NEDERLAND
mr groenten
N1PPER EN PELLE
Het vertoonen
van smalfilms
Ik heb gekozen,
Arkadi
Inval in een boerderij
Centrale Keuken*
Radioprogramma
als
Feuilleton
Nog geen trek in surrogaat
Geregeld onderwijs voor
schipperskinderen gewenscht
Eet in de
en blijf gezond
Te veel fantasie?
OmanKs heeft dr. E. W. de Mol. in verband
mfi f LProdu,C,!e^afr als zi'" meening
mtgespioken, „dat Nederland meer nog dan
voorheen een exportland voor groente wordt.
De tuinbouwcentra zullen meer en meer
werken voor den uitvoer naar hun uitgebrei-
de_ Europeesche achterland"
™„n<!ernhci°Ps5hrift "Te veel fantasie
meent „L>e Tuinderij", orgaan van het Cen
taal Bureau van de Veilingen in Nederland,
cue opvattingen te moeten weerspreken. Het
blad schrijft o.m.:
„Ons voornaamste afzetgebied was en is
nog' steeds Duitschland. Wij hopen, dat dit
in de toekomst ons grootste marktgebied zal
blijven, maar er zijn teekenen, die de ver
wachting van^een grooteren export naar
Duitschland in vredestijd vooralsnog niet be-
.vestigen. Kr is in de laatste jaren in Duitsch
land op tuinbouwgebied het een en ander
gebeurd. Nog dezer dagen heeft de heer Jo-
hannes Boettner, de voorzitter yan den ge-
heelen georganiseerden Duitschen tuinbouw
aan den correspondent der Vereenigde Pers-
bureaux met verklaarbaren trots verzekerd
dat de Duitsche tuinbouw in staat is tot
90 de binnenlandsche behoefte te dek
ken. Dat maakt de kansen op een ruimeren
Nederlandschen tuinbouwexport naar
Duitschland in de toekomst niet beier. Zeker,
de resteerende tien procent van de Duitsche
behoefte aan groenten en fruit biedt nog groo
te afzetmogelijkheden, maar Nederland is
niet langer de eenige leverancier. Duitsch
land heeft nauwe economische betrekkingen
aangeknoopt met de landen in Zuid-Europa,
die in de laatste jaren als tuinboinvprodu-
centen naar voren zijn gekomen. Deze lan
den zullen, evenals Nederland, in het kader
der geleide economie, hun importaandeel
toegewezen krijgen.
Aan Engeland heeft dr. De Mol in zijn
schoone verwachtingen voor den tuinbouw
waarschijnlijk niet gedacht. Dat is verklaar
baar. De tuinbouw herinnert zich nog al te
goed, wat in de laatste jaren vóór den oor
log van Engelsche zijde is gedaan om onzen
groente-invoer aan banden te leggen. Zal
dit land na den oorlog een anderen koers
volgen? Wij weten het niet, maar wij zijn
voorshands te nuchter en te voorzichtig om
de toekomst van den tuinbouw bij voorbaat
aan een dergelijk vraagteeken op te hangen.
Welke andere landen zullen ons verder
ruimere kansen op den afzet bieden? België
Frankrijk, Scandinavië, Zwitserland? Wij
hopen op levendiger handelsbetrekkingen
met die landen, maar iedereen weet wel. dat
het heil van den Nederlandschen tuinbouw
zooals Dr. de Mol dat ziet, van deze landen
zeker niet is te verwachten.
Veel perspectief op ruimere exportkansen
voor tuinbouwproducten zijn dus thans nog
niet te bespeuren. Bij zooveel onzekerheden
ten aanzien van den toekomstigen afzet zou
het dwaasheid zjjn, nu reeds een wissel op
die ongewisse toekomst te trekken; als hij
niet gehonoreerd wordt, zitten wij in den
tuinbouw met de slechte gevolgen van een
dergelijke averechtsche politiek."
139. Nippe* wordt ontvoerd.
1- „Nou, Zip, wie had ooit
kunnen dromen, dat Jullie
hier beneden ln zo'n lui
lekkerland leeft!"
