Vacantie-Overpeinz tig &cuÜnLeuus4 De duinen nog gesloten! Itast&at Brandploeg en marechaussees Vandaag voor 50 jaar Uondilen uit Piet UlLty&nd ïUaadjt 7^ocetlcA JCeA& en Zending, YlieuwJ uit Dinsdag 22 April 1941 Tweede Blad Hoe Den Helder voor 125 jaar werd bedreigd De herberg „Het Wapen van Haarlem" vernield Van schoolvoctbal cn andere sporten. We gaan weer zwemmen Minderjarige vluchtelingetjes Burgerlijke Stand van Den Helder Slaapplaats voor stadgenooten De Texelsche markt Sommige adverteerders De Westenwind geeselt de golven, het re gent, regent, regent... Schuim vliegt in vlokken over de duinruggen haakt in het zwiepend helm en slaat neer op het grijze land. Boerderijen liggen zwaar en vast als steenklompen in een vlak land, on wrikbaar... Niets dan stormgeluiden, regen- gehagel. «Zee en land, daartusschen de zware dijken en daarboven de jagende regenlucht: dan staat l et helder in onze gedachten hoe dit land geworden is, hoe daar het lage land ligt als veroverd, maar onophoudelijk bedreigd ge bied. Hoe het moeras geweest is en werd in gedijkt, werd overstroomd en afgevreten, ver groot en vruchtbaar gemaakt, maar steeds be dreigd. Vertellen de „vaderlandsche geschied- boekers" hoe eeuw in eeuw uit, het water met bulderend geweld de dijken brak en woedde over het wijde, lage land, schade aanbrengend tientallen .aren hard werken nauwelijks kon worden hersteld. Van de grijze, grijze oerge- schiedenis van ons gewest tot enkele tientallen jaren terug staan de annalen vol van het ge weld van de zee. Is het niet een dezer dagen honderdvijfentwintig jaar geleden geweest, dat driekwart van Noordholland onder water liep Beginnen onze geschiedschrijvers niet met het jaar 839 „toen, op den zes-en-twintigsten van wintermaand hier te lande zoo hevig een storm en geweldige zeevloed ontstond, dat bijna gansch Friesland overstroomd werd Het water stond zoo hoog, dat het de toppen der duinen omtrent evenaardde. Vele menschen en beesten verdronken. Ook werd na een nauw keurige opneming bevonden, dat er twee dui zend vierhonderd zeven-en-twintig huizen om ver gespoeld waren." En drie eeuwen later mokerde de storm de kusten, het water wies en „de vloed overviel de Kennemers zoo onverwachts, dat de men schen zich ternauwernood op de daken der huizen bergden". Dat was in het jaar onzes Heeren 1170. En teekenden zij bij de jaren 128ö en '87 niet aan, dat „twee hevige stor men op den zeventienden van Wintermaand en vijfden van Sprokkelmaand, het zeewater alomme langs de kusten dezer gewesten tot een geweldige hoogte deden rijzen en over alle landen jaagden? Strijden, lijden en weer strij den, eeuw in, eeuw uit. Hoeveel ellende bergen de sobere woorden niet rond het jaar 1334 „als die Vriezen veel leden door een geweldigen watervloed, en een goed gedeelte van Holland en Zeeland groote schade had". Met de eentonigheid van een uurwerk gaat het eeuwregister voort en rijgt de jaren aaneen, ',amp na ramp; daartusschen de jaren van verbeten opbouw. 1421 „Toen op 18 Slagtmaand een sterke Noordwestelijke storm het water over dijken en dammen dreef, terwijl de rivieren hoog ge zwollen waren, waardoor de gansche Zuid-Hol- landsche waard onderliep, en wel twee-en- zeventig dorpen verdronken. Meer dan twintig bleven er onder den vloed begraven". 1530 „Als wanneer 'een sterke storm uit den Noordwesten, op den 5den van Slagtmaand het zeewater zoo hoog had doen rijzen, dat het in Holland en Ze»'and over de dijken liep en een geweldige schade veroorzaakte. Gansch Zep'anV vloeide n-er. En vele lieden van vermogen, die het leven nog be hielden, vervielen tot de diepste armoede". 