Menschen op kamers
Intermezzo.
Brandnetel als
groente
Tusschen de wielen
Te veel of te weinig
menschen
Tweede Blad
&adónieuw£
Op de bres voor
«Winterhulp0
Distributie vaste brand
stoffen en/of petroleum
Vervoer van aardappelen
verboden
De aardappel-distributie
De Gemeente gaat voetballen
Lief en leed
Nieuwe prijsregeling
voor zeevisch
Burgerlijke Stand van Den Helder
fyutieAJtjeJ....
100 procent verkoopswaarde!
2 en 3 Mei a.s.: laatste collecte.
Zooals door ons reeds eerder gemeld
werd zal de laatste collecte ten bate van
„Winterhulp Nederland" georganiseerd
worden op Vrijdag en Zaterdag a.s.
Het zal een speldjes-collecte worden,
waarbij de speldjes bloemmotieven zullen
dragen. Zoo zal men een speldje met een
tulp, een sneeuwklokje of een narcis kun
nen treffen.
Evenwel... het is niet zoozeer het bezit
van dit aardige speldje, dat de bevolking
van Nederland in het algemeen en die van
onze stad in 't bijzonder moet animeeren een
gave te deponeeren in de bussen van de
„Winterhulp"-collectanten als wel het feit
dat men zich uit zuiver humane beweeg
redenen gedwongen moet gevoelen een of
fer te brengen. En hier raakt men dan
tevens het kernpunt van de „Winterhulp"-
campagne: het brengen van een offer.
Het gedachtenloos afdragen van een
paar centen, of van een zilverstukje heeft
nimmer die waarde, welke een gift bezit
welke voor den gever een offer geweest is.
Dat deze tijd zwaar is voor vrijwel
iedereen... wie zal het ontkennen?
Men vergete evenwel niet, dat er tiendui
zenden in den lande zijn, voor wie de strijd
om het bestaan tienmaal zwaarder is dan
voor ons. Voor ons, die nog instaat zijn
iets af te zonderen van ons materieel
bezit.
„Winterhulp Nederland" staat op den
bres voor alle behoeftige Nederlanders.
Gedenk dit a.s. Vrijdag en Zaterdag'
Onjuiste aangifte wordt streng
gestraft.
In ons nummer van gisteren heeft men het
een en ander kunnen lezen over de distributie
van vaste brandstoffen en/of petroleum voor
kookdoeleinden.
Zij, die geen aansluiting hebben aan het
gasnet in hun perceelsgedeelte en zij, die niet
electrisch koken kunnen, komen in aanmerking
voor een bonkaart, waarvan de bonnen recht
zullen geven hetzij op het betrekken van vaste
brandstoffen voor kookdoeleinden, hetzij op
het betrekken van petroleum voor dit doel,
dan wel zoowel op het betrekken van vaste
brandstoffen als petroleum.
Met nadruk wordt er op gewezen, dat uit
sluitend die gezinnen of personen, voor deze
kookregeling in aanmerking komen, die een
zelfstandige huishouding voeren. Indien iemand
geen gasfornuis of gaskomfoor bezit, doch
zijn perceel wel is aangesloten op het gasnet,
dan komt hij niet in aanmerking voor deze
regeling.
Eveneens werd vermeld op welke dagen
men zich aan het Distributiebureau dient
te vervoegen. In tegenwoordigheid van
den ambtenaar wordt de kaart ingevuld.
Het is nuttig hierbij te vermelden, dat
via de Gasfabriek een uitgebreide controle
zal plaatsvinden van ALLE aanvragen.
Men heeft dus geen kans op onrecht
matige wijze van een en ander te profi-
teeren. Voor hen, die dit desondanks
pogen, zjjn strenge maatregelen voorbe
reid.
Voorts houde men er rekening mede,
dat na 6 Mei geen mogelijkheid meer be
staat zich deze kaarten aan te schaffen.
Den 6den Mei is onherroepelijk de uiterste
datum.
(Historisch)
Gistermorgen, klokslag half elf, op
het Distributiebureau.
Voor de balie ijsbeeren wat Nieuwe-
diep^rs. De een voor d i t en de ander
voor dat. Sommigen hebben iets ver
geten en komen dat halen, terwijl er
weer anderen zjjn, die iets niet goed be
grepen hebben.
