£tadinieuivJ De Heldersche jeugd in Nieuwe Niedorp past zich aan****** „Ze loopen op klompenzegt meester Vandaag voor 50 jaar IMfiTBSCSHli SSH©@$IHEE>EN Kesdc en Zendw/} ïliuiuM uit UaJc Donderdag 6 Maart 1941 Tweede Blad De Juttergeest verloochent zich niet Er kan weer buitengaats gevischt worden Leeszaal bezoek Helders Mannenkoor gaat jubileeren Levering voor de Duitsche Weermacht Correspondentie Werner Crone, Koningstraat 29 Tusschen de wielen We stappen een nieuw schooltijdperk binnen als we van Alkmaar in Nw. Nie dorp komen. Wat een verschil! Hier geen hooge, saaie lokalen, geen kronkeltrap pen en kale gangen, geen achterbuurt, waar nog juist een plaatsje was voor een school, een plek zonder licht en zonder fleur, zonder ruimte voor de kinderen om zich in het speelkwartier te kunnen bewegen. Hier op de meest gunstige plaats van het dorp een schoolgebouw, licht en vroolijk, een breede betegelde speelplaats, de lokalen zóó geplaatst, dat ze alle zon op moeten vangen die er van den hemel komt. En daar binnen een en al licht, crème-tegelwerk op de vloe ren, geel glanzende wandtegels, met zwarte biezen afgezet, bloembakken, veel glas in lood, waardoor het licht extra vroolijk naar binnen valt. We vragen ons af of het niet wat al te overdadig is met deze inrichting. Is dit een dorpsschool? Het is een juweel en be nijdenswaardig zijn de onderwijskrachten, die hier moeten werken en de kinderen, die hier leéren. „Een school met een goeden naam", prijst de inspecteur. „Toegewijde leerkrachten en een uitstekend hoofd". Speelkwartier. Het is juist speelkwartier als we op Nw. Niedorp aankomen. Speelkwartier beteekent na de inspanning van den geest, de ontspan ning, ontspanning die bereikt wordt via ren en holpartijen, door schreeuwen en tieren, door vechten en dollen. Een gezonde geest woont in een gezond lichaam en een gezond kinderlichaam moet zich uiten in krachtsont wikkeling, op welke wijze dan ook. De „Nieroppers" zijn gezonde kinderen. Het is een heidensch lawaai daar op die zonnige speelplaats. In het midden van de dorpskinderen zijn de 24 Nieuwedieper- tjes opgenomen, die sinds eenige maan den deel uitmaken van de dorpsgemeen schap. Als de schoolsirene gaat, stellen de kinderen Zich in rijen op achter hun onderwijzers of onderwijzeressen. Meneer Ouwerling van Den Helder, meneer Noorman, juffrouw Visser en juffrouw Brouwer. Het gaat ordelijk, gedis ciplineerd, beschaafd. Weg zijn de wilde ge ruchten. Het schoolplein ligt verlaten, rustig gaan de kinderen naar binnen en na vijf minuten zijn er vijf werkende klassen. Kin deren in aandacht voor wat de onderwijzers en onderwijzeressen hebben te vertellen. De Heldersche kinderen zijn ondergebracht in de verschillende klassen. Het hoofd van de school, mijnheer •Vessels, vond dat beter en ook toen er een Heldersche leerkracht kwam, vond hij het niet goed, de kinderen uit het klasseverband te halen en ze in één klas onder te brengen. „Ze loopen op klompen". „Hebben de kinderen zich al aangepast", vraagt de inspecteur aan het hoofd. „O ja, meneer, best, ze loopen al op klom pen." De Heldersche jeugd lacht, een paar schud den heftig ontkennend het hoofd. „Op klom pen", hoe kan meneer het zeggen „Bevalt het jullie goed in Nw. Niedorp,, jongelui", vraagt wethouder v. Loo. „Ja meneer", klinkt het als uit één mond. „En willen jullie weer terug naar Den Helder?" „Nou en of meneer!" Er is er niet één uitgezonderd. De namen van de Jutterkinderen worden genoteerd en hun schooldomicilie in Den Helder. „Kanaalweg, Koningstraat, Rehobothschool" „Vreemd", zegt de inspecteur. „Hoe komen al die kinderen van het Christelijk onderwijs hier in Nw. Niedorp terecht? Het is hier wel de meest links vrijzinnige gemeente, die men zich denken kan". Inderdaad is het vreemd, een raadsel dat moeilijk te verklaren