DE URKER VLOOT
SCHAGEN ALS VOGELOORD!
Winke'dievegge
gesnapt
vaart uit...
Zonderlinge dieven
De scholen op 1 Mei
Luchtwapen brengt zware
slagen toe
Uit de natuur
Nieuwe prijsregeling
voor zeevisch
Britsche bommen op ons land
OP HOOP VAN ZEGEN!
Vier schuren uitgebrand
Gratis grond voor
WERKLOOZEN
LENTE IN CHIEMGAU
Dnitsch weermachtbericht
'taliaansch weermachtbericht
'n Wandeling door en om Schagen
terwjjl de voorjaarszon tintelt op de
daken uit 'n ftjn-blauwen hemel, en we
komen tot de ontdekking, dat we
waarempel niet ver van huis hoeven te
gaan om veel vogels waar te nemen.
Wandel eens mee!
Overal zitten de glanzende spreeuwen op
nokvorsten en schoorsteenen te fluiten, met
klepperende vleugeltjes en trillende keelveer-
tjes, de snavel omhoog. Roffelen en zwatelen,
slaan en ratelen. Ja, die spreeuwenzang is
eigenlijk van alles wat. Het meeste ervan is
bjj elkaar gestolen van andere vogels, die ze
zóó sprekend nadoen, dat we er steeds weer
inloopen. Wrj hadden indertijd een spreeuw in
de buurt, die meesterlijk een wulp kon na
fluiten. Dat was trouwens een meester in de
imiteerkunst! Zonder mankeeren verwerkte
hfi in zijn zang het miauwen van een kat en
het piepen van een pompzwengel, en ook de
merel-zang bootste hij meesterlijk na. Ge
moet er eens op letten en stellig herkent ge
allerlei brokstukjes geluid, die niet origineel
zijn in dien overigens zoo blijmoedige spreeu
wenzang. Al die brokstukjes lijmt hij echter
met eigen invallen aan elkaar, en ook het uit
halende ,,Pjui-iet!", een vuurpijltje van zon
nig geluid, is typisch voor vriend spreeuw.
Zoo luisterend naar de spreeuwen, kunnen
we ons tegelijk verheugen over het spektakel,
dat de musschen maken. Een stel van die
bruin-en-zwarte rekels vechten om een enkel
eenvoudig grijsbruin wijfje, dat de veeren in
het rond stuiven en ze schelden erbij, dat
hooren en zien vergaat. Echt straatjongens-
gedoe! Even later om tript zoo'n verliefde
man-musch z'n uitverkorene met teeder ge-
sjilp, staartgewip en vleugelgesleep. En als
de zon zoo warm blijft schijnen als vandaag,
dan kon het wel gauw uitdraaien op een
bruiloft met tot slot een slordig nest onder
de pannen van uw dak en een serie groen
blauwe eitjes.
Maar liever nog willen we luisteren naar
het zeldzaam ingetogen zingen van een glan-
zend-zwarte merel met helgelen snavel, die
in een van de bottende iepen van de Hoep
z'n voorjaarsblijheid zit uit te juichen, als we
daar passeeren. En waarlijk niet aan de
Hoep alleen kunnen we dien heerlijken zang
beluisteren, want de merel is in Schagen een
algemeene vogel. Meermalen zagen we al
thans de grappige touwtrek-wedstrijden met
een regenworm op het groene grasveld, een
tournooi, dat steeds eindigt met een neder
laag voor vriend worm, of misschien ook niet
heelemaal een nederlaag, want als regel
breekt hij doormidden en het overblijvende
stuk regenereert het verdwenen deel er wel
weer bij!
Daar, in die purper-bloeiende iepen aan de
Hoep maar ook weer niet daar alleen!
buitelen ook de montere koolmeczen met
hun parmantige gele vesten en blauwe jasjes,
hun zwarte petjes met de witte kleppen op.
