NIPPER EN PELLE
Belijdenis doen
in Duifschland
De slaapziekte
overwonnen
Ik heb gekozen,
Arkadi
Radioprogramma
Vrijwilligers offeren zich op
Ramp in Fransch stadje
Expeditieleger tegen
Chineesche communisten
Hef Jefdoékje" in den banj
Feuilleton
SÈÉ
Be brief wordt per lucht
post verzonden.
L In strijd met alle natuur
wetten blijft de ballon in
middels zweven, doch hoe
lang no^T
2. „Heè, Nipper, we hoeven in
ieder geval de hongerdood
niet te sterven met al de
eetwaren, die we aan boord
hebben!"
„Hier hebben we zowaar
een portduif; zullen we
hem slachten, of zullen'we
hem als postbode gebrui
ken?"
3. „Nou, dat ts niet gek; dan
kunnen we een teken van
leven naar huls sturen!"
4. „Heb Je nou ooit zooiets
gezien! "lier is een brief
van de Jongens! Ze zijn ver
weg boven zee. Als ik nu
maar wist, op' welke breed
tegraad ze zich bevinden,
dan kon ik ze met een
vliegtuig achterna gaan,
die wilde Jongens!"
92. In gevaar.
1. „Heb Je wel in de gaten,
Pelle, dat de ballon op het
punt staat, zijn laatste
adem uit te blazen?"
2. „JVe komo niet zonder
natte voeten door deze
historie heen, dat kan ik Je
wel garanderen!"
„Weg met al die rom
mel, behalve de watervoor
raad!"
3. „Wawhoo denkt zeker, dat
hij de ballon weer nieuw
leven in kan blazen. Laat
hem z'n gang maar eens
gaan!"
Dalen af In brandende mijn.
Omtrent den brand in de Japansche steen-
'kolenmijn van Mibai wordt gemeld, dat het
reddingswerk door het vuur ernstig belem
merd wordt en dat het lot van de 178 op
gesloten mijnwerkers gisterochtend nog vol
komen onzeker was. De autoriteiten zeiden
evenwel vertrouwen te hebben dat deze
mannen in veiligheid zijn en een toevlucht
gevonden hebben in de ventilatieschacht.
Thans zullen 54 vrijwilligers, met gasmas
kers uitgerust, de stoutmoedige poging wa
gen om zich in de brandende mijn te beqe-
ven teneinde vast te stellen hoe de situatie
Is, aangezien men vreest, dat de doorgang
met gesteente geblokkeerd is.
Zou het onderzoek uitwijzen, dat het mo
gelijk is de opgesloten mannen te redden,
dan zullen de pogingen daartoe terstond
ondernomen worden.
Aardverschuiving berooft
van drinkwater.
het
De Zuid Fransche stad Aubenas is door
een reusachtige aardverschuiving, welke
zich vlak bij de plaats voordeed, van het
drinkwater beroofd. De verschuiving ont
stond op den weg van Vlas-lês-Bains naar
Merilhac. Over een lengte van eenige hon
derden meters is de weg versperd. Alle te
lefoonleidingen en de waterleiding zijn ver
nield. Als door een wonder vallen er geen
slachtoffers te betreuren.
Als gevolg van de toenemende spanning
tusschen de Kwo Min-tang en de Chineesche
communistische legers, heeft. Tsjang Kai
Sjek besloten een expeditieleger van onge
veer 250.000 man sterk onder generaal Ho
Jing Tsjin, minister van oorlog en chef van
den generalen staf, naar Tiensjoei in het
Zuidoostelijke deel van de provincie Kansoe
te sturen, teneinde vandaar tegen de com
munisten op te trekken, zoo wordt uit
Tsjoengking gemeld. Vanuit Tiensjoei, waar
het hoofdkwartier der strijdkrachten van
Tsjang Kai Sjek gevestigd wordt, zal het
expeditieleger de door de communisten be-
heerschte drie provincies Sjensi, Kansoe en
Ningsia omsingelen, teneinde het hoofd
kwartier van de roode troepen in Yenan te
bestormen.
„Germanin" contra den Tsetse-
vlieg!
Men schrijft ons van bevoegde zijde^
Wanneer men een verklarend woordenboek
van omstreeks 1900 opslaat, vindt men daar
in nog geen enkel woord over de slaapziekte.
