief spoedig verholpen zal zjjn. Door het gebrek aan water is hedenmorgen in Den Helder geen brood verkrijgbaar ge weest. Zoolang het euvel niet verholpen is, zal men niet tot bakken kunnen overgaan. Wellicht is het mogelijk, dat een bakker nog een reservoir water te zijner beschikking had en een klein gedeelte brood heeft kunnen bak ken. Bij het ter perse der courant was ons ech ter nog geen adres bekend. Zaterdag 18 Januari hoopt de heer J. J. Snel, den dag te herdenken, dat hij voor veer tig jaren in dienst van de Gemeente Den Hel der kwam. Snel is in dienst bij de waterleiding en is begonnen als machinist. Door zijn werklust en ijver werd hij al spoedig bevorderd tot voor man-machinist en later Chef-machinist van het Pompstation te Huisduinen. Juist heden beseffen wij maar al te goed, wat het zeggen wil, mannen als Snel op hun post te vinden, nu gisteravond het buizennet ernstige schade mocht ondervinden en sinds eiv.iavonu onze stad van water verstoken is. Snel is een van de „Piet Heinen", die zijn post nog niet verlaten heeft. Het zal dezen jubilaris morgen zeker niet aan de noodige gelukwenschen ontbreken. Om kwart na zes. dan komt ie binnen Ik durf niet een gesprek beginnen, Hij kijkt zo zwart, om van te rillen Een kind begint een lied te gillen. Ik zie heel traag de kachel branden, Ik warm bedeesd mijn beide handen. Een jutter is ook niet van hout, Dus heeft het ook nog wel eens koud. Het wachtlokaal stroomt vol met mensen Die allemaal hetzelfde wensen, Dat d'oorlog spoedig loopt ten end! Liefst nog vandaag, dat is bekend. De trein komt langzaam aan in Schagen Wq duiken huiv'rig in onz' kragen. Na drie kwart uur, een stem, wij zijn er, 't Is allen duid'lijk, in Den Helder. JAN MENS. Het weer staat voor veranderlijk bekend en dikwijls is er geen peil op te trekken, hoe het verdere verloop van „wolken, wind en water" zal zijn. Ook hedenmorgen zijn met geen mogelijkheid de vooruitzichten te bezien en kunnen wij slechts enkele gegevens over de afgeloopen uren geven. Zooals men zich herinnert, was gisteren morgen de temperatuur ongeveer 7 graden beneden het vriespunt, hetgeen vrijwel con stant gebleven is. Op den dag stond het kwik om en nabij de 5 graden en hedennacht 6. In den nacht is echter een verandering opge treden. Er kwamen sneeuwbuien en de tem; peratuur steeg vrij snel, zoodat het vanmor gen om pl.m. 8 uur nog slechts 2 graden vroor. Het liet zich toen aanzien, dat deze stijging zich zou voortzetten, aangezien de wind zuid-westelijk was. Daar echter ook de barometer op liep is ook het tegengestelde mogelijk. De lucht werd hedenmorgen weer vrij hel der en vermoedelijk zullen de sneeuwbuien verder achterwege blijven. Verscheidene kilometers lange meeuwen-„linten". Nog steeds blijft de Heldersche Zeedijk voor de Jutters „terra incognita". Hoe wel een maatregel, die te begrijpen is, wordt zij anderzijds door de geheele bur gerij betreurt, aangezien men niet meer in de gelegenheid is af en toe een kijkje aan „den buitenkant" te nemen. Slechts enkelen is het vergund regel matig aan dezen „buitenkant" te verblij ven en een ervan was degene, die ons gisteren het onderstaande interessante gebeuren mededeelde. Eergisteren, in de vroegte, juist toen de dag aangebroken was, zag de persoon in kwestie een merkwaardig schouwspel. Op ongeveer 2 meter hoogte bewoog zich beginnende bij Wierhoofd en eindigende ter hoogte van Kaaphoofd, een „lint" van meeuwen. Wy schrijven hier „lint", omdat het moeilijk is een andere benaming te vin den voor deze enorme zwerm van meeu wen. Duizenden en duizenden kap- meeuwtjes deinden daar vlak boven het water; regelmatig doken er naar bene den, kennelijk dan een vischje verschal kend. Dat alles speelde zich af op een meter of 20 van de kust en het moet, hetgeen zich wel hooren laat, een bijster boeiend schouwspel geweest zijn. De breedte van het lint was eveneens slechts circa 2 meter. Nergens ver nauwde zich dat lint, nergens ook werd het belangrijk breeder. Het behield zijn vorm. Het merkwaardigste van alles is ech ter, dat zich voor de kust van Texel een zelfde meeuwen-„lint" langzaam voort- golvend, bewoog. Ook hier was dit lint zeer smal. Het teekende zich in de verte af als een smalle rand, die op geringe hoogte boven den zeespiegel golfde. Bij informatie vernemen wij, dat der gelijke meeuwen-linten wel meer voorko men en dat de oorzaak ervan waarschijn lijk te vinden is in het feit, dat zich ter plaatse groote scholen sardien of even tueel andere visch, bevonden hebben. Deze visch lokte de meeuwen aan, die aldra in aantallen van tienduizenden acté de présence gaven. Jammer is het, dat zoo weinigen' van dit merkwaardig gebeuren getuige kon den zijn. Van 16 Januari 1941. GETROUWDA. Been en M. C. Koomen. Woensdagavond had in „Ons Huis" de eer- ste ontwikkelingsavond plaats in dit seizoen, met als inleider de heer Looyen van Den Burg, over het moderne verkeer. Bij de opening heette dominé Wesseldijk de goedgevulde zaal en in het bijzonder den heer Looyen hartelijk welkom en sprak de hoop uit op een prettige leerzame avond. Onder groote aandacht zette de inleider de nieuwste veranderingen op verkeersgebied dui delijk uiteen, waarbij spreker vooral naar voren bracht le. Steeds de uiterste rechterkant der weg bereiden (ook met paard en wagen), paard niet op het middelpad. 