tPtaciiniejuw^
Stille Paasch
KeAJk en T^riduu}
^oet deie jfwto fya/ui fyw
Ons Indisch hoekje
l j
YlieuwJ uit
Dinsdag 15 April 1941
Tweede Blad
Er zf]fl nog duizenden Nederlanders
die niet zóó voor hun kinderen
kunnen zorgen als U.
Daar moet Winterhulp helpen!
Helpt U Winterhulp!
Een kleuterhuis
De Paasch is niet dat geworden, wat w\j
ons ervan voorgesteld hadden. En tot die ver
onderstelling behoorde dan o.m. fiksche wan
delingen in de buitenlucht, een trip naar het
strand en de duinen en eventueel een fietstocht
door den Noordkop, ter aanschouwing van de
eerste kleurer-veelde der Vioege tulpen.
Er behoorde óók toe het voor de eerste maal
loopen in het nieuwe pak (zij het dat het met
Paschen 1941 waarschijnlijk een „gekeerd" of
opgeknapt pak geweest is...) zónder overjas
in een vroolijk twinkelend zonnetje.
Zoo hadden we ons dat alles in onze fanta
sie voorgesteld.
Maar 't kwam anders uit.
Want toen men op den eersten Paaschmor-
gen ontwaakte en naar buiten zag, was het 'n
grauwe hemel en een dich* wolkendek, dat
zichtbaar werd. Een sombere wereld, zonder
zon, zonder belofte tot uitgaan. En zoo bleef
het: een koude dag, die allerminst tot tochtjes
noodde en die verreweg het meerendeel der
Nieuwediepers doorgebracht zullen hebben
binnenskamers, al dan niet bij een verwarmde
kache' (hetgeen uiteraard afhankelijk was van
den geslonken brandstoffen-voorraad...).
In de stadstuintjes stonden wat tulpen en
crocussen te bloeien en dat waren dan zoo on
geveer de eenige Paasch-boodschappers, die
Moeder Natuur afgezonden had. Want de zon
en de blauwe hemel bleven vrome wenschen,
die heel dien eersten Paaschdag niet in ver
vulling gingen.
Evenmin den tweeden-Paaschdag. Deze
spande trouwens in ongunstigen zin den kroon
want des middags begon het te regenen, en
stevig te waaien. Wie zich toen nog buiten
bevond, zorgde zoo spoedig mogelijk binnen te
kómen en kweet zich van „Paasch-twee", het
zij lezende, hetzij met het plegen van mijme
ringen over een zoo beneden de verwachtingen
gebleven Paaschfeest.
Gelukkig, de vreugde en de waarde van het
Paaschfeest worden niet uitsluitend bepaald
door schoon voorjaarsweer. Er is ook een
ander Paaschfeest, dat men van binnen viert,
het geestelijk Paaschfeest. En dét kan men
vieren met stroomenden regen en donkere
luchten. Dat is het Paaschfeest van de groote
Vreugde en van het eeuwige Optimisme. Dat
is het Paaschfeest dat ieder kan vieren in zijn
diepste binnenste en waaraan de natuur noch
de tijdsomstandigheden iets kunnen verande-
•ren.
't Was stil in Den Helder, deze beide
Paaschdagen. Zoo stil, dat zij, die hier wonen
daar zelf verbaasd over waren en zich ver-
geefsch herinnerden ooit zulk een stille stad
beleefd te hebben met Paaschfeest.
Het waren slechts enkele Jutters die er dien
eersten dag op uit togen, op zoek naar het
jonge voorjaar. Die het zochten in het buiten-
veld of in de duinen verderop, of aan het
strand. Maar de grijze luchten bleven hangen
uur na uur en het is de vraag of men in die
kille en sombere atmosfeer de lente gevonden
heeft. Want soms leek het wel November, zoo
koud... zoo triest ...zoo grijs.
