Van April tot Octobcr ANS HANNEMA» fëzite panyetvi en meUjel! Oplossing raadsel vorige week: O: Nieuw Raadsel Als jullie nu toch eens tijd hebben, dan moet je niet verzuimen eens naar Bergen te komen Er zijn in het Hertenkamp verscheidene hert jes geboren. Wat een leuke beestjes! Zo fijn tjes, met van die lange, slanke pootjes, zo rank, dat je denkt dat ze breken zullen en van die fijne, verstandige kopjes. Dinsdag avond zagen we er een, die nog maar een half uur op de kouwe wereld was. Hij stond te rillen, dicht bjj zijn moeder en toen zette hij de eerste passen, erg wankel, net zoals je een paar stappen doet als je flink door de rondte gedraaid hebt. En toen plotseling maakte hij een paar dwaze sprongen. Het waren de eerste sprongen in zijn leven en toen tuimelde hij tegen zijn moeder. Het was een grappig gezicht, vooral toen hij wilde gaan liggen. De achterpoten van zo'n hert ^Ijn lan ger dan de voorpoten en nu zakte hij eerst op zijn knieën, met zijn kopje dus op de grond en wilde toen ook zijn achterpoten onder zijn lijf trekken. Hij had nog niet door, dat hij die poten op zij moest leggen. Hij tuimelde om en dat was zo'n vermakelijk gezicht. Later pro beerde hij het opnieuw, maar weer mislukte het. Ja, als jullie tijd hebben moet je er beslist eens naar komen kijken. Volgende wèek sturen jullie voor het laatst de raadsels in. Dan gaat de zomervacantie in. Twee lange maanden... tot de herfst gekomen is en we misschien weer in ons eigen huis zit ten. Wie weet. En omdat het volgende week de laatste week is zal ik een taart verloten. Doe dus je best en probeer hem te winnen! En nu, jong'ens en meisjes, de prijswinnares van deze week. Hier staat zij. ANSJE MOSTERDIJK, Weteringstraat 89, Haarlem. Betsie Breel. Nee, ik kan me voorstellen, dat jij niet zo mooi schrijven kon, toen je op bed lag met een keelontsteking, want dat is niets prettig, ik weet zelf ook wel wat dat is! Ben je nu weer beter? Susanna de Boer, Broek op Langemljjk. Wat een feesten heb jij in de maand Juni, zeg, hoe oud wordt je broertje? En feliciteer ze beiden maar van mij. Jij bent wel een trouw vriendinnetje hoor, dat nu al 3 4 4 jaar mee doet, maar je moet maar zo denken „De aan houder wint". Jij bent nu een besèe voor de distributie zeg, nu je geen boter én geen vet mag gebruiken. En dan ook nog geen jam; zeg, weet je wat ook lekker is, als je moeder rabarber kookt, dat koud laten worden, dan op de boterham smeren, probeer 't maar eens. Rein Kramer. Welkom, Rein in de raad selclub! Hoe meer vriendjes en vriendinnetjes, hoe fijner ik 't vind, hoor! Ja, je moet natuur lijk wel je best doen om de raadsels goed op te lossen, want anders gaat 't boek of de taart je neus voorbij! Jaap Mooy. Nee, als jij naar Rotterdam gaat, dan zal er van schrijven wel niet veel komen! Vond jij 't raadsel moeilijk? De meeste vriendjes en vriendinnetjes vonden 't erg makkelijk! Doornroosje, Callantsoog. Wel bedankt hoor voor je raadsel, ik heb 't de vorige keer helemaal niet gezien, maar nu zullen we het te zijner tijd plaatsen. Gerrit de Boer, Broek op Langendijk. Dat is altijd fijn he, Gerrit als je vader te vreden over je rapport is, laat dat maar zo blijven hoor! Ja, op een spoedige vrede hopen we allemaal. Mientje de Heer. Nou Mientje jij schreef me verleden week dat Je een handvol toma ten opgegeten hebt, maar dan waren het ze ker kleintjes, want ik denk dat één grote to maat jouw hand wel vullen zal. Wat zullen Hannes en Jopie opgekeken hebben zeg, van die apen! Agnes de Heer. Je kent 't spreekwoord „Leer om Leer" toch wel? Zo is 't nu bij ons ook gegaan, jij had me geen briefje geschre ven en verleden week had ik jou er geen gestuurd, maar dat was niet moedwillig, hoor Want kijk, 't gaat zo, ik neem alle briefjes die ik beantwoorden moet, bi) elkaar en dan be gin ik van boven af, maar heb ik nu plotseling geen tijd meer, dan schei ik er uit en de rest