„Ja, maar we hebben ook
in ons paradijs een slang,
en dat zijn de kannibalen,
die ons te grazen nemen,
waar ze maar kunnen!"
2. Zo gezegd, zo gedaan!
Hier wordt Nipper ont
voerd, en met zijn reuzen
vuist wordt hem door den
kannibaal het zwijgen op
gelegd.
140. Waar is Nipper?
1. „Ach Pelle, als die kanni
balen Nipper nu maar niet
ontvoerd hadden!"
„We hebben geen tijd te
verliezen! „Help, help!"
Misverstand rechtgezet.
Het bureau Filmzaken van het departe
ment van Volksvoorlichting en Kunsten
deelt mede, dat blijkbaar een misverstand
bestaat over de toepassing van de volgende
verordeningen (besluiten), betreffende fil
men en filmwezen:
Besluit nr. 57/1940, vermeldende de in
Nederland ter vertooning toegelaten films;
Besluit nr. 160/1940, verordenende de aan
melding bij den Nederlandschen Bioscoop-
bon door ieder, die zich op eenigerlei wijze
met het vervaardigen, verhuren, verkoopen,
of in vertooning brengen van films bezig
houdt, alsmede het na 1 Juli a.s. staken
van iedere werkzaamheid op filmgebied
door niet-leden, tenzij deze in het bezit
zijn van een schriftelijke ontheffing van
genoemden bond.
Circulaire nr. 182/1941 van den voorzitter
der centrale commissie voor de filmkeuring
beperkende de geldigheidsduur van alle
vóór of op 31 December 1936 afgegeven keu-
ringskaarten tot 1 Mei a.s.
Het departemerft wijst er op. dat al deze
bepalingen gelden zoowel voor de z.g. npr-
maalfilms als voor alle andere films dus
ook voor smalfilms van 171/?.. 16, 9V9 en
8 m.m., tenzij uitdrukkelijk anders is be
paald.
Inbrekers slaan hun slag
koffie- en theepakhuis.
in
„Vereeniging Schoolfonds „Schut-
tevaer" als steeds op de bres.
Zaterdag werd onder voorzitterschap van
Mr. K. J. van Nieuwkerken de 38ste algemee
ne jaarlijksche vergadering gehouden van de
Vereeniging Schoolfonds voor Schipperskin
deren „Schuttevaer" te Amsterdam.
In het jaarverslag geeft het bestuur o.a. uit
drukking aan één hartgrondigen wensch, n.1.
dat in dezen tijd een oplossing zou kunnen
worden gevonden om,' evenals voor andere
kinderen, ook voor schipperskinderen wette
lijk verplicht geregeld lager onderwijs in te
stellen.
De voorzitter sloot de vergadering met de
opwekking tot de aanwezigen om juist in
deze tijden zich extra inspanning te getroos
ten, teneinde de vereeniging in staat te stel
ten het lager onderwijs voor schipperskin
deren te bevorderen.
Een roman'
uit het hooge Noorden
Door Agathe Pogner
33
Pelka bedacht zich dan ook niet lang en
Schreef:
Lieve Maria, die dingen zijn heel mooi
ik kon eerst haast niet gelooven, dat alles
voor mij was, maar Arkadi zei, dat het
allemaal voor mij was. Grootmoe zegt, dat
je een heel goed mensch moet zijn, omdat
je me al die dingen hebt gestuurd en me
heelemaal niet kent. Ik heb ,vocr mij zelf
een halsketting gemaakt en een armband
en voor Arkadi een horlogeketting. Groot
moe is juist bezig bloemen te maken en
Arkadi maakt ook bloemen. Grootmoeder
en ik spelen wat fijn met elkaar. Ik heb
hem mijn lievelingspop gegeven, omdat hij
zulke groote, droevige oogen heeft, net als
Dobrez. Hij gaat heel veel op jacht. Hier
gaan alle mannen op jacht. Als zij^ niet op
jacht gaan, dan slapen ze. Grootmoe zegt,
ik moet de groeten doen en Arkadi zegt
ook ik moet de groeten doen. Kom ons toch
eens opzoeken! Daar zouden we blij om
zjjn. Gegroet van pELKA
Grootmoeder betuigde haar tevredenheid
over den brief en daarna schaarden wij ons
rond de tafel om een beetje „Ark van Noach
te spelen. Volgens de spelregels moest elke
medespeler telkens dat dierengeluid naboot
sen, waarop zijn nummer viel.
