EEN KRITIEK OOGENBLIK Distributie Opplakvellen ^tacUnieuw* U/xti YÏUddzrLiiandeAA UiteA&iAejihJt (Uitaten B&eJfajwjLeuw-lu Een oude Marinevertelling van Werumeus Buning WAT DE TROMP OVERKWAM Menschen achter vensiers Jjexel&cfi nieuw*, MeuiM uit Wik Vrijdag 22 Augustus 1941 Tweede Blad De gas- en licht distributie Verdachten aan inbraken naar Alkmaar den laagsten prijs DRUKKERIJ DE ROER uit de X-dorp prijsvraag Dat zal je gebeuren Burgerlijke Stand van Den Helder Mannen - en ook Vrouwen Een Jeugd-visconcours te Anna Paulowna Den Burg Bliksem ingeslagen Visscherij Grootste zuinigheid blyft geboden. Het blqkt, dat een deel der gebruikers van gas en electriciteit nog niet bekend is met het feit, dat men zich met gegron de klachten omtrent de toebedeelde quanta gas en electriciteit kan wenden tot het bureau van de Centrale Boekhouding der Gemeente aan de Kerkgracht en wel lederen' dag van half 6 tot 7 uur, met uit sondering van den Zaterdag. Het blijkt, naar wij vernemen, dat er heel wat klachten door de Heldersche be volking te berde gebracht worden. Vélen zjjn het niet eens met de toegestane hoe veelheid gas en licht en komen met hun bezwaren naar het Bureau toe. Zijn dat inderdaad gegronde bezwaren, dan heeft men daar niet alleen een wel willend gehoor, maar men stelt alles ia het werk om een zoo rechtvaardig moge lijke regeling tot stand te brengen. Een regeling, waarmede de gebruiker in kwestie gediend is. Dit laatste nu wordt wel eens vergeten. Men verschijnt met z'n grieven en denkt dat de ambtenaren reeds bij voorbaat van meening zijn dat men ongelijk heeft. Niets is minder waar. De voorschriften van het Rijks Kolen Bureau zijn echter slechts voor een uit leg vatbaar. Het is niet mogelijk dat hieraan getornd wordt. Overigens kan men er gerust over zijn dat van Den Helder uit alle pogingen in het werk ge steld worden om het toegestane kwan tum zoo groot mogelijk te doen zijn. Intusschen doet men verstandig zich aan de voorgeschreven hoeveelheden te houden, aangezien men anders zeker tot de categorie zal gaan behooren die de lei ding ziet afgesneden en een hooge boete moet betalen. Tot nu toe zijn er nog geen straffen gegeven, maar men dient er zeker van te zijn dat dit, bij misbruik, het geval zal zijn. Het minimum van 30 kubieke meter gas per maand blijft gehandhaafd. Hoe zeer men ook gehandicapt zal worden door dit vrij geringe kwantum, men diene zich hieraan te houden, om niet in groote moeilijkheden te komen. Naar wjj vernemen is het viertal per sonen, hetwelk zich schuldig gemaakt heeft aan een aantal inbraken in onze stad gisteren op transport naar Alkmaar ge steld, ter voorgeleiding aan den Officier van Justitie. In verband met de vyf inbraken werd door hen eeft volledige bekentenis afge legd. GESTOLEN EEN... FIETS. Het doet ietwat komisch aan te moeten schrijven, dat er wederom ten nadeele van een Stadgenoot een... fiets gestolen is. De politie stelt een onderzoek in. FIETS GESTOLEN. Wederom werd aangifte gedaan dat iemand, die z'n fiets voor de woning had laten staan, deze kwijt is. Een onderzoek wordt ingesteld. ONBEVOEGDE AARDAPPELROOIERS. Aangifte bij de politie werd gedaan dat bij een bewoner van de Bothastraat in den nacht van 19 op 20 Augustus j.1. de aardappelen van het landje gerooid waren. Wij drukten, in groote oplang, Daarom