DE URKER VLOOT SCHAGEN ALS VOGELOORD! Winke'dievegge gesnapt vaart uit... Zonderlinge dieven De scholen op 1 Mei Luchtwapen brengt zware slagen toe Uit de natuur Nieuwe prijsregeling voor zeevisch Britsche bommen op ons land OP HOOP VAN ZEGEN! Vier schuren uitgebrand Gratis grond voor WERKLOOZEN LENTE IN CHIEMGAU Dnitsch weermachtbericht 'taliaansch weermachtbericht 'n Wandeling door en om Schagen terwjjl de voorjaarszon tintelt op de daken uit 'n ftjn-blauwen hemel, en we komen tot de ontdekking, dat we waarempel niet ver van huis hoeven te gaan om veel vogels waar te nemen. Wandel eens mee! Overal zitten de glanzende spreeuwen op nokvorsten en schoorsteenen te fluiten, met klepperende vleugeltjes en trillende keelveer- tjes, de snavel omhoog. Roffelen en zwatelen, slaan en ratelen. Ja, die spreeuwenzang is eigenlijk van alles wat. Het meeste ervan is bjj elkaar gestolen van andere vogels, die ze zóó sprekend nadoen, dat we er steeds weer inloopen. Wrj hadden indertijd een spreeuw in de buurt, die meesterlijk een wulp kon na fluiten. Dat was trouwens een meester in de imiteerkunst! Zonder mankeeren verwerkte hfi in zijn zang het miauwen van een kat en het piepen van een pompzwengel, en ook de merel-zang bootste hij meesterlijk na. Ge moet er eens op letten en stellig herkent ge allerlei brokstukjes geluid, die niet origineel zijn in dien overigens zoo blijmoedige spreeu wenzang. Al die brokstukjes lijmt hij echter met eigen invallen aan elkaar, en ook het uit halende ,,Pjui-iet!", een vuurpijltje van zon nig geluid, is typisch voor vriend spreeuw. Zoo luisterend naar de spreeuwen, kunnen we ons tegelijk verheugen over het spektakel, dat de musschen maken. Een stel van die bruin-en-zwarte rekels vechten om een enkel eenvoudig grijsbruin wijfje, dat de veeren in het rond stuiven en ze schelden erbij, dat hooren en zien vergaat. Echt straatjongens- gedoe! Even later om tript zoo'n verliefde man-musch z'n uitverkorene met teeder ge- sjilp, staartgewip en vleugelgesleep. En als de zon zoo warm blijft schijnen als vandaag, dan kon het wel gauw uitdraaien op een bruiloft met tot slot een slordig nest onder de pannen van uw dak en een serie groen blauwe eitjes. Maar liever nog willen we luisteren naar het zeldzaam ingetogen zingen van een glan- zend-zwarte merel met helgelen snavel, die in een van de bottende iepen van de Hoep z'n voorjaarsblijheid zit uit te juichen, als we daar passeeren. En waarlijk niet aan de Hoep alleen kunnen we dien heerlijken zang beluisteren, want de merel is in Schagen een algemeene vogel. Meermalen zagen we al thans de grappige touwtrek-wedstrijden met een regenworm op het groene grasveld, een tournooi, dat steeds eindigt met een neder laag voor vriend worm, of misschien ook niet heelemaal een nederlaag, want als regel breekt hij doormidden en het overblijvende stuk regenereert het verdwenen deel er wel weer bij! Daar, in die purper-bloeiende iepen aan de Hoep maar ook weer niet daar alleen! buitelen ook de montere koolmeczen met hun parmantige gele vesten en blauwe jasjes, hun zwarte petjes met de witte kleppen op. Hoog en helder en met een niet te miskennen vroolijke noot erin klonk hun „dekke-tie, dekke-tie", terwijl ze door het hout trokken, intusschen elk kiertje inspecteerend en elk spleetje napluizend, en overal insecten, eieren en poppen vandaan plukkend. Ook de blau were en iets kleinere pimpelmeesjes waren present. Wanneer we dan door het centrum van Schagen komen, letten we onwillekeurig ook al eens op, of misschien de gierzwaluwen al teruggekeerd zijn uit de Afrikaansche oasen en hun scherpe, zwarte, ankervórmige vlieg- figuren tegen den zonnigen hemel trekken, terwijl ze onder een krijschend „srrie-ie" op insectenjacht zijn. Maar daarvoor is het nog te vroeg, eind April