De waarde van golfstillende olie
Distributie
Opplakvellen
ïlituwJ uil Uhk
voor 50 jaar
RIJWIEL
Betrekkingen
Te koop
Diversen
Maandag 28 Juli 1941
Tweede Blad
H.S.V. Den Helder
Burgerlijke Stand van Den Helder
Ulo-examens
den laagsten prijs
DRUKKERIJ DE BOER
Vandaag
Tusschen licht
en donker
V
Advertentiën
Dr* C,W, Bottema
aangeboden
MaduiLeuuM
De eerste mededeelingen omtrent de golf
stillende werking van olie dateeren reeds van
vele eeuwen geleden. Zoo vertelt Plinius bijv.,
dat duikers olijfolie in den mond namen en
van tijd tot tijd iets ervan naar boven lieten
drijven, waardoor de golven afvlakten en meer
licht werd doorgelaten. Ook Plutarchus en
Aristoteles hebben hun gedachten over den in
vloed van olie op het water laten gaan. Deze
laatste bouwde er zelfs eeds eeh theorie over
op, die hierop neerkwam, dat de wind, over de
olie heenglijdend, geen vat op het water kon
krijgen en dit dus ook niet in beweging kon
brengen, aldus de heer H. Th. de Booy in het
laatste nummer van het Marineblad.
In een, in het jaar 1775 in Holland versche
nen, tractaat van Frans van Lelyveld vindt
men tal van berichten, die naar aanleiding van
ec prijsvraag over het storten van traan, olie,
teer, enz. waren ingekomen; de talrijke waar
nemers, die hier hun ervaring boekstaafden,
zijn het wel met elkaar eens, wat de golfstil
lende werking van de olie betreft, doch daar
naast wordt door velen naar voren getracht,
datde zee, nadat de olie is uitgewerkt, ge
vaarlijker is dan ij vóór het olie storten was.
„De olie verspreidt zich ongelooflijk snel en
wijd uit over het water, geeft aan het opper
vlak een groote taaiheid of maakt, dat de
wind over het vliesje heenglijdt en aldus geen
vat erop heeft. Hoe kan nu het een of ander
ooriaak zijn, dat de wind op een andere plaats
dus buiten dien effen omtrek of op dezelfde
plaats, nadat de clie 0eheel verdwenen is,
méér vat op het water kan hebben, dan of er
in het geheel geen olie zou rijn ;estort", vraagt
Lelyveld zich af.
Vele van Lelyveld's beweringen over de ge
ringe toepassing van golfstillende olie werden
door Joannes le Francq van Berkhey in ern-
stigen twijfel getrokken. Een van zijn hand in
1775 ;e Leyden verschenen brochure, is aardige
lectuur voor de liefheb" ers! Le Francq van
Berkhey was vooral gebelgd op van Lelyveld,
omdat deze liet voorkomen, alsof er in de
eeuwen, die tusschen Plinius en Franklin wa
ren verloopen, nimmer aandacht aan de golf
stillende werking van olie was besteed en de
criticus komt dan ook met tal van voorbeelden,
waaruit moet blijken, dat het speciaal de
Hollandsche en Zeeuwsche zeelieden zijn ge
weest, die met groot succes golfstillende olie
in de practijk toepasten. Het zou inderdaad
wel zeer merkwaardig zijn geweest, indien de
uitnemende zeevaarders uit vroeger eeuwen
dit eenvoudige -niddel om de golven te „slech-\
ten" niet hadden gebruikt. Het merkwaardige
effect van golfstillende olie was dan ook bij
de zeevaarders van alle volken bekend, doch
het heeft zeer lang geduurd, voordat voor 't
verschijnsel een aanvaardbare theoretische
verklaring was gegeven.
Intusschen zijn er steeds „uitvinders" ge
weest, die op nieuwe mogelijkheden om golf
stillende olie te gebruiken hebben gewezen.
In de eerste helft van de 19e eeuw was het
een zekere Paulus van Griethuyzen, die pro
paganda maakte voor de aanwending van olie
ter bescherming van de dijken. Door olielei
dingen aan den rand van den dijk, met brand
spuitslangen, ja zelfs met oliebommen door
kanonnen verschoten, wilde hij de zee te lijf.
Een voortvarend Schot, John Shields, bracht
omstreeks 1880 dit idee in practijk. Hij legde
olieleidingen, waarin kleppen waren aange
bracht, van het strand dwars over de haven.
