Brief uit
Nieuwediep
Reiskosten evacué's in mindering
loonbelasting
MzGPjrttipJ 0$.
BREGMAN
Ons bezit l
Abonneert U op dit blad
Zaterdag 3 Mei 1941
Vierde Blad
MxuUnieuiuj
ActueeCe felaótLn^iacu^iMeii*
Antiek tóe^eilaan, m&ent cmyt ntedew-e.>dle>i
Jftt
«ciehcr.
GOEDE PASFOTO'S
Op
't distributiebureau.
versaagt men niet
De treinen voor de
geëvacueerden
Aan fan ïïleni
Uaet&at
Liefdadigheids
wedstrijden
van Heldersche clubs?
Vele door de oorlogsomstandgheden gedu
peerden. zullen zich ongetwijfeld afgevraagd
hebben of er voor hen niet d. mogelijkheid
bestaat, dat de op he drukkende fiscale
lasten worden verminderd. In dit artikel wil
ik een overzicht geven welke mogelijkheden
daaromtrent voor hen ten aanzien van de
Loonbelasting, Inkomstenbelasting 1914, Ver
mogensbelasting, Personeele Belasting en
Grondbelasting open staan.
Loonbelasting.
Ingevolge art. 13, le lid van het Besluit
op de Loonbelasting is bij het opstellen van
de belastingtabel een bedrag van 100,
voor kosten tot verwerving van het loon en
ter zake van persoonlijke verplichtingen in
aanmerking genomen. De werkgever kan den
inspecteur echter verzoeken op de voor hem
gehouden loonbelastingkaart een aanteeke-
ning te stellen, inhoudende, dat op het loon,
alvorens de belastingtabel daarop wordt
toegepast, een bedrag m mindering wordt
gebracht wegens hoogere kosten tot verwer
ving van het loon of wegens persoonlijke ver
plichtingen. Als kosten tot verwerving wor
den aangemerkt alle uitgaven, die onmiddel
lijk of middellijk voor de vervulling van de
dienstbetrekking moeten worden gedaan,
zooals contributiën voor vakvereenigingen,
aanschaffingskostèn voor gereedschappen en
beroepskleeding of afschrijving op zoodanige
goederen, indien zij, naar de ervaring leert,
langer dan een jaar in gebruik zijn. Ingevolge
par. 11 der Leidraad moeten onder kosten tot
verwerving dezeflde kosten worden begrepen
als die welke in het eerste en tweede lid van
art. 10 op de Wet op de Inkomstenbelasting
1914 zijn omschreven. Nu heeft de Hooge Raad
eenige malen beslist, dat geen reiskosten mo
gen worden afgetrokken, indien iemand om
persoonlijke redenen elders woont dan waar
hij zijn beroep uitoefent.
Indien iemand buiten zijn woonplaats
een tijdelijke betrekking vervult, mogen
de reiskosten worden afgetrokken, indien
een ander in zijn plaats eveneens heen
weer zou reizen. Een geëvacueerde
uit Den Helder vervult zijn betrekking
nog in Den Helder. Kan hij met kans op
succes den inspecteur verzoeken op zijn
loonbelastingkaart een aanteekening te
stellen, dat fiscaal een bedrag van zjjn
loon wordt Afgetrokken wegens hoogere
kosten tot verwerving van het loon en
persoonlijke verplichtingen dan 100.
in verband met de door hem te maken
reiskosten
Naar mjjn meening hebben deze kos
ten alleen reeds door de evacuatie een
zakeljjk karakter verkregen. Immers
een ieder ander in zijn plaats zou in Den
Helder niet öljjven overnachten. Op wel
ke wjjze deze aftrek eventueel kan wor
den verkregen, het recht van reclame en
beroep, is door mjj reeds in mijne' uiteen
zetting over de Loonbelasting besproken.
Ontheffing bj inkomstendaling be
neden y4 van den aanslag.
Als een gevolg van de oorlogsomstandig
heden, zullen er belastingplichtigen zijn, die
hun bedrijf of beroep hebben moeten staken.
Wanneer door dit staken hun belastbaar
inkomen daalt beneden drie vierde van het
bedrag, waarmee hun aanslag is of wordt
geregeld, kan over de nog niet ingetreden
maanden van het belastingjaar eene onthef
fing op dien aanslag worden verleend.
