De waarde van golfstillende olie Distributie Opplakvellen ïlituwJ uil Uhk voor 50 jaar RIJWIEL Betrekkingen Te koop Diversen Maandag 28 Juli 1941 Tweede Blad H.S.V. Den Helder Burgerlijke Stand van Den Helder Ulo-examens den laagsten prijs DRUKKERIJ DE BOER Vandaag Tusschen licht en donker V Advertentiën Dr* C,W, Bottema aangeboden MaduiLeuuM De eerste mededeelingen omtrent de golf stillende werking van olie dateeren reeds van vele eeuwen geleden. Zoo vertelt Plinius bijv., dat duikers olijfolie in den mond namen en van tijd tot tijd iets ervan naar boven lieten drijven, waardoor de golven afvlakten en meer licht werd doorgelaten. Ook Plutarchus en Aristoteles hebben hun gedachten over den in vloed van olie op het water laten gaan. Deze laatste bouwde er zelfs eeds eeh theorie over op, die hierop neerkwam, dat de wind, over de olie heenglijdend, geen vat op het water kon krijgen en dit dus ook niet in beweging kon brengen, aldus de heer H. Th. de Booy in het laatste nummer van het Marineblad. In een, in het jaar 1775 in Holland versche nen, tractaat van Frans van Lelyveld vindt men tal van berichten, die naar aanleiding van ec prijsvraag over het storten van traan, olie, teer, enz. waren ingekomen; de talrijke waar nemers, die hier hun ervaring boekstaafden, zijn het wel met elkaar eens, wat de golfstil lende werking van de olie betreft, doch daar naast wordt door velen naar voren getracht, datde zee, nadat de olie is uitgewerkt, ge vaarlijker is dan ij vóór het olie storten was. „De olie verspreidt zich ongelooflijk snel en wijd uit over het water, geeft aan het opper vlak een groote taaiheid of maakt, dat de wind over het vliesje heenglijdt en aldus geen vat erop heeft. Hoe kan nu het een of ander ooriaak zijn, dat de wind op een andere plaats dus buiten dien effen omtrek of op dezelfde plaats, nadat de clie 0eheel verdwenen is, méér vat op het water kan hebben, dan of er in het geheel geen olie zou rijn ;estort", vraagt Lelyveld zich af. Vele van Lelyveld's beweringen over de ge ringe toepassing van golfstillende olie werden door Joannes le Francq van Berkhey in ern- stigen twijfel getrokken. Een van zijn hand in 1775 ;e Leyden verschenen brochure, is aardige lectuur voor de liefheb" ers! Le Francq van Berkhey was vooral gebelgd op van Lelyveld, omdat deze liet voorkomen, alsof er in de eeuwen, die tusschen Plinius en Franklin wa ren verloopen, nimmer aandacht aan de golf stillende werking van olie was besteed en de criticus komt dan ook met tal van voorbeelden, waaruit moet blijken, dat het speciaal de Hollandsche en Zeeuwsche zeelieden zijn ge weest, die met groot succes golfstillende olie in de practijk toepasten. Het zou inderdaad wel zeer merkwaardig zijn geweest, indien de uitnemende zeevaarders uit vroeger eeuwen dit eenvoudige -niddel om de golven te „slech-\ ten" niet hadden gebruikt. Het merkwaardige effect van golfstillende olie was dan ook bij de zeevaarders van alle volken bekend, doch het heeft zeer lang geduurd, voordat voor 't verschijnsel een aanvaardbare theoretische verklaring was gegeven. Intusschen zijn er steeds „uitvinders" ge weest, die op nieuwe mogelijkheden om golf stillende olie te gebruiken hebben gewezen. In de eerste helft van de 19e eeuw was het een zekere Paulus van Griethuyzen, die pro paganda maakte voor de aanwending van olie ter bescherming van de dijken. Door olielei dingen aan den rand van den dijk, met brand spuitslangen, ja zelfs met oliebommen door kanonnen verschoten, wilde hij de zee te lijf. Een voortvarend Schot, John Shields, bracht omstreeks 1880 dit idee in practijk. Hij legde olieleidingen, waarin kleppen waren aange bracht, van het strand