EEN MINISTER
HISTORISCH HUIS
UITGEBRAND
Schilderijenverzameling
tiit de aschbak
Een stok achter de deur
Boschwezen en jacht
Dieven in de dakgoot
Hei, 't is in de Meil
die als houthakker begon
De Nederlandsche tuinbouw heeft het bestaan, om reeds thans de eerste druiven ter markt te
brengen. In de kassen te Vleuten rijpen de kostelijke trossen (Pax-Holland)
Jongens storen de telefoon
Britsche bommen op ons land
Politic verstoort
kolenhandeltje
GROOTE BRAND IN LOODS TE
ROTTERDAM.
In een boven een bergplaats gelegen wo
ning aan de Oog in 't Zeilstraat, een zij
straatje van de Paviljoensgracht te Den
Haag, is Zaterdagavond half negen tijdens
afwezigheid van den bewoner W. brand uit
gebroken, welke op de achterkamer ntoet
zijn ontstaan. De vlammen sloegen spoedig
door het dak, dat aan de achterzijde van de
woning niet door een plafond is gescheiden,
en zij vonden verder hun uitweg over een
zoldertje boven de voorkamer, naar buiten.
De brandweer rukte met groot materieel
uit. De bovenwoning van het blijkens een
gevelsteen uit 1688 dateerende perceel is
gedeeltelijk uitgebrand.
Vrijdagavond, omstreeks half elf is door
een voorbijganger brand ontdekt in een groo-
te loods van (je Rotterdamsche Stuwadoors
maatschappij aan den Breede Hilledijk.
Daar het een brand betrof in het haven
gebied, rukte zowel de beroeps- als de vrij
willige brandweer op het gemaakte alarm
uit De vlammen laaiden al spoedig hoog bo-
,ven het vrij groote houten gebouw, waarin
o.a. stuwadoorsgereedschappen lagen opge
slagen. Na eenigen tijd van ingespannen ar
beid hadden de gezamenlijke brandweren
succes.
PERSONEELE BELASTING EN OPGE-
GELEGDE AUTO'S.
Zooals bekend is, werden aan diegenen,
die den inspecteur der directe belastingen
voor 20 Januari 1041 mededeelden, dat hun
motorrijtuig gedurende geheel 1941 niet op
den openbaren weg zou rijden (opgelegd),
voorloopig geen aanslagen personeele be
lasting uitgereikt.
Daar velen door onbekendheid met dit
voorschrift den fatalen datum 20 Januari
lieten verloopen, h eeft de Toeristenbond
A.N.W.B. zich ten behoeve van dergelijke
personen tot het departement van financiën
gewend om alsnog het achterwege laten van
een aanslag voor hen te bepleiten. Hierop
heeft het departement medegedeeld, dat de
fatale datum is verlegd van 20 Januari naar
1 Juni 1941.
Al de houders van opgelegde motorrijtuigen
dienen dus, om alsnog vrij te blijven van
een aanslag personeele belasting, vóór 1
Juni 1941 den inspecteur der directe belas
tingen van het feit der oplegging in kennis
te stellen.
Zes nieter kabel weggehakt en
het materiaal verkocht.
Vrijdagavond ontstond er een storing in
de telefonische verbinding van Gorinchem
met het Land van Heusden en Altena, wel
ke tot Zondagmorgen heeft voortgeduurd,
toen het personeel van de P.T.T. de fout
had ontdekt en hersteld. In een der uiter
waarden buiten de Dalempoort was een ge
deelte van de kabel vermoedelijk door den
stroom bij hoog water bloot gekomen en
twee aldaar zwervende jongens van 16 jaar
hebben de kabel ter lengt van 6 M- door
gesneden. de kabel aan stukjes gehakt, het
omhulsel verbrand, het lood bij een vuurtje
tot een klomp gesmolten en lood en draad
verkocht aan een opkooper. De politie, die
met het geval in kennis was gesteld heeft
tegen de beide knapen proces-verbaal opge
maakt. De schade bedraagt minstens f 200
a f 300. de buit was verkocht voor f 1.45.
Ook den opkooper wacht een proces-verbaal.
Vronw gedood in Noordholland-
sche stad.
In den nacht van Vrijdag op Zaterdag
vlogen enkele Britsche toestellen over ons
land. Ecnige bommen werden neergewor
pen. Er werd weinig schade aangericht.
Een tiental huizen kreeg glasschade. Slechts
een enkel geval was ernstiger: in een stad
in Noord-Holland werd n.1. een arbeiders
huis door een brandbom getroffen, waar
door helaas een vrouw gedood werd. De
brand werd snel gebluschk
MERKWAARDIGE VONDST.
(Van onzen Haagsdhen correspondent).
