M
H
UIT DE GESCHIEDENIS VAN
HET BROOD
fi-tite fong^fvi en meilj&l!
£entedacf,
Nieuw Raadsel
3
6
Kaóianjei
Oplossing raadsel vorige week
Baksteen maken
Kalk maken
Een hond redt een mensenleven
Gaat dat even fijn!
Vandaag schrijven we 2 Mei en toen ik zo
even een rondtocht door de stad maakte, om
eens poolshoogte te nemen, hoe het er overal
uitzag, toen kreeg je de neiging om eens even
naar de kalender te kijken en je af te vragen
of die „ei" van Mei geen „aart" van Maart
moest zijn. Wat was die wind nog koud.
Maar als je nu ziet hoe de vogels hun best
doen hun nesten te bouwen, dan weet je, dat
de kalender niet in de war is. Van de week
zaten tal van spreeuwen op de hertenruggen
in het Hertenkamp. En wat deden ze daar?
Ze plukten het winterhaar van de herten
voor hun zomernest. Met spreeuwenbekken
vol vlogen ze telkens weg en gingen dan een
boom in of je zag ze ergens onder de pannen
verdwijnen om daar een warm holletje te
maken. Ja, 't is toch voorjaar, hoor, dat zie
je wel aan de bomen ook en als de wind maar
naar de goede hoek wil kruipen, dan merk je
het ook wel aan de temperatuur.
Vandaag is weer de verloting van „de lek
kere hap" aan de beurt. De taart staat op
het programma. Laat ik maar niet te lang
wachten met te vertellen, wie die op mag
snoepen. Hier staat de naam van de geluk
kige.
FENNECHIEN MOLEMA,
Klaverstraat 12, Julianadorp.
En nu als de drommel aan de briefjes,
want ik ben laat met de beantwoording en
het is helemaal niet onmogelijk of ik kom
er vandaaag niet doorheen. Maar kom, laat
ik in het begin de moed al niet verliezen.
Annie v. Rijnen. Die mooie tekening van
jou en dat aardige versje is helemaal in het
vergeetboek geraakt, Annie. Wat zal je
teleurgesteld geweest zijn. Het spijt me ook,
dat ik je moet teleurstellen, om de eenvou
dige reden, dat het versje niet in de krant
afgedrukt kan worden, omdat het heenwijst.
naar het plaatje, dat we niet kunnen repro
duceren. Jammer, hè
Nellie Baljc. Dat is heel gauw verteld,
Nellie, of jij welkom bent. Want dat ben je,
hoor, en nog wel hartelijk ook.
Jan v. d. Kraats. De raadselbus is nu
duidelijk genoeg aangegeven, Jan, ér staat
met witte verf op „Kinderbriefjes en raad
seloplossingen". Je kan dus niet meer twij
felen, als je in de vestibule bent. Wat een
plannen heb je. De Zeevaartschool. Als eerst
de vaart maar weer vrij is, dan kunnen onze
mensen weer de zee bevaren, want een zee
varend volk zullen we blijven.
Hanny v. Linge. Gelukkig, dat jij weer
zo lekker bent als kip, Hanny na je ziekte
van drie weken. Of het in Mei vrede is? Ja,
dat willen we allemaal héél graag ei} daarom
houden we er aan vast, maar, maar, ik ga
er aan twijfelen. Onmogelijk is het natuurlijk
ook niet, iiet ka.i soms snel en onverwacht
gaan, zoals de oorlog ook snel en onver
wachts over ons gekomen is. Laat ons in
ieder geval de hoop vasthouden. Ik geloof in
geen geval, dat het nog maanden duren zal.
Andries Woort. Dus vader en moeder
waren tevreden over je rapport, Andries. Nu,-
onze jongens zijn yan de week ook thuis ge
komen met de cijferlijst en wij waren ook
best tevreden. En alle drie zijn ze ook naar
een hogere klas gegaan. Fijn is dat, vind je
niet, zo'n nieuwe klas, een nieuwe juffrouw
of een nieuwe meester. Alles nieuw.