In het buitenveld zelf, waar de duizenden
stadgenooten het bivak hebben opgeslagen,
was het al niet veel beter. Daar bleef het
uitgaan eveneens beperkt tot het maken van
miniatuur-ommetjes in de dorpen en gehuch
ten. Van stevige wandelingen en ferme fiets
tochten kwam niets terecht en zoo ontbrak
er hier veel aan een „ouderwetsch" Paasch
feest.
Als wij dit schrijven is het Dinsdagmorgen
8 uur en de zon, die opkwam als een schit
terend juweel van rood en goud, heeft de be
lofte gebracht voor een schoonen dag.
Er zijp nu menschen, die mopperen en zeg
gen: wat is dat verschrikkelijk jammer. Nu
zijn de Paaschdagen verregend en verwaaid
en komt, juist een dag te laat, het mooie
weer.
Die mopperaars hebben natuurlijk ongelijk.
Iedere schoone voorjaarsdag is winst en waar
om zou men niet kunnen genieten van een
lente-gave, die komt né de Paaschdagen? Er
is niet één reden voor.
En overigens: we houden het op 't Pink
sterfeest, dat over anderhalve maand gevierd
zal_ worden. Wie weet hoeveel d t niet goed
maakt!
ZOMERKAMPEN VAN DE VRIJZINNIG
CHRISTELIJKE JEUGD CENTRALE.
Dezer dagen is het kampboekje van de
Vrijzinnig Christelijke Jeugd Centrale ver
schenen. Het is een fleurig boekje, gedrukt in
een vroolijk rood-blauw en het bevat het plan
voor een 40-tal zomerkampen, die de belofte
bréngen van enkele goede en opgewekte
vacantiedagen.
De kampen zijn bedoeld voor middelbare-
school-jeugd van 1319 jaar. Zij worden voor
het meerendeel gehouden in het centrum en
Oosten van het land. Alle kampen hebben
een vast terrein, waar in tenten zoo dit
niet kan in schuur of boerderij gekampeerd
wordt. Er is variatie gebracht in het program
ma van de kampen. Zoo worden genoemd
Vrije Vogel-, woudloopers-, sport-, natuur
studie-, water- en studiekampen, al naar de
bezigheid waaraan de meeste aandacht be
steed zal worden. Voor meisjes is een kamp
toegevoegd, dat zich aan de muziek zal
wijden.
Behalve deze kampen noemt het boekje nog
de novietenconferenties voor hen, die gaan
studeeren, en wordt verwezen naar speciale
kampen voor de niet meer schoolgaande jeugd
d.w.z. voor diegenen, die direct na de lagere
school een werkkring zoeken of een opleiding
volgen op industrie- of ambachtschool.
Kampboekjes en alle inlichtingen zijn te
verkrijgen aan het Centraal Secretariaat,
Nieuwe Gracht 27, Utrecht.
DOOFSTOMMEN-INSTITUUT BFFATHA.
De vereeniging „E ff at ha", Christelijk insti
tuut voor doofstomme kinderen te Voorburg,
houdt op 15 Mei a.s. haar jaarlijksche alge-
meene ledenvergadering. Na de afdoening van
de huishoudelijke zaken zal ds'. D. van Dijk, Ge
reformeerd predikant te Groningen, een rede
houden.
CONCENTRATIEKAMPEN IN PALESTINA.
Het zeer bekende Syrische weeshuis te Jeru
zalem dat diende om weeskinderen te verzor
gen, werd eerst als concentratiekamp voor
Duitschers gebruikt, daarna tot toevluchtsoord
voor Engelschen en Egyptenaren ingericht. De
gevangen genomen Duitschers werden toen
naar een ander concentratiekamp getranspor
teerd in de beide Wurtembergsche kolonisten
dorpen Sarona en Wilhelma, in de kustvlakte
bij Jaffa.
