Als een reuzinnetje spelen gaat
l3*eAie fong&nt en
Appeloogst in Kabouierland
Oplossing raadsel vorige week
Nieuw Raadsel
RUILHOEKJE
Een schrandere hond
DE HELD
Nu konden jullie warempel van de week
weer sneeuwballen gooien, tenminste als je
in het Noorden van N.-Holland woonde,
want ik hoorde van mensen die uit het
Zuiden kwamen, dat het daar geregend had,
maar wij hadden dan Woensdagmorgen een
flink pak meeuw en daarbij de nodige kou.
Maak je evenwel niet bezorgd, dat de tijd
achteruit gaat lopen en dat we van Maart
weer teruggaan naar Februari. Januari en
December. Dat is niet zo! De merel voor ons
huis heeft daarvoor van de week te luid en
dringend gezongen. En die weet het wel.
's Morgens vóór zeven uur zat hij al het
hoogste lied uit te jubelen en 's avonds om
8 uur horen <ve hem nog vaak. 't Gaat dus
goed. Ik zie net op de kalender, dat we vol
gende week al weer aan de verloting van
de... Apriltaart toe zijn. dat betekent in
ieder geval zon en licht en... warmte. Geluk
kig.
En nu de winnaar van deze week. Hier
staat zijn naam en adres:
JOHNNY MARTENS,
Fazantenstraat 3, Den Helder.
Dtllie Goedegebuur, Julianadorp. Ja, dat
is de goede kant van het buitenleven, Dillie,
dat je dicht bij de natuur bent. Je hebt
misschien in andere jaren nooit zo het dartel
spel van de lammetjes gezien als nu en je
hebt nooit zo gezien, dat er nieuw leven op
het land kwam, het gras dat fris werd, de
madeliefjes, die schuchter hun kopjes het
voorjaar instaken, de paardenbloemen, die
het er weer op durfden wagen. Ja, je kan
daar straks van genieten. Geef je ogen en
oren maar de kost, want met je oren kan
je ook heel wat beluisteren.
Corrle v. Bale. Een week hebben we
nu lente gehad in de natuur en een week
op de kalender, Corrie, maar die kalender-
week heeft ons vaak bedrogen. Er had net
zo goed 21 Februari op het blaadje kunnen
staan. Enfin, t komt goed. Je zal het zien.
Klaas de Vries. Dat boek zal je neus
nog wel eens voorbij gaan, Klaas. PÏs drie
maal, 't is de moeite niet» .«'aard. Er zijn
vriendjes en vriendinnetjes die al twee of
drie jaar meedoen en nog nooit iets ge
wonnen hebben. Die doen mee, niet om de
prijs (die ze natuurlijk ook wel graag heb
ben) maar om de gezelligheid van ons
clubje.
Riekje v. d. Velde. -at is een hele ver
huizing, van de O. Kerkstraat naar de Bin
nenhaven, Riekje. I k heb aan j gedacht,
toen die bom bij jullie in de straat viel en
het doet me goed, weer een brief van je te
krijgen. Jammer, dat ik je vorige week niet
beantwoord heb, dan had ik je toen kunnen
feliciteren. Nu kom ik wat laat. Maar toch,
van harte, hoor.
Antoon Bovenkirk. Wat zal je vader
staan te kijken, Antoon, als hij thuis komt
en h(j vindt dar. in de wieg zo'n klein
meisje. Dat zal vast een grote verrassing
zijn. Wat zullen jullie big zijn, als hij het
kan zien.
Corrie Bekebrede. Londags heb je me
niet in Den Helder te zoeken, Corrie, dan
loop ik ergens in de Berger bossen rond.
Door de week dan vind je me nogal eens
langs de straat.
Anton Rebel. Precies Anton, de aan
houder wint. Een vriendje of vriendinnetje,
dat na de eerste maand de moed al opgeeft,
omdat ze toch geen prijs wint, die zal ook
nooit de vreugde smaken, dat zijn of haar
naam eens op dat begeerde plekje boven
aan komt. Ik hoop, dat jij daar nog eens
komt, hoor, ik gun je wel zo'n lekkere hap
of een mooi boek.
