drukwerk iJUT TiGITJ mu iZte (Boel Distributie Opplakvellen Vacantie faakfau Adverfentiën Betrekkingen Betrekkingen Te huur Te koop Diversen Maandag 21 Juli 1941 Tweede Blad tfJtadinieuwA In memoriam Marie Günthert-Breet De heer A. Zuidervliet: wethouder van onderwijs te Zaandam n Elf Indische lichtmatrozen geslaagd voor stuurman ïlieuuM uit Ua& Hotel „Zomerzorg" I N BRAAK- aangeboden gevraagd Gevleugelde zwervers KeA$c en 2*ndinq, aangeboden aangeboden 100°/o verkoopswaardel Ulat WliddenAtaridehA itüeAeMeeït den laagsten prijs DRUKKERIJ DE BOER Een onzer trouwe leden van Toonkunst, medewerkster aan tal van uitvoeringen, welke ook door andere vereenigingen zijn gegeven is ons vrij plotseling door den dood ontnomen. Het „Mementi mori" heeft diepere be- teekenis gekregen door het heengaan van een onzer trouwe en toegewijde zangeres sen. Hoevele malen heeft ondergeteekende met haar mogen samenwerken, profiitee- rend van den steun, welke haar sonore stem aan de altpartij gaf! Impulsief m haar doen en laten, direct een opinie vormend, gaf zij wel eens aan leiding tot lichte wrijving en toch, wan neer een uitvoering van een belangrijk werk slaagde, kwam zij gul met uitge strekte hand naar ondergeteekende toe, met het gezegde: „Je hebt toch weer gelijk gehad". Deze betreurde overledene was in wer kelijkheid een groote steun voor haar partij en gaf zich geheel aan de haar, ook dikwijls solistisch toebedeelde taak. Thans heeft ons aller Schepper haar ziel teruggevraagd, waar wij nietige menschen in moeten berusten. „Toonkunst" en het zingend Den Hel der zullen deze impulsieve en toewijdende zangeres heel moeilijk kunnen vergeten. Haar asch ruste in vrede! A. J. LEEWENS, Dir. van „Toonkunst" Krachtens de hem verleende volmachten is met ingang van Vrijdag 18 Juli door den re- geeringscommissaris van Zaandam, hurge- meester C. van Ravenswaaij, benoemd tot wet houder der gemeente, de heer A. Zuidervliet, tot nu toe directeur der Handelsdagschool. De heer Zuidervliet is belast met de portefeuille van onderwijs, welke tijdelijk door den burge meester werd beheerd, aldus de „Zaanlander". De nieuwe functionnaris werd geboren 1 Februari 1882 te Stolwijk en behaalde op 18- jarigen leeftijd de L.O.-acte en werd in 1900 benoemd aan de Armenscholen te Amsterdam. In 1902 behaalde hij de hoofdakte. De verdere studies van den heer Zuidervliet bestonden in Dudtsch M.O., Boekhouden eiï Staatshuishoud kunde. Jarenlang was hij dan werkzaam bij het handelsavondonderwijs té Amsterdam en bij het U.L.O. aldaar. (Foto Held. Crt.), In 1919 werd hij benoemd tot directeur van de Handelsschool 5-jarigen cursus te Den Helder, terwijl hfl In 1931 werd be noemd tot directeur van de Handelsdag school te Zaandam, als opvolger van wijlen, den heer A. Bouman. Per 18 Juli 1941 heeft de heer Zuidervliet ontslag uit zijn functie gevraagd, in verband met het feit, dat hij voor het onderwijs me disch werd afgekeurd en het wethouderschap aanvaardde. draagt altijd het stempel van een bijzondere verzorging. Voor uw familie- en vereeniglngi- drukwerk dus naar het moderne bedrijf in de Koningstraat I Zooals bekend werden elf Indische lichtma trozen, die tot de Meidagen van het vorige jaar op het wachtschip „Noord-Brabant" te Vlissingen dienden, in de gelegenheid gesteld te Amsterdam een cursus voor stuurman Indi sche kleine vaart te volgen, aldus de Prov. Ze uwsche Cour. Het onderwijsfonds voor de scheepvaart stelde hiertoe een opleidingsschip beschikbaar. Dezer dagen hebben zij nu met goed resul taat examen afgelegd. Allen kon een diploma worden uitgereikt. De vijf besten zullen nu waarschijnlijk in de gelegenheid worden ge:teld verder te leeren voor stuurman /oor de groote vaart. De andere zes zullen eerst nog aanvullend schoolonder richt moeten ontvangen, alvorens zij voor stuurman op de groote vaart kunnen gaan studeeren. Visscherij Urk, 18 Juli. Door 50 vaartuigen werd heden aan den Vischafslag, alhier aangevoerd: 3250 kg aal en paling, van 50450 kg per vaartuig,'prijs 62.54; 55 kg voorn en baars, 1468 ct. per kg; 18 manden possen, 0.80 en 230 manden nest, 33% ct. per mand. 