SflnHRTROPID
Water, water...,
DE WEEK
Het lek hersteld l
Slaapplaatsen
Onwelkome gast!
Vandaag
Zaterdag 18 Tanuari 1941
Tweede Blad
Hardrijderij
voor ridders van de pen
Burgerlijke Stand van Den Helder
Geen baantje meer
op de Fortgracht
voor stadgenooten
Aanvullingsagenda
gemeenteraad
^PiadinituwJ)
't Meisje van hiernaast
en mevrouw van hierover
Belastingbetalers
opgelet
Uondilen uit fut VlLeqtrvd ïUaadjt
voor 50 jaar
Begrafenis
van de „Gorrel"
Licht en schaduw van
den geëvacueerde
in Feiten en Fantasieën
Een „smaakvolle" uitstalling iw Musis Sacrum, waaromheen de koopera
staan te likkebaarden.
(Zie verslag op pag. 2, 2e blad).
(Foto Verbey).
IJswedstrijden voor admini
stratief personeel van de ge
meente.
Maandagmiddag zullen de ridders
van de burcht aan de Kerkgracht, het
gemeentehuis, en van de andere neder
zettingen van ons gemeentebestuur,
hun krachten met elkaar meten op de
banen aan de Kerkgracht. Het wordt
daar een kamp in het hardrijden. Een
wedstrijd, die, gezien de deelneming
van goede rijders, we noteerden namen
als Biersteker, Bandt, Dol Jr. en Bak
ker, de noodige spanning zal brengen.
Het uur van aanvang is op half twee
gesteld. C-'j
Het initiatief tot dezen vreedzamen
en vriendschappelijken strjjd is uitge
gaan van de heeren Dol en Rietmulder,
die b\j hun hoogsten chef, burgemeester
Ritmeester, een willig oor-vonden. De
burgemeester verklaarde zich bereid
de prjjzen, na afloop van den, \vedstrijlj.
uit te reiken.
Déze prijsuitreiking zal" plaats heb
ben in de hall van het Raadhuis. Men
verwacht bjj de ambtenaren veel be
langstelling voor deze hardrijderij. Gis
terenmiddag hadden zich reeds een 30-
tal deelnemers aangemeld. Voor ieder
is de deelneming vrij.
De wedstrijdcommissie.
De wedstrijd-commissie is samenge
steld uit de volgende heeren: H. A.
Boon, A. W. Bruins, L. F. van Loo Jr.,
O. v. d. Poll en A. F. Rusting.
17 Januari 194K
OVERLEDEN: W. Bakker, (ra.), 85 jaar.
4 - -p
Öm geven Uur gisterenavond was
er weer water.
Na een dag van ingespannen en harden
arbeid is dé technische lèiding er mét be
hulp van het personeel van de waterleiding
in geslaagd, gisterenavond om ongeveer
7 uur, de vernielde persleiding, op den
Huisduinerweg, te vernieuwen, zoodat om
even zeven uur het water weer door de
leidingen stroomde en het euvel van een
stad zonder water weewas verholpen.
Een woord van huldê aan hen, die onder
de meest moeilijke omstandigheden, dit lek
wisten te dichten, waardoor Den Helder
niet langer 'dan een dag Zonder water zat.
In vroeger tijden, bij de meeste strenge toin-
ters, kon de vaart in 't Nieuwediep geschieden,
door de meerdere scheepvaartbeweging van
die tijden daar het ijs in de haven zelden lan
ger dan een ebgetij vast zat. De sterke stroom
dreef de schotsen uit en maakte blank water.
In 't Marsdiep was Zondag en gigteren weinig
of geen ijs te zien. De gelegenheid voor schepen
om hier binnen te vallen is bij losmaking van
de haven allergunstigst. De vereeniging el
ders Belang" deed een goed werk, haren titel
waardig, De Minister van Marine ga] een be
vestigend antwoord op het telegrafisch uitge
drukt verlangen tot spoedige opening van de
haven. Wij vernemen dat gelijktijdig door den
Directeur en Commandant der Marine alhier,
bij den Minister op dit gewichtig bedrijf gewe
zen werd. Het blijft echter te betreuren, dat
het flink optreden van heden niet vroeger
heeft kunnen geschieden. Hoe vele schepen
toch zouden bij den gesloten toestand van
elders hier een veilig inkomen gevonden
hebben.
- - - f
Verboden voor, schaatsenrijders.
