Madimeum Gekleurde velden
KRUSCHE
let op!
Middenstanders
Slaapplaatsen
Vandaag
Drie treinen
Vrijdag 9 Mei 1941
Tweede Blad
Vandaag dienen alle artikelen in
Uw zaak geprijsd zijn
Wandelsportvereeniging
«De Schermer Molen"
Burgerlijke Stand van Den Helder
MEIFEEST
Rheumatische pijnen
Hit het poütie-rapport
voor 50 jaar
Texelsche Lagere
Landbouwschool
bestaat 1272 jaar
Visschcrfi
Tijdschriften
Controle reeds heden niet uitge
sloten.
Reeds eenigen tjjd geleden is aan alle
middenstanders in Nederland, dus ook die
In Den Helder mededeeling gedaan van
het feit, dat in de toekomst alle artikelen
in de winkels van een prijs moesten wor
den voorzien, zulks ten gerieve van de
klanten, die men voor prijsopdrijving en
andere euvelen in bescherming wilde
nemen.
Thans is de uiterste datum waarop
men aan dit voorschrift gevolg moest
geven nabij en ingaande vandaag is men
in overtreding indien men geen gevolg ge
geven heeft aan de verordening.
Het is ons bekend, dat den laatsten tijd,
onder meer door de politie, tal van waar
schuwingen en adviezen gegeven zijn aan
Heldersche winkeliers, die nog geen werk
gemaakt hadden van deze verplichtingen.
De eene winkelier stelde het uit, de an
dere beloofde, dat hij het „wel eens" zou
doen en de derde vergat het heelemaal.
Tot vandaag was dit alles niet straf
baar, maar ingaande heden wel.
De verordening laat aan duidelijkheid
niets te wenschen over. Het komt er op
neer, dat ieder artikel, of het zich nu in
de etalage, dan wel in den winkel zelf
bevindt, geprijsd moet zijn.
Overal waar het publiek artikelen kan
zien liggen, moeten deze artikelen ook
van een prijs voorzien zijn. Hieraan valt
niet te ontkomen, hoe omslachtig dit prij
zen in vele zaken, die een massa-verkoop
hebben van waren, ook moge zijn.
Van bevoegde zijde werd ons verzocht
er de winkeliers met nadruk op attent
te maken, dat het noodzakelijk is, dat
men heden aan de verordening gevolg
gegeven heeft.
Men moet namelijk met de mogelijkheid
rekening houden, dat reeds vandaag
een controle door de aangewezen ambte
naren niet denkbeeldig geacht moet
worden.
Vandaar dit advies, hetwelk wij alle
middenstanders ter overweging geven.
Wandeltocht belooft groot succes
te worden.
De wandeltocht rondom de Schermer op
11 Mei a.s. belooft een groot succes te
worden. De inschrijvingen stroomen bin
nen. Dinsdagmorgen j.1. waren reeds ruim
700 inschrijvingen genoteerd. Het bestuur
heeft in deze enorme belangstelling aan
leiding gevonden een verrassing te geven
voor de 1000ste inschrijving. De aangifte
kan nog dagelij ksch geschieden. Ook op
den dag der wandeling kan men zich nog
laten inschrijven.
Voor zoover dat nog niet bekend mocht
zijn, zij er op gewezen, dat aan eiken
volbrenger der tocht een Oudhollandsche
Polderkaart van de Schermer zal worden
uitgereikt, voorzien van de wapens der
gemeente, die men passeert, benevens een
fraaie penning, voorstellende een Scher
mer Molen.
De start vindt plaats tusschen 10 en
12 uur te Stompetoren.
van 8 Mei 1941.
ONDERTROUWD: A. W. van den Berg en
J H. Tiemes..
GETROUWD: J. H. Cremers en C. Tesse-
laar; T. de Wit en A. J. Vlas.
Te Huisduinen, Duinweg 15, voor echtpaar
z. kinderen. Ledikant en beddegoed meebren
gen.
Het is nog wat guur en wat koud in
de lucht
En het regent vaak ook nog zo veel;
Tóch heeft de lente haar intrée gedaan
en hebben de bomen hun pakjes reeds
aan,
Hun pakjes van goud, groen en geel.