Over het leven in de concentratiekampen
schrijft men ons, dat in Sarona de geestelijke
leiding toevertrouwd werd aan den predikant
der Duitsche gemeente te Jeruzalem proost
Döring, in Wilhelma aan den directeur van het
Syrisch weeshuis Hermann Schneller. Om aan
de verlammende stemming van het niets-doen
te ontkomen werd een soort werk-plan voor
een heele week opgesteld. De dag wordt met
het zingen van een lied begonnen; dan worden
gezamenlijk lichaamsoefeningen gehouden.
Daarna doet%men handenarbeid en werkt in den
tuin. Een deel van den dag is verder aan de
bestudeering der taal en der geschiedenis ge
wijd. Met elkander worden volksliederen en
geestelijke liederen gezongen. De schooljeugd
wordt op normale wijze onderwezen, want on
der de gevangenen bevinden zich verscheidene
onderwijzers en leeraren. De gevangenen heb
ben een garage tot $en noodkapel ingericht. Des
Zondags leiden de geestelijke leiders een gods
dienstoefening en eenmaal in de week houdt
men een bijbelleesbeurt.
DE KLEINE CATECHISMUS.
De kleine catechismus van Luther is thans
na de jongste uitbreidingen in totaal in 160
talen en dialecten vertaald. De verkoop met
name in de oostelijke en zuidelijke gebieden is
in den laatsten tijd. zeer belangrijk toegenomen
en vele nieuwe vertalingen bleken noodig.
GIFTEN.
Bij de pas geïnstitueerde Gereformeerde kerk
te Doezum zijn eenige giften binnengekomen
n.l. een uit Grootegast ad 500.en een uit
Gerkesklooster-Stroobos ad 150.Verder
werden tijdens den eersten doopdienst eenige
kleinere giften gecollecteerd.
DE OUDE KERK TE DELFT.
Naar de Delftsche Courant meldt, maakt de
toestand, waarin de Oude Kerk te Delft ver
keert, een algeheele restauratie noodzakelijk.
Het onderzoek, dat de architect H. van der
Kloot Meyburg in opdracht van de kerkvoogdij
heeft ingesteld, heeft uitgewezen, dat de
restauratie een bedrag van ruim 700.000.
zou vorderen, welke raming gebaseerd is op de
in het voorjaar 1939 geldende prijzen. De
grootste uitgave maakt het herstel van het
dwarsschip noodig n.l. f 152.000.
w'ÊÊÊSËWiÊÊ.
i .1-,
rf
Kleuterhuis Semarang (Noordkust Midden
Java). De telefoon rinkelt. Pekalongan (ook
een kustplaats, pl.m. 80 km afstand van
eerstgenoemde stad) belt op. Een familie in
nood. Man en vrouw moeten hard werken om
aan den kost te komen. Ze hebben bijna geen
tijd om op hun pasgeboren tweelingen te
passen. Een baboe (Javaansche vrouwelijke
huisbediende) trekt dag en nacht mee op,
draagt ze in een slendang (lange doek over
den schouder geslagen), aan eiken kant van
-haar lichaaam één. Af en toe krijgen ze wat
voedsel, maar ze gaan zienderoogen achter
uit. Zóó kan het niet langer. Of het bekende
Semarangsche kleuterhuis zou willen hel
pen? Ze kunnen heel weinig missen, de
hebben gekost. Dokters hulp mocht niet baten.
De vader, die zijn vrouw dienzelfden dag heeft
begraven, (dit is in Indië noodzakelijk tenge
volge van het warm-vochtige klimaat) heeft de
kinderen den volgenden dag naar het Kleuter
huis gebracht. „Of ze mochten blijven?" Na
tuurlijk mocht dit. Gelaten ziet hij toe, hoe ze
worden weggedragen. Wiegen staan er altijd
gereed. Na te zijn gewasschen en van kleertjes
voorzien, klinken schreiende stemmen uit de
heldere witte bedjes. De vader mag even
komen kijken. En dan vertrekt hij, gelukkig
door de wetenschap, dat zijn kindertjes zichi
in goede handen bevinden.
