Tob nooit 't HOEKJE OUDERS KIND)E VERDRONKEN Marktberichten De sleutel tot ons wezen VOOR DE Kind en taal (II) Een merkwaardig nest op nieuwe hoefdierenveld „in Artis" Inlevering granen, zaden en peulvruchten Oplichting Frankrijk cn het COMMUNISME Lente in China SHANGHAI. In Mei. In Europa heerscht vrij algemeen de mec- n"- ,dat China is een „heet" land, waar men het gansehe jaar door hijgt van de warmte, doch er is niet één klimaat, er zijn verscheidene klimaten, daar immers China door zijn afmetingen eerder een „wereld deel dan een ,land" is en er bestaat geen werelddeel, waar slechts één klimaat heerscht. Zelfs in het zoogenaamde „warme werelddeel Afrika,, kan het onaangenaam Koud zijn, in het zuiden en eveneens, maar met tegelijkertijd, in het noorden. In den wintertijd van het noordelijke halfrond (wanneer in Zuid-Afrika onder de warmie lijdt, want dan is het daar zomer) heb ik in Marokko vele maanden ©en haardvuur gebrand en heb ik zelfs sneeuw zien vallen. Dit geschiedde ook in betrekkelijk laag ge bied dicht bij Ide kust echter alleen als er een zuidenwind stond, die de koude van het Atlas-gebergte met zich voerde. Van China liggen de noordelijkste deelen van Mongolië en Mandsjoekwo, die de Chi neezen nog steeds beschouwen als behoo- rend tot China, al is Mongolië bezet door de Japanners, eenige graden noordelijker dan Nederland. Van de provincies Kwan- toeng. Kvvangsi en Yunnan iiggefl groole deelen tussrhen de keerkringen, dus in de tropen. De westelijke deelen van China lig gen ongeveer 3000 kilometer van de kust en hebben dus een vastelandsklimaat, ter wijl het oostelijke gedeelte van China den matigenden invloed van den Oceaan onder vindt, Verder zijn zoowel in het noorden als in het zuiden uitgestrekte berggebieden en hoogvlakten, wat weder aanmerkelijke wij zigingen in het klimaat diezer gebieden ver oorzaakt. Hongkong ligt bijna 3 graden ten zuiden van den Kreeft-keerkring, dus „tussehen de keerkingen". maar toch vindt men er in de meeste Europeesche huizen stookeelegen- hoid daar het zelfs hier in den wintertijd onaangenaam kil kan zijn. Te Tientsin. op ongeveer 39 graden noor derbreedte. heerscht vaak 's winters een felle koude en daalt soms het kwik in den thermometer tot meer dan twintig fraden onder nul. Nog erger is het te Peking, op bijna 40 graden noorderbreedte. Daar is namelijk liet vastelandsklimaat overheer- schend. In beide steden vallen elk iaar pak ken sneeuw. Dikwijls waaien er ook zand stormen, die uit de Gobi-woestijn zand en 's winters vinnige koude, 's zomers zengende warmte met zich voeren. Shanghai heeft minder koude winters. Gedurenden den nu afgeloopen winter is de temperatuur slechts enkele dagen eenige graden onder het vriespunt gedaald, maar het is tóch zoo koud. dat de hier wonende Europeanen (indien ze het geld ervoor heb ben) minstens vijf maanden stoken. Vele Europeanen, met name de immigranten, Joodsche vluchtelingen uit verschillende deelen van Europa, zijn te arm om zich verwarming te kunnen veroorlooven. De Chinezen verwarmen hun huizen over het algemeen niet en branden hoogstens op zeer koude dagen een houtskoolcomfoor, dat bijzonder veel stank en weinig warmte geeft. Als laat in den herfst de koude be gint. kleeden ze zich steeds dikker en dra gen vaak in hun handen een klein zakje met warm water en steeds kunnen ze dat warme water vernieuwen, want overal ver koopt men kokend water als in Nederland en België vroeger, toen daar nog de water en vuurvrouwtjes bestonden. De Chinezen hebben nimmer haast en zoo ziet men de meeste hunner nu. half Mei. nog in hun dikke winterkleederen, of ten minste een goed deel daarvan, ioopen. Hun