en
HENDRIK RENSMAAG
ANTJE BETHLEHEM
BREGMAN
Stad
k, pretnhbfurten
Brief uit
Nieuwediep
bijna 55 jaaA, in 't fuuadij&Mcfiip
Café Centraal
GEZELLIGE MUZIEK
ïPiadósiieuuM
zonder cultuur
A'og eens:
Zaterdag 19 April 1941
Vierde Blad
Wxtt in Ktok&teeg, na. 10 aeAleJtd uneAcL
Van officieuze reddingen en
uniek zeeridderswerk
Kanaalweg
Iederen avond 6 uur
Aan fan ÏÏLeni
CCG02©Kzrltip. D ON
goede pasfoto's
De spelende jeugd
op de schuilkelders
„The 8 Harlem Hot Shots"
in Casino
Hendrik Rensmaag en Antje Bethlehem.
Foto Verbeij.
Als U in den Ouden Helder rondijsbeert,
moet U eens voor de aardigheid opletten
hóéveel naambordjes met „Rensmaag" U te
genkomt. Men vindt ze in de straten en in de
steegjes, daar tusschen 't Dijkje, de Dorus
Rijkersstraat en het Singel. Het is allemaal
familie van elkaar, soms verre familie, soms
héél verreZóó ver, dat de verwant
schapsbanden niet meer bekend zijn. Maar
neven en achterneven zjjn en blijven het alle
maal!
Welnu, een van die Rensmagen, sedert on
heugelijke tijden behoorend tot het ras van
zeeridders en visschers, beleeft binnenkort
een belangrijk feit, een feit, dat Den Helder
in het algemeen en den Ouden Helder zeer
in het bijzonder zal interesseeren, namelijk
het 50-jarig huwelijksfeest van Hendrik
Rensmaag uit de Kloksteeg (no. 10) en Antje
Bethlehem. 29 April a.s. is de juiste datum,
zoodat de oudjes zich dus reeds in de „bruids
dagen" bevinden.
Kloksteeg 10.
We togen naar Kloksteeg no. 10 en troffen
ze thuis: Hendrik en Antje, Hendrik met z'n
85 levensjaren en Antje met haar 74 lente's.
Samen meer dus dan anderhalve eeuw.
't Is maar een klein huisje in die steeg.
Net zoo klein als alle huisjes van die oude
zeevechters zijn. Maar ondanks de kleinheid...
kraakzindelijk en zoo gezellig als haast geen
riant heerenhuis met kamers-en-suite enz.,
kan zijn,
Hendrik zit rechts van de donker-eiken-
houten tafel die glimt als een spiegel en
Antje rechts. In het midden de man van de
krant, die zich hier uiterst behaaglijk voelt.
Dat is de sfeer van Hendrik en Antje. De
zon staat schuin op het binnenplaatsje en trilt
naar binnen. Precies in de kanariepiet-kooy,
zoodat „Piet" bij onze binnenkomst al direct
losjubelt in hooge en lage trillers en gorgelt
dat het een lieve lust is. En op alle mogelijke
manieren z'n best doet vooral maar de aan
dacht te trekken. Twee portretten hangen aan
den wand. Twee zoons. Een ervan is nog in
leven. Stevige boys om te zien. Op het kastje
in de kamer staat de oude wekker den tijd
weg te tikken, geflankeerd aan iederen kant
door een steenen hond. Voor het raam potjes
met rose bloemen en natuurlijk een welig-
tierende clivia.
Over „vroeger".
't Is geen sinecure Hendrik Rensmaag
aan het praten te krijgen over „vroeger".
Ten eerste is „vroeger" al heel lang voor
hem geleden, ten tweede begrijpt Hendrik
niet goed, waar vandaan plotseling al die
nieuwsgierigheid van den krantenman
komt en ten derde... zegt hij alles verge
ten te zijn. Maar de man-van-de-krant
houdt vol, en geeft 't niet op, en zoo
langzamerhand gaat de oude Hendrik iets
loslaten van „vroeger", dat inderdaad de
moeite waard blijkt te zijn. En zoo hoo-
ren we, dat ze allebei, Hendrik en Antje
„aan den Helder" geboren zijn, een zoon
en een dochter uit visschersouders, alle
bei. Nazaten van menschen, die heel hun
leven buitengaats gezwalkt hebben. Die
geboren werden in de vlet
Altijd in den Ouden Helder.