Bij ruw weer werd de olie dan door een pomp
door het buizenstelsel gevoerd. Shields, die
1000 aan zijne proeven besteedde, kreeg er,
vooral te Aberdeen, verrassende resultaten
mede, doch het bleef bij proeven. In het laatst
van de 19e eeuw nam de belangstelling voor
golfstillende olie weer toe; verschillende
scheepvaartmaatschappijen wezen hun gezag
voerders op het nut, dat olie kan hebben, de
beide Nederlandsche Reddingmaatschappijen
voerden het gebruik van olie in en in Neder
land werd een staatscommissie benoemd om
nader te onderzoeken, welk nut golfstillende
olie voor de scheepvaart kon hebben.
Deze commissie schijnt echter haar taak niet
al te ernstig te hebben opgevat; zij kwam ten
minste tot de merkwaardige conclusie, dat het
golfstillend vermogen van olie als een „poëti
sche phrase" moest worden beschouwd!
De United States Coastguard ging dieper op
dit onderwerp in, in 1883 bestudeerde zij de
golfstillende werking van olie op grondige
wijze. Weliswaar kwam men niet los van de
„wrijvingstheorie", doch de practijkproevWi
waren belangwekkend. O.a. werd geconsta
teerd, dat petroleum door de zee uit elkaar
geslagen wordt en dat op de binnenbanken,
waar het overkrullen der golven niet in de
eerste plaats veroorzaakt wordt door de wer
king van den wind, maar veeleer door de nabij
heid van den grond, de golfstillende werking
gering was.
De meeste Reddingmaatschappijen gingen er
toe over om hun booten met golfstillende olie
uit te rusten en men is het er thans vrijwel
over eens, dat, hoewel de werking van golf
stillende olie niet moet worden overschat, zij
inderdaad de windkoppen op de zee doet ver
dwijnen en dus in moeilijke omstandigheden
van groot nut kan zijn.
De keuze van de olie berustte tot nog toe
geheel op hetgeen proefondervindelijk het
beste was gebleken. Men kan reeds in zeer
oude Zeemanshandboeken lezpn, dat dierlijke
olie als traan enz. beter werkt dan plant
aardige oliën, doch een juiste theorie over de
golfstillende werking ontbrak en men wist
dus ook niet, hoe de samenstelling van de
olie moest zijn om er het grootste resultaat
mee te bereiken.
Dit is voor de Noord- en Zuid-Hollandsche
Redding-Maatschappij in 1931 aanleiding ge
weest om de hulp in te roepen van de Tech
nische Hoogeschool te Delft. Professor W.
Reinders verklaarde zich bereid om het ver
schijnsel van de golfstillende werking van
olie te doen bestudeeren.
Tal van proeven werden op zee genomen;
meestal werd de motorreddingboot „Neeltje
Jaeoba" (gestationneerd te IJmuiden), ge
bruikt om de werking van verschillende olie
soorten friet elkaar te vergelijken. Dit ge
schiedde dikwijls met ruwe zee en Ir. J. D.
Banting, die met het nemen van de proeven
was belast, heeft van geluk kunnen spreken,
dat hij merkwaardig zeevast bleek te zijn en
eerst ga enkele uren last begon te krijgen
van de wel zeer onaangename bewegingen
der reddingboot op een, door talrijke olie
soorten, uiterst onwelriekende zee.
Niet alleen werden er proeven genomen met
in 8en handel verk^jgbare „stormolie" (een
minerale olie met een geringe hoeveelheid
oleine), vischtraan én zeehonden traan, doch
ook met oleine (al dan niet verdund met
petroleum of amylacetaat), sesamolie en
klauwenolie.
Oleine gaf de beste resultaten, doch deze
olie had nog altijd het bezwaar bij 0° te gaan
stollen. Ook de Bataafsche Petroleum Mij.
bleek zich echter voor dit onderwerp te in
teresseeren erf dank zij het in het Laborato
rium te Amsterdam verrichte onderzoek, kon
een zich behoorlijk snel verspreidende golf
stillende olie worden vervaardigd, die niet aan
hetzelfde euvel leed als vischtraan of oleine,
n.1. een te hoog stolpunt, waardoor des
winters dikwijls de pijpjes in de golfstillende
olietanks aan boord van reddingbooten ver
stopt raakten. Bovendien heeft de golfstillende
olie van de B.P.M. een derivaat van mine
rale oliën het gróóte voordeel, dat zij de
eigenschap heeft schuimvorming tegen te
gaan, terwijl zij eerst bij 20° C stolt.