betaalt U thans bij ons Opplakvellen MD 18(bonnen groot form.): per 100st 0.16 per 1000 st 1.50 per 5000 st. 1.45 (per 1000) Opplakvellen MD 268 (bonnen klein form.): per 100 st. 0.18 per 1000 st 1.70 per 5000 st. 1.65 (per 1000) Uw eerste winst de distributieopplakvellen van Koningstraat - Den Heidei Proza en poezle van inzenders en Inzendsters. Het is, in zeker opzicht, vaak het noodlot van een schrijver in de krant, dat hem niet precies bekend is hoe de lezers op zijn penne- vruchten reageeren. Vinden ze het geschre vene dragelijk, kan het er h.i. nèt mee door, of grijpt men naar de krant om te zien wat er van den schrijver in kwestie nü weer in staat? Door de X-dorpprjjsvraag is thans wel zeer duidelijk aan den dag gekomen dat men de bij dragen van dezen medewerker hoogelijk waardeert. Dat steekt zoowel de redactie als den auteur een hart onder de riem. Wij vervolgen hier de serie citaten uit de massale hoeveelheid inzendingen en beginnen ditmaal met het gedicht van den heer Van der Veen uit S'int Pancras, die daarin als volgt zijn poëtisch gemoed lucht geeft: Ergens zit een boekenschrijver Genietend aan het Noordzeestrand Maar de schuilplaats van Jan Mens is Ons beschreven in de krant Niemand, denkt hij, heeft er erg in, Dat ik h i e r m'n tijd verdroom Ach, Jan Mens, Jutters zijn pienter, Alles puzeit nu met stoom Nooit had hij z o oveel detectif's Zelden zochten zoo veel mee En de schuilplaats??? Nogal wiedes! Egmond! Egmond aan de Zee. Een heel bekend Heldersch modiste van een heel bekend atelier schreef als volgt: Jan Mens zit in Egmond aan Zee. Hoe ik dat weet? Ikzelf kom er dikwijls en ik hou van dat plaatsje omdat alles er zoo ongedwon gen en zoo écht natuurlijk is. Toen ik zoo alles las wat Jan Mens over 't kleine „Zeedorp" schreef dacht ik steeds aan Egmond en leef de met alles mee. Natuurlijk wist ik het niet direct zeker. Overal kunnen monumenten staan van gevallenen in '14'18 en in ieder zee dorp staan van die kleine „krentenhuisjes". Ik wist 't pas zeker, toen ik las van de „Vergulde Valk" met gratis uitzicht op het gemeentehuis en over den boschwachter van Wimmenum. Toen werd het ons met de paplepel Ingegoten. Zelf ben ik daar ook dikwijls wezen spelen met m'n welpen met toestemming van den boschwachter als we beloofden... geen konijnen te stroopen. Ook in de propvolle autobussen heb ik gezeten, ben naar buiten gespurd (deze week nog...!) en heb er heerlijk genoten van het groote breede strand, zonder pieren en de gezellige boulevard bij stormweer. Mocht ik geen boek winnen, dan hoop ik toch dat Jan Mens z'n handteekening wil zetten in „Koen" dat ik eenigen tijd geleden bij Daan Schreuder heb gekocht. WAAR ZIT JAN MENS? Er werd mij veel de vraag gesteld Zeg, schreef jij „Mensen zonder Geld"? Dan zei ik: nee, ik ben de man Die enkel rijmpjes schrijven kan De man, die boeken schrijft, 't is safe, Dat is waarschijnlijk wel mjjn neef Hoewel... ook dat is niet bekend Het is in elk geval „de vent" Waarom de X-sche prijsvraag draait En U is zeker niet gehaaid Wanneer U het nog niet vertrouwt En zich nog steeds aan mij vasthoudt Dan is het mis, gelooft U mij, De prijs gaat vast Uw neus voorbjj! Behalve vele gedichten, uiteraard niet altijd zoo geslaagd dat ze voor opname in de krant in aanmerking kwamen, was daar ook veel