De ambtenaren staan voor de balie
en helpen hun clientèle. Het gaat alles
zakelijk. De ambtenaren weten zoo
langzamerhand wel wat hun Pappen
heimers zjjn en zoo is het te verklaren
dat het werk snel en correct verloopt.
Ën zoo zou ook deze, ietwat grauwe
en trieste, Maandagmorgen op het Dis
tributiebureau zijn verloopen zonder
eenige intermezzo van opwekkenden
aard, als daar niet plotseling boven de
balie een bos verward, blond, krullend
haar verschenen was, welke blonde bos,
nadat de ambtenaar, die er het dichtst
bij stond, naar beneden gekeken had,
bleek te behooren bij het hoofd van een
ongeveer 8-jarig meisje.
De ambtenaar vroeg wat het meisje
wilde. Het antwoord kwam niet direct,
want tenslotte is het voor zoo'n acht
jarige een heele onderneming om zoo
maar, moederziel alleen, distributiebu-
reauwaarts te tijgen.
„Nu...? zeg het maar zus", sprak de
meneer aan gene zijde van de balie...
„wat zal het zijn...?
En schuchter dan het antwoord:
„meneer... ik wou van U een extra melk-
bonnetje hebben"
„Een extra melkbon... op dOKter's
advies voor je moeder, beste meid?"
„Nee meneer... maar onze poes moet
jongen..."
Het eerste slachtoffer..
Van 59 Mei in Den Helder.
Zooals men in ons nummer van gisteren
gelezen heeft, is de aardappel op de bon ge
komen.
Wat de uitreiking van de aardappelkaarten
betreft kunnen wij mededeelen, dat deze zal
plaatsvinden van 5 tot en met 9 Mei a.s. Zoo
spoedig mogelijk zal hieromtrent nog een of-
ficieele publicatie volgen.
De leider van den Distributiedienst, de heer
Everards, verzoekt ons nog er met nadruk op
te willen wijzen, dat men van te voren geen
kaarten uitgereikt krijgt. Men valle hiermede
dus de ambtenaren niet lastig, aangezien dit
onder geen voorwaarde kan geschieden.
Geen vervoer meer toegestaan.
Teneinde zich te vrijwaren voor onaan
genaamheden, vestigt de leider van den
Distributiedienst er de aandacht op, dat
het niet toegestaan is, dat men thans
meer aardappelen vervoert.
Waar reeds de eerste overtredingen in
dezen zijn achterhaald ljjkt het nuttig
hierop speciaal de aandacht te vestigen.
DIEFSTAL VAN VLOERZEIL.
Een be\ onei van de Herzogstraat kwam,
nadat hij eenige dagen niet in zijn woning
aanwezig geweest was tot de minder prettige
ontdekking, da' onbekenden van de gelegen
heid geprofiteerd hadden door een bezoek
aan zijn huis te brengen.
Vermist werd een vrij groote hoeveelheid
vloerzeil. De oolitie steit een onderzoek in.
Algemeen bekend mag wel geacht worden
het feit dat het thans verboden is aardappe
len te vervoeren, hoe verleidelijk dit wellicht
thans oog moge zijn.
Natuurlijk houdt niet iedereen zich aan dat
verbod, daarbij een lang niet malsch proces
verbaal riskeerend.
Het eerste slachtoffer van het frauduleus
vervoeren van aardappelen viel dezer dagen
reeds door de mand. De man bleek bezig te
zijn met het overbrengen van 1400 kilo. De
aardappelen werden in beslag genomen, ter
wijl de vervoerder procesverbaal kreeg.
Men schrijft ons:
Donderdag j.1. heeft op het voetbalterrein
van HRC de eerste oefenwedstrijd W. en L.-
bedrijven tegen de Gem. Straatmakers plaats
gehad, die eindigde in een 41 overwinning
voor eerstgenoemden. Morgen, Woensdag 30
April, vindt een revanche wedstrijd plaats om
7.15 uur n.m.
De eerste wedstrijd was een prettige wed
strijd; wij twijfelen er niet aan of Woensdag
avond zal de revanche-wedstrijd weer een
vriendschappelijke houding aannemen. Beide
partijen komen met een goeden ploeg in 't
veld.