Mijn nummer viel op een hen en ik begon
zoo opgewekt te kakelen, dat Rodion en
grootmoeder de tranen over de wangen ne
pen van het lachen.
Ja, er gebeuren nog wonderen! En he
grootste wonder is de mensch!
Ambtenaren van den Centralen Crisis- en
Controledienst deden, in samenwerking met
de marechaussee een inval in een langs den
rijksstraatweg onder de gemeente Abcoude
Baambrugge staande boerderij van den vee
houder P. In de boerderij bleek de boer een
complete slagerij te hebben ingericht. Een
varken van ruim 350 pond hing schoon aan
den haak. De boer was juist bezig een an
deren 350 ponder het leven te benemen. Door
snel ingrijpen wisten de ambtertaren het dier
van een wissen dood te redden. Zoowel het
geslachte, als het nog levende varken wer
den in beslag genomen. Tegen den veehou
der werd procesverbaal opgemaakt.
In een grossierderij van koffie, thee en
rookartikelen te Amelo is een inbraak ge
pleegd, waarbij voor verscheidene honder
den guldons aan waren ontvreemd is, ter-
wel voorts toewijzingen voor koffie en thee
werden buitgemaakt. Toen de eigenaar, die
niet ter plaatse woont, des morgens een
inspectietocht instelde, bleek hem. dat de
ongenoode bezoekers alles overhoop had
den gehaald en door verbreking van een
achterdeur waren binnengekomen. De voor
naamste bergplaats echter hadden zij onge
moeid gelaten, daar deze aan de straatzijde
gelegen is en de ramen niet afgeschermd
waren.
Instituut niet alleen voor de ar
men bedoeld I
Het Voorlichtingenbureau van den Voe
dingsraad schrijft ons:
De Nederlander is zeer gesteld op het eten
in eigen familiekring. Hij kent niet het uit
eten gaan, zooals bij onze zuiderburen -een
algemeen gebruik is. Ook het verkrijgen van
het eten „van den kok", is hier niet alge
meen. De< Nederlander maakt het liefst zijn
eigen potje klaar.
Het centraal ter beschikking stellen van
maaltijden is in Nederland dan ook steeds
een verschijnsel, dat zich voordoet in ongun-
tige tijden. Ruim 100 jaar geleden vond men
hier reeds centrale keukens, die in gunstige
tijden weer verdwenen. In de periode van
19141918 werd de kennismaking hernieuwd
en ook heden ten dage worden op talrijke
plaatsen centrale keukens opgericht.
Al te vaak ziet men de keukens als
een instituut voor het uitdeelen van
voedsel aan geldelijk zwakkeren. Dit
is jammer, daar de keukens een uit
komst zijn voor ieder die buitenshuis
eet, zooals studenten, op kamers wo
nenden e.a. Ook voor de meer gegoe
den is er in dezén tijd reden te over
van deze maaltijden gebruik te ma
ken. Het betrekken van maaltijden
uit de centrale keukens heeft het
voordeel van brdndstofbesparing, ter
wijl het ook het tijdroovende inkoo-
pen in dezen distributietijd onder
vangt.
Het Rijksbureau voor Voedselvoorziening
in oorlogstijd beijvert zich, dat voor de maal
tijden van de beste ingrediënten gebruik ge
maakt wordt.
De menu's zijn door den voedingsraad sa
mengesteld en waarborgen een voldoende
voedingswaarde. Alle keukens staan onder
strenge controle en voldo'en aan de eischen
van hygiëne. De maaltijden worden bereid
door vakbekwame koks, terwijl eenige kook
leeraressen toezicht uitoefenen op de berei
ding.