In een advertentie in- dit nummer deelt
de commissaris van politie mede, dat de
Fortgracht voor de schaatsenrijders is ge-
slottert-Vobf' hét schaatsenrijdend publiek
is het wei-een teleurstelling, dat zij de-
pracRTTgè Ijsbsthen hiér móeten "misserrf
maat er zijn nog genoeg grachten en vaar
ten waar men zijn hart op kan halen, zoo
dat men ook over deze teleurstelling wel
heen zal komen.
Hierpnder geven we nog een adres in Bree-
zand, voor slaapplaatsen voor een viertal stad
genooten.
Breezand: Fam.. Schrama, Koningsweg 26.
Twee nette slaapkamers, voor ten hoogste
4 pers.
De aanvullingsagenda voor de vergadering
van den Raad der gemeente Den Helder op
Dinsdag, 21 Januari 1941, bevat de volgende
punten:
Mededeeling van den Secretaris-Generaal van
het departement van sociale zaken, dat de in
de vergadering van den Raad van 20 Decem
ber j.1. vastgestelde regeling inzake de to.eken-
ning van kinderbijslag aan het gemeenteper-
soneel naar zijn oordeel gunstiger is dan de
regeling, neergelegd in de Kinderbijslagwet;
Verslag van het scheidsgerecht voor de
ambtenaren der gemeente Den Helder over het
jaar 1940.
(Voorgesteld wordt deze stukken voor
nisgeving aan te nemen).
Verzoek van den heer Ir. S. Visman om ont
slag als lid van dë commissie voor beroeps
keuze.
(Voorgestel*) wordt het gevraagde eervol
ontslag te verleenen, met dankbetuiging
voor de bewezen diensten.
Aangeteekend wordt, dat Burgemeester
en Wethouders voorloopig geen aanbeveling
zullen doen ter voorziening in de vacature).
Verzoek van den heer Ir. S. Visman om ont
slag als lid van de sommissie van toezicht op
het middelbaar en nijverheidsonderwijs.
(Voorgesteld wordt het gevraagde ontslag
eervol te verleenen, met dankbetuiging voor
de bewezen diensten).
Voorstel tot benoeming van een lid der com
missie van toezicht op het middelbaar en
nijverheidsonderwijs in de vacature Ir. Vis
man.
Aanbevolen worden:
1. de heer B. W. A. Bijvoet, electr. technisch
ingenieur.
2. de heer P. van den Nieuwenhuizen, arts.
Een waterhamsteraar met ge
meenschapsgevoel.
Dat was me gisterenmorgen een situatie
yoor de Heldersche huismoeders. Geen water!
Als je het hebt, besef je niet dat je het honderd
maal per dag gebruikt. Je gooit het bij emmers
en teiltjes weg, je doet het zonder gedachten.
Je bent jer er niet van bewust wat een zegen
water toch is. Dat dringt eerst tot je door als
je 's morgens de kraan openzet en als die dan
niet anders doet dan even een „diepe zucht"
slaken, meer niet. Er komt geen water uit. Je
eerste gedachte is natuurlijk, dat de zaak „be-
vrozen" is, maar je had toch je hoofdkraan*
dientgedraaid en je aftapkraantje opengezet.
Je duikt nog eens onder den grond en je merkt,
dat daar ook geen teeken van stroomend wa
ter gegeven wordt. En dan hoor je het fatale
nieuws. Een bom heeft in den Huisduinerweg
zoo'n gat geslagen, dat de persleiding van het
pompstation naar den watertoren vernield is.
Je weet het dus, de toevoer naar den toren is
afgesloten en daardoor de toevoer naar de
woonhuizen.
Dat ziet er leelijk uit. Geen water! Voor
de bakkers was het niet mogelijk om
brood te bakken, voor de huismoeders niet
om hun potje op tijd klaar te krijgen. We
praten er maar niet eens over, dat alle
Nieuwediepers gisterenmorgen ongewas-
schen op hun werk kwamen. Vervelender
was, dat ze, met die bittere kou, hun warme
kopje thee moesten missen en dat ze om
12 uur ook niet wat warms thuis vonden.
Want wat doe je zonder water.
Voor de technici van de waterleiding gaf
deze waterpuzzle andere moeilijkheden. Het
breken van een persleiding is wel de meest
onaangename ervaring, die je kan overkomen
en dan nog wel bij een vorst van 7 tot 8 graden.
Er moest een nieuw stuk in de leiding gezet
worden, maar daarvoor moest eerst het water
verwijderd worden. En dat was geen kleinig
heid! Het gat besloeg zoo wat de geheele breed
te van den weg en dat was volgestroomd en
steeds meer water vloeide toe. Wat een narig
heden. Men ploeterde en ploeterde, maar 't
ging alles even zwaar en moeilijk. Men kan
zich dat indenken. De menschen stonden voor
onoverkomelijke moeilijkheden en vochten om
het water den baas te worden.