In het artikel over het omgaan van red
dingbooten in de branding vestigde ik er
reeds de aandacht op, dat men zich niet è.1
te groote voorstellingen moest maken van de
golfstillende werking der olie. Weliswaar zal
de monomoleculaire laag, die als een elastisch/
vliesje over de zee wordt getrokken, de
„windkoppen" doen verdwijnen, doch zware
grondzeeën, die nu eenmaal moeten breken,
zullen hun kracht behouden. Golfstillende olie
zal echter steeds een zeer waardevol hulpmid
del blijven voor den „zeeman in nood".
Begunstigd door mooi weer, is op 26 en 27
Juli door b.g. vereeniging een concours ge
houden' in het Noord-Hollandsch Kanaal bij
West-Einde. Op beide dagen namen hieraan
deel pl.m. 75 leden. En zijn heel wat baarsjes
gevangen. Alleen waren,ze erg klein. Een en
kele mooie baars. Ook werd er nog, cloor W.
van Hees, een groote snoek gevangen.
De prijzen bestonden hoofdzakelijk uit hen
gelsportartikelen. Eerste prijswinnaar: D. den
Brasem, 210 cm; 2e prijs D. Tibboel, 144 cm;
3e prijs W. Baljon, 128 cm; 4e prijs J. Wilner,
125 cm; 5e prijs C. Looijensteijn, 119 cm; 60
prijs P. Bakker, 116 cm, enz.
26 Juli 1941.
BEVALLEN: H. J. KustersMeulendijk, d.
Xe^eldcfi nuiuaé
De heer H* J, Kraai "f
Wat reeds geruimen tijd werd gevreesd, is
in den nacht van Vrijdag op Zaterdag ge
schiedt; de heer H. J. Kraai, hoofd der openb.
lagere school te Den Burg, is op betrekkelijk
jeugdigen leeftijd (44 jaren) overleden. Voor
korten tijd had zijn ziekte nog een gunstige
wending genomen, zoodat er hoop was op her
stel, in de laatste weken evenwel verergerde
zijn kwaal, zoodat al eenige dagen 't ergste
werd gevreesd.
VAijfieid
Een witte tjalk in het kanaal
Trekt mij voorbij,
De schipper staat er rookend en
Tevreden bij.
De zeilen blinken in de zon,
En spieg'len in
Het water, zachtjes glijdt het schip
De verte in.
Ik heb vacantie; op 't kantoor
Staat leeg mijn kruk.
Ik zit te vissen in het riet
Naar het geluk.
De vrijheid is zo ruim en mooi,
En 't zingt in mjj;
Een witte tjalk in het kanaal
Trekt mij voorbij.
W. Altena.
Zaterdag slaagden te Alkmaar voor het
U.L.O.-examen A de dames J. Mos, J. de
Boer en Bogaards en de heeren A. Kersber
gen, H F. W. Kohier, J. J. Tijsen, J. G.
Bosch, P. Boogaard en A. J. Beneker.
Utat YYLddeniJUmdeM
intiteMe&Jt
Wij drukten, in groote oplaag,
0
Daarom betaalt U thans bij ons
Opplakvellen MD 18 (bonnen groot form.):
per 100 st 0.16
per 1000 st 1.50
per 5000 st. 1.45 (per 1000)
Opplakvellen MD 268 (bonnen klein form.):
per 100 st. 0.18
per 1000 st. 1.70
per 5000 st. 1.65 (per 1000)
Uw eerste winst
de distributieopplakvellen van
Koningstraat - Den Helder
De overledene was, totdat hij voor een paar
jaar, door een sleepende ziekte wérd getrof
fen een uitstekend hoofd der school, die
zich bij leerlingen en ouders zeer bemind wist
te maken en die zich in deze functie de ach
ting reeds verwierf van heel de burgerij. Niet
alleen echter aan het onderwijs heeft hij
groote zorg besteed, vooral bekendheid heeft
de heer Kraai zich verworven als conser
vator van het Natuur-Historisch en Texelsch
Museum te Den Burg. Wat de overledene op
dit gebied heeft gepresteerd, dwingt ieders
respect af: in slechts weinige jaren nam dit
Museum onder zijn leiding een vlucht, die de
stoutste verwachtingen overtrof. De ruime
oude school (4 lokalen) is te klein geworden
om al de interessante artikelen te bevatten,
die reeds zijn bijeengebracht, zoodat er reeds
plannen bestonden voor nieuw-bouw. De heer
Kraai legde hierbij bewijs af van diepgaande
studie pp natuur-historisch gebied. Geen
moeite was hem te veel om 't een of ander
interessant exemplaar toe te voegen aan de
snel groeiende verzameling.
