Abonneert II op dit blad
Onze
mosvegetatie
WINTERHULP SpNEDERLANO
Rekenkundig
raadsel
fepretrihbeumn
Ingezonden
Haar rol bij de bodemvorming
Oplossing vorige raadsel
JjwueJÜudti ruemud
ï3xj~eMeAfiA*Mnxj' K&ik en Zending,
YliuuM uit UaH
Uit de natuur
is de girorekening van den
Gemeente-ontvanger»
Stort hierop Uw gavenvoor
„Winterhulp".
Uit het politie-rapport
Vertrokken personen
Ingekomen personen
Burgerlijke Stand van Texel
Visschcrij
Over het algemeen kom je er bij de studie
van de levende natuur niet zoo heel spoedig
toe om aan plantjes zoo onopvallend en klein
als de mossen zijn meer je bijzondere aandacht
te besteden. Een mosplantje is immers een
mosplantje en daarmee uit! Er zijn toch nog
onderwerpen, oppervlakkig beschouwd tien
maal interessanter en belangwekkender te
over, om daaraan je belangstelling te schen
ken! Toch zijn die kleine plantjes in onze vege
tatie van zeer groot belang geweest en ze 5jn
het trouwens op heden nog. U van deze waar
heid te overtuigen en tevens uw belangstelling
voor het minder opvallende deel van onze
flora op te wekken, ziedaar het doel van mijn
artikeltje. Juist deze dagen met hun groote
neerslag zijn bij uitstek geschikt voor de groei
der mossen, omdat ze over het algemeen erg
op water gesteld zijn. Ook kun je ze nu gemak
kelijker bestuderen, omdat de andere planten
nog afgestorven zjjn en zij ze dus niet onder
hun blad kunnen verbergen. Om te beginnen
zullen we ons eerst met
enige algemene kenmerken
vertrouwd maken en ons daarbij uitsluitend
tot de bladmossen bepalen. Uit het woord
bladmos maken we al direct op, dat het plantje
bladeren heeft, die op verschillende manieren
op de stengel zijn ingeplant. Uit de stengel
groeit meestal een steeltje met op haar top
een doosje (het z.g. kapsel), waarin de zaden
nijpen. Op het kapsel ontdekken we vaak een
dekseltje, dat openspringt als de zaadjes rijp
zijn. De zaden heten hier sporen. Daaruit con
cluderen we dat de mossen enigszins familie
zijn van varens en paddenstoelen, planten wier
zaden ook de naam van sporen dragen. Spore
kapsels dragen de mossen vooral in het voor
jaar dat spoediger komt dan ge denkt.
Reeds ontdekte ik de eerste groene puntjes
van het sneeuwklokje en over een kleine maand
mogen we op de boerderij weer de eerste kal
veren verwachten en in het begin van de
zomer. De kleur der sporekapsels is heel
verschillend en soms zoo typisch, dat ver
scheidene mossen daar zelfs hun naam aan te
danken hebben. Een heel duidelijk voorbeeld
hiervan is het purpersteeltje; wanneer het kap
sels draagt, kan over een veldje van dat mos
een prachtige roodbruine tot purperen glans
liggen. Ook de vorm van het sporekapsel
speelde bij het geven der namen een doorslag
gevende rol. K\jk maar eens naar het peermos.
Het sporekapsel ontstaat na de bevruch
ting, waarbij het water, dat altijd in het mos
kussen aanwezig is een belangrijke rol speelt,
op rjfe vrouwelijke plantjes. Het voornaamste
middel ter verspreiding van de sporen is de
w/ind. Uit elke spore, als ze tenminste op een
voor verdere ontwikkeling gunstige plek be
landt, groeit een voorkiem, hierop komen
knoppen, waaruit uiteindelijk de ware mos
plantjes te voorschijn komen. Deze gaan op
hun tijd weer tot bevruchting en kapselvor
ming over. In de grond vertakken zich zeer
fijne wortelharen.
De bladmossen tellen heel wat soorten, maar
voor de goede gang van zaken zullen we ons
bij enige der belangrijkste soorten houden. Om
dat we de duinen als het ware naast de deur
hebben, beginnen we met het
sterremos
dat bij de vorming en instandhouding der dui
nen een groote rol speelde en nog speelt. Laten
we dit eens nagaan.