Er is slechts sprake van slaapzucht. Ten be
wijze hiervan citeeren wij uitde groote
Meyers IConversations-lexion, 15de deel, ver
schenen in 1897, (nadat een lange verhande
ling over slaapzucht koma is vooraf
gegaan) het volgende:
„Eine ausschliesslich bei Negern vorkom-
mende Schlafsucht herrscht hauptsachlich
an der Westküste und im Binnenland Alri-
ka's zwischen Senegal und Kongo fast ende
misch unt entvölkert ganze Ortschaften". Na
een beschrijving der verschijnselen gaat het
dan voort: „Fast alle .Falie enden nach Mó-
naten oder Jahren tödlich. Ueber die Ursa-
chen der Krankheit herrscht noch nicht völ-
lige Klarheit, vielleicht ist sie auf Blutpara-
siten, Fiiaria Sanguinis, zurückzuführen."
Eerst toen karavanen de slaapziekte tegen
1900 uit Belgisch Kongo naar Duitsch-Oost-
Afrika overbrachten en zij zich later ook aan
de oevers van het Viktoria-meer voordeed,
sloeg de Duitsche bakterioloog Bobert Koch
daar- zijn tenten op, om achter het geheim
der ziekte te komen. Toen sprak iedereen
plotseling over de slaapziekte en begon de
strijd tegen deze raadselachtige ziekte, die
eindigde met de ontdekking van het ger
manin.
Toen Robert Koch in het Afrikaansche be-
smettingsgebied kwam, stierven duizenden
inboorlingen onder de geheimzinnigste ver
schijnselen. 't Eerste symptoom was koorts.
Dan kreeg de zieke groote huilen in den nok.
Daarop volgde een vreeselijke matheid. De
mannen vielen hij het eten om: vrouwen lie
ten hun zuigelingen vallen; allen vielen in
een doodelijken slaap. Wanneer het slacht
offer een enkele keer ontwaakte, liep hij dik
wijls plotseling amok!
Robert Koch ontdekte, dat de tsetsevlieg de
overbrenger der ziekte was. Hij liet thans de
inboorlingen uit de omgeving van het Vic-
toriameer terugtrekken en verbood hét beva
ren van het- meer overdag. Hij ontdekte n.1.,
dat 's nachts de tsetsevlieg slaapt; dan kon
zonder risico het meer worden bevaren. Dit
bracht wel overal de ziekte tot stilstand,
maar de zieken werden er niet beter door!
In 1917 wordt dan het nieuwe middel
Een hóóge dag, ook voor de
vrijdenkers.
De „Berlijnsche Tijdingen" schrijven deze
week onder meer het volgende:
„Maart is de maand van de „Einsegnun-
gen" te Berlijn. De Protestantsche kinderen
doen hun belijdenis meest met 14 of 15 jaar
dus veel jonger da» in Nederland en dat is'
altijd een groot feest, Eenige Zondagen voor
Paschen zijn daarvoor bestemd. Dan worden
de Berlijnsche jongens in een nieuw donker
pak gestoken met langen broek, dè meisjes
krijgen een lange jurk en de ouders zijn
trotsch, dat zij al zulke groote kinderen heb
ben. Dan begint voor de kinderen de ernst
van tiet leven. Want de meesten gaan dan
dadelijk „in de leer" of „in het leven", zoo-
alsm en te Berlijn zegt. Daar dit een geluk-
wenscli waard is, ziet men op deze dagen
door de gehcele stad niet alleen de kinderen
in hun feestdos, maar bovendien de bloed
verwanten en vrienden des huizes met bloe
men en pakjes in de hand. Want ieder geeft
geschenken. Dat hoort er bij. De trams zijn
propvol op deze Zondagen en op de straten
ziet men overal de feestelijk gekleede men-
sclien, alsof het reeds Paschen was! De
„Einsegnung", het „belijdenis-doen", het aan
genomen worden als lidmaat van de kerk,
is voor den Borlijner 'n veel grootere gebeur
tenis dan bijv. voor den Amsterdammer, voor
wien de kerk als het ware iets particuliers
heeft, terwijl in, Duitschiand de kerk haar
officieel karakter behouden heeft. Wie „aan
genomen" is, geldt min of meer als vol. De
jongen of het meisje moet dan met U worden
aangesproken. Ook de overheid houdt er re
kening mee.
