TURKIJE tweesprong op den Voorbereidende maatregelen met het oog op eventualiteiten Nederlandsche journalisten bezoeken bet Rijn'and Toen de fourier om een boodschap was*.* Schriftelijke bevestiging ontslagvergnnning noodzakelijk Een „wild" varken geslacht Het bezoek van Ciano aan Weenen Agrarisch nieuws Conclusies uit den Griekschen veldtocht Amsterdamsche effectenbeurs Koersen Nederlandsch clearinginstituut WINTERHUtP^NEDERlAND Stort op 5553 of op 877 BEVOLKING, LANDBOUW EN VEETEELT GAAN VOORUIT. (Van onzen V.P.B.-correspondent.) Ankara, April 1941. Steeds meer vestigen zich de blik ken van de geheele wereld op Turkije, in verband met de jóngste ontwikkeling der gebeurtenissen op den Balkan. Wat de naaste toe komst zal brengen, weet niemand, maar er kan geen twijfel aan be staan, of Turkije bereidt zich voor op alle eventualiteiten, getuige de jongste maatregel, om Istanboel en omgeving gedeeltelijk te evacuee- ren. Vreest Turkije in den oorlog te worden betrokken, of zal het de voorkeur geven aan een regeling langs vredelievenden weg? Ondanks den gebiedsafstand, welken Turkije zich sedert het begin van deze eeuw heeft moeten laten welgevallen, is het toch wat men kan noemen: een groot land gebleven. Het beslaat een oppervlakte van bijna 800.000 vierkante kilometer. Aan drie zijden is het omringd door de zee, name lijk door de Zwarte Zee, de Egeïsche Zee, en de Middellandsche Zee. Bovendien bezit het nog éen zee, die door eigen grondge bied wordt omsloten: de zee van Marmara. De lengte van zijn kustlijn bedraagt niet minder dan 4000 kilometer. liet is verdeeld in 62 provincies (prefecturen), 430 onder prefecturen en 893 arrondissementen. Turkije telt. volgens de laatste volkstel ling, die in 1935 werd gebonden, ruim 16 millioen inwoners, waaronder bijna de helft mannen. Bij de volkstelling van 1927 bestond de bevolking uit ruim 13,5 milli oen zielen, zoodat zij in den loop van slechts acht jaar is toegenomen met 18,4% Per vierkante kilometer telt men 21 inwo ners. Ankara, de hoofdstad, telt 125.000 in woners. Zij wordt verre overtroffen dooi de oude hoofdstad (Istanboel), welke bijna 750.000 zielen telt. Turkije is een agrarisch land, hetgeen blijkt uit het feit, dat 76,5% van de bevolking op het platteland woont De rest woont in de steden. Groote steden vindt men overigens niet veel in Turkije. Betrekkelijk groote opccnhoopinpen van menschen zijn betrekkelijk tamelijk zeld zaam. EEN HOOFDSTAD IN WORDING. De nieuwe hoofdstad, Ankara, is vrij snel uit den grond verrezen. In minder dan tien jaar heeft ZTj zich ontwikkeld tot haar te- genwoordigen staat. Zij maakt een groot- schen indruk, met haar talrijke paleizen, prachtige particuliere woningen, groote ministeries, inrichtingen van onderwijs, hotels, bankinstellingen, promenades, par ken, prachtige lanen enz. Zij kan zonder overdrijving een der schoonste steden van het nabije oosten worden genoemd, met alle moderne 'comfort, talrijke verkeersmidde len, geriefelijke hotels en uitstekend kli maat. De omstreken van Ankara munten uit door natuurschoon. De wegen, die naai en uit de stad leiden, zijn geasfalteerd. Het automobilisme en de paardensport behoo- ren dan ook tot de meest geliefde sporten in Ankara. De binnenlandsche handel is zeer be langrijk, en de staat waakt nauwlettend te gen eike fraude of vervalsching op dit ge bied. Wat den buitenlandschen handel betreft: Deze is gebaseerd op het beginsel van de meest begunstigde natie. LANDBOUW IS HOOFDZAAK. Zooals wij hierboven reeds op merkten is Turkije voor alles een agrarisch land. De landbouw geniet dan ook de bijzondere bescherming van de regeering. Alle hulpmidde len, welke kunnen medewerken tot de ontwikkeling van "dit bedrijf, zijn te baat geroepen om het te be vorderen. De Turksche landbouwer