„Dorus Rijkers" en „Insulinde"
in hachelijke momenten
(tojprt II op fit W
Slaapplaatsen
Vandaag
voor 50 jaar
Vrijdag 27 Juni 1941
tftadbttieuuM
Reddingbooten in de branding
Waai toe motor reddingbooten in staat zijn
Duinvallei
Bedrijfscom petitie
Jj&KeJUdl
ïlieuutf uit UhJk
Visscherfj
voor stodgenoofen
Schaakclub „Morphy
Jlondsien m£ hel Vliedend Blaadje.
Tweede Blad
JJjdicAïLftett
KeAÜ en Zending,
Schetsen uit t Buitenveld
Vuur tusschen nacht
en avond
I
Wjj citeeren hier het laatste artikel
betreffende reddingbooten in de bran
ding, hetwelk wij aantroffen in het laat
ste nummer van het „Marineblad" van de
hand van den secretaris der N.Z.Holl. Red
ding Mij., den heer H. Th. de Booy. Een
interessant relaas, hetwelk ongetwijfeld
met belangstelling gelezen zal zijn.
Uit het rapport van den vertegenwoordiger
der N.Z.H.R.M. te Oostmahorn over den
tocht van de „Insulinde" op 29 Januari 1938
tijdens zwaren N.W. storm naar het in nood
verkeerende Noorsche s.s. „Carmenfjell" ne
men wij het volgende over:
„Het is moeilijk in juiste bewoordingen
weer te geven, wat boot en bemanning gedu
rende deze reis hebben moeten doorstaan.
Van Engelsmanplaat af tot ver buiten de
gronden was de zee één witkokende en wild
dooreen bruisende watermassa. Zoover het
oog reikte, was alles schuim. Hoe verder
men kwam, des te zwaarder waren de bre
kers. Eindelijk kwam de „Insulinde" buiten
de gronden en bereikte na 'n tocht van enkele
uren de Duitsche stoomloodsboot, die tenge
volge van den storm zee had moeten kiezen
en zich bij het Lichtschip ophield. Benoord
oosten van het Lichtschip lagen twee groote
stoomschepen voor den storm bijgedraaid. Van
een in nood zijn schip viel echter niets te be
speuren. De schipper besloot derhalve het
Lichtschip te praaien. Gemakeklijk was dit
niet; het geweld van wind en golven maakte
het schreeuwen onverstaanbaar. Uit de ge
baren meende hij echter op te merken, dat
het in nood verkeerende schip in Oostelijke
richting was verdwenen. Dit werd even later
door de stoomloosboot bevestigd. De Duit
sche zeesleepboot „Max Berents" had ver
binding gekregen met de „Carmelfjell" op
weg naar Borkum. Het zoeken kon dus wor
den gestaakt. Teleurgesteld dat deze zwaar
vermoeiende tocht geen resultaten zou op
leveren, aanvaardde men de terugreis. Het
was reeds donker geworden; de lichten van
Borkummerrif en loodboot waren de eenige
teekenen van leven op de verlaten stormzee.
Nauwelijks lag de „Insulinde" op haar Zui
delijken koers, of een enorme grondzee rees
geheel onverwachts uit de diepte omhoog.
Met donderend geweld brak zij over het
schip en scheen alles te verzwelgen. De „In
sulinde" sloeg over bakboord plat op zij. De
beide matrozen, die achter de beschermkap
stonden, zagen geen kans zich vast te hou
den en spoelden naar lij. Zij konden zich ech
ter nog juist bijtijds vastgrijpen. Allen en
alles verdween onder water. Klaas Steegstra
en de stuurman, Klaas Toxopeus, die zich in
de radiohut bevonden, werden eveneens naar
lij gesmakt en kwamen het hun hoofden in
onzachte aanraking met de scheepshuid. Van
de „Insulinde", die naar schatting minstens
70 graden slagzij maakte, was weinig meer
boven water. Bakboords lantaarn en bak-
boords uitlaatpijp verdwenen in zee en wer
den eerst zichtbaar, nadat de zware grond-
zee onder het schip was doorgerold. De „In
sulinde" herstelde zich... Ongetwijfeld heeft
de reddingboot in een uiterst hachelijke posi
tie verkeerd. Tengevolge van den sterken
vloed werd de „Insulinde" meer om de Oost
gezet dan verwacht werd. Toen het licht in
Schiermonnikoog tusschen de buien door in
't gezicht kwam, bevond men zich ter hoogte
van de N.O.-gronden. Toxopeus besloot recht
over de gronden naar binnen te loopen. Na
enkele zware brandingruggen te hebben ge
passeerd, wist hij de „Insulinde" veilig bin
nen de gronden te brengen. Een zucht van
verlichting ging er op in Oostmahorn, toen
de radiotelefonie-zender van de „Insulinde"
de behouden terugkomst meldde."