Ze hebben altijd gewoond in den Ouden
Helder, Hendrik en Antje. Eerst 33 jaar in
de Renssteeg en nu al weer 22 jaar in de
Kloksteeg. „Ik hou niet veel van verhuizen,
ziet U meneer", voegt moeder Rensmaag er
ten overvloede, aan toe
Hendrik Rensmaag, met zijn prachtig
schippersbaardje, dat nu grijs en wit gewor
den is, en zyn fijne markanten zeeridderskop,
vertelt van de „Niger", welke schipbreuk
hem nog frisch in de herinnering ligt. Hij
vertelt er van, rustig en bezadigd, als zag hij
het alles ver weg, op een film, voorbijtrekken.
Van z'n 18e tot z'n 74stc
Hij vertelt, dat hij met z'n dertiende jaar in
de vlet moest van z'n vader en dat hij toe
z'n 74ste gevaren heeft. Toen kwam er een
maagbloeding en dacht iedereen: Hendrik
Rensmaag is er geweest, die zien we niet
meer! Maar men vergat daarbij, dat deze
zeeridderscorpussen van beton en staal zijn,
want Hendrik is er n g en ondanks het feit,
dat hij wat „staffig" geworden is, ziet hij er
voor z'n doen nog patent uit en kan hij nog
menig jaar mee. Om van Antje maar te zwij
gen, die de voortvarendheid zélf is en tijdens
het interview blijk gaf het eten in de keuken
minstens een even belangrijke zaak te achten
als heel dat onderhoud met de Koningin der
aarde
Zóó zijn ze, deze oud-Nieuwediepers!
„Officieus" redder.
Hendrik vertelt, dat hij geen „officieel"
redder geweest is. Hij zat namelijk niet in de
boot van de maatschappij, doch trok er met
z'n maats persoonlijk op uit. Ze waren van
de z.g. vrije ploeg. „Voor de financiën maakte
dat weinig verschil", zegt Hendrik, „want in
welke ploeg je ook zat, beter wier je er toch
niet van."
Toch zyn de verdiensten van dezen stok
ouden zeeridder geëerd. En dat is maar goed
ook, want Hendrik heeft tientallen m.enschen-
levens aan de golven ontrukt en was, offi
cieus en officieel, altijd haantje de voorste als
er wat te „redden" viel. Vandaar dat hij
thans gesteund wordt door het Dorus Rijkers
fonds met een klein pensioen.
Het brevet.
Er is nog iets, dat van boven komt.
Geel en verschoten en gevlekt. Een ma
jestueus getuigschrift, een brevet van de
Mij. tot Nut van 't Algemeen.
Zoo luidt het:
Departement Helder der Mjj. tot Nut
van 't Algemeen, in overeenstemming met
haar Hoofdbestuur edelmoedige bedrjjven
gaarne willend vereeren, heeft besloten dit
vereerend getuigschrift uit te reiken aan
Hendrik Rensmaag wegens de poging
door hem ondernomen den lSden Decem
ber 1876, toen hg in vereeniging met zyne
makkers, ondanks de hevige branding,
zonder te letten op eigen levensgevaar,
hulp bracht aan de schipbreukelingen van
de Fransche boot „Pondichery" op de
Noorderhaaks gestrand en aldaar den vo-
rigen nacht uit elkaar geslagen en na
groote inspanning het voorrecht mocht
smaken te kunnen medewerken om 16
menschen aan een anders wissen dood te
onttrekken.
Avonturen.
We hooren bijzonderheden van die fameuze
„Niger"-ramp, toen alle duivels uit de hel
losgebarsten waren en het voorzien hadden
op heel het schip en heel de bemanning.