Hier in Den Haag woont een oud heertje
door een blind toeval kwamen wij er de
zer dagen achter die een heele collectie
schilderijen en teekeningen bijeen verzameld
heeftuit de vuilnisbak. Bij elkaar zijn
het wel ongeveer honderd stuks, die zonder
zijn tijdig ingrijpen waarschijnlijk den meer
of minder ontijdigen vuurdood op de vuil
verbranding zouden zijn gestorven.
Op zijn 14de jaar is deze merkwaardige
verzamelaar, die zijn naam niet bekend
gemaakt wil hebben, begonnen met
het systematisch afsnuffelen van de
vuilnisbakken en het inspecteeren van
alles wat de menschen zoo wel
eens aan het hekje zetten. Zijn werk
kring bracht mee, dat hij veel, eigenlijk da
gelijks langs den weg was en na bijna 35
jaar heeft hij nu, als gezegd, bijna honderd
schilderstukken, teekeningen en etsen bij
elkaar gesnord, waaronder stukken met de
handteekening van een bekend kunstenaar,
ook ongeteekende meesterwerkjes, en een
enkel stuk zelfs met historische waarde.
Natuurlijk is er vrij veel bij, dat nog net
niet of eigenlijk al wel rommel is, maar on
ze openluchtverzamelaar heeft ook hiervan
geen afstand kunnen doen. Hij vindt het nu
eenmaal véél te aardig om voor zijn kin
deren en kleinkinderen alles bij elkaar te
houden, wat hij in den loop der jaren op
straat aan beeldende kunst is „tegengeko
men". Hij heeft in den loop der jaren ont
dekt, dat de schilder en teekenaar J. A. van
't Hoff vaak werk waarover hij tenslotte
niet tevreden was, weggooide, maar nooit
zonder het eerst verscheurd te hebben. Hij
had nl. eens een van zijn schilderijen op de
rommelmarkt teruggevonden en daaraan
wenschte hij zelf niet mede te werken!
Van die van 't Hofjes-van-tegen-het-hekje
of uit-de-vuilnisbak heeft de hoofdpersoon
van dit verhaal de besten zoo goed mogelijk
gerestaureerd er waren er verscheidene
onherstelbaar kapot en verder heeft hij
van dezen kunstenaar een schets voor de
jaarkalender van de kunstzaal Kleykamp
en een half vol schetsboek.
Verder een paar van zijn eigengedrukte
etsen en eenige origineelen van Anton
Pi eek.
Meer bekende namen zijn er in deze ori-
gineele collectie, zooals Joseph Seckei, Han
Krug, Westerbeek, Smit van Andel en zelfs
heeft hij een der weinige schilderijen, wel
ke voorzoover bekend is, de beroemde tee
kenaar Gustave Doré heeft gemaakt. Het is
een berglandschap met beek en watenmo
len, typisch in den sfeer der romantiek,
waarin de wat sentimenteele 19de' eeuwer
zoo zijn vermaak vond.
Een klein doekje, doet veel aan de stads
gezichten van Breinter denken; het zou de
moeite waard zijn. hier een kunsthistoricus
bij te halen. Dan is er een kleine studie
bij, tv elke best een studie van Thijs Maris
zou kunnen zijn; een ander schilderijtje
toont zelfs de veel zeggende initialen W. M.
en een met forschen zwier geschilderde,
om niet te zeggen uitgeborstelde, baardige
mannenkop zou zeer wel van Onnes kun
nen zijn.
Een van de goede stukken is dan zeker
ook nog een ongeschadigd schilderijtje, met
„Smit" geteekend, dat een huzaar te paard
voorstelt en een Indisch landschap, moge
lijk van Tula di Vista. En verder bevat de
collectie nog nog 'n vrij talrijke hoeveelheid
paneeltjes en fragmenten van groote doe
ken, van vroeger en later tijd, van het
soort als waarop in de vorige eeuw ver
dienstelijke dilettanten gaarne hun soms
niet onverdienstelijke lusten botvierden.
Opvallend is ook nog, dat alle stukken be
hoorlijk in de lijst gezet zijn; onze verza
melaar heeft altijd wel wat opgescharreld:
met een lijst bij een schilderij gaat het als
met een deksel op een theepotje men
moet net zoo lang zoeken tot het past!"
Boete voor onjuiste op gaven
voor de persoonsbewijzen.
Ieder gerechtigde voor een persoonsbewijs
is gehouden op verlangen van de met de
zorg voor de uitreiking van persoonsbewij
zen belaste autoriteiten of ambtenaren naar
waarheid alle opgaven of inlichtingen te
verstrekken, welke noodig of wenschelijk
kunnen zijn voor het vaststellen van zijn
identiteit, zijn burgerlijken staat en zijn
staat van Nederlander, Nederlandsch onder
daan of vreemdeling.