is. De groote meerder heid van de Heldersche kinderen in N. Nie dorp behoorde tot het Christelijk onderwijs in Den Helder. Het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Ze zijn er niet uit te halen die kleine Nieuwediepers, als ze daar zitten tusschen hun Nieropper-schoolmakkertjes. Dezelfde frissche toeten, dezelfde glundere snuitjes. Ze zijn één geworden met de plattelandertjes. De eerste dagen, ja toen waren ze de helden, de jeugd, die wat meegemaakt had en menig „bomverhaal" heeft op de speelplaats opgang gemaakt. Het werd vaak nog griezeliger op- gedischt, dan het in werkelijkheid geweest was. Maar nu zijn de bommen vergeten en leven ze daar in het land, bij de koeien. Ze hebben zich de taal van het land eigen ge maakt en zeggen even geintoneerd: „N6 jó" als ze verbaasd zijn, als de plattelanders zelf. Toch verloochent zich de Juttergeest niet. „Dan moet u dit eens zien", zegt meneer Wessels. Hij laat ons een teekening van Jan de Jong zien, een portret van een van de oude zeeridders. „Is het niet knap geteekend?" We staan even verbaasd te kijken. Wat een expressie, wat fijn getroffen dat oude tanige gezicht, met oogen die altijd de verte zien, de diepe groeven, het schip- persbaardje. De teekenaar zelf zit he lheiden ergens in het midden van de I W: f - i (Teekening J. de Jong.) klas. „Die heeft gaven" constateeren we gevieren. En we besluiten het plaatje eens in de krant te reproduceeren om onze lezers te laten zien, hoe het hart van de Jutterjeugd daar in den vreemde trekt en haakt naar Nieuwediep, dat ze tijdelijk verloren. Meneer Wessels toont met trotsch meer teekeningen van Jan. Het is alles even knap. De Volendammer, de kruier op het station. Aan het perspectief ontbreekt nog het een en ander. De Heldersche onderwijzer is best te spre ken over zijn tijdelijke plaatsing. Een pret tige school, gezellige kinderen en een goede omgang met de overige leden van het perso neel. De jeugd zingt. Een half uur voor het uitgaan van de school is er zang van de klassen 4, 5 en 6. Meneer Noorman heeft de leiding. Dat is een geboren zangpaedogoog, zooals hij daar staat voor de overvolle klas. De armen gestrekt, de toon aangevend, luisterend, gebarend, bemoedigend waarschuwend. Een klas die oplet, die ge spannen wacht. Sol, la, si, do. Ja, opgelet; één, twee, drie, vier. De kinderen zetten in, niet aarzelend, maar zacht, zeker, met gevoel. Vierstemmig wordt er gezongen en tweestem mig. Het eerste lied: „Aan den nacht", wordt goed vertolkt. Dan schalt als bazuingeschal, vroolijk en opgewekt, frisch en klaar: „Ik leef hoog op de alpen." Wat is het zuiver, die kinderzang! Wij, gasten, luisteren, het ont roert ons. Jeugd die.zóó kan zingen, met zoo veel enthousiasme en overgave, belooft wat voor de toekomst. Houdt moed! De inspecteur is tevreden over de school. Hjj steekt die tevredenheid niet onder stoelen of banken. Meneer v. Loo staat daar maar glunder te kijken. „Die Heldersche jongens en meisjes hebben het hier getroffen" denkt h(j hardop. Meneer Daalder heeft de namen geno teerd. Hij heeft van de wenschen kennis genomen. En dan r\jden we op Schagen aan. Over heel de wereld straalt de zon. Lentebeloften! Toekomstmuziek! Maatregelen, die in acht genomen moeten worden. De kustvisscherij wordt vanaf 15 Juli '40 weder toegestaan het bedrijf ter hand te nemen. Evenwel met inachtname van een aantal voorschriften die men lezen kan in een advertentie in dit nummer van ons blad. Men leest daarin o.a. dat visscherij kan plaatsvinden in de Waddenzee ten Oosten van de ljjn Den Helder-De Mok en ten Zuiden van den lfln Noordpunt Texel- Harlingen. Men dient op het navolgende acht te slaan: Ieder lid van de bemanning moet een identiteitskaart beziten en deze op aan vraag toonen. Bij mist, slecht weer, sneeuw e.d. mag niet uitgevaren