Wat de „Dorus" overkwam.
De krachten, die op den sleepzak wor
den uitgeoefend, als een 50 ton zware
motorreddingboot door een grondzee wordt
meegesleurd, zijn enorm groot. In 1938 liep
de motorreddingboot „Dorus Rijkers" tijdens
stormweer het Molengat binnen en zette vlak
voor dit gat den sleepzak overboord, tevens
werden de golfstillende oliekranen openge
draaid. Deze maatregelen bleken bijtijds ge
nomen te zijn; juist bij de verkenningston
van het Molengat kwam een geweldige zee
achterop, die boven alles uitstond. De zee
viel op het dek en nam de reddingboot met
enorme vaart mede. Eén moment stond
iedereen in de stuurhut tot over zijn middel
in het water, doch dank zij den sleepzak
bleef de boot bestuurbaar. Er werd echter
enorme kracht op den sleepzak uitgeoefend,
hij sprong even uit zee, doch toen hy daarna
het volle gewicht van de boot moest houden,
bleek dit een té groote eisch. Het dikke zeil
doek scheurde kapot; gelukkig was toen de
zwaarste branding gepasseerd.
Geregeld oefenen in de branding blijft ech
ter zeker noodig; reddingbootschippers kun
nen alleen in de practijk worden gevormd, de
theorie is echter noodig voor degenen, die de
booten ontwerpen.
reddingbooten is, dat de bemanning er té veel
mee wil riskeeren en zich wil meten met de
groote motorreddingbooten. Bij terugkeer
door de branding naar den wal blijft natuur
lijk de sleepzak onmisbaar!
Het varen met motorreddingbooten door
de branding van onze kust is steeds een sen
satie; de steile groene zeeën, die met donde
rend geweld breken, zijn van een barbaar-
sche schoonheid en het is heerlijk om onder
zijn voeten een goed schij te voelen, dat als
een dartel zeepaard door de branding stuift.
I'en voelt een reddingboot echter niet alleen
met zijn voeten; ook handen zijn noodig om
te blijven staan en zoo maakt men alle be
wegingen mede, van het langzaam klimmen
tegen een steile zee tot de smak in het
golfdal daarachter en slingeren van bakboord
naar stuurboord. Reddingbooten hebben een
groote stabiliteit, zij zijn dus „wreed" en ver
moeiend! Doodelijk vermoeid zelfs, ook voor
de vaste bemanningen, die toch werkelijk
tegen een stootje kunnen. Het water brandt
in de oogen, soms stormt de eene breker na
den anderen over het glimmend zwarte dek.
Met „moed" alleen komt men er dan ook
niet; een zware reddingtocht vooral als
de kans op succes zeer twijfelachtig is
eischt taaie volharding en een groot gevoel
van verantwoordelijkheid. Vandaar de intense
voldoening, als alle moeite en opoffering be
loond wordt met het redden van menschen-
levens.
t*
Diep was het dal in 't blonde dutn,
Beplant met mooi gewas,
Van varens, roosjes, brem en struik,
En zilv'rend helmengras.
Ze lag zoo vredig in de zon,
Die kleine duinvallei.
In haar groene lage struiken
Zongen vogels blij.
'n Vreugdig zomerliedje
't Weerkaatste in de lucht.
Daarboven zong de leeuwrik,
In haar hoge vlucht.
O duindal dat zoo'n rustig
En vredig aanzicht biedt.
Hier wil ik vertoeven,
En zingen in mijn lied,
Van wolken, lucht en zonlicht;
Om in dit paradijs
Te zingen van de zomer
Een heerlijk zoete wijs.