Mienke v. Spelden. Ja, ook jouw kaart
heb ik ontvangen, Mien" i. Een fijne kaart
was het. Dank je wel. la jg nu volgende
maand ook al van school? En waar ga je
dan heen? Moeder helpen of naar de huis
houdschool
Gerard Kramer, Heilo. Ja, wij ruiken
de bomen ook, Gerard. Lo'n fijne voorjaars
lucht en we hebben van de week al verschil
lende heesters gezien, die heel kleine
blaadjes dragen. Dat is het begin. Tjibbe is
in Bergen op school. Ita en Jaap ook en ze
vinden het er fijn. Twee weken geleden was
de meester jarig en dat is een heel feest
geworden.
Alle van 't Hert. Van de zomer dan
behoef je niet zo druk te schrijven, Alie,
dan moet je bruinbakken, maar nu is het
toch geen weer om veel buiten te zijn, dus
grijp je nog naar de pen vertel me al
je wederwaardigheden.
Bep Roos. Dat gaat best met dat
briefje van jou, Bep, ik vond het netjes ge
schreven. Je zusje van ken ik natuurlijk
niet, maar je vader wel. Ieder, die in Ca
sino geweest is, kent hen. en ieder Nieuwe-
dieper is daar wel eens een of meermalen ge
weest, laat staan de mensen van de krant.
Bep de W(jn. Jullie hebt er maar wei
nig overgehouden van het gezellige clubje
thuis, Bep. Van je twee zusjes en drie
broertjes is er nog maar een thuis. at zal
het ongezellig stil zijn. En wat zullen die
zusjes en die broertjes straks een massa
te vertellen hebben, als ze weer thuis ko
men.
Vleermuis.Ik geloof waarlijk, dat jij
op de punt van je tong de gewonnen taart
al geproefd hebt, Vleermuis, en dat je je
lippen hebt afgelikt. Nu, de voorsmaak heb
je dan tenminste alvast gehad, misschien is
die net zo fijn als de voorpret van een feest,
dat je b(j zal wonen. Jammer, dat je zelf
gemaakte raadsel fout is. Je schreef voor
horizontaal 5 een Oosterse naam en vulde
in „Halef". je bedoelde zekef een Oosterse
titel, n.1. Kalief. Daardoor deugt echter het
gehele raadsel niet. Dqe nog eens je best,
want dit soort raadsels heb ik graag.
Een vrienidnnetje zonder naam
schrijft me een heel aarig briefje over scha
pen en lammeren en haar vriendinentje, dat...
te water gerold is. Dat laatste was niet zo
leuk en je vader had wel een beetje gelijk,
toen hij je een standje gaf en zei, dat je
stadskinderen niet op planken over een sloot
moet laten lopen. Daar stappen ze beslist
naast.
Annie v. Bale. Dat is een royaal ge
schreven brief, Annie, grote forse letters en
duidelijk. Zo mag ik het.
Trijntje v. Strien, 't Zand. Maart
moet je in de gaten houden, Trijntje, 't Is
net een jonge hond, die je niet vertrouwen
kan. De eene dag is hij poeslief en de vol
gende dag bijt hij je in je benen. Au! De ene
dag in Maart zou je denken, dat het zomer
was en zou je je winterkrol in de kamfer
willen stoppen en de volgende dag, dan durf
je'je neus bijna niet buiten de deur te steken,
zoo venijnig koud is het.
Een vriendinnetje zonder naam
schrijft me een heel aardig briefje over scha
pen en lammeren en haar vriendinnetje, dat...
een paar weken huisarrest heeft. Hoe kan je
het vergeten. Nu had ik juist eens even een
praatje bij je bed willen maken.
Trijntje Kommer. Een fijn boek is dat,
vind je niet, Trijntje, de „Langerud kinde
ren". Er zijn een hele massa mooie kinder
boeken. Je moet die uit de paedagogische
serie van Kluitman maar eens lezen. Die zijn
allemaal heel goed. Je kan ze in de Leeszaal
krijgen.
Elly de Zwart, Haarlem. Dat is fijn,
Elly, rolschaatsen en dan vlak bij een aflo
pende brug te wonen, waarbij de weg boven
dien nog van asfalt is. 't Kon niet beter.
Zondag heb ik in Bergen je oom en tante
gesproken. Kom jij er ook eens?
Sari Schadee. Je brief is me niet dui
delijk, Sari. Welke postzegels bedoel je, die
je graag terug zou willen hebben? Schrijf
me dat volgende' week maar eens.
