MOORD SERVISCHE HAAT Lichamelijke opvoeding wordt aangepakt 't Was maar een grap De om zeven gulden EN HET MANNELIJK GEZAG raasde door de straten Bezem MET DEN AMSTERDAMSCHEN SCHOONMAAKDIENST OP TOURNÉE. Wie schuiert elfhonderd stoelen op één dag? an een speciale medewerkster.) Eén man zwaait den scepter over zestig, tachtig vrouwen. Ergens in Amsterdam Een M'estersche harem? Men zou het haast gelooven,' want 't zijn zestig schoone vrouwen in den meest letterlijken zin van het woord! Zij houden namelijk de ge meentelijke gebouwen kraakzinde lijk!! Die ééne man is,de opzichter van den Gemeentelijken Schoon maakdienst. Elf zulke heerschers telt deze Dienst, te zamen regeerend zeshonderd struische werksters, waaronder Jordaansters en Katten- burgsters, Haarlemmerdijksters en andere typen uit minder rumoerige - buurten De vrouw kon 't niet aan Waarom den man zulk een baantje gege ven, dat hem in eigen 'oogen nog verwaan der moet maken dan hij van nature al is? Omdat vrouwen nu eenmaal moeilijk de baas kunnen spelen over andere vrouwen. De directeur van den Schoonmaakdienst, ir. F. dimmers heeft 't wél eens geprobeerd met vrouwelijke opzichters, zoo vertrouwt,hij ons in een persgesprek toe. Maar ging niet De bezemheksen en plumeau-feeen laten zich nu eenmaal niet drillen door een sexe-ge- noote. Van een man schijnen zij meer te „velen". Vandaar dat de schoonmaak van de hoofdstad nu op rolletjes gaat. Wij scha men ons een beetje over ons weinige gezag t.o.v. orize zusteren Maar in ons hart ge ven we 't toe; 't is moeilijk van een andere vrouw een raad aan te nemen Eén op- zichteres bleef nog in functie, dat is dan ze ker een Kenau Zou hij er verstand van hebben? We willen dolgraag met zoo'n opzichter mee op inspectie. Heimelijk zit bij ons 't ver langen 'voor, den man te kunnen betrappen op gebrek aan huishoudelijk inzicht of zoo.... Maar dat zeggen we er natuurlijk niet bij. De heer Timmers stuurt ons, na zeer wel willend allerlei inlichtingen vertrekt te heb ben, naar een der lagere gaden van zijn dienst, don heer Koster, hoofdopzichter, die ons op zijn beurt een afspraak laat maken met den opzichter van der Hart. Deze heeft n.1. het toezicht op hel schoonhouden van o.a. raadhuis en Stadsschouwburg. Op een friSschen Maandagochtend om 8 uur betreden we met den man, wiens kwaliteiten we in 't geheim betwijfelen, hét nog slapen de stadhuis aan de schilderachtige Achter burgwal. Er mag niets aan mankeerenl Het groote gebouw met zijn honderden vertrekken, zalen, gangen en trappen is nu het domein van 22 werksters. Een pientere dame met frissche wangen en heidei schort wordt ons voorgesteld als „voorvrouw"; zij controleert het werk der twee-en-twintig. Eerst gaan we naar de kamer van den bur gemeester, want de nieuwe burgemeester komt altijd zoo vroeg; hij mocht ons eens met blocnoot-èn-potlood betrappen Alles glimt en blinkt. De pluche wandbedekking moet geheel met den stofzuiger bewerkt worden ("tegen de mot), geef óns maar een gewoon behangetje, waar je slechts bij een „groote beurt" naar omkijkt Wat een werk! We dwalen door tal van juist-aan- kante vertrekken. Onze leidsman inspecteert waarlijk met het oog van een kenner. Hij gaat den glans na. van de linoleums, de par ketvloeren, kijkt of er pluisjes op de gespij kerde tapijten in de kamers der wethouders liggen, veegt met zijn vinger over richéls, de bekende manier om stof te kunnen ontdek ken. Hij is punctueel. „Denkt u er om, juf frouw, geen stoffer