IRAK NIPPER EN PELLE HeLen unn Het moeitfls België en zijn voedselvoorziening het Suezkanaal van de lucht Dc uitbreiding van den land-en tuinbouw in den Elzas AUTOWEGEN EN LUCHTLIJNEN HEBBEN DE SPOORWEGEN VERDRONGEN. In ruim 24 uur per auto door de woestijn van Damascus naar Bag dad. (V.P.B.) Het uitbreken van den strijd in Irak heeft de strategische beteekenis van dit gebied eensklaps helder in het licht gesteld. Het geo politieke gewicht van het gebied tusschen het Oosten van de Middel- landsche Zee en de Perzische Golf heeft zich reeds sedert jaren geopen baard in de twee uitdrukkingen: „Landbrug tussschen Palestina en Irak" en „Suezkanaal van de lucht". Beide uitdrukkingen werpen een schel licht op de beteekenis van de landen Palestina, Transjor- danië. Syrië en Irak.' IBN SAOED. (Foto Pax). Elk land ,dus ook de landen in het Na bije Oosten, is ten zeerste afhankelijk van de verdere ontwikkeling uit verkeersoog- punt, door den aanleg van spoorwegen, autowegen en luchtlijnen, evenals van het aantal beschikbare vliegterreinen. In alle drie genoemde opZichte'n is voor en ha den wereldoorlog in het Nabije Oosten, vooral met het oog op eventueele verwikkelingen, zong gedragen. Daar is in de eerste plaats de Bagdad- spoorweg, die in den afgeloopen zomer eindelijk is voltooid. Men weet. dat de aan leg van dezen spoorweg, die van Duitsch- land uitging, van Engelsche zijde altijd op groote moeilijkheden is gestooten. Het Noor delijke deel van dezen spoorweg speelt op 't oogeflbliik geen rol. daar dat door Turkije loopt. Van des te meer gewicht is echter net gedeelte, dat door Irak loopt. Toen de re geering van Irak. jaren geleden, deze lijn met het rollend materieel voor een spot prijs in bezit kreeg, moest zij de verplich ting op zich nemen, om alle posten van eenig gewicht door Engelschen te laten bezetten en tevens om den spoorweg, in geval van oorlog, geheel onder Britsch op perbevel te stellen. Feuilleton Door Monica Hart 15. Het was evenwel niemand anders dan Lord Raynour, die evenals Philip een chamber- cloack droeg en aan het andere einde van de gang verscheen, zijn gestalte duidelijk aftee- kenend in het maanlicht. Ook Lord Raynour schrok op zijn beurt, toen hij een onver wachte gestalte ontdekte. Schrik u maar niet, Lord Raynour; ik ben het, Philip Arkwright. Philip schaamde zich dat hij door zijn gast heer betrapt werd, midden in den nacht rond wandelend. Jij, Philip, ik dacht dat je allang in die pen slaap was. Hoe ter wereld kom jjj. hier midden in den nacht verzeild? Philip lachte zenuwachtig. Ik droomde benauwd, legde hij uit en toen ik wakker schrok meende ik dat er iemand in mijn kamer was en daarop weg sloop. Ik denk, dat ik van Godfrey Tarrant gedroomd heb. Ik hoorde iemand rondloopen, zei Lord Raynour, en daarom kwam ik uit mijn kamer. Zooals ik vanavond al vertelde zit ik dikwijls nog heel laat te lezen. Het spijt me, dat door het slechte droomen je nachtrust verstoord is, want natuurlijk was het niets anders dan een droom. Dat denk ik ook, antwoordde Philip; ik geloof dat ik voor driekwart in slaap was. toen ik uit bed sprong. Ik zag het maanlicht in de gang en denk, dat dit op een of andere manier in mijn kamer gevallen is. Het spijt me dat ik u gestoord heb. Lord Raynour. Spreek er niet verder over. glimlachte de ander. Kun je den weg terugvinden naar je kamer? Ja? Dgn wil je me wel ex- cuseeren, als ik je niet naar je kamer breng; je weet, ik loop moeilijk zonder stok. Zoo verlieten zij elkander. Lord Raynour merkbaar hinkend. Philip liep haastig naar zijn kamer terug. Hier vond hij alles zooals hjj het gelaten had. Terwjjl hij voor zjjn tafel 179. Ontkomen! 1. „Och Nipper, wat ia er nu weer aan de hand? Wat is dat voor een furie, die je daar op de hielen zit? Vlug, vlug, we zijn startklaar!" 2. „H\j was me te gauw af! Hg had vast een lekker mals boutje opgeleverd, ter- wjjl we nu alleen nog maar een paar van die taaie, oude zeerobben over heb ben!" 180. Ter g naar Atlantis. 