geniet tal van faciliteiten. Hij wordt gesteund door kleine geldelijke lee ningen, adviesbureau* staan tot zijn dienst om zijn oogst te verbete ren en dezen voordeelig van de hand te doen, er zijn tal van land bouwscholen opgericht. Hij wordt beschermd tegen woekeraars (die in Turkije zeer talrijk zijn), enz. In 1938 heeft de dienst voor de verbe tering van den landbouw twee mil lioen kg. zorgvuldig geselecteerd zaad onder de Turksche boeren ver deeld. De veestapel is voor verbetering vatbaar. Ook deze heeft de belangstelling van de re geering. Er valt dan ook een geregelde toe name te constateeren. In 1923 b.v. bedroeg het aantal koeien 26 millioen. In 1938 was dit reeds gestegen tot 42 millioen en op het oogenblik is dit cijfer reeds weder belang rijk gestegen. Op het gebied van spoorwegverbindin gen is Turkije over het algemeen karig voorzien. Het geheele spoorwegnet beslaat niet meer dan 7153 kilometer. Ook op dit gebied wordt naar verbetering gestreefd. Gruwelverhalen weerlegd,. Over al klinkt het lied van den arbeid (V.P.B.) Dezer dagen is te Keulen een ten toonstelling geopend van hedendaagsche kunst. Ter gelegenheid van deze opening heeft een gezelschap prominente Nederland sche journalisten een bezoek gebracht aan het Rijnland en de oude hanzestad Keulen om zich met eigen oogen en ooren te over tuigen van verschillende feiten, waarom trent hier te lande uiteenloopende mecnin- gen gehuldigd worden en waaromheen de fluisteraars een samenweefsel van verdacht makingen gesponnen hadden. Het initiatief tot dezen tocht was uitge gaan van den rijkscommissaris, dr. Scyss Inquart, de technische leiding was gelegd in handen van het departement van volks voorlichting en kunsten, meer in het bij zonder toevertrouwd aan den directeur van het perswezen en zijn ambtenaren. Het teekent de mentaliteit van een zeker deel van het Nederlandsche publiek, dat het Haagsche dagblad „De Residentiebode" van Dinsdag, 22 April totaal uitverkocht was. De hoofdredacteur van dit blad, die deel had uitgemaakt van het gezelschap journalisten, dat Keulen heeft bezocht, had n.1. als inlei ding van zijn beschouwing een ironische ko lom volgeschreven over het „platgebombar deerde" Rijnland en het „gepulveriseerde" Keulen. Voorts had hij gewaagd van „dure eeden" die de bezoekers voor den terugtocht naar Nederland waren afgeperst, om toch vooral niets te verklappen over de verschrik kingen, die de R.A.F. in het Rijnland en Roergebied zou hebben aangericht. -Wij achten onze lezers té intelligent, om evenals blijkbaar een aantal slachtoffers van de Britsche radio- propaganda deze ironie niet on middellijk te .verstaan. Maar, om geen enkelen twijfel te laten voortbe staan, kunnen wij hier nog eens ge- tuigen, dat van al deze gruwelsprook jes letterlijk geen woord waar is. Het Rijnland strekt zich ongerept en be zig uit voor onze oogen. De oude hanzestad Keulen ligt rustig als van ouds met zijn prachtige vroeg- en laat-gothische bouwwerken langs de oevers van vader Rijn en overal klinkt het lied van den arbeid in dit gezegende land, dat sinds jaren geen werkloosheid meer kent. Welvaart heerscht ook in het eenvoudigste ge zin. De gezichten van jong en oud zijn stra lend van trots om de overwinningen, die de weermacht en de vloot bevochten en van het vooruitzicht oo een blijde en verzekerde toe komst voor volk en staat. Een hechte band. Tusschen het Rijnland en de Nederlanden bestaat sinds eeuwen een hechte band. Bei de gebieden hebben elkander' in wisselwer king noodig als afnemer en als leveran cier. De lage landen aan de zee zouden hun Ievensruimte niet hebben kunnen ont worstelen aan het water, wanneer het Ze vengebergte niet het bazalt had geleverd en wanneer, van verder Rijnopwaarts, niet het tras was aangevoerd. Ortk zouden onze