't Was ons aangeraden als een notel, „waar maar «men nog wat had". De zegelieden had den er veelbeteekenend bij geknipoogd, zoo op de wijze van: „je snapt het zeker wel, er is daar flink gehamsterd en je krijgt er nog wéAr voor je bonnen." Het was dus met zeer bijzondere verwach tingen, nat we het riant-gelegen „Zomerzorg" (een m.i. volkomen on-psychologische naam overigens voor een hotel!) betraden na een dag van 60 kilometers fietsend afgelegd te hebben. We waren allebei doodmoe, dorstig, hongerig en reeds verlangend naar enkele urén slaaps. Gezien het feit dat „Zomerzorg" midden in de groene bosschen, ergens in Kennemerland lag, mocht aan dit laatste niet getwijfeld worden. Een biik in het gastenboek van het hotel, waar we voor het eerst gastvrijheid verzoch ten, bewees dat we ter rechter plaats aange komen waren. Ik las achtereenvolgens de aan wezigheid van een kantonrechter, van de di rectrice van een doofstommeninrichting, van twee dominée's, drie leeraren en een vrouwe lijke arts. Het kon dus niet anders, of dit hotel zou zich kenmerkei niet alleen door overvloed van mondvoorraad, doch tevens door een op perste rust in de eenzame Kennemersche lan douwen. De eerste belofte ging in vervulling. We kre gen méér dan ons toekwam, véél meer zelfs. Uit onzichtbare provisiekasten werden eieren, 40 plus kazen en pikante marmelade's aange voerd, terwijl het middagmaal ons voorkwam als een droom uit de jaren voor 1940. Kortom, een hotel, om uitsluiten! aan je vrienden te vertellen en provisie voor de tip te vragen. Als sluitstuk van al die prettige dingen kwam het uur, waarop wij ons ter ruste zou den begeven. Reeds had ik mij persoonlijk van de 2-persoonskamtr met lits jumeaux kunnen overtuigen en er was niets, maar dan ook niets, op aan te merken geweest. Oneindig schoon, magisch prope. zag de boel eruit. Sneeuw blanke waschbakken, v...n schoonheid krakend linnen op de bedden en glimmende mahonie kasten. Neem daarbij een balcon, dat gelegen heid bood van het bed uit het meest malsche Hollandsche panorama van polderland en dui nen te bezichtigen, en ge zult beseffen dat we ons in de handen wreven in dit hotel beland te zijn. Om vóór half elf lagen we te bed, en nog starend over het balcon in de onbestemde verten, meenden we zoo zoetjesaan weg te sluimeren en elkander eerst des anderen daags weer te zien. Een bitter-wreede ontgoocheling wachtte ons echter. Reeds had ik eenige malen mijn betere helft acte de présence hooren geven door middel van klinkende klappen op eigen wang en beenen, hetgeen wees op de aanwezigheid van muggen, toen ik zelf tot m'n ontzetting minstens een 6-tal dezer kleine duivels boven mij ontwaar de. Ik meende het verstandigst te doen door deze satans glad te negeeren en mij via deze struisvogelpolitiek in veiligheid te stellen. Eilazie... ik had buiten den waard gerekend. Want nauwelijks had ik de oogen gesloten, z.g. genietend van de imitatie-slaap, of daar streek het jachtëskader Mug op mijn arm lichaam neer en ving de strijd aan. Een ongelijke striid! Ik zal niet pogen een waarheidsgetrouw verslag van de uren die volgden te geven. Mijn pen i? niet in staat de folteringen, de pijnigingen en duldelooze kwellingen te ver woorden, die mij dien nacht deelachtig waren. Laat ik ermee volstaan te verklaren dat ieder kwartier een grooter aantal muggen de kamer bevolkte, ondanks het feit dat de bal- condeuren reeds lang gesloten waren en er dus geen enkele communicatie meer met de buitenwereld bestond. Tot op den jongsten dag zal het mij een raadsel blijven waar de horden vandaan kwa men. Vermoedelijk hebben ze zich -bevonden in de plooien van het gordijn, in het bed. onder het bed en op het zeil. 