blijft liggen, dus wie daar bij is krijgt geen briefje, maar moet tot de volgende week wachten. Lange brief hè? Annie Koorn. Ik zou van Jan raadsels krijgen, schrijf je me in je brief, maar ik kan ze niet vinden, wel heb ik een blad met raad sels gevonden, aan beide zijden beschreven. Is dat soms van jou? Er stond geen naam op! Maar ik zal de raadsels in dank aannemen, hoor! Annie Delver. Ja zwemimen Is een „frisse" sport, vooral wanneer je eerst een stuk naar Huisduinen gelopen hebt en dan heerlijk in het water plonsen, geweldig hè! Maar altijd oppassen hoor, nooit te ver gaan. Betsie Sarton. 't Was zeker wel een tegenvaller voor je, dat er geen briefje in de krant stond, verleden week, maar ik had geen tijd voor jullie allemaal. Je mag alles schrijven van school en van thuis, je gaat toch wel eens "wandelen Ook daar kan je me dan over schrjiven. Je zult zien, dan maak Je beslist een lange brief. Lucle Mens. En heb je genoten van 't honk ballen? Bij ons hebben de seringen ook prach tig gestaan, maar nu zijn ze wat uitgebloeid. Wat een pret zullen jullie hebben met zo n schoolreisje en dan helemaal naar Alkmaar, wat een reis. T.Zulderland, Burgervlotbrug. Voor het eerst een briefje ingestuurd en dan geen ant woord gekregen, ik begrijp dat je daar waar schijnlijk wel wat sip over gekeken hebt. Heb ik gelijk? Je bent naar Petten gefietst, dat is een fijne tocht, vind je niet? Nelly Roodenburg, Callantsoog. Wan neer ik me niet vergis,7 dan heb jij verleden week dat mooie boek gewonnen, 't Is een heel mooi boek, waar je later, wanneer je groter bent nog veel plezier van kunt hebben. Hoe staat het met je examen? Engel Baan. Vind jij Kees zo'n mooie naam? Want je begint je briefje aan mij met „Oom Kees". Maar Jij mag natuurlijk ook meedoen met de raadsels, hoor, wordt maar een trouwe vriend. Slena Gorter. Ja hoor, je buurmeisje mag ook meedoen. Het wordt geen lange brief, want je hebt mij ook maar weinig verteld. Ansje Mosterdijk, Haarlem. In Haarlem zal 't nu ook wel mooi zijn om te wandelen. En wat fijn, zeg, dat je zo'n zwemabonne ment hebt gekregen, nu kun je gaan wanneer je zelf wilt. Daar heeft je Moeder gelijk in, Ansje, dat wanneer het water eenmaal op temperatuur is en er komt dan één dag lee- ljjk weer, de temperatuur van het water niet verandert. Jan Buys. Dat zal je wel gespeten heb ben, van dat oude konijn, maar enfin die kleintjes zullen ook wel weer groot worden. De zusjes Briars. Nog wel gefeliciteerd, allemaal met de verjaardag van Martha, wat heb je een goede verjaardag gehad, zeg! Ik meen dat 't Dinsdag nog zulk mooi weer was ook, dus dat trof helemaal hè! Marietje Tol, Wieringerwaard. Zo, meisje heb jij zo genoten van die goochelaar, nee, daar is niets van te begrijpen uit een doos 'n duif en dan is die duif plotseling weer hele maal verdwenen! Maar ik denk dat die goo chelaar voor een tulband bloembonnen nodig had en dat het daarom niet ging. Loek en Leon v. d. Wal, Den Haag. Wat fyn zeg een'brief van je vader en dan nog wel zo vlug. Zo dus jij hebt „tuk" gehad met vissen, een klein palinkje wat zal je bljj ge weest zijn met je buit! Laura Hendriks©. Je zusje mag ook mee doen, hoor! Nee er zijn wel van die „bof fers", die de eerste de beste keer al Iets win nen, maar dat komt niet vaak voor! Gretha Krijgsman, Alkmaar. Je moet nooit ongeduldig worden voor de tijd, want je hebt nu gezien, dat je toch wel een brief kreeg in de krant. Ja, Greetje, als het vrede is, dan komen er weer veel van m'n vriend jes en vriendinnetjes naar Den Helder terug. Riekje v. d. Velde. Ja hoor, Riekje, je had wel mogen schrijven. Nou, dan de vol gende week maar, Lucie Weltering, Breezand. Wat een bolleboos word jij, zeg een examen voor het Lyceum dat is niet mis! Hoe is het afgelo pen? En heb je al plannen voor je vacantie? Hannie Elout, Castricum. Wat worden de mensen die een eigen moestuintje hebben toch