prettig-gesteld proza. De een zei het wat beter dan de ander, de een gaat dat gemakkelijker met pen en inkt om dan de ander, maar over het algemeen kenmerkten de brieven zich door een hartelijken inslag. En menigvuldig zijn de betuigingen van sympathie en instemming met de zoute krabbels van Jan Mens. Dezer dagen gaf een bewoner van de Wee- zenstraat een pakje af in de rijwielstalling bjj het spoor. In dat pakje bevond zich een ware schat. Namelijk 15 pond afgehaalde en reeds gesne den snijboonen. Wat is een dergelijk bezit in den tegenwoordigen tijd niet waard... Nadat de man enkele noodzakelijke bood schappen gedaan had begaf hij zich wederom naar de bewaarplaats teneinde zijn bezit aan snijboonen op te halen. Wie beschrijft echter 's mans schrik en pijn lijke verbazing, toen hij moest vernemen dat er reeds voor hem iemand geweest was, die het pakje meegenomen had. En wel een juf frouw. Tot op dit oogenblik is de snijboonen-jutten de juffrouw niet ontdekt, ondanks het feit dat er naar haar gezocht wordt. OPGEPAKT. De andere... Zooals men weet, heeft Den Helder nóg een Jan Mens. Deze is een eerzaam typograaf, terwijl er op gezette tijden wel eens rijmen uit zijn pen vloeien, die men dan in onze krant vindt. Nu schijnt het nog steeds, dat velen meenen dat deze Jan Mens en de andere een en dezelfde persoon zijn. Niets is minder waar en dit gaf den typograaf het volgend gedicht in de pen: Ondanks de steeds scherper gevoelde be zuinigingen op het gebied van alcoholica had een stadgenoot desondanks kans gezien zich een stuk in de kraag te drinken, voor welk feit surveilleerende politie hem oppakte en in „de doos" stopte. Nadat de man zijn roes uit geslapen had werd hij, nadat eerst nog proces verbaal was opgemaakt, heengezonden. ACHTER DE PEREN AAN. Vier jongens werden opgepakt en naar het Bureau gebracht terzake het stelen van peren van een boom, die in den tuin van een bewo ner van de Loodsgracht stond. Zulks komt ook niet te pas. 21 Augustus 1941. BEVALLEN: T. Tuithof—Kater, z.; W. SchouwvliegerPeters, z. GEHUWD: J. G. Man en C. Brian. TEMPERATUUR ZEEWATER. Om 8 uur hedenmorgen 17.0 C. die de veertig zijn gepasseerd en lijden aan Rheumatische pijnen, moeten noodig maat regelen nemen, om te voorkomen, dat ze de dupe worden van... hun leeftijd. Want met de jaren verslappen de bloedzuiverende organen, verzwakt ook de spijsvertering. Dan gaan zich onzuiverheden vormen in het bloed, en die hoopen zich op: men gaat zich onbehage lijk voelen, niet fit meer, vaak met een on gezond pafferig gevoel en neiging tot cor pulentie. Zulke menschen moeten Kruschen Salts nemen. Kruschen houdt de bloedzuive rende organen jong, onzuiverheden in het bloed krijgen geen vat op het gestel, omdat ze regelmatig en langs natuurlijken weg worden afgevoerd. Niet zonder reden wordt Kruschen over de heele wereld erkend als het middel tegen rheumatische pijnen en als voorbehoedmiddel tegen ontijdige ouderdoms- kwaaltjes als corpulentie, trage stoelgang, auto-intoxicatie; schijnbaar onschuldig in aanvang, maar pijnlijk en sloopend. - Daar om, wapen U intijds, neem iederen dag de kleine dosis Kruschen - het oude beproefde recept sinds 1889. - Bij alle Apoth. en Drog. 1.47, 0.76, 0.41. A.s. Zaterdagmiddag. We leven op het oogenblik temidden van het hengelseizoen en dat deze sport