En als we de zon aan de hemel zien
staan,
Dan is het pas feest van de Mei,
Dan kunnen we roepen: De kou is
voorbij,
De heerlijke Zomer komt aan!
A. v. d. R-
Eerst was daar het grijze landschap, waar
over de winterwind streek, maandenlang. De
aarde was grijs en zwart, en daarboven stuw
den ontzaglijke wolk-kolossen op alle uren van
den dag.
Daarna kwam het prille voorjaar. De ergste
kou werd uitgebannen en lang duurde het
niet of de velden, in den grond waarvan zich
de kleine, bruine bollen bevonden, werden
overdekt met een licht-groen waas. Als de
zon er over dartelde scheen het soms alsof
er een sluier van het teerste en fijnste tullen
over gespreid lag.
Maar dat was verbeelding, want het waren
alleen maar de eerste levensbewijzen van de
bollen, die hun groei-proces begonnen waren.
En nu, al meer dan een week lang, liggen
de velden in de zon te pronken in duizend
kleuren.
lederen dag weer trekken wij, reizende
Nieuwediepers, er langs en iederen dag wordt
ons oog getrokken door die matelooze veel
heid van kleuren die van akker tot akker,
van veld tot veld, van horizon tot horizon
zichtbaar is.
Overal op de wereld waar aan
geleden werd, heeft Kruschen zijn weldadige
werking bewezen. Neem toch óók
onder voortdu
rende controle
van scheikun-
dige-apotheker
G. J. Logger
Bij «poth. mn droQ. 1.62, 1.47, 0.76, 0.41.
Het land is een mozaiek geworden.
Een vreemd, Oostersch kleuren- en vormen
spel, waaraan men niet uitgekeken raakt.
Hier zijn het rechthoekige stukken land, die
in karmijnrood als het ware de eerste aan
dacht opeischen. Rood... als bloed met soms
een enkele nuance tot purper. Felle bloemen,
die onder de deining van den voorjaarswind
wiegen en balanceeren.
En op een andere plaats zijn hét kleine, be
scheiden stukjes met gele en blauwe en
paarse en witte tulpen. Ieder veldje is een
eenheid, een eilandje vol kleur.
Soms staan de wiegende tulpen tot vlak
aan den slootkant. Let er op welk een won
derlijk spel men dan soms ziet in het sloot
water als dat rimpelloos is. Dan ziet men de
tulpen tweemaal; tweemaal ziet men het dan
sen en deinen en balanceeren van de schoone
kelken. Eenmaal op het land, eenmaal, ver
weg in de diepte van de sloot.
Er is geen landschap denkbaar dat zich
zoozeer leent voor dit kleurenpalet als juist
dit Noordhollandsche landschap.
Zie de lage boerderijen in de verte, met de
roode daken en het riet. Zie het eerste vee
op de weilanden grazen en zie de slooten, die
als lineaals door het groen getrokken zijn.
Ergens, onder aan de horizon, molens. Stil
staande molens of wiekende molens.
Boven dat alles een blauwe hemel met grijze
en witte wolken. Witte gevaarten die door
den wind voortgedreven worden naar een on
bekend doel. Ver het land in of in de richting
naar de zee.
Tusschen aarde en hemel wat vogels.
En op de aarde dan de gekleurde velden.
Schoon, Hollandsch landschap. Meer dan
wellicht vroeger ondergaan wij de intensivi
teit van dit beeld. Van de molens en de
slooten en de fel-bewogen en -geschakeerde
luchten en de velden.
Een palet, daar doen deze velden aan den
ken. Een palet, met de meng-kleuren naast
elkaar gereid. Wit en blauw, en rood en
paars en lichtgroen en oranje en geel en
indigo... alle kleuren.
Tusschen deze stukken kleur liggen de
stukken groen weideland. Soms vele honder
den meters,
Om dan ineens weer voorbij een aantal
tulpenvelden te komen, die als het ware
trachten in kleur en charme de vorige te
overvleugelen.
Schoone bloemen.
Voorjaarsbrengers als geen andere!
Want ze zijn gekomen, ondanks den barren
winter, ondanks het duistere voorjaar en on
danks de eindelooze nachtvorsten, waarvan
wij dachten, dat ze al het jonge leven daar
onder de grauwe kluiten zouden doen sterven.