Rika Woort. Ja, dat is goed, Rika,
stuur jij maar een verhaaltje, tenminste... als
je het zelf geschreven hebt, want anders moet
je het maar niet doen, omdat ik nog zoveel
verhalen bob, die nog geplaatst moeten
worden,
Hans Dirksen, Julianadorp. Hoe is het
ermee, Hans? Ben je alweer uit het zieken
huis vandaan 't Is jammer, dat je dat niet
geschreven hebt, want waarschijnlijk kan ik
volgende week wel eens een uurte vrij maken
orr naar je toe te komen. Misschien kunnen je
vader of moeder het Maandag even op kan
toor komen vertellen. En als je weer rond
stapt, dan kom je natuurlijk zelf. Tot ziens
dus. Dank voor dat leuke raadsel.
Rika Itoningstein. Graag had ik zelf even
op dat feest van je grootvader en grootmoeder
gekomen, Rika, maar... die tijd, o die tijd.
't Is fijn geweest, hè, en de foto vond je dus
goed. Met die gouden bruiloft zal het feest
inderdaad wel grooter geweest zijn. Het is
nu geen tijd om recht hartelijk feest te vie
ren. Maar die ijd komt weer, geloof dat.
Hannie Elout. Fijn, dat jij zo'n verruk
kelijke vacantie hebt gehad, Hannie. Als je
ook dicht bij de duinen woont, dan moet het
wel fijn zijn. uuinen, bos, zee, wat wil je nog
meer. Jullie beiden, jij en je tweelingbroer,
nog wel harte'ijk gefeliciteerd. Hannie, met
je gemeenschappe'ijke verjaardag. Dat is
aan één kant wel leuk, samen, op één dag,
aan de andere kant weer niet, want nu mis
je een extra feestdag.
Ma rietje Tol, W.Waard. Stel je voor,
dat jij eens de taart wint, Marietje, wat zal
je je tong strelen, die behoeft minstens in
vijf dagen geen lekkers meer te proeven.
Tini v. d. Pol. Nu heb je warempel al
weer twee weken moeten wachten op ant
woord, Tini. Neem het me maar niet kwalijk,
hoor, ik krijg zóveel briefen. Heb jij in de
Donkere-duinen-vfjver alleen maar jonge
karpers gezien en geen goudvissen? Nu, ik
denk, dat die vissen in liét goud er toch ook
wel zijn, hoor, maar ze hebben zich natuur
lijk een tijdje opgeborgen, want je moet zui
nig zijn met goud. Hier volgt het leuke vers,
dat je me zond:
De hemel is blauw en
Het zonnetje lacht,
De lucht is zo zuiver,
Het koeltje zo zacht.
Geen ijs meer in 't water
Geen sneeuw op de grond,
De bloemekes spreiden
Huri geuren in 't rond.
De vogelen zingen
Met lieflijk geluid,
De vlindertjes fladd'ren
Om bloemen en kruid.
De kinderen hupp'len
Het pad op en neer,
En zingen en juichen:
„Wat is het mooi weer!"
Door J. H. Bruining.
Henrdik Heijligers. -Je hebt nu de plaatjes
zeker ontvangen, Henk? Het was een ver
zuim van een van de kantoordames. Ik heb
haar even boos aangekeken, hoor, dus je bent
gewroken. Ben je overgegaan met 1 Mei?
Zoals je ziet heb' ik je stenenbakkerij opge
nomen en ook je kalkfabricatie. 't Is erg
leuk, alleen jammer,, dat bij de meesten de
kachel wel uit zal zijn. Enfin, dan maar be
waren tot de volgende kachelperiode.
Trijntje v. Strlen. Gezellig Trijntje, zo'n
paar. vrije dagen op Texel. Ik kan Soms naar
het eiland aan de overkant verlangen. Ik
heb het in geen maanden gezien. Zelfs niet
uit de verte. Het verhaal over die onbeleefde
bediende zal ik eens opnemen, hoor. Mis
schien volgende week.