Heemstede, 22 Juni.
K. Wouters.
Donderdag:
L.B.D. 1—De Roode Haan
W.T.B.—L.B.D. 2
W.- en L.P.T.T.
Uitslagen.
1—1
7—0
3—1
Programma.
Hedenavond 8 u. Terrein H.R.C. Scheidsr.
Van den Hoff.
Gem. WerkenB.W.W.
EXAMEN.
Geklaagd te Utrecht voor het examen make
laar de heer R. J. Boom te Den Burg.
Urk, 25 Juni.
Door 80 vaartuigen werd heden aan den
vischafslag alhier aangevoerd:
3102 kg aal en paling, van 34200 kg per
vaartuig, prijs 0.62-1.54; 31 kg voorn,
1820 ct. per kg; 45 manden poss 2.65 en
70 manden nest, 33 ct. per mand.
Een jaar geleden moesten de wedstrijden
om het kampioenschap van Den Helder wor
den afgebroken en verloor „Morphy" al haar
speelmateriaal, terwijl de spelers in verschil-
lende plaatsen terecht kwamen. De een was ^hufur^e' ^ande achter een perceel in de
Voorin o-oiniririo-or Sn„r in ni„„f„ f„ Hartestraat. Na onderzoek kwam vast te
Gelegenheid oor slapen voor klein gezin
Jan Verfailleweg 24 (bij Donkere Duinen).
INBRAAK IN SCHUUR AAN DE
HARTESTRAAT.
Bij de politie werd eergisteren aangifte
gedaan dat er ingebroken was in een
hierin gelukkiger door in een plaats te komen
waar een bloeiend schaakleven bestond, een
ander trof in zijn evacuatie-oord geen schaak
club aan. Pogingen door het bestuur van
Morphy" gedaan om verschillende dorpsclubs
in bondsverband te brengen, hadden tot dus
verre nog geen resultaat. De matador van
Morphy", de heer K. Geus, vestigde zich tij
delijk te Amsterdam en werd daar lid van
A.S.C. (de club van Dr. Euwe) en nam met
het eerste tiental deel aan de ie klasse com
petitie. Ook „Morphy" vergat hij niet en
kwam voor deze vereeniging uit in het tour-
nooi te Santpoort, waar hij in de hoofdklasse
met 3 gewonnen partijen den eersten prijs ver
wierf. Dr. Feenstra Kuiper speelt in het Hil-
versumsch Schaakgezelschap en strijdt thans
mee om een plaats in de eerste klas competitie
van den K.N.S.B.
Vele anderen spelen In kleinere veree-
nigingen, maar helaas zyn er ook nog
schakers, die thans niet in clubverband
kunnen spelen, omdat die in hun evacua
tie-oord niet bestaat. Indien daarvoor geen
termen aanwezig zjjn, wil het bestuur
gaarne iedere poging steunen om ook in
die plaatsen tot oprichting van een club
over te kunnen gaan, maar bovenal hoopt
het bestuur van „Morphy", dat haar leden
weer spoedig in onze oude jutterstad zich
rustig aan het spel van Caissa kunnen
wijden.
Deze regelen vloeiden ons uit de pen om de
Heldersche schakers op te wekken hun spel
niet te verwaarloozen, maar te onderhouden,
opdat ook later in Den Helder weer een
bloeiend schaakleven mag ontstaan.
staan, dat verdwenen waren 2 fietsen, en
voorts diverse kleedingstukken en ander huis
raad. De recherche stelt een onderzoek in.
DE VERBODEN RICHTING.
Een stadgenoot ging op de bon terzake het
rijden in een straat en dat in verboden rich
ting.
FIETS VERDWENEN.
Een bewoner van den Brakkeveldweg deed
aangifte, dat zijn fiets spoorloos verdwenen is.
E*en onderzoek wordt ingesteld.
ZONDER BEL.
Iemand werd bekeurd terzake het rijden op
de fiets zonder dat dit apparaat van een bel
was voorzien.
NOG EEN FIETS, DIE DE BEENEN NAM.
Een bewoner van de 1ste Schagendwars-
straat deed aangifte, dat zijn fiets verdwe
nen is. Ook naar deze Rocinante wordt een
onderzoek ingesteld.
