TURKIJE
tweesprong
op den
Voorbereidende maatregelen
met het oog op eventualiteiten
Nederlandsche journalisten
bezoeken bet Rijn'and
Toen de fourier
om een boodschap was*.*
Schriftelijke bevestiging
ontslagvergnnning noodzakelijk
Een „wild" varken geslacht
Het bezoek van Ciano
aan Weenen
Agrarisch nieuws
Conclusies uit den
Griekschen veldtocht
Amsterdamsche effectenbeurs
Koersen Nederlandsch
clearinginstituut
WINTERHUtP^NEDERlAND
Stort op 5553 of op 877
BEVOLKING, LANDBOUW
EN VEETEELT GAAN VOORUIT.
(Van onzen V.P.B.-correspondent.)
Ankara, April 1941.
Steeds meer vestigen zich de blik
ken van de geheele wereld op
Turkije, in verband met de jóngste
ontwikkeling der gebeurtenissen
op den Balkan. Wat de naaste toe
komst zal brengen, weet niemand,
maar er kan geen twijfel aan be
staan, of Turkije bereidt zich voor
op alle eventualiteiten, getuige de
jongste maatregel, om Istanboel en
omgeving gedeeltelijk te evacuee-
ren. Vreest Turkije in den oorlog
te worden betrokken, of zal het de
voorkeur geven aan een regeling
langs vredelievenden weg?
Ondanks den gebiedsafstand, welken
Turkije zich sedert het begin van deze eeuw
heeft moeten laten welgevallen, is het
toch wat men kan noemen: een groot land
gebleven. Het beslaat een oppervlakte van
bijna 800.000 vierkante kilometer. Aan drie
zijden is het omringd door de zee, name
lijk door de Zwarte Zee, de Egeïsche Zee,
en de Middellandsche Zee. Bovendien bezit
het nog éen zee, die door eigen grondge
bied wordt omsloten: de zee van Marmara.
De lengte van zijn kustlijn bedraagt niet
minder dan 4000 kilometer. liet is verdeeld
in 62 provincies (prefecturen), 430 onder
prefecturen en 893 arrondissementen.
Turkije telt. volgens de laatste volkstel
ling, die in 1935 werd gebonden, ruim 16
millioen inwoners, waaronder bijna de
helft mannen. Bij de volkstelling van 1927
bestond de bevolking uit ruim 13,5 milli
oen zielen, zoodat zij in den loop van
slechts acht jaar is toegenomen met 18,4%
Per vierkante kilometer telt men 21 inwo
ners. Ankara, de hoofdstad, telt 125.000 in
woners. Zij wordt verre overtroffen dooi
de oude hoofdstad (Istanboel), welke bijna
750.000 zielen telt. Turkije is een agrarisch
land, hetgeen blijkt uit het feit, dat 76,5%
van de bevolking op het platteland woont
De rest woont in de steden. Groote steden
vindt men overigens niet veel in Turkije.
Betrekkelijk groote opccnhoopinpen van
menschen zijn betrekkelijk tamelijk zeld
zaam.
EEN HOOFDSTAD IN WORDING.
De nieuwe hoofdstad, Ankara, is vrij snel
uit den grond verrezen. In minder dan tien
jaar heeft ZTj zich ontwikkeld tot haar te-
genwoordigen staat. Zij maakt een groot-
schen indruk, met haar talrijke paleizen,
prachtige particuliere woningen, groote
ministeries, inrichtingen van onderwijs,
hotels, bankinstellingen, promenades, par
ken, prachtige lanen enz. Zij kan zonder
overdrijving een der schoonste steden van
het nabije oosten worden genoemd, met alle
moderne 'comfort, talrijke verkeersmidde
len, geriefelijke hotels en uitstekend kli
maat. De omstreken van Ankara munten
uit door natuurschoon. De wegen, die naai
en uit de stad leiden, zijn geasfalteerd. Het
automobilisme en de paardensport behoo-
ren dan ook tot de meest geliefde sporten
in Ankara.