Hoog en helder en met een niet te miskennen
vroolijke noot erin klonk hun „dekke-tie,
dekke-tie", terwijl ze door het hout trokken,
intusschen elk kiertje inspecteerend en elk
spleetje napluizend, en overal insecten, eieren
en poppen vandaan plukkend. Ook de blau
were en iets kleinere pimpelmeesjes waren
present.
Wanneer we dan door het centrum van
Schagen komen, letten we onwillekeurig ook
al eens op, of misschien de gierzwaluwen al
teruggekeerd zijn uit de Afrikaansche oasen
en hun scherpe, zwarte, ankervórmige vlieg-
figuren tegen den zonnigen hemel trekken,
terwijl ze onder een krijschend „srrie-ie" op
insectenjacht zijn. Maar daarvoor is het nog
te vroeg, eind April kunnen we ze op z'n
vroegst verwachten.
Op de Markt zit een houtduif droomerig te
„roe-koe-en". Hij treurt om de koe, die hij
aan een ekster verkocht tegen het geheim
van den nestbouw. Maar de ekster legde al
leen wat stokken neer en ging er met de koe
vandoor. Nu zit hij nog maar aldoor om z'n
koe te treuren, het was ook zoo'n „koe, koe,
schoone-koe"! Mooi zijn ze wel met hun
zachtroode borst, de groene- en blauwe
metaalglanzen op de grijze veeren en de witte
vlekken op vleugels en nek. Daar vliegt hij
op, gaat zweefvlucht houden met krachtig
tegen elkaar klappende vleugels.
Als we op de Noord zijn aangeland, begint
het pas goed. In een van de hooge populieren
is een zwart-witte ekster bezig het groote
mandennest op te kalefateren. Met bouwstof
in z'n snavel komt hij aanvliegen en ver
werkt dit in het nest, druk balanceerend met
z'n langen staart. Dan zit hij wat te „sjakke-
rakken" en schiet vervolgens met een boog
de lucht in en wapperwiekt weg in een golf
lijn.
Opeens tusschen zang van spreeuw en
merel door een heel ander geluid. Een
volle, juichende strofe, helder, buitengewoon
klankrijk en enthousiast voorgedragen.
Slechts eenmaal hooren we het, en hoe we
ook zoeken, de voortbrenger van dezen zang
kunnen we nergens ontdekken. Vermoedelijk
was het echter een zanglijster.
Maar terwijl we nog staan rond te kijken
doen we een andere, aangename ontdekking.
De eerste zwaluwen! Laag scheeren ze langs
ons over een sloot in onberekenbaar-grillige
wendingen, ongelooflijk behendig en sierlijk.
Te vlug zijn ze uit onzen gezichtskring om te
kunnen zien of we nu met huis-, dan wel met
boerenzwaluwen te doen hebben. De eerste
heeft een groote witte vlek boven den staart
op den rug, welke de tweede mist.
Even verder moeten we alweer inhouden.
Wat voor een grijs ding loopt daar tegen dien
groen-bemosten boomstam op? Is hét een
muis of een rat!? Nee, nu het weer van
achter den stam vandaan komt en aan onzen
kant verder tegen den stam op spiraalt met
rukkende bewegingen, zien we beter. Het is
een bruingrijs vogeltje, dat daar op spechten-
manier omhoog klimt, pikkend in spleetjes
en kiertjes en zoo z'n kostje aan insecten j
opscharrelend. Duidelijk zien we het iets
omlaag gebogen, scherpe snaveltje en de
grijswitte buik en keel. Bij het klimmen
steunt het voortdurend op z'n staart. Dat is
een aardige ontmoeting met een boom
kruipertje. En nu we eenmaal beter opletten,
zien we er nog een, die aan komt zweven en
dicht bij de eerste tegen den ruwen stam
aanplakt. Even later zitten ze elkaar zelfs
onder een vroolijk „ziet-zlet", rond den stam
omhoog spiralend, achterna, zoodat het heel
niet uitgesloten is, dat hier in de buurt in
een nauwe spleet in een vermolmden boom
stam een zachtgevoerd nestje komt met een
stel sneeuwwitte eitjes.