NOG MEER LICHT!
Ook in de Spoorstraat zag de politie een
verboden lichtpunt. Op de gebruikelijke ma
nier werd aan het uitstralen daarvan een
einde gemaakt
Ik weet nog héél goed hoe 'n Crocusje, even
plotseling als brutaal, midden in ons grasgason
begon te bloeien.
Ik weet nog hoe ik toen eiken morgen even
ging kijken hoe onze kleurige gast het
maakte
Ik herinner mij nog het onbestemde gevoel,
wat mij bekroop toen datzelfde Crocusje op
'n middag platgetrapt op het gazon lag
Ik weet nog precies de makkelijkste manier
om mijn fiets door het knarsende tuinhek te
draaien en ook nog hoe vreemd ik het vond
toen dat hekje plots niet meer knarste en dat
ik warempel uitpakte tegen de onbekende die
den moed had gehad juist aan mijn hekje te
komen
Ik weet nog welke tegels er wipten in het
straatje en hoe de tuindeur zonder klemmen
open moest.
Ik zie de vaas nog voor mij waar ik altijd
m'n asch in deponeerde en óók, dat mijn vrouw
daar met feillooze zekerheid aanmerkingen op
maakte
En weet U waaróm ik mij dat allemaal pre
cies herinnerT
Omdat het ons eigen huis was. Ons eigen
huis, weet U. Waar wij hebben gelééfd en waar
wij ons gelukkig voelden totdat
Totdat 'n serie redelooze projectielen, hoog
uit de luchtzoo maar neergegooid door
'n medemensch, net als wijzonder een
schijn van kans ons te verweren, ons hebben
verjaagd en mét ons velen.
Hoe wij van plaats tot plaats trokken om ddt
te vinden wat wij hadden verlaten.
Wij vonden het niet en wij zullen het niet
vinden omdat wij 'n THUIS achterlieten.
Nu wonen wij op kamers.
Nu staat er ook 'n Crocusje in het gazon en
dat Crocusje staat even brutaal te bloeien.
Het tuinhekje piept hier óók en ook de tegels
wippen in het straatje
Maar het gaat langs ons heen. Wij voelen ons
op visite te lang véél te lang. Hoe lang
nog f
M'n zoon van anderhalf kruipt juist de
trap op.
Booze blikken van de hospita.
Ik roep hem naar beneden en leid hem af
met een 'n prentenboek.
Hij drenst. Ik heb hem noodgedwongen uit
z'n wereldje gehaald. Wie weet besteeg hij net
de trappen van zjjn kasteelt
MENSCHEN OP KAMERS...
't Is hard.
WIJO.
Heide inplaats van thee.
SCCHOORSTEENBRAND.
Dat men z'n schoorsteen in het oog behoort
te houden, werd bewezen door het feit, dat
dezer dagen in de Molenstraat brand ont
stond in den schoorsteen. De brandweer werd
tijdig gealarmeerd en verscheen terstond voor
het perceel. Nadat er water gegeven was, en
voorts een hoeveelheid zand als bluschmid-
del gebruikt was, werd het vuur overmees
terd.
LICHT IN DE KEIZERSTRAAT.
Nog steeds blijken er stadgenooten te zjjn,
die er geen acht op geven, dat hun lampen
nog branden als ze de woning verlaten heb
ben. Dit overkwam ook een bewoner van de
Keizerstraat.
Surveilleerende politie ontdekte deze, .frau
duleuze" lichtbron en waar men niet „thuis"
gaf, werd een ruit ingeslagen, waarna men
zich toegang tot de kamer verschafte.
Later werd procesverbaal tegen den bewo
ner opgemaakt.
Talrijke jonge in het wild groeiende planten
hebben een bizonder hooge voedingswaarde en
het is voor een groot deel ongewoonte en meer
nog onkunde, dat zij niet meer of slechts zel
den worden gebruikt. Want in vroeger tijden
werden talrijke planten als voedingsmiddel in
de natuur verzameld en vooral in een tijd als
de onze verdient een uitgebreider gebruik van
de wilde flora voor de menschelijke voeding de
aandacht. Voor alle wilde planten geldt de
regel: Hoe jonger de te benutten plantendeelen
zijn, des te grooter is de waarde als mensche-
ljjke voeding. Oude plantendeelen gebruiken
heeft in het geheel geen zin, smaak en waarde
zijn aanzienlijk minder. De wijze van gebruik
is verschillend. Eenzelfde plant kan dikwijls
als kool, spinazie, sla of soepgroente worden
gebruikt.