met een ware wellust bedreven wordt getuigen de on telbare sportvisschers die men dag-in, dag-uit, ongeacht de weersgesteldheid, langs den wa terkant ziet staan, turend naar hun dobber en in de hoop een behoorlijk braadje thuis te brengen. Enkele leden van de hengelsportver- eeniging V.O.G. besloten in verband met de vacantie van de jeugd een concours te organiseeren, welk concours, ijs en weder dienende, a.s. Zaterdagmiddag te Anna Paulowna gehouden zal worden. Het zijn de heeren F. H. Blok, W. en P. Weiers J. Molenkamp en Everardus die zich met de leiding belast hebben en voor de ge- heele voorbereiding zorgdragen. Het concours wordt uitgeschreven voor schoolkinderen tusschen de 6 en 14 jaar. In de eerste plaats voor de kinderen van de Heldersche geëvacueerden en tevens voor de Anna Paulownasche en Breezan- der jeugd. Om 5 uur is het verzamelen bij „De 3 brug gen". De deelnemers die zich kunnen opgeven tot en met Zaterdag 10 uur, moeten meebren gen hengel, snoer, en 1 haak met worm-aas. Het plan is om 3 maal een half uur te vis- schen. Bij zeer gunstig weer kan dit echter ook 4 maal een half uur worden. Er worden aardige prijzen beschikbaar gesteld, bestaande uit hengel-sportartikelen. Het gaat er natuur lijk om wie de meeste visch op den kant brengt. Zij nog vermeld, dat men zich kan opgeven by J. Keizer, Nieuweweg 31 en bij P. Weiers, Schorweg 9, beiden te Anna Paulowna. De roman „Hollands Glorie" van Jan de Hartog zal dezen winter in een Duitsche, Zweedsche en Deensche vertaling verschijnen; voorts is een Deensche vertaling in voorberei ding van Gerhard Toonders boek „Vreemde ling in Baby ion". Dezer dagen opruiming houdend in stapels oude paperassen, vonden wij een klein boekske, jaren geleden geschreven, en door den tand des tijds geheel vergeeld. Het bleek te heeten „Een kritiek oogenblik" en behelsde een door Anton Oostlandt verteld avontuur aan diens vriend den marine-officier Weru meus Buning. Een avontuur in het Engel- sche Kanaal, beleefd op het fregat „Tromp". Waar wij veronderstellen, dat een groot aan tal van onze lezers belangstelling voor dit bijzonder spannend verhaal zal hebben, be sloten wy in enkele artikelen, citaten van het verhaal weer te geven. „Een kritiek oogenblik", ja, dat was het! Het had maar een haartje gescheeld, of er was van de heele Tromp met al wat er aan boord was, geen mensch terechtgekomen. Ik wil beproeven u dat kritieke oogenblik te schilderen. Ieder zeeman heeft in zijn leven oogenblik- ken gehad, dat hy dacht: nu is het „er op of er onder", over een paar minuten zijn we „boven Jan" of we zqn naar den kelder en de beestjes van het groote water, tante Haai en haar nichtjes, spelen kermis met ons gebeente. Dat 's wel niet plezierig, maar het is toch waar. Bij den een was het zus en bij den ander was het weer zoo, maar de hoofd zaak komt altoos hier op neer: „verdrinken of. niet"... zeewater te veel, of een oorlam extra als het voorbij is. Nu is één geval, dat bqna iedereen beleefd heeft, en dat ge dan ook in alle zeeromans terugvindt, hetzij van Cooper, van Marryat of van wie dan ook. Ik bedoel, om met een vracht van zeil, veel meer dan het schip eigenlijk verdragen kan, boven het eene of andere punt van de kust of boven eene bank langs te zeilen, omdat men door den harden wind, stormweer of wat