De zee voert, waar vandaan doet er hier nu
minder toe, het materiaal aan, waaruit onze
duinen zijn opgebouwd. De kleine uitlopertjes
van de brandingsgolven brengen het mate
riaal in geringe hoeveelheden zoo ver mogelijk
landwaarts, waar het voor een deel bezinkt.
Wordt het laag water, dan komen zon en wind
aan de beurt om hun steentje bij te dragen.
De zon droogt het zand en de wind blaast de
losse korrels hooger op, waar ze zich vastzet
ten en ophopen achter een oude mand, een 3tuk
hout en dergelijk aanspoelsel. Als dan het weer
meewerkt en de zee het zand in een booze bui
niet wegspoelt, ontstaan er al /rij spoedig
kleine halvemaanvormige duintjes, z.g. sikkel-
duintjes. Een flink breed strand is hier echter
vereischt. Spoedig zullen zich op de duintjes al
enige planten vestigen en zich er met. helden
moed verdedigen tegen wind en zee. De voor
naamste zijn wel zeeraket, dat met haar mooie
blauwe bloempjes soms nog tot begin Novem
ber bloeit en het biestarwegras. Worden de
duinen iets hoger, dan gaan helm en sterremos
een flink woordje meespreken. De lange wor
tels van het helm houden net als het ijzer bij
gewapend beton het zand beter bij elkaar,
mocht de wind het proberen weg te blazen.
Het sterremos verricht nu een soortgelijke
functie, maar dan bovengronds. Aan de binnen
kant van de zeereep kun je soms heele stuk
ken duin zien, bedekt met niets anders dab
lange gordels sterremos. Krijgt de wind er
gens vat op het zand en begint het le stuiven,
dan verdwijnt het sterremos er vaak geheel
onder. De plantjes zijn echter taai en na korte
tijd hebben zij zich door het zandlaagje heen-
gewerkt. Het zand ligt nu vastgezet tussen
het oude moslaagje en is voor verder verslui
ven bewaard gebleven. Je ziet een klein plan
tje, maar met een voorname rol.
Een andere mossoort, die ik tenslotte nog
wil behandelen en die niet minder van belang
was en is bij de vorming van onze bodem is
het
veenmos
dat, de naam zegt het reeds een belangrijke
taak vervult bij de vervening van het water
land. We hebben, zooals u wel bekend zal zijn,
laagveen en hoogveen. Het laagveen In het
westelijk deel van ons land Is volgens onder
zoekingen van mej. Dr. B. Polak, verdronken
hoogveen. De veenlagen, die werden en worden
afgegraven, zijn eeuwen geleden ontstaan. In
de plassen en poelen van ons land kunnen we
ook nu nog de veenvorming bestuderen.
De eerste planten, die in de plassen ver
schijnen zijn plompen en waterlelies. Waar de
plas minder diep is, groeit riet, waterweeg
bree, enz. De planten sterven af, nieuwe plan
tensoorten komen ervoor in de plaats. Als de
mensch niet ingrijpt groeit de plas vrij spoe
dig dicht. Er vormt zich een slappe bodem,
waarop al gauw geboomte als eisen en berken
een groeiplaats vinden, begeleid door planten
als kamperfoelie, braamstruiken en varens.
Ook lijsterbes en meidoorn laten dan niet lang
meer op zich wachten. Daarna komt het woord
aan de mossen, zooals thujamos, sterremos,
haarmos. Maar vooral het veenmos (sphag-
num) gaat zich laten gelden. De els verdween
al toen de grond hooger werd. Berken en den
nen houden het ook niet lang meer uit, want
het veenmos woekert srel voort. Het zuigt
haar blaadjes boordevol water, zoo zelfs, dat
je het als een spons kan uitknijpen. Door de
invloed van het veenmos gaan de bomen aan
het ondereinde van de stam rotten en wat wind
is dan wel in staat om de halfvergane stam
men omver te werpen. Door afsluiting van de
lucht bleven de plantendelen bewaard, die je
terug kunt vinden in de grote turf. Hierna
zien we een vegetatie van beide en wollegras,
waarop een jonge mosveenlaag vdlgt, die ons
de lange aanmaakturf levert. Ge moogt dus
het veenmos wel heel dankbaar zijn, vooral nu,
want zonder dat mos zou uw turfhok leeg
blijven.