wilsheid van meer aan vijftig eeuwen doet hen beseffen, dat er op de wereld niets ver- radelijker is dan een lente. Dit is niet al leen aan de kust der Noordzee, maar ook hier het geval. Vooral pas aangekomen Eu ropeanen kijken op de enkele warme dagen in Maart, April en Mei spotlachend naar die dik aangekleede Chineezen en zeggen: „Dwazen, om zich met zulk prachtig we der nog zoo overdreven dik te kleeden" Die zoo spreken moeten echter gewoonlijk hun eigenwijsheid met een flinke verkoudheid, een bronchitis of zelfs een longontsteking be telen. Een Nederlandsch dichter heeft eens ge schreven: Maar onze noordsche Mei helaas Is arm aan zonneschijn. Hij kan zoo koud, hij kan zoo guur, Hij kan November zijn. Indien deze Nederlandsche dichter een Chinees ware geweest en te Shanghai of omstreken had gewoond, dan zou hij dezelf de regelen in het Chineesch hebben kun nen schrijven zonder met de waarheid in strijd te komen, maarik zou ze hier dan niet hebben kunnen citeeren. De eerste lentedagen, het waren er drie, kwamen reeds in Maart. De boomen lie pen uit, overal bloeiden bloemen. Een Joodsch immigrant, die hier toch reeds vier jaar woont en een klein cafétje met een grooten tuin houdt, iuichte: „De goede tijd komt weer terug" en hij zette zijn tuin vol met stoelen en tafels, waar drie dagen lang de menschen 's middags hebben kunnen genieten van de buitenlucht Andere immi granten jammerden: „Nu begint die ontzet tende drukkende hitte weder." Maar na drie dagen was de caféhouder van zijn op- timisme genezen en de menschen, die ge jammerd hadden over de drukkende warmte, liepen weder te rillen. Ik woon bij Russische menschen, die zich door het vroege voorjaar niet lieten bedrie gen. Zjj lieten de centrale verwarming in huis niet uitgaan, zeggend: „Wij laten den oven rustig branden, zij het zeer matig. Als het weer omsldat en de winter terugkeert, kunnen we binnen een half uur de verwar ming weder op volle sterkte zetten." De oven heeft sedert dien nog ongeveer anderhalve maand gebrand. Nu is hij tot den volgenden winter buiten dienst gesteld, maar heden, 15 Mei, is het weder zoo koud. dat ik ook overdag mijn vensters potdicht heb moeten houden. Echter, in de stad heerscht toch min of meer lentestemming. Overal, in tuinen en winkels, ziet men een overvloed van bloemen en overal ziet men ook nieuwe vruchten en groenten te koop, aardbeien, kersen, bloemkool, spinazie, sala de, maar deze vruchten en groenten zijn meest door Europeanen geteeld. Het is merkwaardig, dat de Chineezen die toch een zeer rijke en smakelijke keuken hebben (een Chineesche kok, die niet minstens vijfdui zend gerechten weet te bereiden, kent niet veel van zijn vak) nooit sterk zijn geweest in het teelen van vruchten en groenten. Hoe wel er in groote deelen van China ook drui ven groeien, is er geen echte Chineesche wijn. Wat de Europeanen in de wandeling „Chineesche wijn" noemen, is bereid uit granen of rijst en is feitelijk een soort „je never", die gedurende maaitijden warm uit kopjes gedronken wordt en geschonken wordt uit trekpotjes. Toch bestaat er in China wel daar vervaardigde wijn, maar dit is feitelijk geen Chineesche wijn, daar hij gewoonlijk vervaardigd is door Fransche en Italiaansche missionarissen, die alle moge lijkt wijnen, tot Fcrt toe, in den handel brengen tegen zeer lage prijzen. Vreemd is ook. dat de Chineezen met hun zeti verfijnde, geraffineerde keuken, geen boter en kaas -veten te bereiden Melk staat bij ben evenmin in eere en een oude.