LICHT IN DE HUYGENSSTRAAT.
Surveilleerende politie ontdekte licht in een
perceel aan de Huygensstraat en dat na het
tijdstip, dat er verduisterd behoort te zijn
Een onderzoek werd ingesteld en het licht
door de politie gedoofd. Proces-verbaal zal
tegen den nalatigen bewoner worden opge
maakt.
MUZIEK OP DE PLEINEN,
Misschien verdient het in het bestuur van
,Helder's Belang" wel overweging, om, nu er
in dit jaar niet meer te beplanten valt, toch
iets te doen in het belang van de ingezetenen
in 't algemeen. Als door toedoen van dat Be
stuur eens kon bewerkt worden dat er iederen
Zondagavond op een der beide pleinen, het
Haven- en het Westplein een openbare muziek
uitvoering plaatsvond, zou dit zeer zeker bij
zeer velen grooten bijval vinden. Tot uitvoe
ring hiervan zou het noodig zijn, dat den dag
tevoren op het aangewezen plein een eenvou
dig ingerichte muziektempel werd ingericht
en dat een muziekkorps daartoe werd geënga
geerd. Zou de uitvoering van dit plan tot de
onmogelijkheden behooren? En zou het niet
mogelijk zijn, dat het Gemeentebestuur besloot
om de gelden uitgetrokken voor publieke ver
makelijkheden, tot bevordering van dit doel
aan te wenden? Een zeer groot deel van het
publiek zou, naar we ons vleien, in zulke,
elders gebruikelijke muziekuitvoeringen op
Zondagavond, genoegen vinden.
Voor het theoretisch gedeelte tuinbouw-
vakonderwijs slaagde onze oud-stadgenoot, de
heer N. J. Veeken.
ERKENDE KERK.
De Methodisten kerk in het voormalige
Polen heeft de erkenning als kerkgenootschap
verkregen.
DE POSAUNENGENERAL OVERLEDEN.
Te Bethel bij Bieleféld, de bekende phïlan-
tropische stichtingen van Friedrich von Bodel-
schwingh, stierf kort voor het bereiken van
den 85-jarigen leeftijd de predikant dr. Johan-
nes Kuhloy een der leiders dezer stichtingen,
vermaard als prediker en daarbij als virtuoos
op het blaasinstrument. Hij deed ontzaglijk
"veel voor de bevordering van de hoornmuziek
in Duitschland, met name op christelijk erf en
droeg, sinds hij eens den voormaligen keizer
met een leger van 8000 blazers verwelkomen
kon, den over gansch Duitschland bekenden
bijnaam ,Hosaunengeneral". Ook in Nederland
liet hij zich meermalen met zijn blazers en
kwartetten hooren, steeds in dienst der propa
ganda voor de Christelijke philantropie. Een
waarlijk vroom man, origineel prediker en uit
nemend musicus is in hem heengegaan.
POSTZEGELS BIJBELHERDENKING.
Ter gelegenheid van het feit, dat het dit jaar
vierhonderd jaar geleden is, dat .de Zweedsche
bijbelvertaling gereed kwam, gaf de dienst der
Zweedsche posterijen herdenkingspostzegels
De dag is geweest als een oven, vol heete
lucht.
De dag is langzaam voorbij gegaan. Eerst
het werk, machinaal verricht in de stad, in
de vermoeiende hitte.
Hoe heet kan het zijn: vochtig klam daalde
de hitte neer uit de grijs-gele hemel. Ergens
zengde in een wereld van wittig licht de zon.
Een hart van verblindend vuur in een wereld
van hitte.
Na het werk in de stad komt de treinreis
Monotooneen reis, verveeld gemaakt
tusschen andere verveelde reizigers. Warme
menschen, met klam-vuile handen en ver
moeide oogen.
Dan de fietstocht onder de steeds neer-
zengende stralen van de zon en dan eindelijk
de boerdery.
Thuis.