Verder heeft de overledene, die ongeveer
13 jaar als hoofd der school op Texel werk
zaam is geweest, in den loop der jaren ver
schillende bestuursfuncties in Texelsche ver-
eenigingen bekleed, onder andere was hij
eenigen tijd voorzitter van ?t Departement
„Texel" van het Nut van 't Algemeen". De
crematie zal vermoedelijk Dinsdag te Velsen
plaats hebben.
VlsscheriJ
URK, 24 Juli. Door 50 vaartuigen werd
heden aan den vischafslag. alhier aangevoerd:
3708 kg kuilpaling, van 25150 kg per vaar
tuig, prijs 0.621.54; 38 kg snoekbaars,
68 ct.40 kg voorn, 1420 ct.; 10 kg baars,
36 ct.; 2 kg karpers, 50 ct. per kg en 160
manden nest, prijs 33J^ ct. per mand.
URK, 25 Juli 1941.
Door 60 vaartuigen werd heden aan den
Vischafslag alhier aangevoerd:
3938 kg kuilpaling, van 2^—215 kg per
vaartuig, prijs 0.621.54; 10 vaartuigen met
622 kg lijn- of beugaal, 0.621.54; 5 vaar
tuigen met 333 kg fuikaal, 0.621.54; 45 kg
snoekbaars 0.68; 24 kg voorn 1420 cent
per kg en 380 manden nest, prijs 33% cent
per mand. f t
POLDER-NIEUWS.
Het baggeren van het laatste stuk kanaal
vanaf de sluisput naar het reeds gebaggerde
gedeelte, ongeveer 387 meter en het door
graven van de sluisputdijken en bijkomende
werken is aanbesteed. Laagste inschrijver was
N.V. v/h A. Hofman te Haarlem voor
168.000. Hoogste inschrijver A. de Waard te
Dordrecht voor 224.000. Met het doorgraven
van de dijken kan alleen begonnen worden,
zoodra de sluis en het gemaal gereed zijn.
Uandlien wii hel Vliegend Blaadje-
Dc jonge Held
Zaterdag 11. werd, door een knaapje van
11 jaren, een kind van een jaar of 5, 6 uit het
Heldersche Kanaal gered. De moedige knaap,
de Boer genaamd, zag van den anderen oever
het gevaar, waarin het kind aan de overzijde
verkeerde. Hij aarzelde niet, om gekleed te
water te springen en het kind aan dreigend
doodsgevaar te onttrekken. Een heldendaad
door een 11-jarig knaapje volvoerd, mag waar
lijk wel in het openbaar worden vermeld. Deze
vermelding strekt tevens tot geruststelling,
dat het geslacht der menschenredders dat hier
ter plaatse in vroeger jaren mannen telde als
Martinus van den Ham en Cornelis Dito, nog
geenszins is uitgestorven. Die helden vinden in
onze dagen, zelfs onder de knapen, uitstekende
navolgers!
De Nuts-Commissie voor edelmoedige be
drijven mo$e ook van dit heldenfeit wel nota
nemen!
Schetsen uit t Buitenveld
't Is kermis in den polder!
Wat niemand verwacht had, waar geen ge-
evacueerde sterveling in zijn levensdagen meer
op gerekend had, is een feit geworden.
Vorige week ging het op een avond van
mond tot mond, dat er wagens waren geko
men, waarop vreemde apparaten lagen. Toen
we gingen kijken bleek, dat de wagens reeds
omgeven waren door een machtige school kin
deren. Stil waren deze geworden bij datgene
wat ze vernomen hadden van de mannen, die
bij de wagens hoorden; 't was de kermis.
Ineens was de landelijke rust van de kleine
buurtschap grondig verstoord. Ineens stond
het leven in het teeken van het feest dat ko
mend was en de inheemsche jeugd, plus de
geëvacueerde, bleken voor niets anders meer
eenige belangstelling te koesteren dan Jouter
en alleen voor de jaarlijksche verrukking, die
kermis heet.
En nu .draait ze al verscheidene dagen.
Van het kleine halte'tje af hoor je haar al:
de imposante draaimolenbei, die kilometers
ver haar klanken uitzendt en alles en iedereen
lokt, die in de nabijheid komt.
Des middags en des avonds draait de molen.