en blik op de lessenaar!" waarschuwt hij. Glimmen de kranen aan de fonteintjes, zwerft, er geen rommel op kas ten, onder tafels? Dat zou overigens niet de schuld zijn van de werksters. „Vroeger" lieten de ambtenaren alles slin geren en in alle vensterbanken prijkten bloempotten! Het stadsbestuur vaardigde toen een verordening uit en leerde den amb tenaren en ambtenaressen netheid! Een kan- toorvertrek is nu eenmaal geen gezellig drie- hoog-achter in de Goudsbloemdwarsstraat, dus wég met die stofnesten van bloempotten! „Meneer, ik ben als de dood voor ui" „En kunt. u nog al goed opschieten met al die-vrouwen?" vragen we. „Dat gaat best. Soms moet ik ze gerust stellen. „Meneer, ik ben als de dood voor u", zei een werksters eens tegen me. „Dan doet u zeker iets wat niet goed is", antwoordde ik. Ons eigen wantrouwen in des opzichters bekwaamheid heeft inmiddels plaats ge maakt voor een heilig respect. Deze man ziet aan den glans van het linoleum welke soort was er gebruikt is, geen vlekje op de deurpos ten ontgaat hem. Wat een ontzaglijk werk wordt hier ove rigens verzet! Daar zijn onze huishoudentjes niets bij Stel u voor, lezeres, dat u twee volle uren noodig hadt om het kleed van de huiskamer te zuigen en even zoo veel tijd om alle stoelen te stoffen... Tóch is dit met.de raadzaal het ge val! Denk u in dat u 50 kflo -*ehte zeep plus 80 kilo was of olie per maand moest inslaan, om u» heele huis te doen glanzen! Toch is deze Hoeveelheid voor het vaMhu's iets heel gewoons! 't Loopt tegen negenen. De ambtenaren kómen met de actentasch onder den arm de binnenplaats opgewandeld, en wij gaan er van door Enorme organisatie. In het Binnengasthuis is de groote schoon maak begonnen. Voor het reinigen van de hooge tuimelramen werd de hulp van eenige der 40 gemeentelijke glazenwasschers gcre- quireerd. Als men nagaat dat het onderhoud van ongeveer 150 gebouwen en 300 scholen aan den gem. Schoonmaakdienst is opgedra gen, voor elk waarvan een nauwkeurig werkrooster in elkaar moet worden gezet, be grijpt men iets van de reusachtige organisa tie die hierachter zit. De heer ir. Timmers had ons als verteld dat alle roosters ten kan tore worden opgesteld en ook iets medege deeld over de verstrekking van het mate riaal. Een speciale expeditie brengt op ge zette tijden bezems, dweilen, zeep, enz., naar de gebouwen. Blijkt dat er méér chemicaliën worden gebruikt dan staat voorgeschreven, krijgt de betreffende werkvrouw een aan merking. Voor het opbergen van alle gereed schap dient een geheele loods, een soort reu- zen-werkkast. Het reinigen van heel groote oppervlakten, zooals de vloeren der electri- sche centralen, tram-remises, enz., geschiedt met dweil-, boen- en wrijfmachines. De vloer van den Stadsschouwburg moet echter geheel met de hand wor den gewreven! Een ongelooflijke kar wei! Alle stoelen staan n.1. aan den grond vast geklonken, dus kunnen de werksters niet an ders dan kruipend alle hoeken en gaten be reiken. Elfhonderd schouwburgstoelen stof-afnemen We gaan eens even kijken, hoe de schouw burg, die we alleen van avondbezoeken ken nen als een koepelvormige met licht, verguld sel, en rood pluche gevulde ruimte, er tijdens de dagelijksche beurt uitziet. Alle stoelen zijn met witte hoezen bedekt; 's avonds direct na de voorstelling gaan die er over heen. Het tooneel doet heel wat stof in de zaal o<p- waaien! Den volgenden dag moeten de 1092 pluche stoeltjes, die de schouwburg rijk is. met de hand worden geschuierd. -Vier werksters zijn daar den geheelen dag mee bezig! 