dwars over de haven. Bij ruw weer werd de olie dan door een pomp door het buizenstelsel gevoerd. Shields, die 1000 aan zijne proeven besteedde, kreeg er, vooral te Aberdeen, verrassende resultaten mede, doch het bleef bij proeven. In het laatst van de 19e eeuw nam de belangstelling voor golfstillende olie weer toe; verschillende scheepvaartmaatschappijen wezen hun gezag voerders op het nut, dat olie kan hebben, de beide Nederlandsche Reddingmaatschappijen voerden het gebruik van olie in en in Neder land werd een staatscommissie benoemd om nader te onderzoeken, welk nut golfstillende olie voor de scheepvaart kon hebben. Deze commissie schijnt echter haar taak niet al te ernstig te hebben opgevat; zij kwam ten minste tot de merkwaardige conclusie, dat het golfstillend vermogen van olie als een „poëti sche phrase" moest worden beschouwd! De United States Coastguard ging dieper op dit onderwerp in, in 1883 bestudeerde zij de golfstillende werking van olie op grondige wijze. Weliswaar kwam men niet los van de „wrijvingstheorie", doch de practijkproevWi waren belangwekkend. O.a. werd geconsta teerd, dat petroleum door de zee uit elkaar geslagen wordt en dat op de binnenbanken, waar het overkrullen der golven niet in de eerste plaats veroorzaakt wordt door de wer king van den wind, maar veeleer door de nabij heid van den grond, de golfstillende werking gering was. De meeste Reddingmaatschappijen gingen er toe over om hun booten met golfstillende olie uit te rusten en men is het er thans vrijwel over eens, dat, hoewel de werking van golf stillende olie niet moet worden overschat, zij inderdaad de windkoppen op de zee doet ver dwijnen en dus in moeilijke omstandigheden van groot nut kan zijn. De keuze van de olie berustte tot nog toe geheel op hetgeen proefondervindelijk het beste was gebleken. Men kan reeds in zeer oude Zeemanshandboeken lezpn, dat dierlijke olie als traan enz. beter werkt dan plant aardige oliën, doch een juiste theorie over de golfstillende werking ontbrak en men wist dus ook niet, hoe de samenstelling van de olie moest zijn om er het grootste resultaat mee te bereiken. Dit is voor de Noord- en Zuid-Hollandsche Redding-Maatschappij in 1931 aanleiding ge weest om de hulp in te roepen van de Tech nische Hoogeschool te Delft. Professor W. Reinders verklaarde zich bereid om het ver schijnsel van de golfstillende werking van olie te doen bestudeeren. Tal van proeven werden op zee genomen; meestal werd de motorreddingboot „Neeltje Jaeoba" (gestationneerd te IJmuiden), ge bruikt om de werking van verschillende olie soorten friet elkaar te vergelijken. Dit ge schiedde dikwijls met ruwe zee en Ir. J. D. Banting, die met het nemen van de proeven was belast, heeft van geluk kunnen spreken, dat hij merkwaardig zeevast bleek te zijn en eerst ga enkele uren last begon te krijgen van de wel zeer onaangename bewegingen der reddingboot op een, door talrijke olie soorten, uiterst onwelriekende zee. Niet alleen werden er proeven genomen met in 8en handel verk^jgbare „stormolie" (een minerale olie met een geringe hoeveelheid oleine), vischtraan én zeehonden traan, doch ook met oleine (al dan niet verdund met petroleum of amylacetaat), sesamolie en klauwenolie. Oleine gaf de beste resultaten, doch deze olie had nog altijd het bezwaar bij 0° te gaan stollen. Ook de Bataafsche Petroleum Mij. bleek zich echter voor dit onderwerp te in teresseeren erf dank zij het in het Laborato rium te Amsterdam verrichte onderzoek, kon een zich behoorlijk snel verspreidende golf stillende olie worden vervaardigd, die niet aan hetzelfde euvel leed als vischtraan of oleine, n.1. een te hoog stolpunt, waardoor des winters dikwijls