Uit een en ander blijkt dat de mosvegetatie
in het algemeen zeer zeker onze aandacht ver
dient. Ik hoop dan ook met dit beknopte ar
tikeltje uw belangstelling gewekt te hebben.
Wilt ge meer over de mossen en hun betekenis
te weten komen, dan kunt ge de volgende
werkjes raadplegen: Dr. S. Broekhuizen,
..Mossen en varens". Uitgave Arbeiderspers.
W. Beyerinck, „Sphagnum en Sphagnetum".
Uitgave Versluys, Amsterdam en J. J. Hoff,
„Van het mos". Uitgave Bureau Natuurleven,
Den Haag.
Veel succes!
C. WIM KOK.
(Erbij vermelden: „Voor Winterhulp
Nederland").
Ditmaal op verzoek een opgaaf, welke op
het eerste gezicht niet zoo moeilijk schijnt,
maar die, als men er aan begint, niet zal mee
vallen.
De cijfers 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 en 9 moeten
door rekenteekens zoo met elkander in ver
band gebracht worden dat de uitkomst steeds
100 is. De vraag is zeer belangwekkend en
zelfs wij weten momenteel nog niet het maxi
mum aantal mogelijkheden.
Natuurlijk wordt de prijs toegekend aan
hem of haar die het grootst aantal mogelijk
heden inzendt. Bij meerdere inzendingen van
het grootste aantal beslist het lot.
Als model geven wij eenige voorbeelden:
1+2 3 4+5+6 7+(8X9) 100.
7425»/» 100.
Horizontaal: 1 Ilias, 5 Garbo, 10 Nana, 12
Loon, 13 Van, 14 Hap, 16 Bod, 17 o. g., 18
Larie, 20 Ge, 21 Raadsel, 23 Dwang, 25 Andes,
27 Erts, 29 Doet, 30 Ras, 31 Ark, 33 Era, 34
e.k., 35 droom, 37 en, 38 gegooid, 40 melodieus.
Verticaal: 1 invorderen, 2 laag, 3 Inn, 4 Aa,
6 al, 7 rob, 8 boog, 9 onderstand, 11 hard,
14 Kaag, 15 Pisa, 18 lans, 19 eend, 21 rats,
22 l.d.o.e., 24 wrak, 26 eere 28 brood, 31 Argo,
32 kooi, 35 del, 36 mie, 38 ge, 39 du.
De prijs werd gewonnen door:
C. A. VAN STRAATEN—WEERDEN
Zuid-Hoek 282 B, Rotterdam.
Correspondentie: C. M. K. U moogt inder
daad mee doen met de raadselrubriek.
H. A. Jr. U kunt eveneens meedoen met de
raadsels der H. C.
j f. H. Wat U schrijft is ons uiteraard
niet ontgaan. Er is echter een zeer gegronde
reden voor geweest.
niet mis.
Iemand in de Ooievaarstraat werd door een
ander bedreigd met niets minder dan een
ijzeren staaf. Tot de volvoering van die bedrei
ging is het gelukkig niet gekomen.
aanrijding.
Een bewoner van de Wormer reed gisteren
op den Rijksweg per rijwiel en werd door een
achter hem aankomende personenauto aan
gereden. Het gevolg was, dat de man zijn
rechterzijde verwondde, waardoor hij eenigen
tijd z'n werk niet zal kunnen doen. De fiets
werd beschadigd.
gesprongen waterleidingen.
Hier en daar werden door de politie nog
gesprongen waterleidingen geconstateerd en
onderhanden genomen.
rijwielen.
Door twee personen, waaronder iemand van
Texel, werd aangifte gedaan, dat zij hun rij
wielen vermisten
Verzekert Uw fiets voor 3 gulder per jaar.
Bij diefstal krijgt U een nieuwe terug.
K. KOS, Koningstraat 76.
ised. Hervormde Gemeente.