worden. Het is verboden fototoestellen en sein- toestellen mede te nemen. Het meenemen als passagier van bur gers is verboden. Een uur voor zonsondergang tot een uur na zonsopgang behooren de schepen in de haven te liggen. Het is strikt ver boden dat eenig vaartuig zich gedurende den nacht buitengaats bevindt. Om in het bezit van de verplichte ver klaring te komen moet de consentbezitter zich wenden tot de Hafenüberwachungs- stelle alhier. Het bureau is gevestigd in het 'instituut en geopend van 912 uur en 25 uur. Het bewijs verkrijgt men koste loos. Voor nadere bijzonderheden zie men de in dit nummer opgenomen advertentie. De Leeszaal werd gedurende de maand Februari bezocht door 287 mannen en 87 vrouwen, totaal 824 personen. Uitgeleend werden 1594 romans, 1234 studieboeken en 1049 kinderboeken, totaal 3877 boeken. Ltfst van nieuwe aanwinsten Maart 1941. Romans: Donato, P. di, Menschen en mortel. DjjkHas, Nelly van, Ik wil gelukkig zijn. Eyk, Henriëtte v., De lotgevallen van Thérèse. Ferwerdavan den Berg, Annie, Jij, meisje... Laer, F. van, Dé verloren bruid. Sas, H. 't, Jacob Janson's liefde. Willink, LMijn wolkenkrabber. Studiewerken Casimir, R., J. Karsemeyer en G. Kazemier, Humor in Holland. Cresson, A., De wijsgerige stelsels. Gumpert, M„ Baanbrekers der wetenschap. LotgeringHillebrand, R., Onze voeding in distributietijd. Rademaker, L. A., Waar bleien de tien stammen van Israël? Smit, J., Open vensters. Stoep, D. van der en H. H. Folderhof, „In de houten broek." Geschenken: Dijk, G. J. van, Logarithmen, reeksen en samengestelde intrest. Eras, V. J. M., Sloten en sleutels door de eeuwen heen. Heil, J. W., Leerboek der werktuigkunde. Hocking, J„ The everlasting arms. Mc Clatchie, S'., Sieh: Das Herz Europas. Robertson, F. C„ The Mormon trail. UonctiUn mt hel Vtieqervd Maadyt De Zangvereeniging ,JIelder's Mannenkoor" zal, naar we vernemen, in 't begin van April baar tienjarig bestaan feestelijk vieren, door 't geven van een groot concert in Tivoli. De heeren J. Koning, kapelmeester K.N.M., L. A. Schouten en F. Werner, respectievelijk voor piano, viool en voloncel, hebben hun belang- looze medewerking toegezegd, evenals het symphonie-orchest van de K. N. Marine, dat het feest zal opluisteren door het geven van eenige ochestwerken. Er zal o.a. worden uit gevoerd een geheel nieuw werk van Edvard Grieg .JLanderkennung"We vertrouwen dat Helder's Mannenkoor met dat feest veel suc ces zal hebben en koesteren van de e.k. uit voering de beste verwachtingen. In een advertentie in dit nummer brengt de burgemeester ter kennis van belanghebbenden dat alle door troepenonderdeelen en militaire instanties der Duitsche Weermacht gedane aankoopen en gevorderde leveringen en ver richtingen contant worden betaald en kunnen met ingang van 1 Maart j.1. niet meer als R-verrichtig in behandeling worden genomen. Slechts in dringende uitzonderingsgevallen kan nog van een R-verrichting sprake zijn. WEER JEUGDIGE DIEVEN? Eenige jongens van plm. 16 jaar werden door de politie aangehouden, daar zij verdacht werden van diefstal van gereedschappen. Na verhoor zijn zij op vrije voeten gesteid. INBRAAK. Een bewoonster van de Binnenhaven deed aangifte, dat men een bezoek had gebracht aan haar woning en daarbij eenig huisraad had ontvreemd. Mevr. S., Hoogkarspel. Met groote waar deering voor uw goede bedoeling kunnen wij, tot onzen spijt, uw verzen niet opnemen. Er ontbreekt teveel aan den vorm. U begrijpt overigens dat we ons gevleid voelden door Uw vers: „De krant". Red. Held. Crt.". kunnen wij ook niet maken van iedereen, maar wel een goede pasfoto Ga naar De Lente laat weer van zich hooren! Al beseffen wij 't niet, Zij tracht ons nu reeds te bekoren Met vog'lenlied. Nog is 't soms guur en valt er sneeuw, Maar 't verdwijnt al spoedig weer! En uit 't