de pijpjes in de golfstillende olietanks aan boord van reddingbooten ver stopt raakten. Bovendien heeft de golfstillende olie van de B.P.M. een derivaat van mine rale oliën het gróóte voordeel, dat zij de eigenschap heeft schuimvorming tegen te gaan, terwijl zij eerst bij 20° C stolt. In het artikel over het omgaan van red dingbooten in de branding vestigde ik er reeds de aandacht op, dat men zich niet è.1 te groote voorstellingen moest maken van de golfstillende werking der olie. Weliswaar zal de monomoleculaire laag, die als een elastisch/ vliesje over de zee wordt getrokken, de „windkoppen" doen verdwijnen, doch zware grondzeeën, die nu eenmaal moeten breken, zullen hun kracht behouden. Golfstillende olie zal echter steeds een zeer waardevol hulpmid del blijven voor den „zeeman in nood". Begunstigd door mooi weer, is op 26 en 27 Juli door b.g. vereeniging een concours ge houden' in het Noord-Hollandsch Kanaal bij West-Einde. Op beide dagen namen hieraan deel pl.m. 75 leden. En zijn heel wat baarsjes gevangen. Alleen waren,ze erg klein. Een en kele mooie baars. Ook werd er nog, cloor W. van Hees, een groote snoek gevangen. De prijzen bestonden hoofdzakelijk uit hen gelsportartikelen. Eerste prijswinnaar: D. den Brasem, 210 cm; 2e prijs D. Tibboel, 144 cm; 3e prijs W. Baljon, 128 cm; 4e prijs J. Wilner, 125 cm; 5e prijs C. Looijensteijn, 119 cm; 60 prijs P. Bakker, 116 cm, enz. 26 Juli 1941. BEVALLEN: H. J. KustersMeulendijk, d. Xe^eldcfi nuiuaé De heer H* J, Kraai "f Wat reeds geruimen tijd werd gevreesd, is in den nacht van Vrijdag op Zaterdag ge schiedt; de heer H. J. Kraai, hoofd der openb. lagere school te Den Burg, is op betrekkelijk jeugdigen leeftijd (44 jaren) overleden. Voor korten tijd had zijn ziekte nog een gunstige wending genomen, zoodat er hoop was op her stel, in de laatste weken evenwel verergerde zijn kwaal, zoodat al eenige dagen 't ergste werd gevreesd. VAijfieid Een witte tjalk in het kanaal Trekt mij voorbij, De schipper staat er rookend en Tevreden bij. De zeilen blinken in de zon, En spieg'len in Het water, zachtjes glijdt het schip De verte in. Ik heb vacantie; op 't kantoor Staat leeg mijn kruk. Ik zit te vissen in het riet Naar het geluk. De vrijheid is zo ruim en mooi, En 't zingt in mjj; Een witte tjalk in het kanaal Trekt mij voorbij. W. Altena. Zaterdag slaagden te Alkmaar voor het U.L.O.-examen A de dames J. Mos, J. de Boer en Bogaards en de heeren A. Kersber gen, H F. W. Kohier, J. J. Tijsen, J. G. Bosch, P. Boogaard en A. J. Beneker. Utat YYLddeniJUmdeM intiteMe&Jt Wij drukten, in groote oplaag, 0 Daarom betaalt U thans bij ons Opplakvellen MD 18 (bonnen groot form.): per 100 st 0.16 per 1000 st 1.50 per 5000 st. 1.45 (per 1000) Opplakvellen MD 268 (bonnen klein form.): per 100 st. 0.18 per 1000 st. 1.70 per 5000 st. 1.65 (per 1000) Uw eerste winst de distributieopplakvellen van Koningstraat - Den Helder De overledene was, totdat hij voor een paar jaar, door een sleepende ziekte wérd getrof fen een uitstekend hoofd der school, die zich bij leerlingen en ouders zeer bemind wist te maken en die zich in deze functie de ach ting reeds verwierf van heel de burgerij. Niet alleen echter aan het onderwijs heeft hij groote zorg besteed, vooral bekendheid heeft de heer Kraai zich verworven als conser vator van het Natuur-Historisch en Texelsch Museum te Den Burg. Wat de overledene op dit gebied heeft gepresteerd, dwingt ieders respect af: in slechts weinige jaren nam dit Museum onder zijn leiding een vlucht, die de stoutste verwachtingen overtrof. De ruime oude school (4 lokalen) is te klein geworden om al de interessante artikelen te bevatten, die reeds zijn