We hooren van de roemruchte avonturen,
verricht door Hendrik Rensmaag met diens
vader, Broekhuizen en Willem Blokker, bij
genaamd „Blokkie". Avonturen daar buiten
gaats, zoo vreemd en wild, dat de burger aan
den wal er geen idee van heeft. Hoor het ver
haal van die Engelsche bark, die volkomen
aan barrelen geslagen was, en waarvan Hen
drik en zijn maats 16 man terugvonden, vast
gebonden aan de weinige overblijfselen, die
nog voor een deel boven water uitstaken, 't Is
een rauw en wild beeld, dat de oude Hen
drik er van ophangt. Maar een wé£r beeld!
Hoor Hendrik vertellen van z'n avonturen bij
de „Harrow" en de „Serbia" en van een bot
ter, wier, naam hij vergeten is, maar die ten-
enderging achter Texel.
Ja, dé.t waren jaren. Z'n broer in Den
Haag, die nu 91 is, kan er van meepraten.
„Dat was ook geen suffe jongen", zegt Hen
drik.
Dan vertelt moeder Antje ook het een en
ander. Van het 50-jarig huwelijksfeest, dat
zoo reuze-genoeglijk verloopen is. Heel de
familie was er en de heele buurt. Iedereen
had wat gedaan en Antje zal het nooit ver
geten. „Dat zal nou alles wel heelegaar an
ders worden, meneer", zegt ze. „De menschen
weg en de bonnen terug. Mooie tijd is dat.
Jammer is het. Maar afijnik denk altijd
maar zóó: ik ben nog goed gezond en dat is
de grootste schat. Door de bommen 'ben ik
wel wat schraler geworden, maar da's ook
alles. Ik doe alles nog zelf!"
Dan vragen we of Hendrik en Antje nog
niet „weggeweest" zijn en krijgen we te hoo
ren, dat ze inderdaad even naar Wieringen
verhuisd zijn. Maar dat beviel al spoedig niet
bijster best, hetgeen geen wonder is, met
zoo'n ouwen zeeridder als Hendrik, die niet
buiten de zee kan en zeker geen dag buiten
z'n Nieuwediep. Dus keerden ze gauw weer
terug en nu b 1 ij v e n ze er.
Hendrik valt haar in de rede. Die krijgt
de smaak van het vertellen te pakken en wil
met alle geweld z'n ervaringen weergeven
van het „petroleumschip", waarop ze in vollen
Noordwesterstorm een vat brandende petro
leum op de boeg gebonden hadden om de
aandacht te trekken. Dat was een verschrik
kelijk moeilijke redding geweest, omdat de
opvarenden allemaal in een allerakeligst klein
yletje gestapt waren en zoo op sleep geno
men moesten worden door de vlet van Hen
drik.
En hij vertelt van de redding der beman
ning der Engelsche brik, die in Kapermeulen
haar ondergang vond en waarbij 32 man ge
red werden en hij vertelt van
Ja, van al die andere reddingen die hij
„officieus" hielp verrichten en waarbij hij
steeds nummer één was. Omdat hij nu een
maal een Rensmaag was.
29 April Is het 55-jaar geleden, dat
Hendrik en Antje in de huwelgksboot
stapten. Na zooveel jaren mag wel vast
gesteld worden, dat het een uiterst zee
waardig schip geweest is, bestand tegen
alle orkanen, Noordwesters en temgees-
ten, die over Kapermeulen en daarom
trent gingen
En 't gaat gepaivoiseerd 't zes-en-
vjjftigste jaar in! Reken dMrop!
Accountantskantoor
Leeraar M.O.
Lid Ned. Gen. v. Acc. Lid N. I. v. B.
Loodsgracht 72 Tel. 650
Een vraagstuk, dat ons reeds gedurende ver
scheidene maanden bezighoudt en dat iedere
maand, iedere week, in actualiteit toeneemt
is het nijpend probleem dat onze stad, tegelijk
met het wegstroomen der bevolking, ook haar
cultureel bezit, aanwezig in verscheidene vor
men, zag wegvloeien.