kunnen we ze op z'n vroegst verwachten. Op de Markt zit een houtduif droomerig te „roe-koe-en". Hij treurt om de koe, die hij aan een ekster verkocht tegen het geheim van den nestbouw. Maar de ekster legde al leen wat stokken neer en ging er met de koe vandoor. Nu zit hij nog maar aldoor om z'n koe te treuren, het was ook zoo'n „koe, koe, schoone-koe"! Mooi zijn ze wel met hun zachtroode borst, de groene- en blauwe metaalglanzen op de grijze veeren en de witte vlekken op vleugels en nek. Daar vliegt hij op, gaat zweefvlucht houden met krachtig tegen elkaar klappende vleugels. Als we op de Noord zijn aangeland, begint het pas goed. In een van de hooge populieren is een zwart-witte ekster bezig het groote mandennest op te kalefateren. Met bouwstof in z'n snavel komt hij aanvliegen en ver werkt dit in het nest, druk balanceerend met z'n langen staart. Dan zit hij wat te „sjakke- rakken" en schiet vervolgens met een boog de lucht in en wapperwiekt weg in een golf lijn. Opeens tusschen zang van spreeuw en merel door een heel ander geluid. Een volle, juichende strofe, helder, buitengewoon klankrijk en enthousiast voorgedragen. Slechts eenmaal hooren we het, en hoe we ook zoeken, de voortbrenger van dezen zang kunnen we nergens ontdekken. Vermoedelijk was het echter een zanglijster. Maar terwijl we nog staan rond te kijken doen we een andere, aangename ontdekking. De eerste zwaluwen! Laag scheeren ze langs ons over een sloot in onberekenbaar-grillige wendingen, ongelooflijk behendig en sierlijk. Te vlug zijn ze uit onzen gezichtskring om te kunnen zien of we nu met huis-, dan wel met boerenzwaluwen te doen hebben. De eerste heeft een groote witte vlek boven den staart op den rug, welke de tweede mist. Even verder moeten we alweer inhouden. Wat voor een grijs ding loopt daar tegen dien groen-bemosten boomstam op? Is hét een muis of een rat!? Nee, nu het weer van achter den stam vandaan komt en aan onzen kant verder tegen den stam op spiraalt met rukkende bewegingen, zien we beter. Het is een bruingrijs vogeltje, dat daar op spechten- manier omhoog klimt, pikkend in spleetjes en kiertjes en zoo z'n kostje aan insecten j opscharrelend. Duidelijk zien we het iets omlaag gebogen, scherpe snaveltje en de grijswitte buik en keel. Bij het klimmen steunt het voortdurend op z'n staart. Dat is een aardige ontmoeting met een boom kruipertje. En nu we eenmaal beter opletten, zien we er nog een, die aan komt zweven en dicht bij de eerste tegen den ruwen stam aanplakt. Even later zitten ze elkaar zelfs onder een vroolijk „ziet-zlet", rond den stam omhoog spiralend, achterna, zoodat het heel niet uitgesloten is, dat hier in de buurt in een nauwe spleet in een vermolmden boom stam een zachtgevoerd nestje komt met een stel sneeuwwitte eitjes. Als we een poosje doodstil naar die aardige boomkruipertjes hebben staan kijken, komt opeens een prachtige man-vink vlak bij ons op een tak zitten zingen. Heerlijk glanst zijn wijnroode borst in de zon en prachtig bruin groen is de kleur van zijn rug. Vol klinkt zijn slag, steeds weer dezelfde plezierige strofe, die iemand heeft trachten weer te geven door „hiep-hiep-hoera, ik ben er weer!" Langer dan voor onzen beperkten tijd goed is, blijven we daar by die oude boerderij staan kijken. Het is ook zoo'n heerlijk, knus geval, omgeven door hooge, statige iepen en beuken, die al beginnen te botten en ook het lage kreupelhout is al lichtgroen overwaasd. Prac.itig gekleurd en erg mak is een rood borstje, dat aan het muggen vangen was, en ons een tijdlang met zijn groote, bruine oogen nieuwsgierig zit op te nemen, daarbij telkens vleugelslaand en doorknikkend. Tusschen het jonge gras blinken de gele speenkruid-sterre tjes en de gele hartjes van de meizoentjes- oogen omhoog naar de blauwe lucht en