N1PPER EN PELLE A Japan en Nederl. Indië Klisoera op de Grieken veroverd Ik heb gekozen, Arkadi Radioprogramma Italiaansch wcermachtherichf Waarschijnlijk Amerikaansch vrachtschip getorpedeerd P. Moltmaker overleden m Tokio zal eerst nog trachten met Batavia tot een minnelijke schik king te komen. De plaatsvervangende Japansche minister van buitenlandsche zaken, Ohasji, heeft met minister-president Konoje een vrij langdu rig onderhoud gehad over vraagstukken be treffende de buitenlandsche politiek. Het blad „Tokio Nitsji Nitsji" schrijft in verband met deze conferentie, dat de volgen de punten de voornaamste onderwerpen van gesprek zullen zijn bij de komende be raadslagingen van het kabinet: Ten eerste: De kwestie Nederlandsch-Indië, dat in een steeds grootere afhankelijk heid van Engeland en de Vereenigde Staten schijnt te geraken. Japan zal echter desondanks eerst nog probee- ren, de onderhandelingen met Bata-, via tot een einde te brengen. Ten tweede: De probleemen, die in-verband staan met Fransch-Indochina en Thailand zullen besproken worden. Japan heeft niet het plan politieke com pensaties voor de succesvolle rege ling van het grensconflict te verlan gen, daarentegen verwacht het een volkomen opheldering van de han delsbetrekkingen tusschen Japan en deze beide landen. Men verwacht, dat binnenkort desbetreffende onder handelingen in Tokio. Hanoi en Bangkok gevoerd zullen worden. Ten derde: De betrekkingen tusschen Japan en de Vereenigde Staten zullen bespro ken worden. Het is niet aan te nemen, dat de Ver eenigde Staten ondanks de overeenkomst van Japan met Rusland hun houding tegen over Engeland of Tsjoengking zullen ver anderen. Japan zal echter voorioopig pogin gen in het werk stellen om een verdere ver scherping van den toestand te verhinderen. Verder zal gesproken worden over het conflict met China en over de toekomstige ontwikkeling van de betrekkingen met Sovjet-Rusland na de sluiting van het pact. 133. De volgende dag. 1. „Ziezo, nu gauw naar het museum. Een van de inte ressantste dingen daar is 'n soort klok, die ik je graag eens wil laten zien. Het ap paraat zal je tot in de oudste tijden van Atlantis terug voeren, toen dit werelddeel nog niet verzonken was, en het zich dus nog boven de zeespiegel bevond". „Alles goed en wel, Zip, maar als die machine nu eens blijft staan en we moetendan enige duizenden jaren in de oertijd blijven steken?!" 2. „Hallo, Zip, wat heb je daar nu weer voor iets aardigs? Ze schijnen werkelijk uit pen andere wereld afkomstig te zijn!" 134. Een paar oude beestjes. 1. „Mag ik jullie mijn ouden vriend, den schildpad Erich, voorstellen? Hij treurt nog om zijn vrouw, die toenter tijd in de soepterrine in de ark van Noach het leven heeft mceten laten!" 2. „Hoor eens, beste Zip, nu moet je niet proberen, ons allerlei sprookjes op de mouw te spelden, want het ziet er hier allemaal op zichzelf al wonderlijk genoeg uit!" 3. „Geloof me, als je wilt. hier hebben we bijvoorbeeld de oude Marabuse, meer dan 8000 jaar oud! Jullie ziet wel dat we hier te lande zuinig zijn op onze oude spullen!" Het Italiaansclie weermachtbericht 314 luidt als volgt: In Joegoslavië rukken de gemechani seerde colonnes van het tweede legercorps op van Spalato naar Ragusa. Marinedeta- chementen hebben de bezetting der Dalma- tijnsche eilanden voltooid. Uit Albanië zet ten andere gemechaniseerde colonnes, na Antivari en Cettinje te hebben bezet en na den laatsten weerstand van den tegenstan der te hebben gebroken, hun opmarseh naar Cattaro en Ragusa op met het doel zich te voegen bij de troepen van het twee de