Deze ontheffing wordt echter niet ver
leend, wanneer binnen drie maanden het be
lastbaar inkomen, door het ontstaan eener
nieuwe bron van inkomen uit bedrijf of be
roep, vruchtgenot of periodieke uitkeering,
stijgt tot boven het hierboven bedoelde drie
vierde gedeelte. Een hotelhouder in Den
Helder, staakt zijn bedrijf in de maand Mei
1940. Zijn aanslag in de inkomstenbelasting
19401941, bedroeg 8000.waarvan
6000,— uit het bedrijf. Hij heeft recht op
ontheffing over 11 maanden, berekend naar
het verschil tusschen zijn aanslag en een
aanslag, die geheven zou zijn, indien hjj
slechts 2000,inkomen had. Gaat de ho
telhouder in de maand Juli 1940 in de plaats
Y een hote' openen, waarvan de belastbare
opbrengst 4000,— zal bedragen, dan heeft
hij geen aanspraak op ontheffing, omdat door
een nieuwe bron van inkomen zijn belastbaar
inkomen stijgt tot het drie vierde gedeelte
van het inkomen volgens zijn aanslag
8.000,Zou het hotel slechts 2000,
winst opleveren, dan heeft hij wel aanspraak
op ontheffing, terwijl de 2000,— verwachte
winst bij de berekening der ontheffing buiten
beschouwing blijven.
De aanvragen om ontheffing moeten
uiterlijk binnen drie maanden na afloop
van het belastingjaar schriftelijk wórden
aangevraagd aan den inspecteur, in wiens
dienstkring de aanslag is opgelegd, dus
in elk geval voor 1 Augustus 1941. Van
de beslissing van den inspecteur, staat
binnen een maand beroep open bij den
raad van beroep.
Vermogensbelasting.
De vermogensbelasting kent slechts een
recht om ontheffing in geval van het eindi
gen van het vruchtgebruik of van een recht
op een lijfrente.
Personeele Belasting.
De gebruiker van een perceel, die dit ver
laat zonder eenige roerende goederen daarin
achter te laten en niet binnen zes weken daar
na een ander of hetzelfde perceel in gebruik
neemt, wordt op zijn aangifte, ontheffing ver
leend van zijn aanslag naar de grondslagen
huurwaarde en meubilair over de maanden
van het jaar, die tijdens het verlaten van het
perceel nog niet zijn ingetreden. Neemt de
belastingplichtige wel binnen zes weken een
ander perceel in gebruik, waarvan de belast
bare huurwaarde lager is dan die van het ver
laten perceel, dan wordt, wanneer het verschil
meer bedraagt dan een vierde van laatstge
noemde huurwaarde, op zijn aangifte geheele
of gedeeltelijke ontheffing verleend van zijn
aanslag naar de grondslagen huurwaarde en
meubilair over de maanden van het jaar, die
tijdens het verlaten van het perceel nog niet
zijn ingetreden. Grondslag voor de berekening
der ontheffing is het verschil in hoofdsom
tusschen den opgelegden aanslag en de belas
ting, die voor het in gebruik genomen perceel
over gelijk tijdvak zou zijn geheven.
Een geëvacueerde, die dus zijn meubi
lair laat opslaan en ergens op gemeubi
leerde kamers gaat wonen, heeft aan
spraak op ontheffing. Is een en ander In
Mei 1940 geschied, dan heeft hjj recht op
on heffing over de maanden Juni tot en
met December 1940.
Bewoonde de geëvacueerde voor de evacu
atie een huis met een huurwaarde van 600,
en na de evacuatie een huis met een huur
waarde van 400,dan heeft hij ook in dit
geval recht op ontheffing.
Deze ontheffingen moeten worden aange
vraagd binnen zes weken na het verlaten van
het perceel aan den inspecteur, in wiens in
spectie de aanslag is vastgesteld.
Ook dan!
Het zal ook zijn voorgekomen, dat een
geëvacueerde zijn woning heeft verlaten,
terwijl de meubels in het huis bleven
staan. Heeft hij deze woning gedurende
niet meer dan tien dagen in het geheele
jaar bewoond, dan kan hij de geheele
personeele belasting naar de grondslagen
huurwaarde en meubilair terug krijgen.