bijeengebracht, zoodat er reeds plannen bestonden voor nieuw-bouw. De heer Kraai legde hierbij bewijs af van diepgaande studie pp natuur-historisch gebied. Geen moeite was hem te veel om 't een of ander interessant exemplaar toe te voegen aan de snel groeiende verzameling. Verder heeft de overledene, die ongeveer 13 jaar als hoofd der school op Texel werk zaam is geweest, in den loop der jaren ver schillende bestuursfuncties in Texelsche ver- eenigingen bekleed, onder andere was hij eenigen tijd voorzitter van ?t Departement „Texel" van het Nut van 't Algemeen". De crematie zal vermoedelijk Dinsdag te Velsen plaats hebben. VlsscheriJ URK, 24 Juli. Door 50 vaartuigen werd heden aan den vischafslag. alhier aangevoerd: 3708 kg kuilpaling, van 25150 kg per vaar tuig, prijs 0.621.54; 38 kg snoekbaars, 68 ct.40 kg voorn, 1420 ct.; 10 kg baars, 36 ct.; 2 kg karpers, 50 ct. per kg en 160 manden nest, prijs 33J^ ct. per mand. URK, 25 Juli 1941. Door 60 vaartuigen werd heden aan den Vischafslag alhier aangevoerd: 3938 kg kuilpaling, van 2^—215 kg per vaartuig, prijs 0.621.54; 10 vaartuigen met 622 kg lijn- of beugaal, 0.621.54; 5 vaar tuigen met 333 kg fuikaal, 0.621.54; 45 kg snoekbaars 0.68; 24 kg voorn 1420 cent per kg en 380 manden nest, prijs 33% cent per mand. f t POLDER-NIEUWS. Het baggeren van het laatste stuk kanaal vanaf de sluisput naar het reeds gebaggerde gedeelte, ongeveer 387 meter en het door graven van de sluisputdijken en bijkomende werken is aanbesteed. Laagste inschrijver was N.V. v/h A. Hofman te Haarlem voor 168.000. Hoogste inschrijver A. de Waard te Dordrecht voor 224.000. Met het doorgraven van de dijken kan alleen begonnen worden, zoodra de sluis en het gemaal gereed zijn. Uandlien wii hel Vliegend Blaadje- Dc jonge Held Zaterdag 11. werd, door een knaapje van 11 jaren, een kind van een jaar of 5, 6 uit het Heldersche Kanaal gered. De moedige knaap, de Boer genaamd, zag van den anderen oever het gevaar, waarin het kind aan de overzijde verkeerde. Hij aarzelde niet, om gekleed te water te springen en het kind aan dreigend doodsgevaar te onttrekken. Een heldendaad door een 11-jarig knaapje volvoerd, mag waar lijk wel in het openbaar worden vermeld. Deze vermelding strekt tevens tot geruststelling, dat het geslacht der menschenredders dat hier ter plaatse in vroeger jaren mannen telde als Martinus van den Ham en Cornelis Dito, nog geenszins is uitgestorven. Die helden vinden in onze dagen, zelfs onder de knapen, uitstekende navolgers! De Nuts-Commissie voor edelmoedige be drijven mo$e ook van dit heldenfeit wel nota nemen! Schetsen uit t Buitenveld 't Is kermis in den polder! Wat niemand verwacht had, waar geen ge- evacueerde sterveling in zijn levensdagen meer op gerekend had, is een feit geworden. Vorige week ging het op een avond van mond tot mond, dat er wagens waren geko men, waarop vreemde apparaten lagen. Toen we gingen kijken bleek, dat de wagens reeds omgeven waren door een machtige school kin deren. Stil waren deze geworden bij datgene wat ze vernomen hadden van de mannen, die bij de wagens hoorden; 't was de kermis. Ineens was de landelijke rust van de kleine buurtschap grondig verstoord. Ineens stond het leven in het teeken van het feest dat ko mend was en de inheemsche jeugd, plus de geëvacueerde, bleken voor niets anders meer eenige belangstelling te koesteren dan Jouter en alleen voor de jaarlijksche verrukking, die kermis heet. En nu .draait ze al verscheidene dagen. Van het kleine halte'tje af hoor je haar al: de imposante draaimolenbei, die kilometers ver haar klanken uitzendt en alles en iedereen lokt, die in de nabijheid komt. Des middags en des avonds draait de molen. Daaromheen concentreert zich de belangstel ling van alle omwonenden.. Niet vanwege het feit dat het zoo'n bijzondere draaimolen is, maar wel omdat de heele kermis bestaat uit alleen die molen... 