-wetsche Chinees zal er not't toe komen dit vocht te drinken. „Chineesche" boter en kaas komt over het algemeen uit Mandsjoekwo, waar Russen zich bezig houden met de vervaar diging. Boter en kaas komen hier thans in groote hoeveelheden -uit het noorden, uit Mand sjoekwo, aan. Het is immers lente. Nog en kele weken, dan begint de warmte, die ech ter niet zeer hevig, maar vochtig is. Die warmte duurt hoogstens drie vier maan den en daarna komt hier de aangenaamste tijd van het jaar: de herfst. Op gure, ongemoedelijke dagen kan men hier zelfs in Mei naar den herfst verlangen. J. K. Brederode. Velen hechten gewicht aan een eersten indruk. Daar is iets voor en er is iets tegen Gevoelige menschen met een scherpe intuïtie krijgen gewoonlijk, juist door deze intuïtie, eerste indrukken, die aardig juist zijn. Zij daarentegen, die ook een eersten indruk fun- deeren op bewuste, verstandelijke waarnemin gen, zullen daarbij nogal eens dwalen. Wel kan men later aan de hand van ver standelijke waarnemingen toetsen, of de op intuïtie gegronde eerste indruk juist is ge weest, m.a.w. of wij bij dien indruk blijven Er zijn meer menschen, die zich hoofdzake lijk door hun verstand laten leiden, meer dan door hun intuïtie. Daarom rond „men" Inge Lander een harde vrouw. Alle „egevens om haar, verstandelijk geoordeeld, hard te vinden, waren aanwezig Koele grijze oogen, die in niets, waarop zij rustten belang schenen ie stellen. Zij sprak weinig, slechts het hoognoodige, n.1. antwoor dend op vragen of feiten vaststellend, en dat weinige met een vlakke, ofschoon niet harde stem waarin nooit een warmer timbre kwam. Zij leek nooit opgewekt, noch neerslachtig, scheen met volkomen nuchtere zakelijkheid alles te nemen voor wat het was. En toch was er eenmaal een Inge Lander geweest met een warme oogopslag, een gevoe- ligen mond en een diepe, donkere stem, een Inge Lander, die scheen wat zij inderdaad was, n.1. een zeer gevoelig type. Teleurstellingen cn verdriet hadden die groote gevoeligheid ge kwetst: ze was destijds heel jong, zonder eenige kennis van psychologie of psychologi- sc ie leiding. Me haar verdriet, dat ze met kon verwerken, wist zij niets beters te doen dan te vluchten in een bestudeerde hardheid, met de overweging: „een hard mensch zal niemand pogen te kwetsen." Zij vergat t./ee dingen: ten eerste dat hard schijnen nog geen hard worden inhoudt; ten tweede dat zij thans voortdurend, door deze gedwongen hardheid zichzelf kwetste. Want voor iemand, die van nature gevoelig, goed hartig en medelijdend is, beteekent het een verwrongen levenshouding om te handelen en schijnba' - te reageeren als een hard type. Want zonder twijfel was zij er in 'geslaagd, een hard type te schijnen. Voor iedereen, tot zij een jonge vrouw ontmoette, die een levendig en welwillend belang stelde ln haar mede- menschen en daarbij een groote kennis van psychologie had, die bij haar gedeeltelijk aangeboren gave, verder door studie ontwik keld was. Deze jonge vrouw voelde, bespeurde in Inge Lander iets, dat niet klopte met de harde vrouw die deze wilde schijnen. Ook trok iets haar aan in Inge Lander wellicht het on derbewust besef dat zij haar kon hclnen. En nadat zij intuïtief gevoeld had: „die vrouw is anders dan zij schijnt," begon zij Inge on opgemerkt te observeeren. Een harde gelaatsuitdrukking, zeer zeker maar juist alsof zij zich die eigengemaakt had, alsol een masker van hardheid voor een oorspronkelijk zacht en levendig gezicht ge schoven was. Een gevoellooze wijze van spreken, maar pok die kan men zich eigen maken. Op dit oogenblik zei de gastvrouw van beide anderen, die n.1. op een verjaarsvisite waren: „Och Inge, wil jij die bloemen nog even schikken, je kunt het beter dan ik." „Zeker", antwoordde 11ge op haar gewone vlakke toon. Maar de aandacht vai. de vrouw, die haar