Thea Laan. Ben je lang in de vacantie-
kolonie in Bergen aan Zee geweest, Thea
Was je daar in het Russenduin Ik heb die
burcht meermalen zien liggen.. Wat ,.een ge
bouw en wat ligt het daar fijn tussen die
heuvels. Verstandig van je, dat je ook mee
bent gaan doen met de raadsels. Want je
weet..., enfin, dat behoef ik jou niet te ver
tellen... het boek, de, taart. Ja, inderdaad
bedoelde ik of je een nichtje was van Tiny
uit de v. Galenstraat.
Alie v. 't Hert. Smaken verschillen, Alie.
Jij vond het versje, dat je me toezond, niet
erg mooi. Ik vind het juist prachtig. Het is
niet grappig, maar het is zo fijn gezegd. Je
ziet, wat de dichter ziet. Je moet het zelf
nog maar eens rustig lezen en dan begint het
te leven voor je, dan wordt het net een
schilderij, waarop jé de kastanjes ziet en de
kaarsen staan te branden. Doe het maar
eens. Ik zal het hieronder laten volgen:
Nina B.; Klaas de V.; Willie V.; Henkie en
Jantje S.; Martha B.; Kees de B.; Dieuwi S.;
Hannie v. L.; Tim v. d. W.; Wim N.; Maar
ten v. V.; Co v. V.; Greetje v. L.; Piet en
Freek B.; Jopie M.; Mientje F.; Piet S.; Lu-
cie W.; Kinderen B.; Gilles H.Jessie B.;
Trijttje K. Anni K.; Jacob B.; Marietje en
Piet D.; Gerrit de B.; Teunis de B.; Trientje
P.; Coba B.; Jan v. dK.Agnes en Mientje
de H.; Wim A.; Jan V.; Annie V.; Greetje
K.; Paul L.; Joep van D.; Willem van D.;
Hanne van E. G.
1
2
4
7
Horizontaal:
1. Plaats in 't Gcoi.
4. Wordt met de Paasdagen veel gegeten.
5. Jongensnaam.
7. Eend.
Verticaal:
1. Roofdier.
2. Deel van de mast.
3. Een der windstreken.
6. U.
Het is een heldere dag -ri Mei,
De wind waait lustig, de,zon schijnt blij,
Op bloeiende paarse seringen,
En gouden regen in gele tooi,
En alles is zoo mooi, zoo mooi!
En alle vogels zingen.
En zie hoe blauw de hemel blauwt,
Boven de weiden -geel als goud,
De zonnige bloeiende landen,
En zie de kastanjebomen daar staan;
Daar groeien witte kaarsjes aan,
Wat zullen die kaarsjes aardig staan,
Wanneer ze vanavond branden.
Geertje Laan. Ik ben laat, Geertje, tien
dagen bijna te laat, maar ik wil toch niet
verzuimen je nog. even te feliciteren met die
feestdag van „e verjaardag. Van harte, hoor.
Hoe vond je h't in het „Pauwenpark",
Geertje? Natuurlijk fijn. Het kan bijna die
naam niet meer dragen, nu zooveel van die
prachtige dieren gesneuveld zijn door kou
en honger.
Ziezo, jongens en meisjes, ik ben er toch
doorgekomen, masr ik stop gauw. Tot vol
gende week, hopen we.
Horizontaal eh verticaal:
1. Clara; 2. lijden; 3. advent; 4. ree; 5.
Anna.
Goede oplossingen ontvangen van:
Fresia; Jaap P.; Tini v. B.; Ab P.; Jo K.;
Marietje T.j George V.; Riekje v. d. V.;
Tini H. Klaasje Z.; Leon v. d. W.; Andries
W.; Antoon B.; Betsy F.; Marietje J.; Jaco-
ba P.; Susanna de B.; Rika W.; Ati P.; Bep
R.; Jacob P.; Henkie P.; Cor v. Bi; Fenne-
chien M. Elly de Z.; Jacques B.; Martien v.