Als we een poosje doodstil naar die aardige
boomkruipertjes hebben staan kijken, komt
opeens een prachtige man-vink vlak bij ons
op een tak zitten zingen. Heerlijk glanst zijn
wijnroode borst in de zon en prachtig bruin
groen is de kleur van zijn rug. Vol klinkt zijn
slag, steeds weer dezelfde plezierige strofe,
die iemand heeft trachten weer te geven door
„hiep-hiep-hoera, ik ben er weer!"
Langer dan voor onzen beperkten tijd goed
is, blijven we daar by die oude boerderij
staan kijken. Het is ook zoo'n heerlijk, knus
geval, omgeven door hooge, statige iepen en
beuken, die al beginnen te botten en ook het
lage kreupelhout is al lichtgroen overwaasd.
Prac.itig gekleurd en erg mak is een rood
borstje, dat aan het muggen vangen was, en
ons een tijdlang met zijn groote, bruine oogen
nieuwsgierig zit op te nemen, daarbij telkens
vleugelslaand en doorknikkend. Tusschen het
jonge gras blinken de gele speenkruid-sterre
tjes en de gele hartjes van de meizoentjes-
oogen omhoog naar de blauwe lucht en de
witte wolken, die daarin voortzeilen rfip den
bollen voorjaarsbries.
Maar toch maken we nog een wandeling
rondom Schagen en ook in dat wijde, door
blinkende slooten doorsneden land is overal
vogelgedoe. Er is gestoei van zwart-witte
kievit-mannetjes, die met felle kreten zelfs
over den kop buitelen. Er is lawaai van grijs
bruine, zenuwachtig doende tureluurs. Eén
kwam zelfs kopknikkend op een paaltje dicht
bij ons staan, en scheen van de eene zenuw
crisis in de andere te vallen: „tuut-tuut-
terruut-tuut"! We konden de roode stelten en
de lange, roode snavel prachtig zien met het
bloote oog. Opeens vloog hij op, met schok-
kenden wiekslag alsof er waarempel al een
nest met bonte eitjes in het groene gras lag!
Er is lawaai van zwart-witte scholeksters,
die elkaar met felle fluitstooten najagen
„te-piet, te-piet". En natuurlijk zingen de
leeuweriken, die den hemel volsptnnen met
ijle draden van geluid. Maar de piepers bren
gen het niet veel verder dan een eenvoudig
„piep-piep".
Er zijn ook kauwtjes aan het werk op een
pas omgeploegd stuk land. Tegen de vet-zwarte
aardkluiten steken die glanzend-zwarte, grjjs-
genekte torenkraaitjes fijn af. En als we twee
van die kraaitjes, die samen opvliegen en met
hun typisch afgeknepen wiekslag al kakelend
wegwieken, volgen, terwijl ze in hun bekken
aardkluiten of misschien plantenwortels heb
ben, ontdekken we meteen hun toekomstig
home, een schoorsteen. Daar verdwijnt eerst
de eene, dan de andere in. En met leege
bekken komen ze terug. Plezierige, gezellige
vogels, die kauwtjes. En trouw in de liefde,
want ze sluiten niet, zooals de meeste vogels,
een seizoenshuwelijk, maar blijven hun heele
leven bij elkaar!
't Is een fijne wandeling, die we maken.
Gepaard vliegen de koppels eenden met sui-
zenden vleugelslag achter elkaar aan en hoog
tegen de voorjaarsluchten staat een roodbruin
torenvalkje te bidden boven de veldmuizen-
kolonie. Krijschend visschen de kokmeeuw
tjes, nu eindelijk in bruiloftskleed, de blin
kende slooten af, waar de witgeblesde meer
koeten vrijen, dat het een lieve lust is, en
elkaar achterna zitten, zoodat het water hoog
opspat en de eenzame blauwe reiger, die aan
den kant staat te visschen met een veront
waardigde schorre kreet op de holle wieken
gaat en wegzeilt naar rustiger vischwater!