Neemt de geëvacueerde echter een andere
woning in gebruik en wordt hem hiervoor
geen aanslag opgelegd op grond, dat hij het
eerste perceel binnen zes weken heeft ver
laten, dan bestaat geen recht op teruggaaf
van belasting.
De teruggaaf moet zes weken na afloop
van het kalenderjaar, dus nu uiterlijk medio
Februari 1942, aan den inspecteur worden
aangevraagd.
Van de uitspraak van den inspecteur staat
weer binnen dertig dagen beroep open bij
den raad van aeroep.
Grondbelasting.
Voor getouwde eigendommen, die met
hunne gebouwde aanhoorigheden gedurende
twaalf achtereenvolgende maanden onge
bruikt en onverhuurd gebleven zijn, wordt
aan hem, die gedurende dat geheele tijdvak
daarvoor is aangeslagen, de belasting terug
gegeven.
Ontheffing of vermindering der belasting in
evenredigheid tot het geleden verlies wordt
toegestaan voor eigendommen, waarvan on
voorziene rampen de opbrengst of het genot
met meer dan 20 hebben doen verloren
gegaan.
Ter bekoming van teruggaaf, ontheffing
of vermindering, moet de belanghebbende een
bezwaarschrift, onder overlegging van een
dubbel van zijn aanslagbiljet, indienen bij
Gedeputeerde Staten; voor teruggaaf van
belasting wegens het ongebruikt en onver
huurd zijn, binnen 30 dagen na afloop van de
6 voor 1 gulden.
Atelier open van 105
Zondags gesloten.
de twaalf maanden; voor ontheffing of ver
mindering wegens onvoorziene rampen ten
tijde, dat de schade kon worden opgenomen.
P. Hajonides v. d. Meulen,
Bealstingconsulent.
BEANTWOORDING DER GESTELDE
VRAGEN.
6. H. te W. ontvangt pensioen per 15 Fe
bruari; 15 Mei; 15 Augustus en 15 November.
Op 15 Februari 1940 is hem over drie maan
den loonbelasting ingehouden. Hij vraagt of
dit juist is, daar hij tot 31 December 1940 in
komstenbelasting moet betalen en derhalve
over het tijdvak 15 November 194031 De
cember 1940 dubbel belasting heeft betaald.
De loonbelasting wordt voor de eerste maal
geheven van loonen over loontijdvakken, welke
na 31 December 1940 eindigen. In dit geval
eindigt het loontijdvak 15 November 1940-15
Februari 1941 na 31 December 1940 en moet
dus over dit pensioen loonbelasting worden
betaald. Vrager betaalt echter ook inkom
stenbelasting van dit pensioen over het tijd
vak 15 November 1940—31 December 1940.
Ik adviseer, dat vrager zich ter verkrijging
van een billijker regeling -in dit geval tot het
Departement van Financiën wendt.
7. M. te S. vraagt in welke klasse haai
zoon valt, daar deze kostwinner is.
Het zijn van kostwinner heeft op zichzelf
geen invloed op de beslissing in welke klasse
van de belastingtabel de belastingplichtige
wordt geplaatst. Wel kan hij aftrek krijgen
van het belaste loon, alvorens de belasting
tabel daarop wordt toegepast, wegens buiten
gewone lasten. Vrager zij hiervoor naar mijn
antwoord op vraag no. 5 in het nummer van
26 April j.1. verwezen.
8. N. heeft te Den Helder een huis sedert
Juli 1940 ledig en verlaten staan. Deze week,
schrijft hij, krijgt hij een biljet grondbelasting
thuis. Het bedrag was ruim verdubbeld. Hij
vraagt of hij voor 1941 (Je volle grondbelasting
moet betalen en of hij straks ook nog weg- of
straatbelasting moet betalen.
Met ingang van het belastingjaar 1941 wor
den 120 opcenten op de aanslagen in de grond
belasting wegens gebouwde eigendommen en
100 opcenten op de aanslagen wegens onge
bouwde eigendommen geheven. Vandaar de
verhoogde belasting.
Vrager moet de belasting betalen, maar als
het pand begin Juli 1941 nog onverhuurd en
ongebruikt staat, kan hij teruggaaf van be
lasting verzoeken. Ik verwijs hem naar wat
ik over de ontheffingsmogelijkheid ten aanzien
van de grondbelasting in dit blad schreef.
De kwestie van het straatgeld kan ik niet
beoordeelen, daar dit een gemeentelijke ver-,
ordening betreft, die ik niet in mijn bezit heb.