V.; Kinderen K.; Sientje de J.; Truusje de
L.; Corrie B.; Hendrik H.; Dick en. Nico B.;
Willie S.; Tonny de B.; Maarten K.; Annie
v. B.; Eza de K.; Broer en Zus de V.; Jo H.;
Beppie K.; Marietje de K.; Doornroosje;
Jullie weet misschien niet, wat je allemaal
met oude lucifersdoosjes kan doen. Nu, dat
zal ik je eens leren, het is erg gemakkelijk.
Je vraagt aan je vader of moeder oude
lucifersdoosje (vooral hele). Dan vul je die
goed, zodat er geen lucht meer tussen is, met
zuivere klei (vooral ook geen strootjes of
ander vuil er in). Als je dat gedaan hebt en
de klei goed vlak gestreken hebt, laat je de
klei drogen achter de kachel (een dag) tot
ze goed hard is geworden. Gooi ze dan met
doosje en al in de kachel, die goed branden
moet. Haal ze er dan over één of anderhalve
dag weer uit. Je zult zien, dat, als je alles
goed hebt gedaan, je dan een mooi rood
steentje ziet liggen (het docsje is natuurlijk
verbrand).
Nu zal ik eerst vertellen, dat dit een heel
erg voorzichtig werkje is, al.- je geen ge
duld hebt of niet erg voorzichtig bent, doe
het dan niet. Nu, je neemt een stuk stoep
steen (van een trottoir zulk soort steen), als
je dat dan hebt, dan gooi je dit in de kachel,
(die goed moet branden). Daarna laat je dit
1 dag of iy2 dag doorbranden. Als je dit
gedaan hebt, dan kijk je in asla of in de
oude kolen, dan zal je zien dat er een wit
goedje ligt. Pak dat vooral niet met je han
den, want als die vochtig mochten zqn, dan
zou het een gat in je handen branden, dus
pak het met een oude lepel. Gooi het daarna
in een ledig jampotje, maar wees er erg
voorzichtig mee, want dit is ongebluste kalk
of het z.g. karbit. Voeg er dan, heel voor
zichtig, scheutjes water bij. Nu begint het
heel erg te bruisen en te spatten, pas daar
op, want als je het in je ogen krijgt, dan ben
je blind, voeg er zoveel water bij tot het
niet meer bruist en de kalk is gereed. Zo kan
je zelf een muur metselen, (Je kan ook van
schelpen kalk maken).
Hendrik Heiligers,
Dorpstraat B 13, Barsingerhorn.
't Is nog niet zo heel lang geleden, dat
een kleine terrier een mens redde, door een
ander mens te dwingen met hem mee te
gaan. Hoor maar! In welke stad 't geweest
is weet ik niet meer, maar 't zou in elke
stad gebeurd kunnen zijn. Want in elke
stad is we) een gracht en politieagenten zijn
beslist overal!
Op een avond dan deed agent B zijn ge
wone ronde, toen opeens een kleine drifti
ge terrier op hem afschoot en hem haast
aanviel. Hij sprong hoog tegen hem op, trok
hem aan zijn jas, rende dan een eind weg,
rende weer terug en begon dan weer te
springen en te trekken.
De agent, die wel begreep, dat dit alles
iets te beduiden moest hebben, volgde de
hond. En jawel, de hond bracht hem bij
een gracht en in die gracht lag een man,
die zich nog maar net boven water kon
houden. De agent, een goed zwemmer en
flink mens, gooide onmiddellijk z'n jas en
schoenen uit en sprong in 't water. De ter
rier stond opgewonden blaffend op de
kant. En toen de agent met de geredde op
't droge stond, toen sprong 't beest weer
tegen hem op en likte zijn handen. Net
alsof hij wilde bedanken voor de redding
van zijn baas.