1532 „Was de Slagtmaand wederom onge lukkig -. oor Holland. Het water liep een voet hoog over de dijken, hetwelk in eene eeuw niet gebeurd was. Ook braken er eenige gaten in den Westvrieschen dijk, die ter oorzake van de strenge vorst, welke hier kort op volgde, den ganschen winter niet gestopt konden wor den. Men verzocht ten Hove, om onderstand in gelden, tot het boeten der geledene schade. Doch, ik vind niet dat de Hollanders thans iets verwierven. De Zeeuwen, die ook meer geleden hadden, werden g°lijk te voren, wederom ge holpen. De landvoogdesse vergunde hun. uit 's keizers naam, vier jaren achtereen 's jaar lijks tweeduizend vijfhonderd ponden van der tig grooten van de keizerlijke bede te mogen inhouden, om dezelve tot d'-kaadjen te gebrui ken. En verhaalt ons de drost van Muiden Pieter Cornelisz Hooft zijn Vaderlandsche Histo riën niet over 't jaar 157C, hoe „Ten eersten dage in Slagtmaand een storm opstak uit den noordwesten, die dat deel der oceaan, gezwol len door den springvloed der nieuwe mane tegen de stranden van Oost- en Nederland met zoo fel een bulderen aanjoeg, dat weinige dijken en sluizen, daar men zich tegen zulk een geweld mede wapent, dien stoot konden uit staan. De Noordzee, zeker, heeft menigmaal de aangrenzende gewesten met gelijken tred overrompeld, en ongemeten streken aardbo dems met kerken en dorpen verslonden. Maar van alle rampen, geleden bii menschen geden ken, door woede van water, is deze de zwaar ste, beide In schrik en in schade geweest, hou- denke het onweder aan twee etmalen lang In Holland stonden de straten van Dordrecht, Rotterdam en andere steden drie voet onder. Nevens andere binnenlandsche brak de Die- merdijk door, zulks daar wel twaalf of dertien gaten in waren, tussehen Muiden en Amster dam, en bet verlies hier in kelders en pakhui zen onwaardeerlijk". De Hondsbossche. Het Hondsbosch, een bolwerk van eiken palen, met metalen blokken geheid, met ijzer geankerd, met zware keisteenen be last, werd op drie plaatsen gesloopt en omver gesmakt, door het geweld der gol ven. En had de slaperd, een dijk alzoo ge- heeten, omdat hij. buiten dagelijkgchen aanslag, alleen tot een toeverlaat ligt, niet tegengehouden, het was om den hee- len hoek van Noord-Holland gewed. De Zijp ging glad door, met over de honderd woningen, daar nauwelijks iets af kwam, dat leven ontvangen had. In de vlekken aan den duinkant was de bangheid te bijs ter. De pinken en visschersboots, op strand gezet, werden vlot door den vloed en ten dorpe ingeschopt, vellende met stoot op stoot wanden en daken ter aarde. Den geheelen oever langs van den mond der Eems af, tot aan de kusten van Denemarken, was gelijke ellende. Dies schat men in alles niet min dan honderd duizend zielen ontlijft te zijn. Van 't verzoopen vee ware geene re kening te maken. Als nu de wind wat leggen ging, was het eene deerlijke vertooning: man nen, wijven, kinderen verstijfd van koude, ver flenst van het nat, flauw van honger, mat van worstelen met de dood, wijd en zijd op balken, strooschalven drijvende. Anderen zit tende op toppen van boomen, daken, hooiber gen, mesthopen of heuvelen, riepen de genade Gods en hunner evennaasten aan. Toen toog men uit, met schouwekens, pramen en andere ondiep gaande schuiten, om eerst de levenden, daarna de lijken te vissen, en degenen die zich op hoogte gebergd hadden te lichten" Ook in 1675 „werden Holland en Vriesland, in Slagtmaand, bezocht met een gevaerlijken watersnood, veroorzaakt door eenen Noord westelijken storm, die des nachts tussehen den vierden en vijfden opstak. Het water ingevallen bij de Helder rukte een stuk van Huisduinen af, al het land tussehen Wieringen en de Zijpe over- stroomende. Bij Hoorn ging de Zeedijk door, waardoor verscheidene dorpen onderliepen... Onophoudelijk beuken de stormen gaten in de dijken: 1686, 1715, 1717, 1741, 1774, '75, '76. Op den 27sten van bloeimaand 1771 zwol de Zuiderzee „tot ongehoorde hoogte, en de Noordzee deed veel vee op het Koe gras bjj Kalantsoog verdrinken..." 