Daaromheen concentreert zich de belangstel
ling van alle omwonenden.. Niet vanwege het
feit dat het zoo'n bijzondere draaimolen is,
maar wel omdat de heele kermis bestaat uit
alleen die molen...
't Is een zeer speciaal genoegen lederen
avond op een afstand dit kermis-gebeuren
gade te slaan. En te zien hoe de jeugd van
het land en de jeugd van de stad elkander be
vechten om toch maar een plaatsje in dat
wentelend apparaat, dat draaimolen heet, te
krijgen.
Op steigerende paarden, exotische figuren,
romantische gondels en fantastisch-uitgevoer-
de schuitjes draait men: al vlugger en
vlugger. De felle keuren verliezen steeds meer
hun helderheid totdat ze in elkaar overvloeien
en alles een grijzig rondsnorrende bromtol
wordt, waarboven uit het nimmer-eindigend
gegil en gejuich der jongens en meisjes klinkt.
't Gaat door tot de eerste schaduwen over
dit deel van de wereld strijken.
Moe en warm keert de jeugd huiswaarts.
En de draaimolenman doet de tent dicht en
telt z'n geld. Rijk zal hij er niet van worden,
maar daarvoor is hij dan ook draaimolenman.
Als het avond geworden is, als de laatste
trein voorbijgedreund is en ook de allerlaatste
hengelaar z'n snoer opgerold heeft, komt de
nacht over het polderland en keert de vol
maakte rust, die karakteristiek is voor deze
lage landen, terug.
Blauw-wazig liggen de» velden te dampen
in den avond. De wegen strekken zich uit, lrjn
recht en zwart, met aan weerszijden de vaar
ten.
Het water van die vaarten is rimpelloos en
mysterieus. Men weet, dat het leeft onder dat
onbewogen oppervlak, men weet dat een an
dere wereld daar voortgaat, waarvan wij niets
weten.
De boerenplaatsen liggen als zwarte kolos
sen langs den weg. Koeien en schapen en een
enkel paard grazen snuivend en hoestend
voort. Krekels zitten zenuwachtig te zeveren
tusschen het gras en heel in de verte doet de
koekoek zich hooren.
Voor de deuren van de plaatsen zitten de
menschen te praten. Menschen van het land
en menschen uit de stad.
Gedempt klinken de stemmen: men heeft
het over het weer en over den winter en over
datgene wat ons allen beroert: den oorlog. En
over het graan dat te velde staat.
Ja, dat graan.
Groen golft het in het polderland van hori
zon tot horizon. In vorstelijke deining golft
het voort. Millioenen aren, waaraan zich de
kleine harde korrels bevinden, die straks het
bloed in onze lichamen moeten laten stroomen.
De slagregen van de vorige week heeft z'n
sporen nagelaten: er zijn groote kuilen en val
leien geslagen in dat eerst egaal verrijzend
land. Slap en treurig buigen zich tallooze aren
ter aarde, en iedere maal als de boer er langs
komt trekken zich de rimpels boven z'n oogen
samen.
't Is een goed en gezond leven hier, op het
land. Nu nog wel, met de zon en het water en
de frissche lucht in de avonden. Dat is een
ander land dan 's winters. Een andere tjjd dan
die van bevroren handen op een roestig fiets
stuur, van tochtende perrons en onverwarmde
treinen, die overtijd zijn. Maar wie denkt
daaraan, nu het volop zomer is: en we nog
een langen tijd voor den boeg hebben eer het
zóó ver is. En daarbij... meer dan ooit tevoren
hopen we op een snellen vrede..
Ja, het leven is hier goed op het land. Even
min als in de stad kennen we hier weelde
maar indien men zich kan aanpassen (en wie
leerde dat niet het laatste jaar is dit een
goed en gezond bestaan. Vroeg uit de veeren
en doorgaans vroeg op stok. Weliswaar niet
„met de kippen", maar niet zoo heel veel later
ook.
Zie de jeugd maar aan; hoe bruin-verbrand
die rondbattert. Zonder schoenen en kousen.
Met een paar wit-houten klompen over bruin-
gespierde beenen, waarvan de kuiten zoo hard
zijn als staal. En er wordt gezwommen in de
zwembaden, die de Noordkop in velerlei vorm
rijk is en waar je voor een habbekrats gebruik
van kunt maken.
Er is daar in dat buitenveld veel verbroe
dering. Dat merkt men als men zoo 's avonds
over de stille landwegen ijsbeert, en een
praatje maakt bjj diegenen, die alvorens te
gaan slapen, elkaar opzoeken.
