MOORD
SERVISCHE HAAT
Lichamelijke opvoeding
wordt aangepakt
't Was maar een
grap
De
om zeven gulden
EN HET MANNELIJK GEZAG
raasde
door de straten
Bezem
MET DEN AMSTERDAMSCHEN
SCHOONMAAKDIENST OP TOURNÉE.
Wie schuiert elfhonderd stoelen
op één dag?
an een speciale medewerkster.)
Eén man zwaait den scepter over
zestig, tachtig vrouwen. Ergens
in Amsterdam Een M'estersche
harem? Men zou het haast gelooven,'
want 't zijn zestig schoone vrouwen
in den meest letterlijken zin van het
woord! Zij houden namelijk de ge
meentelijke gebouwen kraakzinde
lijk!! Die ééne man is,de opzichter
van den Gemeentelijken Schoon
maakdienst. Elf zulke heerschers
telt deze Dienst, te zamen regeerend
zeshonderd struische werksters,
waaronder Jordaansters en Katten-
burgsters, Haarlemmerdijksters en
andere typen uit minder rumoerige
- buurten
De vrouw kon 't niet aan
Waarom den man zulk een baantje gege
ven, dat hem in eigen 'oogen nog verwaan
der moet maken dan hij van nature al is?
Omdat vrouwen nu eenmaal moeilijk de baas
kunnen spelen over andere vrouwen. De
directeur van den Schoonmaakdienst, ir. F.
dimmers heeft 't wél eens geprobeerd met
vrouwelijke opzichters, zoo vertrouwt,hij ons
in een persgesprek toe. Maar ging niet
De bezemheksen en plumeau-feeen laten zich
nu eenmaal niet drillen door een sexe-ge-
noote. Van een man schijnen zij meer te
„velen". Vandaar dat de schoonmaak van
de hoofdstad nu op rolletjes gaat. Wij scha
men ons een beetje over ons weinige gezag
t.o.v. orize zusteren Maar in ons hart ge
ven we 't toe; 't is moeilijk van een andere
vrouw een raad aan te nemen Eén op-
zichteres bleef nog in functie, dat is dan ze
ker een Kenau
Zou hij er verstand van hebben?
We willen dolgraag met zoo'n opzichter
mee op inspectie. Heimelijk zit bij ons 't ver
langen 'voor, den man te kunnen betrappen
op gebrek aan huishoudelijk inzicht of zoo....
Maar dat zeggen we er natuurlijk niet bij.
De heer Timmers stuurt ons, na zeer wel
willend allerlei inlichtingen vertrekt te heb
ben, naar een der lagere gaden van zijn
dienst, don heer Koster, hoofdopzichter, die
ons op zijn beurt een afspraak laat maken
met den opzichter van der Hart. Deze heeft
n.1. het toezicht op hel schoonhouden van
o.a. raadhuis en Stadsschouwburg.
Op een friSschen Maandagochtend om 8 uur
betreden we met den man, wiens kwaliteiten
we in 't geheim betwijfelen, hét nog slapen
de stadhuis aan de schilderachtige Achter
burgwal.
Er mag niets aan mankeerenl
Het groote gebouw met zijn honderden
vertrekken, zalen, gangen en trappen is nu
het domein van 22 werksters. Een pientere
dame met frissche wangen en heidei schort
wordt ons voorgesteld als „voorvrouw"; zij
controleert het werk der twee-en-twintig.
Eerst gaan we naar de kamer van den bur
gemeester, want de nieuwe burgemeester
komt altijd zoo vroeg; hij mocht ons eens met
blocnoot-èn-potlood betrappen Alles
glimt en blinkt. De pluche wandbedekking
moet geheel met den stofzuiger bewerkt
worden ("tegen de mot), geef óns maar een
gewoon behangetje, waar je slechts bij een
„groote beurt" naar omkijkt Wat een
werk! We dwalen door tal van juist-aan-
kante vertrekken. Onze leidsman inspecteert
waarlijk met het oog van een kenner. Hij
gaat den glans na. van de linoleums, de par
ketvloeren, kijkt of er pluisjes op de gespij
kerde tapijten in de kamers der wethouders
liggen, veegt met zijn vinger over richéls, de
bekende manier om stof te kunnen ontdek
ken. Hij is punctueel. „Denkt u er om, juf
frouw, geen stoffer en blik op de lessenaar!"
waarschuwt hij. Glimmen de kranen aan de
fonteintjes, zwerft, er geen rommel op kas
ten, onder tafels? Dat zou overigens niet de
schuld zijn van de werksters.