de witte wolken, die daarin voortzeilen rfip den bollen voorjaarsbries. Maar toch maken we nog een wandeling rondom Schagen en ook in dat wijde, door blinkende slooten doorsneden land is overal vogelgedoe. Er is gestoei van zwart-witte kievit-mannetjes, die met felle kreten zelfs over den kop buitelen. Er is lawaai van grijs bruine, zenuwachtig doende tureluurs. Eén kwam zelfs kopknikkend op een paaltje dicht bij ons staan, en scheen van de eene zenuw crisis in de andere te vallen: „tuut-tuut- terruut-tuut"! We konden de roode stelten en de lange, roode snavel prachtig zien met het bloote oog. Opeens vloog hij op, met schok- kenden wiekslag alsof er waarempel al een nest met bonte eitjes in het groene gras lag! Er is lawaai van zwart-witte scholeksters, die elkaar met felle fluitstooten najagen „te-piet, te-piet". En natuurlijk zingen de leeuweriken, die den hemel volsptnnen met ijle draden van geluid. Maar de piepers bren gen het niet veel verder dan een eenvoudig „piep-piep". Er zijn ook kauwtjes aan het werk op een pas omgeploegd stuk land. Tegen de vet-zwarte aardkluiten steken die glanzend-zwarte, grjjs- genekte torenkraaitjes fijn af. En als we twee van die kraaitjes, die samen opvliegen en met hun typisch afgeknepen wiekslag al kakelend wegwieken, volgen, terwijl ze in hun bekken aardkluiten of misschien plantenwortels heb ben, ontdekken we meteen hun toekomstig home, een schoorsteen. Daar verdwijnt eerst de eene, dan de andere in. En met leege bekken komen ze terug. Plezierige, gezellige vogels, die kauwtjes. En trouw in de liefde, want ze sluiten niet, zooals de meeste vogels, een seizoenshuwelijk, maar blijven hun heele leven bij elkaar! 't Is een fijne wandeling, die we maken. Gepaard vliegen de koppels eenden met sui- zenden vleugelslag achter elkaar aan en hoog tegen de voorjaarsluchten staat een roodbruin torenvalkje te bidden boven de veldmuizen- kolonie. Krijschend visschen de kokmeeuw tjes, nu eindelijk in bruiloftskleed, de blin kende slooten af, waar de witgeblesde meer koeten vrijen, dat het een lieve lust is, en elkaar achterna zitten, zoodat het water hoog opspat en de eenzame blauwe reiger, die aan den kant staat te visschen met een veront waardigde schorre kreet op de holle wieken gaat en wegzeilt naar rustiger vischwater! Zoo heeft ieder diertje zjjn pleziertje. J. K. S. MAXIMUM MARGES VASTGESTELD. PRIJSLIJSTEN IN WINKEL EN OP DEN WAGEN. De gemachtigde voor de prijzen deelt me de, dat met ingang van heden een nieuwe prijsregeling voor zeevisch in werking zal treden. Deze regeling heeft ten doel een einde te maken aan de misbruiken, welke zich bij den verkoop van zeevisch veelvul dig plachten voor te doen. wat betreft de bepaling van den verkoopprijs. Grossiers en detaillisten zullen voortaan bij het vaststellen van hun verkoopsprijs alleen de in de nieuwe prijsregeling vermelde geldbedragen op hun inkoopsprijs mogen leggen. Deze maximum-marges voor de verschillende vischsoorten worden in een afzonderlijke publicatie be kend gemaakt. In het algemeen hebben deze vastgestelde maximum-marges betrekking op niet- schoongemaakte visch. Voor het schoonma ken. fileeren en bezorgen van de visch zal de detaillist aan den consument dus alleen die kosten in rekening mogen brengen, welke hij vóór 9 Mei 1940 gewoon was te berekenen. Wanneer het op dien datum zijn gewoonte was voor het schoonmaken, fileeren en bezorgen geen extra vergoeding te vragen, mag hij dit ook thans niet doen. Prijslijsten verplicht. Voorts bevat de nieuwe regeling de be paling, dat de handelaren, die direct aan het publiek verkoopen en afleveren, ver plicht zijn. prijslijsten op te hangen op voor de koopers duidelijk zichtbare plaatsen. Deze prijslijsten moeten flink van afmeting zijn. Zij zullen door den winkelier in