125 jaar geleden. En het is nu juist iets meer dan 125 jaar geleden, dat driekwart van Noordholland en ook onze stad door het zeewater werden over spoeld. „De vloed steeg tot een verbazende hoogte en overtrof dien van 1775. Te Egmond aan Zee sloeg wel dertig voet gronds weg, zoodat een herberg daar gebouwd, „Duin en Zeegezigt" genaamd, instortte. Het Honds bosch leed groote schade. De dijk, onder den naam van Zanddijk bekend, en waarop alles aankwam, ging tot op twee roeden te niet, en verloor op vele plaatsen zijn geheele steen glooiing, terwijl ook het zoogenaamde Pomp huis wegsloeg. Men herinnere zich hier het berigt en de woorden van Hooft omtrent het gebeurde in 1570: „De Zijp ging glad door het was om den geheelen hoek van Noord- Holland gewied". „Het Wapen van Haarlem". Inzonderheid de Helder, sedert jaren zoo belangrijk geworden voor het zee wezen van dit land, leed het grootste ge vaar. Des avonds van den derden wies het water aldaar tot zes voet boven peil en liep, van bewesten de Westbatterij tot aan het Nieuwediep, over de dijk, vooral bij het logement „het Wapen van Haarlem", alwaar de kruin van den djjk zeer smal is, zoodat het water bij stroomen tot ver in de straten van den Helder liep. Het verbod overtreden. Het voorjaar lokt de menschen weer naar de natuur. Het ontluikend leven, dat zich de laatste dagen overal krach tig openbaart, doet verlangen naar de stilte en schoonheid van het polder land, de duinen, het bosch. De mensch moet naar buiten! Is het wonder, dat menig Nieuwedieper zoo'n sterken drang voelde naar de duinen, dat hü het verbod, dat nog altjjd op het be treden van dit stuk natuur rust, ver gat en rustig de borden voorbijliep, waarop stond aangegeven, dat het ver boden was zich in de duinen op te hou den? Menig stadgenoot heeft de duinen tot een Zondags uitstapje gekozen. Mis schien is men het duinterrein binnen gekomen op een plaats waar geen bord stond, een feit is, dat de Duitsehe mi litairen geconstateerd hebben, dat veel burgers zich de laatste Zondagen in het duinterrein bevonden. En het ver bod geldt nog! Wij herinneren er dus nog eens aan, dat de duinen voor de burgers verboden zijn en dat men dus een strafbare han deling begaat, als men zich er toch in begeeft. Men zal zich dus voorloopig nog tevreden moeten stellen met de „Donkere duinen". De tjjd zal heusch weer komen, dat alle terreinen weer vrij zullen zijn. Maar die tijd is er helaas nog niet. Men houde daarmee dus rekening. Daarenboven was de aanslag tegen den dijk zoo geweldig, dat men voor bezwijken vreesde. De beambten van den waterstaat niet alleen begaven zich derwaarts, maar ook de geheele bevolking kwam op de been, en men voorzag meer dan 100 roe den van de bedenkelijkste plaatsen met kistdammen, waardoor dan ook de plaats is behouden gebleven, schoon de oude bat terij „de Reünie", aan het Nieuwediep, door den slag van het water geheel werd vernield. Op Texel overstroomde de polder de Grie, waarna ook de binnendijk be zweek en al het veld onderliep. De andere dijk, digt bij het Oude Schild, kon men met moeite behouden... De Westewind geeselt de golven en het regent over ens lage, kostbare land... Vriendschappelijke kamp. Woensdag a.s., des namiddags 2.30 u. zullen de voetbalelftallen Brandploeg 3 Rijkswerf en Marechaussee's Den Helder een