De maaltijden worden geregeld op smaak
en deugdelijkheid gecontroleerd door den
keuringsdienst voor waren: terwijl zoo nu
en dan een steekproef genomen wordt naar
de voedingswaarde van het gereedgemaakte
maal. Het Nederlandsch Instituut voor
Volksvoeding te Amsterdam en ook sommige
keuringsdiensten voor waren gaan het vita
minegehalte der maaltijden na.
Wanneer hier of daar iets dreigt te hape
ren worden dadelijk maatregelen genomen
dit op te heffen, zoodat voor een ieder de
maaltijden'uit de centrale keukens zijn aan
te bevelen en iederen tegenzin ten onrechte
is.
DONDERDAG 24 APRIL 1941.
Nederlandsch Programma.
Hilversum I. 413,5 m.
6.45 Gramofoonmuziek.
6.50 Ochtendgymnastiek.
7.00 Gramofoonmuziek.
7.45 Ochtendgymnastiek.
8.00 ANP: Nieuwsberichten.
8.15 Vrijzinnig Protest. Kerkcomité: Dag
opening
8.25 Gewijde muziek (gr.pl.).
9.15 Voor de vrouw.
9.17 Gramofoonmuziek.
10.00 Sylvestre-trio en gramofoonmuziek.
11.00 Voor de boeren.
11.20 Gramofoonmuziek.
12.00 Amusementsorkest.
12.42 Almanak.
12.45 ANP: Nieuws- en economische berichten.
1.00 Harmonie-orkest en Bandi Balogh en zjjn
ensemble.
2.10 Troor de vrouw.
2.30 Kamerorkest „Ars nova et antiqua".
(3.153.30 Gramofoonmuziek),
4.00 Gramofoonmuziek.
4.30 „Muziekcentra in het verleden: Parijs:
De opera", causerie met gramofoonmuziek.
5.15 ANP: Nieuws-, economische- en beurs
berichten.
5.30 Gramofoonmuziek.
31 Augustus.
De zee brult! De zee tiert! De zee raast!
Het is, of hij millioenen stemmen heeft ge
leend en daarmede zijn ontembare woede ten
hemel slingert. Er ligt iets grootsch, iets ver
schrikkelijks, iets adembenemends in dit ge
brul. Iets, dat den mensch weer terugwerpt
in den oertijd, toen het water op aarde nog
alleenheerscher was en de geest der eeuwig
heid beschermend daarboven zweefde.
De zee huilt! De zee brult! De toorn heeft
haar wateren zwart gekleurd. Als zij z'pb
verheffen en weer dalen, ontwaart men sinis
tere, duister^ diepten en als zij zich openen,
spuwen zij heele bergen in woede geboren
schuim.
Drie dagen reeds brult het en huilt het. In
deze drie dagen ben ik haast niet van den
oever weggeweest. Steeds weer moest ik
naar deze stemmen luisteren, naar die dreu
nende stemmen van een uit haar boeien los
gebroken natuur.
Hoe hoog ik ook ging zitten, steeds kwam
het water tot mijn voeten.
Kom, ik zal je dragen! lokte het. Ga
op mijn rug zitten, dan draag ik je door de
oneindigheid!
Het lokt en lokt! En ik houd mrjn ooren
dicht. Ik vrees n'jn zwakheid. Ik vrees, dat
ik mijn armen zal uitbreiden om mij met
een jubelkreet in zijn omhelzing te storten.
En het zal me als overwinnaar wegdragen
om mij later ergens aan land te werpen.
Maar zonder ziel, want deze zal de onein
digheid dan in zich hebben opgezogen...
Drie dag°n reeds raast de storm. Sinds
twee of drie dagen is de boot onderweg, die
de kolonisten weer op ons eiland terug
brengt en alle benoodigde levensmiddelen
1 voor ons aan boord heeft.
Toen ik het vorige jaar hierheen voer,
was de zee volkomen stil. Bij die gelegen
heid maakte de kapitein van het schip de
opmerking, dat zich ongetwijfeld een geluk
kige sterveling onder de passagiers moest
bevinden, want dat hij nog nooit zoo'n rus
tige en mooie reis had gehad.