Afgezien van het feit of de geestelijke cul
tuur in Den Helder op een toonaangevend
niveau stond, mag toch niet vergeten worden,
dat wij hier altijd nog verschillende tooneel-
organisaties bezaten, wier uitvoeringen op
uitgesproken hoog peil stonden. Wij behoeven
hier slechts namen te noemen als TAVENU en
Helder's Roomsch Katholiek Gemengd Too-
neelgezelschap. Twee ensemble's, wier presta
ties meer dan eens van een opmerkelijk kunst
zinnig karakter getuigden.
Wij hadden muziekkorpsen, waarvan het
zelfde gezegd kan worden: noemen wij slechts
„de Staf" en het „Stedelijk". Tegelijk met het
tooneelleven verbloedde het muziekleven
totaal.
Wij hadden een „Noorder Kunstkring", in
wier sympathieke exposities een steeds grooter
wordend aantal stadgejiooten belang ging stel
len, wij hadden een instelling als de K.F.A.
(Katholieke Film Actie) die zorg droeg dat
de (niet uitsluitend Katholieke) bevolking ook
die rolprenten te zien kreeg, die niet tot het
gewone loopende-band werk behoorden.
Dat alles is weg. Hetzij voorloopig voor
goed, hetzij in kwijnenden staat. Dat betee-
kent dat wij, in cultureel opzicht, aan den
grond zitten, en waar niets er op wijst dat de
huidige oorlog binnen zeer afzienbaren tijd tot
het verleden behoort (zij het dat wij zulks
wèl wenschen!) mag ongetwijfeld de vraag ge
steld worden of wij inzake deze vraagstukken
God's water over God's akker moeten laten
loopen of dat er wellicht nog een mogelijkheid
bestaat dat er iets voor de bevolking, die
thans dreigt in cultuurloosheid te vervlakken
en te vereenzelvigen, gedaan kan worden.
De vraag stellen is in dit geval niét haar
beantwoorden! Integendeel, hier raakt men
een probleem, zóó moeilijk, zóó gecompliceerd,
dat wij bijna vreezen dat het inderdaad on
mogelijk zal zijn hier iets te kunnen bereiken.
Er zijn echter enkele symptomen, die er op
wijzen dat het openbare leven nog niet heele-
maal ten doode gedoemd is.
Dat bewezen enkele speeltuinleiders, die ook
n nog voortwerken en dat bewezen de plaat
selijke wandelsportorganisaties, die zich in
dezen tijd wel zeer in het bijzonder van hun
besten kant doen kennen en dat bewe
zen de enkele stemmen, 'die wij den laatsten
tijd mochten beluisteren en die bereid zijn de
mogelijkheidonder het oog te zien om iets
voor de bevolking te doen.
Het zal alles, ongetwijfeld, geïmproviseerd
werk blijven. Men zal moeten roeien met de
riemen die men heeft en deze riemen zullen
kort zijn. Zeer kort zelfs. Maar wij geven be
stuursleden van vereenigingen op cultureel ge
bied en voorts de beste gemeenschapsmen-
schen onder ons in overweging eens rugge
spraak te houden. Wie weet vindt men geen
medium, geen mogelijkheid, iets te brengen
voor hen, die speciaal in de kleine buitenge
meenten, en voorts in Den Helder zelf, ver
stoken zijn van iederen vorm van cultureel
leven.
't Zou velen, ongetwijfeld, tot verheugenis
stemmen
ZONDAG 20 APRIL.
Westerkerk (Helden der Zeeplein)
V.m. 11 uur: Ds. H. A. Enklaar.
Geref. Kerk. (Rehobothkerk)
V.m. 10 uur: Ds. Tollenaar.
N.m. 3 uur: Ds. Tollenaar.
Chr. Geref. Kerk (Steengracht)
Des morgens 10 uur en des avonds 5 uur
Leesdienst.
1-Ierst.. Ev. Luth. Gem. Weezenstraat).
V.m. 10.15 uur: Ds. W. J. F. Meiners,
Doopsbediening.
Evangelisatie (Palmstraat)
's Morgens 11 uur, Ds. M. G. Blauw t«
Overveen.