heldere zonlicht, schiet een meeuw Op 't stille water neer. De lente met haar lieve lach, Dét moeten we steeds bedenken, Zal ons na kouden winterdag Den zomertijd weer schenken. L. G. Schets ?n uit t Buitenveid IV. En we reizen maar lederen morgen, iederen avond. We reizen van de Zuid naar de Noord, vice versa. We reizen totdat onze voeten door de of steenkoude of bloedheete „plaat" be- blaard en de schoenzolen geknapt zijn. We reizen het duldelooze eind iederen dag en ware de onderlinge verstandhouding, in het alge meen, niet zoo goed, het werd een niet te dragen last. Het voorjaar is zomer geworedn, de zomer herfst, de herfst winter en nu staan we al weer voor een nieuw voorjaar. Hetwelk we reizend ingaan. Driekwart van de gansche Heldersche ge meenschap ontmoet men in dezen tijd „tus schen de wielen". In de vroege ochtenduren haalt de trein zijn reizigers op, van station tot station. Telkens ziet men door de nat- beregende ruitjes een kluit evacué's staan, die, als de trein nog nauwelijks tot stilstand gekomen is, een aanval doet op de wagons. Deuren zwaaien open en worden met lawijt weer dichtgeramd. Natte menschen, booze menschen. drukdoende menschen, jonge men schen, oude menschen, menschen met veel en menschen met heelemaal geen bagage. Fluitjes gillen langs den trein. Dat zijn de signalen van hen, die hun vrienden wachten. Op iedere halteplaats hoort men zoo geheel verschillende signalen. Het gaat iets beter nu. De morgen komt al vroeger en zelfs als de eerste trein om kwart over zevenen de stad binnenkruipt, ziet men doorgaans al wat rossig licht aan den Oosterkim verrijzen. Een nieuwe dag wordt dan geboren. Een dag met nieuwe hoop, nieuwe verwachtingen en njeuw werk. Drentelend en schuivelend wringt en perst de kudde zich door de te nauwe uitlaten van het station. Op het plein ervoor een miniatuur ..spervuur" van batterij-lantaarns. En vijf minuten later heeft zich de kudde opgelost in de straten van Den Helder. Deze vroeg-trein is geen prettige trein. Daarvoor is de dag nog té jong. Meestal zit zoo'n coupé met vroeg-gangers zonder al te veel spraakzaamheid naast elkaar. Natte menschen, die nog trachten een restant slaap, dat ze te kort kwamen in te halen. Helaas... ze halen het nooit in, want al die uren die men thans te kort komt zijn in totaal reeds aan gegroeid tot een respectabel kwantum onge- noten slaap en men kan er veilig van op aan, dat dit als een verliespost geboekt moet wor den. Nee, dén de avondtrein, die om- half zes vertrekt. Goeddeels dezelfde menschen, maar dan in belangrijk rooskleuriger stemming. Wonderlijke trein. Wij denken daarbij aan de vele prettige momenten, die wij reeds ge durende verscheidene maanden in dezen trein gesleten hebben en welke momenten de af stand Nieuwediep-Alkmaar reduceerden tot een slechts luttel eind, dat men in een goed half uur bereikt. We denken aan dien mijn heer uit de Keizerstraat, die sedert enkele weken de goede gewoonte heeft een ingenieus bedacht opklapbaar stoeltje mede te nemen teneinde op deze wijze verzekerd te zijn van een zitplaats. En welke mijnheer nog steeds iedere maal genoemd vouwstoeltje moet af staan voor laatkomende of onderweg binnen komende dames. En wij denken aan zrjn jeug dige medereizigers, die zich in bruischenden overmoed niet ontzien genoemd stoeltje zóó danig te molesteeren, dat het overstag gaat met alle noodlottige gevolgen van dien. Wij denken aan de reizigers die het nog alsmaar aan den stok heben met de conduc teurs en de leden van de zoogenaamde „zwarte bende". Waarom men deze, zeer respectabele en zeer handzaam optredende controleurs een dermate weinig-gecharmeer de betiteling gaf... 