VOLOP VOORJAAR!
BOTERBON....
1bij de poffertjes
Lentemorgen
Film flitsen
Hoe blijven wij de
distributie de baas?
Wenken
voor jonge
moeders
in °ns i,,,d ,vor-
Het japonnetje op deze aardige foto
is van geelgenopte bruine waszijde
en is zeer eenvoudig gehouden, met
plooirokje, vele zakken en twee rijen
knoopen op de blouse. Daarbij is de
open, wijde mantel een geestige te
genstelling. Voor het hoedje en de
mantelvoering is dezelfde stof ge
bruikt als welke voor het japonnetje
is gekozen.
(foto P.I.B.)
WAAR DE GOOCHELKUNSTEN DES
WAFELBAKKERS FALEN
(Van onzen Amsterdamschen correspondent.)
„Daar zit ge nu met de gebakken pof
fertjes, meneer .Tongemaets! Uw
klanten moeten een boterbonnetje
meenemen, als ze van Uw vet gebak
genieten willen, maar ach, wat in
Uw kraam te pas komt, komt in de
hunne heel erg te onpas En toch,
tóch staat er nog met dikke letters
boven Uw deur te lezen: „Holland-
sche Wafel- en Poffertjesbakkerij."
Daar hebt ge, lezer, in 't kort het probleem,
dat ons naar het kruispunt Weteringschans-
Nieuwe Vijzelstraat voert, waar in oud-Hol-
landsche ruste de groote poffertjeskraam van
den heer Th. W. Jongemaets staat, een dei-
bekendste uit ons land. De eigenaar stamt
nog uit een oud Westfriesch geslacht; te
Hoorn en Opperdoes kent men zijn naam
goed en de kermissen te Edam, Purmerend,
en Alkmaar kon men zich, eenige jaren her,
slechts indenken zonder den roemruchten
wafeltent. Totdat deze een vaste standplaats
kreeg in de hoofdstad.
Rood en groen zijn nog steeds de kermis
achtige kleuren van deur- en raamlijsten;
crème kanten gordijnen, met een strik be
vallig opgenomen, schijnen een voorproefje
te willen geven van de intimiteit der kom-
bofjes binnen Want men gaat nu een
maal niet poffertjes en wafelen eten op een
terras (hoewel hetjerras er is), men doet
zulks niet in luie rieten stoelen aan café-
tafeRjes, onder lawaaierige muziek, neen,
men schuilt daartoe met de(n) zijne(n) in
een der gezellige kombofjes ter weerszijden
van de zaalruimte. Men gaat door' de sier
lijke poort van geel kanten en rood stoffen
Rordijnen. gedrapeerd als de voorhangsels
voor een bedstede, men schuift op een
bank aan de langwerpige met wit keu-
kenzeil bedekte tafel. Men wacht
Zóó en niet snders....
Geen muziek, maar een prettige melange
van bradende boter en zoet-vet aroma ver
vult de lucht. Men kan getuige zijn van het
bakken, dat ten aanschouwe der gasten ge
schiedt: men kan ook zijn ziel en maag in
lijdzaamheid bezitten, toevend in zijn
kraampje, tot „het" komt.... Dat duurt trou
wens niet lang. Dra worden ons de bruine
onder sneeuwwitte suiker bedolven porties
opgediend. Terwijl wij smullen,, waagt geen
vreemde het. ons hokje te betreden, onzen
smeuigen familie-disch te storen: hier kan
moeder ongegeneerd de vette kinderkinne
tjes afvegen, resp. haar eigen kin. Inmid
dels koekeloeren we door de gordijntjes naar
wat er in de andere kraampjes gebeurt
Zóó en zóó alleen eet de stedeling
poffertjes in ons goede land. De dor
peling kent nog een methode daar
nevens: op de kermis staande aan de
tent doet hij de lekkernij alle eër
aan.
Maar nunu we ons met een brood- of
bloembon bovenomschreven exquis genot
niet meer kunnen verschaffen, nu we een
wisselbon, goed voor 15 gram boter, er bij
moeten gevenVoor welken wisselbon wé
noodzakelijkerwijs onzen gewonen boterbon
dienen aan te breken, lees: opofferen. En dat
offer brengt het publiek ongaarne, vooral na
de jongste rantsoenswijziging: De consumptie
van dit vaderlandsche gebak bij uitnemend
heid loopt dan ook al merkbaar achteruit.