Maar bollen hebben een taai leven.
En uit ieder bol sproot voort een slanke
stengel en aan het einde vandien stengel
kwam de bloem.
Een kort leven, zoo'n tulpen-leven.
Enkele dagen
Enkele dagen van schielijke vergankelijk
heid.
Want als de zon een paar dagen over deze
kleurige kinderen van het noorden heeft heen-
gedarteld verwelken ze en vinden een vroeg-
tijdigen dood.
Net als de vlinders, die, nauwelijks de cocon
ontworsteld, gaan vliegen om te sterven. Des
morgens vliegen ze uit en des avonds sluiten
zich de ragfijne wiekjes voor eeuwig.
Tulpen... de verkondigers van het voorjaar.
Ze bloeien tusschen den winter en den zomer
in.
Ze geven het landschap een beeld van op
perste glorie en overdadige pracht. Het is
soms zelfs zoo onwerkelijk schoon, dat het
goed is, dat deze periode van wuivend en
deinend jong leven zoo kortstondig is.
Maar enkele dagen al weer zullen de
velden groen en grijs zijn en niets zal er ge
bleven zijn van de schoone mazaieken van
begin Mei.
Op enkele stapels verwelkte bloemen na, die
achteloos aan den kant van een sloot liggen.
Het restant van een schoon getij!
WAT MEN AL ZOO NIET WEGHAALT
Tot de meest fantastische dingen worden
soms uit en van woningen weggesleept. Zoo
werd er dezer dagen aangifte bij de politie
gedaan, dat ten nadeele van een bowoner van
de Molenstraat een geheel raam wegge-
sloopt was.
Men hoopt de hand op den euveldader te
kunnen leggen.
BEZOEK AAN WONING.
Aangifte bij de politie vond plaats van het
feit, dat onbekenden een bezoek gebracht
hadden aan een woning aan de Binnenhaven.
Na onderzoek en controle bleed, dat diverse
goederen weggehaald waren. Ook hiernaar
stelt de politie een onderzoek in.
LICHT OP HET KONINGSPLEIN.
Nog steeds zijn er stadgenooten, die het
verbod van lichtuitstraling stijf negeeren en
er zich niets van aantrekken. Dat was ook
het geval in een woning aan het Koningsplein.
Surveilleerende politie merkte de lichtbron
echter op en zorgde voor dooving daarvan.
ltondiien uit fiat VJtitqand Blaadjt
IN 'T ZEEBAD HUISDUINEN.
De offerbussen, in den vorm van reddingsboo
ten, door het bestuur van het Heldersche Fonds
tot het verleenen van ondersteuning ter aan
moediging van redders van Schipbreukelingen,
hier en elders geplaatst, zijn algemeen be
kend. Men treft die bussen aan in onderschei
dene kantoren, sociëteiten en café's. Een ts er
ook geplaatst in het Bad-Paviljoen te Huisdui
nen. 't Is daar, op die plek, naar het oordeel
van 't Bestuur, een bij uitstek geschikte plaats
om tot het verleenen van geldelijke bijdragen
voor het Fonds aan te sporen. Aan de West
zijde van het Paviljoen heeft men het uitzicht
op het schijnbaar onbegrensde watervlak der
Noordzee en op de uitgestrekte zandbanken,
waarop in den loop der jaren menige kiel is
vergaan en in wier nabijheid zoo menige groot-
sche daad van moed en menschenmin is vol
bracht. 't Is of de wind ons daar de welklin
kende namen der beroemde menschenredders
Martinus van der Ham en Cornelis Dito in de
ooren doet klinken.
Onze stadgenoot Ir. H. Pouwels, tech
nisch ambtenaar bjj de Water- en Lichtbe-
drijven alhier, is benoemd tot electro-tech-
nisch Ir. bjj de Provinciale Noordbrabantsche
Electriciteit« Maatschappij t© 's-Hertogen-
bosch.
JjeweJUeJPi rueuuM
Feestelijke bijeenkomst in „de
Lindeboom".
In hotel „de Lindeboom" werd Woendag-
avond een feestelijke bijeenkomst gehouden
ter herdenking van het 12%-jarig bestaan van
de Tex. Landbouwschool. De vergadering
werd bijgewoond door oud-leerlingen en ouders
van leerlingen en viel een zeer druk bezoek
ten deel.