't Is ook mogelijk dat er een onbekend gat geweest is tusschen onze en de belendende kamers, en dat de kweldui vels door dat gat naar binnen stroomden. Welk. een nacht. Het was broei-heet en meer dan óóit tevoren riep mijn lichaam om de zegeningen des slaaps. Maar telkenmale weer doken deze miniatuur S'pitfire's en Mes- serschmidt's op onze lichamen neer. teneinde dit als object van hun dolle steekzucht. met vurige beten en zwellende blaren te bedekken. Ieder middel om aan deze aterlingen te ont komen bleek ijdel. Ik wierp me boven het bed om in wanhoop te doen alsof ik dood was. Het hielp niet. Ik begroef me onder de dekens, maar kon het wegens tekort aan zuurstof niet langer dan 3 mjjiuten uithouden. Ik wikkelde me in het laken en lag zoo stil te luisteren naar het krijgsgezang der deugnieten. Hetgeen mijn vrouw echter, zwaar geagi teerd door den muggenstrijd. niet toestond vanwege „de engigheid". Het deed haar name lijk denken aan m'n begrafenis. Ik sloeg er, Heden overleed 'na een geduldig gedragen lijden, zacht en kalm onze geliefde Zoon, Broeder, Zwager en Oom, dirk sijbrand iedema in den ouderdom van 42 jaar. Den Helder, 20 Juli 1941. Middenstraat 43. Uit aller naam: TH. IEDEMA. De ter-aarde-bestelling zal plaats hebben Woensdag 23 Juli op de Algemeene Be- graafplaats te Huisduinen. Vertrek vanuit het Sterf- huis, Middenstraat 43, n.m. 1 uur. Verzoeke geen bloemen. Geboren: frederik Zoon van: C. KRAP en D. H. KRAP—LEMMENS Sint-El isabeth-Stichting, Alkmaar. 18 Juli 1941. van 21 Juli totea met 2 Augustus Mej. A. C. HONDERS, dipl. Heilgymnaste en Masseuse, Soembastraat 1. voor Inboedels en Koopmansgoederen Assurantiekantoor Koningstraat 90 Telefoon 984 Gevraagd beslist net Meisje, 16 jaar voor de morgenuren. Adres: R. DIJKSHOORN, Breewaterstraat 40. Gevraagd een kappers-leerling. Adres: Ruyghweg 183. net meisje zoekt betrek king, liefst burgerhuis. Adres: Goversstraat 43. middelerwijl, op los dat het een wonder mag heeten dat de lappen kinnebak, wang, neus en oog er niet bij wegvlogen. Iedere keer lag ik op de loer op me zelf en mepte op neus, ooren of oogen. Een enkele maal sneuvelde een der bruten, maar al spoedig bleek de winst niet tegen het verfiés, bestaande uit een gekneusde neus, een bloedend oor en een ont zette kinnebak, op te wegen. Ik ging uit het raam hangen, en rookte 2 cigaretten. Dkt hielp even. Helaas, plotseloos boorde zich een grommende stem door de dood- sche stilte van den nacht toebehoorend aan den slaper in den nevenkamer en waarvan ik den kantonrechter eigenaar wist. Ik luisterde en vernam zooiets van: „maatregelen nemen tegen onverantwoordelijke elementen, die de verduistering aan hun laars lappen en buren uit den slaap houden met de cigarettenstank om 2 uur 's nachts." Terug dus in 't vies-warme, eindeloos door woelde, bed. Terug naar de hel, waaraan geen ontkomen mogelijk bleek. Wederom vielen ze aan, heviger dan ooit te voren. Beiden zaten we recht overeind en het moet een even onderhoudend als fantastisch schouwspel opgeleverd hebben ons beiden daar te zien, meppend, slaand, klappend, grijpend en graaiend, loerend en uitvallend. Met steeds een onderdrukte kreet van „kepperweeréén" als overwinningsjubel. Tegen 3 uur in den morgen waren de ge lederen gedund. De stoottroepen lagen op het veld van eer en de achteraankomende infan terie bleek, hetzij aan ons bloed verzadigd, hetzij zélf moe te zijn, den krijg op te geven. Een voor een verdwenen deze rampzalige gon- zers en om half vier lieten we ons, zweetend, bek-af, met