Vacantie-Overpeinz tig
&cuÜnLeuus4
De duinen nog
gesloten!
Itast&at
Brandploeg en marechaussees
Vandaag
voor 50 jaar
Uondilen uit Piet UlLty&nd ïUaadjt
7^ocetlcA
JCeA& en Zending,
YlieuwJ uit
Dinsdag 22 April 1941
Tweede Blad
Hoe Den Helder voor 125 jaar werd bedreigd
De herberg „Het Wapen van Haarlem" vernield
Van schoolvoctbal cn
andere sporten.
We gaan weer zwemmen
Minderjarige vluchtelingetjes
Burgerlijke Stand van Den Helder
Slaapplaats voor stadgenooten
De Texelsche markt
Sommige adverteerders
De Westenwind geeselt de golven, het re
gent, regent, regent...
Schuim vliegt in vlokken over de duinruggen
haakt in het zwiepend helm en slaat neer op
het grijze land. Boerderijen liggen zwaar en
vast als steenklompen in een vlak land, on
wrikbaar... Niets dan stormgeluiden, regen-
gehagel. «Zee en land, daartusschen de zware
dijken en daarboven de jagende regenlucht:
dan staat l et helder in onze gedachten hoe dit
land geworden is, hoe daar het lage land ligt
als veroverd, maar onophoudelijk bedreigd ge
bied. Hoe het moeras geweest is en werd in
gedijkt, werd overstroomd en afgevreten, ver
groot en vruchtbaar gemaakt, maar steeds be
dreigd. Vertellen de „vaderlandsche geschied-
boekers" hoe eeuw in eeuw uit, het water met
bulderend geweld de dijken brak en woedde
over het wijde, lage land, schade aanbrengend
tientallen .aren hard werken nauwelijks kon
worden hersteld. Van de grijze, grijze oerge-
schiedenis van ons gewest tot enkele tientallen
jaren terug staan de annalen vol van het ge
weld van de zee. Is het niet een dezer dagen
honderdvijfentwintig jaar geleden geweest, dat
driekwart van Noordholland onder water
liep
Beginnen onze geschiedschrijvers niet met
het jaar 839 „toen, op den zes-en-twintigsten
van wintermaand hier te lande zoo hevig een
storm en geweldige zeevloed ontstond, dat
bijna gansch Friesland overstroomd werd Het
water stond zoo hoog, dat het de toppen der
duinen omtrent evenaardde. Vele menschen en
beesten verdronken. Ook werd na een nauw
keurige opneming bevonden, dat er twee dui
zend vierhonderd zeven-en-twintig huizen om
ver gespoeld waren."
En drie eeuwen later mokerde de storm de
kusten, het water wies en „de vloed overviel
de Kennemers zoo onverwachts, dat de men
schen zich ternauwernood op de daken der
huizen bergden". Dat was in het jaar onzes
Heeren 1170. En teekenden zij bij de jaren
128ö en '87 niet aan, dat „twee hevige stor
men op den zeventienden van Wintermaand
en vijfden van Sprokkelmaand, het zeewater
alomme langs de kusten dezer gewesten tot
een geweldige hoogte deden rijzen en over alle
landen jaagden? Strijden, lijden en weer strij
den, eeuw in, eeuw uit.
Hoeveel ellende bergen de sobere woorden
niet rond het jaar 1334 „als die Vriezen veel
leden door een geweldigen watervloed, en een
goed gedeelte van Holland en Zeeland groote
schade had". Met de eentonigheid van een
uurwerk gaat het eeuwregister voort en rijgt
de jaren aaneen, ',amp na ramp; daartusschen
de jaren van verbeten opbouw.
1421 „Toen op 18 Slagtmaand een sterke
Noordwestelijke storm het water over dijken
en dammen dreef, terwijl de rivieren hoog ge
zwollen waren, waardoor de gansche Zuid-Hol-
landsche waard onderliep, en wel twee-en-
zeventig dorpen verdronken. Meer dan twintig
bleven er onder den vloed begraven".
1530 „Als wanneer 'een sterke storm uit den
Noordwesten, op den 5den van Slagtmaand
het zeewater zoo hoog had doen rijzen, dat het
in Holland en Ze»'and over de dijken liep en
een geweldige schade veroorzaakte. Gansch
Zep'anV vloeide n-er. En vele
lieden van vermogen, die het leven nog be
hielden, vervielen tot de diepste armoede".