egoïstisch, want ze denken alleen maar aan hun tuin als 't regent, maar niet aan de mensen, die vacantie hebben en dan door 't lelijke weer gedwongen zijn om binnen te blijven. Want jij vond de regen ook goed voor je sla! Heb je al uit je tuin gegeten? Wat heeft die club van jullie een mooie naam! Piet en Freek Bruul. Wie van jullie schrijft de briefjes aan mij Als je nou „beet" hebt met vissen, dan moet je voorzichtig zijn met ophalen, want anders dan plonsen ze alle maal weer terug in het water. Trijntje van Strien, 't Zand. Alweer een vriendinnetje met een konijn, dat is fijn als je zo makkelijk aan voer kunt komen. Het is nu van de week wel mooi weer geweest om te wandelen of fietsen. Corrie Goedegebuur, Callantsoog. Dus jij bent van plan een garnalenvissertje te worden Of heb je die garnalen juist nodig om vis te kunnen vangen! Ja, dan is 't wel zaak, dat je eerst een schepnetje maakt. Gonda Goedegebuur, Callantsoog. Al heel wat van m'n vriendinnetjes en vriendjes hebben gezwommen en vonden 't allemaal heerlijk! Marie Huisman, Julianadorp. Wat zal dat een aardig gezicht zijn, Marie, die kloek met z'n 11 kuikentjes. Jullie zullen wel een mooie tuin met bloemen hebben, als je vader bloemist is. Hoe is het met je baarsje? Ati Pronk. Als je het zelf zegt, dan zal het wel zo zijn, dat je op een kikker lijkt, wanneer je in 't zwembad aan het spartelen bent. Doe maar goed je best, dan mag je vlug in het 2e bad. Jan Zegers. Wel gefeliciteerd met je broer. Is hij nu alweer helemaal beter Zeg Jan, misschien had je wel te veel visjes in je aquarium gedaan! Lottle v. Raad. Nou, Lottle het is nu geen weer meer om de kachel te stoken hoor! Want 't kan nog wel eens donker zijn, maar steeds probeert het zonnetje er toch door te komen, en dat is nu ook weer het geval, want het is nu Donderdagmiddag en als ik zo op kijk dan zie ik het zonnetje zo fijn schijnen dan zou ik zo zin krijgen om de buitenlucht in te gaan. Gilles Hendriks. Wat een aardig ver haaltje is dat, ik laat het hieronder volgen! HET KLEINE MOEDERTJE. Als Moeder uitgaat dan is Fien een Moe dertje klein in de dop. Ze stopt, of breit of naait dan wat en let intussen heel goed op. Want in het wiegje daar ligt Flip. 'n Broer tje van 'n goed half jaar, 't Is een grappig ventje, met twee tanden en wat stekelhaar. Hij is de grootste schat van Moes, en als ze weggaat, zegt ze: „Fien, pas goed op broertje met een uurtje ben ik alweer terug, mis schien." En Fien, die past goed op, want zij is heel erg dol op het broertje klein. Nou zeg eens eerlijk, wie zou er niet dol op zo'n klein broertje zijn? G. P. Winterboek. Ziezo, alles is beantwoord. Volgende week mogen jullie dus schrijven... voorlopig voor het laatst. 1. Ik liep eergisteren door het bos; plotseling zag ik een eekhoorntje over het pad springen. (Peer). 2. Jan heeft zeker slaap; hij heeft tenminste lang niet zoveel praatjes als anders (Kers). 3. De paarden stonden te trappelen van ongeduld; ze snakten er blijkaabr naar, hun krachten met elkaar te meten (Appel). 4. Het l(jkt me het beste, wanneer je zelf even naar het politiebureau gaat. (Bes). 5. Bep, ruim jij eerst even de tafel af, dan gaan we sjoelen. (Pruim). Goede oplossingen ontvangen vant Kees de B., Ati P., Sjaantje v. W., Fenne- chien M., Sientje de J., Loek en Leon v. d. W., Martha B., Lientje W., Frits S., Nico en Dick B., Dieuwi S., Hillie v. d. P., Hannie E., Alie de B., Annie D., Jannie D., Jopie M., Hanna v. E. G., Cor B., Corry K., Pia B., Cor v. B., Tiny H., Bep R., Rein K., Doornroosje, Jacob P., Maarten K., Jettie B., Jan K., Rika W., Joop G., Klaas G., Klaasje Z., Magda R., Klaas B., Trijntje K., Willie V., Broer en Zus de V., Hen- kie en Jantje S., Annie K., Nina B., Dieuwi D., Anny v. B., Fresia, Nellie C., -Neeltje P., Teun de B., Jopie en Henkie P., Andries W., Kinde ren B., Corrie B., Joop H., Tiny v. B., Gilles H., Jaap M., Engel