HOE HEETTE KEIZER NAPOLEON I?
De kerkelijke geboorteregisters te Ajac-
cio wijzen duidelijk aan, dat daar op 15
Augustus 1769 geboren werd Nabulione
Bonaparte. Toen hij eenmaal in Frankrijk
was, liet hij zijn naam veranderen en liet
zich Napoleon Bonaparte noemen.
TEKENEN METééN LIJN!
Nu zie ik jullie verbaasde gezichten al!
Dat schaatsende meisje in één lijn teke
nen? Dat is tóch onzin!
Géén onzin. Hoor maar! Zet de punt van
je potlood nu eens op 't wenkbrauwtje van
't ijsdanseresje en ga dan een eindje naar
beneden, tot aan de oorklep van haar muts.
Daarna klim je weer naar boven tot 't
kwastje boven op haar hoofd. Dan laat jè
je potlood langs haar krulletje en langs
haar neusje glijden' naar haar mantelkraag
en, zo verder tot 't meisje kant en klaar
voor je staat, 't IJs, waar ze krullen op
trekt, kun je ook in één lijn tekenen, zoals
je zult merken. En met de kleine skiloper
is dat hetzelfde geval. Als je maar begint
bij 't puntje van z'n kin!
Nu kunnen jullie je verbaasde gezichten
dus opbergen en komen de vraaggezichten
aan de beurt. Want je wilt natuurlijk'we
ten wat je nu verder moet doen. Je snapt,
't is niet de bedoeling, dat je alleen maar
ontdekt, dat de plaatjes in één lijn kunnen
getekend worden. Neen, je moet ze over-
tekenen op stevig wit papier. Als je goed
kunt tekenen moet je proberen 't uit de
hand te doen en anders leg je eerst een
doorschijnend stukje papier op 't plaatje.
Dan trek je 't plaatje over. Als dit gebeurd
is, leg je op 't stevige witte papier een vel
letje calceerpapier en op dat calceerpapier
komt dan 't doorschijnende papiertje met
de tekening. Dan trek je 't zaakje nóg eens
over en staat 't ijsdanseresje op 't stevige
papier.
Nu volgt 't laatste en leukste! 't Kleuren
en uitknippen van 't plaatje. Je moet voor
al gezellige kleuren kiezen! Wat denk je er
van als we 't ijsdanseresje een blauwe man
tel aantrokken en een gele sjaal om haar
hals deden? Haar muts maken we ook geel
en 't1 krulletje, dat onder de muts uitkijkt,
dat maken we bruin! Vanzelfsprekend geef
je haar een paar rode wangen, want als
je schaatst als zij, heb je die zeker! Haar
handschoenen? Hoe zullen we die kleuren?
Geel? Net als haar muts en sjaal? Ja, dat
doen we, dat staat vast erg leuk. En nu
haar kousen nog en haar schaatsen en dan
is 't skilopertje aan de beurt. Maar verder
laat. ik 't aan jullie over, je moet zelf ook
eens wat verzinnen! Kies dus kleuren, die
je zelf aardig vindt, maarzorg dat 't
mooi wordt en niet kakelbont! Want denk
er aan, je moet er zelf tegenaan kijken.
Want we zouden, de plaatjes immers uit
knippen en op je kamertje of in je eigen
hoekje een plaatsje geven? Dus., je weet
er alles van! Hoe mooier, hoe beter! Je
moet er zelf tegenaan kijken!
DAT ZOU JE NIET ZEGGEN!
Met de snelheid van een kameel kan zelfs
het vorigste Arabische paard niet wedijve
ren. Reeds na tien minuten moet het paard
't opgeven en de kameel kijkt eens even
minachtend naar hem om en rent dan vro
lijk verder! Had je dat gedacht van dit bul
tige woestijndier?
Bakoven op het platteland.