anders ook, zoo danig, als 't ware tegen den wal. wordt aan gedrukt, dat het niet mogeiyk is er vrij van te komen, of men moet zien te geraken aan de andere zij van eenig punt of van dien hoek, waar de wal naar binnenloopt of, In 't algemeen, waar meer ruimte is. De zee mans uitdrukking voor dezen min aange- namen toestand is „bezet zijn op lager wal". Wij zagen in 't geval dat wy beleefden, niets dan water en lucht, of liever, mist; het was een echte dikke Engelsche Kanaalmist, we wisten op geen stukken na, waar in de „Kanaal-wereld" wij waren, want we hadden niets van den wal gezien, en zie daar breekt plotseling 's morgens de mist, (terwijl het tevens hard begint te waaijen met een dalenden barometer) en we zien den wal vlak onder de iy. We zitten er bijna boven op. Toen merkten we pas, wat voor 'n flinke kerel onze „ouwe" was. In eens wist hy: wat kan ik, en wat moet ik dus doen. Dat's veel waard! Had hy een oogenblik gedraald, of iets minder gedurfd... dan zat ik hier op 't oogenblik niet om het volgende te vertel len. Ik begin. Met een inleiding. Netjes, zoo als het behoort. Wy kwamen uit Indië. De meesten van ons (de adelborsten uitgezonderd) waren daar een jaar of wat geweest en wy verlangden hard naar huis; van de hoogste tot de laagste, maakten wij allemaal berekeningen hoelang het nog duren zou, voor we in het Nieuwe Diep lagen met de schuit en wat voor groote dingen we dan wel zouden doen. De „ouwe" (onze kommandant) kondt ge alle oogenblikken in de kajuit zien staan voor het portretje dat daar hangt, op de hoogte van den barometer. Dat is het portret van zijne vrouw en van zijn kleinen jongen. Dat is 'n kataas van 'n jonge, maar „den ouwe" is er heelemaal gek mee. 't Is ook wel een aardig kereltje, maar een beetje bedorven, geloof ik. We hebben hem indertyd aan boord gehad, maar dat had je moeten zien. 't Was toen nog maar een heele kleine dreumes, maar den ouwe had hy heelemaal onder den plak. Ik was toen adelborst, en een adelborst heeft altoos plezier in dingen die verkeerd zqn. Dus, ik maakte dan de eene of andere boodschap, ging heel voorzichtig en zachtjes de trap af van de kajuit, zoodat ze me niet hooren konden, en klopte in eens en onver wacht aan de deur. O, heere, groote schrik en ontsteltenis! de jongen in eens op den vloer, en d a a r... stond den ouwewee r; zoo deftig alsof er niets aan de hand was. Ik heb hem nooit kunnen „attrapeeren", hy was me altoos te vlug af. Ik had er anders heel wat voor gegeven, want ge moet hem anders zien loopen, als hij op het halfdek heen en weer wandelt; een gezicht om kleine kinderen mee naar bed te jagen. Altoos even deftig, hy komt nooit uit zijn plooi. De kolonel dan, stond alle oogenblikken voor het portret van zijn vrouw en zijn jon gen. In den longroom waren er officieren die de telegrammen al klaar hadden om te ver zenden als we binnen kwamen, en bij ons in den vóórlongroom, waar de adelborsten wonen, hadden we afgesproken, dat we een allerverschrikkeiykst groot feest zouden vieren by De Breuk in het Nieuwe Diep, en dat we na afloop met een grooten wagen zouden rondryden en een allemachtige boel plezier hebben. Een paar van ons waren in Indië verliefd geworden en hadden plan om de Marine uit te gaan en ambtenaar te wor den, of ingenieur of zooiets; maar dat begon nu veel minder