1. „De museumbewaker denkt natuu lijk weer, dat we ver dwenen zijn. Nu, die tijd machine heeft hem wel eens me in ongerustheid doen zitten. Maar het is ook niet voor niets het pronkstuk van ons museum!" 2. „Wisten jullie, Nipper en Pelle. dat dit iets heel in teressants is? Deze grot geeft toegang tot de onder aardse gangen, die onder de hele aardbodem hun vertak kingen hebben!" IBN SAOED STELT GEEN PRIJS OP SPOORWEGEN. De lijn. die in bijna Zuid-Noordelijke rich ting van Basra, de Irak&che havenstad, naar de Syrische grens loopt, is ongeveer 1200 kilometer lang. De aanleg van deze spoorlijn beteekende een groote vooruit gang, natuurlijk vooropstellende, dat zij niet verwoest werd. zooals dit tijdens den we reldoorlog geschiedde met een andere, niet minder belangrijke lijn in 4dit gebied. Deze lijn functionneert nog steeds steeds niet. wat het Zuidelijke deel betreft, daar Ibn Soaed geen lust aan den dag legde om de schade, die er op bevel van overste Law- rence aan werd toegebracht, te doen her stellen. Het Trans,iordaansche deel van dezen spoorweg daarentegen verkeert in uitsteken den staat. Daarvoor hebben de Engelschen wel gezorgd. De lijn. die over Amman naar Maan loopt, is van bijzonder belang voor hen. daar een zijlijn naar Haifa voert. Van Maan voert verder een moderne autoweg naar de haven Akaba aan de Roode Zee. Akaba is van bijzonder gewicht voor de Engelschen, omdat det.e haven in zekeren zin als tegen wicht voor Suez kan dienen. Dit is dan ook de reden, waarom Akaba niet werd toegewezen aan Ibn Saoed, doch aan den Engelschgezindcn Emir Abdoella van Transjordanië. Hierin heeft Ibn Saoed zich nolens volens moeten schikken. Onder be paalde omstandigheden zou deze lijn ook het traject HaifaSinaiKairo kunnen ontlasten, de voornaamste verbinding tusschen Egypte en Pa lestina. DE ROL VAN DE AUTO IN DE WOESTIJN. In de jaren na don Wereldoorlog is ech ter in het Nabije Oosten, evenals in de meeste andere heete landen, de auto in de plaats gekomen van den spoorweg. Zij speelt wel is waar nog geen rol van belang voor het vervoer van massagoederen, maar zij is toch veel goedkooper in het gebruik. Zoo heeft men een autoweg van. Damascus naar Bagdad, die 800. kilometer lang is, welke afstand door de autobussen in 24 tot 30 uur wordt afgelegd. Van uit het Zuidwesten komt de staat JaffaAmman op dezen weg uit. In het Noorden bestaat verder het tra ject DamascusMosoel; deze sluit aan op den druk bereden weg MosoelBagdad. Nog meer ontwikkeld zijn echter de vliegvelden. In Irak zijn zii zeer modern ingericht. Het vliegveld Habbanyah heeft zich in de laatste weken een zekere be kendheid verworven. Bagdad heeft zoowel een vliegveld als een vlieghaven. Niet man der dan zes groote trans-continentale lucht lijnen passeerden hier: de Nederlandsehe lijn naar Ned.-Indië, de Imperial Air Ways, de Air France, de Lufthansa, de Egyptische Mirs-lijn en de Iraksche lijn naar Teheran, Deze drukke luchtlijnen maakten een zeker aantal steunpunten noodig, die natuurlijk ook militaire beteekenis bezaten. Dit ver klaart het betrekkelijk groote aantal namen van vliegvelden in Irak, waarvan men nooit had gehoord. •V 1 NEDERLAND ALS VOORBEELD. Het Nederlandsehe perskantoor meldt: Niet alleen in de steden van dén Elzas, maar ook op het platteland zijn de sporen van den oorlog reeds grootendeels verdwe nen. Men ziet nog de verlaten bunkers en de verwoeste draadversperringen van de Maginotlinié. In de 129 meer of minder ver woeste dorpen is een groot aantal boerde rijen weer hersteld. Nadat in den zomer en den herfst van 1910 van de 127.000 H.A. ak kerland 39.000 H.A. omgeploegd en 29.000 H.A. weer bezaaid waren, werd dit voorjaar de rest omgeploegd, geëgd en voor het zaai en klaargemaakt. Rond 00.000 H.A. werden met zomertarwe. zomerrogge. haver en gerst bezaaid, of met aardappelen bepoot. Ook voor bieten en andere veevoederplanten zijn groote gebieden gebruikt. Voor den landbouw in den Elzas is thans een grooten bloei te verwach ten. Duizenden spoorwagens zaad- goed, meststoffen en vee zijn in de laatste maanden in den Elzas bin nengekomen om de schade der eva cuatie te herstellen en het den Elzas mogelijk te maken, zich aan het Rijk aan te passen. Rond 15.000 buitgemaakte paarden, meer dan 34.000 melkkoeien. 