De binnenlandsche handel is zeer be
langrijk, en de staat waakt nauwlettend te
gen eike fraude of vervalsching op dit ge
bied.
Wat den buitenlandschen handel betreft:
Deze is gebaseerd op het beginsel van de
meest begunstigde natie.
LANDBOUW IS HOOFDZAAK.
Zooals wij hierboven reeds op
merkten is Turkije voor alles een
agrarisch land. De landbouw geniet
dan ook de bijzondere bescherming
van de regeering. Alle hulpmidde
len, welke kunnen medewerken tot
de ontwikkeling van "dit bedrijf,
zijn te baat geroepen om het te be
vorderen. De Turksche landbouwer
geniet tal van faciliteiten. Hij wordt
gesteund door kleine geldelijke lee
ningen, adviesbureau* staan tot
zijn dienst om zijn oogst te verbete
ren en dezen voordeelig van de
hand te doen, er zijn tal van land
bouwscholen opgericht. Hij wordt
beschermd tegen woekeraars (die in
Turkije zeer talrijk zijn), enz. In
1938 heeft de dienst voor de verbe
tering van den landbouw twee mil
lioen kg. zorgvuldig geselecteerd
zaad onder de Turksche boeren ver
deeld.
De veestapel is voor verbetering vatbaar.
Ook deze heeft de belangstelling van de re
geering. Er valt dan ook een geregelde toe
name te constateeren. In 1923 b.v. bedroeg
het aantal koeien 26 millioen. In 1938 was
dit reeds gestegen tot 42 millioen en op het
oogenblik is dit cijfer reeds weder belang
rijk gestegen.
Op het gebied van spoorwegverbindin
gen is Turkije over het algemeen karig
voorzien. Het geheele spoorwegnet beslaat
niet meer dan 7153 kilometer. Ook op dit
gebied wordt naar verbetering gestreefd.
Gruwelverhalen weerlegd,. Over
al klinkt het lied van den arbeid
(V.P.B.) Dezer dagen is te Keulen een ten
toonstelling geopend van hedendaagsche
kunst. Ter gelegenheid van deze opening
heeft een gezelschap prominente Nederland
sche journalisten een bezoek gebracht aan
het Rijnland en de oude hanzestad Keulen
om zich met eigen oogen en ooren te over
tuigen van verschillende feiten, waarom
trent hier te lande uiteenloopende mecnin-
gen gehuldigd worden en waaromheen de
fluisteraars een samenweefsel van verdacht
makingen gesponnen hadden.
Het initiatief tot dezen tocht was uitge
gaan van den rijkscommissaris, dr. Scyss
Inquart, de technische leiding was gelegd
in handen van het departement van volks
voorlichting en kunsten, meer in het bij
zonder toevertrouwd aan den directeur van
het perswezen en zijn ambtenaren.
Het teekent de mentaliteit van een zeker
deel van het Nederlandsche publiek, dat het
Haagsche dagblad „De Residentiebode" van
Dinsdag, 22 April totaal uitverkocht was. De
hoofdredacteur van dit blad, die deel had
uitgemaakt van het gezelschap journalisten,
dat Keulen heeft bezocht, had n.1. als inlei
ding van zijn beschouwing een ironische ko
lom volgeschreven over het „platgebombar
deerde" Rijnland en het „gepulveriseerde"
Keulen. Voorts had hij gewaagd van „dure
eeden" die de bezoekers voor den terugtocht
naar Nederland waren afgeperst, om toch
vooral niets te verklappen over de verschrik
kingen, die de R.A.F. in het Rijnland en
Roergebied zou hebben aangericht.
-Wij achten onze lezers té intelligent,
om evenals blijkbaar een aantal
slachtoffers van de Britsche radio-
propaganda deze ironie niet on
middellijk te .verstaan. Maar, om
geen enkelen twijfel te laten voortbe
staan, kunnen wij hier nog eens ge-
tuigen, dat van al deze gruwelsprook
jes letterlijk geen woord waar is. Het
Rijnland strekt zich ongerept en be
zig uit voor onze oogen. De oude
hanzestad Keulen ligt rustig als van
ouds met zijn prachtige vroeg- en
laat-gothische bouwwerken langs de
oevers van vader Rijn en overal
klinkt het lied van den arbeid in dit
gezegende land, dat sinds jaren geen
werkloosheid meer kent. Welvaart
heerscht ook in het eenvoudigste ge
zin.