„Vroeger" lieten de ambtenaren alles slin
geren en in alle vensterbanken prijkten
bloempotten! Het stadsbestuur vaardigde
toen een verordening uit en leerde den amb
tenaren en ambtenaressen netheid! Een kan-
toorvertrek is nu eenmaal geen gezellig drie-
hoog-achter in de Goudsbloemdwarsstraat,
dus wég met die stofnesten van bloempotten!
„Meneer, ik ben als de dood
voor ui"
„En kunt. u nog al goed opschieten met
al die-vrouwen?" vragen we. „Dat gaat best.
Soms moet ik ze gerust stellen. „Meneer, ik
ben als de dood voor u", zei een werksters
eens tegen me. „Dan doet u zeker iets wat
niet goed is", antwoordde ik.
Ons eigen wantrouwen in des opzichters
bekwaamheid heeft inmiddels plaats ge
maakt voor een heilig respect. Deze man ziet
aan den glans van het linoleum welke soort
was er gebruikt is, geen vlekje op de deurpos
ten ontgaat hem.
Wat een ontzaglijk werk wordt hier ove
rigens verzet! Daar zijn onze huishoudentjes
niets bij
Stel u voor, lezeres, dat u twee volle
uren noodig hadt om het kleed van
de huiskamer te zuigen en even zoo
veel tijd om alle stoelen te stoffen...
Tóch is dit met.de raadzaal het ge
val! Denk u in dat u 50 kflo -*ehte
zeep plus 80 kilo was of olie per
maand moest inslaan, om u» heele
huis te doen glanzen! Toch is deze
Hoeveelheid voor het vaMhu's iets
heel gewoons!
't Loopt tegen negenen. De ambtenaren
kómen met de actentasch onder den arm de
binnenplaats opgewandeld, en wij gaan er
van door
Enorme organisatie.
In het Binnengasthuis is de groote schoon
maak begonnen. Voor het reinigen van de
hooge tuimelramen werd de hulp van eenige
der 40 gemeentelijke glazenwasschers gcre-
quireerd. Als men nagaat dat het onderhoud
van ongeveer 150 gebouwen en 300 scholen
aan den gem. Schoonmaakdienst is opgedra
gen, voor elk waarvan een nauwkeurig
werkrooster in elkaar moet worden gezet, be
grijpt men iets van de reusachtige organisa
tie die hierachter zit. De heer ir. Timmers
had ons als verteld dat alle roosters ten kan
tore worden opgesteld en ook iets medege
deeld over de verstrekking van het mate
riaal. Een speciale expeditie brengt op ge
zette tijden bezems, dweilen, zeep, enz., naar
de gebouwen. Blijkt dat er méér chemicaliën
worden gebruikt dan staat voorgeschreven,
krijgt de betreffende werkvrouw een aan
merking. Voor het opbergen van alle gereed
schap dient een geheele loods, een soort reu-
zen-werkkast. Het reinigen van heel groote
oppervlakten, zooals de vloeren der electri-
sche centralen, tram-remises, enz., geschiedt
met dweil-, boen- en wrijfmachines.
De vloer van den Stadsschouwburg
moet echter geheel met de hand wor
den gewreven! Een ongelooflijke kar
wei!
Alle stoelen staan n.1. aan den grond vast
geklonken, dus kunnen de werksters niet an
ders dan kruipend alle hoeken en gaten be
reiken.
Elfhonderd schouwburgstoelen
stof-afnemen
We gaan eens even kijken, hoe de schouw
burg, die we alleen van avondbezoeken ken
nen als een koepelvormige met licht, verguld
sel, en rood pluche gevulde ruimte, er tijdens
de dagelijksche beurt uitziet. Alle stoelen zijn
met witte hoezen bedekt; 's avonds direct na
de voorstelling gaan die er over heen. Het
tooneel doet heel wat stof in de zaal o<p-
waaien!