observeerde was nu gericht op Inge's handen, smalle, nerveuze handen met fijne', gevoelige vingers. En hanteerde de bloe men alsof het levende vlinders waren, zoo teer en voorzichtig. „Neen," dacht de psy- chologisch-voelende Magda, „het mag dan al zijn, dat een hard mensch door een onbegrij pelijke speling der natuur zulke uitgesproken gevoelige handen heeft, maar het is onbe staanbaar, dat een hard mensch op die wijze met bloemen omgaat. Die vrouw is niet hard, alleen vermoedelijk zeer ongelukkig." Zij zocht contact met Inge, onopvallend, ©"en voorzichtig als Inge de bloemen ge schikt had, zij zocht en vond tenslotte de warmte en het gevoel, die ze aanwezig wist, en die ook voor haar aanvankelijk schuw verborgen werden. En heel langzamerhand leerde Inge in Magda degene zien, die haar herkend hrd voor wat zij was, een gevoels- type en ging begrijpen dat Magda haar nooit kwetsen zou, inaar juist wilde helpen. Inge be greep, veel later, dat kunstmatige hardheid onze wonden niet geneest, Integendeel, zoo min als een te sterk verband een letterlijke wond goed doet. En dat wij ieder' ervaring slechts gezond en volledig kunnen verwerken in een levenshouding: als onszelf. Er is meestal intuïtie en verstandelijke waarneming noodig, om de sleutel tot elkan ders wezen te vinden. Dr. Jos de Cock. De vorige maal spraken we reeds over dit onderwerp en we willen er thans nog een oogenblik aandacht aan wijden. Ik zeide reeds, dat het van groot belang is, dat het kind goed leert spreken. Al de klachten over slecht schreven (bedoeld slecht gebruiken kunnen van onze moedertaal bijv. in brieven en derge lijke), zouden waarschijnlijk zeer verminderen, wanneer en de ouders en de school meer letten op het spreken van de kinderen. Voor het schrijven van een brief is niet al leen noodig een tamelijke beheerschen der taal, men moet ook beschikken over een woordvoorraad. Wanneer het kind niet de be schikking heeft over een woordenvoorraad, zal het niet iti staat zijn zinnen op te bouwen. Vroeger wijdde men daar in de school veel aandacht aan en men herinnert zich waar schijnlijk nog wel de vele oefeningen op dit terrein. Nu moet ik toegeven, dat die oefe ningen niet ideaal waren en wel hierom niet: er werd niet altijd rekening gehouden met de belangstelling van het kind en zijn ontwkke- ling op een bepaalden tijd. In onzen tijd en in de kop van Noord- Holland reeds geruimen tijd wordt weder om in de scholen gestreefd naar uitbreiding van den woordenvoorraad bij het kind. Men bezigt nu andere methoden en wel vnl die, welke rekening houden met de belangstelling van het kind en z(jn ontwikkeling op een be paalden leeftijd. In sterke mate profiteert men daarbjj van het heemkunde-onderwijs. Onlangs heeft men in deze bladen daarover een zeer interessant verslag kunnen lezen. In dit onderwijs kunnen de ouders betrok ken worden. Hoe? Laat ons in dit verband enkele dingen noe men: Tjjdens wandelingen met de kinderen kan men de kinderen op allerlei wijze bekend ma ken met hetgeen in de omgeving te zien valt Wanneer men op zoo'n wandeling oog en ooren den kost geeft en de kinderen voort durend wijst op al het schoons en het bijzon dere in het landschap, heeft men gelegenheid het kind tevens woord en zaak tegelijkertijd te leeren. Wanneer men dan nog zorgt zelf in goede zinnen te antwoorden op de vragen van het kind en liefst niet zich tevreden stelt met een ja of neen of een dooddoener, dan leert het kind al wandelend heel wat en zal het lang zamerhand de beschikking krijgen over een woordenschat, waarvan het zijn geheele leven plezier zal hebben. Onderzoekingen maken uit, zooals ik reeds opmerkte, dat het eenige kind