Den Burg, v.m. 10.30 Ds. Visser.
Maandcollecte.
Den Hoorn, v.m. 11 u. Ds. Wesseldijk.
Oosterend, v.m. 10.30 Ds. Kok.
De Cocksdorp, v.m. 11 u. Ds. Salm.
Maandcollecte.
Eierland, n.m. 4 u. Ds. Salm.
Koog, v. m. 10.30 Ds. v. 't Hooft.
Doopsgezinde Gemeente.
Oosterend, v.m. 10.30 Ds. Gorter.
Den Hoorn, n.m. 3 u. Ds. Gorter.
Geref. Kerk.
Den Burg (geb. Fanfare) v.m. 10.30
Cand. Wouda.
N.m. 3 u. Ds. v. d. Leer.
Oosterend, v.m. 10.30 Ds. v. d. Leer.
N.m. 3 u. Cand. Wouda.
Geref. Kerk H.V.
Oosterend, v.m. 10.30 en n.m. 3.30
Ds. Veenemans.
Jacobus Johannes Blaakman, van Den Burg
Weverstraat 1 naar Groesbeek, Muntberg 1.
Christiaan v. d. Kolk, echtgenoote en kind
Julianastraat 16, Den Burg van Schagen,
Landbouwstraat D 14; Petrus J. Grootveld,
Oudeschild 210 van Den Helder, Sternstr. 4;
Jan Arie Struijf, Schilderseind 82 Den Burg
van Z(jpe B 51; Maria Joh. Mant je S 7 van
Amsterdam Groenburgwal.
Amsterdam, Groenburgwal; Bernard Mulder,
Julianastraat 3 Den Burg van Haarlemmer
meer Zwanenburg Eikenhout; Aug van Vliet,
Oudeschild 393 van Den Helder, Havenpl. 7:
Bauke de Zee en echtgenoote Oudeschild 74
van Den Helder, Treubstraat 53; Lieuwke
Gerritsen Westerweg 1 Den Burg van Heilo;
Heiloërdijk B 25; Jan Kip, echtgenoote en 2
kinderen S 18 van Den Helder, Narcisstr.15;
Lolke Dorenspleet, Den Burg Schilderseind
van Den Helder, Kanaalweg 5; Gerrit v. Dijk
als voren; Albert Zielman B 15 van Blokker
A 3.
CANDIDAATSTELLING V.I.O.D.
In de bestuursvacature van de vereeniging
V.I.O.D. (het z.g. Groote Fonds) is inplaats
van den heer Jac. Adrz Bakker, die tot voor
zitter was benoemd, bij enkele candidaatstelling
gekozen de heer G. J. Keyser en in de vaca
ture, ontstaan door het overlijden van den
heer C. Bruin Pz., werd, eveneens bij enkel
candidaatstelling, gekozen de heer S. Bruin Lz.
van 18 t.m. 24 Januari 1941.
Geboren: Leendert Johannes, z. v. Willem
Wesseldijk en Johanna Tasseren; Henricus
Wilhelmus Zacharias, z. v. Jacob de Graaf
en Thèodo'ra'CatharinA 'Öraa'f.
Overleden: Pieter van Hert, oud 80 jaar,
ongehuwd; Bakker, Dirk, oud 75 jaar, geh. m.
Johanna Roeper.
Gevonden: een schoen, een want, een hoed,
textielzegels, een sierspeld, een paar kousen.
I
Urk, 22 Januari. Door 17 vaartuigen werd
heden aan den gemeentelijken vischafslag, al
hier, aangevoerd: 186 pond snoekbaars, van
619 pond per vaartuig, prijs 8590 cent, 48
pond baars, 32—37 cent per pond.
ONGELUKKEN.
Door de geweldige gladheid op de straten
zijn er eenige ongelukken gebeurd. Betje Hak-
voort viel op het achterhoofd en kreeg een
ernstige hersenschudding. Mej. L. de Vries
viel zoo ongelukkig dat haar been op 3 plaat
sen werd gebroken.
EEN ZWARE TOCHT.