Het is interessant om na te gaan welke
planten hiervoor in aanmerking komen. Het
aantal overtreft alle verwachting. Wie wist,
dat hij 's middags brandnetel kon eten En
toch vormt deze een voedzaam spinaziege-
recht afs het met speenkruid wordt gemengd,
want brandnetel is een van de aan voedings
stoffen rijkste en waardevolste wilde planten
Melde- en ganzevoetsoorten, die in tuinen,
langs wegen en akkers als onkruid voorkomen,
leveren een jonge fijne groente. Als soep
groente kan speenkruid al vroeg in het voor
jaar worden gebruikt. Ook doovenetel, knop
pen en jonge bloemen incluis, vormt een licht
verteerbaar gerecht, evenals smeerwortel, mits
jonge teere deelen worden benut.
Paardebloemblad konijnenblad in den
volksmond genoemd zijn evengoed te eten
als welke andere gekweekte groente ook.
Zelfs distel is bruikbaar als de stekels ver
wijderd zijn. En dit zijn nog maar enkele van
de meest voorkomende soorten. Er zjjn nog
talrijke, minder bekende.
Koffie- en theeplanten.
Als koffieplanten kunnen rogge en lupine
worden genoemd. Van beiden worden de kor
rels gebruikt, nadat ze geroosterd zijn. Als
theeplanten heide en lindebloesems. Van de
heide worden de jonge looten gebruikt. Men
verzamelt in Juli en Augustus de jonge
scheutjes, waaraan zich juist de eerste
bloempjes openen. Ze worden dan in stukjes
van één tot twee centimeter geknipt en op
een frissche, zonnige plaats gedroogd. Na en
kele dagen kunnen ze verpakt worden en blij
ven dan jaren goed. Bij de bereiding van thee
moeten de plantendeelen ongeveer 10 h 15
minuten koken. De smaak van heidethee komt
de smaak van echte thee nabij.
Ze zat heelemaal in den hoek van den coupé
Een pittig kind. Een aardig figuurtje, een paar
levendige oogen, een ondeugend, wat begce-
rig mondje, tanden, die ze lachend graag liet
zien. Ze was wat klein van stuk.
Hij was een hoofd grooter, had een perma
nent wave of echte golf in zijn blonde haar,
een goed gevormd gezicht, zjj het wat onbe-
teekenend. Zoo op het oog „een mooie jongen"
Wij stapten gedrieën in, terwijl zrj er al
zaten, dicht bij elkaar. In den anderen hoek
van den spoorcoupé zat een meneer, verdiept
in een krant. Twee van ons kwamen tegen
over het paartje te zitten, een ernaast. We
waren van plan te lezen of te praten, ik weet
het niet meer. We keken met vrij onverschil
ligen blik naar het aardige meisje en den
mooien jongen.
Zij zag ons niet. Ze zag alleen maar „hem
en die zag ze niet met haar oogen, maar met
haar hart en dat meisjeshart klopte warm en
fel. Misschien was het haar eerste liefde.
Haar oogen glansden niet, die aten hem op.
Telkens weer boog ze haar kopje naar voren,
lachte, straalde, lonkte en sprak een 'aal
zonder woorden, die niet mis te verstaan „'as.
De mooie jongen was er wel door gev e:d,
maar hjj was nuchterder, geneerde zich wat
tegenover de andere passagiers, die voor zijn
meisje volkomen lucht waren. Hij gaf ver
stolen blikken terug. Ze spraken nie\ het
was alleen oogenspel, amusant en vermake-
jn n, Scharwoude stapten ze uit. zonder
c-roet, zonder ons verder op te merken. Ze
liepen innig, hoe kon het anders, van net
perron. „Twee wezens in eenzelfde wezen
De trein zette zich weer in beweging. De
meneer met de krant keek eens even op. „Ik
ken het stel" zei hij, „dat gaat iedere dag
Z°Later toen we den mooien jongen weer in
Den Helder tegenkwamen, waren we geneigd
om te vragen hoe het met hem ging en of
het meisje hem nog niet had .opgegeten
Kannibalisme in onzen modernen tijd.