2e. Steeds voldoende richting aangeven en stopsein. 3e. Steeds rechts voorrang verleenen of doorgaand verkeer. 4e. Bij voorrangswegen eerst goed uitzien of er op den voorrangsweg geen doorgaand verkeer plaats heeft. 5e. Bij de bocht steeds de grootste rech- terbocht nemen. 6e. De Weermacht zoowel voertuigen als colonnes, Duitsche Politie, Nederlandsche Po litie, Roode Kruiswagens, Brandweer en Am bulance der Luchtbescherming voorrang ver-^ leenen. 7e. Parkeeren op de daartoe aangewezen plaatsen. 8e. Bij aanwezigheid van rijwielpaden nooit met rijwielen op den rijweg rijden. Verschillende vragen werden door spreker duidelijk beantwoord, terwijl na de pauze een serie lantaarnplaatjes verschillende problemen nader werden belicht. Aan het eind van den avond dankte dominé Wesseldijk den heer Looyen voor zijn duide lijke en leerzame uiteenzetting en het publiek voor aandacht. Urk, 14 Januari 1940. Door 20 vaartuigen werd heden aan den Gem. Vischafslag alhier aangevoerd: 356 pd. snoekbaars, van 751 pond per vaartuig, prijs 7780 ct. en 60 pond blei, 2628 ct. per pond. FRIESLAND EXPRESS. De Friesland-Express is een autobusonder neming, die bjj ijsgang het vrachtgoederen- vervoer UrkLemmer onderhoudt. De direc tie van deze Friesland-Expres?, is aan het onderhandelen om één dezer dagen deze Friesland-Express weer te openen. Verleden jaar winter werd deze dienst 3 maal daags onderhouden. DE AANBESTEDING VAN HET RAADHUIS. Namens het bestuur der gemeente Urk, zal het architectenbureau van Wijk en Broos te Groningen, op Dinsdag 28 Januari aanbe steden de verbouw en uitbreiding van het Raadhuis te Urk. De aanbesteding zal in 4 perceelen geschieden, n.1. A. de bouw, B. ijzeren rioleering, C. glas en verfwaren en D. electriciteitswerken. VERKOPING. Het huis, eigendom van H. de Vries, staande in de onderhuurt in Wjjk 6, is ver kocht. Hoogste bieder was R. Brands voor 2200. Deze koopsom was bijzonder hoog. Er waren voor deze verkooping 15 gega digden. BURGERLIJKE STAND GEBOREN: Pietertje, dochter van Jells Baarssen en Klaasje Bakker. GEHUWD: Johannes van Noordennen en Willempje van den Berg. OVERLEDEN: Jacob Bronds, oud 27 jaar, weduwnaar van Geertje Koffeman. JAARVERGADERING N. B. C. F. T. Onder leiding van den heer T. v. d. Berg, hield de Chr. Fabrieks- en Transportarbei dersbond haar jaarvergadering. In verband met het 12'£ jarig bestaan gaf de voorzitter een overzicht gedurende dien tijd. Het Hoofdbestuurslid, de heer C. v. d. Wal sprak de feestrede uit naar aanleiding van: „Wat voorbij is en wat komen gaat". De oud-voorzitter had een toespraak en felicitatie in dichtvorm samengesteld. De voorzitter sloot op de gebruikelijke wijze. BEURTDIENST OVER HET IJS. De heer Stoel, landbouwer bij den Rams- pol op het Kamper Eiland, heeft, zooals dit verleden jaar ook het geval was, heden weer een dagelijksche beurtdienst over het ijs Kam penUrk geopend. Heden kwam de heer Stoel ongeveer te 2 uur met paard en slede te Urk aan met 20 bussen melk; 5 kisten eieren en waschgoed van de wasscherij te Kampen. Des middags 4 uur werd de terug tocht weer aanvaard. De tocht duurde 5 4 6 uur. Julianadorp (even buiten 't dorp) aan de Langevliet: disponibel ,1 slaapkamer voor 2 personen, met huiselijk verkeer. Ledikant met toebehooren meebrengen. Weelfrevue De 'rins. In het jongste num mer van de Weekrevue De Prins vertelt G. H. Wallagh van een interessant bezoek bij den populairen schrijver Jan de Hartog in een lezenswaardig opstel: „Winterstemming op Lands-End". De Hartog deelt o.m. aardige bijzonderheden mee over zijn nieuwe tooneel- stuk „De duivel en juffer Honesta", dat met een gezelschap van „voormalige" Nederland sche filmspelers zooals Lily Bouwmeester eerlang zijn première beleeft. „Veit Harlan overtreft zichzelf" is de con clusie van den filmmedewerker Bob Lens, die een waardeerend artikel wijdt aan de nieuwe Tobisfilm „Jeugd", waarin Kristina Söderbaum debuteerde. De foto-reportage van de week is aan de Indische danskunst gewijd; een groot aantal exclusieve foto's brengt de bijzondere danskunst van Java en Bali in beeld. Ten slotte de „De Revue der Zotheid" en het vlot geïllustreerde kinderbijblad „Jeugdland",

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1941 | | pagina 5