De heer Leber:
Het openingswoord- werd gesproken door
den heer H. Leber, die mededeelde, dat hem
de leiding der feestvergadering was opgedra
gen door dat de voorzitter (de heer A. J.
Keyser) door familieomstandigheden niet pre
sent kon zijn. Spr. richtte verder een woord
van welkom tot allen, in het bizonder tot den
Burgemeester dezer gemeente, den Gem. Secr.
en tot den oud-voorz. v. d. Ver. voor Landb.
onderwijs, de heer J. S. Dijt. Gaarne had spr.
ook even het woord willen richten tot den
Inspect. van het Landbouw Onderwijs, den
heer Lienesz, die wel bij de examens was ge
weest en die zooveel voor het Landbouw
Onderwijs op Texel heeft gedaan, doch die
door ambtsbezigheden des middag het eiland
weder had moeten verlaten. Dit feest is, be
toogde spr. verder, feitelijk een feest voor ons
geheele eiland, immers de bevolking behoort
hier ongeveer voor de helft tot den Boeren
stand, en de andere helft spreekt al geheel
met dien Boerenstand mee. Iedereen draagt
hier de Landbouwschool een goed hart toe, ze
is gebleken een zegen voor geheel ons eiland
te zijn: de jongelui doen er zeer veel kennis
op, de zaak marcheert uitstekend en naast
het schoolonderricht heeft zich een vereen,
van oud-leerlingen gevormd, die voortdurend
in het belang van den Boerenstand werkzaam
is. Tevens is er een Bedrijfsvereen. ontstaan,
die de landbouwers een richtsnoer geeft bij
uitoefening van hun bedrijf.
In dit openingswoord wil ik vooral niet
Schetsen uit t Buitenveld
Nog steeds reist Nieuwediep. Het reist iede
ren ochtend en iederen avond.
Het reist van het buitenveld naar de stad en
van de stad naar het buitenveld, dagen, weken,
maanden lang. Niet lang zal het meer duren
of velen zullen hun eerste jaar-jubileum als
forens vieren
De trein is populair geworden en hij heeft
vrienden gemaakt.
Kom me nu niet aan met verwijten. Zeg nu
eens niet dat we van den winter met opgetrok
ken knieën op de banken gelegen hebben, omdat
we bang Waren dat ze er anders afgevroren
zouden zijn. Zeg me niet dat we een chroni
sche verkoudheid opdeden wegens de niet
altijd tochtlooze compartimenten en zwijg
over de kleine onhebbelijkheden die men, het
zij van de jeugd, hetzij van ouderen moest
ondergaan en die het reizen nu niet altijd tot
een prettige ontspanning maakten.
Natuurlijk was het niet altijd even prettig.
Maar aan den anderen kant is er veel vriend
schap ontstaan in die treinen van en naar Den
Helder. Menschen die elkander om redenen
van „standsverschil" vroeger niet „zagen",
ziet men thans broederlijk en zusterlijk ver
eend pogen bij elkaar in de coupé te komen
en ze zijn ïevig teleurgesteld indien anderen
hen net even voor zijn.
Deze treinen uit en naar Den Helder zijn,
en vooral nu het goede jaargetijde aangebro
ken is, lang geen ongezellige treinen en waar
men altijd moet pogen de omstandigheden
waaronder dit alles geschiedt, maar zoo goed
mogelijk op te nemen, daar lijkt het ons dat
diegenen der evacué's, die nog in staat zijn
van dit vervoermiddel gebruik te maken niet
het slechtste af ziin.
Maar we zouden he'. hebben over „drie
treinen".
En dan doelen wij feitelijk op het feit, dat'
er zulk een merkwaardig verschil bestaat
tusschen het reizend publiek in de treinen,
die door ons vaderland kruisen.
Dezer dagen naar het centrum des lands
reizend viel dit verschil van-publiek op mar
kante wijze op. TI1.
Eerst was daar de trein Den Helder—Alk
maar. In Den Helder zaten we tegenover een
jong marinevrouwtje, dat aan haar neven-
zitters mededeeling deed van de slechte tijden
en iets oplichtte van de sluier, die deed zien
met hoeveel moeilijkheden deze menschen
hebben te kampen. Moeilijkheden, die men
niet moet onderschatten.
