Uit de geschiedenis GILDEN Mr. Rost van Tonningen Maarschalk Pétain 86 jaar Veroordeeld der Veel te dure heereucostuums secretaris-generaal Honderd en drie jaar Schoenen en winkelinventaris in beslag genomen Miaken Veilig Verkeer op school. De Vereeniging voor Veilig Verkeer organiseert op verschillende Amsterdamsche scholen voor de leerlingen een cursus in de verkeersvoorschriften, opdat zij in de toekomst goede weggebruikers zullen worden (Pax-Holland) Bij voorkeur in het voorjaar wordt het land gedraineerd. Met een smalle graaf worden de gleuven gemaakt, waarin de draineerbuizen gelegd kunnen worden. De landbouwer verricht dezen arbeid in de lente, omdat hij in dezen tijd minder overlast van het water ondervindt (rax-Holland) DE OUDSTE GILDEN EN HUN STAATKUNDIGEN INVLOED. De organisatie van gilden in ons land zooals het nieuwe Muziekgilde bij voorbeeld roept de herinnering wakker aan den bloeitijd van het gildewezen in Nederland in vroegere eeuwen. Aan een zeer oude studie van Prof. Dr. P. J. Blok, ontleenen wij enkele fragmenten die wij in een tweetal artikelen afdrukken. (N.P.B.) Van oudsher reeds hebben de menschen, die hetzelfde vak beoefenden, zich bij elkander aangesloten, hetzij om gemeen schappelijke belangen te bevorderen, hetzij om uiting te geven aan een gevoel van ge meenschap, van bijeen behooren in het al gemeen. De overoude Romeinsche „collegia opificum", vereenigingen van handwerkslie den, hadden reeds hun vereenigingshuizen, hun statuten, hun gemeenschappelijke kas sen, hun gezamenlijke offers en geleken zoo in sommige opzichten op de middeleeuwsche vereenigingen van dien aard. Die laatsten vinden wij, in navolging mis schien van de Romeinsche „collegia", op de Karolingische „villae" van de 9e, weldra in de opkomende middeleeuwsche steden der 11e en latere eeuwen. Zij dragen er den naam i van „confratriae", (broederschappen), „gel- doniae", (gilden), „eningen' of „inningen" (vereenigingen). De tweede hier genoemde term komt af van het woord „gild", „geld", dat oorspronkelijk vergelding en in samen hang daarmee boete, offer, offerplechtigheid beteekent, waaruit zich dan de beteekenis drinkgelag, plechtige feestelijke samenkomst en eindelijk vereeniging heeft ontwikkeld. Van zulke vereenigingen is ten onzent sprake te Tiel in den aanvang der 11e, te Utrecht en in onze Hollandsche, Stichtsche, Geldersche en Overijsselsche steden in de 13e, 14e en 15e eeuw. Voor Tiel spreekt de gelijktijdige geschiedschrijver Alpertus van kooplieden, die „pecuniam simul conferunt" (geld bijeenbrengen) en daaruit „certis tem- poribus", drinkgelagen aanrichten. Te Utrecht en verder is later van bepaalde am- bachtsvereenigingen sprake. Er is onderscheid. Men make onderscheid tusschen „broeder schappen", „ambachten" en „gilden', De eer sten dragen een zuiver kerkelijk karakter en bepalen zich tot gemeenschappelijke kerke lijke feestviering met gemeenschappelijkcn feestmaaltijd, onderlinge verplichtingen bij begrafenissen. Onder „ambachten" verstaat men vereenigingen van hen, die hetzelfde ambacht of verwante ambachten uitoefenen, gesticht met het doel om gemeenschappelijke belangen te bevorderen. „Gilden" noemt men die vereenigingen, waaraan door de overheid het monopolie van het bedrijf is toegekend en het recht om voor dit bedrijf bindende voorschriften te maken. De middeleeuwsche taal maakt echter volstrekt niet altijd scherp onderscheid tusschen deze woorden, bij wel ker gebruik men, zelfs in officieele stukken, geen oogenblik placht te denken aan onze behoefte aan scherpe onderscheiding en juiste formuleering, zoodat men dikwijls te genover de middeleeuwsche instellingen in onzekerheid verkeert, wat er eigenlijk be doeld wordt. Zooveel is zeker, dat op den duur onder een „gild" een vereeniging van handwerkslieden werd verstaan, waarop de boven aangegeven laatste bepaling past. Die handwerksgilden hebben, zoo als algemeen bekend is, in de 13e eeuw en volgende eeuwen in weste lijk Europa aan stedelijke overheden en landsregeeringen vrij wat te doen gegeven en herhaaldelijk plaatselij ken staatkundigen invloed, vooral op de benoeming der stedelijke re geering en op het beheer der stede lijke geldmiddelen, niet alleen ge- wenscht. maar ook uitgeoefend, zelfs met. zij het dan gewapender hand of door andere middelen af gedwongen^ toestemming der over heid. Tn de naburige Vlaamsche, Brabantsche en Luiksche industrie centra. in de Rijnsteden ook, heeft die staatkundige invloed meermalen