oyer een uit gebreider woordenschat de beschikking heeft dan de andere kinderen. De verklaring is dui delijk, dunkt mij. Het eenige kind hoort van zijn ouders meer en betere taal dan het kind, dat voortdurend met broertjes en zusjes speelt en spreekt. Uitbreiding van den woordvoorraad is van groot belang mits voortdurend gezorgd wordt, dat de woorden welke het kind leert, beteeke- nis voor hem hebben. M.a.w. het zou weinig zin hebben een kind een groot aantal woorden van buiten te la ten leeren, wanneer het niet de zaken, wel ke deze woorden noemen, uit eigen aanschou wing of beleving kent. Zoo dikwijls merkt men, dat zelfs volwas senen praten over dingen, die ze niet kennen. De naam weten ze, maar de zaak zelf is hun onbekend In zulke gevallen verliest de woord voorraad zijn beteekenis. Men streven voor alles naar een kennen van d zaak en het woord. En dan: leer uw kind Nederlandsche woor den. In dgzen tijd hebben we te streven naar het zuiver houden van onze taal. Maar al te dik wijls geurt men met buitenlandsche woorden, en wanneer deze nog erbarmelijk slecht wor den uitgesproken, maakt men zich nog be spottelijk bovendien. Wie het telkens over cen- trüm heeft of over citadel, weet niet hoe be spottelijk hij zich maakt. Men spreke bij voor keur Nederlandsch en als men vreemde woor den gebruiken wil, zorge men voor de juiste uitspraak. Kent men die niet. dan doet men verstandig een goed Nederlandsch woord te bezigen. Ouders kunnen bjj dit alles de school zeer helpen. Maarze kunnen anderzijds ook veel bederven. Ten slotte zouden we dan nog Iets kunnen zeggen over het lezen van goede boeken. Kies voor uw kind een goed geschreven boek en laat u niet verleiden door lage prij zen. Het goede boek is nooit te duur, het slecht geschreven boek is nooit goedkoop, maar altijd te duur. We hebben goed geschreven kinderboeken in een ruime keuze Voor de ontwikkeling van de taal is ook het kinderboek van buitenge woon groote bete»kenls. Men zou zich zelf.' wel eens kunnen afvragen, of dit feit wel vol doende in het oog gehouden wordt! Oveeka. Een der prachtige doeken op de exposi tie der werken van oude Utrechtsche meesters in het Centraal Museum van de Domstad ter gelegenheid van het 61ste lustrum der universiteit (Fax-Holland) Amsterdam, 27 Juni. Op het nieu we hoefdierenveld van „Artis" is temid den der kamelen, lama's, steppen-ezels, gei ten en het Watoessie-rund een Nandoe of Pampa-struis tot nestelen overgegaan. Bij deze vogels van Argentinië nestelt en broedt de haan, nadat hij zich door Balder- roep en pronken - uitingen van mannelijk zelfvertoon - alsmede door nestelen en „schijnbroeden" als „haan-op-broederf" heeft doen kennen. De hen, ofwel de hen nen, leggen dan haar groote eieren (onge veer 12 i 13 maal zoo zwaar als een kippen ei) niet in, maar bij het nest, waarna de haan ze met omgebogen kop en hals, vol gens aangeboren aanleg van zijn ouderlijke verzorgingsaandrift, binnen den nestrand haalt. Op het hoefdierenveld nu, was nestelen met stroo, hooi, of takken niet wel mogelijk daar de verschillende herkauwers als onge- noode gasten dit nestelmateriaal regelma tig kwamen wégvreten. De haan moest er zich toen mede vergenoegen alleen een kuil in het muilen zand te onderhouden, welke kuil door hem aanvankelijk op een zeer on veilige plaats werd aangelegd, maar van Artiswege voorzichting onder de dekking van een voederkrib werd overgebracht. De Nandoe-haan liet zich door deze nest verplaatsing gelukkig niet van zijn stuk brengen en de hen bracht hem ook daar haar eieren ter verdere verzorging. Om den vogel in staat te stellen zijn bouw- drang zooveel mogelijk te bevredigen en door