't is een raadsel. We denken aan de compartimenten waarin de jeugd zich uitleeft. Zoodanig, dat de wan den buigen en de ruiten trillen. De jeugd... die in dit reizen alleen maar een nieuw ver- maaks-object ziet, een nieuwe mogelijkheid om gijn en „jen" ter maken. En... als het bin nen redelijke grenzen geschiedt... waarom ook eigenlijk niet. We denken aan onze eigen coupé, die in de loop der maanden weliswaar enkele wijzi gingen, voor wat betreft de inhoud heeft ondergaan, maar die zich overigens kenmerkt door een „splendid isolation". Met treffende aanhankelijkheid en waarlijk hooggestemde gemeenschapszin, met ongekende solidariteit en verrassenden kuddegeest zoekt men elkan der om vijf voor half zes op, en verkrijgt de beschikking over een zeker compartiment in een zeker treingedeelte. Het is hier, dat men (zonder bon) nog op de wekelijksche hoogtijdagen te gast kan gaan aan bitterballen van een prominente plaatselijke lunchroom, aan het gebak van een niet minder te goeder naam en faam bekend staande banketbakkerij en aan de sigaren van een achtbaar sleutelmaker. In zekeren zin vormt deze coupé een soort doorsnee van den plaatselijken middenstand en krijgt men hier als buitenstander interessante bijzonderheden te hooren omtrent de nooden en lusten van genoemd deel onzer samenleving Merkwaardig, hoezeer ieder lid dezer trein- club zijn roeping misgeloopen is. Geen won der trouwens, als men weet dat daar vereend zijn kappers, manufacturiers, warenhuisleiders, slagers, lunchroomhouders, sleutelmakers, banketbakkers, PTT-bestellers en, min of mfeer de annex daarbij behoorende echtelieden. Het zijn echter louter prettige herinneringen die wij aan deze avondtreinen zullen houden. Herinneringen aan hartelijkheid en menig vroolijk intermezzo. DE MORGENLAND-ZENDING. De oorlogstoestand heeft het werk van de Morgen-Zending sterk gedrukt. Maar ondanks dat, gaat het werk geregeld voort. De Armeen- sche vluchtelingen konden nog steeds worden geholpen, al moest noodzakelijker wijze deze hulp worden ingekrompen. Van het werk geeft de Nederlander het volgende overzicht: Het medische werk te Aleppo omvat nog steeds twee medische klinieken met een arts en drie verpleegsters. Dagelijks worden er circa 200 patiënten behandeld. Het aantal pleegkinderen, dat in Nederland pleegouders heeft, is sedert Mei j.l. minder geworden. Het bedroeg voordien 120. Voor deze families, zon der hulp zotiden moeten omkomen, wordt nog steeds gezorgd. Ook van de Kinderbewaar plaats te Aleppo wordt druk gebruik gemaakt. Hier worden kinderen opgenomen, wier moe ders overdag een betrekking hebben. Behalve onderwijs en toezicht ontvangen de kinderen een middagmaal. De afd. ,^Armeensch Handwerk", die vroegen, door den grooten verkoop in Nederland aan vierhonderd jirouwen en meisjes arbeid en brood gaf, is als gevolg van den oorlog bijna tot stilstand gekomen. Men wil thans probee- ren in Aleppo het handwerk te verkoopen. De geestelijke arbeid gaat in elk opzicht door. De tak dezer zending te Damascus leed een groot verlies door het overlijden van de predikantsvrouw aldaar, Mevr. ds. Couderc Dietz. OPGRAVINGEN ONDER DE ST, PIETERS KERK TE ROME. Het Milaansche blad ,Jtalia" schrijft een lange verhandeling over de jongste opgravin gen onder de St. Pieterskerk te Rome. Wij lazen daarin o.m. dat het oorspronke lijke, onder Constantijn verrezen gebouw, een basiliek bestaande uit vyf schepen in de on middellijke nabijheid van het circus van Nero werd opgetrokken. Dit gedeelte voor een deel op den ringmuur van dit circus. Onder de regeering van Paus Nicolaas V (14471455) werd deze basiliek afgebroken omdat de fundamenten begonnen te verzakken. Paus Nicolaas besloot voor deze basiliek een nieuwe kerk te bouwen, de nieuwe St. Pieters kerk. Men begon met den bouw daarvan in 1452. De uitgebreide gewelven, die zich tusschen de pilaren van de St. Pieterskerk bevinden, vormen de zoogenaamde grotten van het Va- ticaan. Voor een klein