Den volgenden dag moeten de 1092 pluche
stoeltjes, die de schouwburg rijk is. met de
hand worden geschuierd. -Vier werksters
zijn daar den geheelen dag mee bezig!
's Avonds, zoodra het doek voor 't eerste
tooneel opgaat, begint het spel opnieuw:
milliarden schier onzichtbare stofjes hech
ten zich aan het meubilair, na de slotscène
hoezen er .over. 's morgens er af en dan:
schuieren maar
Op alle rangen geurt 't
Vanaf de parterre tot aan het „schel
linkje" geurt het naar was of wat daarvoor
door gaat. Men neemt juist proeven met
een surrogaat, ,,'t Smeert slecht in, meneer",
zegt de werkster: ze tracht in een ver
moeiende houding, de grondbedekking van
een zijloge glimmend te krijgen. Jammer,
dat bij het plaatsen van het meubilair in
ons stedelijk theater zoo weinig rekening is
gehouden met de begrippen welke elke
moderne huisvrouw reedsl ang huldigt: n.1.
het bukker. en kruipen tot een minimum te
beperken.
Het vergulde beeldhouwwerk langs de
balustraden krijgt geregeld een bezoek van
een extra-lange plumeau, maar hoe d.en
prachtigen masalen luchter j'n 't midden
van "t angstwekkend hooge plafond te be
reiken? Dat is trapezewerk. juffrouw, legt
de opzichter uit.
Artistiek souvenir
Ook de kleedkamers van de artisten res
sorteeren onder den gem. schoonmaak
dienst. ,,'t Scheelt zooveel welke voorstel
ling er geweest is", vernemen we. „Als
Charlotte Köhler optreedt, vinden we uiter
aard weinig rommel, maar u moet hier 'es
komen na een opera of liever dan
moet u niet komen." We glippen even een
paar „boudoirs" binnen, die nog niet zijn
gedaan. Schmink kleeft op de marmeren
toilettafels, poeder bezoedelt de spiegels.
In deze intieme sfeer tooveren de acteurs
en actrices zich 's avonds om tot andere
wezens Gezichten en gestalten worden
hier geschapen Doch iets van zichzelve
laten de tooneelspelers achter: een herinne
ring aan hun persoonlijke eigenschappen:
netheid of slordigheid
Zoo weten de werksters al van te voren
hoe ze de kamer van deze of gene be
roemdheid zullen vinden: keurig-netjes of
bezaaid met dotten watten, schmink-lapjes,
klonten krijt en poeder
Wonderlijk, hoe zoo iets prozaïsch als een
schoonmaakdienst ons een oogewblik in
contact kan brengen met den aard en de
gewoonten van allerlei menschcn, maar
op dit punt past ons het zwijgen
(Nadruk verboden).
DRAMA. IN 1939
OPNIEUW BERECHT,
Vrouw van het slachtoffer wijst
thans de verdachten als de da
ders aan.
VRIJSPRAAK OF LEVENSLANG.
In den nacht van 11 op 12 April 1939
het was op Tweeden Paaschdag werd in
een buurtschap onder de gemeente Holten
een afschuwelijke roofoverval gepleegd op
het bejaarde echtpaar Leetink, Waarbij de
man zoo zwaar werd mishandeld, dat hij
kort daarop overleed. De vrouw werd ern
stig gewond, doch zij bracht er. na een
langdurige verpleging, het leven af.
Het echtpaar woonde.in een zeer afgele
gen boerenhoeve onder de gemeente Holten.
In den betreffenden nacht hooide de 63-
jarige vrouw, die gewoontegetrouw nog kou
sen zat te bereien, kort na middernacht
geklop op de deur. Haar man was reeds
naar bed. Toen zij vroeg, wie er was, werd
buiten geroepen: .„De zoon van den veld
wachter, doe eens even open."
Zij deed dit, doch werd door de in
dringers met een knuppel neergesla
gen. De manpen drongen vervolgens
de woning binnen en mishandelden
den 73-jarigen landbouwer. Deze wei
gerde te zeggen waar het geld was.
De man werd zoodanig met de dek
sel van een melkbus geslagen, dat
hij dood bleef.