's Avonds, zoodra het doek voor 't eerste tooneel opgaat, begint het spel opnieuw: milliarden schier onzichtbare stofjes hech ten zich aan het meubilair, na de slotscène hoezen er .over. 's morgens er af en dan: schuieren maar Op alle rangen geurt 't Vanaf de parterre tot aan het „schel linkje" geurt het naar was of wat daarvoor door gaat. Men neemt juist proeven met een surrogaat, ,,'t Smeert slecht in, meneer", zegt de werkster: ze tracht in een ver moeiende houding, de grondbedekking van een zijloge glimmend te krijgen. Jammer, dat bij het plaatsen van het meubilair in ons stedelijk theater zoo weinig rekening is gehouden met de begrippen welke elke moderne huisvrouw reedsl ang huldigt: n.1. het bukker. en kruipen tot een minimum te beperken. Het vergulde beeldhouwwerk langs de balustraden krijgt geregeld een bezoek van een extra-lange plumeau, maar hoe d.en prachtigen masalen luchter j'n 't midden van "t angstwekkend hooge plafond te be reiken? Dat is trapezewerk. juffrouw, legt de opzichter uit. Artistiek souvenir Ook de kleedkamers van de artisten res sorteeren onder den gem. schoonmaak dienst. ,,'t Scheelt zooveel welke voorstel ling er geweest is", vernemen we. „Als Charlotte Köhler optreedt, vinden we uiter aard weinig rommel, maar u moet hier 'es komen na een opera of liever dan moet u niet komen." We glippen even een paar „boudoirs" binnen, die nog niet zijn gedaan. Schmink kleeft op de marmeren toilettafels, poeder bezoedelt de spiegels. In deze intieme sfeer tooveren de acteurs en actrices zich 's avonds om tot andere wezens Gezichten en gestalten worden hier geschapen Doch iets van zichzelve laten de tooneelspelers achter: een herinne ring aan hun persoonlijke eigenschappen: netheid of slordigheid Zoo weten de werksters al van te voren hoe ze de kamer van deze of gene be roemdheid zullen vinden: keurig-netjes of bezaaid met dotten watten, schmink-lapjes, klonten krijt en poeder Wonderlijk, hoe zoo iets prozaïsch als een schoonmaakdienst ons een oogewblik in contact kan brengen met den aard en de gewoonten van allerlei menschcn, maar op dit punt past ons het zwijgen (Nadruk verboden). DRAMA. IN 1939 OPNIEUW BERECHT, Vrouw van het slachtoffer wijst thans de verdachten als de da ders aan. VRIJSPRAAK OF LEVENSLANG. In den nacht van 11 op 12 April 1939 het was op Tweeden Paaschdag werd in een buurtschap onder de gemeente Holten een afschuwelijke roofoverval gepleegd op het bejaarde echtpaar Leetink, Waarbij de man zoo zwaar werd mishandeld, dat hij kort daarop overleed. De vrouw werd ern stig gewond, doch zij bracht er. na een langdurige verpleging, het leven af. Het echtpaar woonde.in een zeer afgele gen boerenhoeve onder de gemeente Holten. In den betreffenden nacht hooide de 63- jarige vrouw, die gewoontegetrouw nog kou sen zat te bereien, kort na middernacht geklop op de deur. Haar man was reeds naar bed. Toen zij vroeg, wie er was, werd buiten geroepen: .