Ter gemeente-secretarie van Den Helder zijn
hieromtrent inlichtingen te verkrijgen.
9. L. te O. vraagt nadere inlichtingen over
het antwoord op vraag 1, geplaatst in het
nummer van 19 April j.1. Hij voert o.a. aan,
dat zoo iemand drie dagen in de week bij A
werkt en 15.verdient en drie dagen in de
week bij B, waar hij eveneens 15.verdient,
hij vrijgesteld zou zijn van loonbelasting, ter
wijl indien hij de geheele week bij A werkt
tegen een loon van 30.hij wel loonbelas
ting verschuldigd is.
Inderdaad is de werknemer in de gevallen
als door vrager bedoeld, ten aanzien van de
loonbelasting in een voordeeliger positie als
hij bij meerdere werkgevers arbeid verricht
dan wanneer hij bij één patroon werkt. Blijkens
par. 1 der Leidraad vallen de werknemers in
de inkomstenbelasting, wanneer ten gevolge
van het feit, dat een werknemer tegelijkertijd
meer dan één dienstbetrekking heeft of dat
echtelieden tegelijkertijd ieder een dienstbe
trekking hebben, zij in niet onbelangrijke
mate minder of geen loonbelasting verschul
digd zijn.
Accountantskantoor
Leeraar M.O.
Lid Ned. Gen. v. Acc. Lid N. I. v. B.
Loodsgracht 72 Tel. 650
Ook hedenmiddag is het kantoor
in de Spoorstraat geopend.
Toen gistermorgen ook het personeel
yan den Distributiedienst aan de Spoor
straat genoodzaakt was met alle b«-
söheiden en bonnen te verhuizen naar
het Gebouw van den Gemeentelijken
Geneeskundigen en GezondheidsDienst
aan de Boerhaavestraat, had niemand
kunnen vermoeden, dat deze verhuizing
maar van zóó tijdelijken aard zou zijn.
Want reeds gistermiddag deelde ons de
leider van den Distributiedienst, de heer
Everards, ons mede, dat men heden
ochtend weer het kantoor in de Spoor
straat zou betrekken en dat daar de
dienst normaal voortgang heeft.
Het lijkt ons niet overdreven als wij
hier een woord van waardeering uit
spreken aan het adres van den heer
Everards en zijn ambtenaren, die blijk
baar „voor niets staan" en gisteren
voor de... 8ste maal gedurende het be
staan van den distributiedienst van
honk verwisselden. Van aanpassings
vermogen gesproken...
Men neme er goede nota van, dat ook
vanmiddag de deuren van het Bureau
geopend blijven en dat men alle distri
butiezaken normaal aldaar kan afhan
delen. Dit als speciale service van dezen
dienst.
We zouden vandaag nog, in verband met
de ingang van de zomerdienstregeling van de
Ned. Spoorwegen, op Maandag a.s. éven uit
voeriger vermelden de treinen, waarbij spe
ciaal onze geëvacueerden gëïnteressèerd zijn.
De eerste trein vertrekt uit Alkmaar om
6.07 u., St. Pancras 6.10 u., H. Hugowaard
6.20 u., N. Scharwoude 6.29 u., Schagen 6.42
u., Oudesluis 6.45 u., Anna Paulowna 6.58 u.
Stopt in Breezand en Koegras. Aankomst
Den Helder 7.11 u.
De tweede trein, die om half acht van Alk
maar vertrok, rijdt nu om 7.07 u. van Alk
maar. Vertrek St. Pancras 7.10 u., H. Hugo
waard 7.20 u., N. Scharwoude 7.29 u,, Scha
gen 7.42 u., Oudesluis 7.45 u., Anna Paulow
na 7.58 u. Aankomst Den Helder 8.11 u.
De terugreis van Den Helder naar Alkmaar
en tusschenliggende stations heeft plaats met
de treinen, vertrek uit Den Helder 17.45 u.
Aankomst Anna Paulowna 18.u., Oudesluis
18.04, Schagen 18.16 u., N. Scharwoude 18.29
u., H. Hugowaard 18.36 u., St. Pancras 18.43
U. Aankomst Alkmaar 18.50 u.
Vertrek Den Helder 19.45 u. 'Stopt te Koe
gras en Breezand. Aankomst Anna Paulowna
20.00 u. Oudesluis 20.04 u. Schagen 20.16 u.,
N. Scharwoude 20.29 u. H. Hugowaard 20.36
u. Aankomst Alkmaar 20.48 u.