wedstrijd spelen op het HRC-terrein. De bedoeling is om in de toekomst meerdere van deze wedstrijden te spelen, o.a. tegen de Gemeente-Brandweer. Opstelling Brandploeg 3 R.W.: G. Does J. Does (D.E.M.) J. v. h. Hoff Kruisdijk v. Baarle v. Delft De Langen Glas Bakker Buitenhuis Cup (Haarlem 1) (HRC 1) De Paaschvacantie is alweer voorhij, een vacantie, die ons, naast tal van zonnige en warme, ook regenachtige dagen heeft gebracht. Het is alleen maar jammer te noemen, dat deze regen juist op de Zondagen viel, want doardoor hebben velen maar weinig aan hun vrije dagen gehad. Maar het was toch vacantie, waarvan vooral de scholieren naar hartelust zullen hebben geprofiteerd, hoewel we ditmaal toch iets, dat eigenlijk bij deze vacantie hoort, hebben gemist. We' waren vroeger zoo gewend heele drommen naar het voetbalveld te zien tijgen om speler of toeschouwer te zijn bij School 5III tegen School Tuindorp II of bij Lyceum I tegen A.B.S. II. Dat was een prach tige tijd. Opgewonden werden alle kansen op kampioenschappen en laagste plaatsen bespro ken. Er werd uitgerekend wie den prijs zou kunnen krijgen voor het grootst aantal door gelaten ballen, er werd geschimpt op een „kie per van niks" en met eerbied gesproken over een midvoor, die altijd raak schoot als hij voor doel stond. Op het terrein vlogen de tegenstan ders elkaar in de haren en 's avonds in de stad werden nog eens alle kansen besproken en draaide het ook nog wel eens op ruzie uit. Tijdens de wedstrijden holden meesters in korte broeken, met verwarde haren, en een fluit in den mond, zoo hard als ze konden langs het lijntje. Dan waren het heel andere meesters als die in school met statige passen door de klas flaneerden, met een groote sigaar in den mond en die links en rechts waarschuwingen en straf uitdeelden. Als dan eindelijk en ten slotte een of ander elftal na harden strijd het kampioenschap had behaald, dan was er ook altijd nog wel een trotsche leeraar of boven meester te vinden, die het heele elftal tracteer- de op reepen chocolade of ijsco's. Dat is wel wat veranderd, het grootste deel van de schooljeugd is met de vacantie uit de stad getrokken, en we kunnen ze niet anders dan gelijk geven. Op het oogenblik kunnen er toch geen schooltournooien op touw gezet wor-1 den, en evenmin kunnen er 's middags op het terrein afspraakjes gemaakt worden om 's avonds een ,feindje" over dijk te gaan „wan delen". Want ook dit behoorde tot de aantrek- kelijkheden van voetbal-tournooi. Het zwakke geslacht was altijd in groote getale aanwezig om hun favoriete elftal aan te moedigen, en het spreekt van zelf dat een „goal-getter" altijd heel wat meer kans had als een ander, omdat de- „dames" nu eenmaal liever een sportieveman hebben, waarmee ze kunnen pronken, dan een die, bij wijze van spreken, al aanleg voor een buikje krijgt. Zoo heerschte er onder de dames onderling ook nog naijver, want dikwijls waren er velen „weg" van één, zoodat tenslotte de „gelukkige" met afgunstige blikken werd nageoogd, waarna verklaard werd, „dat er eigenlijk toch niet zooveel aan hem was". Ik herinner mij tenminste een geval waarbij een midvoor van de H.B.S. omstuwd door talrijke charmante bewonderaarsters naai de kleedkamer werd gebracht, en er tenslotte maar met één van het veld vertrok. Op zoo n voetbalveld werden altijd heel wat banden ge maakt en gebroken. Dat is nu wel wat veranderd; het is jammer dat daar dit jaar nu heelemaal niets van is kunnen komen. Toch ligt het voetbalterrein niet heelemaal verlaten. Er is een groep van een stuk of dertig enthousiaste middelbare scholieren, die gemeend heeft deze vacantie als van ouds toch aan de sport te