T
In een anderen coupé stapten we binnen. Je
kon den rook wel snijden. Inderdaad, het was
een „rookcoupé" en dus hadden de heeren het
recht dien gasaanval te doen. Maar eén van
de passagiers, die meende, dat een weinig
spiuen geen kwaad zou kunnen, opende voor
zichtig het raampje op een kier.
Toen sprong een van de rookers met drif-
tigen haast op en trok het raampje dicht. Hij
snauwde: „Het is hier rooken en dan gaat u
maar in niet-rooken zitten".
Een andere passagier, ook niet van gisteren
maakte dien boozen meneer er op attent, dat
iedere passagier dezelfde rechten had. Ads hij
dus rooken wilde, dan was daar geen bezwaar
tegen, maar als een ander wat spuien wilde,
dan kon hij daar toch ook geen bezwaar tegen
maken. En meteen liet hjj het coupé-raampje
weer zakken.
„Ja, maar het tocht hier verrin dit
hoekje", mopperde Nurks.
„Gaat u hier dan maar zitten", opperde een
andere passagier.
„Ja, zeker, ik zal m'n hoekplaatsje afstaan",
repliceerde Nurks weer.
„Kom meneer, maak geen herrie", zoo
mengde een derde zich in het gesprek. „Er
is al heibel genoeg op de wereld".
De booze passagier zweeg, keek onwillig naar
buiten en wachtte zijn tijd.
In Anna Paulowna stapte de man, die reso
luut aan het onvriendelijk optreden van meneer
Nurks een einde had gemaakt, uit. Toen meen
de Nurks zjjn kans weer schoon te zien. Sprong
op en gaf een verwoede ruk aan het raam, dat
dichtsmakte.
Maar nu brak het verzet eerst los. Met de
zelfde vaart ging het coupéraam weer naar be
neden. En Nurks, die dacht bjj verschillende
collega's in den coupé steun te zullen vinden,
vroeg een stemming aan „open of dicht". Maar
z'n vrienden zwegen en hij verloor glansrijk.
Hjj mopperde nog wat na, doch berustte. Hij
was er zich blijkbaar nog niet van bewust, dat
hij zeer onverstandig handelde en hjj dacht er
op dat oogenblik evenmin aan. dat vele niet
rookers, in niet rookcoupé's geduldig de rook-
aanvallen van hun mede-passagiers doorstaan,
om de eenvoudige reden, dat we in evacuatie
tijd leven en de treinen meestal zoo overvol zjjn,
dat je niet altijd de coupé treft, die je graag
zou willen hebben en die met je „smaak" over
eenkomt.
Prysljjsten verplicht.
De Gemachtigde voor de Prijzen deelt mede,
dat met ingang van morgen een nieuwe prjjs-
regegling voor zeevisch in werking zal treden.
Deze regeling heeft ten doel een einde te ma
ken aan de misbruiken, welke zich bij den ver
koop van zeevisch veelvuldig plachten voor te
doen, wat betreft de bepaling van den verkoop-
Prijs-
Grossiers en detaillisten zullen voortaan brj
het vaststellen van hun verkoopprijs alleen de
in de nieuwe prijsregeling vermelde geldbe
dragen op hun inkoopprijs mogen leggen. Deze
maximum-marges voor de verschilelnde visch-
soorten worden in een afzonderlijke publicatie
bekend gemaakt.
In het algemeen hebben deze vastgestelde
maximum-marges betrekking op niet-schoon-
gemaakte visch. Voor het schoonmaken, filee
ren en bezorgen van de visch zal de detaillist
aan den consument dus alleen die kosten in
rekening mogen brengen, welke hij vóór 9 Mei
1940 gewoon was te berekenen, wanneer het
op dien datum zjjn gewoonte was voor het
schoonmaken, fileeren en bezorgen geen extra
vergoeding te vragen, mag hjj dit ook thans
niet doen.
Voorts bevat de nieuwe regeling de bepa
ling, dat de handelaren, die direct aan het
publiek verkoopen en afleveren, verplicht zijn
prijslijsten op te hangen op voor de koopers
duidelijk zichtbare plaatsen.