legercorps, die uit het Noorden komen. Aan het Grieksche front wordt ondanks den krachtigen weerstand van den vijand en talrijke onderbrekingen in de wegen de opmarseh onzer troepen vanaf het Pres ba-meer tot aan de Adriatische Zee voort gezet. De troepen van het elfde legercorps Feuilleton Een roman uit het hooge Noorden Door Agathe Pogner 29. Het eenige, wat ons op deze drie tochten in handen viel, was een groote zeehond, die sla pend op het s lag. Maar ook deze vangst ging met heel wat moeilijkheden gepaard. Wij hadden geen enkel wapen bij ons. Maar om het totaal weerlooze dier, in welks oogen per manent tranen st< nden over de hem door de natuur volkomen onthouden verdedigingsmid delen, eenvoudig dood te ranselen, zooals de meeste zeehondenjagers dat plegen te doen, daarvoor ontbrak het ons aan brute kracht. Teneinde nochtans de buit niet verloren te laten gaan, bouwden we van ijs een heuvel om hem heen, los genoeg om het dier voor den verstikkingsdood te vrijwaren, maar ook weer dicht genoeg om te voorkomen, dat hij zou ontsnappen. Nu fladdert zijn huid buiten in den wind. Zoo eischt de wet het. 9 Juni. De zon is er weer! Warmte geeft zij niet, maar haar stralen werpen een gouden schijn sel over het glanzende, schitterende ijsdek. Versch gevallen voorjaarssneeuw! Het is ongelooflijk, zooals dat pronkt en lokt! Ik spande een slee in en liet mij doelloos voorttrekken over heuvels en door dalen. Maar ik was nog geen half uur van huis, toen ik een andere slee ontwaarde, welke de mgne tegemoet kwam. Ik haalde mijn verrekijker te voorschijn. Er zaten drie personen in de slee; nochtans her kende lk de gezichten pas, toen zij tamelijk dichtbij waren. Het bleken Wenjamin, Katja en haar zoontje Fedja te zijn. Zij wilde persé naar u toe, zei Wenjamin toen onze sleden naast elkaar stonden. J ons zoo beweerde ze hield ze het nie langer uit. Ze was bang, dat ze gek wer hebben na een verbeten gevecht Klisoera bezet en rukken voorbij dit centrum op. De vijand heeft aanzienlijke verliezen geleden en talrijke gevangenen benevens een aan zienlijke hoeveelheid oorlogsmateriaal in onze handen achtergelaten. Twee Britsche bommenwerpers, die boven Albaneesch ge bied trachten te vliegen, werden door on ze jachttoestellen aangevallen: een toestel van het type Blenheim werd neergescho ten. Op den Piraeus hebben onze vliegtui gen in den nacht van 15 op 16 April een feilen aanval gericht op de haveninstalla ties en gemeerde schepen. De torpedeering uit een vliegtuig, waarvan melding is ge maakt in het weermachtsbericht van gis teren en waarbij een groot schip van 15.000 ton tot zinken werd gebracht, is ten uitvoer gelegd door den kapitein-piloot Buscaglia en luitenant ter zee Castagnacci als waar nemer. In Cyrenaica wordt de druk der Duitsch- Italiaansche troepen op Tobroek en Sol- loem voortgezet. Het opruimen van de vij andelijke detachementen, die afgesneden werden tijdens onzen krachtigen opmarseh wordt voortgezet in de richting van Dje- bel. In Oost-Afrika is op de vijandelijke strijdkrachten, die poogden de rivier Baro in Galla Sidamo over te steken, een krach tigen tegenaanval ondernomen. Zij werden op de vlucht gedreven en lieten hun kam pement in onze handen achter. Tijdens felle gevechten ten westen van Dembidollo in Noord-Gambella hebben wij den vijand zware verliezen toegebracht. Naar in reederskringen te New York wordt medegedeeld, zoo meldt Associated Press, is het Britsche vrachtschip „Silver- elm" met een inhoud van 4351 ton, van de New-YorkEngeland lijn in 't Noordelijke gedeelte van den Atlantischen Oceaan ge torpedeerd. Naar de „New York Herald Tribune" ver der mededeelt, heerscht er in Amerikaan- sohe scheepvaartkrinqcn flroote bezorgdheid over het Amerikaansche schip „American Farmer". Dit schip heeft Maandag nog nood signalen uitgezonden. Het radiobericht deelde mede, dat het schip getorpedeerd werd. Sedertdien heelt men niets meer van het schip gehoord. Op 59-jarigen leeftijd is te Utrecht over leden de heer P. Moltmaker. lid van de Eerste Kamer en voorzitter van de Neder landsche Vereeniging van Spoor- en Tram wegpersoneel. mm WIJLEN P. MOLTMAKER. (Foto archief). De overledene werd geboren te Arnhem op 13 September 1882. Hij bezocht de lagere school en kwam reeds jong in dienst bij de Staatsspoorwegen te Utrecht als administra tieve kracht op het hoofdaministratiege- bouw. Hij sloot zich aan bij de Sociaal-Demo cratische Arbeiders Partij en trad toe tot de Nederlandsche Vereeniging van Spoor- en Tramwegpersoneel. Van deze vereeniging werd hij in Juli 1912 voorzitter. In 1919 nam hij ontslag als ambtenaar in dienst van de Staatsspoorwegen om bezoldigd voorzitter der Nederlandsche Vereeniging te worden. Als voorzitter kreeg de heer Moltmaker zitting in den loonraad der in middels gefusioneerde Nederlandsche spoor wegen, die in 1926 plaats maakte voor den personeelsraa-d. waarvan de heer Moltma ker voorzitter werd en tot 1939 bleef. In 1912 werd de heer Moltmaker tot lid van den gemeenteraad van Utrecht geko zen. Hij bleef dit tot begin 1924. ,Op 19 Sep tember 1923 deed hij zijn intrede in de Eerste Kamer. Het Nederlandsch Verbond van Vakver- eenigingen. in welks dagelijksch bestuur de heer Moltmaker meer dan 25 jaar zitting had, vertegenwoordigde hij in den Hoogen Raad van Arbeid. In 1931 bezocht' hij na mens het N.V.V. met twee andere best'uurs- 'eden Nederlandsch-Indië. Van de Interna tionale Transportarbeiders Federatie was de heer Moltmaker meer dan 25 jaar be stuurslid. ZATERDAG 19 APRIL 1941. Nederlandsch Programma. Hilversum I. 415.3 m. 6.45 Gramofoonmuziek. 6.50 Ochtendgymnastiek. 7.00 Gramofoonmuziek. 7.45 Ochtendgymnastiek. 8.00 Gramofoonmuziek. 8.10 Gewijde muziek (gr.pl.). 8.30 Nieuwsberichten ANP. 8.45 Gramofoonmuziek. 9.15 Voor de vrouw. 9.17 Gramofoonmuziek. 10.00 Herhaling van ernstige avondpro gramma's. 12.00 Orgelconcert. 12.25 Gramofoonmuziek. 12.42 Almanak. 12.45 Nieuws- en economische berichten ANP 1.00 Musiquette en pianospel. 2.00 Causerie „Peulvruchten en aardappelen". 2.20 Omroeporkest, de Romancers en solisten. 3.50 Gramofoonmuziek. 4.00 Christelijke Radio Stichting: Bijbellezing 4.20 Zang met pianobegeleiding en gramo foonmuziek. 4.40 Duitsche les (in hoorspelvorm). 5.00 Vervolg van 4.20. 5.15 Nieuws-, economische- en beursberichten ANP. 5.30 Orgelspel. 6.00 Gramofoonmuziek. 6.15 Voor de binnenschippers. 6.30 Omroeporkest. 7.00 Vragen van den dag ANP. Ik zag Katja's doffe, door het vele schreien rood gezwollen oogen en stak haar hartelijk de hand toe. Je hebt gelijk, dat je hierheen bent ge komen, Katja. Wees welkom in onze baai. Jij en je kind! Het volgende oogenblik lag zij aan mijn borst en huilde en snikte ze hartverscheurend. Bent u werkelijk niet boos, dat ik naar u toe ben gekomen Ik voelde me zoo vreese- lijk ongelukkig en ik geloofde stellig, dat ik er bij u weer overheen zou komen. Daarop schreeuwde ze plotseling, niet in staat zich langer te beheerschen: Hij is dood! Dood! Dood! Ja, voegde Wenjamin er smartelijk aan toe, gisteren hebben we hem begraven. Er liep een rilling over mijn rug. Zoo had de dood dus ook dit slachtoffer, dat hij reeds geteekend had, achterhaald Met groote moeite brachten wij Katja