1532 „Was de Slagtmaand wederom onge
lukkig -. oor Holland. Het water liep een voet
hoog over de dijken, hetwelk in eene eeuw
niet gebeurd was. Ook braken er eenige gaten
in den Westvrieschen dijk, die ter oorzake van
de strenge vorst, welke hier kort op volgde,
den ganschen winter niet gestopt konden wor
den. Men verzocht ten Hove, om onderstand
in gelden, tot het boeten der geledene schade.
Doch, ik vind niet dat de Hollanders thans iets
verwierven. De Zeeuwen, die ook meer geleden
hadden, werden g°lijk te voren, wederom ge
holpen. De landvoogdesse vergunde hun. uit
's keizers naam, vier jaren achtereen 's jaar
lijks tweeduizend vijfhonderd ponden van der
tig grooten van de keizerlijke bede te mogen
inhouden, om dezelve tot d'-kaadjen te gebrui
ken.
En verhaalt ons de drost van Muiden Pieter
Cornelisz Hooft zijn Vaderlandsche Histo
riën niet over 't jaar 157C, hoe „Ten eersten
dage in Slagtmaand een storm opstak uit den
noordwesten, die dat deel der oceaan, gezwol
len door den springvloed der nieuwe mane
tegen de stranden van Oost- en Nederland
met zoo fel een bulderen aanjoeg, dat weinige
dijken en sluizen, daar men zich tegen zulk een
geweld mede wapent, dien stoot konden uit
staan. De Noordzee, zeker, heeft menigmaal
de aangrenzende gewesten met gelijken tred
overrompeld, en ongemeten streken aardbo
dems met kerken en dorpen verslonden. Maar
van alle rampen, geleden bii menschen geden
ken, door woede van water, is deze de zwaar
ste, beide In schrik en in schade geweest, hou-
denke het onweder aan twee etmalen lang
In Holland stonden de straten van Dordrecht,
Rotterdam en andere steden drie voet onder.
Nevens andere binnenlandsche brak de Die-
merdijk door, zulks daar wel twaalf of dertien
gaten in waren, tussehen Muiden en Amster
dam, en bet verlies hier in kelders en pakhui
zen onwaardeerlijk".
De Hondsbossche.
Het Hondsbosch, een bolwerk van eiken
palen, met metalen blokken geheid, met
ijzer geankerd, met zware keisteenen be
last, werd op drie plaatsen gesloopt en
omver gesmakt, door het geweld der gol
ven. En had de slaperd, een dijk alzoo ge-
heeten, omdat hij. buiten dagelijkgchen
aanslag, alleen tot een toeverlaat ligt,
niet tegengehouden, het was om den hee-
len hoek van Noord-Holland gewed. De
Zijp ging glad door, met over de honderd
woningen, daar nauwelijks iets af kwam,
dat leven ontvangen had. In de vlekken
aan den duinkant was de bangheid te bijs
ter. De pinken en visschersboots, op
strand gezet, werden vlot door den vloed
en ten dorpe ingeschopt, vellende met
stoot op stoot wanden en daken ter aarde.
Den geheelen oever langs van den mond der
Eems af, tot aan de kusten van Denemarken,
was gelijke ellende. Dies schat men in alles
niet min dan honderd duizend zielen ontlijft
te zijn. Van 't verzoopen vee ware geene re
kening te maken. Als nu de wind wat leggen
ging, was het eene deerlijke vertooning: man
nen, wijven, kinderen verstijfd van koude, ver
flenst van het nat, flauw van honger, mat
van worstelen met de dood, wijd en zijd op
balken, strooschalven drijvende. Anderen zit
tende op toppen van boomen, daken, hooiber
gen, mesthopen of heuvelen, riepen de genade
Gods en hunner evennaasten aan. Toen toog
men uit, met schouwekens, pramen en andere
ondiep gaande schuiten, om eerst de levenden,
daarna de lijken te vissen, en degenen die zich
op hoogte gebergd hadden te lichten"
Ook in 1675 „werden Holland en Vriesland, in
Slagtmaand, bezocht met een gevaerlijken
watersnood, veroorzaakt door eenen Noord
westelijken storm, die des nachts tussehen den
vierden en vijfden opstak.
Het water ingevallen bij de Helder
rukte een stuk van Huisduinen af, al het
land tussehen Wieringen en de Zijpe over-
stroomende.