Ze vertelde van haar kinderen en van haar
moeder waar ze bij inwoonde en van de on
mogelijkheid om iedere week de eindjes aan
elkaar te knoopen.
Er zat een oud-gepensionneerde marinegast
bij, die dat alles aanhoorde en toen van z ij n
tijd vertelde. Toen het ook al niet makkelijk
was en toen men ook een duizendkunstenaar
moest zijn om er „te komen".
Er zaten twee grondwerkers, waarschijnlijk
van de Kooy en voorts was er een onderwijzer,
die poogde voor alles een verklaring te vinden.
De grondwerkers luisterden met gespitste
ooren en zeiden niets.
In Schagen stapte een boer binnen. Een een
voudig man van het land. Met een rood ge
zond gezicht, die aldra in het gesprek over de
slechte tijden betrokken werd en met gezapigë
opmerkingen en kernachtige uitdrukkingen
het gesprek een zekere frischheid gaf.
Er mocht in de coupé niet gerookt worden,
maar toch waren er drie bezig „toeback te
suygen". Niemand zei er iets van.
Ook niet toen twee anderen, niet-rookers,
begonnen met hun twaalf-uurtje.
Van Alkmaar naar Amsterdam ontmoet
men Zaterdagsmiddags een ander publiek. Dat
waren bij de Zaan de meisjes van de fabrieken
Rustig uit Alkmaar vertrokken, was het als
een soqrt zondvloed van jong vrouwelijk leven
dat in Wormerveer en daaromtrent binnen
drong.
Een warreling van zijden beenen, fantas
tisch kleine hoedjes, en gekleurde mantels.
Wij mannen, zaten er getweeën tusschen
en hielden ons stil.
Het was de moeite de gesprekken te beluis
teren, zij het, dat het gehalte niet altijd even
hoog was. Een frappant verschil met de be
volking van de treinen die noordelijker loopen.
Hier, zuidelijk van Alkmaar, reeds direct de
steedsche inslag. Een volmaakt ander type
menschen, niet te vergelijken met het meer
gemoedelijke, gezellige slag dat men erboven
treft.
Er kwamen andere Zaanlanders binnen. Die
zochten een plaats en vonden deze niet meer.
Toen werden de blikken op het jonge goed uit
de fabrieken geworpen en een dame, die moest
staan, maakte de opmerking dat het een
kwestie van wellevendheid was als men ook
een ander eens z'n plaats afstond. Het rijtje
jongedames waarvoor de opmerkingen be
stemd waren, deden eerst of ze „gek" waren,
doch daarna zat het verwijt blijkbaar toch
„te hoog" en werd er op verre van vriende
lijke wijze de aandacht op gevestigd, dat „ze
ook een heelen dag op d'r pooten gestaan
hadden". Hetgeen ongetwijfeld het geval ge
weest zal zijn. Tot het Amsterdamsche C.S.
deinde en ebde de ruzie voort. Velen spoelden
er den mond mee en zeiden er het hunne van.
Niet één moment was er een milde stemming
in dat compartiment, ('t Was alles koud en
kil en akelig haetlrjk).
Dit is uiteraard niet specifiek „Zaansch".
Het zij verre van ons dit te beweren. Maar
wel misten we de hartelijker, gemoedelijker,
prettiger en gezapiger sfeer, die karakteris
tiek is in de treinen tusschen Nieuwediep en
Alkmaar. Ondanks de noodrem trekkers
de kleine herries en de soms wat al te dartele
jeugd...
d?oen kwam de derde trein.
Die liep van Amsterdam naar Utrecht.
Het was een fonkelnagelnieuwe Diesel en
daarin gleden we voort over de ijzeren staven
alsof we zaten in een fulpen fauteuil, voort
bewogen door onzichtbare machten.
Wat een verschil met de voortschommelen-
de, kwaadaardig-botsende en rails-schurende
trein van ons, uit Den Helder. Hier dieselden
we voort, gezeten in een licht-crème stoeltje.
Met voor ons een tafeltje, waarop men z'n
krant of sigaar kan leggen. Met boven ons
rekken voor de bagage, zoo uitermate kunstig
verzorgd en schoongehouden, dat men het
moeilijk over het hart kan verkrijgen er ge
bruik van te maken...