Zoo heeft ieder diertje zjjn pleziertje.
J. K. S.
MAXIMUM MARGES VASTGESTELD.
PRIJSLIJSTEN IN WINKEL EN OP
DEN WAGEN.
De gemachtigde voor de prijzen deelt me
de, dat met ingang van heden een nieuwe
prijsregeling voor zeevisch in werking zal
treden. Deze regeling heeft ten doel een
einde te maken aan de misbruiken, welke
zich bij den verkoop van zeevisch veelvul
dig plachten voor te doen. wat betreft de
bepaling van den verkoopprijs.
Grossiers en detaillisten zullen
voortaan bij het vaststellen van hun
verkoopsprijs alleen de in de nieuwe
prijsregeling vermelde geldbedragen
op hun inkoopsprijs mogen leggen.
Deze maximum-marges voor de
verschillende vischsoorten worden
in een afzonderlijke publicatie be
kend gemaakt.
In het algemeen hebben deze vastgestelde
maximum-marges betrekking op niet-
schoongemaakte visch. Voor het schoonma
ken. fileeren en bezorgen van de visch zal
de detaillist aan den consument dus alleen
die kosten in rekening mogen brengen,
welke hij vóór 9 Mei 1940 gewoon was te
berekenen. Wanneer het op dien datum
zijn gewoonte was voor het schoonmaken,
fileeren en bezorgen geen extra vergoeding
te vragen, mag hij dit ook thans niet doen.
Prijslijsten verplicht.
Voorts bevat de nieuwe regeling de be
paling, dat de handelaren, die direct aan
het publiek verkoopen en afleveren, ver
plicht zijn. prijslijsten op te hangen op voor
de koopers duidelijk zichtbare plaatsen.
Deze prijslijsten moeten flink van afmeting
zijn. Zij zullen door den winkelier in den
winkel en de etalage en door den venter
aan zijn voertuig moeten worden opgehan
gen.
Diefachtige smulpapen op pad.
Een Amsterdamsche slager heeft aangif
te gedaan, dat zijn fiets, die hij voor een
huis op het Daniël Willinkplein had laten
staan, is ontvreemd. Op deze fiets was een
mand bevestigd, waarin dertig pond vleesch
en worst was geborgen.
Een broodbezorger zag zich uit zijn bak
fiets. staande in de van Hogendorpstraat,
vijf brooden, een pond vleesch en twee pak
jes tabak ontstolen.
Uit een spoorwagen, staande in de riet
landen, verdween 24 kilo vet en een doos
vleeschwaren.
Door vernieling van een buitendeur dron
gen inbrekers een chocoladepakhuis in de
Anjelierstraat binnen en stalen er een hoe
veelheid chocolade en surrogaat.
Tenslotte hebben enkele zonderlinge die
ven vijf stoelen van een terras aan den
Overtoom ontvreemd.
Twee lichtgewonden.
In het jongste weekeinde vlogen enkele
Engelsche vliegtuigen ons land binnen. Een
aantal bommen werd omlaaggeworpen, die
over het algemeen geen noemenswaardige
schade teweeg brachten. Slechts op een
plaats werden twee woonhuizen zwaar be
schadigd en werden twee burgerlijke per
sonen licht gewond. Voorts ontstond hier
en daar eenige glasschade.
(Van een bijzonderen medewerker).
In lange rijen geschaard lagen de
Urker botters, week aan week, en de
weken werden maanden.
Eind October of in November wa
ren de touwen aan de meerpalen
vastgemaakt, omdat de paling zijn
winterrust tegemoet ging. Sindsdien
hebben ze liggen wachten op de len
tezon, die de paling den grond uit
lokt. Al dien tijd hebben ze thuis
moeten zitten, bij moeder de vrouw.