„De zoon van den veld wachter, doe eens even open." Zij deed dit, doch werd door de in dringers met een knuppel neergesla gen. De manpen drongen vervolgens de woning binnen en mishandelden den 73-jarigen landbouwer. Deze wei gerde te zeggen waar het geld was. De man werd zoodanig met de dek sel van een melkbus geslagen, dat hij dood bleef. De indringers hadden blijkbaar verwacht veel geld in de boerderij te zullen aantref fen, doch naar later bleek, had Leetink kort tevoren een bedrag van f2000,elders in bewaring gegeven, zoodat de inbrekers slechts zeven gulden buit maakten. Als ver dacht van dezen roofoverval werden Gearres teerd de 30-iarige klompenmaker G .V., en de 45-jarige koopman II. II. Th. D„ beiden uit Deventer, die evenwel hardnekkig ont kenden aan dezen roofmoord schuldig te zijn. De officier van justitie bij de Almolosehe rechtbank, achtte na een zeer uitvoerie Ge tuigenverhoor. hun schuld bewezen en eisch- te tegen heiden levenslange gevangenisstraf. De rechtbank te Almelo sprak hen echter vrij en Gelastte hun onmiddellijke invrijheid stelling. Tegen dit vonnis toekende de offi cier hooger beroep aan. Gisteren stonden beiden voor het Arnhcmsche Gerechtshof terecht. Een reeks getuigen. De lange reeks van getuigen werd ge opend met het verhoor van den inspecteur van politie A. K. uit Almelo, die een be schrijving gaf van den toestand, waarin hij de boerenwoning van het erhtnaar L. kort na den moord had aangetroffen. De klok lag op den grond. Zii was zeer waarschijn lijk van den wand Gehaald om te zien, of er soms geld in verborgen was. Vervolgens werd de 63-iarige wedu we van den vermoorden L. gehoord. De vrouw wordt, steunende op een geleider, binnengebracht. Haar ver hoor bracht het verrassende feit aan het lirht. dat zij thans verklaarde, de heide verdachten als de indrin gers te herkennen. Zij gaf allereerst een beschrijving van de gebeurtenissen, die zich in den Paaschnacht van 1939 in haar woning hadden afgespeeld. Nadat zij buiten had hooren roepen, had zij de deur geopend. Zij zag twee mannen staan van wie de dikste haar een slag met een knuppel gaf. Zij hoorde vervolgens, dat de indringers haar man om geld vroegen. Toen kreeg zij een tweeden slaG van den dikken man en daarop verloor zij het bewustzijn. President: „Lijken deze twee verdachten op de mannen, die 's avonds bij jullie wa ren?" Getuige: „Zij lijken er wel op." President: „Heeft die dikke jou geslagen?" Getuige: „Hij was het." President: „Maar waarom heb je dit in Almelo niet gezegd?" Getuige: „Ik durfde het niet." De president onderhield de getuige vervol gens over de beteekenis van den eed en on dervroeg haar uitvoerig, of zii de mannen wel goed herkende. De vrouw bleef bij h aar verklaring, dat de twee verdachten het ge weest waren, die den roofoverval hadden Ge pleegd. Zij herkende, den dikke. d.i. den ver dachte D„ als dengene, die vroeger wel eens in de buurt met goederen had gevent. Ver dachte D. verklaarde, dat het uitgesloten moet zijn. dat de vrouw hem kende. Hierna werd gepauzeerd. Nog enkele vrij bezwarende getuigen verklaringen werden afgelegd o.a. dooi den landbouwer tegen wien een der ver dachten toespelingen op den moord zou hebben geniaakt. Als getuieen a décharge verklaarden de vrouw, een zoon en een dochter van verd. RIJKSDUITSCHERS UIT JOEGO SLAVIË TE WEENEN AANGE KOMEN. „Londen de schuld van alles". Woensdagmiddag zijn de „Uranus" en de „Schoenbrunn" van de Donau Stoomboot maatschappij met 110 Rijksduitschers uit Joegoslavië te Weenen aangekomen. Dui zenden menschen stonden aan de kade om de vluchtelingen te verwelkomen. De plaatsvervangende gouwleider, Scharizer, begroette de terugkeerenden met de woor den: „Wij weten allemaal, dat wij onover winlijk zijn. Al het leed en al de nood zal ten slotte in een gelukkige Duitsche toe komst verkeeren". De Duitschers uit Joe goslavië verhaalden vervolgens, wat zij in Joegoslavië, tot welk land zij uitsluitend gevoelens