De indringers hadden blijkbaar verwacht
veel geld in de boerderij te zullen aantref
fen, doch naar later bleek, had Leetink kort
tevoren een bedrag van f2000,elders in
bewaring gegeven, zoodat de inbrekers
slechts zeven gulden buit maakten. Als ver
dacht van dezen roofoverval werden Gearres
teerd de 30-iarige klompenmaker G .V., en
de 45-jarige koopman II. II. Th. D„ beiden
uit Deventer, die evenwel hardnekkig ont
kenden aan dezen roofmoord schuldig te
zijn.
De officier van justitie bij de Almolosehe
rechtbank, achtte na een zeer uitvoerie Ge
tuigenverhoor. hun schuld bewezen en eisch-
te tegen heiden levenslange gevangenisstraf.
De rechtbank te Almelo sprak hen echter
vrij en Gelastte hun onmiddellijke invrijheid
stelling. Tegen dit vonnis toekende de offi
cier hooger beroep aan. Gisteren stonden
beiden voor het Arnhcmsche Gerechtshof
terecht.
Een reeks getuigen.
De lange reeks van getuigen werd ge
opend met het verhoor van den inspecteur
van politie A. K. uit Almelo, die een be
schrijving gaf van den toestand, waarin hij
de boerenwoning van het erhtnaar L. kort
na den moord had aangetroffen. De klok
lag op den grond. Zii was zeer waarschijn
lijk van den wand Gehaald om te zien, of er
soms geld in verborgen was.
Vervolgens werd de 63-iarige wedu
we van den vermoorden L. gehoord.
De vrouw wordt, steunende op een
geleider, binnengebracht. Haar ver
hoor bracht het verrassende feit aan
het lirht. dat zij thans verklaarde,
de heide verdachten als de indrin
gers te herkennen.
Zij gaf allereerst een beschrijving van de
gebeurtenissen, die zich in den Paaschnacht
van 1939 in haar woning hadden afgespeeld.
Nadat zij buiten had hooren roepen, had zij
de deur geopend. Zij zag twee mannen staan
van wie de dikste haar een slag met een
knuppel gaf. Zij hoorde vervolgens, dat de
indringers haar man om geld vroegen. Toen
kreeg zij een tweeden slaG van den dikken
man en daarop verloor zij het bewustzijn.
President: „Lijken deze twee verdachten
op de mannen, die 's avonds bij jullie wa
ren?"
Getuige: „Zij lijken er wel op."
President: „Heeft die dikke jou geslagen?"
Getuige: „Hij was het."
President: „Maar waarom heb je dit in
Almelo niet gezegd?"
Getuige: „Ik durfde het niet."
De president onderhield de getuige vervol
gens over de beteekenis van den eed en on
dervroeg haar uitvoerig, of zii de mannen
wel goed herkende. De vrouw bleef bij h aar
verklaring, dat de twee verdachten het ge
weest waren, die den roofoverval hadden Ge
pleegd. Zij herkende, den dikke. d.i. den ver
dachte D„ als dengene, die vroeger wel eens
in de buurt met goederen had gevent. Ver
dachte D. verklaarde, dat het uitgesloten
moet zijn. dat de vrouw hem kende.
Hierna werd gepauzeerd.
Nog enkele vrij bezwarende getuigen
verklaringen werden afgelegd o.a. dooi
den landbouwer tegen wien een der ver
dachten toespelingen op den moord zou
hebben geniaakt.
Als getuieen a décharge verklaarden de
vrouw, een zoon en een dochter van verd.
RIJKSDUITSCHERS UIT JOEGO
SLAVIË TE WEENEN AANGE
KOMEN.
„Londen de schuld van alles".
Woensdagmiddag zijn de „Uranus" en de
„Schoenbrunn" van de Donau Stoomboot
maatschappij met 110 Rijksduitschers uit
Joegoslavië te Weenen aangekomen. Dui
zenden menschen stonden aan de kade om
de vluchtelingen te verwelkomen. De
plaatsvervangende gouwleider, Scharizer,
begroette de terugkeerenden met de woor
den: „Wij weten allemaal, dat wij onover
winlijk zijn. Al het leed en al de nood zal
ten slotte in een gelukkige Duitsche toe
komst verkeeren". De Duitschers uit Joe
goslavië verhaalden vervolgens, wat zij in
Joegoslavië, tot welk land zij uitsluitend
gevoelens van vriendschap koesterden,
moesten meemaken. Geen tegenspraak van
Belgrado zal deze feiten uit de wereld hel
pen en kan, wat er gebeurd is, ongedaan
maken.