Bij Hoorn ging de Zeedijk door, waardoor
verscheidene dorpen onderliepen...
Onophoudelijk beuken de stormen gaten in
de dijken: 1686, 1715, 1717, 1741, 1774, '75, '76.
Op den 27sten van bloeimaand 1771
zwol de Zuiderzee „tot ongehoorde hoogte,
en de Noordzee deed veel vee op het Koe
gras bjj Kalantsoog verdrinken..."
125 jaar geleden.
En het is nu juist iets meer dan 125 jaar
geleden, dat driekwart van Noordholland en
ook onze stad door het zeewater werden over
spoeld. „De vloed steeg tot een verbazende
hoogte en overtrof dien van 1775. Te Egmond
aan Zee sloeg wel dertig voet gronds weg,
zoodat een herberg daar gebouwd, „Duin en
Zeegezigt" genaamd, instortte. Het Honds
bosch leed groote schade. De dijk, onder den
naam van Zanddijk bekend, en waarop alles
aankwam, ging tot op twee roeden te niet, en
verloor op vele plaatsen zijn geheele steen
glooiing, terwijl ook het zoogenaamde Pomp
huis wegsloeg. Men herinnere zich hier het
berigt en de woorden van Hooft omtrent het
gebeurde in 1570: „De Zijp ging glad door
het was om den geheelen hoek van Noord-
Holland gewied".
„Het Wapen van Haarlem".
Inzonderheid de Helder, sedert jaren
zoo belangrijk geworden voor het zee
wezen van dit land, leed het grootste ge
vaar. Des avonds van den derden wies het
water aldaar tot zes voet boven peil en
liep, van bewesten de Westbatterij tot aan
het Nieuwediep, over de dijk, vooral bij
het logement „het Wapen van Haarlem",
alwaar de kruin van den djjk zeer smal
is, zoodat het water bij stroomen tot ver
in de straten van den Helder liep.
Het verbod overtreden.
Het voorjaar lokt de menschen weer
naar de natuur. Het ontluikend leven,
dat zich de laatste dagen overal krach
tig openbaart, doet verlangen naar de
stilte en schoonheid van het polder
land, de duinen, het bosch. De mensch
moet naar buiten! Is het wonder, dat
menig Nieuwedieper zoo'n sterken
drang voelde naar de duinen, dat hü
het verbod, dat nog altjjd op het be
treden van dit stuk natuur rust, ver
gat en rustig de borden voorbijliep,
waarop stond aangegeven, dat het ver
boden was zich in de duinen op te hou
den?
Menig stadgenoot heeft de duinen tot
een Zondags uitstapje gekozen. Mis
schien is men het duinterrein binnen
gekomen op een plaats waar geen bord
stond, een feit is, dat de Duitsehe mi
litairen geconstateerd hebben, dat veel
burgers zich de laatste Zondagen in
het duinterrein bevonden. En het ver
bod geldt nog!
Wij herinneren er dus nog eens aan,
dat de duinen voor de burgers verboden
zijn en dat men dus een strafbare han
deling begaat, als men zich er toch in
begeeft. Men zal zich dus voorloopig
nog tevreden moeten stellen met de
„Donkere duinen". De tjjd zal heusch
weer komen, dat alle terreinen weer
vrij zullen zijn. Maar die tijd is er
helaas nog niet. Men houde daarmee
dus rekening.
Daarenboven was de aanslag tegen den
dijk zoo geweldig, dat men voor bezwijken
vreesde. De beambten van den waterstaat
niet alleen begaven zich derwaarts, maar
ook de geheele bevolking kwam op de
been, en men voorzag meer dan 100 roe
den van de bedenkelijkste plaatsen met
kistdammen, waardoor dan ook de plaats
is behouden gebleven, schoon de oude bat
terij „de Reünie", aan het Nieuwediep,
door den slag van het water geheel werd
vernield. Op Texel overstroomde de polder
de Grie, waarna ook de binnendijk be
zweek en al het veld onderliep. De andere
dijk, digt bij het Oude Schild, kon men
met moeite behouden...
De Westewind geeselt de golven en het
regent over ens lage, kostbare land...
Vriendschappelijke kamp.
Woensdag a.s., des namiddags 2.30 u. zullen
de voetbalelftallen Brandploeg 3 Rijkswerf en
Marechaussee's Den Helder een wedstrijd
spelen op het HRC-terrein.