De gezichten van jong en oud zijn stra
lend van trots om de overwinningen, die de
weermacht en de vloot bevochten en van het
vooruitzicht oo een blijde en verzekerde toe
komst voor volk en staat.
Een hechte band.
Tusschen het Rijnland en de Nederlanden
bestaat sinds eeuwen een hechte band. Bei
de gebieden hebben elkander' in wisselwer
king noodig als afnemer en als leveran
cier. De lage landen aan de zee zouden hun
Ievensruimte niet hebben kunnen ont
worstelen aan het water, wanneer het Ze
vengebergte niet het bazalt had geleverd
en wanneer, van verder Rijnopwaarts,
niet het tras was aangevoerd.
Ortk zouden onze voorvaderen hun
zeeschepen niet hebben kunnen bou
wen zonder het Rijnlandsche eikenhout, of
bij gebreke van het mast- en stengenhout,
dat de trotsche Schwarzwalder dennen le
verden. Onze lederindustrie betrok haar
looistoffen uit Duitschland en het beroem
de Delftsche pocelein zou niet bestaan heb
ben, wanneer de middelri.jnsche kobalt en
leem niet zouden zijn aangevoerd.
Omgekeerd leverden wij den Rijnlander,
in ruil voor zijn grondstoffen, vet en de pro
ducten van onze veeteelt. Voorts brachten
wij stroomopwaarts visch, traan en kolo
niale waren. Vooral deze goederen zijn
steeds voor de kolonie-arme Duitsche buren
van groote waarde geweest. En dat wij daar
een goed afzetgebied vonden, blijkt wel
uit de hartstochtelijke koffiedrinkers en
rookers. die men juist in het Rijngebied
aantreft!
Nederland heeft in 't nieuwe Europa in
aansluiting op het Rijnsch-Westfaalsche
gebied, de noodige levensruimte herwon
nen. Ons volk zal daarvan, in den vorm
van nieuwe welvaart, de vruchten pluk
ken. Doch daarvoor is het gebiedend nood
zakelijk, dat de Duitsch-Nederlnndsehe
„wirtsehaffsgemeinschaft" zoo stevig mo
gelijk wordt gefundeerd. Dat de arbeiders
dit reeds begrijpen, is duidelijk, wanneer
men rekening houdt met de ruim honderd
twintig duizend Nederlandsche werkers,
die hier reeds een stevige boterham voor
hun gezin verdienen. Dat de Nederlandsche
handel en industrie het ook al beginnen te
verstaan, daarvan zijn de eerste teekenen
eveneens duidelijk te herkennen.
Dat zijn eenige der verblijdende symp
tomen. die de Nederlandsche journalisten
op hun studiereis in het Rijnlandsche heb
ben kunnen constateeren.
Diefstallen bij den opbouwdienst.
In een Almelosch café hebben eenige wer
kers van den vroegcren opbouwdicn&t han
del gedreven in onwettig verkregen goederen,
zooals werkpakken, schoenen, overalls, werk
jassen, dekens, enz. die aan het rijk toebe
hoorden. Zij waren tewerk gesteld onder de
gemeente Wierden en bij afwezigheid van
den sergeant-fourier hadden zij toegang tot
de rustkamer, waarin de goederen waren op
geslagen. Het handeldrijven kwam daarop
neer, dat zij de ontvreemde goederen voor de
geldende prijzen verkochten aan de liefheb
bers, die het genoemde café bezochten en die
er blijkbaar een vdbrdeelig zaakje in zagen,
want zij zetten de beide mannen aan om
steeds meer te leveren.
De werkers en de koopers hadden zich
voor de Almelosche rechtbank te verantwoor
den. Officier en president vonden het een
heel ernstige zaak, zoowel wat de beide wer
kers gedaan hadden als wat door de koopers
geschied was.