moeten wijden, Het zijn jongens en meisjes door elkaar, zoodat U wel begrijpt dat hier niet gevoet bald wordt, Neen, in twee partijen verdeeld spelen zjj tussehen avondeten en het vallen van de duisternis een partij hockey. Verwoede matches worden daar gespeeld. Velen van hen hebben een eigen stick en de overige werden welwillend door de school afgestaan. Zoo weten de menschen, die hier blijven, zich toch ook nog wel te vermaken. Maar het is niet wat we vroeger van een Paaschvacantie gewend waren. Laten we hopen dat volgend jaar Paschen de sportvelden weer zullen weer klinken van het gejuich en geloei als er een doelpunt wordt gemaakt; en laten we hopen, dat eerder nog alle scholen in Den Helder weer op volle kracht zullen draaien, want zoolang, dat nog niet het geval is, zal het hier wel een doode boel blijven. IS HUISDUINEN DE MINDERE VAN SCHEVENINGEN Huisduinen is,- blijkens oude documenten reeds vroeg een naar buiten bekende en be langrijke plek geweest. Sedert het laatst der vorige eeuw is dit dorp een tijdvak van verval ingetreden, zoodat hetgeen nu bestaat, een flauwe schaduw schijnt te wezen van de vroe gere grootheid. Loopt niet zoo heeft men zich weieens afgevraagd de geschiedenis van dit zeedorp op algeheele vernietiging uit? De gebeurtenis, die thans aanstaande is, schijnt een betere toekomst te voorspellen, 't Stedelijk Badhuis, op het duin nabij. Huisduinen ge bouwd, zal, naar men ons verzekert, in het be gin van Bloeimaand a.s. worden geopend. Huis duinen wordt op deze wijze een badplaats, 't Is waar, op zeer bescheiden schaal geschiedt de aanleg, doch wie weet of deze stichting niet mettertijd grootere gevolgen na zich zal slee pen. Er bestaan een aantal groote zaken in de wereld, die heel in het klein zijn aangevangen. Als de a.s. zomer het bewijs geeft, dat het Bad-Paviljoen door de bewoners van deze ge meente en door van buiten komende personen wordt bezocht en gewaardeerddan zullen de wakkere ondernemers wel niet in gebreke blijven, om de noodig gebleken uitbreiding en verbetering aan te brengen. 't Gebouw heeft een netten vorm, bevat een flinke ruime zaal, een zich naar alle zijden uit strekkende veranda, een sierlijk buffet, ge legenheid tot het bekomen van warme baden en voor het gebruik der zeebaden, wordt een behoorlijke inrichting voorbereid. Trekken thans reeds tal van ingezetenen dagelijks, en inzonderheid op Zondag, naar het duin, om het in aanbouw zijnde Badhuis te bezichtigen men mag verwachten, dat, als na 1 Mei a.s. de inrichting geopend is, plaatsgenoot en vreemdeling in grooten getale een bezoek aan het Paviljoen op het duin zullen brengen. Eeuwen zijn er heengegaan zonder dat men van de schoone ligging van Scheveningen tot stichting van een bad- en ontspanningsplaats heeft partij getrokken. Wie weet of ook niet voor het oude Huisduinen een betere toekomst is weggelegd dan een vervallen zeedorpje te zijn! De zomerplannen worden uit gewerkt. De trage lente, die nu eindelijk met meer ernst doorzet, brengt met zich het verlangen naar den zomer en naar de zomersporten, waarvan de uitnemendste is: de zwemsport. In den winter, die nu definitief is afgeslo ten heeft het bestuur van den Zwemkring Noordelijk N.