Dit niet slechts tot schade der magen
want poffertjes vormen een voedzaam ge
recht! doch vooral ten nadeele der betrok
ken bakkers-restauranthouders. (Nederland
telt 50 a 60 poffertjesbakkers)'.
Er is wel wat op te vinden.
Het zou volgens den heer Jonge
maets, aanbeveling verdienen, in
dien de consument per maand één
boterbon extra kreeg ter besteding in
restaurants, overeenkomstig de ver
strekking der bloembonnen.
Hier heeft de distributiedienst immers
niet in 't minst ten behoeve der banketbak
kers zorg gedragen dat het publiek ver
snaperingen kon blijven koopen.
„Wij vormen toch ook een groep, die recht
van bestaan heeft", aldus de populaire wa
felbakker. „Is de boterbon, eenmaal in wis
selbonnen omgezet, dan komen deze automa
tisch steeds bij ons (en alle andere eetge-
legenheden) terecht, omdat de winkelier de
coupures* niet aanneemt. Het verstrekken
van een extra boterbon per maand des
noods per drie maanden voor deze doel
einden, zou dus het geheele café- en restau
rantbedrijf ten* goede komen. Ik heb er in
Den Haag al over gepraat, tot nog toe zonder
resultaat. Voorloopig heb ik een boter-voor-
schot, ik vrees echter dat mijn bonnen-basis
voor de volgende periode heel smal zal zijn.
Want de dames willen wel poffertjes eten,
maar boterbonnen meebrengen niet..."
Wij voelen wat voor 's heeren Jongemaets
redeneering, temeer daar de spreker ons nu
eigenhandig een schotel heerlijkheden berei
den gaat
Meer goochelen dan bakken!
In drukker tijden, op- feestdagen bedie
nen zeven koks en kokkinnen, witgemutst
en rap van handen, de enorme fornuizen,
met de honderden poffer-vormpjes, hantee-
ren zij de zware wafeltangen, waarbinnen
het gele broze gebak ontstaat. Tegenwoor
dig helaas kan de baas 't wel met minder
personeel af... Zelf is hij de edele bakkunst
geheel meester.
Is dit eigenlijk wel bakken? Is het
niet veelmeer een soort goochelen,
dit vliegensvlug gebaren met pol
lepel en koekemes, dit gieten, smij
ten en zalven van ingrediënten, dat
ons binnen de anderhalve minuut 'n
volledig opgemaakten schotel voor
oogen toovert?
Een kwast bestrijkt de vormen snel met
boter; terwijl deze heet braadt, duikt een
lepel in den deeg-emmer; een volgen oogen-
blik zijn de vormpjes gevuld, is het overtol
lige deeg weggestoken. De poffertjes begin
nen al te bollen... hup hup hupbe
hendig laat het bakkersmes ze een huiteling
makenen ziedaar, wat zich thans den volke
vertoont, is reeds een serie goudgele, bruin-
gevlekte rondjesNog een halve minuut,
dames en heeren! en de smeuïge koekjes
flappen kant en klaar en gaar op het bord
je, ze kletsen ze daar in bepaalde volgorde
neer, bestuurd door de geroutineerde hand
van den meester, die met evenveel vaardig
heid een paar mespunten malsehe boter op
de porties mikt en uiteindelijk den kope
ren suikerstrooier grijpt om het gerecht te
vervolmaken.
Blauw en geel.
De witte zoete poeier ligt in een porse
leinen schaal en de geelkoperen kranen en
overige ornamenten van het ouderwetsche
reuzenfornuis blinken als voornoemden sier
lijken strooier als de glazen kroontjes aan
het plafond, waar de lentezon zich in weer
spiegelt.
Blauw en geel koper de tinten
van een Oudhollandsche keuken
o, voedseldictator Louwes, ga één
keer poffertjes eten en besluit tot
een extra boterrantsoen (om te be
ginnen één per drie maanden) tot
handhaving van ons onvolprezen va-
derlandsch gebak!
