en HENDRIK RENSMAAG ANTJE BETHLEHEM BREGMAN Stad k, pretnhbfurten Brief uit Nieuwediep bijna 55 jaaA, in 't fuuadij&Mcfiip Café Centraal GEZELLIGE MUZIEK ïPiadósiieuuM zonder cultuur A'og eens: Zaterdag 19 April 1941 Vierde Blad Wxtt in Ktok&teeg, na. 10 aeAleJtd uneAcL Van officieuze reddingen en uniek zeeridderswerk Kanaalweg Iederen avond 6 uur Aan fan ÏÏLeni CCG02©Kzrltip. D ON goede pasfoto's De spelende jeugd op de schuilkelders „The 8 Harlem Hot Shots" in Casino Hendrik Rensmaag en Antje Bethlehem. Foto Verbeij. Als U in den Ouden Helder rondijsbeert, moet U eens voor de aardigheid opletten hóéveel naambordjes met „Rensmaag" U te genkomt. Men vindt ze in de straten en in de steegjes, daar tusschen 't Dijkje, de Dorus Rijkersstraat en het Singel. Het is allemaal familie van elkaar, soms verre familie, soms héél verreZóó ver, dat de verwant schapsbanden niet meer bekend zijn. Maar neven en achterneven zjjn en blijven het alle maal! Welnu, een van die Rensmagen, sedert on heugelijke tijden behoorend tot het ras van zeeridders en visschers, beleeft binnenkort een belangrijk feit, een feit, dat Den Helder in het algemeen en den Ouden Helder zeer in het bijzonder zal interesseeren, namelijk het 50-jarig huwelijksfeest van Hendrik Rensmaag uit de Kloksteeg (no. 10) en Antje Bethlehem. 29 April a.s. is de juiste datum, zoodat de oudjes zich dus reeds in de „bruids dagen" bevinden. Kloksteeg 10. We togen naar Kloksteeg no. 10 en troffen ze thuis: Hendrik en Antje, Hendrik met z'n 85 levensjaren en Antje met haar 74 lente's. Samen meer dus dan anderhalve eeuw. 't Is maar een klein huisje in die steeg. Net zoo klein als alle huisjes van die oude zeevechters zijn. Maar ondanks de kleinheid... kraakzindelijk en zoo gezellig als haast geen riant heerenhuis met kamers-en-suite enz., kan zijn, Hendrik zit rechts van de donker-eiken- houten tafel die glimt als een spiegel en Antje rechts. In het midden de man van de krant, die zich hier uiterst behaaglijk voelt. Dat is de sfeer van Hendrik en Antje. De zon staat schuin op het binnenplaatsje en trilt naar binnen. Precies in de kanariepiet-kooy, zoodat „Piet" bij onze binnenkomst al direct losjubelt in hooge en lage trillers en gorgelt dat het een lieve lust is. En op alle mogelijke manieren z'n best doet vooral maar de aan dacht te trekken. Twee portretten hangen aan den wand. Twee zoons. Een ervan is nog in leven. Stevige boys om te zien. Op het kastje in de kamer staat de oude wekker den tijd weg te tikken, geflankeerd aan iederen kant door een steenen hond. Voor het raam potjes met rose bloemen en natuurlijk een welig- tierende clivia. Over „vroeger". 't Is geen sinecure Hendrik Rensmaag aan het praten te krijgen over „vroeger". Ten eerste is „vroeger" al heel lang voor hem geleden, ten tweede begrijpt Hendrik niet goed, waar vandaan plotseling al die nieuwsgierigheid van den krantenman komt en ten derde... zegt hij alles verge ten te zijn. Maar de man-van-de-krant houdt vol, en geeft 't niet op, en zoo langzamerhand gaat de oude Hendrik iets loslaten van „vroeger", dat inderdaad de moeite waard blijkt te zijn. En zoo hoo- ren we, dat ze allebei, Hendrik en Antje „aan den Helder" geboren zijn, een zoon en een dochter uit visschersouders, alle bei. Nazaten van menschen, die heel hun leven buitengaats gezwalkt hebben. Die geboren werden in de vlet Altijd in den Ouden Helder. Ze hebben altijd gewoond in den Ouden Helder, Hendrik en Antje. Eerst 33 jaar in de Renssteeg en nu al weer 22 jaar in de Kloksteeg. „Ik hou niet veel van verhuizen, ziet U meneer", voegt moeder Rensmaag er ten overvloede, aan toe Hendrik Rensmaag, met zijn prachtig schippersbaardje, dat nu grijs en wit gewor den is, en zyn fijne markanten