-Holland, niet stil gezeten, doch hard gewerkt aan plannen, die men dezen zomer wil verwezenlijken. Door het kringbestuur is besloten om te beginnen eerst gezamenlijk de diverse programma-punten te bespreken en daar toe is een vergadering belegd met de be sturen der verschillende zwemvereeni- gingen in het district. De vergadering wordt Zondag in Schagen gehouden. De kringvoorzitter, de heer C. W. Boonen, zal hier een causerie houden over het kringwerk en de kring-organisatie. Zaterdag zijn door de politie twee meisjes aangehouden van 12 en 14 jaar, die bij ver hoor afkomstig bleken uit Schagen. Zonder toestemming van de ouders hadden zij -hun woning verlaten en waren op pad gegaan. Zij zijn door de politie naar Schagen over gebracht en aan hun ouders afgeleverd. van 21 April 1941. BEVALLEN: A. KwastMarsman, z. en d.; G. de WitKramer, d. Schagen: Hoep B. 192, eenige slaapplaatsen voor stadgenooten. De wolveehandel is, nu de lammerenmarkt voor de schapen nog niet ten einde is, in onze gemeente onbeteelcenend. De rundvee- aanvoer wordt nu evenwel aan de Texelsche markt iets beter, vooral veel nuchtere kal veren werden gister aangevoerd. De prijzen zijn hoog, vooral voor kuikalveren worden buitensporig hooge prijzen betaald; hoogste prijs op de markt 40.Voor een koe werd pl.m. 450,betaald, een pink bracht 225,op De bigg'n zijn nog hoog in prijs, doch iets minder dan in de laatste weken, een beste big kocht men ongeveer voor 27. De aanvoer bestond uit: 44 n. kalveren 10—35; 5 bigge 20—30; 1 koe 450; 1 pink 225. GESLAAGD. Voor het toelatingsexamen van de Nijver heidsschool te Voorburg is geslaagd Corn. Kievits te Den Burg. zitten uren op een pakkende tekst te „broeden' Verspil geen tijd! Laat ons U voorlichten Het kost niets extra BIJBEL EN JEUGD. In het Hervormde weekblad der Gerefor meerde kerk van 10 April schrijft de heer J. C. Stam een artikel over: „Bijbel en jeugd". Hij wijst hierin op den grooten geestelijken nood der jeugd en de moeilijkheden om de moderne jeugd met den bijbel vertrouwd te maken. De schrijver zegt dan: ,JIicr ligt een kans, open en eerlijk spreken met de jeugd, inkomen in hun moeilijkheden en twijfel en zoo een een voudig discipel van den Heere Jezus zijn. Toch is dit niet ieders werk, want men moet niet alleen over groote bijbelkennis beschikken en in staat zijn de bijbelscheJtjodschap te bren gen in een voor de moderne jeugd verstaan bare taal, maar bovendien moet men de vaak byééngeraapte argumenten tegen het evangelie weten te ontzenuwen. Dit werk vereischt dus veel gedegen kennis, een diep gebedsleven cn tegelijk veel slagraardigheid cn bovenal zacht moedigheid. Wie in een gedachtenwisseling over de eeuwige dinge t zijn geduld verliest en kribberig wordt, is verloren en doet aan de zaak van onzen Meester schade. In Zweden bestaat- een instituut voor het opleiden van kerkelijke hulp krachten, zooals evangelisten, jeugdleiders hulpkrachten voor predikanten, leiders van zee manstehuizen en militaire tehuizen enz. Wel licht verdient het aanbeveling dit voorbeeld na te volgen. Mag ik dit denkbeeld allen, die met deze bij zondere taak van jeugdwerk te maken hebben, eens in overweging geven?" HERVORMDEN IN JOEGOSLAVIË. Ds. Dresselhuis te Oldeboorn schrijft ons het volgende: Wat wellicht niet zoo bekend is, is het feit, dat er zich in Joego-Slavië ook een Hervormde of Gereformeerde kerk bevindt. Prof. dr. J. Richters „Handbuch der Kirchen" van het jaar 191,0, telde deze „Hervormde Christelijke kerk in het Koninkrijk Joego-Slavië in het jaar 1910 65.151 leden, terwijl het aantal gerechtigden tot het Heilig Avondmaal in het jaar 1929 621,3 bedroeg. In 1935 werd voor deze Gereformeerde groep de Heidelbergsche Catechismus in de Kroatische taal overgezet en uitgegeven in Novi Urbas. De vertaling is afkomstig van den Duitschen kolonistenpredikant ds. Johann Stieb en zijn zoon, den med. student Richard Stieb, en werd op diens verzoek als een feestgave aan den Kroatischen predikant Sigmund Keek in Orvenka, ter gelegenheid van diens vijftig jarig ambtsjubileum, aangeboden. Door de Kroatische kerk werd