van vriendschap koesterden, moesten meemaken. Geen tegenspraak van Belgrado zal deze feiten uit de wereld hel pen en kan, wat er gebeurd is, ongedaan maken. Veel ondervonden. Juist acht dagen geleden, op 26 Maart zoo vertelden de Rijksduitschers, toen de inkt der Joegoslavische onderteekening der toetreding tot het driemogendhéden- pact in Belvedère nog nauwelijks gedroogd was, vormden zich te Belgrado de eerste samenscholingen. Joden en Engelsche agenten hitsten en stookten, wierpen geld onder de menigte, kochten alcohol en schonken hiervan aan de Serven. Reeds des nachts weerklonk de kreet: „Leve En geland, weg met Duitschland". Den volgenden ochtend raasde de Servische haat 'aan Duitschland door de straten. Een enkel Duitsch woord bracht dengeen die het uit sprak in het grootste gevaar. Stu denten, leeraren, Joden, vrijmetse laars, officieren en soldaten, gingen zich te buiten aan scheldwoorden tegen Duitschland, zijn volk en zijn Fuehrer. Duitsche inrichtingen werden bestormd. Het Duitsche verkeersbureau geleek weldra een puinhoop. Politie treedt niet op. De politie vond geen aanleiding om op te treden. In de Duitsche school te Belgra do werd de hakenkruisvlag afgerukt en door een Engelsche vlag yervangen. Duit sche kinderen werden door Servische scho lieren uitgescholden en mishandeld. De leerkrachten stonden ernaar te kijken en deden niets. In de straten demonstreerden Serven en Joden en riepen voortdurend: „Wij willen geen pact met Duitschland, wij willen oorlog" Ook de volgende dagen brachten niet het eind van dezen waan zin. Zoo was het in Belgrado, in Petro- grad, in Neusatz, zoo was het overal". Wij vroegen de Rijksduitschers wie ver antwoordelijk zijn voor deze ongehoorde D„ dat de vader in den bewusten nacht thuis was geweest. De beide verdachten werden vervolgens aan een verhoor onderworpen. Beiden verklaarden in den bewusten nacht thuis te zijn geweest en onschuldig aan den overval te zijn. De advocaat-generaal vorderde tenslotte terugwijzing van de zaak naar den rechter commissaris en eischte gevangenneming der verdachten. Nadat het Hof in raadkamer was ge weest, deelde de president mede, dat het Hof geen termen aanwezig- vond om de gevangenneming van de beide verdachten te gelasten en dat besloten was de zaak te rug te wijzen naar den rechter-commis sa ris. HOOFDINSPECTEUR BENOEMD. Consulenten, die de klasse- ondet wijzers zullen instrueeren HET LAND IN KRINGEN VER DEELD. - MET DE OMSTAN DIGHEDEN REKENING GE HOUDEN. Bij beschikking van den secretaris-gene raal van het departement van opvoeding Wetenschap en cultuurbescherming is be noemd tot hoofdinspecteur-adviseur voor de lichamelijke opvoeding: R. Uzer, te Heem stede, met bepaling dat zijn standplaats zal zijn te 's Gravenliage. De heer Uzer. die in 1896 te Winschoten is geboren, heeft in 1921 zijn studie voor leeraar in de lichamelijke opvoeding be ëindigd. Hij is thans onderwijzer in de op voedkunde aan de Rijkskweekschool te Haarlem. Behalve als medewerker aan verschillen de opleidingsinstituten voor de acte M.O. li chamelijke opvoeding is hij door ziin jaren lange ervaring als lid van het riikscolleec van lichamelijke opvoeding in staat ge weest de lichamelijke opvoeding in ons land te bestudeeren. Bovendien maakte de heer IJzer als secre taris deel uit van de commissie voor het af nemen van de examens in de acte M. O. lichamelijke opvoeding. De benoemde over zijn taak. Een groote achterstand zal de nieuwe rijks inspectie