De „Einsegnung" was zoo populair, dat de
„vrijdenkers" voor hun kinderen vóór 1933
thans zijn hun organisaties, zooals men
weet, verboden ook een „Einsegnung" noo-
dig hadden. Zij noemden dit dan de „Ein-
weihung". Hun kinderen werden dan voor
het leven gewijd. Waarbij ook een plechtig
woord gesproken werd en een hoofdstuk uit
het een of ander pantheïstisch evangelie
voorgelezen. 'Maar ook de vrijdenkers-kinde
ren kregen nieuwe kleeren en geschenken
en waren het middelpunt van den familie
kring."
Geen borstzakjes meer in heeren-
costuums in Denemarken.
In Denemarken worden geen borstzakjes
meer in de heerencolberts gemaakt. Ten eer
ste is dit verspilling van stof, ten tweede kan
men er geen zakdoek voor het- dagelijksch
gebruik in opbergen, want dit ziet er spoedig
niet heel smakelijk uit en ten derde is het
zakje in den weg als men het pak wil laten
keeren! Dan komt het naar rechts! De Deen-
sche kleermakers betuigen hun onschuld en
deelen mede, dat het de klanten zijn, die het
zoo willen hebben!
DEELEN VAN EEN GUTENBERGBIJBEL
GEVONDEN.
In het oude gemeentearchief van de stad
Coburg werden onlangs zeer waardevolle
resten van een Gutenbergbijbel ontdekt. Het
zijn drie bladzijden van den zeer zeidzamen
bijbel, waarvaft de bladzijden 36 regels be
vatten. Deze perkamenten bladzijden zijn uit
een bijbel, waarvan naar het oordeel van des
kundigen slechts acht of tien exemplaren ge
drukt zijn. De Coburger bladzijden zijn van
bijzonder goede qualiteit en de kleuren zijn
zijn zéér helder en frisch. Men neemt aan dat
deze vondst den bijbel betreft, welken de
Bamberger bisschop Georg Schaumberg in
1463 aan het Franciscaner klooster te Coburg
schonk. Gutenberg zou den bijbel te Bam-
berg in de jaren 1459—1460 gedrukt hebben.
Een roman
uit het hooge Noorden
Door Agathe Pogner
5.
Potop scheen het steeds raadselachtiger te
gaan vinden. Een oogenblik vergat hij
louter verbazing zijn mond te sluiten, tot nij
er eindelijk wat hakkelend uitbracht:
Dan heb je zeker wat anders verloren...
je... je eer, bijvoorbeeld!
Ook mijn eer heb ik nog, als men ze mij
tenminste niet in een onbewaakt oogenblik
heeft ontnomen. Maar - om je met langer
in het onzekere te laten, beste Potop: ik heb
mezelf verloren! En ik ga naar het hooge
Noorden, in de hoop, dat ik mezelf daar zal
tepTopdterok een gezicht, of hjjI zich veron
gelijkt voelde. Hij dacht waarschijnlijk, dat ik
hem vooT den gek hield, Zijn —g ver-
anderde althans geheel, hg zei
tegen me en schoof me een stapel pa^ren
toe, dien ik thuis maar eens rustig mo
d°Tegenn'dat voorstel verzette ik echter
hardnekkig. Ik verlangde, dat hij
ling en liefst zoo kort mogelijk zou ,nl c
Zoo vernam ik dan tenslotte, „„„ptrok-
loos een huis voor me zou worden g
ken met een oppervlakte van ^en maal
zeven vierkante meter en dat ik diverse
op vrij. vervoer van levensmiddele ,Derg
gereedschappen, welke ik en mij
daar noodig zouden hebben...
Hier onderbrak ik den spreker met een
tC>- Dm zul je er een paar moeten z~lt£
Want zonder ervaren helpers en go tpcre_
seerde honden ga je een wissen dood g
moet. Vergeet alsjeblieft niet, dat het
in Januari en Februari tegen de vijftig graden
vriest, om van de ijzige stormen nog maar
niet te spreken!
Wind en koude boezemden me geen vrees
in. Daar kon je je tegen beschutten. Maar de
honden en de helpers! Waar moest ik die In
's hemelsnaam vandaan halen?