langdurige en ernstige gevolgen ge had. Ook ten onzent. In steden als Utrecht en Groningen, heeft men aan de gilden op den duur grooten invloed op de stadsregeering moeten toekennen; in Holland is dit in veel minder mate het geval geweest, op den duur eigenlijk alleen, en dan nog in beperkten zin, te Dordrecht, al werd in andere steden, met name in het industrieele Leiden, herhaaldelijk door de gilden naar iets dergelijks gestreefd. Nog in het laatst der 16e en in de 17e eeuw geeft deze eisch van staatkundigen invloed voor de gilden ten onzent hier en daar tot groote moei lijkheden aanleiding, ja in de omwente lingsjaren 1747/'48 is er nog ernstig sprake van. Maar de toenemende ontwikkeling on zer stedelijke instellingen in aristocratische, patricische, zelfs oligarchische richting (fa- milieregeering) belette de hernieuwing hier zoowel als de opkomst elders van den staatkundigen invloed der gilden. Van gilde tot familie. Te Utrecht heeft die reeds tusschen 1267 en 1270, maar voorgoed eerst van 1304 tot 1528 bestaan, zij het dan niet altijd in de zelfde mate en uitte zich bij de verkiezing der stadsregeering, bij het beheer der stads- geldmiddelen, bij economische wetgeving, bij belangrijke staatkundige gebeurtenissen, in welke zaken-vooral de 14 (soms 12) „hoofdgilden" zich lieten gelden, terwijl het zevental „cleyne" of „lage" gilden ook niet geheel van invloed ontbloot was. In verband hiermee lieten tal van vermogende burgers, die geen handswerkslieden of nij veren wa ren. edelen zelfs, zich in het gildeverband opnemen. De regeering van Karei V heeft (in 1538) aan deze staatkundige werkzaam heid kort na zijn optreden als landheer van het Sticht een einde gemaakt en ze beperkt tot „zaicken hair gilde aengaende'; maar bij de woelingen in den Leicesterschen tijd (15851588) lieten zij zich weer gel den. Te Groningen hooren wij van invloed der gilden op de stadsregeering sedert 1425, welke invloed werd uitgeoefend door hun later dikwijls met de Romeinsche volkstri bunen vergeleken „bouwmeesters", zoo ge noemd naar het hun opgedragen beheer der stedelijke „tvmmeringhe"; zij konden raadsbesluiten doen schorsen, totdat de gilden daarover gehoord waren. De macht der gilden is hier vooral groot geweest in den woeligen tijd omstreeks 1500. toen Gro ningen zoo diep gewikkeld was in de Frie- sche veeten en weldra zijn onafhankelijk heid moest prijsgeven, eerst aan den Gel- derschen hertog Karei van Egmond'. later aan Karei V zeiven. Ook de laatste heeft don invloed der Bouwmeesters niet geheel kunnen breken, zoodat nog op het einde der 16e eeuw de geschiedschrijver Emmius verklaart, dat er niets belangrijks werd besloten zonder hun tusschenkomst. Maar toen waren hun hoo- ge sprongen ook geëindigd, want bij de re geling van het stadsbestuur in 1601 werd de toegang tot de raadsvergaderingen hun ontzegd. Fransche pers spreekt rijn ver trouwen uit. Naar aanleiding van het feit, dat maar schalk Pétain gister 86 jaar werd, publiceer den de Parijsche bladen artikelen, waarin zij de toewijding van het Fransche volk aan de persoonlijkheid van Pétain tot uitdruk- Maarschalk Pétain. (Foto P.I.B.) king brengen. Zij spreken de hoop uit, dat het den maarschalk gelukken zal een voor Frankrijk nuttige herorienteering van de Fransche politiek te voltrekken. De Petit Pa- rijsien verklaart, dat in Montoire evenals in Verdun geheel Frankrijk zich achter maar schalk Pétain heeft gesteld en hem gehoor zaamt. Gezien het snelle verloop van de ge beurtenissen zal de maarschalk het volk den weg moeten wijzen, dien het gaan moet. GELIJKSTELLING VAN GETUIG- SCHRIFTEN. Het Verordeningenblad bevat een besluit van de Secretarissen-Generaal van de Depar tementen van opvoeding, wetenschap en cul tuurbescherming, van justitie, van handel, nijverheid en scheepvaart, van landbouw en visscherij, van waterstaat en van sociale za ken betreffende de gelijkstelling van getuig schriften. Getuigschriften, welke door binnen het groot-Duitsche rijk dan wel binnen Neder land gelegen Duitsche onderwijsinstellingen worden uitgereikt zoo lezen wij in dit be sluit worden gelijkgesteld met de overeen komstige getuigschriften van Nederlandsche openbare of bijzondere onderwijsinstellingen. Enkele weken geleden werd te Hilversum een textielfabrikant aangehouden, die hee- rencostumes tegen zeer verhoogde prijzen verkocht. Het onderzoek, dat in deze zaak werd ingeseld, wees uit, dat een confectie fabriek in Amsterdam deze cosstuums tegen