zeeridderskop, vertelt van de „Niger", welke schipbreuk hem nog frisch in de herinnering ligt. Hij vertelt er van, rustig en bezadigd, als zag hij het alles ver weg, op een film, voorbijtrekken. Van z'n 18e tot z'n 74stc Hij vertelt, dat hij met z'n dertiende jaar in de vlet moest van z'n vader en dat hij toe z'n 74ste gevaren heeft. Toen kwam er een maagbloeding en dacht iedereen: Hendrik Rensmaag is er geweest, die zien we niet meer! Maar men vergat daarbij, dat deze zeeridderscorpussen van beton en staal zijn, want Hendrik is er n g en ondanks het feit, dat hij wat „staffig" geworden is, ziet hij er voor z'n doen nog patent uit en kan hij nog menig jaar mee. Om van Antje maar te zwij gen, die de voortvarendheid zélf is en tijdens het interview blijk gaf het eten in de keuken minstens een even belangrijke zaak te achten als heel dat onderhoud met de Koningin der aarde Zóó zijn ze, deze oud-Nieuwediepers! „Officieus" redder. Hendrik vertelt, dat hij geen „officieel" redder geweest is. Hij zat namelijk niet in de boot van de maatschappij, doch trok er met z'n maats persoonlijk op uit. Ze waren van de z.g. vrije ploeg. „Voor de financiën maakte dat weinig verschil", zegt Hendrik, „want in welke ploeg je ook zat, beter wier je er toch niet van." Toch zyn de verdiensten van dezen stok ouden zeeridder geëerd. En dat is maar goed ook, want Hendrik heeft tientallen m.enschen- levens aan de golven ontrukt en was, offi cieus en officieel, altijd haantje de voorste als er wat te „redden" viel. Vandaar dat hij thans gesteund wordt door het Dorus Rijkers fonds met een klein pensioen. Het brevet. Er is nog iets, dat van boven komt. Geel en verschoten en gevlekt. Een ma jestueus getuigschrift, een brevet van de Mij. tot Nut van 't Algemeen. Zoo luidt het: Departement Helder der Mjj. tot Nut van 't Algemeen, in overeenstemming met haar Hoofdbestuur edelmoedige bedrjjven gaarne willend vereeren, heeft besloten dit vereerend getuigschrift uit te reiken aan Hendrik Rensmaag wegens de poging door hem ondernomen den lSden Decem ber 1876, toen hg in vereeniging met zyne makkers, ondanks de hevige branding, zonder te letten op eigen levensgevaar, hulp bracht aan de schipbreukelingen van de Fransche boot „Pondichery" op de Noorderhaaks gestrand en aldaar den vo- rigen nacht uit elkaar geslagen en na groote inspanning het voorrecht mocht smaken te kunnen medewerken om 16 menschen aan een anders wissen dood te onttrekken. Avonturen. We hooren bijzonderheden van die fameuze „Niger"-ramp, toen alle duivels uit de hel losgebarsten waren en het voorzien hadden op heel het schip en heel de bemanning. We hooren van de roemruchte avonturen, verricht door Hendrik Rensmaag met diens vader, Broekhuizen en Willem Blokker, bij genaamd „Blokkie". Avonturen daar buiten gaats, zoo vreemd en wild, dat de burger aan den wal er geen idee van heeft. Hoor het ver haal van die Engelsche bark, die volkomen aan barrelen geslagen was, en waarvan Hen drik en zijn maats 16 man terugvonden, vast gebonden aan de weinige overblijfselen, die nog voor een deel boven water uitstaken, 't Is een rauw en wild beeld, dat de oude Hen drik er van ophangt. Maar een wé£r beeld! Hoor Hendrik vertellen van z'n avonturen bij de „Harrow" en de „Serbia" en van een bot ter, wier, naam hij vergeten is, maar die ten- enderging achter Texel. Ja, dé.t waren jaren. Z'n broer in Den Haag, die nu 91 is, kan er van meepraten. „Dat was ook geen suffe jongen", zegt Hen drik. Dan vertelt moeder Antje ook het een en ander. Van het 50-jarig huwelijksfeest, dat zoo reuze-genoeglijk verloopen is. Heel de familie was er en de heele buurt. Iedereen had wat gedaan en Antje zal het nooit ver geten. „Dat zal nou alles wel heelegaar an ders