Oud-Katholieke Kerk (Langestraat)
V.m. 11.15: Heilige Dienst.
Svangellsatiegebouw (Vijzelstraat)
V.m. 11 uur samenkomst.
DIENSTEN IN DE OMGEVING.
Ned. Herv. Gemeente.
Schagen, v.m. 10 uur, Ds. Kapteyn.
Schoorl, v.m. 10 uur, Ds. Boeke.
V.m. 11.15 uur, Zondagsschool.
Anna Paulowna, v.m. 10.15 uur, Ds. Vorstman
Oude Niedorp, v.m. 10.30 uur, Ds. de Leeuw.
Nieuwe Niedorp, geen samenkomst.
Heerhugowaard, n.m. 2.30 uur, Ds. de Mooy.
Westerland, n.m. 7.30 uur, Ds. Van Beek.
Schagerbrug, v.m. 10.30 uur, Ds. Witkop.
Huisduinen, geen dienst.
Julianadorp, geen dienst.
Callantsoog, v.m. 10.30 uur. Ds. M. v. Wichen.
Doopsgezinde Gemeente.
Nieuwe Niedorp, v.m. 10.30 uur, Dr. J. L. de
Wagemaker, van den lip.
Hippolytushoef, v.m. 10.30 u., Ds. H. J. de
Wilde. Avondmaal.
Den Oever, 's av. 7 uur. Ds. H. J. de Wilde.
Broek op Langendijk, geen dienst.
Geref. Kerk.
Anna Paulowna.
V.m. 10 uur, Ds. Veenhuizen.
Nam. half 3: Ds. Veenhuizen.
Nam. half 6: Ds. Veenhuizen.
Julianadorp.
N.m. 6 uur: Ds. Tollenaar.
Schagen, v.m. 10 uur. Cand. J. v. d. Mye<
hulpprediker.
N.m. 2.30 uur, Cand. J. v. d. Mye.
Evangelisatie.
Schagen, v.m. 10.15 uur, Cand. Beneder.
N.m. 2.30 uur, Cand. Beneder.
Breezand, v.m. 10. uur, de heer Boon.
N.m. 3.30 uur, de heer Boon.
Schagerbrug. Bijeenkomst Chr. Jongemannen-
vereeniging. Dinsdagavond 8 uur in het
Evangelisatiegebouw.
The Star of Hope Mission.
Julianadorp, voorm. 10 uur, de heer I. Kuiper,
van Utrecht.
Nieuwediep, 18 April 191/1.
Beste Jan,
Uit je brief van de vorige week, heb ik met
speciale aandacht datgene gesavoureerd, wat
je schreef omtrent de reizen die je in je vroeg
ste kindsheid maakte aan boord van het schip,
waarmee je van Mokum naar Nieuwediep toog.
Ik ben (in gedachten) met je méé-gereisd,
Jan, want ook ik kan meepraten van deze
reizerij. Praat me er niet van! Nög weet ik,
hoe vader en moeder vroeger Amsterdam
waar ts togen en met ondergeteekende passage
namen op de ,JVieuwediep-Expresse of hoe die
illustere oceaan-stoomer anders mag geheeten
hebben. Nög herinner ik me, hoe we dan om
half zes in den morgenstond opstonden, allen
in feestelijk humeur vanwege de vacantie en
hoe moeder de kadetjes, die toen nog bonloos
geleverd werden en dik met boter en vetom-
rande ham belegd waren, in zakjes wikkelde
met daarbij voorts goudreinetten, frujetta's,
zuurtjes, drop, en dergelijke eendags-heerljjk-
heden verpakte.
Om vóór zevenen nog vertrok de boot van
de Binnenhaven en dan ving de reis aan van
7 lange uren.
Dat waren reizen, JanDe eerste 2 uren
waren prettig en keek ik naar het buiswater
van het schip en naar de eeuwige golf, die
hoog-opdeinde in het riet aan den Kanaalkant.