DRONKAARD OP PAD.
Gisterenmiddag om vier uur ontdekte de
politie, dat zich een dronken man langs
's heeren wegen begaf, hetwelk een aanstoot
gevend schouwspel opleverde.
Dus aarzelde de politie niet deze drinke
broer in te rekenen en hem in een der cellen
van.het Hoofdbureau gelegenheid te geven
tot volkomen ontnuchtering.
CORRESPONDENTIE.
A. W. Uw artikeltje zou zin gehad heb-,
ben voor de gebeurtenissen van Donderdag
middag. Nu komt het niet erg van pas. U
zult dat vermoedelijk wel met ons eens zijn.,
W. G. Ergernis. Uw ergernis van Woens
dag is opgeruimd, maar er zijn Donderdag
zooveel ergernissen bijgekomen, dat wel een
pagina klachten zou kunnen vullen. U doet
het best, bij dergelijke ervaringen, het kan
toor van de Gem. Reiniging even op te bel
len. Daar ruimt men de zaken dan zoo snel
mogelijk op. Ook wij hebben dat gedaan. He
laas was de toestand, door de gebeurtenissen
van Donderdag, weer zoo veel verergerd.
Red. Held Crt.
Geslaagd voor het vergelijkend examen
van de Nederl. Heide Mij., onze oud-stadge
noot, de heer J. Deelder, thans te Drieber
gen, assistent-leerling van het Staatsbosch-
beheer.
Nieuwediep, 2 Mei.
Beste Jan.
Ik had gisteren het plan je een hecleboel
commentaar op je laatste epistel te leveren.
Niet alleen omdat je het zoo verdraaid aardig
opgemerkt had wat er, verbatul met die
muizen-geschiedenis, allemaal op de redactie
gebeurt, maar ook omdat er natuurlijk nog
wel het noodige méér over te vertellen valt.
Maar het zullen wel de omstandigheden zijn,
die me alle lust tot gekscheren en grapperijen
vandaag ontnemen, omstandigheden, waarover
ik je ter zijner tijd mondeling nog wel eens
het een en ander vertellen zal. Ik wilde het
over iets anders hebben en als diegenendie
dank zij jouw slordigheid wel eens een oog in
deze correspondentie slaan, het vervelend en
on-interessant vinden, dan mogen ze dat vin
den en dan kan me dat geen steek schelen.
Ik wou, Jan, dat de oorlog achter den rug
was. Nu weet ik wel, dat je zal zeggen: heb
je vandaag geen Ander nieuws T maar tracht
me even ie laten uitpraten, iets wat je al zoo
dikwijls gedaan hebt.
Die oorlog gaat me drukken met een ge
wicht, dat wel \eel zwaar op me rust. Zóó
zwaar, dat je je wel eens gaat afvragen of je
dat tenslotte allemaal wel zult kunnen blij
ven dragen.
De mensch is een enorm „aanpassings-dier",
dat werd in de voorbije anderhalf jaar waar
achtig wel bewezen. Wy, die ook in Den Hel
der leefden in het paradijs van rust en vrede
en die ons alleen maar dik plachten te maken
over al die dingen, waarvan we nu zoo lang
zamerhand gaan bevroeden dat het onbeschrijf
lijk kleine beuzelarijtjes waren, niemandalle-
tjes die het noemen 'nog niet eens waard ge
weest zijn.
Toen kwam de oorlog, dat kwade beest, en
toen wy, na 5 dagen van hoop en wanhoop
dachten, dat het voorbij waskijk, toen
hebben de goden gewild dat het eerst pas be
gon. Vraag het maar aan de Rotterdammers
en aan de Vlissingers en aan de Nieuwediepers.
't Valt op den duur niet mee Jan. Eerst denk
je: nu ja, ook dat zal wel wennen, maar ik
geloof niet dat er in de wereld wat moeilijkers
bestaat om aan te wennen dan juist zoo'n
oorlog. Eerst waren daar bij ons de bombar
dementen, toen de massale uittocht en daar
nahet afwachten op het einde. En dat doen
we nu al een heelen tyd, beste Jan, en velen
wordt het te machtig.