Potop wist raad. Hij kende drie mannen,
die reeds vele jaren in het hooge Noorden
jaagden. Dit jaar hadden zij op de terugreis
pech gehad. Hun schip was in botsing ge
komen met een drijvenden ijsberg, waarbij zij
er slechts ternauwernood het leven hadden af
gebracht.
Als je die drie mannen kunt krijgen, dan
zou je goed af zijn, besloot Potop zijn uiteen
zettingen. Zij zijn niet alleen zeer bedreven
op het gebied van jacht en visscherij, maai
bovendien kun je er op rekenen In elk op
zicht met eerlijke en fatsoenlijke menschen te
doen te hebben. Ik verwacht ze vandaag of
morgen hier, omdat ze werk zoeken. Dan zal
ik ze wel naar je toesturen.
—Ik dank je zeer.
Geen dank. Dat behoort er bg. Maar hoe
staat het eigenlijk met de bo-ten en wapens?
Als je die niet hebt, wordt daar door ons voor
gezorgd. Ik zou je adviseeren alleen de booten
van het rijk te nemen, die zijn werkelijk uit
stekend. Geweren en patronen kan Je beter
voor eigen rekening inslaan. En neem vooral
niet te weinig. In de eerste plaats moet je er
een heel jaar mee toe en in de tweede plaats
dien je niet te vergeten, dat niet elke kogel
een stuk wild treft. Als je maar één keer ge
zien hebt hoe hard zoo'n rendier loopt, zul je
gj. jg iater over verwonderen, als er weikehjk
een voor je geweer komt. En dan dit nog.
beste Arkadi, wees bij het inkoopen van
levensmiddelen vooral niet te zuinig: op vijftig
of honderd blikjes conserven zal het bij jou
wel niet aankomen.
Daarmee was voorloopig de zaak afgehan
deld. Ik betuigde Potop nogmaals mijn dank
en drukte hem hartelijk de hand. Toen ik
reeds in het trappenhuis Siond, kwam hij me
haastig achterna en zei: Als ambtenaar
moet ik je deze inlichtingen verschaffen en je
aanmoedigen er heen te gaan, maar als oude
schoolkameraad raad ik je eerlijk: Laat dat
dwaze plan varen! Ga niet! Je zult de lente
niet meer beleven en daarmee zou je niet de
eerste en evenmin de laatste zijn. Overigens
kan ik je nog wel zeggen, dat je de eenige
bent, die zich tot dusver heeft aangemeld en
over een paar dagen sluit de termijn reeds.
Ik bedankte hem nogmaals, ging de trap af
en verliet het gebouw. Op straat had ik voor
niets oog. Ik keek niet op of om en herhaalde
slechts telkens weer opnieuw, alsof ik het van
buiten moest leeren: Helpers, honden, ge
weren, patronen, levensmiddelen! En daarna
in omgekeerde volgorde: Levensmiddelen,
patronen, geweren, honden, helperaJ
Plotseling botste ik tegen iemand op. Het
wat Tit. Hij was werkelijk bl(j mij zoo on
verwachts te Zien en verwonderde er zich
slechts over, dat ik in dit deel van de stad
verdwaald was.
Ik kom van het Kolonisatiebureau, ant
woordde ik trotsch. Ik ga mgn tenten in den
poolcirkel opslaan!
Even keek Tit mg verbaasd aan; toen greep
hg mijn hand en mijn pols. Terwijl hg met een
ernstig gezicht de slagen telde, herhaalde ik
opnieuw: Helpers, honden, geweren, patro
nen, levensmiddelen.
Je hebt ze toch, hoop ik, nog wel allen
bg elkaar?
Voorloopig nog wel, ja. Maar Juist om
te voorkomen, dat er een op de loop gaat, heb
ik besloten te vertrekken.
Met een ngdig gebaar liet Tit mgn hand
los.
„Bayer 205" uitgevonden en „germanin" ge
doopt. Vier jaar later werd de eerste patiënt,
een Engelschman, in het Tropeninstituut te
Hamburg met germanin behandeld en gene
zen. Het duurde echter nog zeer lang, voor
dat het middel in het land, waar de ziekte
het meest voorkwam, Rhodesia kon worden
geprobeerd. Er bestond n.1. ook in Rhodesia
een bureazcratie, die nog voor de ziekte
moest worden overwonnen.