den winkel en de etalage en door den venter aan zijn voertuig moeten worden opgehan gen. Diefachtige smulpapen op pad. Een Amsterdamsche slager heeft aangif te gedaan, dat zijn fiets, die hij voor een huis op het Daniël Willinkplein had laten staan, is ontvreemd. Op deze fiets was een mand bevestigd, waarin dertig pond vleesch en worst was geborgen. Een broodbezorger zag zich uit zijn bak fiets. staande in de van Hogendorpstraat, vijf brooden, een pond vleesch en twee pak jes tabak ontstolen. Uit een spoorwagen, staande in de riet landen, verdween 24 kilo vet en een doos vleeschwaren. Door vernieling van een buitendeur dron gen inbrekers een chocoladepakhuis in de Anjelierstraat binnen en stalen er een hoe veelheid chocolade en surrogaat. Tenslotte hebben enkele zonderlinge die ven vijf stoelen van een terras aan den Overtoom ontvreemd. Twee lichtgewonden. In het jongste weekeinde vlogen enkele Engelsche vliegtuigen ons land binnen. Een aantal bommen werd omlaaggeworpen, die over het algemeen geen noemenswaardige schade teweeg brachten. Slechts op een plaats werden twee woonhuizen zwaar be schadigd en werden twee burgerlijke per sonen licht gewond. Voorts ontstond hier en daar eenige glasschade. (Van een bijzonderen medewerker). In lange rijen geschaard lagen de Urker botters, week aan week, en de weken werden maanden. Eind October of in November wa ren de touwen aan de meerpalen vastgemaakt, omdat de paling zijn winterrust tegemoet ging. Sindsdien hebben ze liggen wachten op de len tezon, die de paling den grond uit lokt. Al dien tijd hebben ze thuis moeten zitten, bij moeder de vrouw. Wel hebben ze netten geboet en ge breid voor het komende seizoen, zoo veel als ze maar konden, maar dat was bij wijze van werkverschaffing aan henzelf. Ze moeten de zee op! Het aas wordt aan de haken geslagen. (Foto Kramer). Verdienen moeten ze! Want groote onkos ten zijn er gemaakt. Heel veel motorbotters zijn weer omgevormd in zeilschepen. Nieuwe en grootere zeilen waren er noodig. Want de stookolie is schaarsch en bijna niet te be talen. Daarom moet de kracht, die de wind heeft, weer benut worden, en de schepen zijn duchtig onder handen genomen. Wie nu over het IJselmeer vaart, ziet de botters met volle zeilen dobberen op de zee. De afgeloopen maanden hebben de meeste visschers geleefd van enkele guldens Zuider- zeesteun, vaak nauwelijks voldoende om in hun onderhoud te voorzien. Die steun krij gen ze, omdat er geen haring en ansjovis meer in het IJselmeer kan komen, sedert de groote dijk Holland met Friesland verbindt. Urk is zijn glorie kwijt. Want voor enkele jaren was Urk een centrum van de haring- en ansjovishandel. 's Avonds werden de netten ..geschoten" en 's morgens weer opgehaald. Men nam ze mee naar de haven en daar haalde men ze 'eeg Bij manden vol werd de visch in den afslag gebracht en afgeslagen. Toen was het op Urk een drukte van belang. En nu is die drukte vervangen door de polderwerken die een nieuwe toekomst voor Urk zullen brengen. Een toekomst echter in het onze kere. De binnenvissoherij begint weer. Met April is de tijd weer gekomen, dat de Urker Zuiderzeevloot uitvaart. F>r wor den thans geen drijfnetten uitgeworpen. Het sleepnet is nu het middel om de visch te vangen. De kuil wordt van het schip uit geworpen en voortgetrokken. Sommigen oefenen de beugvaart uit. De >aling. die met de beug gevangen wordt, is 'n den regel grooter van sterk dan de kuil- na li ng. De tijd begint weer dat de visschers van 's Maandags tot 's Zaterdags hard moeten werken voor bun daeeliiksch brood Zal het gelukken bun bedriif in dit seizoen voorni' te brengen? Ze weten dat de bepalingen op het IJselmeer steeds scherper worden ge-1 Vrij naar verkiezing. De secretaris-generaal van het departe ment van opvoeding, wetenschap en