Het personeel van de Eerste Urker Stoom
boot Maatschappij heeft een dezer dagen een
tocht naar Kampen ondernomen voor het af
halen van vracht. Des morgens om 7 uur toog
men op weg, waarna men den volgenden avond
on 9 uur, met veel vracht, op Urk arriveerde.
Ongeveer 30 bussen melk werden er aange
voerd.
(Bulten verantwoordelijkheid van de Redactie.
Niet geplaatste stukken woiden
niet teruggezonden.)
Geachte redacteur,
Naar aanleiding van Uw artikel betreffende
de 300 sneeuwruimers, zou ik het volgende
onder Uw aandacht willen brengen.
Elke sneeuwruimer moet zijn eigen schop
medenemen, kosten 1.Na 2 dagen gebruik
op de steenen is deze schop onbruikbaar. Wie
zal dat betalen De sneeuwruimer kan geen
dubbeltje missen, laat staan I. Zou het niet
billijk zijn, als hij vergoeding voor zijn schop
krijgt Daar hij, als hij zijn schop weer moet
gebruiken, weer 1.moet neertellen voor een
nieuwe.
Een sneeuwruimer.
Het zal sneeuwruimer natuurlijk ook bekend
zijn, dat het meebrengen van eigen materiaal
altijd verplichtend is geweest. Meent hij echter,
dat hij recht heeft op vergoeding, dan moet hij
zich met zijn werkgever, dat is in dit geval de
grondmaatschappij te Wieringen, in verbinding
stellen.
Red. Heldersche Crt.
MACHINISTEN-EXAMENS.
De commissie van de machinisten-examens
zal van Maart af te 's-Gravenhage, Nassau-
plein 27, de machinisten-examens afnemen.
Aanmelding van 28 Januari tot 3 Februari bij
den voorzitter der commissie. Voor bijzonder
heden raadplege men de Staatscourant van
Woensdag 22 Januari.
De boodschap van Christus en de niet-
Christelijke religies door Dr. J. H. Ba-
vinck. Uitgave van J. H. Kok N.V., te
Kampen, 1.35, ingen. 1.90 geb.
In bovenstaand boek hebben we een over
zicht van een uitnemend werk van Prof. Dr.
H. Kraemer te Leiden, nl. „De boodschap van
Christus in een niet-christelijke wereld".
Dit boek van Prof. K. heeft niet alleen in
zendingskringen, maar ook daarbuiten over
de geheele wereld de aandacht getrokken.
Het verscheen voor het eerst in 1938 in Lon
den en heeft sindsdien reeds verschillende
herdrukken beleefd. Een Duitsche vertaling
is enkele maanden geleden verschenen. Dat
het boek zoo de aandacht getrokken heeft,
is volgens Prof. Bavinck in de eerste plaats
daaraan te danken, „dat het ons een over
zicht biedt over de verschillende wereldgods
diensten van zulk een diepte en zulk een
helderheid, dat ieder mensch. die zich voor
deze groote religieuze problemen interes
seert, zich zelf groote schade doen zou, wan
neer hij dit boek ongelezen zou laten".
Wij kunnen Prof. Bavinck dan ook niet
dankbaar genoeg zijn, dat hij dit uitnemende
werk voor den Nederlandschen lezer toe
gankelijk heeft gemaakt door in het kort
bestek van zijn overzicht den rijkdom daar
van op zulk een uitnemende wijze te ontvou
wen.
In het boek van Prof. Bavinck ontvangt
de lezer niet slechts een beknopte weergave
van dè rijkste en schoonste gedachten van
het boek van Prof. Kraemer, maar tevens in
het tweede gedeelte van zijn boek een op
bouwende critiek, waardoor de vragen waar
om het in het werk van Prof. K. gaat, in
een nog helderder licht komt te staan.
Wij kunnen dit boek van Prof. Bavinck
niet slechts van harte aanbevelen aan allen,
die belangstellen in de wereldgodsdiensten,
en de groote crisis waarin deze in den tegen-
woordigen tijd zijn geraakt, ook niet slechts
aan alle zendingsvrienden, maar in het bij
zonder juist aan hen, die meenden, dat al
dat zendingswerk toch eigenlijk maar over
bodig is.
De openbaring van Johannes, in haar doel
en beteekenis voor dezen tijd beoordeeld door
Ds. F. Dijkema.