Wel hebben ze netten geboet en ge
breid voor het komende seizoen, zoo
veel als ze maar konden, maar dat
was bij wijze van werkverschaffing
aan henzelf. Ze moeten de zee op!
Het aas wordt aan de haken geslagen.
(Foto Kramer).
Verdienen moeten ze! Want groote onkos
ten zijn er gemaakt. Heel veel motorbotters
zijn weer omgevormd in zeilschepen. Nieuwe
en grootere zeilen waren er noodig. Want
de stookolie is schaarsch en bijna niet te be
talen. Daarom moet de kracht, die de wind
heeft, weer benut worden, en de schepen zijn
duchtig onder handen genomen. Wie nu over
het IJselmeer vaart, ziet de botters met volle
zeilen dobberen op de zee.
De afgeloopen maanden hebben de meeste
visschers geleefd van enkele guldens Zuider-
zeesteun, vaak nauwelijks voldoende om in
hun onderhoud te voorzien. Die steun krij
gen ze, omdat er geen haring en ansjovis
meer in het IJselmeer kan komen, sedert de
groote dijk Holland met Friesland verbindt.
Urk is zijn glorie kwijt.
Want voor enkele jaren was Urk een
centrum van de haring- en ansjovishandel.
's Avonds werden de netten ..geschoten" en
's morgens weer opgehaald. Men nam ze
mee naar de haven en daar haalde men ze
'eeg Bij manden vol werd de visch in den
afslag gebracht en afgeslagen. Toen was het
op Urk een drukte van belang. En nu is die
drukte vervangen door de polderwerken die
een nieuwe toekomst voor Urk zullen
brengen. Een toekomst echter in het onze
kere.
De binnenvissoherij begint weer.
Met April is de tijd weer gekomen, dat
de Urker Zuiderzeevloot uitvaart. F>r wor
den thans geen drijfnetten uitgeworpen.
Het sleepnet is nu het middel om de visch
te vangen. De kuil wordt van het schip uit
geworpen en voortgetrokken.
Sommigen oefenen de beugvaart uit. De
>aling. die met de beug gevangen wordt, is
'n den regel grooter van sterk dan de kuil-
na li ng.
De tijd begint weer dat de visschers van
's Maandags tot 's Zaterdags hard moeten
werken voor bun daeeliiksch brood Zal het
gelukken bun bedriif in dit seizoen voorni'
te brengen? Ze weten dat de bepalingen op
het IJselmeer steeds scherper worden ge-1
Vrij naar verkiezing.
De secretaris-generaal van het departe
ment van opvoeding, wetenschap en cul
tuurbescherming deelt mede: aan de hoof
den van alle onderwijsinstellingen wordt
de opdracht gegeven om op 1 Mei aan die
leerlingen, wier ouders daartoe schriftelijk
aan het hoofd der school den wensch te
kennen geven, vrij te verleenen.
De eeuwige lucifer.
Zondag hebben vier zevenjarige kinde
ren te Bussum een gevaarlijke brand ver
oorzaakt.
De jongens speelden in een schuur in de
Visscherstraat met lucifers. Een der kna
pen stak het stroo, dat daarin lag opgesla
gen, in brand, zoodat de schuur onmiddel
lijk in vlammen stond. Door den krachti-
gen wind werd cok een tweede schuur
aangetast. Ofschoon de brandweer het
vuur krachtig bestreed kon zij niet voor
komen, dat de schuren uitbrandden. Het
vuur brandde zich vervolgens een weg naar
een derde schuur en kon eerst tot staan
gebracht worden toen cok een vierde ge
heel was uitgebrand. De woningen, bij wel
ke de schuren hoorden, bleven gespaard.
De burgemeester van Tiel be
grijpt den productieslag.