Van een Chineesch echtpaar kwamen de
kindertjes geregeld zwak ter wereld. Ze
stierven binnen enkele dagen. Hun vierde
kindje bi achten ze ten einde raad naar het
Kleuterhuis. Dank zij de goede zorgen,
a*4. .••S&&
ouders. Maar wat ze kunnen missen, zullen
ze heel graag afstaan. De leidster van het
Kleuterhuis antwoord: „Stuur ze maar. De
kosten, dat komt terecht." Ze zijn gekomen
uit een siendang wereld je vol lijden. Ze zijn
verzorgd in wiegjes gelegd, alles helder en
schoon Zuster Margot, de trouwe verpleeg
ster, is trotsch op de nieuwe aanwinst. De
eerste dagen en nachten hebben noch de zus
ter, noch mevr. Godefroy, de leidster, rust.
De kindertjes moeten leeren liggen. Dit lig-
gevoel is geheel nieuw, vreemd, onwennig
voor ze. Ze huilen aan één stuk door, dag en
nacht. Maar na drie dagen gaat het al beter,
sukkelen ze vrij gauw in slaap. Met trots
toonen de menschlievende verzorgsters het
nu rustige tweetal: rechts zuster Margot,
links een der helpsters van de baby-afdeeling.
Nieuwe tragiek Een Javaansche vader
brengt zijn beide kindertjes van één dag oud.
Dit is voor het Kleuterhuis het vierde tweetal.
Twee filnke knapen, die hun moeder het leven
bleef het in leven. Vader en moeder komen
vaak naar hun stevigen één-jarigen jongen
kijken. Moeder verwacht weer een kindje.
Ze zal het ook naar het kleuterhuis brengen.
Nu zonder zorg, met blijdschap zelfs.
In de achtergalerij spelen de oudere kin
deren. In de boxen er om heen liggen dn
heele kleintjes. Samen zijn het er 56, waar
onder een Chineesch meisje. Vader is in
China gesneuveld in den oorlog. Moeder ging
naar Java, vond daar een betrekking, maar
werd door al de ellende, die ze doorstaan had,
krankzinnig. Nu is ze opgenomen in een ge
sticht voor zielszieken. Baby kruipt vroolijk
rond, probeert „dag" te zeggen. Boeken vol
zouden kunnen worden gevuld met het leed
van ouders en kinderen, want elk geval is
een drama op zich zelf! Toen ik in 1896
op Java kwam, dacht men nog niet aan het
lenigen van nood. Men besefte zelfs niet, dat
er nood was... in het „rijke" Indië.
Dr. H. F. TILLEMA.
DE CHRISTELIJKE KERK IN JAPAN.
Uit- Japan wordt bericht, dat de Japansche
Christenen bereid zijn het zendingswerk in het
eigen land en in de landen, welke onder Ja-
panschen invloed staan, zelf ter hand te nemen.
In dezen geest werd onlangs een groote bijeen
komst gehouden, waaraan meer dan 20.000 per
sonen deelnamen. Een groot koor van 500 jon
geren luisterde de bijeenkomst met kerkelijke
liederen op. Het geheel stond onder leiding van
dr. Kozaki. Hij zeide op deze vergadering:
„Wat ik aan de buitenlandsche zendelingen zou
willen zeggen, is dit, dat de evangelisatie van
een volk het beste geschiedt door de leden
daarvan. Daarom zou ik hun dien raad willen
geven om zich uit Japan terug te trekken.
Maar ik dank hen voor alles, wat zij in den
voorbijen tijd aan werk hebben verricht. W\j
wenschen in de toekomst een vriendschappe
lijke samenwerking".
VISSCHERIJ.
Urk, 11 April.
Door 10 vaartuigen werd heden aan den
Gemeentelijken Vischafslag alhier aangevoerd
20 pond kuilpaling, prijs 31 ct; 60 pond voorn
710 ct; 5 pond karper, 25 ct; 70 pond spie
ring, 12—13 ct. per pond en 90 manden nest,
prijs 33 ct. per mand.