Deze prijslijsten moeten flink van afmeting
zjjn, zij zullen door den winkelier in den win
kel en de étalages en door den venter aan zjjn
voertuig moeten worden opgehangen.
van 28 April 1941.
BEVALLEN: A. M. Slikkervan den Berg,
2 z.; H. BoederMet, d.
OVERLEDEN: C. J. BuisZonderhuis,
62 jaar.
NA 12 UUR OP STRAAT.
Door de politie werd een vrouw aangehou
den, die zicil na het middernachtelijk uur op
straat bevond. Men nam haar mede naar het
Bureau, alwaar naar tot 4 uur 's-morgens
onderdak verleend werd. Eveneens werd pro
cesverbaal opgemaakt.
FIETS GEVONDEN.
Iemand liet zjjn fiets onbeheerd in de
Paardenstraat staan. De politie nam het ve
hikel mee en deponeerde dit op het Hoofdbu
reau. Aldaar kan de rechtmatige eigenaar
zich komen melden.
EEN HOUT-,JKAMSTERAAR"
AAN HET WERK.
Hout bljjkt steeds meer een f el-begeerd
product te zjjn. Dit werd bewezen door iemand
die zjjn kans schoon zag en de schotten en
planken die door een bewoner van de Djjk-
straat voor zjjn pand aan den Ruyghweg ge
spijkerd waren, laconiek wegnam en zich
toeeigende. De politie stelt een onderzoek in.
FI.TS GENEPT.
Iemand begaf zich op het Koningsplein in
een café en liet zijn rijwiel onbeheerd buiten
staan. Er bleek een ander te zjjn die zich ovei
de fiets ontfermde en deze meenam.
De gedupeerde deed aangifte bjj de politie
Bevolkingsvraagstukken hebben zich reeds
in de klassieke oudheid in groote belangstel
ling mogen verheugen, zoo lezen wjj in de
„Haagsche Post". In de moderne sociale we
tenschap is de studie er van zelfs een speciaal
vak geworden. Tallooze v erken zijn er ver
schenen, waarin getracht wordt de verschijn
selen van groei, ontwikkeling en achteruit
gang van een bevolking toe te lichten, waarin
getracht wordt deze verschijnselen in ver
band te brengt met andere vraagstukken
van socialen aard. Het is niet verwonderlijk,
dat de statistici, die over de gegevens be
schikken, bjjzondere aandacht aan de vraag
stukken hebben besteed. Ook in ons land
dankt men aan hun activiteit belangrijke
kennis. Zonder statistiek was men zich ech
ter reeds oudtijds van de beteekenis van toe
neming en achteruitgang van de bevolking in
haar verschillende leeftijdsgroepen zeer wel
bewust, en men nam van staatswege maat
regelen om veronderstelde gevaren te be
strijden. Zelfs in primitieve maatschappijen
werden, en worden nog, door bepaalde me
thodes, zooals het dooden van grijsaards en
zuigelingen, maatregelen getroffen tegen een
gevreesde overbevolking.
Merkwaardig is het nu, dat in onze mo
derne wereld, waarin een ongekende totale
bevolking van omstreeks 2 milliard men
schen wordt geteld, meer van het dreigende
gevaar eener onderbevolking dan van een
overbevolking wordt gesproken. Als een
spookbeeld schijnt het met name tal van
Westersche staten, vooral Frankrijk en Zwe
den, ook Duitschland en Engeland, te be-
heerschen. Nederland maakt alleen een uit
zondering. Hier wordt nog voor de komende
halve eeuw op een uitbreiding gerekend van
ongeveer 9 tot 11 12 millioen. Over de
vraag of dit een gunstig of ongunstig ver
schijnsel met betrekking tot het welzijn van
het geheele volk kan worden genoemd, kan
men zich in dezen tijd wel heel moeiljjk uit
laten. Sterke groei van een bevolking be
hoeft niet tot overbevolking te leiden, wan
neer een reeks van sociale, economische en
psychologische voorwaarden is vervuld.
Nederland niet overbevolkt.