NADRUK VERBODEN.
JMGSC
„HEIMKEHR" IN T ATELIER.
Na een verblijf van verscheidene weken
in Chorzele (Zuid Oost Pruisen) waar de
buitenopnamen werden gemaakt, zijn de
staf en de artisten van de nieuwe Gustav
Ucicky-film „Heimkehr", een Wienfilm, die
door de Ufa zal worden uitgebracht, naar
Weenen teruggekeerd om met de opnamen
in de studio te begirtnen. De hoofdrollen van
deze film, die het lot der Duitschers in Wol
ynië en hun groote trek naar het vaderland
als onderwerp heeft, wijzen er reeds op, dat
men hier een prestatie van den eersten rang
mag verwachten. Paula Wessely, Peter Pe-
tersen, Atilla Hörbiger, Carl Raddatz, Ber-
ta Drews, Gerhild Weber, Elsa Wagner
Werner Fütterer en -Andrews Engelmann
zijn de eerste namen van de lange lijst der
rolverdeeling. Het draaiboek werd geschre
ven door Gerhard Menzel, wiens samenwer-
Willy Fritsch
(foto UFA)
Door versche groenten te eten
en ze doelmatig te bereiden.
KOOLBLADEREN IS OOK VOEDSEL.
Dezër dagen hieid Mevrouw van Iterson-
Rotgans een lezing voor de Nederlandsche
Vereeniging van Huisvrouwen, over onzen
strijd tegen de distributie, waarin zij het
vraagstuk besprak van doelmatige -voeding
ondanks distributiebepalingen. Zij bracht
hierbij o.a. de beste wijze van groenten koo
pen ter sprake. De huisvrouw moet er zelf op
uit trekken om op de markt of in den
winkel het beste en meest versche
uit te zoeken. Zij moet begrijpen dat
alles wat versch is een eereplaats
verdient op onze menu's. Op de markt nu,
dringt het direct tot de huismoeder zelf door
welk artikel in overvloed aanwezig is en
ze zal daarom zooveel mogelijk koopen. Ze
moet het gevoel hebben, dat onze groenteteelt
gebeurt in een enormen gemeenschappelijken
tuin. Ze kan niet zelf daarheen gaan om te
oogsten, maar ze moet naar de plaats gaan,
waar de oogst zoo versch mogelijk wordt
aangevoerd en er zooveel van gebruiken, dat
er niet tijdelijk hoeveelheden zijn, waarvoor
geen bestemming bestaat. Wanneer ze lo
gisch handelt, is dit in het voordeel van den
kweeker, van haar huishoudbeurs en boven
al van de voeding van haar huisgenooten.
De wijze van schoonmaken der groen
te is belangrijk. Er bestaat geen enke
le reden om de buitenste bladeren
van kool, andijvie, sla en dergelijke
weg te gooien, ze vertegenwoordigen
juist dikwijls het beste deel. Gebleken
is bijv., dat de buitenste andijviebla-
deren meer ijzer bevatten dan de
binnenste, buitenste slabladeren kun
nen dertig maal zooveel carotine en
driemaal zooveel vitamine C bevat
ten als de gebleekte binnenste. Alleen
wat geheel verdord of verrot is,
wordt verwijderd, de hoeveelheid af
val wordt tot een minimum beperkt.
Groente moet in ongesneden toestand
kort en krachtig worden gespoeld, ge
sneden groente mag men niet lang
in hét water laten staan, daar dan
belangrijke bestanddeelen verloren
gaan, alléén wanneer ze verlept is,
kan men ze in water zetten om wat
op te fleuren.
Na het wasschen kan men de groente snij
den, doch dan vlak vóór dat ze in de pan
gaat. Men kan ze ook in haar geheel of in
enkele stukken verdeeld koken. De massa
moet snel op kooktemperatuur gebracht, o.a.
om aanwezige oxydasen, die tezamen met
de zuurstof der lucht het vitamine C vernie
tigen, onschadelijk te maken.