Tiny Munster. Ben jij Den Helder ook
trouw gebleven, Tiny, of gaan jullie 's nachts
ook een schuilplaats zoeken?
Jaap Plaatsman. Ook verhuisd, Jaap?
Ja, in Den Helder kan je wel verhuizen.
HuizeYi naar keuze, in alle soorten en prij
zen, kleine en grote, dure en goedkope. Je
bent dus een beetje dichter bij de Koning
straat gekomen.
Jacoba Prins. Een klein briefje, hoor
Coba, maar ik kan het ook klein. Kijk maar.
Tiny Leen, Dirkshorn. Ik hoop, dat je
naar de vierde gaat, Tiny, en ik denk het
ook wel, want als je laatste rapport geen
enkele onvoldoende had, dan zal je er wel
glansrijk doorheen komen. Schrijf het me
maar gauw, als het eenmaal zo ver is.
Atie. Dit is een briefje voor Atie, Atie
zonder achternaam. Natuurlijk heeft ze er
wel een, maar ze heeft hem stilletjes ver
zwegen of... vergeten. Ik denk wel van het
laatste. Atie vertelt me, dat haar vader een
paard ter leen heeft en dat ze nu bij lelijk
weer gaat rijden. Is dat even fijn
Magda Reinderman. Ik geloof, dat
jullie het voorjaar in je hoofd hebben,
Magda. Ik weet niet hoeveel vriendjes en
vriendinnetjes we vandaag al geschreven
hebben over die taart. Je krijgt zeker niet
veel taart meer, nu er bonnen voor gegeven
moeten worden. Nu, ik hoop, dat je inder
daad nogeens je neus in de room mag ste
ken, hoor. Natuurlijk, niet letterlijk, dat be
grijp je, want daarmee moet je oppassen
nu de bijen weer gaan zwermen.
Doornroosje. Gemakkelijke raadsels
worden jullie tegenwooridg voorgezet, vind
je niet, Doornroosje. Ik gun jullie, dat je
zoveel mogelijk buiten bent, buiten in de
natuur, tenminste als je niet van de weg
waait of wit-sneeuwt.
Marietje Tol, W.Waard. Die meneer
Slager heeft jullie daar, geloof ik, een fijne
middag bezorgd met die poppenkast, Marie-
tje. Dat was weer eens echt Helders.
Hanny v. Lingen. Ja, ja, die bloemen
trekken zich er niets van aan hoe dwaas de
mensen zijn, Hanny, ze steken evengoed
vriendelijk hun kopjes boven de zwarte
aarde en kijken lachend rond, alsof er geen
vuiltje aan dejucht is en*de muggen dan
sen straks weer even vrolijk in het avond
zonnetje en de vlinders fladderen opgewekt
van bloem tot bloem en de vogels houden
hun mond niet dicht. In de natuur gaat
alles hetzelfde, de zon komt op, de zon gaat
onder, de sterren staan te twinkelen en de
maan lacht heel de wereld uit. 't Lijkt me
alleen, dat die de laatste tijd wat minder
vrolijk kijkt.
Cor Boer. Het leuke vers, dat je me
gezonden hebt, zal ik hieronder opnemen,
Cor, maar je moet voo.al niet vergeten
voortaan te vermelden, waar je het uit
overgenomen hebt.
't Is een gedraaf langs de paadjes in 't bos,
't Is een gehaast en gefluister.
Overal lopen kaboutertjes rond.
't Werk moet gedaas zijn voor 't duister.
„Puntmuts" heeft haast en schudt aan
zijn boom,
Straks zijn z'n appels in stukken,
„Vroeg in de wei" legt het zekerder aan,
Kijk hem voorzichtigjes plukken.'
Pijp in de mond" is al klaar met de* pluk,
Brengt ze naar huis met zjjn wagen.
„Hansje" is dom en vergeet heel en al
mandje of wagen te vullen,
Want van de appel die hjj heeft geplukt,
Staat hij al lekker te smullen.
Klaas Goudswaardt. Je hebt het van
me gewonnen, Klaas, jij bent al zes maal
verhuisd, sinds de oorlogsdagen, ik „nog
maar" vijf maal. Nu, maar ik gun je dat
winstpunt, hoor, ik hoop, dat je het voor
blijft. Alleen als ik straks naar huis ga,
moet ik eigenlijk weer drie maal verhuizen,
want m'n huisboel staat nu precies over
vier huizen verdeeld. Dat kan dus nog een
echt gezellige verhuizing worden.'