Thans heeft de slaapziekte haar verschrik
king verloren. Men weet thans, dat men zie
ken in een vergevorderd stadium nog kan
redden. Men tracht thans ook de infectie door
de tsetsevlieg zeli met germanin te verhin
deren. Zoodra het zoover is, zal men deze ge
vreesde ziekte geheel nit Afrika kunnen ver
bannen!
VRIJDAG 21 MAART 1941.
Nederlandsch Programma.
Hilversum I, 414,4 m.
6.45 Gramufoonmuziek.
6.50 Ochtendgymnastiek.
7.00 Gramofoonmu7iek.
7.45 Ochtendgymnastiek.
7.55 .Gramofoonmuziek.
8.00 Schriftlezing en Meditatie.
8.10 Gramofoonmuziek.
8.30 Nieuwsberichten ANP.
8.45 Gramofoonmuziek.
10.00 Pianovoordracht.
10.30 Gramofoonmuziek.
11.00 Literaire voordracht.
11.20 Esmeralda en solisten.
12.00 Gramofoonmuziek.
12.15 Esmeralda en soliste.
12.42 Almanak.
12.45 Nieuws- en economische berichten ANP.
1.00 Musiquette.
1.30 Kerkorgelconcert.
1.50 Zang en piano.
2.20 Gramofoonmuziek.
3.00 Omroeporkest en gramofoonmuziek.
4.00 Lezen in den Bgbel,
4.20 Gramofoonmuziek.
4.40 Voor de Jeugd.
5.00 Gramofoonmuziek.
5.10 Uit Berlijn: „Gruss aus der Heimat",
programma voor de Duitsche Weermacht.
6.00 Omroeporkest (6.156.30 Technische
causerie voor.de Binnenschippers).
6.42 Almanak.
6.45 Causerie „Spiegel van de groot-Neder-
landsche cultuur".
Je bent stapel gek!
Een reden te meer om veeleischende
menschen uit den weg te gaan.
Maria zal je danig uitlachen, als ze van
dien Waanzin hoort.
Maria is in Schotland. Ze zal er voor
loopig dus niets van hooren. Als ze terug
komt, ben ik gllang verdwenen.
Maria is niet meer in Schotland. Op het
oogenblik is ze in Pargs; over een paar dagen
zal ze hier zijn. Wij hebben tenminste bericht
ontvangen, dat ze den negentienden hoopt te
arriveèren.
Ik deinsde achteruit. Was het schrik of
blijdschap, die me beheerschte?
Komt ze 19 Juli terug? vroeg ik, mg
zoo goed-mogelgk herstellend. Binnen vier
dagen? Dan blgft me niet veel tijd over...
Haast je maar niet! zei Tit met een iet
wat sarcastisch lachje. Het zal toch wel op
niets uitloopen. Je raakt natuurlgk, net als
bij al je vroegere plannen, een hoop geld kwgt
en tenslotte blijft alles bg het oude.
Ook wanneer niet alles bg het oude
mocht big ven, beste Tit, ben ik er van over
tuigd. dat onze vriendschap niets van haar
oude hartelijkheid zal inboeten.
Tit moest naar de rechtbank. Ik wandelde
naar huis." Ruim een uur later kreeg ik be
zoek van de drie mannen. Zg waren als vis-
schers gekleed en droegen van een breede
klep voorziene zeilpetten. Hun laarzen ver
spreidden een walgelijke teerlucht. De tabak,
die ze rookten, was in staat niet alleen mug
gen, maar ook menschen te verdrijven. Er
waren geen stoelen, wa&op zij konden plaats
nemen zonder blgvende Sporen achter te laten.
Ik ging met hen naar de hall.
De oudste, hg heette Wadim. nam het woord
Hij was een man van circa vijftig jaar, had-
een hoog voorhoofd, een scherpe neus en een
van trots en wilskracht getuigenden mond.
Sm****, _jr
7.00 Economische vragen van den dag ANP.
7.15 Gramofoonmuziek (7.307.45 Berichten
Engelsch).
8.00 Nieuwsberichten ANP.
8.15 Gramofoonmuziek.
8.30 Berichten (Engelsch).
8.45 „Musica Antiqua" en gramofoonmuziek.