(A.N.P.) De heer Cambier van Ncoten,
burgemeester van Tiel, heeft in zijn ge
meente 240 perceelen bouwland gratis aan
werkloozcn uitgegeven Hierdoor zijn thans
240 volklgenooten reeds bezig voorbereidin
gen te treffen om op dezen grend groente
voor de zomer- en winterprovisie te ver
bouwen.
Een mooi voorbeeld voer andere gemeen
ten.
Jong meisje ging op roof uit.
Een 22-jarig meisje, dat in Limburg woon
achtig was, had oneenigheid gekregen met
haar huisgenooten waarna zij in Haarlem
op kamers was gaan wonen. Van haar va
der ontving zij maandelijks een kleine toe
lage, ten einde daar zij geen betrekking
had in haar onderhoud te voorzien.
Het meisje kwam echter met het geld niet
loe en trachtte nu op andere wijze verdien
sten te krijgen. Dit deed zij echter op een
ontoelaatbare manier. Zij legde zich er op
toe handtasschen te stelen in groote waren
huizen van dames, die haar inkoopen de
den.
Aanvankelijk had zij haar operatieterrein
in de Bijenkorf te Amsterdam gekozen en
daar bemachtigde ze inderdaad eenige tas-
schen. Vervolgens ging ze naar de Bijen
korf in Den Haag en bracht hier ook eeni
ge bezoeken aan Vroom en Dreesman.
Haar practijken voerde zij als volgt
uit. Steeds was zij in het bezit van
een actetasch en als zij dan een da
me zag, die haar aandacht had voor
een artikel en haar handtasch even
had neergelegd, deponeerde zij haar
actetasch er boven op. Zoo gauw
zij dan haar kans schoon zag, pak
te zij de actetasch doch ook de da-
mestasch en verdween.
Zaterdagmiddag werd zij in de Bijenkorf
te Den Haag op heeterdaad betrapt en ge
arresteerd.
De politie stelde onmiddellijk op haar ka
mer in Haarlem een onderzoek in en vond
bier negen tasSchen. De geldelijke inhoud
hiervan, welke ongeveer op f 1Ó0.wordt
geraamd, had zij ten eigen bate aangewend.
Andere artikelen bleken evenwel nog aan
wezig te zijn en zoo konden de eigenares
sen van de diverse tasschen spoedig wor
den opgespoord.
De dievegge is in politiebewaring gesteld
en zal voor den officier van justitie wor
den voorgeleid.
De visschers boeten hun netten
op het schip.
(Foto Kramer).
steld. dat het vischwater kleiner wordt
Daarentegen worden de behoeften vaak
groot er. maar ze vertrouwen, dat de bepa
lingen niet te scherp gesteld zullen wo>
den opdat ze in staat zullen zijn hun d-
gelijksch brood te verdienen!
(Weltbild-Pax-Holland)
PORTSMOUTH WEER ZWAAR
GETEISTERD.
Het luchtwapen bracht, naar reeds gedeel
telijk in extraberichten is gemeld, nieuwe
vernietigende slagen toe aan de in het zee
gebied tusschen den Piraeus en Kreta ge
concentreerde transport-, materiaal- en be
wakingsschepen.
Zoo werden op 26 April in de Grieksche
wateren elf schepen met een gezamenlijken
inhoud van 48.000 brt. tot zinken gebracht.
Verder werd een Britsche kruiser ten noor
den van Kreta en 19 andere schepen door
bomtreffers beschadigd. Een gedeelte van
deze schepen kan als vernietigd beschouwd
worden. Op 27 April heeft het luchtwapen
een kruiser alsmede een koopvaardijschip
van 5000 brt. tot zinken gebracht en twee
andere kruisers en twaalf koopvaarders
zwaar beschadigd.
De bewegingen van de troepen van het
Duitsche leger tot zuivering van de nog
overblijvende gebieden in Midden-Grieken
land en de Peloponnesus verloopen stelsel
matig. Formaties van het luchtwapen vielen
in het gebied rondom Argos-Trioplis vijan
delijke strijdkrachten met goed succes aan.