In een Interessante publicatie, no. 1 der uit
gave „Boeiende Statistiek", heeft de Neder-
landsche Stichting voor Statistiek de vraag,
of Nederland met zjjn 265 bewoners per vier
kante kilometer overbevolkt is, ontkennend
beantwoord, en dat op vele goede gronden,
hoewel elders met een veel geringere bevol
kingsdichtheid wél van overbevolking ge
sproken kan worden. Dit wijst er op, dat
overbevolking een betrekkelijk begrip is, en
tevens, dat de oorzaken van die positieve be
volkingsbeweging zeer verborgen zijn, het
geen weer aanleiding geeft om tegen een
zijdige practische maatregelen in de een of
andere richting te waarschuwen. Immers, in
een samenleving treden vele sociale krachten
van beweging op, en het gevaar bestaat, dat
men da geboorte van bepaalde misstanden of
verschijnselen alleen gaat wijten aan over- of
onderbevolking. Hetgeen niet wil zeggen, dat
de overheid in alle omstandigheden afzijdig
moet blijven. Integendeel, op grond van velerlei
regelingen, noodig om het volk brood, arbeid
en verbljjf te verschaffen, kan een bevol
kingspolitiek onontbeerlijk worden. Wij moe
ten ons troosten met de gedachte, dat daarbij
het goede streven voorzit; volkomen zeker
weten is nog niet mogelijk. Dit hebben de
internationale bevolkingscongressen en wer
ken van „bevolkingsdeskundigen", zooals het
wel ietwat subjectieve „Worldpopulation"
van A. M. CarrSaunders, wiens standaard
werk over „The Population Problem" in de
heele wereld bekend is geworden, duidelijk
bewezen. En wij mogen ons ten aanzien van
het oplossen der bevolkingsvraagstukken van
de verschillende landen niet opsluiten in de
nationale ruimte; men moet de groote con
tinentale ruimte, ia zelfs wereldproblemen op
dit gebied ernstig en wetenschappelijk onder
de oogen zien.
Deze tjjd is natuurlijk niet geschikt om de
studie op de juiste wijze voort te zetten.. Zij
zal echter blijvend de ernstige aandacht vra
gen. Verbazingwekkend is het aantal onder
zoekers, dat getracht heeft het verband op
te sporen tusschen aantal en dichtheid eener
bevolking en allerlei sociale verschijnselen,
zooals de emigratie, den oorlog, de revolutie,
en de economische conjunctuur of liever de
productie. Men heeft gemeend samenhang te
bespeuren met bezitsverhoudingen, met de
sociale geledingen van een samenleving, met
de organisatie van het familieleven, met het
aantal geniale mannen, dat geboren werd.
Dit laatste punt is zeker niet een der minst
belangrijke. Een Amerikaan heeft eens na
gegaan in welke milieu's uitvinders en
groote mannen werden geboren, en hem
bleek, dat het grootste aantal uit de groote
steden afkomstig was. Treffend zijn in het
algemeen de verschijnselen tusschen stad en
land: het grootestadsleven verandert de
menschen in vele opzichten. En in verband
met deze onderzoekingen (en vele andere)
is van vele zijden betoogd, dat vooral meer
zorg moet worden besteed aan de kwali
teit der menschen. Is de kwantiteit een
uiterst gewichtige aangelegenheid voor een
volk, minstens even belangrijk, zoo niet be
langrijker, is de kwaliteit. Men weet het,
psychologen en eugenetici in verschillende
landen hebben zich moeite gegeven middelen
aan de hand te doen om de besten te selec-
teeren en hun opvoeding te bevorderen door
uitkeeringen aan begaafde families, die niet
over de noodige fondsen beschikken. Het
ligt niet in onze bedoeling wenken op dit ge
bied te geven, maar dat het hier een der
ernstige vraagstukken voor de toekomst be
treft, is wel zeker te achten. En zulks geheel
onafhankelijk van de vraag in welke mate
omvang en dichtheid der bevolking van in
vloed kunnen zijn op den levensduur van
naties. Er is stelig reden om de groote be
volkingsbeweging van onzen tijd, de conti
nentale in de Europeesch, Aziatische en Ame-
rikaansche ruimten goed te volgen met een
critisch-wetenschappelijk oog. Want het is
van het allergrootste belang waar de meeste
en bekwaamste menschen wonen en werken,
voor alle volken en landen.