Ds. Dijkema neemt in deze brochure stel
ling tegen het oppervlakkig en onoordeel
kundig verklaren van de Openbaring van
Johannes en tracht het juiste licht op dit
boek te werpen.
O.i. is de brochure daar volkomen in ge
slaagd. Wij ontvangen in deze brochure een
Kort overzicht van den inhoud, de historische
achtergrond en de waarde die dit Bijbelboek
heeft voor ons.
MANNEN MET „EN WOORD VOOR
DEZEN TIJD.
Wie het nieuwe boek van Dr. H. R. Callen-
bach: De Profeten uitg. Hervormd Neder
land te Amsterdam) ter hand neemt, doet
wonderlijke ontdekkingen. Het kan gebeuren,
dat hij er met zekeren tegenzin aan begint:
zoo'n boek met korte stukken trekt hem veel
minder dan één doorloopend verhaal. Het kan
gebeuren, dat die oude Lsraëliten hem eigen
lijk maar matig interesseeren. Maar als hij
dien tegenzin en dat gebrek aan belangstelling
heeft overwonnen, merkt hij ineens, dat hij
toch écn doorloopend vsrhaal leest, dat die
profeten feitelijk alle problemen behandelen,
die de menschen ven alle tijden, ook van onzen
tijd bezig houden.
In schijn is er een menigte hoofdpersonen;
in werkelijkheid zijn het steeds dezelfde. In elk
hoofdstuk is het getuigenis van den eeuwigen,
eenigen Hoofdpersoon in leven en wereld; in
elk opzicht is de tweede hoofdpersoon even
eens dezelfde; n.1. degene, die aangesproken
wordt. Naar het tijdelijke moge de aangespro
kene het volk Israëls geweest zijn, naar het
eeuwige is het ieder volk en ieder land. Het is
onmogelijk alle problemen te noemen, die de
profeten behandelen. Nemen wij een voorbeeld:
het sociale vraagstuk. In Amos lezen wij, hoe
de profeet zijn stem verheft en uitroept: Het
oordeel Gods komt, omdat gij den rechtscha
pene voor geld verkoopt, den arme tot slaaf
neemt, wijl hij het paar schoenen, dat gij hem
leverdet, niet kunt betalen. Gij trapt de gerin
gen op het hoofd Als allen dit eens er harte
namen, als de kerk en de christenen zich dit
eens door Gods Woord lieten zeggen en er
naar handelden, de sociale verhoudingen zou
den anders z(jn.
Ieder profeet predikt op zijn eigen wijze.
Ezechiel bv. laat vooral de majesteit, de macht
en de heililgheid Gods uitkomen en hij doet dit
op zijn eigen wijze, wat breedsprakig, in een
taal vol beelden en visioenen, waarmede hij
tracht een beschrijving te geven van Gods
heiligheid.
Er is in en van de profeten veel te leeren.
Geen is er, die niet iets te zeggen heeft voor
het persoonlijke leven, voor het leven van land
en maatschappij, voor de sociale verhoudingèn,
voor den vrede van mensch en wereld. Neen,
een droog boek, een dorre verzameling opstel
len is dit boek De Profeten, dat tal van uit
stekende illustraties bevat en dat technisch
goed is u!tgevoerd, geenszins. Als ge er ern
stig aan begint, leest ge het uit en aan het
einde slaakt ge een zucht, die de onuitgespro
ken woorden behelst: „Ik wist niet, dat in die
boeken der profeten zooveel rijkdon., zoovéél
schocns, zooveel prediking voor alle tijden
verborgen lag."
Over Pygmeeën, Kameroen en Kongo.
Kortgeleden kondigden wij aan het eerste
deeltje van een reeks, gewijd aan primitieve
kunst en cultuur. Het is met verwijzing naar
deze beschouwing, dat wij er thans op wijzen,
dat thans nu zijn verschenen de beide volgende
deeltjes, namelijk „Pygmeeën en Papoea's"
(Kunst en cultuur in Nieuw Guinea) en „Ka
meroen en Kongo" (Kunst en cultuur in
Afrika.