razende hoofdpijn, wanhopig, en wraakgierig vallen in het bed, dat thans grijs was van de afgestorven muggenlij%n en be dekt met roode spikkels bloed. Om 10 uur verschenen we den volgenden morgen aan 't ontbijt. Vérre van fit, en met een humeur om op te schieten. Tegenover ons zat de Kantonrechter. Toen hij ons zag, snoof hij verachtelijk in z'n borstel-snor en gromde iets tegen z'n vrouw, die daarna ook iets gromde. Ik voelde iets in m'n keel opstijgen van wilde woede en blinde razernij, maar slikte het in bij de komst van den ober, een magistrale persoonlijkheid in wit-en-zwart. Zoet-zuur vroeg ik den man of er door alle gasten dien morgen geklaagd was over de muggen. De man zag me verwezen aan, blies een onzichtbaar pluisje van de revers van z'n smetteloos habijt en antwoordde: „Meneer, hier zijn geen muggen, de eerste moet nog ge vangen worden". w Ik heb gezwegen. Maar noch de 40 plus kaas, nóch de volle melk, nóch de eieren van „Zomerzorg" zullen me verleiden ooit weer één stap te doen in dat hellehuis van Kenne merland. Het vinden van geringde vogels gaat ge lukkig nog steeds door. Bij het Friesche Na tuurhistorische museum komen steeds meer gegevens binnen van gevleugelde zwervers, die met hun dood in het verre land hun ringbood- schap hebben achtergelaten, waardoor de ornithologie kostbare gegevens over den trek krijgt, aldus de N. R. C. Omtrent vogelringen uit sommige landen is het niet mogelijk nadere inlichtingen te krijgen, weshalve ze tot later worden vast gehouden. Van andere stations in het buiten land, waar vogels worden geringd, komen thans de berichten niet zoo vlot als vroeger binnen. Stormmeeuw of kleine zeemeeuw. De meeuwen worden van alle vogels het meest geringd, omdat zij op vele plaatsen in groote menigten broeden, met name in kolonies, waar de jonge meeuwei. gemakkelijk geringd kunnen worden. Te Miedum werd een doode stormmeeuw gevonden met ring Zoöl. Station Helgoland 538548. De vogel scheen aan t.b.c. te hebben geleden. Het dier was 16 Juni 1929, onvolwassen, geringd te Schleimünde aan de Oostzeekust bij Sleeswijk. Deze vogel was dus 11 jaar oud geworden. Op 9 Februari vond een visscher te Zürich een doode stormmeeuw op het ijs, met ring Rossitten 56127 D. De vogel was geringd op 12 Juni 1939 op Fahrinsel, Hiddensee op- Rügen. Het dier was vrijgelaten op 14 Juni in den Zoöl. Garten te Breslau. Klaarblijkelijk om na te gaan hoe de meeuw zich verder zou verplaatsen. Te Greoterp vloog een storm meeuw zich dood tegen de draden van het electrische net. Als ring droeg ze Z 1031 van het Zoöl. Museum Denmark. De vogel was 20 Juni 1932 jong geringd op het eiland Vorso, Horsens Fjord, Oost-Jutland. Op 17 April werd te Huizum een doode zeemeeuw gevonden met ring Göteborg Sweden 26179. Het dier was 20 Juni 1937 geringd te Tylon, Halland. Op het vliegveld te Leeuwarden^ vond men een stormmeeuw, met ring Museum Ze il. Helsinki C 37059. De vogel was jong geringd 30 Juni 939 in Snappertuna, Ge- stans, Finland. Kokmeeuwen. Tal van kokmeeuwen van Duitsche of Scandini vische herkomst hebben hun einde in Friesland gevonden. Onder Tjerkgaast werd een doode kokmeeuw ge vonden met ring Zoöl. Museum Denmark Z 28605. De vogel was 16 Juni 1940 jong ge ringd op Vorso, Horsens Fjord, Oost-Jutland Een jaargenoot van dezen zwerver vond zjjn einde tusschen Leeuwarden en Zwartewegs- end, met ring Denmark Z 29167. Een andere Deensche meeuw met ring Museum Denmark 25940 werd te Begum door een roofvogel aangevallen, die tengevolge van het ge schreeuw van een waarnemer zijn prooi los liet. De meeuw ging dood, maar de ring (Zoöl. Museum Denmark 25940) was gered! Een ander slachtoffer uit het hooge Noor den werd door roofvogels aan de kust bjj Stavoren verscheurd. Deze meeuw, met ring Riksmuseum