moeten verkleinen, moeten inha len. Uit he't onderhoud, dat het A.N.P. had niet den hoofdinspecteur, den heer R. Uzer bleek, dat deze nieuWe functionaris, die in het rijkscolleGp al jarenlang gestreden heeft voor een hetere lichamelijke opvoeding, oog heeft voor de vele op te lossen moeilijkhe den. „Onze taak is" aldus deelde de heer Uzer mede. „ongetwijfeld iwaar. Nu ons echter een eerlijke kans cegeven wordt om deli- chameliikp opvoeding in ons land op peil Ie brengen zullen wij met inspanning van alle krachten ons Geven aan die taak. Het zal een moeilijke opdracht zijn. Ik ben echter overtuigd veel te kunnen bereiken als allen, die voor een functie Geroepen wor den met enthousiasme, oncewekten moed en vooral absoluut vertrouwen aan deze taak meewerken en niet zullen terugdeinzen zelf de handen uit rle mouwen te steken. Er zullen verschillende consulenten worden benoemd. De consulent kan be schouwd worden als de speciale deskundige voor de lichamelijke opvoeding en staat den inspeeteur met raad en daad terzijde. -Hij geeft lessen aan het onderwijzend personeel aan de schoolkinderen enz.. Daartoe zal de consulent, in overleg met don inspecteur voor het lager onderwijs en zijn betrokken inspecteur voor de lichamelijke opvoeding de inspectie verdcelen in kringen. In deze kringen zal hii cursussen geven, waar do klasse-onderwiizer de leerstof kan loeren uitvoeren en doen uitvoeren. De taak van deze consulenten is dus niet eenvoudig. Het was dan ook reeds zeer bemoedigend, dat zulk een groot aantal bekwame vnkmeri- sehen naar deze plaatsen heeft gesolliciteerd, in de Paasclivacantie zullen we allen samen komen in een cursus, waarin we duidelijk de taak kunnen omschrijven, welke ons wacht. gebeurtenissen. Zij antwoordden: „Da schuldigen zijn de ophitsers, die voor geen middel terugschrokken om een wilden veldtocht van haat tegen de Duitschers te organiseeren. De schuldigen zijn de leden der huidige Servische regeering, die niet alleen tegen dezen haat niets ondernamen, doch ook alles deden om de laatste brug weg te nemen, die tot dusver bestond. De grootste en laatste schuld echter moet ge zocht worden in Londen. MARSCH DER DEDERLANDSCHE S.S. TE GRONINGEN, De Nederlandsche s.s. zal a.s. Zaterdag een marsch houden door de stad Groningen, on der commando van SS-onderstormleider j. P. Wolfram. .Met de organisatie der marsch is belast SS- opperschaarieider B. R. Krepeer, als stan- daardfèider der „Standaard 1 der Nederland sche SS" (Groningen, Friesland, Drente). De marsch vangt om vijf uur des namid dags aan. HILVERSUMMER TRACHTTE BUSSUM- MER OP TE LICHTEN. Voor de Vijfde Kamer der Amsterdamsch® Rechtbank stond gisteren een 27-jarige be tonwerker uit Hilversum terecht wegens po ging tot oplichting. De Hilversummer had een masseur te Bussutn opgebeld en hem ver teld te weten, dat de ambtenaren van den. distributiedienst huiszoeking zouden komen doen, omdat zij gehoord hadden, dat de mas seur groote voorraden gehamsterd had. De man beweerde echter nogal invloed te hebben op de ambtenaren en wel te kunnen zorgen, dat zij zouden wegblijven. Hij vroeg daarvoor een kleine vergoeding van vijftig gulden. De masseur beloofde er eens over te zul len denken. Den volgenden dag ratelde in het huis van den Bussummer opnieuw de telefoop en weer bood de Hilversummer zijn diensten aan. Nu was hij echter duurder geworden en voor honderd gulden zou hij bereid ge vonden worden de onheilen af te wenden, welke den masseur