5000 ossen, 21.000 varkens en meer dan 42.000 kippen werden naar den Elzas gebracht. Voor het transport van zaadgoed en meststoffen waren alleen 5.213 spoor wagens noodig. De groenten- en vruchtenteelt in den El zas was tegen het einde der vorige eeuw ten gevolge van de vraag uit het Rijk, sterk toe genomen. Tot 1925, toen de tolvrije leveran ties naar het Rijk ophielden, kon dit bedrijf nog eenigszins rendeeren. Toen de Rijn tol grens werd, was levering naar Duitschland niet meer mogelijk. Men was toen op leve ring naar Frankrijk aangewezen. maar moest voor de Fransche concurrentie onder doen. De Fransche productiegebieden liggen veel Zuidelijker en de oogst begint daar drie weken vroeger. In bepaalde jaren moesten bijv. in den Elzas tienduizenden stukken kropsla als mest worden gebruikt. In den Elzas zijn vier centra voor den groententeelt te onderscheiden: de z.g. „Ba- zelsche hoek", het gebied rondom Kolmas, de groentetuinen in de buurt van Schlett- stad't en die bij Straatsburg. Hier worden alle soorten groenten geteeld, in het bijzon der kropsla, van den kouden grond,, uifn^ knoflook, spinazie, augurkjes en kleine kom kommers, verder asperges en sluitkool, van welke laatste o.m. de beroemde Straatsburg- sche zuurkool^ wordt gemaakt. Thans gaat men de groententeelt nog be langrijk uitbreiden. Nederland wordt den Elzas ten voorbeeld gesteld. Vroeger bedroeg de waarde der tuinbouwproductie omstreeks 6.000.000 mark per jaar. Men meent dat dit cijfer tot 30.000.000 mark op te voeren zou zijn INBRAAK IN GROSSIERDERIJ. Vrijdag j.1. des avonds omstreeks half twaalf is ingebroken in een grossierderij van zuivelproducten aan het Calandplein alhier. De late bezoekers hadden zich toegang tot het gebouw verschaft door verbreking van een ruit, waarna zij juist een inspectietocht op het kantoor waren begonnen, toen hun rondwandeling verstoord werd. Een bewoner die in dc onmiddellijke nabijheid woont en in het pakhuis van de grossierderij zijn fiets kwam stallen, hoorde gerucht en ging eens verder kijken. De daders, die zich ontdekt zagen, namen hierop ijlings de vlucht. Toch wist de man een van de (laders te grijpen, die hij aan een surveilleerendcn agent over gaf. Op het politiebureau hlcek het de 18-ja- rige van S. te zijn. Bij het verdere onder zoek kwam vast te staan dat de mede-da ders de 21-jarige van S., een broer van den eerst aangehoudene en de 20-jarige S. Deze zijn Maandagavond gearresteerd. Het drie tal bekende gepoogd te hebben in te breken. Zij zijn in bewaring gesteld. De 21-jarige van S en de 20-jarige S. zijn geen onbe kenden van de politie. stond, zag hij, dat zijn portefeuille, die hij daar met zijn horloge en de rest van den in houd van zijn zakken had neergelegd, open lag en hij vroeg zich af hoe dat kwam. Ik kan me niet herinneren, dat ik het zoo neergelegd heb, dacht hij; maar ik was zoo slaperig, dat ik het me eigenlijk niet pre- cier herinneren kan hoe ik het wèl gedaan heb. Het eenige, dat ik zeker weet, is dat ik een benauwden droom heb gehad. Harry zal me morgenochtend wel uitlachen! Hij draaide den schakelaar om en stapte weer in bed. Eenige oogenblikken later was hij in een diepen slaap. HOOFDSTUK XXII. Zooals Philip verwacht had werd hij den volgenden morgen aan het -ontbijt uitge lachten, in 't bijzonder door Greta Franklvn. die met alle geweld wilde weten hoe de geest van Godfrey er wel uit had gezien. Zooals af gesproken was. zouden Philip en Harry met den middagtrein uit Lydford vertrekken en Lord Raynour had