De boekjes, uitgegeven onder auspiciën van
het Koloniaal Instituut en verschenen bij van
Loghum Slaterus NV te Arnhem, kenmerken
zich. evenals ^het eerste door hun gedegen in
houd. Gedegen en... bijzonder leesbaar. Hier
is men er in geslaaggd een onbekende stof niet
„geleerd", maai; voor iedereen begrijpelijk weer
te geven. Iets, dat de waarde en de belang
rijkheid der uitgave aanmerkelijk bevordert.
Deze boekjes staan op een hoog plan en
wij hopen dat ze in vele handen komen. Men
leert hier iets dat ieder Nederlander moet
weten. De illustraties zijn bijzonder mooi, ter
wijl de boekjes smaakvol gebonden werden.
„Kleine Man, Groote Man, het kan verkeeren"
Zoojuist is bij „De Amsterdamsche Keur-
kamer" verschenen het nieuwe boek vr.n Hans
Fallada (De schrijver van „Kleine Man, wat
nu?) getiteld „Kleine Man, groote man, het
EVANGELISATIES IS DE
NEDERLANDSCHE HERVORMDE KERK.
Het Hoofdbestuur van den bond voor evange-
lisatiën in en ten bate van de Neder'andsche
Hervormde kerk heeft een brief gericht tot de
kerkeraden der Sederlandsche Hervormde ge
meenten aan wie het orgaan geregeld gezonden
wordt en tot alle leden van den bond waarin
gewezen wordt op den uitermate moeilijken toe
stand waarin bijna al de bondsevangelisatiën
zich bevinden gedurende de laatste vier maan
den.
GIFTEN EN LEGATEN.
Gecommitteerden tot de zaken der Seder
landsche Hervormde gemeente te Rotterdam
hebben uit 's Gravenhage een gift van f 1000
ontvangen, in den vorm van een obligatie.
NIEUWE TAAK VOOR PREDIKANTEN EN
LIDMATEN.
Uit het rapport van de wereldzendxngscon-
ferentie te Tambaram: God roept zijn kerk op
om voort te gaan door persoonlijk en gemeen
schappelijk getuigenis zooals in de dagen
der apostelen, toen men overal heentrok met de
prediking van het Woord. Als elke predikant
zichzelf zou beschouwen als evangelist en zijn
gemeente in gemeenschappelijk getuigenis tot
Christus zou leiden, dan moet een vooruit drin
gen daarvan het gevolg zijn. De kerken moeten
een programma opstellen om predikanten en
lidmaten te leeren, hoe te evangeliseeren.
LOS VAN DE KERK.
Wij lezen in het Calvinistisch Weekblad:
„Er zijn cultuurhistorici geweest, die ons getee-
kend hebben de onvermijdelijke ..oplossing'' van de
kerk als middelpunt. Meestal werd deze beschou
wing dan geplaatst tegen den achtergrond van de
Middeleeuwsche autoriteitskerk. die met een wijden
boog alle levenskringen begeerde te overspannen
en te behecrschen. Inderdaad: hier heeft men aan
de kerk een plaats gegeven, die haar niet toe-
kwam. Aan deze kerkbeschouwing is gewrikt en
ze is van allerlei zijden in gevaar gekomen.
Inderdaad is de Reformatie ook duidelijk geweest
in de kritiek op de middeleeuwen. Er is gekomen
een méér op zichzelf staan van allerlei levenskrin
gen en daarin schuilt nu het probleem. Dat is zoo
geweest in de richtingen, die onder den invloed
van het humanisme alle levenskringen één voor één
hebben verwereldlijkt en autonoom gemaakt. Dat
proces der verwereldlijking is door velen beschre
ven. Het boeit en houdt ons vast om z'n conse
quente ontwikkeling, die ons doet huiveren. Want:
..los van de kerk" beteekent hier los van het
Woord Gods". En de kerk voorzoovcr ze nog
blijft staan moet zich beperken tot het terrein
van de ziel en daar mag ze zelfs „middelpunt" zijn.
Maar de 18e en 19e eeuw hebben in den voortgang
van het proces reeds duidelijk laten zien, dat ook
„de ziel" zóó in dit proces was betrokken, dat de
deuren van de kerk van Jezus Christus allengs wer
den gesloten."