Intusschen bleef Den Helder zonder water.
Behulpzame en practische stad-
genooten.
Wie het geweest is weten we niet, maar een
van de ambtenaren is op het lumineuze idee
gekomen de waterlooze stadgenooten te helpen,
via de gemeente-reiniging. Daar was eerst al
die stadgenoot geweest op den Middenweg, een
waterhamsteraar, die 2000 liter in tonnen en
kuipen opgeslagen had en nu zijn naaste en
verdere buur en vrienden van een emmertje
kon voorzien. Hulde, heer Spigt.
Wat hebben de huismoeders uit de omgeving
hem een dankbare blikken toegeworpen. Om
maar niet eens te spreken van de dienstmeis
jes, die nu aan hun „kopje leut" toekwamen.
En dan mogen we ook niet vergeten de kap
per Wolters, uit de van Galenstraat, die maar
piet moede werd om uit zijn regenbak water
te scheppen voor zijn dorstige buren, die dank
baar deze vrijwillige diensten aannamen.
Enkele pientere huismoeders deden ons den
ken aan het oeroude verhaal van een even
oud volk, dat des morgens het manna voor de
ingang van de tent bijeenzocht om daar dien
dag van te leven. Zij toch namen van de in
den nacht gevallen sneeuw om dat te ontdooien
en te gebruiken voor wasch- of thee-water.
Wat lang niet gek te noemen was.
De „beerwagens" brengen uitkomst.
En toen tuften daar later de wagens, de
beerwagens, van de gemeente-reiniging met
vollen inhoud door de straten. Ze stopten op
de hoeken en hoe de bewoners het wisten is
nog een raadsel, maar in minder dan geen
tjjd kwamen daar de huismoeders en de dienst
meisjes en mevrouw zelf, met emmers en
teiltjes, met ketels en akers, met heele wasch-
tobbes naar buiten gesneld en het personeel
van de Reiniging tapte maar. Gratis water uit
den beerwagen.
„Bah!", zegt ergens in onze provincie een
geëvacueerde dame, die dit leest. Maak u niet
bezorgd lieve lezeres en haal uw neus niet op.
Die beerwagens waren al in maanden niet in
gebruik (vanwege de benzineschaarschte) ze
waren schoongemaakt en uitgebikt en je kon
dus, bij wijze van spreken, de pap van den
bodem eten. Het water straalde en kletterde
er helder en frisch uit. 't Was alles gratis, voor
niemendal. Service van de gemeente voor haar
gedupeerde waterafnemers.
De beide wagens van de Reiniging hebben
af en aan gereden om onze stadgenooten van
het noodige drink- en waschwater te voorzien.
Ze haalden het van den Rijksweg, voorbij het
vliegkamp, uit een brandkraan en brachten het
dan stadwaarts Duizenden en duizenden liters
zijn zoo gisteren in Den Helder uitgedeeld. In
de binnenstad zoowel als in de buitenwijken.
En ieder die den wagen hoorde brommen snel
de naar buiten met zijn pulletjes en pannetjes.
Nog nooit heeft men zooveel waardeering ge
had voor het personeel van de gemeente-reini
ging als gisteren.
En die waardeering was men waard, want
inderdaad heeft men zich kranig geweerd.
Intusschen bleef Den Helder zonder water
tot gisterenavond 7 uur, toen het lek gedicht
was.
De Ontvanger der Directe Belastingen te Den
Helder vestigt er de aandacht op, dat de aanslagen
Grond- en Personeele belasting 1940. met ingang
van 1 Januari 1941 geheel betaald hadden moeten
zijn. De vervolging met een aanmaning van de
voornoemde aanslagen wordt de aanstaande week
ingezet.
Wat doe je In de kou?
Naar wij vernemen, zal 'de teraardbestel-
ling van het stoffelijk overschot van „De
Gorrel" Maandag a s. nam. 1 uur plaats heb
ben. Vertrek van het sterfhuis, Wachtstraat
16a,
NOG EENS: DE B ARRE WINTER VAN *91.
Gistermorgen is men begonnen met het ijs
in de haven te breken. De mijnen van 5 en 10
pond buskruit, aan den ingang van de haven
aangelegd, hebben een goed resultaat gehad,
belangrijke openingen en scheuren openbaar
den zich. De proeven zijn hedenmorgen niet
herhaald, wel wordt krachtig gewerkt door
plus minus 50 Heldersche vletterlieden, welken
met hun sloepen het ijs breken. Inmiddels stak
de sleepboot ,JIercules" van wal en bewerkte
met zijn krachtige machine den doortocht.