te worden. Het plan, bedoel ik; en de verliefdheid misschien ook. Door het heele schip was het merkbaar, dat we dichter by huis kwamen. Overal wer den er berekeningen gemaakt hoe lang het nog duren zou en op wat voor 'n dag we binnen zouden komen. Een Zaterdag zou wel aardig wezen, want dan was het den volgen den dag Zondag. Maar daar had de schipper wel wat op tegen, omdat hy dan de Zaterdag zou missen voor het schoonschip maken. Het zoogenaamde „oppassende" gedeelte van de equipage, matrozen die getrouwd waren en gedurende de reis er wat bqver- diend hadden met wasschen voor „achteruit", voor de officieren, zaten den heelen dag met onmogeiyke kleine potlooden, die ze van tyd tot tijd in hun mond moesten steken, bereke ningen te maken in even onmogeiyke aan- teekenings-boekjes, om te kijken „hoeveel het alles met elkaar wel was". 's Avonds hoorde men vooruit op de bak altoos zingen; mooi weer of slecht weer, altoos was er la waai „vooruit". Men hoorde dan door het minder „oppassende" gedeelte van de equi page ook illusiën maken omtrent de toe komst. „Weet je wat ik doe?" zei er een. „Als we binnenkomen en ik heb myn af rekening, dan verkoop ik mgn plunjes en ik huur een zwarte jas met een fluweelen vest, en dan ga ik zoo naar mgn tante toe. Daar word ik dan binnengelaten en ik zet een vroom gezicht; en dan weten ze heele maal niet wat voor 'n gemeene kerel ze in huis hebben. Dat 's te zeggen, ik wil er geen kwaad mee; maar ik moet altoos om m'n eigen lachen als ik my zoo lang fatsoeniyk kan houdenNu alloo maar weer ,,'k Heb de wereld rondgerezen..." En dan begon het gezang weer op nieuw. Het was 's avonds „vooruit" een leven als een oordeel, en by ons In den voorlongToom niet minder. (Wordt vervolgd). Zoo heeft het menschdom, Ik dacht ze wyzer, De brokken steen, cement en yzer. De schoot der aarde toevertrouwd, En daar heur vesten opgebouwd, Om zich en ander te plyseeren... Klaprozen waren het. Simpele klaprozen. Ze stonden achter 'n raam dat deel uitmaakte van ,,'n veste om zich en ander te plyseeren..." Och. arme! Recht opgetrokken kale muren waarin, buiten elke verhouding vallende, ramen wedijverden het geheel iets voordeeli- ger te doen uitkomen. Als scheiding tusschen de bloedlooze gevels en de véél te roode kap, pronkte 'n gootlijst waaraan zwoele profilee ringen het ernstige pogen der ramen grondig teniet deden. Achter één dezer vensters stond, wy ver telden het reeds, dat simpele bosje klaprozen. In 'n protserig vaasje. Door 'n kille hand neergezet, zonder liefde en zonder gevoel! Neergesmeten waren ze en weer gleed onze blik langs de massale gemetselde ommante ling- Met ,'n gevoel van medelijden ontdekten wy achter de nietszeggende glasruiten 'n silhouet. Van 'n mensch! Wat moest deze bewoner, trots alle aardsche voordeelen, zich eenzaam voelen. Eenzaam en zich verdronken wetend in de ruimten van dit véél te groote huis Van één der bloemen dwarrelt 'n blaadje langzaam en troosteloos op de betegelde ven sterbank. Morgen zal hier 'n dienstbode komen die dit bosje verlepte klaprozen op de vuilnis bak deponeeren en de bewoners zullen het niet merken zoolang er geen bloemenjoch met hoogen ventstem opnieuw deze stapel steenen zal passeeren. Dan zullen zy, uit sociaal oog merk, als afnemers fungeeren en weer zal 'n kille hand het protserige