Deze bepaling is als volgt aangevuld):
„Is de gerechtigde een hem bij of inge
volge het eerste lid van artikel 6 opgelegde
verplichting niet, niet behoorlijk of niet op
den vastgestelden tijd nagekomen, dan kan
de burgemeester, onderscheidenlijk hoofd
der rijksinspectie, het recht van verhoogen
tot twee gulden".
58 ton anthraciet ln beslag ge
nomen.
Dezer dagen waren kolensjouwers te
Heemstede bezig met het lossen van «nthra
ciet van een zolderschuit gelegen m de ha
ven te Heemstede. De zakken met deze
kostbare inhoud werden met paard en wa
gen vervoerd. Het viel de politie op, dat de
brandstoffen niet naar opslagplaatsen wer
den gebracht, doch naar diverse adressen
en dat in een tijd, dat er niet veel bonnen
meer onder de burgerij zijn. En nader on
derzoek wees uit, dat de brandstoffen af
komstig waren van de M.H.K.C. te Amster
dam en dat de schuit uit Amsterdam ver
trokken was met ruim 58 ton anthraciet.
Hiervan was reeds 48 ton afgeleverd aan
families te Heemstede, Haarlem, Aerden-
hout, Bloemendaal en Overveen, in hoeveel
heden van 30 tot 145 H.L. per klant, terwijl
voorts kwam vast te staan, dat de afgele
verde brandstof besteld was, dit in tegen
stelling met de beweringen van den direc
teur van de maatschappij, die verklaarde
de anthraciet te hebben vervoerd naar op
slagplaatsen om eventueele vervoermoeilijk
heden in den komenden winter te voorko
men en dan over een paar maanden zijn
klanten te bedienen vanuit deze „opslag
plaatsen. De overgebleven 10 ton op de
schuit werd in beslag genomen, terwijl op
de reeds geleverde anthraciet eveneens be
slag werd gelegd, Tevens werd proces ver
baal opgemaakt
ALGEMEEN GEMACHTIGDE BE
NOEMD.
Het verordeningenblad brengt een besluit
van den secretaris-generaal van de depar
tementen van landbouw en visscherij, van
handel, nijverheid en scheepvaart en van
opvoeding, wetenschap en cultuurbescher
ming tot instelling van de betrekking van
gemachtigde voor het boschwezen, de hout
voorziening en de jacht.
Regelen betreffende het boschwezen, de
houtvoorziening of de jacht, zoomede regelen
betreffende de natuurbescherming, voor zoo
ver daarbij belangen van het boschwezen
de houtvoorzieniing of de jacht zijn betrok
ken, worden door betreffende secretarissen-
generaal niet vastgesteld dan na overleg met
den gemachtigde.
Dit besluit treedt ln werking op den dag
zijner afkondinging.
Romantische Inbrekers gearres
teerd.
Dinsdag j.I. werd des avonds ingebroken
in een perceel in de Daëndelsstraat te Den
Haag, waar een zekere T. de G. op kamers
woont. Een bedrag van f 210.— benevens
eenige gouden sieraden ter waarde van
f 200.werden ontvreemd. De G. deed
aangifte bij de politie.
Er kwam vast te staan, dat de dieven
niet via de straatdeur het perceel konden
zijn binnengegaan. Dan lag voor de hand,
dat zij van het dak moesten zijn gekomen
en het onderzoek werd in deze richting
voortgezet. Dit had tot gevolg, dat de poli
tiemannen het oog lieten vallen op den
23-jarigen V. en den 29-jarigen van V., die
nog denzelfden nacht van hun bed toerden
gelicht.
Zij legden een volledige bekentenis af.
De wijze waarop zij den diefstal hadiden
gepleegd, is min of meer romantisch. Een
dag voor de inbraak hadden zij een kamer
gehuurd naast het perceel, dat zij voor hun
praktijken hadden uitgezocht. Zij letten
nauwkeurig op wanneer de G. niet thuis
was.
Dinsdagavond zagen zij hun kans schoon.