Luxe-apartementen, waaraan men z'n oogen
blindstaart van ontzag over zooiets feeërieks
op spoortreingebied.
De inzittende reizigers, kennelijk goeddeels
„Stichtenaren" zaten op de stoelen en keken
naar buiten. Ze hadden elkander niet gegroet
bjj het binnenkomen en hulden zich verder
in een wijsgeerig zwijgen. Een ander inzittende
wees alleen met uitgestrekte arm op het
bordje. Zei niets. De ander, in overtreding,
zij ook niets...
Er zaten twee oude vrijsters naast me, die
tersluiks begonnen hun boterham op te eten.
Ieder hapje echter diepten ze verstolen uit een
taschje en niemand mocht zien wat voor brood
en hoe belegd het was. Iedere hap ging ge
paard met een schichtig rondkijken naar de
vier windstreken...
Er was dan nog een deftig heer, een heel
deftig heer en tenslotte een dame, die er
douariere-manieren op na hield, doch blijkbaar
toch niet tot den adelstand behoorde, gezien
het feit dat ze haar neefje, die het „voorrecht"
genoot mee te mogen met deze tante een keer
afsnauwde met „hou je harsens toch 's".
Ik was blij in Utrecht te zijn.
En blij dat de keuze tusschen dit trio trei
nen niet moeilijk is. Geef mij maar de harde
banken, de hobbelende wagens en de kouwe
beenen desnoods voor de vele „kouwe beenen-
drukte" die men op enkele binnenlandsche
trajecten meemaakt.
achterwege laten hetgeen het eerste Hoofd
der school, de heer Klimp, in het belang der
school heeft gedaan. Na het overlijden van
den heer Klimp, is de heer v. d. Ban in zijn
functie getreden, die buitengewoon veel doet
in het belang van de school en tot bloei van
de landbouw. Dat de belangstelling voor de
school groot is, kwam onlangs tot uiting, toen
een beroep werd gedaan op de beurs van de
ingezetenen om te komen tot uitbreiding van
de leermiddelen etc. Als men zijn oogen den
kost geeft, kan men overal waarnemen, dat
de vakkennis van de Tex. boeren sedert de
.oprichting der school, zeer is toegenomen. Spr.
eindigde met den wensch, dat de school ook
haar 25-jarig bestaan zal mogen vieren onder
voortdurende overgroote belangstelling van
de Texelsche burgerij.
Hierna werd een gedeelte uit de notulen
voorgelezen van de oprichtingsvergadering op
7 Nov. 1928.
De burgemeesters
Vervolgens voerde de burgemeester even
het woord, die op geestige wijze, zooals we dat
van den heer Kamp gewoon zijn, de belang
stelling van het Gemeente Bestuur in de
school naar voren bracht. Ook spr. wees op
de zeer gelukkige keuze, die men bij de be
noeming der leeraren heeft gehad, waarbij
bizonder in het licht werd; gesteld hetgeen
de heer v. d. Ban thans in de verschillende
Bedrijfsorganisaties voor de landbouwers
doet. Tenslotte sprak spr. den wensch uit, dat
de school met groot succes de moeilijke tijden
het hoofd zal kunnen bieden, die onvermijdelijk
in het verschiet liggen.
Een der leerlingen van de school bood hier
na aan den heer v. d. Ban een horloge aan
en aan den heer Noorddijk een kistje sigaren.
De heer Dijt:
De heer Dijt kreeg daarna het woord, die
mededeelde, dat het onderwijs aan de school
hem tijdens de jaren dat hij voorz. v. d. Ver.
v. Landbouw-onderwijs is geweest hem zeer
na aan het hart heeft gelegen; ik heb mij niet
al te veel met het verloop in deze school be
moeid, omdat alles uitstekend verliep en het
is mijn standpunt, dat men een zaak die
keurig verloopt niet moet verstoren door te
veel bemoeiing.
Cijfers.