worden, meneer", zegt ze. „De menschen weg en de bonnen terug. Mooie tijd is dat. Jammer is het. Maar afijnik denk altijd maar zóó: ik ben nog goed gezond en dat is de grootste schat. Door de bommen 'ben ik wel wat schraler geworden, maar da's ook alles. Ik doe alles nog zelf!" Dan vragen we of Hendrik en Antje nog niet „weggeweest" zijn en krijgen we te hoo ren, dat ze inderdaad even naar Wieringen verhuisd zijn. Maar dat beviel al spoedig niet bijster best, hetgeen geen wonder is, met zoo'n ouwen zeeridder als Hendrik, die niet buiten de zee kan en zeker geen dag buiten z'n Nieuwediep. Dus keerden ze gauw weer terug en nu b 1 ij v e n ze er. Hendrik valt haar in de rede. Die krijgt de smaak van het vertellen te pakken en wil met alle geweld z'n ervaringen weergeven van het „petroleumschip", waarop ze in vollen Noordwesterstorm een vat brandende petro leum op de boeg gebonden hadden om de aandacht te trekken. Dat was een verschrik kelijk moeilijke redding geweest, omdat de opvarenden allemaal in een allerakeligst klein yletje gestapt waren en zoo op sleep geno men moesten worden door de vlet van Hen drik. En hij vertelt van de redding der beman ning der Engelsche brik, die in Kapermeulen haar ondergang vond en waarbij 32 man ge red werden en hij vertelt van Ja, van al die andere reddingen die hij „officieus" hielp verrichten en waarbij hij steeds nummer één was. Omdat hij nu een maal een Rensmaag was. 29 April Is het 55-jaar geleden, dat Hendrik en Antje in de huwelgksboot stapten. Na zooveel jaren mag wel vast gesteld worden, dat het een uiterst zee waardig schip geweest is, bestand tegen alle orkanen, Noordwesters en temgees- ten, die over Kapermeulen en daarom trent gingen En 't gaat gepaivoiseerd 't zes-en- vjjftigste jaar in! Reken dMrop! Accountantskantoor Leeraar M.O. Lid Ned. Gen. v. Acc. Lid N. I. v. B. Loodsgracht 72 Tel. 650 Een vraagstuk, dat ons reeds gedurende ver scheidene maanden bezighoudt en dat iedere maand, iedere week, in actualiteit toeneemt is het nijpend probleem dat onze stad, tegelijk met het wegstroomen der bevolking, ook haar cultureel bezit, aanwezig in verscheidene vor men, zag wegvloeien. Afgezien van het feit of de geestelijke cul tuur in Den Helder op een toonaangevend niveau stond, mag toch niet vergeten worden, dat wij hier altijd nog verschillende tooneel- organisaties bezaten, wier uitvoeringen op uitgesproken hoog peil stonden. Wij behoeven hier slechts namen te noemen als TAVENU en Helder's Roomsch Katholiek Gemengd Too- neelgezelschap. Twee ensemble's, wier presta ties meer dan eens van een opmerkelijk kunst zinnig karakter getuigden. Wij hadden muziekkorpsen, waarvan het zelfde gezegd kan worden: noemen wij slechts „de Staf" en het „Stedelijk". Tegelijk met het tooneelleven verbloedde het muziekleven totaal. Wij hadden een „Noorder Kunstkring", in wier sympathieke exposities een steeds grooter wordend aantal stadgejiooten belang ging stel len, wij hadden een instelling als de K.F.A. (Katholieke Film Actie) die zorg droeg dat de (niet uitsluitend Katholieke) bevolking ook die rolprenten te zien kreeg, die niet tot het gewone loopende-band werk behoorden. Dat alles is weg. Hetzij voorloopig voor goed, hetzij in kwijnenden staat. Dat betee- kent dat wij, in cultureel opzicht, aan den grond zitten, en waar niets er op wijst dat de huidige oorlog binnen zeer afzienbaren tijd tot het verleden behoort (zij het dat wij zulks wèl wenschen!) mag ongetwijfeld de vraag ge steld worden of wij inzake deze vraagstukken God's water over God's akker moeten laten loopen of dat er wellicht nog een mogelijkheid bestaat dat er iets voor de bevolking, die thans dreigt in cultuurloosheid te vervlakken en te vereenzelvigen, gedaan kan