Tegen zeven uur verliet de G. de woning,
V. klom uit het zolderraam in de dakgoot,
terwijl van V. in de gehuurde kamer op
post bleef staan. V. zette zijn tocht voort,
klom door het dakraam, dat toegang gaf
tot de kamer van de G. en was even later
waar hij zijn moest. Hij had echter met
tegenslag te kampen. De zolderruit sloeg
door den wind aan stukken, waarop V. zich
Ook do Amsterdamsche brandmelder»
ontkomen niet aan de jaarlijluche
schoonmaakbeurt De bekende roode
pilaren krijgen een extra verfje
(Pax-Hollana)
Dat de Brabantsche mut» nog In eer» is, bewees het gezelschap, dat dezer dagen te Eerde onder de aemee
Veghel het gouden echtpaar A. van Heeswijk-Raaymakers met zijn jubileum kwam gelukwenschen
{Het lulden)
ijlings in de kamer verstopte. Inderdaad
had de pensionhoudster het lawaai gehoord
en kwam naar boven. Zij keek rond in de
kamer, doch bespeurde geen onraad en ging
weer naar beneden. Hierop kwam V. uit
zijn schuilplaats, brak een kast open en
ontvreemdde het geld en de sieraden, waar
op hij langs denzelfden weg verdween. De
beide mannen verlieten daarop het huis,
waar zij de kamer hadden gehuurd en gin,
gen naar hun eigen woning in de stad. Hiep
verstopten zij de buit, die inmiddels door
de politie is teruggevonden.
'k Ben naar buiten gegaan
Met m'n overjas aan,
Want de wind blies nog steeds uit het
Noorden,
En ik zong onbestemd,
Wat verkleumd en beklemd),
Een lief lied van de Mei zonder woorden!
'k Dook maar weg ln m'n kraag.
Want al zie ik ze graag.
'k Wou m'n geest niet te veel gaan.
verfrisacheiï,
En i'k liep ze voorbij,
In hun troost'looze rij
Schrale tulpjes, gebogen narcissent
De spinazie stond) scheef,
Want ze raakt niet op dreef,
Van de sla was niet veel te bekennen,,
En dat Mei ons niet schenkt.
Wat de dichter zich denkt.
Zie, daar moet je toch even aan wennenf
Straks is Juni in *t land.
En de kachel die brandt.
En we missen zoovele gerief jee,
In een hoek bij den haard
Staat mistroostig bewaard
Een bouauetje van pracht-madelieffesT
T Lijkt joechheisa. foechhei
Nog niet veel op de Mei,
Al probeerden de vogels te fluiten,
Want nog steeds geeft de zon
Matig warmte op den bon,
En ze glijdt wat voorbij langs de ruiten!
Haantje, hoog in de lucht,
Jaag de kou op de vlucht,
Want we weten, wat dit gaat beduiden*
't Voorjaar wacht om den hoek.
Maar je richting is zoek.
Wijs eens eind'lijk royaal naar het Zuiden!!
Mei 1941. KROBS.
(Nadruk verboden)'.
Wie Mark Twain heeft gelezen, herinnerf
zich nog met genoegen de verschrikkelijke
ervaringen, die Amerika's groote humorist
beleefd heeft als journalist aan de kranf
„Morgengehuil" in Tennessee naar bet
heet. in dezen staat van het „Oude Westen"
tusschen Missdsippi en het Appalachenge»
bergte is nog iets overgebleven van defll
geest der ruwe en onverdraagzame „pioi
mors" van eertijds, die dit gebied voor deit
blanken man hebben ontsloten doch ooM
van de traditie van de Zuidelijke staten»
waar men nog nauwelijks tachtig jaar g®*
leden het houden van slaven als een god®
welgevallig werk beschouwde. De men»
schen van Tennessee zijn echte puriteinelf
van het oude slag. en hun manier van doen
en hun opvattingen zijn slecht overeen f»
brengen met die van Europa.
Als men in Tennessee geboren te ate tooH
van een houthakker en in zijn jonge f&rert
zelf houthakker was, blijft daarvan altijd
iets hangen als men den meer gevorderden
leeftijd bereikt.
Mister Cordell Huil. minister van buiteri"
landsche zaken in Washington, is thamt
zeventig jaar oud, doch de gewoonten va®
zijn geboorteland Tenessee hoeft hil tot oP
den huldigen dag niet afgelegd. Als echW
Puritein bezoekt hij nooit een concert
den schouwburg. Hij legt geen bezoeken tg
emontvangt ook nooit bezoeken. En als
redevoeringen houdt, dan proeft men daan"
steeds iets van den ouden, eerlijken hou»1
bakkerszoon van Tennessee.
Nu hebben de totalitaire staten zich"
toorn van Miister Cordell Huil op den ha»
gehaald. Misschien, omdat hun verricht"*
Ren zo0 sterk afwijken van de tradities va»
het goede, oude Tennessee. In elk ff®*®1"
Mister Cordell Huil. die wei weet, dat eet»
boom nooit hij den eersten slag valt, b®**
nieuwt. bij elke gelegenheid zijn aanval'e
tegen de spilmogcndheden. In Eu«>P*
neemt, men er met gemengde gevoelen»
kennis van, doch onze manier verschi"
hemelsbreed van die van het oude Tering
see.