order gegeven dat de auto hen naar het station zou brengen. Philip had een telegram aan zijn vader gestuurd om de zen in kennis te stellen van zijn terugkomst. Er was iets dat hem hinderde; de brief, dien zijn vader geschreven had, was weg en hij kon hem niet meer terugvinden hoe hij er ook overal naar gezocht had. Greta en Philip waren het grootste deel van den morgen alleen. Harry had een paar brieven ontvangen, die hfj noodzakelijk be antwoorden moest, en excuseerde zich bij Greta, dat hij niet mee kon op de afgespro ken wandeling. Het spijt me dat Je weggaat, zei Greta tegen Philip; zij was altijd buitengewoon openhartig. Ik heb het hier meestal nog al eenzaam, maar men behoort niet te kla gen, nietwaar, als men op zoo'n schitterend landgoed woont. Zij zag er dan ook werkelijk niet uit alsof ze ontevreden was; zij maakte eerder den in druk alsof zij veel pleizier in haar leven had. Philip, die haar in het zelfbewuste gezicht keek, voelde dat zij een heerschzuchtige na tuur had. Toch was het alsof zij dien morgen een anderen indruk op hem wilde maken. Zij scheen hem te willen behagen. Met haar men- schenkennis begreep zij, dat Philip's ideaal van vrouwelijkheid niet in haar lichaam was en om die reden trachtte zij haar toon te ver zachten en zich minder zelfbewust en onaf hankelijk voor te doen. Meent u werkelijk, vroeg Philip onge- loovig, dat u geen enkele vriendin hebt? Ja, werkelijk, antwoordde Greta ernstig, en ook geen vriend, en daarom ben ik blij. dat ik uw zuster heb leeren kennen. Ze is een allerliefst meisje en ik hoop, dat we elkaar vaak zullen zien. Vader moet aan het eind van de maand voor zaken een poosje in Lon den zijn en het seizoen begint ook weer gauw. Ik hoop, dat u dan een tijdje bij ons komt logeeren; ik weet zeker, dat vader en Dora het ook prettig zullen vinden. Dan zal ik het ook niet als een werkelijk afscheid be schouwen als ik straks wegga. Zoo ging de morgen voor Philip aangenaam voorbfj. Hjj trachtte zrjn gevoelens niet te analyseeren; hij wist alleen dat Greta Frank- lyn hem nu aantrok en dat hij gaarne in haar gezelschap was. Het liep tegen twaalf uur, toen Harry zich bij hen voegde. Greta liet hen spoedig alleen om toezicht te houden op de lunch. Philip en Harry maakten van het uur, dat zij voor den maaltijd nog vrjj hadden, gebruik, om naar de herberg te gaan. De dokter was daar juist aanwezig en scheen het prettig te vinden hen weer te ontmoeten. JA, zei hij, het is een eigenaardig ge val. Onze patiënte is veel beter; zij zit alweer op, maar zij weigert eenvoudig zich anders te kleedenze schijnt, eigenlijk gezegd, niet eens te weter. wat betere kleeding is. Miss Marden had een hoop moeite met haar. Wilt u haar misschien zien? En zonder op een antwoord te wachten opende hij de deur, die naar de aangrenzende kamer leidde, de kamer die door Lord Ray nour als zitkamer was gebruikt, en ging hen voor. Het meisje zat bij het open venster en staarde uit over het moerasland. Ze leunde lusteloos achterover in haar stoel, haar bleeke, doorschijnende handen gevouwen in haar schoot. Ze droeg een wijde kamerjapon, die haar veel te groot was. Blijkbaar het eigendom van een van de forsche meisjes Marden. Haar prachtig blond haar hing los over haar schouders, haar oogenPhilip zag ze thans voor den eersten keerwa ren zooals hij verondersteld had, zacht blauw en er was een deerniswekkende uitdrukking van schrik in, en ook om haar fi'ngevormden mond was een angstige trek. Ze had haar hoofd naar hen toe gewend toen zij binnen kwamen, maar na enkele oogenblikken be groef ze haar gezicht in haar handen. Philip liep op haar toe, zijn stem trilde een beetje toen hij haar aansprak. Hoe gaat het met u? Ik ben blij dat u alweer kunt opzitten. Zij gaf geen antwoord, maar haar oogleden trilden, waaruit hjj begreep, dat ze hem wel verstaan had. Wilt u niet met me praten Er kwam weer geen antwoord. Dokter Cummings tikte hem zacht