Tegen de beide verdachten vorderde de
officier van justitie een jaar en zes maan-,
den gevangenisstraf. Aan de personen, die
van de goederen betrokken haddbn, werd he
ling ten laste gelegd'en tegen een van hen
werd twee jaar geëischt en tegen -de vijf an
deren een jaar en zes maanden.
Niet nakoming door de werk
gevers van de aan een ontslag
vergunning verbonden voor
waarden brengt moeilijkheden.
De persdienst van het N.V.V. meldt:
Daar het reeds herhaaldelijk is voorge
komen, dat de werkgever niet voldoet aan
de voorwaarden, die in iedere ontslagver
gunning wordt aangetroffen, vestigt het
N.V.V. de aandacht der betrokkenen op
hun verplichting, dat van de verleende
cntslagvergunning onverwijld schriftelijk
mededeeling te doen aan die arbeiders,
wien op grond van deze vergunning ont
slag is aangezpgd. Dit is niet alleen in
het belang varrden ontslagene, die, indien
hij niet onmiddellijk ander werk vindt,
zonder deze schriftelijke mededeeling van
den werkgever niet voor kasuitkeering
van zijn vakorganisatie of voor steunverlee
ning in aanmerking kan komen, doch te
vens in het belang van den werkgever zelf,
die zich bij niet nakoming van bovenge
noemde verplichting in ernstige moeilijk
heden kan brengen.
De arbeidsinspectie, die de ont
slagvergunning verleent, stelt zich
n.1. op het standpunt, dat, indien de
aan de vergunning verbonden voor
waarden niet worden nageleefd,
een dergelijke vergunning als niet
verleend wordt beschouwd, terwijl
de in gebreke gebleven werkgever
tevens aansprakelijk kan worden
gesteld voor de schade, welke de
arbeider hierdoor heeft geleden.
Hét is dus zoowel voor den werkgever
als voor den werknemers van het aller
grootste belang, dat de verplichting van de
zijde van den werkgever om aan den ont
slagen arbeider onmiddellijk schriftelijk
mededeeling van de ontslagvergunning te
doen, strikt wordt nageleefd, opdat moei
lijkheden worden voorkomen, die voor bei
de partijen ernstige vormen kunnen aan
nemen.
Ook een verontschuldiging!
Voor den politierechter te Zwolle hadden
zich gisteren eenige lieden wegens fraudu
leus slachten te verantwoorden., W. Sch. te
Zwollerkerspel verontschuldigde zich met de
bewering, dat hij een „wild" varken had ge
slacht. W. D. te Zwollerkerspel had in op
dracht gehandeld, voor H. G. M. aldaar, H. R.
en L. S„ de beide laatsten te IJsselinuiden.
De eisch tegen eiken verdachte luidde drie
maanden gevangenisstraf, met uitzondering
van H. R., tegen wien, met het oog op zijn
leeftijd, een maand gevangenisstraf werd
gevorderd. Het vonnis tegen elk luidde een
maand gevangenisstraf, terwijl R. tot f150.—
boete werd veroordeeld.
Gesprekken over de toekomstige
grensafbakening in den Balkan7
Van welingelichte zijde wordt gemeld.
Het bezoek van den Italiaansclien minister
van buitenlandsche zaken, graaf CianQ, aan
den Fuehrer en zijn gesprekken met den
rijksminister van buitenlandsche zaken,
Ribbentrop, te Weenen, hebben m Berlijn
sche politieke kringen uiteraard belangstel
ling gewekt.
In de Wilhelmstrasse richtte men er
nog eens de aandacht op, dat de be
sprekingen te Weenen tusschen vo.n
Ribbentrop en graaf Ciano niet het
doel hadden, tot een definitief resul
taat te geraken over de territoriale
kwesties, welke ontstaan zijn als ge
volg van de ineenstorting van Joego
slavië en de stichting van den Kroa-
tischen staat. De besprekingen, zoo
werd er van Duitsche zijde aan toege
voegd, zijn veeleer van inleidenden
aard geweest. Beide ministers van
buitenlandsche zaken hebben voor-
loopig eens van gedachten gewisseld.