in mijn huis. Ze kon nauwelijks loopen. Haar danslustige beenen schenen als verlamd. Ik drong haar wat voedsel en thee op; tenslotte liet ze zich bepraten en legde zij zich op mijn bed om wat te rusten. Het duurde ook niet lang,of zij viel in een diepen slaap. Fedja snuffelde intusschen het geheele huis rond. Hoewel er hoegenaamd niets bijzonders te zien was, riep bij telkens weer: Bij de ooms vind ik het fijn! B(j de oomj wil ik Met niet geringe trots liet ik hem Daada zien, maar daar haalde hjj verachtelijk zijn neus voor op. Hij wilde paardje spelen, verklaarde hij ge decideerd. Een van de ooms moest zich laten inspannen en hij zou koetsier zijn. Hij ging naar Tychon en pakte hem een voudig bij zijn hand. Tychon draafde daarop om helthuis heen en steigerde en sprong als een Arabische vol bloed. Toen hij daarbij de vijf jonge beren passeerde, hieven deze een oorverdoovend ge huil aan, daarmee te kennen gevend, dat zij ook wel eens wilden loopen en springen. De honden toonden zich niet minder opgewonden bij het ongewone schouwspel en hun luid ge blaf vermengde zich weldra met het gehuil der beren, zoodat er een tumult heerschte, als de stille baai nog nooit had beleefd. Maar Fedja's klaterende lach? die hij van zijn moeder had geërfd, klonk jubelend boven alles uit. Ik zette Wenjamin het beste voor, dat ik in huis had. Het was niet veel, maar mijn gast nam den goeden wil voor de daad. Onder het eten herinnerde Wenjamin zich met schrik, dat h(j bijna iets vergeten had. Hij bleek een brief bij zich te hebben. Van Pelka. Lachend zocht hij het hier bijna tot een sage geworden epistel. Pelka schreef: „Ik ben met grootvader op zee geweest. De zee is erg blauw. Maar z(j is boos, om dat er zooveel g» op dnjft. Wij hebben ge hoord hoe boos ze is ra hoe ze bromde. Grootvader zei, dat er stortn kwam. Hij voelde het aan de lucht. W(j hebben ook jongen gekregen. Vier stuks. En allemaal wit. Nu schijnt de zon weer. Grootmoe zegt, dat daar allang op gewacht werd. Mijn broertje heeft gisteren zijn eerste tand gekregen. Grootvader zegt, dat we die eigenlyk moesten begieten, maar we hebben geen bier meer en ook niets an ders. Heeft jouw grootvader je tanden ook begoten, .oen je ze kreeg Jjj hebt mooie tanden. Groet D bre van me. Krijgt hy ook nog jongen?" PELKA. „Dat is nog eens een meisje prees Wen jamin, toen ik den brief geheel had doorge lezen. Geheel alleen heeft ze dien brief opgesteld. Ik zou het zoo goed niet hebben klaar gespeeld. Alleen bij de bijzonder moei lijke woorden heeft grootmoeder haar wat geholpen. Ne het eten trok ik er met Wenjamin in de boot op uit om jacht te maken op water vogels voor de beren. Toen wg terugkwamen ging ik eerst naar Katja '"ijken. Zij was juist opgestaan en had moeite zich te herinneren, hoe ze ia die vreemde kamer was gekomen. Maar toen het tot haar doordrong, begon zij direct weer te hui en en te jammeren. Toen ik naast haar plaats nam om haar wat tot kalmte te brengen, vroeg ze, of ze misschien daarom 'zooveel moest lijden, om dat ze vroeger altijd zoo vroolijk was ge- wees* Maar dat was toch haar schuld niet Dat had nu eenmaal zoo in haar aard ge legen! Ik troostte haar zoo goed ik kon en toen ze weer wat kalmer was geworden, vroeg ze, of ze hier zoolang mocht blijven. Althans tot de eerste boot. In de Walvischbaai houd ik het niet uit, voegde ze er angstig aan toe. Daar zou Semjon eiken nacht in mijn droom verscho nen. Maar hier zal hy niet heen komen. N> ar de Kruisbaai dat is hem te ver! Als het je hier bevalt, antwoordde ik, kan je tot de eerste of tweede boot blijven. Net als je zelf „rilt. Desnoods kan je hier >ok voor goed b'ijven. De proviandkamer hebben we in den zomer toch niet noodig; die zal "c voor jou en Fedja inrichten en een stuk brood om den hongei te stillen, zullen we nog wel weten te vinden. '"oor goed zou ik niet op het eiland wil len blgven. Dat zou binnenkort mjjn dood 7.15 Omroeporkest. 