Door de eb is reeds een groot gedeelte van de
haven ruim, zoodat de hinderpalen voor de
scheepvaart reeds grootendeels zijn opgeheven.
Weer wintert het. Weer heeft de wintervorst
hier zijn zetel opgeslagen. Weer heeft hij ons
stiekum in den nacht opgezocht en ons met
Z'n kouden adem nog iets te vroeg wakker
gemaakt. Hij liet ons niet met rust en noodig-
de ons dringend uit naar buiten te zien. Daar
had hij z'n werk in den maanverlichten nacht
gedaan en zijn verrassing voor ons, die dach
ten, dat het met zijn rijk voorloopig weer ge
daan zou zijn, uitgespreid. Z'n witten mantel
had hij geluidloos neergevleid en dat scheen
ons te zeggen: ik blijf hier weer een paar
dagen.
Of men zijn verrassing aangenaam of onaan
genaam zal vinden hangt er van af, hoe men
ér tegenover gaat staan. Zekér-is'daar een
grbep, "dié zijn kofnst weèr rnét vreugde be
groet. Die eigenlijk in stilte gehoopt had, dat
Koning Winter voor een andere bezigheid dit
Oord slechts tijdelijk verlaten had. Deze groep
bestaat uit schaatsenrijders en anti-griepelin-
gen. De schaatsenrijders hadden er nog niet
genoeg van. De een kon nog maar steeds niet
goed een 8 draaien en een ander „had er nog
geen tijd voor gehad". De anti-griepelingen
zijn niets gesteld op vocht en regen. Die heb
ben liever, dat de „baksille" doodvriezen.
De andere groep echter bestaat uit men
schen, die toch al zorg genoeg hebben en op
aanwezigheid van dezen koning geen zier prijs
stellen. Het zijn de evacué's, die met behuizing
moeten martelen. Het zijn de menschen, dia
scharrelen moeten met een beetje brandstof.
Het zijn de mannen, die buiten hun werk heb
ben en niet in de warmte kunnen komen.
Weer is het de tijd van de „kouwe ooren"
(copyright George) en glimlachend, zwij
gend of morrend wordt het presentje aan
genomen.
Het is ons helaas ook niet mogelijk om met
eenlge zekerheid te voorspellen hoe of het nu
zal gaan met de temperatuur. Krijgen we de
kou van vorig jaar? Of is deze koude-perioda
ff.^-chien nog maar van heel korten duur?
Schommelende meters.
De barometer Is onrustig, rent hij straks
naar boven, dan hebben we kans op constante
vorst, daalt hij dan is de hoop gewettigd, dat
we spoedig beter weer krijgen, althans minder
kou. Dat laatste hopen we, want dat beteekent
iri ieder geval winst.
Evenals de schommelende barometer Is
het ook gesteld met de temperatuur. Die
ging gisteren in den tijd van een paar uur
niet minder dan 9 gr. naar boven. Om
half negen vroor het gistermorgen nog 2
graden. Een uur daarna, om half tien was
de thermometer gezakt tot min 71/2 graad,
om elf uur vroor het zelfs 8 graden. Het
vreemde was echter, dat gistermiddag
om twee uur de dooi was ingevallen. In
enkele uren tijds was de thermometer 9
graden gestegen en wees om 2 uur 1
graad boven het vriespunt aan. De wind
was toen Z.West. Later liep de wind weer
om naar het Westen en toen zakte de ther
mometer weer, zoodat het om 4 uur giste
renmiddag weer een halven graad vroor.
Zoo kwakkelen we door.
Hedenmorgen was de vorst pl.m. een halve
graad en viel er uit niets op te maken, hoe
dit verder zou gaan. Ook de barometer is
onrustig en weet niet welke zijde hij kiezen
zal, zoodat met geen mogelijkheid eenigszins
voorspeld kan worden hoe het vandaag en
morgen zal wezen. Gezien onze informaties
echter ligt dooi het meest voor de hand.
De schaduwzijde van de evacuatie
hebben we op deze plaats tal van malen
bezongen, al moeten we erkennen, dat
zelfs die schaduwzijde nog weer tal van
kanten heeft, die min of meer de humor
van de evacuatie belichten. Want
humor zit er toch ook weer in die trek
tochten, humor, die we nu nog wel niet
erg weten te waardeeren, maar die we
later op onze familie-feestavondjes
naar voren zullen brengen en waarmee
we dan genoeglijke avonden zullen vul
len. Later als deze droom voorbij is
en wij de nuchtere werkelijkheid van
den vrede beleven.