9.40 Avondwijding.
9.45 Engelsche berichten ANP.
10.00 Nieuwsberichten ANP en sluiting.
Nederlandsch Programma.
Hilversum n, 301,5 m.
6.45 Gramofoonmuziek.
6.50 Ochtendgymnastiek.
7.00 Gramofoonmuziek.
7.45 Ochtendgymnastiek.
7.55 Gramofoonmuziek.
8.30 Nieu\ sberichten ANP.
8.45 Gramofoonmuziek.
11.20 Het resultaat van de prgsvraag „Goed
stoken", gehouden op 4 Februari J.I., cau
serie.
11.40 Cello en piano.
12.00 Berichten.
12.15 Omroeporkest.
12.45 Nieuws- en economische berichten ANP.
1.00 Omroeporkest en gramofoonmuziek.
2.10 Muziek-causerie.
2.30 Melodisten en solist (3.003.10 „De taak
van de huisvrouw in den nieuwen tgd", cau
serie).
3.40 Orgelspel.
4.00 Gramofoonmuziek.
4.15 De Kamermuziekspelers.
5.00 Gramofoonmuziek.
5.15 Nieuws-, economische en beursberichten
ANP.
5.30 Musiquette.
6.00 Boekbespreking.
6.15 De Ramblers.
6.45 Causerie „Spiegel van de Groot-Neder-
landsche cultuur".
7.00 Economische vragen van den dag ANP.
7.15 Viool en piano.
7.40 Causerie „De organisatie van het bedrgfs-
leven en de besluiten van November 1940".
8.00 Nieuwsberichten ANP en s'uit.ng.
Zgn manier van spreken verried hem; onge-
twgfeld was hg van betere familie dan zgn
beide metgezellen.
Je bent zeker geen visscher van beroep?
zei ik.
Ontstemd trok hij zijn wenkbrauwen op.
Mijn kleeding bewgst, dat ik een eenvou
dige visscher ben.
Maar je bent niet voor dat vak ge
boren...
Weet een mensch ooit, waarvoor hg
eigenlijk geboren is? De hoofdzaak is toch,
dat iedereen zich de plaats, die hem in de
maatschappij is toegewezen, waardig toont.
En dat doe ik, evenals Nikita en Tychon.
Ik bekeek de beide andere mannen, die om
en bg de dertig waren, wat nauwkeuriger. De
oudste van hen leek me wat ernstig en ge
sloten van den ander kreeg in den indruk
dat hij het leven van den vroolijken
kant bekeek -en geen vgand was vsh een
grapje.
Wadim tastte in zgn binnenzak en legde
eenige papieren voor mij neer.
Dat zgn onze getuigschriften. Misschien
wilt u zich wel even de moeite getroosten ze
door te lezen.
Ik liet de paperassen onaangeroerd liggen.
De magnen bevielen me en dat was voldoende.
W(, bespraken nu het loon. Het bleek, dat
zg geen vast salaris verlangden, maar vrije
kost en inwoning, alsmede twintig procent
van de opbrengst van de vischvangt en vijf
tien procent van de jacht. Ik wa- tevreden
en wij kwamen tot een accoord. Toen ik er
echter mijn verbazing over uitdrukte, dat zg
veel te weinig verlangden, zei Wadim: U
moet ons drieën ook de 1 ost geven en dat
v-reischt, hoewel wg zelf voor het benoodigde.
vleesch en de visch zorgen, een behoorlgk
bedrag. Overigens zal geen mensch het u
kwalijk nemen, al.> u ons, wanneer de vangst
mocht meeval'en, een extra'tje geeft.
Toen ik hen daarop min of meer nieuws
gierig aankeek, liet hg er tamelgk afwgzend
op volgen: „Elkeen is zgn loon waard; boven
dien pleitte ik hier minder voor me zelf dan
voor mgn kameraden.
Ik verzekerde hun, dat zg zich niet te be
klagen zouden hebben en informeerde vervol
gens hoe ik aan de noodige goed afgerichte
honden zou kunnen komen. Maar ook te dien
aanzien kwam het toeval mg te hulp. Wadim
kende een man, die wegens ziekte van beroep
wilde veranderen. Hg had 36 jonge, sterke en
goed afgerichte honden, die wg zeker zouden
kunnen overnemen.
(Wordt vervolgd.)