Harry Roels. Ja, 't wordt nu weer
reuze weer om te fietsen, Harry. Wat een
wandelingen maak jg Zondags, 't Is geen
kleinigheid, naar de Donkere Duinen, 't Zal
er wel fijn zijn en niet zo druk als andere
jaren.
Willie Snijder. Als je briefje in de
verkeerde bus wordt gedaan krijg ik het
natuurlijk niet, Willie. Je moet het doen in
de bus waarop staat „Kinderbriefjes".
Wim v. Dierendonck. Ja, 't kan Wim,
nieuwe raadsels en nieuwe versjes kan je bij
je raadseloplosingen inzenden en als ze dan
geschikt zijn voör plaatsing, dan komen ze
erin.
Ansje Mosterdijk, Haarlem. In Haar
lem is het geloof ik wat minder koud, dan
in Den Helder, Ansje, maar dat je er de
de vorige week al last van de „hitte" hebt
gehad lijkt me een beetje fantasie, 't Was
wel een paar dagen prachtig 1 enteweer,
maar warm is toch nog even anders.
Jan de Graaf, Schoorl. 't Is fijn wonen
in Schoorl, vind'je niet, Jan? Wij wonen
er vlak bij en van de week zijn we op een
avond nog naar Schoorl geweest en daar
hebben de kinderen het hoge duin beklom
men. Dat is even een hoogte. Ben jij er al
eens opgeweest?
Jongens en meisjes, ik ben door de rijste
brijberg heen. Volgende week mogen jullie
weer schrijven. Tot volgende week dus,
hopen we.
Voor de kinderen in Breezand, die hun
briefje bij mijnheer Verbey brachten deel ik
mee, dat zijn adres nu is: Stoom weg 95.
1. spar; 2. den of es; 3. eik; 4. linde; 5.
beuk.
Goede oplossingen ontvangen vant
Corry v. B., Joop T., Meta v. A., Annie
R., Jopie en Henkie P., Piet de L„ Martha
B., Jacob P., Jaap P., Marietje J„ Harman-
na U., Broer en Zus de V., Jan S., Harry
R., Jopie M., Dick B., Tiny L., Anny K.,
Magda R., Tiny v. d. W., Trijntje v. S., Alie
de B., Rieka v. d. V., Frits S., Nina B.,
Wim N., Marietje T., Loek en Leon v. d.
W., Tinie v. B., Piet en Freek B., Anny v.
B.,, Oorry K., Bas v. d. A., Beppy K.,
Fennechien M., Greetje, v. L., Elly de Z.,
Hendrik H., Willem en Joop v. D., Mientje
F., Hiske Z., Coba B„ Leo v. d. W„ Kees de
B., Henkie en Jantje S„ Kinderen K., Ansje
M., J. v. d. K., Dieuwi S., Ab P„ Agnes en
Mientje de H., Johnny M., Kinderen M„
Riemi W.. Yfke B„ Aldert v. d. K., Marietje
V., Beppie K., Marietje S., Hanna v. E. G.,
Bep R., Jaap P., Tini S., Jopie de K„ Ma
rietje D., Sientje de J„ Gretha v. S., Betsie
G., W, v. D., Alie P.. Femmy B., Paul en
H. Mujje, W. v. d. H., Dien J., Anny V.,
Mientle B., Klaas de V., Jetty B., W. v. d.
H., Willy S., Louis O., Trijntje K., Trientje
P., Marry V.. Cor v. B., Anny v. B., Fresia.
Neeltje P„ Maarten K., George V., Bep de
W„ Antoon en. Jacob B., Sari S., At'e P.,
Janny D„ Anny D., Jo K„ Neeltje de V.,
Jochem v. L., Jan v. B.
1. X t schapenhuij.
2. X i e waarop wij wonen.
3. X y meisje naam.
4. X r hieraan kan een schip vast
gelegd worden.
5. X n telwoord.
6. X n höog bouwwerk.
7. X r «lkeen, allemaal
8. X 1 zit vlak boven je voet.
Op de kruisjeslijn lees j" van boven naar
beneden een prettige tijc'
Wie wil 18 Hille bonnetjes ruilen voor
18 Verkade bonnetjes.
Adres: Anny Gomes, Crocuastraat 33,
Alhier.
door HANNIE FRANKEN
Ja, als een reuzinnetje gaat spelen, dan
kun je de zonderlingste dingen beleven.