DE SYNODE DER NEDERLANDSCHE
HERVORMDE KERK.
Wij lezen in „Hervormd Nederland":
,JDe gebeurtenissen van 10 Mei en volgende
dagen, hebben de synode als met één slag ge
bracht van passief beheeren tot actief bestu
ren en regeeren. In de getuigenissen een en an
dermaal van haar uitgegaan, heeft zij, alsof
hare samenstelling niet de weerspiegeling ware
van de richtingskwestie in de kerk en dus van
hare verdeeldheid, onomwonden en met klaar
geluid het belijdend karakter der kerk, uitge
dragen en- daarmede in feite een verleden afge
sloten, dat haar meer dan een eeuw lang van
dit spreken en getuigen weerhield. In feite is
daarmede eigenlijk de reorganisatie-vraag op
gelost. Er zullen er natuurlijk zijn die dit
niet willen erkennen, maar wie goed toeziet,
moet tot de conclusie komen, dat zelfs een
synode als de onze, zoo menigmaal uitgekreten
voor willoos „staatscreatuur"indien de om
standigheden maar gunstig en dwingend optre
den tot veel in staat is, dat de grootste optimist
niet van haar had verwacht.
Er is in en vanuit Javastraat 100 te Den
Haag, de laatste 7 maanden van 19j0 hard ge
werkt en veel tot stand gebracht. Er is in de
kerk een breede kring gevonden van ambtsdra
gers en gemeenteleden, die met inzet van alle
krachten, medegewerkt heeft waar noodig was.
Het gevoel en de zekerheid: de synode kan nog
wat, heeft zeer stimuleerend gewerkt. Wij den
ken daarbij aan de door de synode benoemde
onderscheidene commissies en haar arbeid;
denken aan de uitstekende en principieele arti
kelen in het officieel weekblad der kerk (welke
serie pas in den aanvang isj; denken vooral
ook aan de krachtige en doelbewuste leiding,
uitgaande van den secretaris-generaal, Ds. Gra-
vemeijer. Houdt men daarnaast in het oog het
geen in minimum van tijd door de synodale
commissie in de najaarszittingen is gepres
teerd, dan is het niet te veel gezegd, wanneer
wij opmerken, dat in deze dingen en voor de
kerk, de 10e Mei heilzaam heeft ingegrepen, en
dat deze gang van zaken alleszins bemoedigt
voor een toekomst die nog vele zorgen kan
brengen".
kan verkeeren" (Prijs ingen. 3.25 geb. 3.90)
Was het succes van den eersten „Ki..inen Man"
groot, het succes van dit boek zal zexer roet
kleiner zijn. Integendeel, hier 'eest men Fallada
op z'n best, hier kan men zic.i ntir dan ooit,
vergasten aan het 'even van de kiei-e hurgir-
luyden, zooals er werkelijk 11 in het dozijn
voorkomen.
De kleine man erft. Niet m.-ar zo. 'n bagatel
nee hij erft diverse millioenen. Gok een
kasteel met fabriek, landerijen parken, effec
ten, enz., enz. In de ruimste beteeken'» van het
woord een historische erfenis, een erfenis, die
iemand doet duizelen. De kleine man en z(jn
vrouw duizelen natuurlijk ook, en het boek
beschrijft de via dolorosa van het bezit dezer
eitenis. Tot aan het moment dat zij... maar
laat or„s dit niet verklappen; het is beter dat
U vandaag aan den dag zelf dit boek koopt
en ir van gaat genieten.
Inderdaad... genieten. Het is een werk, ge
laden met geest, humor en originaliteit. Iedere
bladzijde bewijst dat deze Fallada „den kleinen
man" kent. Beter dan wie ook. En omdat wij,
laat ons het bekennen, allen iets van den
„kleinen man" in ons hebben is het begrijpelijk
dat wij onszelf in dit boek keer op keer terug
vinden.
Een bijzonder geslaagd boek, dat ongetwij
feld zijn weg zal vinden bij duizenden „kleine
mannen". Ook al hebben die geen millioenen
(waarover zij dan niet rouwig zullen zijn...)