voorvaderen hun zeeschepen niet hebben kunnen bou wen zonder het Rijnlandsche eikenhout, of bij gebreke van het mast- en stengenhout, dat de trotsche Schwarzwalder dennen le verden. Onze lederindustrie betrok haar looistoffen uit Duitschland en het beroem de Delftsche pocelein zou niet bestaan heb ben, wanneer de middelri.jnsche kobalt en leem niet zouden zijn aangevoerd. Omgekeerd leverden wij den Rijnlander, in ruil voor zijn grondstoffen, vet en de pro ducten van onze veeteelt. Voorts brachten wij stroomopwaarts visch, traan en kolo niale waren. Vooral deze goederen zijn steeds voor de kolonie-arme Duitsche buren van groote waarde geweest. En dat wij daar een goed afzetgebied vonden, blijkt wel uit de hartstochtelijke koffiedrinkers en rookers. die men juist in het Rijngebied aantreft! Nederland heeft in 't nieuwe Europa in aansluiting op het Rijnsch-Westfaalsche gebied, de noodige levensruimte herwon nen. Ons volk zal daarvan, in den vorm van nieuwe welvaart, de vruchten pluk ken. Doch daarvoor is het gebiedend nood zakelijk, dat de Duitsch-Nederlnndsehe „wirtsehaffsgemeinschaft" zoo stevig mo gelijk wordt gefundeerd. Dat de arbeiders dit reeds begrijpen, is duidelijk, wanneer men rekening houdt met de ruim honderd twintig duizend Nederlandsche werkers, die hier reeds een stevige boterham voor hun gezin verdienen. Dat de Nederlandsche handel en industrie het ook al beginnen te verstaan, daarvan zijn de eerste teekenen eveneens duidelijk te herkennen. Dat zijn eenige der verblijdende symp tomen. die de Nederlandsche journalisten op hun studiereis in het Rijnlandsche heb ben kunnen constateeren. Diefstallen bij den opbouwdienst. In een Almelosch café hebben eenige wer kers van den vroegcren opbouwdicn&t han del gedreven in onwettig verkregen goederen, zooals werkpakken, schoenen, overalls, werk jassen, dekens, enz. die aan het rijk toebe hoorden. Zij waren tewerk gesteld onder de gemeente Wierden en bij afwezigheid van den sergeant-fourier hadden zij toegang tot de rustkamer, waarin de goederen waren op geslagen. Het handeldrijven kwam daarop neer, dat zij de ontvreemde goederen voor de geldende prijzen verkochten aan de liefheb bers, die het genoemde café bezochten en die er blijkbaar een vdbrdeelig zaakje in zagen, want zij zetten de beide mannen aan om steeds meer te leveren. De werkers en de koopers hadden zich voor de Almelosche rechtbank te verantwoor den. Officier en president vonden het een heel ernstige zaak, zoowel wat de beide wer kers gedaan hadden als wat door de koopers geschied was. Tegen de beide verdachten vorderde de officier van justitie een jaar en zes maan-, den gevangenisstraf. Aan de personen, die van de goederen betrokken haddbn, werd he ling ten laste gelegd'en tegen een van hen werd twee jaar geëischt en tegen -de vijf an deren een jaar en zes maanden. Niet nakoming door de werk gevers van de aan een ontslag vergunning verbonden voor waarden brengt moeilijkheden. De persdienst van het N.V.V. meldt: Daar het reeds herhaaldelijk is voorge komen, dat de werkgever niet voldoet aan de voorwaarden, die in iedere ontslagver gunning wordt aangetroffen, vestigt het N.V.V. de aandacht der betrokkenen op hun verplichting, dat van de verleende cntslagvergunning onverwijld schriftelijk mededeeling te doen aan die arbeiders, wien op grond van deze vergunning ont slag is aangezpgd. Dit is niet alleen in het belang varrden ontslagene, die, indien hij niet onmiddellijk ander werk vindt, zonder deze schriftelijke mededeeling van den werkgever niet voor kasuitkeering van zijn vakorganisatie of voor steunverlee ning in aanmerking kan komen, doch te vens in het belang van den werkgever zelf, die zich bij niet nakoming van bovenge noemde verplichting in ernstige moeilijk heden kan brengen. De