Want kjjk nu eens naar de plaatjes, die je
hier ziet staan. Op het eerste zie je' het
reuzinnetje, waarvan ik je straks iets ga
vertellen. Eigenlijk wel gek hè, om van
een reuzinnetje te spreken, want 't is me
een meisje! Zie je wel, dat ze nog een heel
eind boven het bos, dat achter haar ligt,
uitsteekt? En zie je, hoe klein die boer en
z'n paard lijken, bij haar vergeleken? Maar
nu moet je op het andere plaatje haar moe
der eens zien. Hemeltje! Die kijkt over het
bos heen, alsof er alleen maar een struikje
stond! En ze heeft een hoofd als een mole-
steen en armen zo dik als een boomstam.
Ja, nu ik je dit gezegd heb, begrijp je wel
dat ik haar dochtertje een reuzinne-tje kan
noemen. Want haar hoofd is niet groter dan
een haringtonnetje en haar armen zijn niet
dikker dan een scheepsschoorsteen. Maar
nu ga ik gauw vertellen wat ik van dit
reuzinnetje te weten ben gekomen. Ze
hebben me verteld, dat 't reuzinnetje van
deze plaatjes een van de lastigste reuzin
netjes was, die ooit bestonden. Ze wou
nooit met iets anders spelen dan met zand
en dat was verschrikkelijk vervelend. Want
als ze één keer haar schort volschepte met
zand, dan was er een gat in de grond waar
de mensen eenvoudig geen raad mee wis
ten. Maar daar trok het reuzinnetje zich
niets van aan. Als zij maar plezier had!
Maar haar moeder was veel aardiger voor
de mensen. Ze vond de mensen eigenlijk
zielige stakkers. Zo klein en mager. En ze
hadden dagen nodig om door het bos te
komen!
Neen, de mensen, daar had de reuzin
heus een beetje mee te doen en daarom
verbood ze haar dochter hen nog langer
te plagen. „Je gaat nu maar eens met wat
anders spelen. Want de mensen doen alles
toch al zo langzaam en als je ze nu steeds
méér werk bezorgt, dan weet ik niet wat
er van hen worden moet. Dus je kiest je
maar ander speelgoed. Verstaan?"
Men verzoekt ons het volgende verhaal
te willen plaatsen.
'n Vroege Zondagmorgen...
Tegen het hekje van een plantsoen staan
vier fietsen, bewaakt door een grote hond.
Af en toe loopt hij heen en weer, snuffelend,
om er dan weer dadelijk naar terug te
keren.
Zou hij misschien die fietsen moeten be
waken of zou lig op de bezitters wachten?
De uren gaan... 't Is al 12 uur. Nog
steeds staan daar de fietser De hond is
blijkbaar onrustig. Bij elk geluid staat hij
op en kijkt.-.. Zou hij honger hebben of
dorst Waar blijven toch de eigenaren van
de fietsen èn van de hond?... Vreemd!
In elk geval: de waker of wachter kan
honger hebben. Een dikke boterham is
spoedig gebracht, maar b j bijt er met trage
tanden in. Dan moet hij dorst hebben!
Een bak water. Hek...?
Hek hij luistert tenminste naar die
naam drinkt de bak gretig leeg.
Nog een bak, jongen?
Ook d e is spoedig leeggedronken.
Nog een derde? Welja,'alle goede din-
~cn tertaan in drieën! En dan nog een twee-
'<i boterham? Deze wordt nu in twee-drie
oppen naar binnen gewerkt.
Dg bak water moet maar buiten blijven
staan'woor het geval lig nog eens drinken wil.
Arme Hek, waar zijn je baasjes? Kon
je het mij maar vertellen.
Hij steekt zijn natte neus in mijn hand...
Straks krijg je een warme hap, hoor!
't Is half drie: er wordt gebeld.
Daar staan vier padvinders voor de deur.
Een van hen reikt de lege bak over. Ik dank
u mijnheer, dat u onze hond te drinken hebt
gegeven...
Ja, èn een paar boterhammen. Hij had
honger en dorst... Maar luidt artikel 6 van
de Padvinderswct niet: „Een padvinder is
een dierenvriend..."? Hoe hebben jullie nu
toch...