Stockholm P 4078, was geringd 23 Juni 1940 aan het meer Fysingen, Rosers- berg, ten Noorden van Stockholm. Een bijna vijfjarige meeuw met ring Vogelwarte Ros sitten E 120453 werd dood aangetroffen op het Noorderleeg onder Hallum. Het dier was 14 Juni 1936 jong geringd onder bij Fried- richsmoor in Mecklenburg. Nog werden ringen gevonden van een spreeuw van de Vogelwarte Helgoland,, een merel van Helgoland, beide nog geen jaar oud, en een kievit uit Litauen, met ring „Université Kaunas Lithuanie 9498 E". Vol gens het antwoord uit Litauen ringde men 23 Juni 1940 den vogel op onvolwassen leef tijd. Hieruit kan men opmerken dat duizen- zen doortrekkers in het najaar voor een deel uit Litauen komen. DOOPSGEZINDE BROEDERSCHAP. Aangekomen naar Aardenburg ds. Af. J. Nolthenius te Bovenknijpe. Beroepen te Den Burg, Waal en Oosterend op Texel (tweede predikantsplaats)te hoppersum J. Knot, proponent te Heemstede. WAT DE KERK NOODIG HEEFT. Het Kerkbeurtenblad voor Amsterdam en omgeving van 6 Juni schrijft o.m.: „Zal een kerk iets in de wereld kunnen zijn, dan heeft zij noodig haar theologen, dat zijn mannen, die zich voortdurend en telkens op nieuw rekenschap geven, in samenhang met den tijd en omstandigheden waarin zij leven, van haar geestelijk bezit, en die dit verwerken, en er de conclusies uit trekken naar deze of gene zijde, op de verschillende levensgebieden, ten opzichte van de vragen die op een bepaald tijdstip en in verschillende kringen aan de orde zijn. Hoe samengestelder de tijd en de maat schappij is waarin men leeft, hoe moeilijker dit zijn zal, maar aan den anderen kant, een kerk, die niet op de hoogte is van haar tijd, is toch ook niets. Een kerk heeft zeer noodig haar organen, dit is, haar mannen die het theologisch ver werkte gebruiken en die het woord spreken, het woord des levens, het eeuwige Woord Gods in zijn absoluten zin, in zijn rijke verscheiden heid, in zijn veelzijdige toepassing, zooals de kerk het verstaat en zooals het door hun eigen leven heengegaan is; mannen, die het weten te brengen onder het gehoor en tot de gewetens van alle, alle menschen. Ik geloof dat als èn de noodzakelijkheid èn de ontzettende moeilijk heid daarvan meer werd gevoeld, heel veel dingen wat de verhouding van kerk en wereld betreft, en ook wat betreft het predikant-zijn in die wereld, vrij wat anders zou zijn dan zij vaak geweest zijn en zijn. De kerken hebben noodig mannen en vrou wen van de practyk, die het grootgeld van het evangelie voor het dagelijksch leven in kleine munt weten om te zetten; laat mij ze maar noemen, in één woord, al geeft dit volgens het aangenomen spraakgebruik lang niet alles wat ik er mee wil aanduiden: diakonen 'en diako- nessen, mannen en vrouwen der in- en uitwen dige zending, die misschien niet heel veel spreken, maar die doen: samaritanendiensten, neen, Heilandsdiensten, diensten van ver troosting en opbeuring, van redding en terug brenging, van liefde. Iedere kerk heeft haar krachtige, frissche, gezonde, levenslustige mannen en vrouwen noodig die zich vryelyk bewegen op de markt van het leven, in de fabrieken en werkplaatsen, op haar handelsterreinen en in het open veld, op de levensgebieden der wereld, in weten schap en kunst; mannen en vrouwen van zes sen klaar, in niets onderdoende voor de z.g. „mensch van de wereld", maar gedragen door het ééne groote besef te staan op den eeuwigen bodem van Gods liefde, en te kunnen roemen in Zijn gemeenschap. Daarvoor heeft men per soonlijk geen theologie noodig en behoeft men geen Evangelie-dienaar te zyn. Hoe meer zulke mannen en vrouwen een kerk rijk is hoe krach tiger zij staat en tot hoe grooteren zegen zij DE BIJBEL EN DE AMERIKAAN8CHE SCHOOL. W\j lezen in ,J)e Klok", orgaan van de ver- eeniging Protestantsch Nederland: ,j)e president van de Columbia-universiteit in Noord-Amerika, prof. Buttler, een oude voorstander van het liberalisme en de vrije opvoeding, voelde zich reeds vóór jaren ver plicht zijn medeburgers openlijk voor de steeds meer voortgang vindende ontkerstening van het Amerikaansehe volk door de staatsscholen te waarschuwen. MTot in den nieuwen tyd", al- Te huur een BETONMOLEN, groot 250 liter. Adres: C. TH. KWAK, aann., Kijkduinlaan la, Huisduinen. Te koop een Dames- en Heerenrijwiel, met nog prima banden. Adres: Molenstraat 70. Weggeloopen klein grijs Poesje Terugbezorgen: BATA, Keizerstraat 92. Wij drukten, in groote oplaag, Daarom betaalt U thans bij ons Opplakvellen MD 18(bonnen groot torm.): per 100st 0.16 per 1000 st. 1.5Ö per 5000 st. 1.45 (per 1000) Opplakvellen MD 268 (bonnen klein form.): per 100 st. 0.18 per 1000 st. 1.70 per 5000 st. i 1.65 (per 1000) Uw eerste winst de ?istributieopplakvellen van Koningstraat - Den Helder dus prof. Buttler, was de opvoeding door de religie beheerscht. Eerst gedurende de laatste 30 jaar is de toestand geheel anders geworden en de bekendheid met den godsdienst en de belangstelling er voor verdwijnt met schrik barende snelheid uit onze staatsscholen. Voor al zorggevend is de omstandigheid dat de staatsscholen niet slechts de religieuse opvoe ding verwaarloozen, maar zelfs propaganda- centra voor het nieuwe heidendom geworden zijn. De scheiding van kerk en staat is een der grondslagen van onze Amerikaansehe staats inrichting; in dit geval is ze echter zoo ver doorgevoerd, dat de invloed op de staats scholen geheel wordt uitgeoefend door een een zijdig samengestelde minderheid, namelijk door die kringen die volkomen heidensch zijn en aan geen godsdienst meer gelooven. Een for muliergebed, zooals bij de opening van het parlement of van de zittingen van den senaat wordt uitgesproken, is in onze staatsscholen niet toegestaan en de bijbel is ondanks zijn groote litteraire waarde in den regel geheel uit het openbare onderwijs verbannen. De revolutie heeft heden ten dage er toe geleid dat het staatsbestuur aan een onderwijsprogram open lijk de voorkeur geeft dat elk religieus onder wijs volkomen onmogelijk maakt". VRIJZINNIG HERVORMD AMSTERDAM. Wij lezen in ,JJieuw Leven", vrijzinnig-gods dienstig weekblad voor stad en dorp br wordt zoo dikwijls getracht den indruk te wekken, dat het vrijzinnig godsdienstig leven in de hoofdstad zooverre ten achter staat bij het rechtzinnige aldaar. Het doet daarom goed eens het verslag te lezen, dat door de afdee- ling van Vrijzinnig Hervormden werd gepubli ceerd. Deze afdeeling bloeit zeer. Na Den Haag en Rotterdam komt Amster dam i» ledental. Lange jaren steeg het leden tal der vereeniging slechts zeer langzaam, maar de laatste jaren ging het vlugger en nu is men de 1000 gepasseerd en op weg naar de 2000! De uitstekende samenwerking tusschen het bestuur en den predikant ds. B. J. Aria zal wel niet los van dezen vooruitgang staan. Men heeft in Amsterdam een „nieuwe litur gie" in gebruik genomen, waarin de gemeente een veel grooter actief aandeel in den eere- dienst heeft dan voorheen. Deze „nieuwigheid" blijkt volgens het verslag zéér te voldoen. Van alle godsdienstoefeningen werden er 30 door ds. A ris geleid. Ook het Kerstfeest, het Kerst spel en de jeugddag zyn kerkelijk onder groote belangstelling gevierd. Het koor der vereeni ging verleende vele malen medewerking. De blokkendoos" is de groote Vrijzinnig Hervormde jeugdbeweging te Amsterdam met haar vele clubs. Deze jeugdbeweging heeft op 26 October 19i0 onder groote belangstelling haar lustrum gevierd. Verder houden de leden daarvan om beurten de wacht in de kerk, voor aanwijzing der plaatsen enz."

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1941 | | pagina 5