op den schouder Door Duitsche bemiddeling 270 duizend ton broodgraan. De aardappelleveranties leve ren nog moeilijkheden op. (V.P.B.) De Belgische secretaris-gene raal de Winter heeft te Brussel in een pers conferentie verklaard, dat men over de voedselvoorziening van België tevreden kan zijn. Aanvankelijk was de broodpositie zeer bedenkelijk, want de oogst van 1940 lag ver heneden de normale opbrengst. In normale jaren brengt de binnenlandsohe oogst ge middeld rond 900 000 ton broodgraan op. Het vorige jaar echter liep dit getal terug tot GOO.OOO ton. Op 15 Februari j.1. was de totale Belgi sche oogst zoo goed als verbruikt. Duitsch land verleende echter bemiddeling en het gevolg was, dat eerst 80.000 ton, toen 60.000 ton en daarna 50.000 ton broodgraan kon worden aangekocht. Bovendien zijn voorbe reidingen getroffen met Duitschland voor de leverantie van nog 80.000 ton graan. En ten slotte is met de Sovjet Unie een verdra? over de levering van levensmiddelen afge sloten. Daar de veehouders kort na den oorlog hun vee op groote schaal wenschten te verkoopen, heeft de' regeering een aan zienlijke hoeveelheid vleesch laten conser- veeren. Deze conserven zullen thans in de consumptie worden gebracht. Later hielden de veehouders hun dieren vast, doch toen verscheen een verordening, waarbij een le verantie van 10.000 stuks vee verplicht ge steld werd. Daarna heeft men aan de vraag, welke uiteraard beperkt is, kunnen voldoen. Mar garine is tot nu toe normaal verstrekt. Bo ter werd niet voldoende geproduceerd, maar dank zij een strenge marktordening kunnen thans rantsoenen verstrekt worden; de aard appelpositie is mede door de slechte oogst moeilijk, uit Duitschland is tot nu toe 50 duizend ton geïmporteerd, terwijl Nederland 30.000 ton heeft geleverd. en beduidde hem mee terug te gaan naar de andere kamer. Hij gehoorzaamde en gevolgd door Harry ging hij de andere kamer weer binnen, terwijl de dokter de deur sloot. Vreemd, nietwaar, zei Dr. Cummings langzaam, ze hoort wat er tegen haar ge zegd wordt, maar ze wil geen antwoord ge ven. En zoover ik kan constateeren, man keert haar niets. Het is alleen dat ze niet wil of dat ze' niet kan spreken. HOOFDSTUK XXIII. Ik ben blij, dat je terug bent, jongen, en ik stel het erg op prijs, dat het je eigen idee was om terug te komen. Ik dacht er juist over, je te telegrafeeren, toen jouw telegram kwam. John Arkwright zat met zijn zoon in de werkkamer van zijn huis in Wimbleton. Phi lip was dien avond laat gearriveerd en was zijn vader na afloop van het souper naar diens kamer gevolgd. Hij had een sigaar op gestoken en wachtte op de mededeelingen van zijn vader. De studeerkamer was een gezellig vertrek in een gezellige woning, die, ofschoon vlakbij Londen gelegen, den indruk maakte van een groot buitenhuis. Dora en Philip waren er beiden geboren en hielden veel van hun ouder lijke woning. John Arkwright was een krachtig man, grooter en breeder nog dan zijn zoon. Zijn gezicht verried dezelfde zachtheid en goed hartigheid, die de kenmerkende eigenschap pen van Philip waren. Hij had succes in za ken gehad; in het bedrijf, dat door zijn va der gegrondvest was Arkwright en Zoon was een firma, die tot de allervoornaamste kunst- koopers in Engeland behoordeen haar leden hadden steeds een groote genegenheid gekoesterd voor de kunstvoorwerpen en anti quiteiten, die door hun handen waren gegaan. Hun specialiteit was antieke juweelen en meubels. Geen wonder dus dat het bed in de Dartmoorsche herberg die bijzondere belang stelling van Philip had gehad! De dood van zijn vrouw was een zware slag voor John Arkwright geweest. Zij was kort na de geboorte van Dora gestorven. Maar zijn beide kinderen hadden hem door oprechte genegenheid veel van zijn verlies vergoed Het was moeilijk een eensgezinder en gelukkiger familie té vinden dan die der Arkwrights. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1941 | | pagina 6