Veel ondervonden.
Juist acht dagen geleden, op 26 Maart
zoo vertelden de Rijksduitschers, toen de
inkt der Joegoslavische onderteekening
der toetreding tot het driemogendhéden-
pact in Belvedère nog nauwelijks gedroogd
was, vormden zich te Belgrado de eerste
samenscholingen. Joden en Engelsche
agenten hitsten en stookten, wierpen geld
onder de menigte, kochten alcohol en
schonken hiervan aan de Serven. Reeds
des nachts weerklonk de kreet: „Leve En
geland, weg met Duitschland".
Den volgenden ochtend raasde de
Servische haat 'aan Duitschland
door de straten. Een enkel Duitsch
woord bracht dengeen die het uit
sprak in het grootste gevaar. Stu
denten, leeraren, Joden, vrijmetse
laars, officieren en soldaten, gingen
zich te buiten aan scheldwoorden
tegen Duitschland, zijn volk en
zijn Fuehrer. Duitsche inrichtingen
werden bestormd. Het Duitsche
verkeersbureau geleek weldra een
puinhoop.
Politie treedt niet op.
De politie vond geen aanleiding om op
te treden. In de Duitsche school te Belgra
do werd de hakenkruisvlag afgerukt en
door een Engelsche vlag yervangen. Duit
sche kinderen werden door Servische scho
lieren uitgescholden en mishandeld. De
leerkrachten stonden ernaar te kijken en
deden niets. In de straten demonstreerden
Serven en Joden en riepen voortdurend:
„Wij willen geen pact met Duitschland,
wij willen oorlog" Ook de volgende dagen
brachten niet het eind van dezen waan
zin. Zoo was het in Belgrado, in Petro-
grad, in Neusatz, zoo was het overal".
Wij vroegen de Rijksduitschers wie ver
antwoordelijk zijn voor deze ongehoorde
D„ dat de vader in den bewusten nacht
thuis was geweest.
De beide verdachten werden vervolgens
aan een verhoor onderworpen.
Beiden verklaarden in den bewusten
nacht thuis te zijn geweest en onschuldig
aan den overval te zijn.
De advocaat-generaal vorderde tenslotte
terugwijzing van de zaak naar den rechter
commissaris en eischte gevangenneming
der verdachten.
Nadat het Hof in raadkamer was ge
weest, deelde de president mede, dat het
Hof geen termen aanwezig- vond om de
gevangenneming van de beide verdachten
te gelasten en dat besloten was de zaak te
rug te wijzen naar den rechter-commis
sa ris.
HOOFDINSPECTEUR BENOEMD.
Consulenten, die de klasse-
ondet wijzers zullen instrueeren
HET LAND IN KRINGEN VER
DEELD. - MET DE OMSTAN
DIGHEDEN REKENING GE
HOUDEN.
Bij beschikking van den secretaris-gene
raal van het departement van opvoeding
Wetenschap en cultuurbescherming is be
noemd tot hoofdinspecteur-adviseur voor de
lichamelijke opvoeding: R. Uzer, te Heem
stede, met bepaling dat zijn standplaats zal
zijn te 's Gravenliage.
De heer Uzer. die in 1896 te Winschoten
is geboren, heeft in 1921 zijn studie voor
leeraar in de lichamelijke opvoeding be
ëindigd. Hij is thans onderwijzer in de op
voedkunde aan de Rijkskweekschool te
Haarlem.
Behalve als medewerker aan verschillen
de opleidingsinstituten voor de acte M.O. li
chamelijke opvoeding is hij door ziin jaren
lange ervaring als lid van het riikscolleec
van lichamelijke opvoeding in staat ge
weest de lichamelijke opvoeding in ons land
te bestudeeren.