De bedoeling is om in de toekomst meerdere
van deze wedstrijden te spelen, o.a. tegen de
Gemeente-Brandweer.
Opstelling Brandploeg 3 R.W.:
G. Does
J. Does (D.E.M.) J. v. h. Hoff
Kruisdijk v. Baarle v. Delft
De Langen Glas Bakker Buitenhuis Cup
(Haarlem 1) (HRC 1)
De Paaschvacantie is alweer voorhij, een
vacantie, die ons, naast tal van zonnige en
warme, ook regenachtige dagen heeft gebracht.
Het is alleen maar jammer te noemen, dat
deze regen juist op de Zondagen viel, want
doardoor hebben velen maar weinig aan hun
vrije dagen gehad. Maar het was toch vacantie,
waarvan vooral de scholieren naar hartelust
zullen hebben geprofiteerd, hoewel we ditmaal
toch iets, dat eigenlijk bij deze vacantie hoort,
hebben gemist. We' waren vroeger zoo gewend
heele drommen naar het voetbalveld te zien
tijgen om speler of toeschouwer te zijn bij
School 5III tegen School Tuindorp II of bij
Lyceum I tegen A.B.S. II. Dat was een prach
tige tijd. Opgewonden werden alle kansen op
kampioenschappen en laagste plaatsen bespro
ken. Er werd uitgerekend wie den prijs zou
kunnen krijgen voor het grootst aantal door
gelaten ballen, er werd geschimpt op een „kie
per van niks" en met eerbied gesproken over
een midvoor, die altijd raak schoot als hij voor
doel stond. Op het terrein vlogen de tegenstan
ders elkaar in de haren en 's avonds in de stad
werden nog eens alle kansen besproken en
draaide het ook nog wel eens op ruzie uit.
Tijdens de wedstrijden holden meesters in korte
broeken, met verwarde haren, en een fluit in
den mond, zoo hard als ze konden langs het
lijntje. Dan waren het heel andere meesters
als die in school met statige passen door de
klas flaneerden, met een groote sigaar in den
mond en die links en rechts waarschuwingen
en straf uitdeelden. Als dan eindelijk en ten
slotte een of ander elftal na harden strijd het
kampioenschap had behaald, dan was er ook
altijd nog wel een trotsche leeraar of boven
meester te vinden, die het heele elftal tracteer-
de op reepen chocolade of ijsco's.
Dat is wel wat veranderd, het grootste deel
van de schooljeugd is met de vacantie uit de
stad getrokken, en we kunnen ze niet anders
dan gelijk geven. Op het oogenblik kunnen er
toch geen schooltournooien op touw gezet wor-1
den, en evenmin kunnen er 's middags op het
terrein afspraakjes gemaakt worden om
's avonds een ,feindje" over dijk te gaan „wan
delen". Want ook dit behoorde tot de aantrek-
kelijkheden van voetbal-tournooi. Het zwakke
geslacht was altijd in groote getale aanwezig
om hun favoriete elftal aan te moedigen, en
het spreekt van zelf dat een „goal-getter"
altijd heel wat meer kans had als een ander,
omdat de- „dames" nu eenmaal liever een
sportieveman hebben, waarmee ze kunnen
pronken, dan een die, bij wijze van spreken,
al aanleg voor een buikje krijgt. Zoo heerschte
er onder de dames onderling ook nog naijver,
want dikwijls waren er velen „weg" van één,
zoodat tenslotte de „gelukkige" met afgunstige
blikken werd nageoogd, waarna verklaard
werd, „dat er eigenlijk toch niet zooveel aan
hem was". Ik herinner mij tenminste een geval
waarbij een midvoor van de H.B.S. omstuwd
door talrijke charmante bewonderaarsters naai
de kleedkamer werd gebracht, en er tenslotte
maar met één van het veld vertrok. Op zoo n
voetbalveld werden altijd heel wat banden ge
maakt en gebroken.
Dat is nu wel wat veranderd; het is jammer
dat daar dit jaar nu heelemaal niets van is
kunnen komen. Toch ligt het voetbalterrein
niet heelemaal verlaten. Er is een groep van
een stuk of dertig enthousiaste middelbare
scholieren, die gemeend heeft deze vacantie
als van ouds toch aan de sport te moeten
wijden, Het zijn jongens en meisjes door elkaar,
zoodat U wel begrijpt dat hier niet gevoet
bald wordt, Neen, in twee partijen verdeeld
spelen zjj tussehen avondeten en het vallen
van de duisternis een partij hockey. Verwoede
matches worden daar gespeeld. Velen van hen
hebben een eigen stick en de overige werden
welwillend door de school afgestaan.