Nee't zijn bittere tijden hier voor ons in
Den Helder. Als je van den zomer nog aan
komt zul je hetzelf wel zien. Een stad met
gaten ertn en brokken er uitgeslagen. Een stad,
waardoorheen de Dood schreed, keer op keer
en die veel van haar vriendelijke bekoring van
weleer verloren heeft.
Vergis je niet en meen niet, dat we wan
hopen aan het Marsdiep. Integendeel, we
blijven vol goedenmoed en er zal heel wat
moeten gebeuren, voor en aleer we het hoofd
in den schoot leggen en met de handen over
elkaar gaan zitten.
Maar je moet wel sterk zijn om er geestelijk
bovenop te blijven. Al die opstoppers van dat
gene, wat men het noodlot kan noemen, blyven
je niet in je kouwe kleeren zitten en telkens
weer moet je eigenlijk een soort persoonlijk
„geestelijk réveil" houden om met je-zelf in
het reine te komen.
Voor den een is dat lichter dan voor den
ander. Velen hechten weinig waarde aan al
datgene wat men ,&ardsch slijk" kan noemen.
Het materieele gaat voorbij en wat beteekent
dan het verlies van deze materie f Er zijn an
deren, die er niet aldus over denken. Die met
handen en voeten, met duizend stalen kettin
gen, aan die materie vastgeklonken zitten.
Voor hen beteekent het verlies van het huis,
van het brood en de betrekking alles. Zij zijn
het, die toch eigenlijk het diepst te beklagen
zijn en van wie je je wel eens afvraagt hoe ze
het hoofd boven water moeten houden in een
tijd, die inderdaad een „TJmwertung aller
Werte", om je eigen Nietscheaansch citaat te
citeeren, te zien geeft.
Eén ding echter leeren wij, Nieuwediepers,
echter wel: en dat is de betrekkelijkheid, het
vergankelijke van alle aardsch bezit. Men kan
daar, ieder naar zijn eigen aard, over denken
zooals men wil, het feit valt niet weg te
cijferen.
En zoo is dezen tijd een tijd waarin wij, be
woners van deze stad, leeren na te denken.
En dat kan, beste Jan, zijn baet afwerpen.
Voor later, later als we weer thuis komen
en elkander zullen aanzien en niets zeggen.
't Is vandaag stil in Den Helder. Maar het
is geen stilte, die weldadig op een mensch in
werkt. Het is een andere stilte. Het zal deze
stilte wel zijn, die me al deze woorden in de
pen gegeven heeft van de week. Mocht je het
een brief vinden zonder „nieuws"'t zij zoo.
't Moest er tian de week even uit.
Volgende keer maar weer de daverende f
gen dezer dagen.
Met beste groeten van huis lot huis,
je toegenegen
Cornet.
Ons bezit, dat is ons persoonlijk eigendom
koesteren we bijna als ons leven. Tenminste,
dat hebben we altijd gemeend. We zijn ge
hecht aan ons eigen huis, en wie heeft dat niet
in Den Helder f, aan onze meubelen, onze
boekenschat, onze schilderijen, ons eigen bed,
kortom aan alles dat we met hard werken,
met zuinig sparen, met veel overleg bij elkaar
hebben gekregen. Niet te'vergeten onze eigen
zaak, waarin we ons brood verdienen, die we
met veel moeite hebben groot gemaakt of ren
dabel en die we ook alweer als iets van onszelf
beschouwen, waarvan we nooit geheel los
zouden komen.
Zoo was het. Men zou onze bezittingen niet
te na moeten komen. We stonden er voor op
de bres met alles wat in ons was en we ploeter
den om meer bezit te veroveren, om ons vaster
te zetten op dit ondermaansche, om meer
stoffelijke zekerheid te krijgen. Je kon nooit
weten. Als de oude dag eens komt of als we
eens ziek worden. Als we eens niet meer in
staat zouden zijn te werken. Dan wilden we
toch vóór alles zekerheid hebben, dat we niet
afhankelijk zouden worden van de familie of
van onze kinderen en niet gaarne, dat we in
armoede of materieele zorg achter zouden
blijven.
Zoo gaven we de beste jaren van ons leven
voor de vermeerdering van ons stoffelijk bezit.