arbeidsinspectie, die de ont slagvergunning verleent, stelt zich n.1. op het standpunt, dat, indien de aan de vergunning verbonden voor waarden niet worden nageleefd, een dergelijke vergunning als niet verleend wordt beschouwd, terwijl de in gebreke gebleven werkgever tevens aansprakelijk kan worden gesteld voor de schade, welke de arbeider hierdoor heeft geleden. Hét is dus zoowel voor den werkgever als voor den werknemers van het aller grootste belang, dat de verplichting van de zijde van den werkgever om aan den ont slagen arbeider onmiddellijk schriftelijk mededeeling van de ontslagvergunning te doen, strikt wordt nageleefd, opdat moei lijkheden worden voorkomen, die voor bei de partijen ernstige vormen kunnen aan nemen. Ook een verontschuldiging! Voor den politierechter te Zwolle hadden zich gisteren eenige lieden wegens fraudu leus slachten te verantwoorden., W. Sch. te Zwollerkerspel verontschuldigde zich met de bewering, dat hij een „wild" varken had ge slacht. W. D. te Zwollerkerspel had in op dracht gehandeld, voor H. G. M. aldaar, H. R. en L. S„ de beide laatsten te IJsselinuiden. De eisch tegen eiken verdachte luidde drie maanden gevangenisstraf, met uitzondering van H. R., tegen wien, met het oog op zijn leeftijd, een maand gevangenisstraf werd gevorderd. Het vonnis tegen elk luidde een maand gevangenisstraf, terwijl R. tot f150.— boete werd veroordeeld. Gesprekken over de toekomstige grensafbakening in den Balkan7 Van welingelichte zijde wordt gemeld. Het bezoek van den Italiaansclien minister van buitenlandsche zaken, graaf CianQ, aan den Fuehrer en zijn gesprekken met den rijksminister van buitenlandsche zaken, Ribbentrop, te Weenen, hebben m Berlijn sche politieke kringen uiteraard belangstel ling gewekt. In de Wilhelmstrasse richtte men er nog eens de aandacht op, dat de be sprekingen te Weenen tusschen vo.n Ribbentrop en graaf Ciano niet het doel hadden, tot een definitief resul taat te geraken over de territoriale kwesties, welke ontstaan zijn als ge volg van de ineenstorting van Joego slavië en de stichting van den Kroa- tischen staat. De besprekingen, zoo werd er van Duitsche zijde aan toege voegd, zijn veeleer van inleidenden aard geweest. Beide ministers van buitenlandsche zaken hebben voor- loopig eens van gedachten gewisseld. In dit verband wijst men er in politieke kringen van de rijkshoofdstad op, dat de Balkan een der moeilijkste afbakeningsge bieden ter wereld is. Over de mogelijke nieuwe grenzen in dit gebied verluidt te Berlijn niets. In de Wil helmstrasse merkte men alleen op, dat wel de bekend gemaakte grenzen der bezetting richting zullen geven aan de toekomstige vorming van dit Zuid-Europeesche gebied, doch dat zij in geenen deele vöoruitloopen op eenige latere grensafbakening. Als de voorjaarsbloemen bloeien. Met de parapluie beschut do kweeker de narcissen tegen het zonlicht, wanneer hij de exempla ren zoekt, die aan de „aaltjesziekte" lijden, om zcibdoende de kleur der bloemen te kun nen beoordeelen. (Pax-Holland) DE TUINBOUW-ONDERLINGE. Aan het verslag over 19391940 van de be drijfsvereniging voor ziekengeldverzekering voor het tuinbouwbedrijf „De Tuinbouw-On- derlinge II" is het volgende ontleend: Het aantal aangesloten werkgevers daal de door meer uit- dan toetredingen van 6885 tot. 6825. 