bedreigden. In een café te Bussum zou de afrekening plaats vinden. De masseur ging naar het café, maar hij vond er niet den betonwerker. Dit vriendelijk heerschap kwam echter spoedig daarna zich weer per telefoon melden. Er werd toen een nieuwe afspraak gemaakt en de Hilversum mer beloofde naar de Bussumsche woning te zullen komen om het geld tg halen. Inder daad kwam hij, zich aandienende onder het pseudoniem Willemsen, naar de woning van den masseur. Deze had reeds het geld in een gesloten couvert klaargelegd. Er waren na de kennismaking weinig woorden noodig om elkaar te be grijpen. De man zag de enveloppe en hij strekte begeerig zijn hand uit, toen hem het geld werd aan geboden. Nog voor hij echter dit couvert kon aanpakken, kwam een rechercheur, die zich schuil had ge houden, te voorschijn en arresteer de den Hilversummer. Voor de rechtbank zeide de man, dat alles slechts een grapje was geweest. Hij had van het dienstmeisje der familie ge hoord, dat de masseur veel had geham sterd en daarom wou hij hem eens bang maken. Maar erg geloofwaardig klonk dat niet uit den mond van dezen man, die reeds twee maal wegens diefstal veroordeeld was. De officier van justitie achtte het ten laste gelegde bewezen en eischte een ge vangenisstraf voor den tijd van een jaar en zes maanden. De verdedigster vond het ten laste geleg de heelemaal niet bewezen. Zij hield het ook op een grap en dat zou wel gebleken zijn, volgens de verdedigster wanneer de rechercheur den man niet te vroeg had ge arresteerd. Zou hij de enveloppe in handen hebben gekregen, dan zou hij het geld di rect hebben teruggegeven, maar die kans was hom nu ontnomen. Zij concludeerde tenslotte tot vrijspraak. Op Donderdag 17 April zal de rechtbank uitspraak doen. De kwestie der lokaliteiten. Ook de kwestie van lokaliteiten en terrei nen speelt een Groote rol bij het onderwijs in de liehaamoefeningen. Een onderzoek in 1935/1936 heeft vastgesteld, dat de meeste scholen een behoorlijke speelplaats tebben. waar de lessen in de openlucht Gegeven kun nen worden. I.eeGstaande klasselókalen. hreede GanGen. overdekte speelplaatsen moe ten ons voorloopig herberGen. Bij de richt lijnen werd dan ook rekening Gehouden met primitieve omstandiGheden. Juist de natuur lijke vormen van Gaan, loopen, springen, werpen en vanGen maken het mogelijk, met een minimum van materiaal te kunnen werken. Het spreekt vanzelf, dat waar ver schillende Gemeenten ook on het platteland reeds zijn overGegaan tot het aanstellvi van een vakleerkracht voor de lichamelijke op voeding. dit slechts toegejuicht kan worden. Het schoolzwemmen wordt als één der be langrijke ondcrdeelen van de lichamelijke schoolopvoeding voor het 5de en 6de leerjaar verplicht gesteld. Niet buiten schoolverband. Op een vraag of deze rijksinspectie zich ook heeft te bemoeien met de lichamelijke opvoeding buiten schoolverband, en met de sportbeoefening, antwoordde de heer IJzer ontkennend. Deze gebieden staan onder lei ding van den regeeringsadviseur. den heer K. J. J. Lotsy. Hierdoor is een twee-eenheid ontstaan waarvan de deelen ten nauwste zullen samenwerken, terwijl de algeheele leiding berust hij den secretaris-generaal prof. J. van Dam. „U ziet." zoo eindigde de heer IJzer zijn uiteenzetting „dat er vele problemen om een oplossing vragen. In het belang van ons Ne derlandsche volk roep ik u op tot krachtige medewerking bij dezen arbeid!"

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1941 | | pagina 3