Wij kunnen er niets aan doen, mijnheer,
zegt een ander, die later bleek de baas van
Hek te zijn.
Niets aan doen...? Maar hij ligt hier al
van vanmorgen negen uur af...
Werkelijk, mijnheer, 't is onze schuld
niet. Wij hebben onze fietsen op dit stille
plekje geplaatst en namen toen de hond
mee om een verkenningstocht door de dui
nen te maken. Daar zijn wij Hector opeens
kwijtgeraakt Wjj hebben gezocht, geroepen,
gefloten... En nu vinden wij hem hier bjj
onze fietsen...
Wij keken elkander even verbaasd aan...
Dus heeft Hek, toen hij jullie kwijt was,
misschien gedacht: ik ga maar terug naar
't Reuzinnetje pruttelde wat in zichzelf,
zodat de mensen angstig naar de lucht ke
ken, omdat ze dachten, dat er onweer kwam
opzetten en toen ging zedadelijk weer
haar schort volscheppen. Omdat 't haar ver
boden was, wilde ze de mensen nog een
beetje meer plagen en daarom schepte ze
haar schort zó vol, dat zelfs haar reuzinne-
schort de vracht niet houden kon. Toen ze
tien stappen gedaan had met elke stap
kwam ze zeker tien kilometer verder
scheurde haar schort en het zand vloeide
weg. Er was geen houden aan. Haar moe
der, die wel verwacht had, dat 't reuzen
kind, na haar verbod, de mensen nog er
ger zou willen plagen, was haar achterna
gegaan. En jawel, daar stond haar dochter
en voor haar voeten groeide een berg. Op
een plaats, waar een berg erg lastig was.
Maar wat gaf 't reuzinnetje daar nu om?
Bovendien was er niets meer aan te doen,
want 't zand bleef maar stromen. Er was
geen stuiten aan. Twee bergen kwamen er
uit het schort van 't reuzinnetje, twee gro
te bergen en een klein bergje. Dat kleine
bergje was het laatste restje zand, dat 't
reuzinnetje uit haar schort schudde, toen
ze twee bergen hoog genoeg vond. Die
bergen staan er nog. Ergens in Duitsland.
Maar geen mens gelooft meer dat ze er
zo gekomen zijn als ik je hier heb verteld.
En later zul je dat zelf ook niet meer ge
loven, maar nu misschien nog wel. En dan
wil je misschien nu ook nog wel geloven,
dat dat reuzinnetje van haar reuze-moeder
een standje heeft gehad, omdat ze de men
sen nu die twee en een halve berg had be
zorgd en bovendien haar reuzinneschort
had gescheurd, terwijl ze best wist, dat reu-
zinneschorten moeilijk te krijgen zijn, dat
ik weet niet hoe lang, de mensen met ang
stige gezichten vertelden van een noodweer
dat eens in die streek had gewoed, een
noodweeralsof alle reuzen bezig wa
ren hun koffers te pakken om voorgoed
van de wereld te verdwijnen.
de fietsen; op dat plekje moeten ze terug
komen...
Best mogelijk, mijnheer, hij ia reuze-
verstandig!
En... trouw, jongens! Maar dan kan ik
jullie gelukwensen met zulk een schrandere
viervoeter...!
Hector liep onderwijl tussen ons door, sloeg
zijn dikke sterke staart tegen onze benen en
ging eindelijk vlak voor z'n jongen baas zit
ten. Met z'n trouwe ogen keek hjj ons om
beurten aan, alsof hij begreep, dat het over
hem ging.
Toen de padvinders wilder vertrekken, zei
de baas tegen Hector, dat hij zelf ook bedan
ken moest. Hij gehoorzaamde dadelijk. Een
sterke hondenpoot rustte even in mijn hand.
Een vreemd gevoel van tegenover een „meer
dere" te staan, doorvlamde mij...
Hector rende olij-blaffend achter de pad
vinders aan!
O».
Petertje die gaat uit wandelen,
Hélemaal alleen.
Vraag je hem: Ben je niet bang?
Dan zegt hij dapper: neen.
Maar op 't hoekje van de straat
Daar zat een grote kat,
Die zei: miauw-miauw-miauw,
Zeg, ik vertel jou wat
Maar Petertje verstond dat niet
Hij vond die kat erg raar,
Hij holde gauw naar huis terug
En zei.... 't is buiten naar!
Polly.