Wij kunnen ons haast niet indenken, dat
er een tijd geweest is, dat er geen brood
bestond en toch is dit zo. Duizenden jaren
gingen voorbij eer men de broodbereiding
„uitvond!" Schrijvers uit de oudheid doen
mededelingen over volken, die behalve
rauw diervlees, planten, wortels en vruch
ten aten zonder énige toebereiding. Ook
graankorrels werden doot de kiezen ver
malen en het heeft eeuwen geduurd voor
dit natuurlijk maalproces vervangen werd
door de eerste meelbereiding.
In latere tijden werd het koren geroos
terd". Men plukte de nog groene korenaren
en hield die boven het vuur. Daarna wreef
men ze tussen de handen. De korrels lieten
dan gemakkelijk los en waren als voedsel
smakelijker geworden. Maar deze.wijze van
graanbereiden was uitermate tijdrovend- en
de altijd vindingrijke mensengeest slaagde
8 m euen gemakkelijke
methode van graanbereiding te ontdekken!
Men ging er toe over het graan tussen twee
platte stenen te vermalen en zo ontstond
het eerste, vrij grove meel. De Grieken en
Romeinen bouwden voort op deze ontdek
king en ontwierpen handvijzels uit hout en
steen, waarin het graan gemalen kon wor
den. Uit deze vijzels ontstonden, -volgens
Plinius, de handmolens, waarbij aan de
vijzels een kruk werd bevestigd, die de
maalbewegmg vergemakkelijkte. Toen de
noodzaak van meelmalen. steeds dringen
der werd, ontstonden de grote rosmolens
die aan de stampers of knotsen een .dissel
boom hadden. In deze tijd bouwde men ook
voor t eerst schuren, waarin men het graan
en het meel bewaarde om bij,slechte oogst-
^\l°0r nger gevrijwaard te zijn. De
ontdekking yan de meelbereiding leidde
echter nog niet tot broodbereiding De oude
volken gebruikten het meel op de volgende
wijze: Zij vermengden het meel met water
tot een soort brei Ontstond, die zonder ver
dere bereiding genuttigd werd. Op deze
wijze nuttigen trouwens Afrikaanse neger
stammen nog heden hun meel.
Omstreeks 1600 v. Chr. treffen wij de
eerste pogingen aan tot broodbereiding. Het
waren dunne, platte koeken, die de Romei
nen als volgt bakten. Het deeg bestond uit
en mee^ dat alweer tussen
platte stenen gelegd werd. Deze stenen
legde men op de vuurplaats en bedekte
met as pn kolen. Zo vormden zich tussen
de stenen harde koeken, die men, alvorefl?
rL, ku""cn. eten, weer in stukken moest
Preken. Hierin vinden wij ook de verkla
ring van het in de Bijbel zo veelvuldig
voorkomende „brood breken". De volken
HSr= oin"JAzië' in 'l bijzonder de Phoeni-
l veeI vroeger dan de Romei-
k-fM-i' fut j11 gevormde bak-ovens. Zij le*
wlr,ln de verste verte niet op wat,
bak°vens verstaan. Het waren
Dl!atiho. grote' evenwel gemakkelijk ver-
■piaatsbare pannen, waarin voor elke maal-
n„ iJr(!0,d. vers gebakken werd.
eiinctirf» I51"® van de op het brood
al f ,Werk,lng van zuurdesem moet men
nif rif toeval toeschrijven. Een huisvrouw
oud rL °udheid schijnt eens per ongeluk
wn r-or. waarin gistvermogens aanwezig
vin 1ruikt te hebben. De resultaten
ren ri,° aanwending van dit 2uurdeserti wa-
efhrn^anig' dat het sindsdien steeds werd
vertfJiu' waardoor het aanmerkelijk beter
intredf A-eje"™meer smakelijke brood zijn
belantfr-uf ^uist tijdstip voor deze
is loMn' ^ending in de broodbereiding
ven ï-if aan *e geven. Alle aanwijzin-
eromtrent lopen uiteen.
III', 1,11