worden. De vraag stellen is in dit geval niét haar beantwoorden! Integendeel, hier raakt men een probleem, zóó moeilijk, zóó gecompliceerd, dat wij bijna vreezen dat het inderdaad on mogelijk zal zijn hier iets te kunnen bereiken. Er zijn echter enkele symptomen, die er op wijzen dat het openbare leven nog niet heele- maal ten doode gedoemd is. Dat bewezen enkele speeltuinleiders, die ook n nog voortwerken en dat bewezen de plaat selijke wandelsportorganisaties, die zich in dezen tijd wel zeer in het bijzonder van hun besten kant doen kennen en dat bewe zen de enkele stemmen, 'die wij den laatsten tijd mochten beluisteren en die bereid zijn de mogelijkheidonder het oog te zien om iets voor de bevolking te doen. Het zal alles, ongetwijfeld, geïmproviseerd werk blijven. Men zal moeten roeien met de riemen die men heeft en deze riemen zullen kort zijn. Zeer kort zelfs. Maar wij geven be stuursleden van vereenigingen op cultureel ge bied en voorts de beste gemeenschapsmen- schen onder ons in overweging eens rugge spraak te houden. Wie weet vindt men geen medium, geen mogelijkheid, iets te brengen voor hen, die speciaal in de kleine buitenge meenten, en voorts in Den Helder zelf, ver stoken zijn van iederen vorm van cultureel leven. 't Zou velen, ongetwijfeld, tot verheugenis stemmen ZONDAG 20 APRIL. Westerkerk (Helden der Zeeplein) V.m. 11 uur: Ds. H. A. Enklaar. Geref. Kerk. (Rehobothkerk) V.m. 10 uur: Ds. Tollenaar. N.m. 3 uur: Ds. Tollenaar. Chr. Geref. Kerk (Steengracht) Des morgens 10 uur en des avonds 5 uur Leesdienst. 1-Ierst.. Ev. Luth. Gem. Weezenstraat). V.m. 10.15 uur: Ds. W. J. F. Meiners, Doopsbediening. Evangelisatie (Palmstraat) 's Morgens 11 uur, Ds. M. G. Blauw t« Overveen. Oud-Katholieke Kerk (Langestraat) V.m. 11.15: Heilige Dienst. Svangellsatiegebouw (Vijzelstraat) V.m. 11 uur samenkomst. DIENSTEN IN DE OMGEVING. Ned. Herv. Gemeente. Schagen, v.m. 10 uur, Ds. Kapteyn. Schoorl, v.m. 10 uur, Ds. Boeke. V.m. 11.15 uur, Zondagsschool. Anna Paulowna, v.m. 10.15 uur, Ds. Vorstman Oude Niedorp, v.m. 10.30 uur, Ds. de Leeuw. Nieuwe Niedorp, geen samenkomst. Heerhugowaard, n.m. 2.30 uur, Ds. de Mooy. Westerland, n.m. 7.30 uur, Ds. Van Beek. Schagerbrug, v.m. 10.30 uur, Ds. Witkop. Huisduinen, geen dienst. Julianadorp, geen dienst. Callantsoog, v.m. 10.30 uur. Ds. M. v. Wichen. Doopsgezinde Gemeente. Nieuwe Niedorp, v.m. 10.30 uur, Dr. J. L. de Wagemaker, van den lip. Hippolytushoef, v.m. 10.30 u., Ds. H. J. de Wilde. Avondmaal. Den Oever, 's av. 7 uur. Ds. H. J. de Wilde. Broek op Langendijk, geen dienst. Geref. Kerk. Anna Paulowna. V.m. 10 uur, Ds. Veenhuizen. Nam. half 3: Ds. Veenhuizen. Nam. half 6: Ds. Veenhuizen. Julianadorp. N.m. 6 uur: Ds. Tollenaar. Schagen, v.m. 10 uur. Cand. J. v. d. Mye< hulpprediker. N.m. 2.30 uur, Cand. J. v. d. Mye. Evangelisatie. Schagen, v.m. 10.15 uur, Cand. Beneder. N.m. 2.30 uur, Cand. Beneder. Breezand, v.m. 10. uur, de heer Boon. N.m. 3.30 uur, de heer Boon. Schagerbrug. Bijeenkomst Chr. Jongemannen- vereeniging. Dinsdagavond 8 uur in het Evangelisatiegebouw. The Star of Hope Mission. Julianadorp, voorm. 10 uur, de heer I. Kuiper, van Utrecht. Nieuwediep, 18 April 191/1. Beste Jan, Uit je brief van de vorige week, heb ik met speciale aandacht datgene gesavoureerd, wat je schreef omtrent de reizen die je in je vroeg ste kindsheid maakte aan boord van het schip, waarmee je van Mokum naar Nieuwediep toog. Ik ben (in gedachten) met je méé-gereisd, Jan, want ook ik kan meepraten van deze reizerij. Praat me er niet van! Nög weet ik, hoe vader en moeder vroeger Amsterdam waar ts togen en met ondergeteekende passage namen op de ,JVieuwediep-Expresse of hoe die illustere oceaan-stoomer anders mag geheeten hebben. Nög