Nooit moet men gekookte groente
met water overgieten. Dit gebeurt
nogal eens met groente uit bus of
fleseh terwille van de kleur. Wat er
dan overblijft, heeft echter nauwe
lijks nog voedingswaarde.
Onze aardappelen beteekenen onder de
huidige omstandigheden vöor ons een groote
rijkdom. Ze geven een prachtige aanvulling
in velerlei opzicht. Zelfs een tekort aan vi
tamine C, dat in' het voorjaar het meeste
dreigt, kunnen we met de aardappelen be
strijden. De huisvrouw moet dus haar best
doen de aardappels zoo te bereiden, dat van
de van nature aanwezige voedingsfactoren
zoo weinig mogelijk verloren gaat. Worden
de aardappelen een dag te voren geschild en
in het water gezet, dat lost de helft van het
vitamine C daarin op en gaat dus verloren.
Hapzegt baby!
Een kind, dat de eerste negen maanden
van zijn leven niet anders dan de moeder
melk, vruchtensap en levertraan in bepaal
de hoeveelheden heeft genoten, moet eigen
lijk in uitstekende conditie zijn. Daarbij is
echter voorwaarde, dat de moeder zelf vol
komen gezond is. In de daarop volgende drie
maanden van het eerste jaar tracht men ba
by erd an stelselmatig aan te wennen ei
dooier inplaats van melk toe te dienen, ver
der fijngehakte groente, wortelen eri ge
schraapte aardappelen. Brood, meel en grut
ten zal men liefst niet, of zoo weinig moge
lijk gebruiken. In het tweede levensjaar ver
laagt men het mei krantsoen met 25 pet. Men
zal dan 't kindje het volgende toedienen:
750 gram melk, 1 ei, of 30 gram vleesch, visch
Wat geef Ik ons kindje
wel en wat geef ik het
niet?
of lever, 30-60 gram fijngehakte
groente, 30 gram aardappelen of
wortelen, theelepel levertraan 7
gram vet, het liefst echter boter,
50 gram vruchtenmoes. Volgens
dit recept ontvangt het kind da
gelijks ongeveer 850 calorieën,
precies zooveel als het noodig
heeft, en in voedsel van de juis
te samenstelling.
Als men daarbij zorgt dat de prozaïsche ar-
b ïd van het „eten" voor het kindje tot een
genoegen wordt, zal men zeker goede resul-
aten krijgen. Een aardige beker, met bonte
koetjes erop geschilderd, zal de melk eens
zoo lekker doen maken. Een bordje met een
aardig hondje of katje erop doet soms won
deren. Ook het tafellakcntje en het „slabbe
tje moet men aardig opwerken. Het kleine
ganzenhoedstertje op ons plaatje zal dus ba
by s beste vriendin zijn. Onze modelletjes
zijn beiden van stof, misschien is het nog
beter, om die uit katoengaren te haken en
dan met oen kruissteek af te werken. De
kleuren kan men zelf combineeren. De hier
gebruikte zijn rose, helgeel, blauw, rood en
(foto P.I.B.)
king met Uticky tot nu toe steeds uitmun
tende resultaten afwierp. Zij waren o.a. ver-
antwoord'elijk voor „Mutterliebe" en „Der
Postmeister". Willy Schmidt-Gentner com
poneert de muziek.
„DER WEG INS FREIE".
De nieuwste film van Zarah Leaifder:
„Der Weg ins Freie" nadert zijn voltooiing.
De opnamen zijn gereed en men is nu druk
bezig met het laboratoriumwerk. Naast
Zarah Leander, die in deze film de rol uit
beeldt van een zangeres, die voor haar
kunst alles, ook haar groote liefde, offert,
spelen Hens Stüwe, Siegfried Breuer en
Eva Immer,mann de voornaamste rollen.
De zanger Walther Ludwig is Zarah Lean-
ders partner in een groote operascène uit
„Semiramis", welke door den componist
Theo Mackeben geheel nieuw muzikaal be
werkt werd. Er komen in de film weer een
aantal liederen voor, welke speciaal voor
Zarah Leander door Mackeben gecompo
neerd werden. Een bijzondere charme van
de film zal de costumeering zijn, door Max
von Formacher op artistieke wijze verzorgd.