In dit verband wijst men er in politieke
kringen van de rijkshoofdstad op, dat de
Balkan een der moeilijkste afbakeningsge
bieden ter wereld is.
Over de mogelijke nieuwe grenzen in dit
gebied verluidt te Berlijn niets. In de Wil
helmstrasse merkte men alleen op, dat wel
de bekend gemaakte grenzen der bezetting
richting zullen geven aan de toekomstige
vorming van dit Zuid-Europeesche gebied,
doch dat zij in geenen deele vöoruitloopen
op eenige latere grensafbakening.
Als de voorjaarsbloemen bloeien. Met de
parapluie beschut do kweeker de narcissen
tegen het zonlicht, wanneer hij de exempla
ren zoekt, die aan de „aaltjesziekte" lijden,
om zcibdoende de kleur der bloemen te kun
nen beoordeelen. (Pax-Holland)
DE TUINBOUW-ONDERLINGE.
Aan het verslag over 19391940 van de be
drijfsvereniging voor ziekengeldverzekering
voor het tuinbouwbedrijf „De Tuinbouw-On-
derlinge II" is het volgende ontleend:
Het aantal aangesloten werkgevers daal
de door meer uit- dan toetredingen van 6885
tot. 6825. 512 leden namen deel aan de vrij
willige patroonsverzekering, 201 leden aan
de kinderverzekering. Het totaal verzekerd
loonbedrag was f 12.189.128, waarvan 1 mil
lioen gulden voor de vrijwilige verzekering.
Het aantal aangegeven ziektegevallen be
droeg in het verslagjaar 4702, waarvan 4471
verplicht-verzekerden. Aan ziekengeld werd
f 180.112.08 uitgekeerd, terwijl o.m. betaald
werd aan rcntezegels f 4733.91, medische con
trole f 11.090.51, administratiek. f 47.535.92,
bestuursk. f *293.30 en bijdrage prophylaxe-
fonds f 2797.10.
Het gémiddelde afrekeningscijfer, de stor
tingen buiten beschouwing latende, bedraagt
over de verstreken tien boekjaren f 1.80 per
f 100.loon, met als hoogste afrekening
f 1.90 en als laagste f 1.70. Over 19391940
bedraagt het. afrekeningscijfer f2per f 100
loon. Daar de voorschotpremie onveranderd
op f 1-70 was vastgesteld, is dit niet voldoen
de om de kosten der verzekering te dek
ken. Het tekort kon evenwel worden ge
dekt uit de vrijwillige reserve.
De Tuinbouw-Onderlinge, bedrijfsver. v.
de uitv. van de land- en t.uinb. ongevallen
wet, aangesl. bij Centr. Beheer, telde op 31
Oct. 1940 6949 leden, verdeeld over 60 afdee-
lingen of plaatselijke ongevallencommissies.
In het verslagjaar traden 315 leden uit en
traden 270 leden toe. Het aantal deelnemers
aan de patroonsverzekering bedroeg 1239,
dat aan de kinderverzekering 363, 130 leden
hadden hun huispersoneel vrijwillig verze
kerd. Het totaalloon^was f 14.681.716, waar
van f 12.426.693 voor de wettelijke verzeke
ring.
Er kwamen 2023 aangiften van ongevallen
in, welke in den loop van het verslagjaar
plaatsvonden. 136 werden niet als bedrijfson
gevallen erkend. Van 113 ongevallen duurde
de arbeidsongeschiktheid langer dan 6 we
ken. Voor rekening van de vereeniging wer
den in het verslagjaar 32 ongevalspatiënten
in een ziekeninrichting opgenomen. Het ge
tal ongevallen met doodelijken afloop be
droeg 8. 6 gevallen gaven aanleiding tot toe
kenning van een blijvende rente aan de na
gelaten betrekkingen. Sedert de oprichting
der vereeniging kwamen 404 aangiften van
ongevallen in, die den dood van den verze
kerde ten gevolge hadden. Een aantal onge
valsaangiften in 1939'40 vonden hun oor
zaak in oorlogsgewelddadigheden. Van deze
waren er 3 met doodelijken afloop voor de
verzekerden.