zeer verhoogde prijzen had verkocht. Een directeur van deze fabriek werd gearresteerd en voor den officier van justitie geleid. Bij het verhoor, dat hem werd afgenomen, kwam vast te staan, dat de zoo dure costu- mes niet alleen naar Hilversum, maar ook naar Leerdam, Gulpen, Eibergen en andere plaatsen over het land verspreid, waren ver kocht. Van de tachtig costuums, die zonder textielcoupures aan handelaren waren ver kocht, kon het grootste deel te Rotterdam achterhaald worden. De koopers zullen nog meer van deze ge schiedenis hooren. VOOR BIJZONDER ECONOMISCHE AANGELEGENHEDEN. Het rijkscommissariaat maakt het volgen de bekend: De Rijkscommissaris voor he bezette Ne derlandsche gebied heeft den president der Nederlandsche Bank Mr. M. M. Rost van Tonningen tot secretaris-generaal voor bij zondere economische aangelegenheden be noemd. De rijkscommissaris heeft tegelijkertijd Mr. Rost van Tonningen tot nader order met de waarneming der zaken van het secretariaat- generaal in het departement van financiën in alle aangelegenheden van de generale thesaurie der afdeeling comptabiliteit en in de algemeene aangelegenheden van dit de partement belast. Tevens heeft de rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied de-overeenkom stige opdracht, die hij 27 Maart 1941 aan den thesaurier-generaal, den heer De Leeuw in het departement van financiën gegeven heeft, ingetrokken, zulks onder dankzegging voor de bewezen diensten. Ten slotte droeg hij aan den directeur-ge neraal der belastingen in het ministerie van financiën den heer Postma, die den 27sten Maart 1941 reeds met de waarneming der zaken van het secretariaat-generaal van het departement van financiën in alle zaken van 't belasting- en douanebestuur, der do meinen en in de afdeeling voor kabinet- en secretarie belast werd, bovendien nog op, om de zaken van deze secretaris-generaal ten aanzien van den rijksgebouwendienst op zich te nemen. De omvang der werkzaamheden van het departement van handel, nyverheid en scheepvaart wordt door deze verordening niet aangetast. Op 10 Mei a.s. hoopt de heer P. Polder te Battenoord gemeente Nieuwe-Tonge zijn 103en verjaardag te vieren. De heer Polder bevindt zich nog in een goeden welstand. Hij is de oudste inwoner van het eiland Goeree-Overflakkee en een van de oudsten van Nederland. 's-Gravenhage, 24 April: Het S.S. en Polizeifeldgericht veroordeelde den Nederlander Lambrecht Roodzant uit Sommelsdijk wegens smaden en doen sma den van de Duitsche bezetting tot een ge vangenisstraf van twee jaar en zes maan den. De veroordeelde beleedigde, niettegenstaan de een bijzonder dringende waarschuwing van den hoogeren S.S. en Polizeifuehrer en commissaris-generaal voor den veiligheids dienst, in de verschillende dorpen van het eiland Overflakkee door provoceerend optre den een politiepatrouille cn'prikkelde de be volking tot een zoodanige houding, dat de patrouille van het schietwapen gebruik ma ken moest. 1500 paar schoenen. Controleurs van den Almeloéchen distri- butiedienst hebben in samenwerking met de marechaussee, den geheelen inventaris van den schoenhandel H. B. aan de Bornsché- straat te Almelo in beslag genomen en naar elders overgebracht. Tegen den eigenaar bestonden vermoedens, dat hij groote partijen schoenen zonder bon verkocht en nadat tot zijn arrestatie was overgegaan, volgde de inbeslagneming van den geheele winkelinventaris, bestaande uit ongeveer 1500 paar schóenen. De heer B. is later weer op vrije voeten ge steld. REVANCHEWEDSTRIJD EUWE-KRAMER. Morgen begint te Leeuwarden de revan chewedstrijd tusschen den Nederlandschen schaakkampioen dr. Euwe en een Frieschen kampioen, den heer Kramer. Het is te verwachten, dat in dezen twee den wedstrijd, die wederom acht partijen zal omvatten, de Nederlandsche kampioen er al les op zal zetten, andermaal zijn superiori teit over zijn jeugdigen tegenstander te be wijzen. Van de acht partijen worden er zes te Leeuwarden gespeeld en wel op 26, 27 en 28 April en 2, 3 en 4 Mei. Op Dinsdag 29 April spelen de kampioenen te Sneek en op Woensdag 30 April te Steen- wijk. Donderdag 1 Mei is een rustdag. Ondank» da moeilijkheden, verbonden aan het verkrijgen van grondstoffen werkt A kTT" volle kracht Een kijkje in een der Interessante textiel-bedrijven. De ketting wordt o.£t ndJ,che ,e*««Mverheid Oo systeem der weefsels wordt samengesteld °',chor,n- d t het l.ngtedraad- Pex-Holland)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1941 | | pagina 6