7.45 Voor de boeren. 8.00 Nieuwsberichten ANP. 8.15 Spiegel van den dag. 8.30 Berichten (Engelsch). 8.45 Gramofoonmuiek. 9.20 Cantate (opn.). 9.40 Christelijke Radio Stichting: Dagsluiting 9.45 Engelsche berichten ANP. 10.00 Nieuwsberichten ANP, sluiting. Nederlandsch Programma. Hilversum II. 301.5 m. 6.45 Gramofoonmuziek. 6.50 Ochtendgymnastiek. 7.00 Gramofoonmuziek. 7.45 Ochtendgymnastiek. 8.00 Gramofoonmuziek. 8.30 Nieuwsberichten ANP. 8.45 Gramofoonmuziek. 10.00 Vrijzinnig Protestantsch Kerkcomité: Morgenwijding. 10.20 Gramofoonmuziek. 10.30 Verkorte operette „Die Fledermaus" (opn.). 12.00 Berichten. 12.15 Omroeporekst. 12.45 Nieuws- en economische berichten ANP 1.0 Gramofoonmuziek. 1.45 Voor de jeugd. 2.00 Viool en piano. 2.30 Gramofoonmuziek. 2.45 Boekbespreking. 3.00 Verkorte opera „Der Rosenkavalier" (gr.pl.). 4.00 De Melodisten, het „Vroolijke Klaver blad" en solist. 5.00 Vrijzinnig Protestantsch Werkcomité: Cursus „Twee tentoonstellingen". 5.15 Nieuws-, economische- en beursberichten ANP. 5.30 Omroeporkest. 6.15 Kamerkoor „Pro Musica" en gramofoon muziek. 6.45 Reportage. 7.00 Groningsch praatje ANP. 7.15 Disco-nieuws. 7.30 Causerie „Overzeesche factorijen, wel vaartsbron der Italiaansche stadstaten". 7.45 Disco-nieuws. 8.00 Nieuwsberichten ANP. 8.15 Spiegel van den dag of gramofoonmuz. 8.30 Gevarieerd avondprogramma. 10.00 Nieuwsberichten ANP, sluiting. beteekenen. Maar als u mij tot de eerste boot onderdak wilt verleenen... Toen Wenjamin weer vertrokken was ik had hem voor Pelka eveneens een brief meegegeven staken we de hoofden bijeen voor een „familieraad" in verband met Katja. Om te voorkomen, dat je je, tijdens je verblijf hier ongerust maakt, begon ik, wil ik je een voo; stel voor je toekomst doen. Ik ken op het vasteland een goede vrouw, die zich graag over je zal ontfermen. Als je dus wilt... Ik zal er eens over denken. Vervolgens zei Nikita: M(jn huis is klein en mijn gezin tamelijk groot. Maar een plaatsje om te slapen en een hap eten zal er nog wel te vinden zijn. Als je dat wat lijkt, kan je met de eerste boot naar mijn vrouw vertrekken. Nikita kreeg hetzelfde antwoord als ik: ze wilde er over denken. Daar Wadim zweeg, nam Tychon het woord. Ik heb geen vrouw en kinderen, maar wel een zuster. Die heet ook Katja en ze is ook weduwe, net als, jij. Alleen heeft ze niet zoo'n aardigen jongen. Maar ze is niet arm. En zt houdt van kinderen. Bij haar kan je zoo lang blijven als je wil.. Tot je beenen je weer kunnen dragen en je weer je eigen weg kunt gaan. Tychon's voorstel scheen Katja het best te bevallen. Ze mat met een langen, dank baren blik. Maar tenslotte k*-eeg ook hg de- z 'fde repliek: Ze wilde er over denken. Het was haar niet mogelijk direct een besluit te nemen. Als de eer»te boot kwam, zou ze haar beslissing meedeelen. Wij dachten hiermede aan het eind te zijn van onze beraadslagingen, toen eensklaps Fedja zich liet hooren. Hjj had met ernstige, verstandige qogen ons ge -prek aangehoord. Hoewel hij de woorden misschien niet alle had begrepen, zijn gevoel zei hem wel, waar het over ging. Daarom vroeg hij. bijna smee- kend: Laten we toch hier blijven, Ma- motschka! Hier zijn het toch allemaal fijne mannen! (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1941 | | pagina 7