Ik vroeg hem, of er dan werkelijk nog ge
lukkige menschen op de wereld bestonden,
waarop de kapitein na een kleine pauze ant
woordde: Ja, er bestaan inderdaad geluk
kige stervelingen, maar de aldus bevoorrech
ten weten dit zeli niet, want met hun geluk
is het gesteld als met het slaapwandelen:
Als men het zich bewust wordt, is het ook
reeds ten einde.
Eergisteren in alle vroegte is Nikita weer
met alle beschikbare honden en sleden naar
de Walvischbaai gegaan. Ik heb hem heel
lang nagekeken, toen hij ertrok. Wat zal
hjj my brengen
23 September.
Mijn huis is niet meer mijn huis, mijn
rust is niet meer mijn rust en mijn hart niet
meer mijn hart, sinds klein-Fedja tegen aller
verwachting in onze baai is teruggekeerd en
met dien terugkeer alles op zijn kop heeft
gezet.
Gisteren was het drie weken geleden ik
zal juist in de allerbeste stemming aan mjjn
werk dat ik de drie welbekende schoten
vernam. Mijn pen neersmijten, een geweer
grjjper en ook naar buiten rennen, was het
werk van een oogenblik. De volgende secon
de had ik het wapen geladen en drie maal
achtereen ging het: Pang! Pang! Pang!
Daarop wierp ik mijn geweer over den
schouder om de thuiskomenden tegemoet te
gaan, maar reeds van verre zag ik, dat er
meer dan drie personen in de slede zaten. Nóg
had ik echter mijn verrekijker niet te voor-
schiji gehaald, of daar klonk reeds Fedja's hel
dere stemmetje: Oom! Oom! Daar zijn we
weer!
Zij waren het werkelijk, Katja en haar jonge
zoon.
Ik reikte hun de hand ter begroeting.
Daar heb je verstandig aan gedaan, Katja,
door ./eer bij ons te komen.
In plaats van te antwoorden, glimlachte ze
terwijl ze verlegen naar Tychon keek. Uit den
blik, dien deze haar toewierp, begreep ik, dat
beiden het al lang eens waren. Ik gaf hun
dus de proviandkamer om in te wonen wij
hadden gelukkig genoeg hout om een nieuwe
te bouwen en Fedja nam Tychon's vroegere
slaapplaats in.
's Avonds, toen ik buiten op de bank voor
het huis zat en geïnteresseerd naar de snelle
vlucht der meeuwei staan-., kwam Katja iet
wat schuchter naar mij toe.
Is er wat, Katja?
Ze keek me een oogenblik vragend aan, ter
wijl ze met al haar tien vingers langs haar
grasgroen schort wreef. Daarna kwam het
hooge woord er uit: of Semjon niet boos zou
zijn, dat ze alweer zoo spoedig Tychon's
vrouw was geworden?
Integendeel, stelde ik haar gerust, hjj
zal er bljj om zijn, dat vet je weer zoo goed
gaat. Hjj z?' in het graf stellig veel meer rust
hebben, als hjj weet, dat zjjn kind weer een
goed tehuis en een verzorger heeft.
Ik heb het ook alleen om den jongen ge
daan.
Tob er dan maar verder niet over en kjjk
moedig in Je toekomst.
Zij knikte mjj dankbaar toe en ging weer
in huis tervg.
Ik keek haar lang na. mjj verwohderend
over haar trage, zware schreden en haar ge-
5.45 Orgelspel en zang.
6.15 Sport en lichamelijke opvoeding.
6.30 Omroeporkest.
7.00 ANP: Vragen van den dag.
7.15 Cello en piano.
8.00 ANP: Nieuwsberichten.
8.15 Spiegel van den dag.
8.30 Berichten (Engelsch).
8.45 Omroeporkest en solist.
9.45 ANP: Engelsche berichten.
10.00 ANP: Nieuwsberichten, sluiting.
Nederlandsch Programma,
Hilversum n, 301,5 m.