De heer v. d. Ban gaf vervolgens een inte
ressant overzicht van het onderwijs aan de
school. Spr. sprak eerst het aantal leerlingen
dat toen de heer Klimp in 1928 begon, 28
bedroeg. Spr. wefs daarbij op de groote in
spanning die de heer Klimp zich aanvankelijk
moet hebben getroost om het leerlingental op
peil te houden. Dit groeide langzamerhand aan
tot 42. In het jaar dat achter ons ligt, be
zochten 37 leerlingen de school, nu zijn er 19
geslaagd voor het einddiploma en komen er
15 nieuwe leerlingen.
De heer v. d. Ban besloot zijn rede met een
hartelijk woord van dank tot de personen, die
gelden beschikbaar hadden gesteld voor uit
breiding van de leermiddelen, de Texelsche
Boerenstand heeft zich, zei spr., bij deze ge
legenheid van zijn beste zijde laten zien, want
bijdragen kwamen zeer rijk binnen.
Na den heer v. d. Ban voerde de heer
Noorddijk nog even het woord, die als leeraar
in veeteelt en dierkunde aan de school werk
zaam is.
De oud-leèrlingen bieten zich ook niet on
betuigd op dezen avond. Er werd nl. door het
bestuur dier vereen, een soort van tooneel-
stukje opgevoerd, waarin een beeld werd ge
geven van de veel omvattende werkzaam
heden dezer vereen. Het tooneelstukje eindigde
met het voorlezen van een vijftal gedichten,
waarmede groot succes werd behaald.
Tot slot werd een film afgedraaid betrek
king hebbende op de Texelsche schapenhoude
rij en landbouw. Het laatste gedeelte van deze
zeer interessante film kon helaas wegens het
vergevorderd uur niet meer worden gegeven.
De heer Leber sloot met een kort woord de
bijeenkomst, waarna de aanwezigen zeer vol
daan over de uitstekend geslaagden avond
huiswaarts gingen.
Examens Lagere Landbouwschool.
Het einddiploma aan de lagere landbouw
school alhier werd gister uitgereikt aan de
volgende leerlingen:
Cor Bakker, Operen; Kees Hoogebosch, Z.
Haffel; Dirk Witte, Spang; Frans Barhorst,
Gerritsland; Dirk v. d. Vliet, Westermient;
Kees Zijn, Wilh.laan Den Burg; Henk Stark,
Eierland; Arn. Langeveld, Eierland; Kees
Witte, Schildereind, Den Burg; Wim Veeger,
Westermient; Piet Koorn, hofst. „Goethe";
Henk Bas, Oosterend, Frans Roeper, M. Eier
land; Teun Wuis, 't Noorden; Joh. de Graaf,
de Cocksdorp; Sten Tjepkema, P.H. Polder;
Wim Roeper, Waalderstr. Den Burg; Geert
v. d. Zijl en Joh. Giessen, P.H. Polder.
No. 1 werd met 81 punten Dirk Witte; Joh.
v. d. Giesen (die later de school is komen be
zoeken) behaalde ook 81 punten.
ïlieuwJ uit lOiJk
VAN HET ENKHUIZER ZAND.
De U.K. 8 die eenige dagen geleden op het
Enkhuizer zand is vastgeloopen en als ver
loren werd beschouwd, is uit deze positie ver
lost geworden. Nadat alle pogingen faalden
werd tenslotte nog een laatste poging onder
nomen door de sleepboot „Ens". Deze is het
gelukt het schip in de Urkerhaven te sleepen.
Naar omstandigheden valt de schade mee.
Urk, 7 Mei.
Door 80 vaartuigen werd heden aan den Ge
meentelijken Vischafslag alhier, aangevoerd:
570 kg fuikaal, 550 kg lijn- of beugaal, 1708 kg
kuilpaling, van 31148 kg per vaartuig, tegen
de maxim. prijs van 62154 per kg; 150 kg
spiering, 5054 ct. per kg; 180 m. possen,
prijs 2.en 260 m. nest, 33 ct. per mand.
De Hondenwereld. Mei-nummer. Uitgave A.
J. G. Strengholt, Amsterdam. Geopend wordt
met het artikel „Hondententoonstelling in
oorlogstijd", waarna men interessante bijzon
derheden leest over de Hongaarsche herders
honden. Eveneens het lezen waard zijn de bij
dragen over haarkleurovererving bij boxers
en parapsychologische verschijnselen. Als
steeds een periodiek, dat ieder hondenbezitter
zal interesseeren.