Daarna kwam de verveling. Eerst een beetje
vervéling, later, nadat Alkmaar gepasseerd
was, een gruwelijke verveling. Meestal had je
in dien tijd wel een vriendje op den kop getikt
en samen deelde je je verveling. Eerst spogen
we kringetjes van de railing af in het water,
daarna speelden we schuilhokkie in de kajuiten,
tot ergernis en verontwaardiging van de andere
passagiers. Voorts brachten we een bezoek
aan den stuurman in de kajuit en nadat we
eerst een kwartier braaf geweest waren
schopte h\j ons naar beneden, omdat we ner
gens met onze vurige grijpvingers af konden
blijven. Nadat we dan weer wat in het water
gespuugd hadden gingen we snoepen. Zóólang
en zóóveel, dat we er wee en draaierig van
werden en n g lastiger. In vertrouwen gezegd
Jan, ik had in die jaren die de doktoren van
de ziel pubertiteitsjaren plegen te noemen of
zooiets, de reputatie een extra lastig kind te
zijn en zoo langzamerhand, met het klimmen
der jaren (lach nietkom ik tot de con
clusie dat ik ook inderdaad lastig gewéést ben.
Enfin, we plaagden de wederzijdsche ouders,
judasten de scheepshond door hem een stukje
worst aan een touwtje voor te houden en dat
stukje, als de canis familiaris het reeds halver
wege tusschen bek en buik had, weer terug te
trekken, waarop de dekknecht haast een be
roerte kreeg van razernij en ons vierkant
dreigde te verzWaarop mijn goede vader
dan weer olie op de golven stortte met een
Vélasques van 8.
De reis w&s ook te lang voor ons! En zoo
culmineerde zoo'n vaardag doorgaans in ruzie
en een formidabele draai om m'n gehoor-schel-
pen. De stemming sloeg eerst om als het IJ
zichtbaar werd en Amsterdam zich uit de
nevelen wikkelde.
Ook ik Jan, zal die reizen nooit vergeten.
Ze vormen een wezenlijk onderdeel van 't be
waard gebleven jeugd-archief.
Nu wat anders, wat speciaal jou zal interes
seeren. Ons vak is een raar vak. Wat je van
daag schrijft en beschouwt als een kranig
stukje geestelijk werk dient morgen om de
veen-aardappelen van juffrouw Jansen drie-
hoog-achter in de keuken te liggen. Van ver
gankelijkheid gesproken! Met jullie auteurs is
dat nog even anders gesteld maar veel scheelt
het toch niet. Nu komt er echter van de week
een kennis van me op de redactie en die zegt:
mag ik de foto van Jan Mens eens zien. Nu,
daar was vanzelfsprekend niets tegen en ik op
zoek in de kast naar je uiterlijk. Wie beschrijft
echter m'n ontsteltenis en afgrijzen, te zien,
dat de redactioneele muizen een aanval op je
physionomie gepleegd hebben. Met als resul
taat dat neus en ooren, plus cèn aanmerkelijk
deel van je eigenwijze kin, in der muizen in
gewanden verdwenen bleken te zijn. 't Feit
zette mij ruw voor de werkelijkheid. En ik
dacht: kijk, Jan Mens wordt al verteerd en
opgevreten tijde>is z'n leven. Hoe moet dat niet
zijn, als hij inderdddd van dit tranendal is
heengegaan
Ik vermoed Jan, dat je deze mededeeling niet
prettig vindt en me waarschijnlijk zal verwijten
dat ik je niet in de muisvrjje-kluis gestopt heb.
Inderdaad dat had ik moeten doen. Desal
niettemin gedane zaken nemen geen keer
en de Heldersche Courant-muizen hebben jouw
aangelaat op dermate ingrijpende wijze ge
schonden dat zelfs je eigen moeder je niet meer
herkennen zou.