Motors trandr«Mingbooten
De laatste jarsn zyn verschillende motor-
strandreddingbooten gebouwd om roeiredding-
booten te vervangen; dank zy de z.g. „road-
lftae Track#" kunnen tKena 6 ton zware boo
ten langs bet strand woeden vervoerd en in
zee gelei oeeril De motantr&ndreddingbooten
zijn uit den aard der raak tot veel meer in
staat das da roeireddUtgbooten: bun bestuur
baarheid ia veel pootoi m bet gevaar voor
terugalaa» iaat 4e branding gering. Men
et a* met eaa laoCoretrandreddingboot
zelfs op tiidenht vooral niet te veel
taart te loopen. wtl men niet de kan* loopen
tot ever de haM ven het eohtp over ean go*
toi te eotoletea met alle waeeti ven 4Un.
«aak lp het goWdal a eneaat es rean loopt
«et Hfteo, dat 4e geboete bemanning dnm
•e® onmiddellijk eetgwte Mier «tt 6* boot
*erd| geetaeen. Het gevaar vee neetorstrand-
De avond brengt géén verkwikking.
Integendeel. Het lijkt of de zon, met het
dalen, aan kracht en intensiteit toeneemt.
Het is alsof hij de wereld verbranden wil, als
of hij de aarde wil uitbraden tot niets ervan,
noch van het menschdom, noch van de andere
materie, overgebleven zal zijn.
Wij zitten voor een open raam en staren
in den avond.
Immuum voor indrukken.
De warmte is zóó groot, dat men niet
meer denkt. Men wil alleen maar heel stil
zitten en liefst niet gestoord worden.
Men wil alleen maar alleen zijn en 'zoo min
mogel|jk last van het eigen lichaam ondervin
den. Iedere beweging wordt ondragelijk.
De zon is allang weg en de wereld ligt
tusschen avond en nacht in geklemd.
Vretmde avond. Zoo stil. Zoo luguber stil.
Dreigend en waakzaam tsgel|jk. Men voelt
dat er van alles kan gebeuren.
Vreemde gedachten roeren en malen en
dansen en schichten door een menschenhoofd.
Met wijd-open oogen zit ik te staren en toch
ben lk'niet wakker. Het is alsof ik een deel
van de natuur ben geworden en daarin zal
ondergaan.
Het is alsof het land hygt en de verdorde
bloemen in de kleine tuin om water schreeu
wen. Treurig en dor en droog staat alles er
voor.
In de verte begint een eskader bombarde
mentsvliegtuigen zijn heilloos werk. Of zou
het.'
Neen, ditmaal zijn het geen vliegtuigen.
Ditmaal is het de stem van den donder, die
hoorbaar is. Heel ver en heel zacht. De eerste
preludia van het fuga dat komend is.
't Wordt donkerder en donkerder. Maar
geen verkoeling brengt deze duisternis. Eer
het tegendeel. Loodzwaar, als een vreemde
doem, weegt de atmosfeer op den mensch,
die wacht op het verlossend moment.
En dat komt.
Ineens gebeurt het.
Ineens zig-zagt een kronkelend lint van
vuur vanuit d*n hemel. Elauwig-rose flakkert
even een ontzaglijke lamp aan. Dan dooft het
licht.
Roerloos staan de booman tn den avond.
Gebogen oude mannenmet ordelooze
haren
't Is doodstil. Een enkele duif koert droe
vig in de schuur.
Er valt iets
't Is de regen. Eindelijk... eindelijk water.
Eerst enkele verdwaalde druppels. V|jf...
tien... vijftien... dan sneller en sneller. En
eindelijk openen de sluizen ren den hemel
zich en stort het water neer.
De aarde zwelgt het op. De bloemkelken
worden kleine bassins, gevuld met water. En
in de sloot klukkert het op, en langs het
riet van het dak hoor je het neer ratelen.
Tegelijk met den regen komt het vuur.
Van drie kanten tegelijk nadert het: van
onder de kim en hoog uit de wolken. Vuur-
peilen... eindeloos lang. Die ombuigen onder
den horizon. Hel wit, blauwig en oranje.
Tusschen het vuur davert de donder los. De
landen trillen van de sltgen. Nóg is een slag
niet verstorven, of een andere kondigt zich
reeds aan.
Regen, vuur en donder.
De wereld leeft.
En de mensch ontwaakt. Ineens ls hij gegre
pen door het majestueus gebeuren daar bui
ten. Achter het nu gesloten raam ziet h|j toe
in stilte en aandacht, datgene gadeslaande
wat er gebeurt.