6.45 Gramofoonmuziek.
6.50 Ochtendgymnastiek.
7.00 Gramofoonmuziek.
7.45 Ochtendgymnastiek.
8.00 ANP: Nieuwsberichten.
8.15 Gramofoonmuziek.
10.00 Christ. Radio Stichting: Morgendienst.
10.20 Zang en piano.
10.45 Gramofoonmuziek.
11.00 Pianovoordracht.
11.30 Voordracht.
11.45 Gramofoonmuziek.
12.00 Berichten.
12.15 Omroeporkest.
12.45 ANP: Nieuws- en economische berichten.
1.00 De Melodisten.
1.45 Gramofoonmuziek.
2.00 'Orgelconcert.
2.30 Gramofoonmuziek.
2.40 De Romancern en soliste.
3.30 Voor de zieken.
4.00 Gramofoonmuziek (met toelichting).
4.30 b ederlandsche liederen
5.00 Christelijke Radio Stichting. Lezen van
Christelijke lectuur.
5.15 ANP: Nieuws-, economische- en beurs
berichten.
5.30 Musiquette.
6.00 Causerie: „Ons planetarium".
6.15 Gramofoonmuziek.
6.45 Willem-Vader-herdenking.
7.00 ANP: Persoverzicht voor binnen- en bui
tenland.
7.15 Ensemble „De jonge acht".
8.00 ANP: Nieuwsberichten.
8.15 Koor en orkest van het „Deutsche Opern-
haus" te Berlijn en solisten (opn.).
10.00 ANP: Nieuwsberichten, sluiting.
bogen houding, die in niets meer aan de eens
zoo levenslustige Katja herinnerden.
De laag staande avondzon teekende haar
spookachti lange schaduw op de sneeuw.
Deze sluipende, valsche schaduw leek mjj een
stil naderbjj kruipend onheil, dat haar onge
merkt achtervolgde en het gaf mjj een bitte
ren smaak in den mond. Ik vreesde voor
Katja's toekomst.
Maar hoe de dagen verstreken, des te meer
ook scheen alles er op te wijzen, dat ik mjj
vergist had. Want Katja werd met den dag
kalmer, frisscher en gezonder. Als wij van de
vischvangst thuiskwamen, vonden wij steods
eep warme kamer en een dampenden soep.
Alles in de woning glom en blonk en Katja's
oogen straalden mee. Slechts haar klaterende
lach was niet teruggekeerd. Die haa ze haar
eersten man in het graf mee gegeven.
AL geheel echter beschouwden we Katja's
stille schier onopvallende aanwezigheid in
huis als een weldaad, vooral ook, omdat ze
nooit hinderlijk in onze gewoonten ingreep en
zich steeds slechts kort bij ons ophield, het
geen dan meestal nog op ons nadrukkelijk ver
zoek geschiedde.
Daarentt-gen wa haar zoon echter overal
te vinden en te hoeren. Zjjt luide, heldere jon
gensstem schalde bjjna den geheelen dag door
het huis. Vermoeidheid en verdriet schenen
hem vreen.c.
Nochtans was er een plekje in huis, waar
hij doodstil op aen bankje kon zitten, de Sibe
rische kater dien Maria mjj iet de tweede
boot had gezonden, bjj zich op schoot. Naast
hem op het bankje zat dan de „rat", die met
ontroerende gehechtheid aar. het kind hing
ei het overal naliep.
Deze plaats va algemeen stilzwijgen was
mjjn kamer en met heimelijk genoegen kon ik
na-r het m. rkwaardige drieta' kijken, dat zich
zoo stil en zoo rustig gedroeg.
Maar Fedja, die kleinen schelm, wist zeer
«vel. dat op iedere goeue aaad een belooning
volgde. Nu eens vas h»t iet» eetbaars, dan
weer een of ander "tuk papier, dat hjj met een
potlood mocht volkrabbelen en 'n enkele maal
knipte ik van karton wel eens een of ander
dier. dat we dan samen kleurden. Bovendien
had hjj. ondanks zjjn vier jaren, al heel gauw
door, wie de baas in huis wa. er, als hij dus
een of anderen wensch koesterde, kwam hij
gewoonlijk eerst bjj mjj.
Wordt vervolgd