Dan ziet men het merkwaardige feit wat
eertijds in de stad onmogelijk was, dat er van
stands-verschil (welk een woord...!) geen
sprake meer is. Dat de „bovenmeester" zit te
kruisjassen met den man-uit-de-werkverschaf-
fing. Dat de Rijks-ambtenaar een potje te één
twee-drie-klaverazen zit met den bakkers
knecht en dat ook het vrouwelijk element on
derling geen herrie schopt.
Wat vroeger niet mogelijk bleek kan nu.
En waarom ook niet...
In dit opzicht heeft hij veel geleerd, deze
tijd.
Veel, waaruit wij leeringhe en moraal kun
nen trekken.
't Zal zijn vruchten afwerpen. Let maar op!
JjjdlcfiAiflen
Weekrevue „De Prins". Nummer van 26
Juli. Uitg. Mij. „De Prins", Gebriel Metsu-
straat 13, Amsterdam-Z. Henri A. van Eijs-
den Jr. schrijft een verdienstelijk artikel over
jonge tooneelspelers die gaan debuteeren,
waarna Akke de Vries met betrekking tot
Overijsel de vraag stelt: kent ge Uw eigen
land? Guus Betlem Jr. schreef een aardige
short-story, getiteld „Jubileum". De tekst- en
fotomontage van „Nieuwe aanwinsten voor
de Heilig-Landstichting" is uitnemend ge
slaagd, terwijl tenslotte een nieuw vervolg
verhaal opgenomen werd „In handen der
Gpoe". Voorts zijn daar de wekelijksche ru
brieken terwijl „Onze grabbelton" als ge
woonlijk weer een selectie vlotte niemandalle-
tjes brengt.
„Huishouding van Nu" maandblad onder
redactie van de Commissie inzake Huis
houdelijk voorlichting en gezinsleiding Juli
1941. 80 cents per jaar. H. van der Marck's
Uitg. Mij. Roermond.
In dit nummer vindt iedere huisvrouw weer
zooveel nieuwe recepten voor boterhambeleg
sels, alsof 't geen oorlog was! Een groot aan
tal recepten zijn opgenomen, waarin diverse
kruiden verwerkt zijn, die wij allen zelf kun
nen trekken in onzen tuin. Hoe deze te kwee
ken en te verzorgen is tevens aangegeven.
Een heerlijke combinatie van aardbeien jam
is er ook in te vinden. Nu de thee-distributie
geëindigd is' kan men zelf thee-surrogaat
maken; raadpleeg „Huishouding van Nu"
maar! Hoe limonade te maken met zeer
weinig suikergebruik leert „Huishouding van
Nu" u ook, als tevens hoe eieren in te leggen,
mits u dat dit jaar noodig heeft. Een handige
tip op het gebied van kleeding en eenige
bizonder wetenswaardige -opvoedkundige arti
kelen besluiten dit bij uitstek onmisbare
Vrouwenblad.
Ke/ifo en Zending*
GIFT.
De kerkeraad der Gereformeerde kerk van
Veendam ontving een gift van 1.000.te
verdeelen tusschen kerk en diaconie.
(36)<S&iS5><Se)<56)®<5®(35i(5S)<35i(S5)
Den lOen Augustus hopen
onze geliefde Ouders, R)
L. KROON
en
M. KROON—v. MARLE
(C) hun 25-jarige echtvereeni-
(0 ging te vieren. Dat zij nog i
lang gespaard mogen blij- 1
(g ven, is de wensch van hun
(0 dankbare Kinderen. Q
Ij Vijzelstraat 195. X
Tijd. adres: Van Ewycks- g)
vaart 8, Anna Paulowna.
<QGXCQCUG)(Qg)tóO)(g)(QgXCg)G3g)Qg)QG)
huidarts,
is van 28 Juli
tot en met 9 Augustus
niet te consulteeren.
vanaf f 2.— per jaar
Assurantiekantoor Koningstraat 90
Telefoon 984
^utteAlpeó
LOOPJONGEN
gevraagd, kunnende fietsen.
Adres: Ooievaarstraat 36.
gevraagd
Te koop gevraagd:
MEISJESFTETS.
S. Dekker, Koogerweg, Wie-
ringen.
Zij, die Zondagmiddag onge-
•veer één uur een grijze Meisjes-
mantel heeft gevonden op een
muurtje van perceel Violenstraat
22, wordt verzocht deze terug
te bezorgen Violenstraat 22 of
Politie-Bureau.