Bovendien maakte de heer IJzer als secre
taris deel uit van de commissie voor het af
nemen van de examens in de acte M. O.
lichamelijke opvoeding.
De benoemde over zijn taak.
Een groote achterstand zal de nieuwe rijks
inspectie moeten verkleinen, moeten inha
len. Uit he't onderhoud, dat het A.N.P. had
niet den hoofdinspecteur, den heer R. Uzer
bleek, dat deze nieuWe functionaris, die in
het rijkscolleGp al jarenlang gestreden heeft
voor een hetere lichamelijke opvoeding, oog
heeft voor de vele op te lossen moeilijkhe
den.
„Onze taak is" aldus deelde de heer Uzer
mede. „ongetwijfeld iwaar. Nu ons echter
een eerlijke kans cegeven wordt om deli-
chameliikp opvoeding in ons land op peil
Ie brengen zullen wij met inspanning van
alle krachten ons Geven aan die taak.
Het zal een moeilijke opdracht zijn. Ik ben
echter overtuigd veel te kunnen bereiken
als allen, die voor een functie Geroepen wor
den met enthousiasme, oncewekten moed en
vooral absoluut vertrouwen aan deze taak
meewerken en niet zullen terugdeinzen zelf
de handen uit rle mouwen te steken.
Er zullen verschillende
consulenten
worden benoemd. De consulent kan be
schouwd worden als de speciale deskundige
voor de lichamelijke opvoeding en staat den
inspeeteur met raad en daad terzijde. -Hij
geeft lessen aan het onderwijzend personeel
aan de schoolkinderen enz.. Daartoe zal de
consulent, in overleg met don inspecteur
voor het lager onderwijs en zijn betrokken
inspecteur voor de lichamelijke opvoeding
de inspectie verdcelen in kringen. In deze
kringen zal hii cursussen geven, waar do
klasse-onderwiizer de leerstof kan loeren
uitvoeren en doen uitvoeren. De taak van
deze consulenten is dus niet eenvoudig. Het
was dan ook reeds zeer bemoedigend, dat
zulk een groot aantal bekwame vnkmeri-
sehen naar deze plaatsen heeft gesolliciteerd,
in de Paasclivacantie zullen we allen samen
komen in een cursus, waarin we duidelijk
de taak kunnen omschrijven, welke ons
wacht.
gebeurtenissen. Zij antwoordden: „Da
schuldigen zijn de ophitsers, die voor geen
middel terugschrokken om een wilden
veldtocht van haat tegen de Duitschers te
organiseeren. De schuldigen zijn de leden
der huidige Servische regeering, die niet
alleen tegen dezen haat niets ondernamen,
doch ook alles deden om de laatste brug
weg te nemen, die tot dusver bestond. De
grootste en laatste schuld echter moet ge
zocht worden in Londen.
MARSCH DER DEDERLANDSCHE S.S. TE
GRONINGEN,
De Nederlandsche s.s. zal a.s. Zaterdag een
marsch houden door de stad Groningen, on
der commando van SS-onderstormleider j.
P. Wolfram.
.Met de organisatie der marsch is belast SS-
opperschaarieider B. R. Krepeer, als stan-
daardfèider der „Standaard 1 der Nederland
sche SS" (Groningen, Friesland, Drente).
De marsch vangt om vijf uur des namid
dags aan.
HILVERSUMMER TRACHTTE BUSSUM-
MER OP TE LICHTEN.
Voor de Vijfde Kamer der Amsterdamsch®
Rechtbank stond gisteren een 27-jarige be
tonwerker uit Hilversum terecht wegens po
ging tot oplichting. De Hilversummer had
een masseur te Bussutn opgebeld en hem ver
teld te weten, dat de ambtenaren van den.
distributiedienst huiszoeking zouden komen
doen, omdat zij gehoord hadden, dat de mas
seur groote voorraden gehamsterd had.
De man beweerde echter nogal invloed te
hebben op de ambtenaren en wel te kunnen
zorgen, dat zij zouden wegblijven. Hij vroeg
daarvoor een kleine vergoeding van vijftig
gulden.
De masseur beloofde er eens over te zul
len denken.