Neem nou zoo'n alledaagsche evacué,
die daar in het diepe donker van den
vroegen wintermorgen zijn bed uit-
steunt, terwijl „moeder" zich nog eens
lekker omkeert en de kinders nog ver
weg in het land van Koning Droom
zijn. Zoo'n slachtoffer is nimmer uit
geslapen, omdat hij nooit zoo verstan
dig is om 's avonds op tijd onder de
wol te kruipen. De avond begint voor
de huisvrouw om 10 uur, dan is ze door
de stopperij, door de strijkerij, door de
kokerij en door de boodschapperij heen
en of manlief achter zijn krant al eens
rekt en trekt van de slaap, of hij geeuwt,
of z'n oogen bijna toevallen, moeder de
vrouw denkt er niet aan om aanstalten
te maken de gezelligheid van de huis
kamer te verwisselen voor de Siberische
kou van de onverwarmde slaapkamer en
bovendien zij is pas sinds half tien
's morgens uit de veren, want toen
daagde het buiten en voor dien tijd
kan toch geen enkele huisvrouw iets
doen. Was het met ons mannen, ook
maar zoo, maar onze plicht roept, licht
of geen licht, warmte of geen warmte,
's morgens in het pikkedonker.
„Nee hoor"zegt m'n vrouw, als ik
zoo tegen half elf een bescheiden wenk
geef naar de klok. „Ik zit net .lekker"
en ze ziet er inderdaad tegen dien tijd
nog zoo frisch en fit uit, dat het een
offer van haar zou zijn nu al op te
breken. Als man toon je je geduld, je
begrijpt de situatie en je verdiept je op
nieuw in de buitenlandsche politiek, die
tegenwoordig zoo hoogst interessant is.
Half twaalf dan tijgen we ter bedde,
moeder de vrouw nog zoo wakker en
vaardig, dat ze de eerste uren nog wel
niet in slaap zal tuimelen. En het is ver
wonderlijk. dat een mensch juist in de
nachtelijke uren het scherpst is. Des
nachts worden de beste redevoeringen
bedacht, 's nachts weet ik zoo juist wat
ik m'n chef had moeten antwoorden op
z'n onredelijke kritiek, 's nachts heb ik
duizend en één plannen, die alle zeker
zullen slagenals ik ze direct uit kon
voeren. Ik heb al vaak het plan gehad
met een blocnote naar bed te gaan en
al die geniale gedachten op te schrijven.
Het zou daverend worden en alleen het
feit, dat ik lederen avond weer van plan
ben naar bed te gaan om te slapen weer
houdt de uitvoering van dit plan.
Nu schijnt die nachtelijke helder
ziendheid niet alleen het voorecht te zijn
van den man, doch ook van de vrouw
en de boodschappen, die we overdag
mee moeten nemen uit Nieuwediep.
worden 's nachts geboren. De broekjes
die we te ruilen hebben, die pulovertjes
die van andere kleur moeten zijn, het
knotje wol, dat vierdraads inplaats van
driedraads moet zijn, het vleesch van
den slager, met de vette kluif en de
koekjes van den bakker, het wordt ons
allemaal in dat late uur nog in het oor
gefluisterd.
Wij slachtoffers van de evacuatie!
Slagschaduwen vallen over ons heen en
het is gelukkig, dat er bij al dit stil ge
dragen leed. nog een enkel lichtpunt is.
Dat ontdek je op een dag als gisteren
als je een stad zonder water vindt, als
je bakker geen brood kan bakken, als er
erger dingen gebeurd zijn. droeve din
gen. die je aangrijpen en die je aan den
anderen kant verzoenen met het weg
trekken in kou en narigheid, met slape-
looze nachten, met boodschappen alsof
je het lastdier van de familie waart. ]e
voelt je dan weer veilig in je verre oord
en je bent dankbaar 's avonds toch nog
in de gelegenheid te zijn de stad des
gevaars te ontvlieden.
Licht en schaduw valt er over het pad
van den vluchteling, soms denk je dat
er meer schaduwkanten zijn, soms ook
voel je dat er toch ook lichtpunten zijn
in dit leven van reizen en trekken naar
de plaats waar men meent, dat het vei
lig is.
Hoe lang nog??? Wanneer zal dit
alles historie zijn?