deel zijn deze ontsloten. De uitgravingen onder het linkerschip (de Capella Clementina) gebeuren in de eerste plaats om de puinhoopen, welke zich nog in de gewelven bevinden op te ruimen, waarna men spoedig zal beginnen aan de gewelven onder het rechter schip (de Capella Grego- riana). Men rekent er niet op, dat men vondsten zal doen van historische- of kunstwaarde. Men heeft de Oude St. Pieterskerk op een, voor moderne begrippen, zeer ondeskundige wijze afgebroken. Gedurende de laatste acht maanden heeft men slechts het voorstuk van een verbrijzelde n heidenschen sarcophaag uit den keizertijd ge vonden. Verder trof men nog mozaiek werk aan uit het plaveisel van de oude St. Pieters kerk, tfrwijl men den oorspronkelijken graf steen van den grafkelder van keizer Otto vond. Aan de zegels met de keizerlijke kenteeke- nen zag men, dat ook een gedeelte van den muur van het circus van Nero werd blootge legd. Tenslotte hoopt men voor verdere op gravingen de fundamenten bloot te leggen, waardoor de omtrek van het gebouw, zooals dat onder Constantijn werd opgetrokken, kan worden vastgesteld. VRIJZINNIGE THEOLOGEN. De vereeniging voor vrijzinnige theologen heeft te Bilthoven haar jaarlykschen conferen tie gehouden. Prof. dr. P. A. H. de Boer hield een voordracht over de Messias-gedachten in het Oude Testament. Dr. C. J. Bleeker hield een lezing over ,J)e Heilandsfiguur historisch en phaenomologisch bezien". Mej. C. Boer be handelde het onderwerp: „Jeugdwerk in de toekomst" en dr. G. Horreus de Haas sprak over de moderne christologie. KERKELIJKE ACTIE TE BERLIJN. Een aantal kerkelijke gemeenten van de Duitsche Evangelische kerk is groot-Berlijn heeft besloten een gezamenlijke evangelisatie actie te beginnen. Gehouden worden een serie voordrachten, waarin behalve theologen ook anderen optreden o.a. artsen, journalisten enz. Hopen wij, dat dit reizen spoedig een einde neemt. Want ondanks alle vroolijkheid, alle gezelligheid en vreugde is het toch maar zuur dag-aan-dag het veege lijf te moeten ber gen in een ander oord dan de bakermat en om zich via een barstend-volle trein huis waarts te begeven. Want, en laat ons hiermede besluiten, de ruimte is in het meerendeel der compartimen ten fantastisch gering: Zoo gering dat men zich in „onze coupé" nog dikwijls in gemoede afvraagt hoe het mogelijk is, dat veertien der mate „gevulde" lieden zich in een ruimte van tien gedurende ruim anderhalf uur kunnen op houden en het leven behouden... Van „aanpassing' gesproken.... VISSCHERIJ. Urk, 4 Maart. Door 18 vaartuigen werd heden aan den Gemeentelijken Vischafslag alhier aange-. voerd: 477 pond snoekbaars, van 2070 pond per span (2 vaartuigen), prijs 5860 ct., 66 pond voorn, 79 ct en 11 pond baars, 23—25 ct. per pond. EXTRA BOOTDIENST NAAR DE LEMMER. De stoomboot „Sirena" maakte Dinsdag een extra boottocht naar de Lemmer om de post auto, die den geheelen winter de post via den Lemsterdijk naar Urk vervoerde, weer naar Urk te brengen. De auto mocht niet meer over den dijk Urk-Lemmer rijden. Met deze extra gelegenheid werden ook 7 koeien voor den slacht naar Urk vervoerd. NIEUWE WERKHAVEN. Aan het eind van den strekdam, die langs den dijk achter Schokland loopt, komt een flinke haven. Tusschen den dijk en de strek dam stroomt het Zwarte water. Men heeft dus een gedeelte van het boezemwater afge zonderd voor een scheepvaartkanaal en bij den ingang van dit kanaal komt nu de nieuwe haven. Deze zal tevens dienst doen als werk- haven bij den aanleg van de Z.O.-polder. Dit werk zal nu binnenkort worden aanbesteed. BURGERLIJKE STAND. GEBOREN: Jannetje, d. van Jan Korf en Tienetje Visser. OVERLEDENHendrik van Dokkum, wedun. van L. Weestand; Jan Bos, oud 63 jaar, echtgenoot van Ester Koffeman.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1941 | | pagina 5