512 leden namen deel aan de vrij willige patroonsverzekering, 201 leden aan de kinderverzekering. Het totaal verzekerd loonbedrag was f 12.189.128, waarvan 1 mil lioen gulden voor de vrijwilige verzekering. Het aantal aangegeven ziektegevallen be droeg in het verslagjaar 4702, waarvan 4471 verplicht-verzekerden. Aan ziekengeld werd f 180.112.08 uitgekeerd, terwijl o.m. betaald werd aan rcntezegels f 4733.91, medische con trole f 11.090.51, administratiek. f 47.535.92, bestuursk. f *293.30 en bijdrage prophylaxe- fonds f 2797.10. Het gémiddelde afrekeningscijfer, de stor tingen buiten beschouwing latende, bedraagt over de verstreken tien boekjaren f 1.80 per f 100.loon, met als hoogste afrekening f 1.90 en als laagste f 1.70. Over 19391940 bedraagt het. afrekeningscijfer f2per f 100 loon. Daar de voorschotpremie onveranderd op f 1-70 was vastgesteld, is dit niet voldoen de om de kosten der verzekering te dek ken. Het tekort kon evenwel worden ge dekt uit de vrijwillige reserve. De Tuinbouw-Onderlinge, bedrijfsver. v. de uitv. van de land- en t.uinb. ongevallen wet, aangesl. bij Centr. Beheer, telde op 31 Oct. 1940 6949 leden, verdeeld over 60 afdee- lingen of plaatselijke ongevallencommissies. In het verslagjaar traden 315 leden uit en traden 270 leden toe. Het aantal deelnemers aan de patroonsverzekering bedroeg 1239, dat aan de kinderverzekering 363, 130 leden hadden hun huispersoneel vrijwillig verze kerd. Het totaalloon^was f 14.681.716, waar van f 12.426.693 voor de wettelijke verzeke ring. Er kwamen 2023 aangiften van ongevallen in, welke in den loop van het verslagjaar plaatsvonden. 136 werden niet als bedrijfson gevallen erkend. Van 113 ongevallen duurde de arbeidsongeschiktheid langer dan 6 we ken. Voor rekening van de vereeniging wer den in het verslagjaar 32 ongevalspatiënten in een ziekeninrichting opgenomen. Het ge tal ongevallen met doodelijken afloop be droeg 8. 6 gevallen gaven aanleiding tot toe kenning van een blijvende rente aan de na gelaten betrekkingen. Sedert de oprichting der vereeniging kwamen 404 aangiften van ongevallen in, die den dood van den verze kerde ten gevolge hadden. Een aantal onge valsaangiften in 1939'40 vonden hun oor zaak in oorlogsgewelddadigheden. Van deze waren er 3 met doodelijken afloop voor de verzekerden. De totale ongevallenkosten hebben f 120.119.81 bedragen, waarvan f 72.636.81 voor tijdelijke uitkeeringen, kosten voor ge neeskundige behandeling, voorloopige ren ten en begrafeniskosten. De administratie kosten waren f 42.803.97 en onkosten der plaatselijke commissies f 14.587.55. Mek de leden kon worden afgerekend op f 1.50 per lid en f 1.10 per f 100.— loon, ver meerderd met 8 cent per f 100 loon voor de bijdrage over 1940 aan het bijzonder onge- vallonfonds. De kosten van oorlogsongeval- len bedroegen 10 cent per f 100. loon. De le den van bloembollenteelt en -handel betalen dit jaar f 1.50 per lid en 81 cent per f 100 loon. Laatste fase ingetreden. (V.P.B.) De mededeelingen van het oppercommando der weermacht om trent de capitulatie hebben Berlijn- sche politieke kringen aanleiding ge geven om te verklaren, dat de laat ste fase van den oorlog op den Bal kan is ingetreden. Den Griekschen veldtocht kan men in drie onderdoo ien onderscheiden. In het. eerste deel van den veldtocht werd de Me- taxaslinie doorbroken tot in het Var- dardal. waardoor de inneming van Saloniki een feit, werd. De tweede fase van den strijd werd geken merkt door de hevige gevechten op de verdedigingslinie, welke door de Engelschen tusschen het Olympus- en het Pindos-gebergte was aange legd. De derde fase is begonnen met de doorbraak van de Grieksch-Brit- sche verdedigingslinies tusschen de Golf van Volos en de Golf van Arta. Hierdoor werd de bezetting van de stad Lamia een feit. Bij de beoordeeling van de militaire suc cessen der Duitsche troepen wijst men in Berlijn op het verschil tusschen de Britsche operaties in Noorwegen en België en de hui dige Britsche operaties in Griekenland. In Noorwegen zouden de Engelschen te laat ge komen zijn, waardoor zij slechts konden be schikken over minder belangrijke havens; bovendien hadden zij in Noorwegen geen' vliegvelden, hetgeen van Engelsche zijde als de hoofdoorzaak van de catastrophe wérd be schouwd. In Belgic zouden