Zoo weten de menschen, die hier blijven,
zich toch ook nog wel te vermaken. Maar het
is niet wat we vroeger van een Paaschvacantie
gewend waren. Laten we hopen dat volgend
jaar Paschen de sportvelden weer zullen weer
klinken van het gejuich en geloei als er een
doelpunt wordt gemaakt; en laten we hopen,
dat eerder nog alle scholen in Den Helder weer
op volle kracht zullen draaien, want zoolang,
dat nog niet het geval is, zal het hier wel een
doode boel blijven.
IS HUISDUINEN DE MINDERE
VAN SCHEVENINGEN
Huisduinen is,- blijkens oude documenten
reeds vroeg een naar buiten bekende en be
langrijke plek geweest. Sedert het laatst der
vorige eeuw is dit dorp een tijdvak van verval
ingetreden, zoodat hetgeen nu bestaat, een
flauwe schaduw schijnt te wezen van de vroe
gere grootheid. Loopt niet zoo heeft men
zich weieens afgevraagd de geschiedenis
van dit zeedorp op algeheele vernietiging uit?
De gebeurtenis, die thans aanstaande is, schijnt
een betere toekomst te voorspellen, 't Stedelijk
Badhuis, op het duin nabij. Huisduinen ge
bouwd, zal, naar men ons verzekert, in het be
gin van Bloeimaand a.s. worden geopend. Huis
duinen wordt op deze wijze een badplaats, 't
Is waar, op zeer bescheiden schaal geschiedt
de aanleg, doch wie weet of deze stichting niet
mettertijd grootere gevolgen na zich zal slee
pen. Er bestaan een aantal groote zaken in de
wereld, die heel in het klein zijn aangevangen.
Als de a.s. zomer het bewijs geeft, dat het
Bad-Paviljoen door de bewoners van deze ge
meente en door van buiten komende personen
wordt bezocht en gewaardeerddan zullen de
wakkere ondernemers wel niet in gebreke
blijven, om de noodig gebleken uitbreiding en
verbetering aan te brengen.
't Gebouw heeft een netten vorm, bevat een
flinke ruime zaal, een zich naar alle zijden uit
strekkende veranda, een sierlijk buffet, ge
legenheid tot het bekomen van warme baden
en voor het gebruik der zeebaden, wordt een
behoorlijke inrichting voorbereid. Trekken
thans reeds tal van ingezetenen dagelijks, en
inzonderheid op Zondag, naar het duin, om
het in aanbouw zijnde Badhuis te bezichtigen
men mag verwachten, dat, als na 1 Mei a.s.
de inrichting geopend is, plaatsgenoot en
vreemdeling in grooten getale een bezoek aan
het Paviljoen op het duin zullen brengen.
Eeuwen zijn er heengegaan zonder dat men
van de schoone ligging van Scheveningen tot
stichting van een bad- en ontspanningsplaats
heeft partij getrokken. Wie weet of ook niet
voor het oude Huisduinen een betere toekomst
is weggelegd dan een vervallen zeedorpje te
zijn!
De zomerplannen worden uit
gewerkt.
De trage lente, die nu eindelijk met meer
ernst doorzet, brengt met zich het verlangen
naar den zomer en naar de zomersporten,
waarvan de uitnemendste is: de zwemsport.
In den winter, die nu definitief is afgeslo
ten heeft het bestuur van den Zwemkring
Noordelijk N.-Holland, niet stil gezeten, doch
hard gewerkt aan plannen, die men dezen
zomer wil verwezenlijken.
Door het kringbestuur is besloten om
te beginnen eerst gezamenlijk de diverse
programma-punten te bespreken en daar
toe is een vergadering belegd met de be
sturen der verschillende zwemvereeni-
gingen in het district. De vergadering
wordt Zondag in Schagen gehouden. De
kringvoorzitter, de heer C. W. Boonen,
zal hier een causerie houden over het
kringwerk en de kring-organisatie.
Zaterdag zijn door de politie twee meisjes
aangehouden van 12 en 14 jaar, die bij ver
hoor afkomstig bleken uit Schagen. Zonder
toestemming van de ouders hadden zij -hun
woning verlaten en waren op pad gegaan.