Het verhaal speelt zich af 'in het midden
van de vqrige eeuw in Itaië, Weenen en
Mecklenhui-g. De regie werd gevoerd door
Rolf Hansen, die jarenlang de eerste assis
tent van Prof. Carl Froelich was.
„INTRIGES"
Onder den titel „Intriges" zal de Ufa bin
nenkort in ons land de film „Unvollkomme-
ne Liebe" uitbrengen. De beide hoofdrollen
van deze levensware en vaak levenswijze
geschiedenis worden gespeeld door Willy
Fritsch en Gisela Uhlen, terwijl andere groo
te rollen in handen zijn de „onverwoestba
re" Ida Wüst en Liane Haid, die na een lan
ge afwezigheid van het witte doek in „In
triges" haar rentrée joyeuse maakt. De
film, vervaardigd naar een draaiboek van
(foto UFA)
Zarah Leander
Josef Maria Frank, kwam onder regie van
Erich Waschneck tot stand. Het verhaal
vertelt de geschiedenis van een liefde op het
eerste gezicht van een ingenieur en een
„bronnenmeisje" in een badplaats. Door
intriges van de „groote wereld", waarin het
eenvoudige meisje, na grondige instructie
door Ida Wüst, wordt opgenomen, dreigt de
idylle verstoord te worden, maar tenslotte
ihoet de hoofd-intrigante, in casu Liane
Haid, bakzeil halen.
LIANE HAID KEERT TERUG.
In denieuwe Ufa-film Intriges
Jarenlang heeft Liane Haid een voorna
me rol in de Duitsche film gespeeld, aan
vankelijk als een zeer charmant en levens
lustig Weensch meisje, dat altijd zorgde
voor een vroolijke stemming, later als een
niet minder charmante coquette vrouw, vol
vroolijk temperament en schalksche geraf
fineerdheid. Aan het einde van den tijd der
stomme film had Liane Haid met haar
blonde krullekop al duizenden naar de bios
copen gelokt, waar ze als „Lady Hamilton"
„Czardasfürstin" of „Lucrezia Rorgia" of
als^ veelbegeerde schoone in „Der letzte Wal
zer" succes op succes oogstte.
Toen de geluidsfilm tal van gevierde ar
tisten naar den achtergrond drong, rukte
Liane nog meer op naar de voorste gelede
ren. In „Der unsterbliche Lump" en „Zwei
mal Hochzeit" klonk voor't eerst haar stem
van 't witte doek en tot de hoogtepunten
van haar carrière behoorde ongetwijfeld
„Das Lied ist aus", waarin zij het lied van
den kleinen garde-officier op navolgbare
wijze creëerde. Later zag men haar nog in
„Die Kusine aus Warschau", Der Prinz von
Arkadien", Ich will nicht wissen, wer du
bist" en vele andere films.
Eenige jaren lang is Liane Haid verre
gebleven van camera en microfoon, doch
in de Ufa-film „Intriges" zal zij binnenkort
naar rentrée joyeuse maken. Zij heeft in
deze film Willy Fritsch en Gisela Uhlen als
partnors en speelt de rol van een levens
lustige jonge weduwe, die de aanleiding is
tot een harts-conflict tussohen den scheeps-
bouwkundigen ingenieur Thomas Holk (WiL
ly rritsch) en diens verloofde, het eenvou
dige „Rrunnenmadel" Krista (Gisela Uhlen).
e rol van deze Ada Rasmus, die Liane
airi verpersoonlijkt, eischt veel smaak en
act, aangezien ze anders heel gemakkelijk
TT onsympathieke zou omslaan. Liane
Haid blijkt echter nog niets van haar ta-
inoli(en, r0UVne te hebben verloren. Ze
Xn v j overtuigend en levenswaar,
i..„. 'oedend voor overdrijving. Men zal
tiiv ',«a hernieuwde debuut, waarschijn
nPn w®' vaker op het wite doek kun-
v™ °ewdn.d®r®n. De film „Intrigefe", waar-
he" Dul'sclie ♦it®' „Unvollkommene Lie-
cLpir'aWe ,d?or Erich Waschneck gere-