cul tuurbescherming deelt mede: aan de hoof den van alle onderwijsinstellingen wordt de opdracht gegeven om op 1 Mei aan die leerlingen, wier ouders daartoe schriftelijk aan het hoofd der school den wensch te kennen geven, vrij te verleenen. De eeuwige lucifer. Zondag hebben vier zevenjarige kinde ren te Bussum een gevaarlijke brand ver oorzaakt. De jongens speelden in een schuur in de Visscherstraat met lucifers. Een der kna pen stak het stroo, dat daarin lag opgesla gen, in brand, zoodat de schuur onmiddel lijk in vlammen stond. Door den krachti- gen wind werd cok een tweede schuur aangetast. Ofschoon de brandweer het vuur krachtig bestreed kon zij niet voor komen, dat de schuren uitbrandden. Het vuur brandde zich vervolgens een weg naar een derde schuur en kon eerst tot staan gebracht worden toen cok een vierde ge heel was uitgebrand. De woningen, bij wel ke de schuren hoorden, bleven gespaard. De burgemeester van Tiel be grijpt den productieslag. (A.N.P.) De heer Cambier van Ncoten, burgemeester van Tiel, heeft in zijn ge meente 240 perceelen bouwland gratis aan werkloozcn uitgegeven Hierdoor zijn thans 240 volklgenooten reeds bezig voorbereidin gen te treffen om op dezen grend groente voor de zomer- en winterprovisie te ver bouwen. Een mooi voorbeeld voer andere gemeen ten. Jong meisje ging op roof uit. Een 22-jarig meisje, dat in Limburg woon achtig was, had oneenigheid gekregen met haar huisgenooten waarna zij in Haarlem op kamers was gaan wonen. Van haar va der ontving zij maandelijks een kleine toe lage, ten einde daar zij geen betrekking had in haar onderhoud te voorzien. Het meisje kwam echter met het geld niet loe en trachtte nu op andere wijze verdien sten te krijgen. Dit deed zij echter op een ontoelaatbare manier. Zij legde zich er op toe handtasschen te stelen in groote waren huizen van dames, die haar inkoopen de den. Aanvankelijk had zij haar operatieterrein in de Bijenkorf te Amsterdam gekozen en daar bemachtigde ze inderdaad eenige tas- schen. Vervolgens ging ze naar de Bijen korf in Den Haag en bracht hier ook eeni ge bezoeken aan Vroom en Dreesman. Haar practijken voerde zij als volgt uit. Steeds was zij in het bezit van een actetasch en als zij dan een da me zag, die haar aandacht had voor een artikel en haar handtasch even had neergelegd, deponeerde zij haar actetasch er boven op. Zoo gauw zij dan haar kans schoon zag, pak te zij de actetasch doch ook de da- mestasch en verdween. Zaterdagmiddag werd zij in de Bijenkorf te Den Haag op heeterdaad betrapt en ge arresteerd. De politie stelde onmiddellijk op haar ka mer in Haarlem een onderzoek in en vond bier negen tasSchen. De geldelijke inhoud hiervan, welke ongeveer op f 1Ó0.wordt geraamd, had zij ten eigen bate aangewend. Andere artikelen bleken evenwel nog aan wezig te zijn en zoo konden de eigenares sen van de diverse tasschen spoedig wor den opgespoord. De dievegge is in politiebewaring gesteld en zal voor den officier van justitie wor den voorgeleid. De visschers boeten hun netten op het schip. (Foto Kramer). steld. dat het vischwater kleiner wordt Daarentegen worden de behoeften vaak groot er. maar ze vertrouwen, dat de bepa lingen niet te scherp gesteld zullen wo> den opdat ze in staat zullen zijn hun d- gelijksch brood te verdienen! (Weltbild-Pax-Holland) PORTSMOUTH WEER ZWAAR GETEISTERD. Het luchtwapen bracht, naar reeds gedeel telijk in extraberichten is gemeld, nieuwe vernietigende slagen toe aan de in het zee gebied tusschen den Piraeus en Kreta ge concentreerde transport-, materiaal- en be wakingsschepen. Zoo werden op 26 April in de Grieksche wateren elf schepen met een gezamenlijken inhoud van 48.000 brt. tot zinken gebracht. Verder werd een Britsche kruiser ten noor den van Kreta en 19 andere schepen door bomtreffers