B., Lottle v. R., Gonda G., Marie H., Jan L., Coba P., Trijntje v. S., Laura H., Greta K., Siena G., Ansje M., Jan B., Ma- rietje F., Lucié W., Freek en Piet B., Corry G., Rietje v. d. W., Annie V., Martien T., Meta van A., Corrie B. Op de krulsjeslijn lees je van boven naar beneden de naam van een plaats in Overijsel. X een lekkernij voor verkouden kinderen. X een roofvogel. X een heester, welke in 't voorjaar bloeit. X een jongensnaam. .X een stromend water. X een meisjesnaam. X waarmee je eet. X i een boom. X niet zuur. X een meisjesnaam. DAPPER STAPPER Altijd loopt hij langs de wegen, Of er zon is dan wel regen. Dapper stapt hij steeds maar voort, Net zo dapper als 't.... hoort! Want als je steeds loopt te klagen, Doe je niets dan and'ren plagen! Loop je met een lang gezicht, Ken je zeker niet je plicht! Dat wil Dapperstap je leren: Kranig door de dag marcheren! Liefst met liedjes vol van moed. Zoals die vogel op 2'n hoed. Wat er ook wel mag gebeuren. Altijd voorwaarts, zonder zeuren! Ook al heb je 't niet naar zin, Toch omhoog je neus en kin! Eerst waren er de vlinders. Daarna kwa men de dichters. En toen werd het eerste elfen-sprookje geschreven. Zeven maanden, van April tot October, kunnen we hen ontmoeten of.kunnen wij hen zoeken, die onwaarschijnlijk tere, on waarschijnlijk mooie wezentjes, die Na tuur ons schonk om ons gelukkig te ma ken. Want of je nu groot bent of nog klein, als je de Schoonheid ontmoet in de vorm van een vlinder, dan springt er opeens in je hart dat geheimzinnige deurtje open, dat bij dichters altijd openstaat. Door dat deurtje vlindert de Schoonheid naar bin nen en je voelt je opeens o zo gelukkig en het maakt je sterk tegen al wat laag is en gemeen. Er is geen teerder en toch krach tiger wapen dan Schoonheid. Laat vlinders dus dat geluksdeurtje ook in jouw hart openstoten. Zoek de vlinders, dan zul je ondervinden, dat 't waar is wat ik zeg. Waar je ze zoeken moet. „Overal waar bloemen zijn, dansen vlin ders klein en fijn." Dus., in bossen en velden, in wei en duin en soms in onze tuinen en heel mis schien komt er eens eentje naar binnen gevlogen om te snoepen van de bloemen in de vensterbank. Maar dan is 't ook volop zomer, en we zijn nu pas in Maart! Maar als de eerste zachte dagen komen, ga dan toch eens door de bossen speuren of je niet een vlinder-wonder ontmoet. Begin April, verleden jaar, liep ik door een bos en dat bos was nog kaal, maar als je goed keek, kon je duidelijk over 't win- terbruin al een waasje groen ontdekken. Hier en daar stond ondernemend een en kel voorjaarsbloempje. Toen heb ik het meegemaakt, dat de Lente feestelijk werd ingehaald door honderden kleine vlinders. Die dansten en dansten op en neer rondom de naderende Lente. Citroenvlinders wa ren het, geel als de zon en ze dansten als spattende zonnevonken.. Op en neer.. Op en neer. Bevrijd uit d° kluisters van win terslaap. Ze dansten door 't bos en einde lijk vlogen ze weg om overal de Lente aan te kondigen. Een vlinder wordt geboren. Een vllndermoeder legt haar eitjes tus sen ontwakende knoppen van struiken. Dan heeft zij haar plicht gedaan en sterft. Maar in de eitjes wordt het leven sjerker en sterker. Tot zij eindelijk splijten en 't vlin derkind te voorschijn komt. Maar dat vlin derkind is een nietig rupsje, dat groeit en groeit en eindelijk zich vervormt tot pop of cocon. En in dit enge huisje wordt hij langzaam tot wonder en als zijn tijd geko men is, breekt de cocon en het wonder vliegt door de wereld. Uit het rupsje werd een vlinder, even mooi als zijn moeder eens was. Dagvlinders en Nachtvlinders. Zij, die het licht zoeken en de warme zonneschijn, dat zijn de dagvlinders, zij, die zich door de schemering eerst te voorschijn laten lokken, dat zijn de nachtvlinders. Maar vlinders zijn grillig en de Natuur staat hen veel toe. Daarom mogen sommi ge zonnezoekers ook wel eens een kijkje nemen in de