herinner ik me, hoe we dan om half zes in den morgenstond opstonden, allen in feestelijk humeur vanwege de vacantie en hoe moeder de kadetjes, die toen nog bonloos geleverd werden en dik met boter en vetom- rande ham belegd waren, in zakjes wikkelde met daarbij voorts goudreinetten, frujetta's, zuurtjes, drop, en dergelijke eendags-heerljjk- heden verpakte. Om vóór zevenen nog vertrok de boot van de Binnenhaven en dan ving de reis aan van 7 lange uren. Dat waren reizen, JanDe eerste 2 uren waren prettig en keek ik naar het buiswater van het schip en naar de eeuwige golf, die hoog-opdeinde in het riet aan den Kanaalkant. Daarna kwam de verveling. Eerst een beetje vervéling, later, nadat Alkmaar gepasseerd was, een gruwelijke verveling. Meestal had je in dien tijd wel een vriendje op den kop getikt en samen deelde je je verveling. Eerst spogen we kringetjes van de railing af in het water, daarna speelden we schuilhokkie in de kajuiten, tot ergernis en verontwaardiging van de andere passagiers. Voorts brachten we een bezoek aan den stuurman in de kajuit en nadat we eerst een kwartier braaf geweest waren schopte h\j ons naar beneden, omdat we ner gens met onze vurige grijpvingers af konden blijven. Nadat we dan weer wat in het water gespuugd hadden gingen we snoepen. Zóólang en zóóveel, dat we er wee en draaierig van werden en n g lastiger. In vertrouwen gezegd Jan, ik had in die jaren die de doktoren van de ziel pubertiteitsjaren plegen te noemen of zooiets, de reputatie een extra lastig kind te zijn en zoo langzamerhand, met het klimmen der jaren (lach nietkom ik tot de con clusie dat ik ook inderdaad lastig gewéést ben. Enfin, we plaagden de wederzijdsche ouders, judasten de scheepshond door hem een stukje worst aan een touwtje voor te houden en dat stukje, als de canis familiaris het reeds halver wege tusschen bek en buik had, weer terug te trekken, waarop de dekknecht haast een be roerte kreeg van razernij en ons vierkant dreigde te verzWaarop mijn goede vader dan weer olie op de golven stortte met een Vélasques van 8. De reis w&s ook te lang voor ons! En zoo culmineerde zoo'n vaardag doorgaans in ruzie en een formidabele draai om m'n gehoor-schel- pen. De stemming sloeg eerst om als het IJ zichtbaar werd en Amsterdam zich uit de nevelen wikkelde. Ook ik Jan, zal die reizen nooit vergeten. Ze vormen een wezenlijk onderdeel van 't be waard gebleven jeugd-archief. Nu wat anders, wat speciaal jou zal interes seeren. Ons vak is een raar vak. Wat je van daag schrijft en beschouwt als een kranig stukje geestelijk werk dient morgen om de veen-aardappelen van juffrouw Jansen drie- hoog-achter in de keuken te liggen. Van ver gankelijkheid gesproken! Met jullie auteurs is dat nog even anders gesteld maar veel scheelt het toch niet. Nu komt er echter van de week een kennis van me op de redactie en die zegt: mag ik de foto van Jan Mens eens zien. Nu, daar was vanzelfsprekend niets tegen en ik op zoek in de kast naar je uiterlijk. Wie beschrijft echter m'n ontsteltenis en afgrijzen, te zien, dat de redactioneele muizen een aanval op je physionomie gepleegd hebben. Met als resul taat dat neus en ooren, plus cèn aanmerkelijk deel van je eigenwijze kin, in der muizen in gewanden verdwenen bleken te zijn. 