nestelen sterker gevoelsbinding met Sdin broederf te ontwikkelen, werden hem strengen kameelhaar aangeboden, die eerst niet, op den duur echter met een zekere graagte, aanvaard werden, tot de haan ein digde met zichzelf het noodige nestelmate riaal te verschaffen, door bij de verharende k mels te gaan rapen en zelfs plukken. Ge lukkig lieten de verschillende hoefdieren, na de eieren eerst nieuwsgierig besnuffeld en bekeken te hebben, deze verder met rust Overigens pikte de haan, als hij zich op het nest bevond, terdege op de snoeten, zoodat ze er verder geen interesse meer voor aan den dag legden. Thans heeft het merkwaardige broedge- geval in zooverre zijn beslag gekregen, dat de haan des nachts op de eieren gaat zit ten, overdag het legsel echter nog grooten- deels onverzorgd laat liggen. Eerst als het legsel meer tot hem „spreekt"' en vrijwel voltallig wordt, is ook de verzorgingsdrang bij de haan voldoende „uitgegroeid" en gaat de vogel tot broeden over. Zoover is de Nandoe-haan op het hoefdierenveld welis waar nog niet, maar toch is de kans groot, dat er met broeden zal worden begonnen, en dat men 38 dagen later temidden der verschillende dieren een trotschen vader zijn aanvallig geteekende donsjongen zal zien voorgaan en beschermen bij hun eerste, overigens allesbehalve wankele schreden op het levenspad. Regeling iets ruimer. Het Rijksbureau voor de Voedselvoorzie ning in oorlogstijd brengt het volgende ter kennis van de belanghebbenden. Zooals reeds in een persbericht van 9 Mei 1941 werd medegedeeld, dienen de telers vóór 1 Juli 1941 alle hun toebehoorende gra nen, zaden en peulvruchten, welke zij hetzij gedorscht. hetzij ongedorscht op hun bedrij ven of elders in voorraad hebben, bij de P.I.C.A. in te leveren Bij genoemde publicatie werd eveneens bekend gemaakt, dat van deze verplichte in levering slechts uitgezonderd was het res tant van de hoeveelheden trawe en rogge, welke de teler' voor eigen gebruik en voor gebruik van de tot zijn gezin of inwonend personeel behoorende personen tegen inleve ring van broodbonhoekjes, volgens de bepa lingen van het landbouwinleveringsregle- ment 1940 2 mocht behouden. Deze regeling is thans in zooverre gewijzigd, dat van de verplichte in levering bovendien nog uitgezonderd is het restant van de gezamenlijke hoeveelheid akkerbouwproducten, welke de teler ingevolge het evenge- noemde reglement aanvankelijk even eens niet behoefde in te leevreit (nl. de hoeveelheid van ten hoogsteo .25 kg. voor den teler en voor elk lid van zijn gezin en van het bij hem inwo nend personeel). Dit restant mag door de telers echter slechts worden behouden tót ten hoogste zoo veel veelvouden van 10 kg .als het aantal personen, dat wordt gevormd door den teler, de leden van zijn gezin en het bij hem in wonend personeel, bedraagt. Arbeider maakt misbruik van het vertrouwen van rijn werk geefster. Bij de Amsterdamsche Droogdok Maat schappij bestaat de gewoonte om aan arbei ders, die het kaartje verliezen dat zij moe ten inleveren om hun geld te lftinnen ont vangen, een tweede exemplaar te verstrek ken. Van deze loyale houding maakte de 80- jarige T. V. uit Tuindorp-Oostzaan misbruik. Nadat hij voorgaf, dat zijn loonkaartje was zoek geraakt, werd hem een duplicaat ver strekt. Hierop vulde hij echter den naam in van een inmiddels van werkkring verander den collega en incasseerde zonder meer, be halve zijn eigen weekloon, ook het bedrag dat aan den verdwenen arbeider gewoon lijk werd uitbetaald. De politie stelde den Tuindorper wegens valschheid in geschrifte in arrest. Alle maatregelen tegen sabotage genomen. PARIJS, 29 Juni (D.N.B.). De gevolmach tigde van de Fransche