Zij zijn door de politie naar Schagen over
gebracht en aan hun ouders afgeleverd.
van 21 April 1941.
BEVALLEN: A. KwastMarsman, z. en
d.; G. de WitKramer, d.
Schagen: Hoep B. 192, eenige slaapplaatsen
voor stadgenooten.
De wolveehandel is, nu de lammerenmarkt
voor de schapen nog niet ten einde is, in
onze gemeente onbeteelcenend. De rundvee-
aanvoer wordt nu evenwel aan de Texelsche
markt iets beter, vooral veel nuchtere kal
veren werden gister aangevoerd. De prijzen
zijn hoog, vooral voor kuikalveren worden
buitensporig hooge prijzen betaald; hoogste
prijs op de markt 40.Voor een koe werd
pl.m. 450,betaald, een pink bracht
225,op
De bigg'n zijn nog hoog in prijs, doch iets
minder dan in de laatste weken, een beste big
kocht men ongeveer voor 27.
De aanvoer bestond uit: 44 n. kalveren
10—35; 5 bigge 20—30; 1 koe 450; 1
pink 225.
GESLAAGD.
Voor het toelatingsexamen van de Nijver
heidsschool te Voorburg is geslaagd Corn.
Kievits te Den Burg.
zitten uren op een
pakkende tekst te „broeden'
Verspil geen tijd!
Laat
ons
U voorlichten
Het kost niets extra
BIJBEL EN JEUGD.
In het Hervormde weekblad der Gerefor
meerde kerk van 10 April schrijft de heer J.
C. Stam een artikel over: „Bijbel en jeugd".
Hij wijst hierin op den grooten geestelijken
nood der jeugd en de moeilijkheden om de
moderne jeugd met den bijbel vertrouwd te
maken.
De schrijver zegt dan: ,JIicr ligt een kans,
open en eerlijk spreken met de jeugd, inkomen
in hun moeilijkheden en twijfel en zoo een een
voudig discipel van den Heere Jezus zijn. Toch
is dit niet ieders werk, want men moet niet
alleen over groote bijbelkennis beschikken en
in staat zijn de bijbelscheJtjodschap te bren
gen in een voor de moderne jeugd verstaan
bare taal, maar bovendien moet men de vaak
byééngeraapte argumenten tegen het evangelie
weten te ontzenuwen. Dit werk vereischt dus
veel gedegen kennis, een diep gebedsleven cn
tegelijk veel slagraardigheid cn bovenal zacht
moedigheid.
Wie in een gedachtenwisseling over de
eeuwige dinge t zijn geduld verliest en kribberig
wordt, is verloren en doet aan de zaak van
onzen Meester schade. In Zweden bestaat- een
instituut voor het opleiden van kerkelijke hulp
krachten, zooals evangelisten, jeugdleiders
hulpkrachten voor predikanten, leiders van zee
manstehuizen en militaire tehuizen enz. Wel
licht verdient het aanbeveling dit voorbeeld na
te volgen.
Mag ik dit denkbeeld allen, die met deze bij
zondere taak van jeugdwerk te maken hebben,
eens in overweging geven?"
HERVORMDEN IN JOEGOSLAVIË.
Ds. Dresselhuis te Oldeboorn schrijft ons het
volgende:
Wat wellicht niet zoo bekend is, is het feit,
dat er zich in Joego-Slavië ook een Hervormde
of Gereformeerde kerk bevindt. Prof. dr. J.
Richters „Handbuch der Kirchen" van het jaar
191,0, telde deze „Hervormde Christelijke kerk
in het Koninkrijk Joego-Slavië in het jaar 1910
65.151 leden, terwijl het aantal gerechtigden tot
het Heilig Avondmaal in het jaar 1929 621,3
bedroeg. In 1935 werd voor deze Gereformeerde
groep de Heidelbergsche Catechismus in de
Kroatische taal overgezet en uitgegeven in
Novi Urbas. De vertaling is afkomstig van den
Duitschen kolonistenpredikant ds. Johann Stieb
en zijn zoon, den med. student Richard Stieb,
en werd op diens verzoek als een feestgave
aan den Kroatischen predikant Sigmund Keek
in Orvenka, ter gelegenheid van diens vijftig
jarig ambtsjubileum, aangeboden. Door de
Kroatische kerk werd een exemplaar van dezen
catechismus naar Nederland gezonden, waar
een jaar tevoren (1931,) de Heidelberger Cate
chismus in Oekraïnsche vertaling was versche
nen. Zooals bekend behooren het Kroatisch en
het Oekraïnsch beide tot de groep van Slavi
sche talen".