Als een inmense grot, gaapt de hemel nu
hoven ons: een grot, waaruit het water neer
zijgt.
Ruischend en kolkend komt het neer: plas
sen vormend op de aarde, ombuigend het riet
in de sloot, ritselend en suizelend in het graan
dat te velde staat.
Het wordt nacht en nóg eindigt dit vreem
de vuurwerk niet.
Steeds wéér dondert de hemelstem aan,
steeds wéér ziet men de vuurpeilen slangelen
van einder tot einder.
Telkens, met een ruimte van enkele secon
den daartusschen, flikkert het vuur op. Dan
ligt de wereld even open voor ons als was
het dag.
Het is diep in den nacht als dit machtig
fuga een einde neemt en de wereld tot rust
komt.
Langzaam aan mindert de regen, langzaam
aan wordt de atmosfeer weer doorzichtig. Het
lichten wordt minder en de donder is nu
niets meer dan een ver af hoorbaar gerom
mel.
Wind ruischt door den nacht.
Wind vaart van boom tot boom, van tak
tot tak, van bloem tot bloem.
Overal ligt het water en een tjle damp
wordt zichtbaar over de aarde.
Het groeitgroeit
Nooit tevoren voelde ik dusdanig de ont
zaglijke groeikracht van deze oude aarde.
Bevrucht door vuur en water. Vernieuwd...
met hoop en nieuwe lust.
De wind steekt op en vaagt de druppels
weg, die aan het dak hangen. Met een vreemd
geluid tikken deze in de plassen naast de
boerderij.
Te velde staan de donkere lijven van de
koeien en de lichte plekken, waar we scha
pen weten.
Kikkers kwaken en ratelen en roffelen ln
de sloot. Voor hen breekt een goede tijd aan,
want vol van losgekomen leven is die sloot.
De weg ligt glimmend en nat onder het
licht van het kleine stukje maan en de
eerste door-glorende sterren.
Nieuwe wereld
Morgen gaan we met nieuwe moed begin
nen.
Morgen zal het koel en zuiver zgn.
MofgenI
Weekrevue „De Prins". Nummer van 28
Juni.
In dit nummer van de Weekrevue vindt
men een interessant artikel over „technisch
allerlei" van de hand van A. C. van Steende
ren. In een bijzonder geslaagde fotomontage
vindt men bijzonderheden over het werk van
den pottenbakker.
Geopend wordt het nummer met een fantas
tisch, doch historisch verhaal over den zee
ridder „De Gorrel", verteld door A. C. van
Kampen.
Dr. Pen geeft handschrift-analyses, terwijl
daar voorts zijn de bekende rubrieken van da
bekende medewerkers.
LUCHTGEVAAR.
Het Juni-nummer, dat op zijn omslag een
ontzettende explosie afbeeldt, heeft de goede
gedachte gehad, eens 'n praatje te maken met
een tramdirectie over haar ervaringen van
de exploitatie van het net tijdens de verduis
tering. Medicus :chrijft. over brandwonden
en hoe ze te heelen, terwijl voorts een uiterst
lezenswaardig opstel over scherven en scherf-
weren met boeienae illustraties volgt. Een
uitvoerig opstel verhaalt over de luchtbescher
ming te Groningen en verder zijn er de knut-
selrubriek en het domein der vrouw om het
geheel te besluiten.
VOLOP ZON EN ZOMER!
Ook in de mode volop zon en zomer!
Luchtige, fleurige japonnen, open schoenen
of sandalen, lichte, vroolijke hoedjes, vlotta
mantels en pakjes en natuurlijkideale
strand- en.'vacantiekleeding.
Dit alles laat het Juni-nummer van „Die
Mode" in talrijke variaties en combinaties, aan
de hand van schitterende foto's en fraaie tee-
keningen, zien.
Alles wat „mode" betreft wordt in dit blad
behandeld, van het groote avondtoilet tot hand
schoenen en tasschen toe. Voor de confectio
nair, het mode-atelier, de modiste, coupeuse
en moderne vrouw een waardevol bezit!
,Die Mode" kost per exemplaar 1.20 (per
kwartaal 3.60 franco huis) en is in den
boekhandel en in stoffenzaken verkrijgbaar.