Zeg Jan, een ander chapiter. Zijp, er bij jullie
in Mokum nog goedkoope cigaretten te krij
gen? Hier in Nieuwediep is het hopeloos. Voor
saffiaantjes, die je vroeger voor 2 dup of een
kwartje bij den winkelier haalde laten ze je nu
gemoedereerd zooiets als 1/0 spie betalen. „Dat
komt", zegt m'n winkelier, 'vanwege de ver
hoogde levensstandaard". Hoe het ook komt
een feit is dat het rooken een luxe wordt en
dat m'n vrouw al drie avonden achtereen ge
zegd heeft, dat rooken mannen met een on
aangename reuk kweekt, de vitragés van wit
tot geel kleurt en bovendien funest is voor
adspirant-hartlijders. En waar volgens haar
zeggen hartkwalen bij mijn familie in zwang
zijn vindt zij het haar plicht mij het rooken,
zoo niet te ontzeggen, dan toch ernstig te ont
raden.
Daarvan komt natuurlijk niks terecht. Een
maal nam ik het besluit het rooken eraan te
geven, maar ik hield dat precies 3 dagen uit.
Toen haalde ik op één dag heel de schade weer
in. Of wij mannen ook de slaven zijn van die
vermaledijde toeback, Jan! Evenwelmocht
de Fortuin je een voorraadje cigaretten tegen
„oude prijzen" in den schoot werpen ge
denk mijner! 'k Zal ter gelegener tijd dan ook
aan jou denken, en 't zal je niet schaden.
En nu nög wat; daar kom jij met je uitge
streken gezicht vragen waar dat busje gehakt
ballen gebleven is! Je moest je schamen, Jan
Mens, en niet anders! Want nu je voor de
heer en moest komen met dat geval en je aan
je vroiiw tekst van uitleg diende te geven, nu
kneep je hem als een ouwe dief en draaide je
er niet voor op om als een groote vent eerlijk
op te biechten, dat je diezelfde gehaktballetjes
stiekum opgemuisd hebt in de gang, toen je
vrouw in den keuken die konijnenbibs aan het
braden was.
En dat poogt nu om mij er in te luizen
je moest je schdmen in het kwadraat Jan en
je valt me hard tegen.
Hopend, dat je tot betere gedachten komt en
de waarheid, en niets dan de waarheid, zult
leeren liefkrygen, verblijf ik, nogthans met ge
voelens van vricndschappelijken aard,
je
Cornelius.
Jitf
itieftter
6 voor 1 gulden.
Atelier open van 105
Zondags gesloten.
Ook op de in aanbouw zjjnde kelders
hoort zy niet.
In ons nummer van gisteren namen wij een
bericht op, waarin ouders verzocht werden
maatregelen te nemen, dat hun kroost de vol
tooide schuilkelders niet als speel-domein ge
bruikt. Tengevolge hiervan is namelijk het
gevaar niet denkbeeldig, dat het zand, hetwelk
men tegen de kelders opgehoopt heeft, niet
meer aan zijn doel beantwoord.
Van bevoegde zyde wordt ons thans
verzocht er eveneens op te wyzen, dat het
spelen op de in aanbouw zgnde kelders
een even groot euvel geworden is. Her-
haaldelgk komen de arbeiders op het
werk en moeten dan constateeren, dat de
Heldersche jeugd het klaargespeeld heeft
zand en steenen en ander materiaal hetzy
weg te sleepen, hetzy te verplaatsen.
Dit is een groot ongerief en als de
jeugd niet nalaat dit ongepaste spel te
bedrgven, zal de politie niet voor drasti
sche maatregelen terugdeinzen.
Schuilkelders, afgebouwd of in aan
bouwhet zijn geen kinderspeelplaat
sen. Verwacht wordt, dat de ouders daar
hun kinderen extra van laten doordringen.
Morgenmiddag treden in Casino op, ter ver
zorging van dans- en showmuziek, de bekende
musici, geheeten „The 8 Harlem Hot Shots".
Een band, die een goeden naam in Den Helder
heeft en reeds sedert enkele jaren uitmuntende
prestaties leverde.
Ongetwijfeld zullen dansmuziekliefhebbers
morgen eens gaan hooren op welke wijze de
Hot Shots, die nog bekend zijn van de vele
uitvoeringen die zij hielpen opluisteren, hun
reputatie gehandhaafd hebben.