HET GELOOF, DE KRACHT VAN DEN
MENSCH.
Dezer dage hield prof. dr. G. Heering voor
den Vrijzinnig Christelijken Studentenbond een
lezing over ,JHet geloof, de kracht van den
mensch". Deze samenkomst was openbaar en
werd o.m. bijgewoond door den Rector Magni
ficus van de Stedelijke Universiteit prof. dr. B.
Brouwer.
Het geloof, anders dan een wereldbeschou
wing, verandert den mensch. Zonder geloof is
op aarde, aldus Troeltsch, nog nooit iets tot
stand gebracht. Geloof in tijdelijke machten
moet na korten of langeren tijd bevestigd wor
den, het gelof in de eeuwige machten houdt da
mensch staande, ook al wordt niet direct ver
vuld wat hij gelooft, 't Geloof is geen matehe-
matische waarheid, die bewezen kan worden,
doch een geopenbaarde waarheid. In het Evan
gelie leeren wij zien, dat God in Christus tot
ons komt. Dit geloof is een redding uit de een
zaamheid, een bevrijding van ons zelf, van ons
egoisme, dat Augustinus superbia (trotsch),
Luther amor aui (eigenliefde) en Kant radikal
Bose (radicaal booze) noemt. In het middelpunt
van het Evangelie staat het kruis als oordeel
en liefde. Bij dit geloof hoort de plicht te zoe
ken en de wil tot overgave. Dan pas is het
Evangelie voor ons blijde tijding.
VISSCHERIJ.
Urk, 21 April. Door 31 vaartuigen werd
j.1. Zaterdag aan den gemeentelijken visch-
afslag alhier aangevoerd: 1050 pond aal en
paling, van 14 tot 78 pond per vaartuig,
prijs 3177 et.; 1000 pond voorn, 710 ct.;
20 pond karper, 25 ct. per pond; 400 pond
spiering, 13—14 ct. per pond en 400 manden
nest, prijs 33 ct. per mand.
De vorige week is de visscherij op aal en
paling in omvang toegenomen op de voor
malige Zuiderzee. Dit was vooral het geval
met de fuikaalvisscherij. Hiervan waren de
vangsten op aal van 150 tot 300 pond per
etmaal. Naar gelang de zwaarte van deze
soort aal varieerde de prijs tot 77 ct. per
pond. Van de fuikaalvisschers waren de vang
sten op voorn tot 400 pond. Nest tot 200 pond
per fuikvisschers. Daar de prijzen van spie
ring geheel vrij zijn, werden deze verkocht
gemiddeld voor 15 ct. per pond. Van de fuik
aalvisschers waren de weekresultaten van
350 tot 500 gulden per vaartuig. De motor-
looze zeilvaartuigen vischten op kuilpaling en
nest. De gemiddelde vangsten waren van 15
tot 30 pond per zeilvaartu'g. Van deze soort
kuilpaling was de prijs 31 ct. per pond. De
nestvangsten varieerden van 10 tot 20 man
den per zeilvaartuig. -je besommingen van
deze categorie visschers waren van 20 tot 35
gulden per vaartuig. Veelal hadden deze mo-
torlooze zeilvaartuigen te kampen met wind
stilte, zoodat er dan niet kan worden ge-
vischt. De kleine motorvaartuigen hebben de
vorige week nog niet op aal en paling ge-
vischt. Weldra zal deze visscherij een aan
vang nemen. De ljjn- óf beugaalvisscherjj was
verleden week alleen nog maar kustvisschervj.
Per etmaal werden vangsten aan de markt
gebracht van 24 tot 32 pond per vaartuig.
Daar deze soort aal soms zeer dik van stuk
was, werd deze verkocht in de meeste geval
len voor 77 ct. per pond. Besommingen waren
van 28 tot 40 gulden per kustbeuger. De
stoombeugers zullen volgende week beginnen.
Met onze visscherij op de Noordzee ging het
goed met prijzen en vangsten. Op de Wadden
zee waren de besi mmingen tot 300 gulden.
Voor de kust van Scheveningen waren de be
sommingen per etmaal van 100 tot 150.