de Engelschen volgens de meening van Britsche militaire deskundigen, dezelfde fout gemaakt hebben als de Franschcn. Men had namelijk in de goed verdedigde stellingen moeten blijven liggen cn niet moeten opmarcheeren naar het Noorden. Welke fout thans? Te Berlijn is men van mcening dat. de En- gclschen zich thans niet op deze verontschul digingen kunnen beroepen. Men baseert dit op de volgende feiten: De Engelschen hebben eenige maanden den tijd gehad om in Griekenland viiegvel- den aan te leggen en de noodzakelijke tecli- nische militaire voorbereidingen te treffen welke voor den inzet van een belangrijk deel van het luchtwapen noodig zijn. Ten Kalm marktverloop. Gedurkt* lo. cale markt. Achteruitgaand* koersen. Nederlandsche belag. gingen stil. OBLIGATIES STAATSLEENINGEN. Nederland 1941 I 4 Nederland 1940 I 4 Nederland 1940 II 4 Idem met bel fac. Nederland 1938 3.314 Oost Indië 1937 3 Oost Indië 1937 A 3 DUITSCHLAND D. Gr. b '40 Ct. 6 Konv Kas (m.v.) 4 PROVINCIALE EN GEM. LEENINGEN. VK. L.K. 97i/4-97l/2 971/2-97 5/18 98% 98 15/16 96% 96% 983/4 983/4 87%-87 11/16 87 11/16-87 13/16 89% 88% 87% 87 A'dam '37 I 3% 's Grav. '37 I 3% N. Holl. '38 3 N. Holl. '38 II (3%) 3 R'dam '37 I III 3% Z.-Holland 1937 3 87% 87% 92 92% 83 87% 87% 84% 84% 88 88% HYPOTHEEKBANKEN. Ned. Hyp b. Veendam 3% 93 93% INDUSTRIEELE ONDERNEMINGEN. Buitenland. Farbenind. I. G. 7 Gelsenk. Bergw. 5 AANDEELEN. BANK- EN CRED.-INST. Binnenland. Koloniale Bank A 194 191% Ned. Ind. Handelsb. A 135 134 Ned. Handel Mij. c.v. A 137% 139% INDUSTRIEELE ONDERNEMINGEN. Binnenland. A.K U. 128%-129% 130%-129 76% 211% Calvé Delft c.v. A 76 Centr. Suiker Mij. 210 Fokker g A. 185 Lever Bros en Unilever cv.A128%-130 120%-126% Ned. Ford 272 280 Philips G B.v.A. 236%-241% 242-236% Philips pref. A. 157 158% PETROLEUMONDERNEMINGEN. Binnenland. Dordtsche Petr. g. A. 231 222% Kon. Petr. 252-257 255%-247 SCHEEPVAART-MAATSCHAPPIJEN. Holland-Amerikalijn A. 122-122% 122-120 Java China Japanlijn A. 154-155 153-150 Kon. Ned. Stoomb. Mij. nat. bez. v. A. 157-157% 157-156 Kon. Paketvaart A. 250 248% Ned. Scheepv Unie A. 179-182 181-178% Rott. Lloyd A. 150 148% Stoomv. M. Nederland A. 149-149% 147 SUIKER-ONDERNEMINGEN. H.V.A. Javasche Cultuur N.1 SU. Ver. Vorstenl. Cult. 446-449 447-437 262 260 2591/2 256 121%-122% 125-120% TABAKSONDERNEMINGEN. Deli Batavia Mij.' 197-200 203-202% Del) Mij. cv. A. 268-269 272-268 Senembah 218%-222 222 RUBBER-ONDERNEMINGEN. Amsterd. Rubber 272%-277 276-270% Bandar Rubber Mij. A. 224 219% Deli Batavia Mij. A. 214 214 Koersen van stortingen op 24 April 19413 Belgas 30 1432; Zwitsersche Francs 43.56; Fransche Francs 3.768; Lires 9.87; Deensche Kronen 36,37; Zweedsche Kronen 44.85; Tsje chische Kronen (oude schulden) 6.42. POSTGIRO-NO*S VAN DE WIN TERHULP NEDERLAND. Winterhulp Nederland. Den Haag, Na 6653, AU bank dar Winterhulp Neder- derland U aangewezen de Kaaver- •enlging N V, Amsterdam, No. 377. brengt geluk tn veler leven!» land1 ru i 1 n tr hill!e 1 chenaddcn in Grieken- de door h 1 r *,ljd om ^un troepen in s Uit knieeren t aa»^'cgde stellingen te zich wannpèr zouden zij de Duitschers ni maar ^enigszins tegen hebben mnJ opgewassen geweest waren, uatiuirliikn iUnllen hanc'haven, daar de hen I nt ?S.t6ldheid van het land voor was. Maar "dn ir 0iTderfcha,t<m bondgenoot thans onrLl v, het den Engelschen ook sitie én rtfln,1"1 'litermate gunstige po-, bestond uit d (|oor een leger, hetwelk cn Griel-sc) "ln? Pon millioen Joegoslavische hun stollin- S0'datcn' niet gelukt is zich in volgens iTmo ''""dhaven, blijkt daaruit, ce deskiinHm„»ni?^i v^n Èerlijnsche militai- heid en d„ nit"' moreel, de paraat- veel beter 7iin riS i der Duitsche troepen -jn, dan die der Engelschen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1941 | | pagina 2