vaasje op de betegel de vensterbank van bloemen voorzien. Bloemen, achter het leelijk blijvend raam en de gevoellooze gevel Toon ons Uw vensters en wij zullen zeggen wie gij zijt. Inderdaad! Wg hebben meerdere huizen gezien dezen dag. Meerdere huizen waaruit bleek dat de bewoners menschen moesten zijn. Menschen in de ware beteekenis van het woord. Zagen wy niet hoe, onder 'n gordijntje van teerblauw marquisette uit, 'n paar vrouwenhanden lief devol 'n tuiltje violen schikte? Hoe het bosje violen door dat liefdevolle gebaar direct tot leven werd geroepen? Wat moest het daar binnen 'n feest zijn van verzorging en be grijpen!! Wy kwamen langs 'n school. Van achter de vaste onderramen gluurde koket de met zorg gekweekte plantjes. 'n Kleine cactus etaleerde dapper zijn vrucht baarheid door zijn rykdom aan bloemen spon taan tegen de ruiten te persen Het was 'n smal straatje waarin wij hierna verzeild raakten. De trottoirs werden gevormd door kleine gele steentjes. Mosplantjes zorgden voor 'n levendige specie en stempelden deze looppaden tot 'n eenvoudige, doch schilderachtige mozaïk. Kleine huisjes waren het in deze straat en wy dachten terug aan het groote huis met dat on gezellige voorkomen. Wat 'n contrast! Be scheiden ramen met 'n roeverdeeling welke, misschien bij toeval, tot in de puntjes was ver zorgd en achter de ramen, bloemen! Véél bloemen! Wy zagen 'n jong meisje, zorgvuldig 'n Fuchsia van dorre blaadjes ontdoen. De bleekwitte handen tastten uiterst voorzichtig langs de teere stengels. Toen zij ons, door de goedkoope vitrage héén, opmerkte, lachte ze schichtig en verdween in de, van buitenaf, donkere kamer. Waarom? Schaamde zy zich? Na het thuiskomen voelden wy ons voldaan. Wq hadden karakters leeren kennen via de ramen. Verheugd waren wy over het feit dat de balans verreweg naar de goede zyde was doorgeslagen Menschen achter vensters! Met véél bloe men! Ook achter Uw ramen. Onze stad heeft het zoo noodig! wyo. Op huis stond een bliksemafleider. Gistermorgen sloeg, tydens een kort, doch vry hevig onweer, de bliksem in in het woonhuis van den heer Dop, naby den Schilderweg alhier. Brand werd niet ver oorzaakt, doch in de keuken werd een stuk van de aanrecht afgeslagen. Voorts werd het aanwezige radiotoestel ver nield. Op het huis bevindt zich een bliksem afleider. Vermoedeiyk heeft deze niet meer of onvoldoende gefunctionneerd. UITSLAG PUBLIEKE VERKOOPING. Notaris Mulder heeft gisteren, ten verzoeke van den heer H. K. W. Verstegen in Hotel „De Lindeboom" publiek verkocht een woon- en winkelhuis in de Waalderstraat te Den Burg, groot 20 are, 30 ca. Kooper werd de heer C. Dros, alhier voor 2.900| Urk, 19 Augustus. Door 30 vaartuigen werd heden aan den Vischafslag alhier, aangevoerd: 2814 kg aal en paling, van 34 tot 322 kg per vaartuig, prys 74 ct.; 769 kg snoekbaars, 68 ct. per kg; 190 kg voorn en baars, 14 tot 36 ct. per kg, en 124 manden nest, prys 3314 cL per mand. Urk, 20 Augustus 1941. Door 60 vaartuigen werd heden aan den af slag alhier aangevoerd, 7580 kg kuilaal van 48412, kg per vaartuig, prys 74 ct. per kg, 412 kg iyn- of beugaal 681.54, per kg, 300 kg snoekbaars, k 68 ct. per kg, 120 kg voorn en baars, 1436 ct. per kg. 200 man den nest, 33 14 ct per mand.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1941 | | pagina 1