't Is een zeer speciaal genoegen lederen avond op een afstand dit kermis-gebeuren gade te slaan. En te zien hoe de jeugd van het land en de jeugd van de stad elkander be vechten om toch maar een plaatsje in dat wentelend apparaat, dat draaimolen heet, te krijgen. Op steigerende paarden, exotische figuren, romantische gondels en fantastisch-uitgevoer- de schuitjes draait men: al vlugger en vlugger. De felle keuren verliezen steeds meer hun helderheid totdat ze in elkaar overvloeien en alles een grijzig rondsnorrende bromtol wordt, waarboven uit het nimmer-eindigend gegil en gejuich der jongens en meisjes klinkt. 't Gaat door tot de eerste schaduwen over dit deel van de wereld strijken. Moe en warm keert de jeugd huiswaarts. En de draaimolenman doet de tent dicht en telt z'n geld. Rijk zal hij er niet van worden, maar daarvoor is hij dan ook draaimolenman. Als het avond geworden is, als de laatste trein voorbijgedreund is en ook de allerlaatste hengelaar z'n snoer opgerold heeft, komt de nacht over het polderland en keert de vol maakte rust, die karakteristiek is voor deze lage landen, terug. Blauw-wazig liggen de» velden te dampen in den avond. De wegen strekken zich uit, lrjn recht en zwart, met aan weerszijden de vaar ten. Het water van die vaarten is rimpelloos en mysterieus. Men weet, dat het leeft onder dat onbewogen oppervlak, men weet dat een an dere wereld daar voortgaat, waarvan wij niets weten. De boerenplaatsen liggen als zwarte kolos sen langs den weg. Koeien en schapen en een enkel paard grazen snuivend en hoestend voort. Krekels zitten zenuwachtig te zeveren tusschen het gras en heel in de verte doet de koekoek zich hooren. Voor de deuren van de plaatsen zitten de menschen te praten. Menschen van het land en menschen uit de stad. Gedempt klinken de stemmen: men heeft het over het weer en over den winter en over datgene wat ons allen beroert: den oorlog. En over het graan dat te velde staat. Ja, dat graan. Groen golft het in het polderland van hori zon tot horizon. In vorstelijke deining golft het voort. Millioenen aren, waaraan zich de kleine harde korrels bevinden, die straks het bloed in onze lichamen moeten laten stroomen. De slagregen van de vorige week heeft z'n sporen nagelaten: er zijn groote kuilen en val leien geslagen in dat eerst egaal verrijzend land. Slap en treurig buigen zich tallooze aren ter aarde, en iedere maal als de boer er langs komt trekken zich de rimpels boven z'n oogen samen. 't Is een goed en gezond leven hier, op het land. Nu nog wel, met de zon en het water en de frissche lucht in de avonden. Dat is een ander land dan 's winters. Een andere tjjd dan die van bevroren handen op een roestig fiets stuur, van tochtende perrons en onverwarmde treinen, die overtijd zijn. Maar wie denkt daaraan, nu het volop zomer is: en we nog een langen tijd voor den boeg hebben eer het zóó ver is. En daarbij... meer dan ooit tevoren hopen we op een snellen vrede.. Ja, het leven is hier goed op het land. Even min als in de stad kennen we hier weelde maar indien men zich kan aanpassen (en wie leerde dat niet het laatste jaar is dit een goed en gezond bestaan. Vroeg uit de veeren en doorgaans vroeg op stok. Weliswaar niet „met de kippen", maar niet zoo heel veel later ook. Zie de jeugd maar aan; hoe bruin-verbrand die rondbattert. Zonder schoenen en kousen. Met een paar wit-houten klompen over bruin- gespierde beenen, waarvan de kuiten zoo hard zijn als staal. En er wordt gezwommen in