schemering en die de schemer verkiezen om hun vluchten te ondernemen, toeven toch ook wel eens in de zonneschijn. Rustig zwevend is de vlucht van de grote dagvlinders, dartelend die van de kleine zonnevrienden en in de duisternis snorren nachtuil en pijlstaart ons voorbij. In rust vouwen de vlinders als dankend hun wie ken omhoog of spreiden ze wijd, als in ver langen. Ze leven van honing en boomsap en een enkele maal kunnen we hen zien drinken uit de plassen, die vol-zomer regenbuien voor hen hebben gevormd. Hun leven is broos, soms maar enkele uren. De meeste vlinders echter leven enige dagen of enige weken. Dan sterven zij, terwijl weer ande ren nog voortdartelen om eindelijk in slaap te vallen om eerst weer te ontwaken in het prille voorjaar. Hoe zij er uitzien. Wie komen wij in de zomer het meest tegen? KOOLWITJES. De eenvoudige, lichtgele koolwitjes, waarvan het wijfje op de voorvleugels twee zwarte vlekken heeft. Een enkele maal ontmoeten wij in Juni. bij heggen en kreupelhout, het GEADERDE WITJE, dat zo gauw wordt aangezien voor het gewone koolwitje. Maar geaderd witje lieeft echter veel zwartere en daardoor veel sprekender vleugeladeren. Evep algemeen als het koolwitje is het KNOLLENWITJE of KLEINE WITJES VLINDER. Hij is evenwel belangrijk klei ner dan het koolwitje. CITROENTJES zijn juichend geel en heel erg ondernemend! In Maart komen zij soms al te voorschijn en kunnen wij hen zien als een belofte voor zon en warmte en op een zachte, zonnige Januaridag kan 't ons zelfs al overkomen zo'n kleine gele durfal te ontmoeten. Zo'n ontmoeting is dan een troost voor nog komende koude dagen! PAUWOOG is een schitterende bonte vlinder. Hij is roodbruin met grijszwarte rand. Op elke vleugel- voorhoek schittert een kleurig pauwenoog. Maar de onderkant van de vleugels is zwart getint. Pauwogen zijn de geheimzinnigen, die we bewonde rend nastaren en die eensklaps spoorloos verdwenen zijn. Waar bleven zij toch? Losten zij zich op in de lucht? Neen, pauw ogen zijn kleine bedriegers. Zij zetten zich op de grond en klappen hun wieken om hoog. Weg is de bonte kleurenpracht en het zwart van de onderzijde van de vleu gels is naar ons toegekeerd. Zo vallen zij niet op tegen de donkere aarde. Maar een pauwoog wil ook graag aangezien worden voor een bloem. Daarom zet hij zich ook wel neer tussen bloemen en spreedt zijn bloem-kleurige wieken wijd uit. En hij wiegelt met de bloemstengels mee en denkt: Nu zien ze mij ook aan voor een bloem! De GROTE VOS is roodgeel en op de achtervleugels zien wij blauwe halve-maan- tjes getekend. Er zijn ook KLEINE VOS SEN! Die zijn steenrood met een zwarte rand en langs de vleugelranden zien wij een groot aantal halve-maantjes. Als bij de grote vos zijn die halve-maantjes blauw. Ook de binnenzijde van de wieken van de kleine vos is heel mooi. Grijsbruin en de« voorvleugels hebben een helgeel midden dus betrekkelijk gemakkelijk te herkennen, veld. In vlucht en in rust is deze vlinder De ADMIRAAL of NOMMERVLINDER hebben we allen zeker wel eens gezien. Fluwelig-zwart, getekend met rode slin gers en witte vlekken, komt hij overmoe dig om je heen gevlogen. Hij is niet bang, die admiraal en hij zet zich gerust op de bloemen op de tuintafel, waar omheen een heel gezelschap zit! Een lijnenspel op de onderzijde van de achtervleugels heeft hem een „nommer" gegeven. 98 of 89 kun nen we er uit lezen. AVONDROOD of het klinkt wel wat zonderling OLIFANTSVLINDER, zien wij in ons land algemeen. Olijfgroen zijn >'n voorvleugels, achterrand en dwarsstre- pen zijn violet-rood. Wie zullen we nu nog eens noemen? De keus is zo oneindig groot! Neen. laat ik er géén meer noemen en eerst wachten tot jullie al deze vlinders goed kent. Want wie zal er van de zomer niet proberen deze sprookjes-wezens hun juiste naam te ge ven als je hen tegenkomt?

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1941 | | pagina 11