een exemplaar van dezen catechismus naar Nederland gezonden, waar een jaar tevoren (1931,) de Heidelberger Cate chismus in Oekraïnsche vertaling was versche nen. Zooals bekend behooren het Kroatisch en het Oekraïnsch beide tot de groep van Slavi sche talen". HET GELOOF, DE KRACHT VAN DEN MENSCH. Dezer dage hield prof. dr. G. Heering voor den Vrijzinnig Christelijken Studentenbond een lezing over ,JHet geloof, de kracht van den mensch". Deze samenkomst was openbaar en werd o.m. bijgewoond door den Rector Magni ficus van de Stedelijke Universiteit prof. dr. B. Brouwer. Het geloof, anders dan een wereldbeschou wing, verandert den mensch. Zonder geloof is op aarde, aldus Troeltsch, nog nooit iets tot stand gebracht. Geloof in tijdelijke machten moet na korten of langeren tijd bevestigd wor den, het gelof in de eeuwige machten houdt da mensch staande, ook al wordt niet direct ver vuld wat hij gelooft, 't Geloof is geen matehe- matische waarheid, die bewezen kan worden, doch een geopenbaarde waarheid. In het Evan gelie leeren wij zien, dat God in Christus tot ons komt. Dit geloof is een redding uit de een zaamheid, een bevrijding van ons zelf, van ons egoisme, dat Augustinus superbia (trotsch), Luther amor aui (eigenliefde) en Kant radikal Bose (radicaal booze) noemt. In het middelpunt van het Evangelie staat het kruis als oordeel en liefde. Bij dit geloof hoort de plicht te zoe ken en de wil tot overgave. Dan pas is het Evangelie voor ons blijde tijding. VISSCHERIJ. Urk, 21 April. Door 31 vaartuigen werd j.1. Zaterdag aan den gemeentelijken visch- afslag alhier aangevoerd: 1050 pond aal en paling, van 14 tot 78 pond per vaartuig, prijs 3177 et.; 1000 pond voorn, 710 ct.; 20 pond karper, 25 ct. per pond; 400 pond spiering, 13—14 ct. per pond en 400 manden nest, prijs 33 ct. per mand. De vorige week is de visscherij op aal en paling in omvang toegenomen op de voor malige Zuiderzee. Dit was vooral het geval met de fuikaalvisscherij. Hiervan waren de vangsten op aal van 150 tot 300 pond per etmaal. Naar gelang de zwaarte van deze soort aal varieerde de prijs tot 77 ct. per pond. Van de fuikaalvisschers waren de vang sten op voorn tot 400 pond. Nest tot 200 pond per fuikvisschers. Daar de prijzen van spie ring geheel vrij zijn, werden deze verkocht gemiddeld voor 15 ct. per pond. Van de fuik aalvisschers waren de weekresultaten van 350 tot 500 gulden per vaartuig. De motor- looze zeilvaartuigen vischten op kuilpaling en nest. De gemiddelde vangsten waren van 15 tot 30 pond per zeilvaartu'g. Van deze soort kuilpaling was de prijs 31 ct. per pond. De nestvangsten varieerden van 10 tot 20 man den per zeilvaartuig. -je besommingen van deze categorie visschers waren van 20 tot 35 gulden per vaartuig. Veelal hadden deze mo- torlooze zeilvaartuigen te kampen met wind stilte, zoodat er dan niet kan worden ge- vischt. De kleine motorvaartuigen hebben de vorige week nog niet op aal en paling ge- vischt. Weldra zal deze visscherij een aan vang nemen. De ljjn- óf beugaalvisscherjj was verleden week alleen nog maar kustvisschervj. Per etmaal werden vangsten aan de markt gebracht van 24 tot 32 pond per vaartuig. Daar deze soort aal soms zeer dik van stuk was, werd deze verkocht in de meeste geval len voor 77 ct. per pond. Besommingen waren van 28 tot 40 gulden per kustbeuger. De stoombeugers zullen volgende week beginnen. Met onze visscherij op de Noordzee ging het goed met prijzen en vangsten. Op de Wadden zee waren de besi mmingen tot 300 gulden. Voor de kust van Scheveningen waren de be sommingen per etmaal van 100 tot 150.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1941 | | pagina 5