de zwembaden, die de Noordkop in velerlei vorm rijk is en waar je voor een habbekrats gebruik van kunt maken. Er is daar in dat buitenveld veel verbroe dering. Dat merkt men als men zoo 's avonds over de stille landwegen ijsbeert, en een praatje maakt bjj diegenen, die alvorens te gaan slapen, elkaar opzoeken. Dan ziet men het merkwaardige feit wat eertijds in de stad onmogelijk was, dat er van stands-verschil (welk een woord...!) geen sprake meer is. Dat de „bovenmeester" zit te kruisjassen met den man-uit-de-werkverschaf- fing. Dat de Rijks-ambtenaar een potje te één twee-drie-klaverazen zit met den bakkers knecht en dat ook het vrouwelijk element on derling geen herrie schopt. Wat vroeger niet mogelijk bleek kan nu. En waarom ook niet... In dit opzicht heeft hij veel geleerd, deze tijd. Veel, waaruit wij leeringhe en moraal kun nen trekken. 't Zal zijn vruchten afwerpen. Let maar op! JjjdlcfiAiflen Weekrevue „De Prins". Nummer van 26 Juli. Uitg. Mij. „De Prins", Gebriel Metsu- straat 13, Amsterdam-Z. Henri A. van Eijs- den Jr. schrijft een verdienstelijk artikel over jonge tooneelspelers die gaan debuteeren, waarna Akke de Vries met betrekking tot Overijsel de vraag stelt: kent ge Uw eigen land? Guus Betlem Jr. schreef een aardige short-story, getiteld „Jubileum". De tekst- en fotomontage van „Nieuwe aanwinsten voor de Heilig-Landstichting" is uitnemend ge slaagd, terwijl tenslotte een nieuw vervolg verhaal opgenomen werd „In handen der Gpoe". Voorts zijn daar de wekelijksche ru brieken terwijl „Onze grabbelton" als ge woonlijk weer een selectie vlotte niemandalle- tjes brengt. „Huishouding van Nu" maandblad onder redactie van de Commissie inzake Huis houdelijk voorlichting en gezinsleiding Juli 1941. 80 cents per jaar. H. van der Marck's Uitg. Mij. Roermond. In dit nummer vindt iedere huisvrouw weer zooveel nieuwe recepten voor boterhambeleg sels, alsof 't geen oorlog was! Een groot aan tal recepten zijn opgenomen, waarin diverse kruiden verwerkt zijn, die wij allen zelf kun nen trekken in onzen tuin. Hoe deze te kwee ken en te verzorgen is tevens aangegeven. Een heerlijke combinatie van aardbeien jam is er ook in te vinden. Nu de thee-distributie geëindigd is' kan men zelf thee-surrogaat maken; raadpleeg „Huishouding van Nu" maar! Hoe limonade te maken met zeer weinig suikergebruik leert „Huishouding van Nu" u ook, als tevens hoe eieren in te leggen, mits u dat dit jaar noodig heeft. Een handige tip op het gebied van kleeding en eenige bizonder wetenswaardige -opvoedkundige arti kelen besluiten dit bij uitstek onmisbare Vrouwenblad. Ke/ifo en Zending* GIFT. De kerkeraad der Gereformeerde kerk van Veendam ontving een gift van 1.000.te verdeelen tusschen kerk en diaconie. (36)<S&iS5><Se)<56)®<5®(35i(5S)<35i(S5) Den lOen Augustus hopen onze geliefde Ouders, R) L. KROON en M. KROON—v. MARLE (C) hun 25-jarige echtvereeni- (0 ging te vieren. Dat zij nog i lang gespaard mogen blij- 1 (g ven, is de wensch van hun (0 dankbare Kinderen. Q Ij Vijzelstraat 195. X Tijd. adres: Van Ewycks- g) vaart 8, Anna Paulowna. <QGXCQCUG)(Qg)tóO)(g)(QgXCg)G3g)Qg)QG) huidarts, is van 28 Juli tot en met 9 Augustus niet te consulteeren. vanaf f 2.— per jaar Assurantiekantoor Koningstraat 90 Telefoon 984 ^utteAlpeó LOOPJONGEN gevraagd, kunnende fietsen. Adres: Ooievaarstraat 36. gevraagd Te koop gevraagd: MEISJESFTETS. S. Dekker, Koogerweg, Wie- ringen. Zij, die Zondagmiddag onge- •veer één uur een grijze Meisjes- mantel heeft gevonden op een muurtje van perceel Violenstraat 22, wordt verzocht deze terug te bezorgen Violenstraat 22 of Politie-Bureau.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1941 | | pagina 5