De totale ongevallenkosten hebben
f 120.119.81 bedragen, waarvan f 72.636.81
voor tijdelijke uitkeeringen, kosten voor ge
neeskundige behandeling, voorloopige ren
ten en begrafeniskosten. De administratie
kosten waren f 42.803.97 en onkosten der
plaatselijke commissies f 14.587.55.
Mek de leden kon worden afgerekend op
f 1.50 per lid en f 1.10 per f 100.— loon, ver
meerderd met 8 cent per f 100 loon voor de
bijdrage over 1940 aan het bijzonder onge-
vallonfonds. De kosten van oorlogsongeval-
len bedroegen 10 cent per f 100. loon. De le
den van bloembollenteelt en -handel betalen
dit jaar f 1.50 per lid en 81 cent per f 100
loon.
Laatste fase ingetreden.
(V.P.B.) De mededeelingen van het
oppercommando der weermacht om
trent de capitulatie hebben Berlijn-
sche politieke kringen aanleiding ge
geven om te verklaren, dat de laat
ste fase van den oorlog op den Bal
kan is ingetreden. Den Griekschen
veldtocht kan men in drie onderdoo
ien onderscheiden. In het. eerste
deel van den veldtocht werd de Me-
taxaslinie doorbroken tot in het Var-
dardal. waardoor de inneming van
Saloniki een feit, werd. De tweede
fase van den strijd werd geken
merkt door de hevige gevechten op
de verdedigingslinie, welke door de
Engelschen tusschen het Olympus-
en het Pindos-gebergte was aange
legd. De derde fase is begonnen met
de doorbraak van de Grieksch-Brit-
sche verdedigingslinies tusschen de
Golf van Volos en de Golf van Arta.
Hierdoor werd de bezetting van de
stad Lamia een feit.
Bij de beoordeeling van de militaire suc
cessen der Duitsche troepen wijst men in
Berlijn op het verschil tusschen de Britsche
operaties in Noorwegen en België en de hui
dige Britsche operaties in Griekenland. In
Noorwegen zouden de Engelschen te laat ge
komen zijn, waardoor zij slechts konden be
schikken over minder belangrijke havens;
bovendien hadden zij in Noorwegen geen'
vliegvelden, hetgeen van Engelsche zijde als
de hoofdoorzaak van de catastrophe wérd be
schouwd. In Belgic zouden de Engelschen
volgens de meening van Britsche militaire
deskundigen, dezelfde fout gemaakt hebben
als de Franschcn. Men had namelijk in de
goed verdedigde stellingen moeten blijven
liggen cn niet moeten opmarcheeren naar
het Noorden.
Welke fout thans?
Te Berlijn is men van mcening dat. de En-
gclschen zich thans niet op deze verontschul
digingen kunnen beroepen. Men baseert dit
op de volgende feiten:
De Engelschen hebben eenige maanden
den tijd gehad om in Griekenland viiegvel-
den aan te leggen en de noodzakelijke tecli-
nische militaire voorbereidingen te treffen
welke voor den inzet van een belangrijk
deel van het luchtwapen noodig zijn. Ten
Kalm marktverloop. Gedurkt* lo.
cale markt. Achteruitgaand*
koersen. Nederlandsche belag.
gingen stil.
OBLIGATIES
STAATSLEENINGEN.
Nederland 1941 I 4
Nederland 1940 I 4
Nederland 1940 II 4
Idem met bel fac.
Nederland 1938 3.314
Oost Indië 1937 3
Oost Indië 1937 A 3
DUITSCHLAND
D. Gr. b '40 Ct. 6
Konv Kas (m.v.) 4
PROVINCIALE EN GEM. LEENINGEN.
VK. L.K.