Inlichtingen verstrekt gaarne: N.V. Wereld
mode, Prins Hendrikkade 173, Amsterdam-C,
De Kern. Juni-nummer Uitgave Van Holke-
ma Warendorf N.V., Amsterdam.
Van de vele en interessante artikelen die
het laatste „Kern"-nummer bevat noemen wij
die over „De zin van den oorlog", over „Da
Oostzijde van de Andes", over de „Tomaten
als wapen", over het mysterieuze radium en
over den actueelen Birma-weg.
"De Natuur. Populairwetenschappelijk en
cultuur-historisch blad. Uitgave Scheepsma
kersstraat 13, Den Haag.
Uit den inhoud van dit altijd actueele, steeds
interessante en leerzame tijdschrift noemen
wij o.a. de bijdrage van W. E. van Wijk over
„Het karretje van 's-Gravensande", over de
Nederlandsche krabben, over radioactieve om
zettingen, en over „Een levend Pentagram".
Natuur en Techniek. Dr. W. M. Kruseman
opent het Juni-nummer van „Natuur en Tech
niek" met een artikel over „Het instinct in het
dierenleven", waarin hij betoogt hoe moeilijk
bet is onderscheid te maken tusschen reflex
en instincthandelingen en hoe moeilijk het ia
het algemeen is een juiste definitie van het
begrip instinct te geven. P. Oomen vervolgt
met een bijdrage over den radio-omroep in
Argentinië, die in de laatste jaren uit een vrij
chaotischen toestand tot een geregeld en
modern ingericht bedrijf is gegroeid. Een
merkwaardig artikel is dat van C. Valken
horst, onder den titel „De mensch in 't wild"
G. L. Tichelman heeft een fraai geïllustreerd
artikel over „Vorstengraven van Pasè-Samoe-
dra" op Sumatra afgestaan, waarin hij de
hoop uitspreekt, dat deze graven, die thans
reeds in verren staat van verval verkeeren,
voor verderen ondergang mogen woden be
waard.
„Huishouding van Nu", maandblad onder
redactie van de Commissie inzake Huishoude
lijke voorlichting en gezinsleiding Juni 1941.
80 ets. per jaar. H. v. d. Marck's Uitg. Mij.
Roermond.
Als attractie ditmaal de aangekondigde
„Oud maakt Nieuw" cursus die in alle plaat
sen van ons land gegeven wordt. Aan „Onze
Voeding", 'n groot probleem in dezen tijd, is
menige bladzijde gewijd, in 't bijzonder aan
voorjaarsgroenten en haar zoo voedzame en
gevarieerde bereidingswijze. De Rubriek
„Goede Raad van hier en daar" heeft altijd
alleraardigste tips en nieuwigheidjes.
Zeer duidelijk, met teekeningen erbij, is aan
gegeven hoe op verschillende wijze een te klein
geworden kinder- en meisjesmanteltje te ver-
grooten.
De opvoeding in 't groote gezin wordt ook
nog eens behandeld.
ORCUS EN ORPHEUS.
Bij Van Loghum Slaterus Uitgeversmaat
schappij te Arnhem verscheen een bundel ge
dichten van Anthonie Donker (Professor
Donkersloot) getiteld „Orcus en Orpheus"
(ingen. 1.75, geb. 2.50).
Het betreft hier verzen van Donker, die hij
de laatste jaren heeft vervaardigd en waar
onder zich verscheidene bjjzonder mooie ver
zen bevinden. „Orcus en Orpheus", anders ge
zegd: „De hel en de zanger" ls een bundel,
waaruit merkwaardig helder naar voren
treedt welk een talentvol dichter men in
Donker heeft en op welk een ongemeen klare
en schoone wjjze hij gedachten te varwoorden
weet, die in ons allen leven, maar die door
zoo weinigen geuit kunnen worden, zóó, dat
men ontroerd wordt en iets beoeft van de
waarde der werkelijk groote dingen ln het
leven.
Hier zingt een hart, spontaan en eerlijk.
Hier leest men verzen, die waarachtig door
leefd zijn en daardoor een schoon getuigenis
geworden zijn van het dUshteriyic talent van
Donker. Een bundel, die wK warm aanbeve-
len en die zeker vrienden zal maken.