beschadigd. Een gedeelte van deze schepen kan als vernietigd beschouwd worden. Op 27 April heeft het luchtwapen een kruiser alsmede een koopvaardijschip van 5000 brt. tot zinken gebracht en twee andere kruisers en twaalf koopvaarders zwaar beschadigd. De bewegingen van de troepen van het Duitsche leger tot zuivering van de nog overblijvende gebieden in Midden-Grieken land en de Peloponnesus verloopen stelsel matig. Formaties van het luchtwapen vielen in het gebied rondom Argos-Trioplis vijan delijke strijdkrachten met goed succes aan. In Noord-Afrika mislukten alle vijande lijke aanvallen vanuit Tobroek. De vijand leed zware verliezen. Duitsche en Italiaan- sche duikbommenwerpers vielen op 27 April onder bescherming van jachtvliegtuigen Britsche artilleriestellingen rondom Mers-a Matroeh aan en brachten door bomvoltref- fers twee batterijen tot zwijgen. Duitsche jachtvliegtuigen vernietigden in een haven van het eiland Malta een vier motorige Rritsche vliegboot van het type Sunderland. In het zeegebied rondom Engeland bracht het luchtwapen gisteren en in derf afgeloo pen nacht twee koopvaardijschepen met te zamen 11,000 brt. tot zinken en beschadigde vijf andere groote koopvaardijschepen zwaar In den afgeloopen nacht bombardeerden gevechtsvliegtuigen met zicht op de aarde het werfterrein en de haveninstallaties van Portsmouth. Brisant- en brandbommen richtten vooral in de sfaatswerf nieuwe groote vernielingen aan. Verder werden ha vensteden in Cornwall en aan de Zuidoost kust van Engeland aangevallen. Gisteren gelukte het twee vijandelijke gevechtsvlieg tuigen onder bescherming van een laaghan gend gesloten wolkendek boven West- Duitschland te komen. Door neergeworpen bommen werden in een fabriek eenige per sonen gedood of gewond. Er ontstond slechts geringe materieele schade, waardoor de productie niet stagneerde. In den afgeloopen nacht werden boven het Duitsche rijksgebied geen gevechtshan delingen verricht. In de periode van 23 tot 27 April verloor de vijand in totaal honderd vliegtuigen. Hiervan werden 26 in luchtgevechten en door nachtjagers. 8 door de marine-artille rie en lichte zeestrijdkrachten en 3 door luchtdoelartillerie neergeschoten. 63 vlieg tuigen werden op den grond vernield. In dezelfde periode gingen 9 eigen vliegtuigen verloren. KORFOE BEZET. DESSIE ONTRUIMD. Weermachtbericht no. 327 luidt als volgt: Detachementen der luchtmacht en zwart- hemden hebben gisterochtend Korfoe bezet. In Cvrenaica. aan het front van Tobroek, heeft de vijand wederom een poging tot een offensief ondernomen met tanks en infan terie: hij werd met verliezen teruggeslagen. Formaties Italiaansche en Duitsche duik bommenwerpers hebben in de omgeving van Tobroek batterijen gemechaniseerde strijd middelen en vijandelijke kampementen be stookt. ..In Óost-Afrika wordt de druk van den vijand voortgezet ook de dappere weerstand onzer troepen duurt voort: Dessie is ont ruimd. Vijandelijke aanvallen zijn afgesla gen in den sector Alagi. Een van onze duikbooten. onder bevel van don corvettenkapitein Salvatore Toparo r? ,n Atlantisehen Oceaan een vij- an dein kon h"'nkruiser van 10.000 ton tot zinken gebracht. JONGETJE IN WATERPUT VERDRONKEN. teZnimdfl™vJ,nd ™erd door de familie J- tnar dfi D°litie aangifte gedaan, dat komen n'aritrf- zoontje niet was thuisge- en neb P0'1'10 stelde een onderzoek in 's miHHoi fehocrfl had, dat de jongen i TT ff® ^ari gespeeld op een terrein aan zich abdnor Proo,straat. dregde zij in een zien aldaar bevindende waterput. Daar uit werd het lijkje later opgehaald. EERSTE DUBBELE PRINCESSEBOONEN nik"n(odD en croenteveiling „Poel- 'IK te Poeldijk werden de eerste dubbele mcesseboonen aangevoerd, welke f 2.80 her kg. noteerden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1941 | | pagina 6