regeering in het be zette gebied, ambassadeur de Brinon, heeft voor vertegenwoordigers van de Amerikaan sche pers enkele principieel© verklaringen afgelegd over de houding van Frankrijk ten opzichte van den oorlog tegen de Sovjet Unie. In zijn inleiding verklaarde de Brion, dat de communistische propaganda tracht het door den oorlog in Frankrijk veroorzaakte lijden der bevolking in het bijzonder de moeilijkheden in de levensmiddelenvoorzie ning, voor haar doelstellingen uit te bui ten. Ik ben er zeker van. aldus verklaarde de ambassadeur, dat de Sovjet machtheb bers een. verlenging van den oorlog wen- schen, omdat zij betere voorwaarden voor haar revolutieplannen schept. Ook wat Syrië betreft, gehoorzamen de communisten, naar de Brion op grond van een rapport van den prefect van politie mededeelde, de bevelen van Moskou. Wat betreft het feit, dat Churchill zich tot bondgenoot van de Sovjets heeft ver klaard, wenschte de Brion Engeland en Churchill „veel plezier" en gaf de verzeke ring, dat Churchill nog wel eens zal bele ven, waartoe dit leidt. Wat betreft de communistische kwestie in Frankrijk, gaf de Brion de verzekering, dat alle maatregelen genomen waren om daden van sabotage te voorkomen. UITZONDERINGSTOESTAND IN MOSKOU AFGEKONDIGD. New York, 28 Juni (D.N.B. Reuter meldt uit Moskou, dat over het geheele stadsgebied van de hoofdstad der Sovjet- Unie de uitzonderingstoestand is afgekon digd. Slechts personen in officieele staats functie mogen zich naar Moskou begeven, zoodat de stad practisch van de buitenwe reld is afgesloten In de stad zelf is. een uit gaansverbod afgekondigd tussehen midder nacht en des ochtends 4 uur. Alle openbare inrichtingen, schouwburgen, bioscopen, enz. moeten voor 11 uur des avonds sluiten en volgens neutrale berichten patrouilleeren des nachts militaire afdeelingen door de stad. SOWJETVLIEGERS GEBRUIKEN DUMDUMKOGELS. B o e d a p e s t, 28 Juni (D.N.B.) Sow- jetvliegers hebben, naar op grond van uit voerig onderzoek ondubbelzinnig is bewe zen, bij hun aanval op den d-trein Koeroes- mezee-Boedapest gebruik gemaakt vaö dumdumkogels. SAMENWERKING TUSSCHEN ENGEL- SCHE EN SOVJET-VLOOT? International News Service meldt uit Londen, dat volgens een verklaring van be voegde kringen aldaar, de Engelsche en de Sovjet-vloot plannen voor een samenwer king ontwikkeld hebben. BOLSJEWISTISCHE GEVANGENEN IN ROEMENIë. B e r 1 ij n, 29 Juni (D.N.B.) Op de sta tions aan de Roemeensche grens zijn lan ge treinen met Bolsjewistische gevangenen aangekc en. die in hun grondkleurige lin nen uniformen en met hun kaal geknipte hoofden een zeer eigenaardigen indruk maakten. Een groot gedeelte deze gevange nen is afkomstig uit het aziatische deel van de Sovjet-Unie en was reeds verschei dene maanden geleden in groote transpor ten uit Mongolië en het voormalige Tur- kestan naar de westelijke grenzen van de Sovjet-Unie overgebracht. HARENKARSPEL Met kinderwagen ln sloot gereden. Te Waarland is een kinderwagen waarin een éénjarig kind lag van het gezin C. Dekker Azn. door onbekende oorzaak van het erf af te water geraakt. Waarschijnlijk heeft een ouder broertje of zusje op de kleine moeten passen en onder spelen het éénjarig meisje, 'n oogenblik ver geten. Toen de verschrikte moeder op het erf kwam. was het kind reeds verdronken* BROEK OP LANGENDIJK, 30 Juni. Aangevoerd: 35000 Kg. aardappelen: Schot- sche Muizen f 9, kleine f 3; 750 bos wortelen f 11, 16500 Kg. tomaten A, B, C, en CC f 34. 4 Kg. peulen f 25. NOORDSCHARWOUDE, 30 Juni. 750 kg. aardappelen Schotsche muizen t 9; kleine f 3; 3000 kg. rabarber f 4.80.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1941 | | pagina 4