En we hebben nimmer beseft, dat dit alles op
zoo losse schroeven stond, dat het waarlijk een
huis was, dat op zandgrond was gebouwd en
dat geen vastheid van bodem had. Eén aard
beving (we kennen ze gelukkig niet) en heel
dat stoffelijk bezit van ons lag in puin. Eén
bom (en die kennen we helaas welen alles
waar we zoo stevig op vertrouwd hadden ligt
als ,Mof" tegen de vlakte. Stof zijt ge, dat
geldt hier ook in den meest letterlijken zin van
het woord, en tot stof zult ge weerkeeren.
We stonden gisteren bij de schamele resten
van een eens goed gevestigde zaak. De jonge
eigenaar stond, letterlijk, op de puinhoopen van
zijn materieel bezit. Hij vertelde ons, dat zijn
grootmoeder nog de grondlegster was geweest
van de zaak. Twee generaties hadden er aan
gewerkt en er een zaak van gemaakt, die een
uitstekenden naam heeft in onze stad.
Eén bom en alles was vernietigd. Voor dui
zenden was er weg, een levenswerk vernield.
Tot stof teruggekeerd. De grijze massa was
nauwelijks tot rust gekomen.
Er staat in den Bijbel een woord van diepe
wijsheid over het bezit van onze aardsche
goederen. We moeten ze bezitten als niet be
zittende. Wie dat verstaat draagt de teleur
stelling van het .afbreken van zijn werk rustig
en overgegeven. Wie het niet verstaat wordt
een opstandeling, 'een mensch die vloekt tegen
de omstandigheden, een die zijn leven ver-
wenscht.
Er zyn veel menschen, die die Bijbelsche
waarheid geleerd hebben en die niet meer
praten over het verlies, dat ze leden, maar
alleen dankbaar zijn voor wat ze overhielden,
n.l. hun leven. Dat was het voornaamste. Daar
bij viel het verlies van al die stoffelijke dingen,
waaraan we vroeger zoo gehecht waren, in het
niet. Wie zijn leven behield, die kan weer op
nieuw beginnen, die weet, dat er straks met
hem meegebouwd zal worden aan dat nieuwe
begin en dat hij na den zwarten nacht van
dezen tijd een nieuwen morgen zal mogen be
groeten, waarop het licht van den vrede zal
schijnen.
Laat het ons leeren, de dingen te bezitten
als niet bezittende
De heer Goudswaardt probeerde deze week
in een ingezonden stuk in Uw blad om de
voetbalsport in Den Helder weer wat leven in
te blazen. In Uw onderschrift, waar ik vol
komen mee accoord ga, heeft U de bezwaren
van voetbal in Den Helder onder de huidige
omstandigheden m.i. duidelijk uiteengezet.
Nu wij echter in onze stad niet kunnen
voetballen lijkt het mjj niet onmogelijk om
met onze Heldersche voetballers buiten Den
Helder wedstrijden te. gaan spelen.
Er kan met de spelers, die nu nog hier
werkzaam zijn, een behoorlijk elftal gevormd
worden, dat eiken tegenstander in den kop
van Noord-Holland, tot Alkmaar toe, ook be
hoorlijk partij kan geven.
Wanneer wij nu probeerden om in de ko
mende maanden met zulk een elftal wedstrij
den te spelen en aan de besturen van de
tegenpartij verzochten om een gedeelte van de
recette te willen afstaan voor een liefdadig
doel, b.v. voor onze plaatsgenooten, die door
den oorlog het zwaarst zijn getroffen, lijkt
het mij niet onmogelijk, dat dit plan kans van
slagen heeft.
Dit plan zou eerst goed voorbereid moeten
zijn. medewerking van de Pers, clubbesturen,
N.V.B. en Plaatselijk bestuur is hier voor
noodig.
Zoonoodig kan een comité gevormd worden,
dat zich met de voorbereiding en uitwerking
belast.
Daar er in Den Helder ten dienste der lief
dadigheid door onze voetballers reeds veel is
gedaan, getuige de wedstrijden, die in den
loop der jaren voor T.B.C.-bestrijding, Marine-
Rampenfonds e.a. zijn gespeeld, zal er, nu het
voor eigen plaatsgenooten gaat, zeker niet te
vergeefs een beroep op hen gedaan worden,
terwijl wij dan tevens op de belangstelling
van het publiek, voornamelijk op de geëva
cueerden, moeten kunnen rekenen.
W. J. A.