Den volgenden dag ratelde in het huis
van den Bussummer opnieuw de telefoop en
weer bood de Hilversummer zijn diensten
aan. Nu was hij echter duurder geworden
en voor honderd gulden zou hij bereid ge
vonden worden de onheilen af te wenden,
welke den masseur bedreigden. In een café
te Bussum zou de afrekening plaats vinden.
De masseur ging naar het café, maar hij
vond er niet den betonwerker. Dit vriendelijk
heerschap kwam echter spoedig daarna zich
weer per telefoon melden. Er werd toen een
nieuwe afspraak gemaakt en de Hilversum
mer beloofde naar de Bussumsche woning te
zullen komen om het geld tg halen. Inder
daad kwam hij, zich aandienende onder het
pseudoniem Willemsen, naar de woning van
den masseur.
Deze had reeds het geld in een
gesloten couvert klaargelegd. Er
waren na de kennismaking weinig
woorden noodig om elkaar te be
grijpen. De man zag de enveloppe
en hij strekte begeerig zijn hand
uit, toen hem het geld werd aan
geboden. Nog voor hij echter dit
couvert kon aanpakken, kwam een
rechercheur, die zich schuil had ge
houden, te voorschijn en arresteer
de den Hilversummer.
Voor de rechtbank zeide de man, dat
alles slechts een grapje was geweest. Hij
had van het dienstmeisje der familie ge
hoord, dat de masseur veel had geham
sterd en daarom wou hij hem eens bang
maken.
Maar erg geloofwaardig klonk dat niet
uit den mond van dezen man, die reeds
twee maal wegens diefstal veroordeeld
was.
De officier van justitie achtte het ten
laste gelegde bewezen en eischte een ge
vangenisstraf voor den tijd van een jaar
en zes maanden.
De verdedigster vond het ten laste geleg
de heelemaal niet bewezen. Zij hield het
ook op een grap en dat zou wel gebleken
zijn, volgens de verdedigster wanneer de
rechercheur den man niet te vroeg had ge
arresteerd. Zou hij de enveloppe in handen
hebben gekregen, dan zou hij het geld di
rect hebben teruggegeven, maar die kans
was hom nu ontnomen. Zij concludeerde
tenslotte tot vrijspraak.
Op Donderdag 17 April zal de rechtbank
uitspraak doen.
De kwestie der lokaliteiten.
Ook de kwestie van lokaliteiten en terrei
nen speelt een Groote rol bij het onderwijs
in de liehaamoefeningen. Een onderzoek in
1935/1936 heeft vastgesteld, dat de meeste
scholen een behoorlijke speelplaats tebben.
waar de lessen in de openlucht Gegeven kun
nen worden. I.eeGstaande klasselókalen.
hreede GanGen. overdekte speelplaatsen moe
ten ons voorloopig herberGen. Bij de richt
lijnen werd dan ook rekening Gehouden met
primitieve omstandiGheden. Juist de natuur
lijke vormen van Gaan, loopen, springen,
werpen en vanGen maken het mogelijk, met
een minimum van materiaal te kunnen
werken. Het spreekt vanzelf, dat waar ver
schillende Gemeenten ook on het platteland
reeds zijn overGegaan tot het aanstellvi van
een vakleerkracht voor de lichamelijke op
voeding. dit slechts toegejuicht kan worden.
Het schoolzwemmen wordt als één der be
langrijke ondcrdeelen van de lichamelijke
schoolopvoeding voor het 5de en 6de leerjaar
verplicht gesteld.
Niet buiten schoolverband.
Op een vraag of deze rijksinspectie zich
ook heeft te bemoeien met de lichamelijke
opvoeding buiten schoolverband, en met de
sportbeoefening, antwoordde de heer IJzer
ontkennend. Deze gebieden staan onder lei
ding van den regeeringsadviseur. den heer
K. J. J. Lotsy. Hierdoor is een twee-eenheid
ontstaan waarvan de deelen ten nauwste
zullen samenwerken, terwijl de algeheele
leiding berust hij den secretaris-generaal
prof. J. van Dam.
„U ziet." zoo eindigde de heer IJzer zijn
uiteenzetting „dat er vele problemen om een
oplossing vragen. In het belang van ons Ne
derlandsche volk roep ik u op tot krachtige
medewerking bij dezen arbeid!"