97i/4-97l/2
971/2-97 5/18
98% 98 15/16
96% 96%
983/4 983/4
87%-87 11/16
87 11/16-87 13/16
89% 88%
87% 87
A'dam '37 I 3%
's Grav. '37 I 3%
N. Holl. '38 3
N. Holl. '38 II (3%) 3
R'dam '37 I III 3%
Z.-Holland 1937 3
87% 87%
92 92%
83
87% 87%
84% 84%
88 88%
HYPOTHEEKBANKEN.
Ned. Hyp b. Veendam 3% 93 93%
INDUSTRIEELE ONDERNEMINGEN.
Buitenland.
Farbenind. I. G. 7
Gelsenk. Bergw. 5
AANDEELEN.
BANK- EN CRED.-INST.
Binnenland.
Koloniale Bank A 194 191%
Ned. Ind. Handelsb. A 135 134
Ned. Handel Mij. c.v. A 137% 139%
INDUSTRIEELE ONDERNEMINGEN.
Binnenland.
A.K U. 128%-129%
130%-129
76%
211%
Calvé Delft c.v. A 76
Centr. Suiker Mij. 210
Fokker g A. 185
Lever Bros en Unilever cv.A128%-130
120%-126%
Ned. Ford 272 280
Philips G B.v.A. 236%-241%
242-236%
Philips pref. A. 157 158%
PETROLEUMONDERNEMINGEN.
Binnenland.
Dordtsche Petr. g. A. 231 222%
Kon. Petr. 252-257 255%-247
SCHEEPVAART-MAATSCHAPPIJEN.
Holland-Amerikalijn A. 122-122% 122-120
Java China Japanlijn A. 154-155 153-150
Kon. Ned. Stoomb. Mij.
nat. bez. v. A. 157-157% 157-156
Kon. Paketvaart A. 250 248%
Ned. Scheepv Unie A. 179-182 181-178%
Rott. Lloyd A. 150 148%
Stoomv. M. Nederland A. 149-149% 147
SUIKER-ONDERNEMINGEN.
H.V.A.
Javasche Cultuur
N.1 SU.
Ver. Vorstenl. Cult.
446-449 447-437
262 260
2591/2 256
121%-122%
125-120%
TABAKSONDERNEMINGEN.
Deli Batavia Mij.' 197-200 203-202%
Del) Mij. cv. A. 268-269 272-268
Senembah 218%-222 222
RUBBER-ONDERNEMINGEN.
Amsterd. Rubber 272%-277
276-270%
Bandar Rubber Mij. A. 224 219%
Deli Batavia Mij. A. 214 214
Koersen van stortingen op 24 April 19413
Belgas 30 1432; Zwitsersche Francs 43.56;
Fransche Francs 3.768; Lires 9.87; Deensche
Kronen 36,37; Zweedsche Kronen 44.85; Tsje
chische Kronen (oude schulden) 6.42.
POSTGIRO-NO*S VAN DE WIN
TERHULP NEDERLAND.
Winterhulp Nederland. Den Haag,
Na 6653,
AU bank dar Winterhulp Neder-
derland U aangewezen de Kaaver-
•enlging N V, Amsterdam, No. 377.
brengt geluk tn veler leven!»
land1 ru i 1 n tr hill!e 1 chenaddcn in Grieken-
de door h 1 r *,ljd om ^un troepen in
s Uit knieeren t aa»^'cgde stellingen te
zich wannpèr zouden zij
de Duitschers ni maar ^enigszins tegen
hebben mnJ opgewassen geweest waren,
uatiuirliikn iUnllen hanc'haven, daar de
hen I nt ?S.t6ldheid van het land voor
was. Maar "dn ir 0iTderfcha,t<m bondgenoot
thans onrLl v, het den Engelschen ook
sitie én rtfln,1"1 'litermate gunstige po-,
bestond uit d (|oor een leger, hetwelk
cn Griel-sc) "ln? Pon millioen Joegoslavische
hun stollin- S0'datcn' niet gelukt is zich in
volgens iTmo ''""dhaven, blijkt daaruit,
ce deskiinHm„»ni?^i v^n Èerlijnsche militai-
heid en d„ nit"' moreel, de paraat-
veel beter 7iin riS i der Duitsche troepen
-jn, dan die der Engelschen.