't Feit zette mij ruw voor de werkelijkheid. En ik dacht: kijk, Jan Mens wordt al verteerd en opgevreten tijde>is z'n leven. Hoe moet dat niet zijn, als hij inderdddd van dit tranendal is heengegaan Ik vermoed Jan, dat je deze mededeeling niet prettig vindt en me waarschijnlijk zal verwijten dat ik je niet in de muisvrjje-kluis gestopt heb. Inderdaad dat had ik moeten doen. Desal niettemin gedane zaken nemen geen keer en de Heldersche Courant-muizen hebben jouw aangelaat op dermate ingrijpende wijze ge schonden dat zelfs je eigen moeder je niet meer herkennen zou. Zeg Jan, een ander chapiter. Zijp, er bij jullie in Mokum nog goedkoope cigaretten te krij gen? Hier in Nieuwediep is het hopeloos. Voor saffiaantjes, die je vroeger voor 2 dup of een kwartje bij den winkelier haalde laten ze je nu gemoedereerd zooiets als 1/0 spie betalen. „Dat komt", zegt m'n winkelier, 'vanwege de ver hoogde levensstandaard". Hoe het ook komt een feit is dat het rooken een luxe wordt en dat m'n vrouw al drie avonden achtereen ge zegd heeft, dat rooken mannen met een on aangename reuk kweekt, de vitragés van wit tot geel kleurt en bovendien funest is voor adspirant-hartlijders. En waar volgens haar zeggen hartkwalen bij mijn familie in zwang zijn vindt zij het haar plicht mij het rooken, zoo niet te ontzeggen, dan toch ernstig te ont raden. Daarvan komt natuurlijk niks terecht. Een maal nam ik het besluit het rooken eraan te geven, maar ik hield dat precies 3 dagen uit. Toen haalde ik op één dag heel de schade weer in. Of wij mannen ook de slaven zijn van die vermaledijde toeback, Jan! Evenwelmocht de Fortuin je een voorraadje cigaretten tegen „oude prijzen" in den schoot werpen ge denk mijner! 'k Zal ter gelegener tijd dan ook aan jou denken, en 't zal je niet schaden. En nu nög wat; daar kom jij met je uitge streken gezicht vragen waar dat busje gehakt ballen gebleven is! Je moest je schamen, Jan Mens, en niet anders! Want nu je voor de heer en moest komen met dat geval en je aan je vroiiw tekst van uitleg diende te geven, nu kneep je hem als een ouwe dief en draaide je er niet voor op om als een groote vent eerlijk op te biechten, dat je diezelfde gehaktballetjes stiekum opgemuisd hebt in de gang, toen je vrouw in den keuken die konijnenbibs aan het braden was. En dat poogt nu om mij er in te luizen je moest je schdmen in het kwadraat Jan en je valt me hard tegen. Hopend, dat je tot betere gedachten komt en de waarheid, en niets dan de waarheid, zult leeren liefkrygen, verblijf ik, nogthans met ge voelens van vricndschappelijken aard, je Cornelius. Jitf itieftter 6 voor 1 gulden. Atelier open van 105 Zondags gesloten. Ook op de in aanbouw zjjnde kelders hoort zy niet. In ons nummer van gisteren namen wij een bericht op, waarin ouders verzocht werden maatregelen te nemen, dat hun kroost de vol tooide schuilkelders niet als speel-domein ge bruikt. Tengevolge hiervan is namelijk het gevaar niet denkbeeldig, dat het zand, hetwelk men tegen de kelders opgehoopt heeft, niet meer aan zijn doel beantwoord. Van bevoegde zyde wordt ons thans verzocht er eveneens op te wyzen, dat het spelen op de in aanbouw zgnde kelders een even groot euvel geworden is. Her- haaldelgk komen de arbeiders op het werk en moeten dan constateeren, dat de Heldersche jeugd het klaargespeeld heeft zand en steenen en ander materiaal hetzy weg te sleepen, hetzy te verplaatsen. Dit is een groot ongerief en als de jeugd niet nalaat dit ongepaste spel te bedrgven, zal de politie niet voor drasti sche maatregelen terugdeinzen. Schuilkelders, afgebouwd of in aan bouwhet zijn geen kinderspeelplaat sen. Verwacht wordt, dat de ouders daar hun kinderen extra van laten doordringen. Morgenmiddag treden in Casino op, ter ver zorging van dans- en showmuziek, de bekende musici, geheeten „The 8 Harlem Hot Shots". Een band, die een goeden naam in Den Helder heeft en reeds sedert enkele jaren uitmuntende prestaties leverde. Ongetwijfeld zullen dansmuziekliefhebbers morgen eens gaan hooren op welke wijze de Hot Shots, die nog bekend zijn van de vele uitvoeringen die zij hielpen opluisteren, hun reputatie gehandhaafd hebben.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1941 | | pagina 11