In Noord-Afrika mislukten alle vijande
lijke aanvallen vanuit Tobroek. De vijand
leed zware verliezen. Duitsche en Italiaan-
sche duikbommenwerpers vielen op 27 April
onder bescherming van jachtvliegtuigen
Britsche artilleriestellingen rondom Mers-a
Matroeh aan en brachten door bomvoltref-
fers twee batterijen tot zwijgen.
Duitsche jachtvliegtuigen vernietigden in
een haven van het eiland Malta een vier
motorige Rritsche vliegboot van het type
Sunderland.
In het zeegebied rondom Engeland bracht
het luchtwapen gisteren en in derf afgeloo
pen nacht twee koopvaardijschepen met te
zamen 11,000 brt. tot zinken en beschadigde
vijf andere groote koopvaardijschepen zwaar
In den afgeloopen nacht bombardeerden
gevechtsvliegtuigen met zicht op de aarde
het werfterrein en de haveninstallaties van
Portsmouth. Brisant- en brandbommen
richtten vooral in de sfaatswerf nieuwe
groote vernielingen aan. Verder werden ha
vensteden in Cornwall en aan de Zuidoost
kust van Engeland aangevallen. Gisteren
gelukte het twee vijandelijke gevechtsvlieg
tuigen onder bescherming van een laaghan
gend gesloten wolkendek boven West-
Duitschland te komen. Door neergeworpen
bommen werden in een fabriek eenige per
sonen gedood of gewond. Er ontstond
slechts geringe materieele schade, waardoor
de productie niet stagneerde.
In den afgeloopen nacht werden boven
het Duitsche rijksgebied geen gevechtshan
delingen verricht.
In de periode van 23 tot 27 April verloor
de vijand in totaal honderd vliegtuigen.
Hiervan werden 26 in luchtgevechten en
door nachtjagers. 8 door de marine-artille
rie en lichte zeestrijdkrachten en 3 door
luchtdoelartillerie neergeschoten. 63 vlieg
tuigen werden op den grond vernield. In
dezelfde periode gingen 9 eigen vliegtuigen
verloren.
KORFOE BEZET. DESSIE ONTRUIMD.
Weermachtbericht no. 327 luidt als volgt:
Detachementen der luchtmacht en zwart-
hemden hebben gisterochtend Korfoe bezet.
In Cvrenaica. aan het front van Tobroek,
heeft de vijand wederom een poging tot een
offensief ondernomen met tanks en infan
terie: hij werd met verliezen teruggeslagen.
Formaties Italiaansche en Duitsche duik
bommenwerpers hebben in de omgeving van
Tobroek batterijen gemechaniseerde strijd
middelen en vijandelijke kampementen be
stookt.
..In Óost-Afrika wordt de druk van den
vijand voortgezet ook de dappere weerstand
onzer troepen duurt voort: Dessie is ont
ruimd. Vijandelijke aanvallen zijn afgesla
gen in den sector Alagi.
Een van onze duikbooten. onder bevel
van don corvettenkapitein Salvatore Toparo
r? ,n Atlantisehen Oceaan een vij-
an dein kon h"'nkruiser van 10.000 ton tot
zinken gebracht.
JONGETJE IN WATERPUT
VERDRONKEN.
teZnimdfl™vJ,nd ™erd door de familie J-
tnar dfi D°litie aangifte gedaan, dat
komen n'aritrf- zoontje niet was thuisge-
en neb P0'1'10 stelde een onderzoek in
's miHHoi fehocrfl had, dat de jongen
i TT ff® ^ari gespeeld op een terrein aan
zich abdnor Proo,straat. dregde zij in een
zien aldaar bevindende waterput. Daar
uit werd het lijkje later opgehaald.
EERSTE DUBBELE PRINCESSEBOONEN
nik"n(odD en croenteveiling „Poel-
'IK te Poeldijk werden de eerste dubbele
mcesseboonen aangevoerd, welke f 2.80
her kg. noteerden.