EEN KRITIEK OOGENBLIK
Distributie
Opplakvellen
^tacUnieuw*
U/xti YÏUddzrLiiandeAA
UiteA&iAejihJt
(Uitaten
B&eJfajwjLeuw-lu
Een oude Marinevertelling van
Werumeus Buning
WAT DE TROMP OVERKWAM
Menschen
achter vensiers
Jjexel&cfi nieuw*,
MeuiM uit Wik
Vrijdag 22 Augustus 1941
Tweede Blad
De gas- en licht
distributie
Verdachten aan inbraken
naar Alkmaar
den laagsten prijs
DRUKKERIJ DE ROER
uit de X-dorp prijsvraag
Dat zal je gebeuren
Burgerlijke Stand van Den Helder
Mannen - en ook Vrouwen
Een Jeugd-visconcours
te Anna Paulowna
Den Burg
Bliksem ingeslagen
Visscherij
Grootste zuinigheid blyft geboden.
Het blqkt, dat een deel der gebruikers
van gas en electriciteit nog niet bekend
is met het feit, dat men zich met gegron
de klachten omtrent de toebedeelde quanta
gas en electriciteit kan wenden tot het
bureau van de Centrale Boekhouding der
Gemeente aan de Kerkgracht en wel
lederen' dag van half 6 tot 7 uur, met uit
sondering van den Zaterdag.
Het blijkt, naar wij vernemen, dat er
heel wat klachten door de Heldersche be
volking te berde gebracht worden. Vélen
zjjn het niet eens met de toegestane hoe
veelheid gas en licht en komen met hun
bezwaren naar het Bureau toe.
Zijn dat inderdaad gegronde bezwaren,
dan heeft men daar niet alleen een wel
willend gehoor, maar men stelt alles ia
het werk om een zoo rechtvaardig moge
lijke regeling tot stand te brengen. Een
regeling, waarmede de gebruiker in
kwestie gediend is.
Dit laatste nu wordt wel eens vergeten.
Men verschijnt met z'n grieven en denkt
dat de ambtenaren reeds bij voorbaat van
meening zijn dat men ongelijk heeft.
Niets is minder waar.
De voorschriften van het Rijks Kolen
Bureau zijn echter slechts voor een uit
leg vatbaar. Het is niet mogelijk dat
hieraan getornd wordt. Overigens kan
men er gerust over zijn dat van Den
Helder uit alle pogingen in het werk ge
steld worden om het toegestane kwan
tum zoo groot mogelijk te doen zijn.
Intusschen doet men verstandig zich
aan de voorgeschreven hoeveelheden te
houden, aangezien men anders zeker tot
de categorie zal gaan behooren die de lei
ding ziet afgesneden en een hooge boete
moet betalen. Tot nu toe zijn er nog
geen straffen gegeven, maar men dient
er zeker van te zijn dat dit, bij misbruik,
het geval zal zijn.
Het minimum van 30 kubieke meter
gas per maand blijft gehandhaafd. Hoe
zeer men ook gehandicapt zal worden
door dit vrij geringe kwantum, men diene
zich hieraan te houden, om niet in groote
moeilijkheden te komen.
Naar wjj vernemen is het viertal per
sonen, hetwelk zich schuldig gemaakt
heeft aan een aantal inbraken in onze stad
gisteren op transport naar Alkmaar ge
steld, ter voorgeleiding aan den Officier
van Justitie.
In verband met de vyf inbraken werd
door hen eeft volledige bekentenis afge
legd.
GESTOLEN EEN... FIETS.
Het doet ietwat komisch aan te moeten
schrijven, dat er wederom ten nadeele van een
Stadgenoot een... fiets gestolen is.
De politie stelt een onderzoek in.
FIETS GESTOLEN.
Wederom werd aangifte gedaan dat iemand,
die z'n fiets voor de woning had laten staan,
deze kwijt is. Een onderzoek wordt ingesteld.
ONBEVOEGDE AARDAPPELROOIERS.
Aangifte bij de politie werd gedaan dat bij
een bewoner van de Bothastraat in den nacht
van 19 op 20 Augustus j.1. de aardappelen
van het landje gerooid waren.
Wij drukten, in groote oplang,
Daarom betaalt U thans bij ons
Opplakvellen MD 18(bonnen groot form.):
per 100st 0.16
per 1000 st 1.50
per 5000 st. 1.45 (per 1000)
Opplakvellen MD 268 (bonnen klein form.):
per 100 st. 0.18
per 1000 st 1.70
per 5000 st. 1.65 (per 1000)
Uw eerste winst
de distributieopplakvellen van
Koningstraat - Den Heidei
Proza en poezle van inzenders en
Inzendsters.
Het is, in zeker opzicht, vaak het noodlot
van een schrijver in de krant, dat hem niet
precies bekend is hoe de lezers op zijn penne-
vruchten reageeren. Vinden ze het geschre
vene dragelijk, kan het er h.i. nèt mee door,
of grijpt men naar de krant om te zien wat
er van den schrijver in kwestie nü weer in
staat?
Door de X-dorpprjjsvraag is thans wel zeer
duidelijk aan den dag gekomen dat men de bij
dragen van dezen medewerker hoogelijk
waardeert. Dat steekt zoowel de redactie als
den auteur een hart onder de riem.
Wij vervolgen hier de serie citaten uit de
massale hoeveelheid inzendingen en beginnen
ditmaal met het gedicht van den heer Van der
Veen uit S'int Pancras, die daarin als volgt
zijn poëtisch gemoed lucht geeft:
Ergens zit een boekenschrijver
Genietend aan het Noordzeestrand
Maar de schuilplaats van Jan Mens is
Ons beschreven in de krant
Niemand, denkt hij, heeft er erg in,
Dat ik h i e r m'n tijd verdroom
Ach, Jan Mens, Jutters zijn pienter,
Alles puzeit nu met stoom
Nooit had hij z o oveel detectif's
Zelden zochten zoo veel mee
En de schuilplaats??? Nogal wiedes!
Egmond! Egmond aan de Zee.
Een heel bekend Heldersch modiste van een
heel bekend atelier schreef als volgt:
Jan Mens zit in Egmond aan Zee. Hoe ik
dat weet? Ikzelf kom er dikwijls en ik hou
van dat plaatsje omdat alles er zoo ongedwon
gen en zoo écht natuurlijk is. Toen ik zoo alles
las wat Jan Mens over 't kleine „Zeedorp"
schreef dacht ik steeds aan Egmond en leef
de met alles mee. Natuurlijk wist ik het niet
direct zeker. Overal kunnen monumenten staan
van gevallenen in '14'18 en in ieder zee
dorp staan van die kleine „krentenhuisjes". Ik
wist 't pas zeker, toen ik las van de „Vergulde
Valk" met gratis uitzicht op het gemeentehuis
en over den boschwachter van Wimmenum.
Toen werd het ons met de paplepel Ingegoten.
Zelf ben ik daar ook dikwijls wezen spelen
met m'n welpen met toestemming van den
boschwachter als we beloofden... geen konijnen
te stroopen. Ook in de propvolle autobussen
heb ik gezeten, ben naar buiten gespurd (deze
week nog...!) en heb er heerlijk genoten van
het groote breede strand, zonder pieren en de
gezellige boulevard bij stormweer. Mocht ik
geen boek winnen, dan hoop ik toch dat Jan
Mens z'n handteekening wil zetten in „Koen"
dat ik eenigen tijd geleden bij Daan Schreuder
heb gekocht.
WAAR ZIT JAN MENS?
Er werd mij veel de vraag gesteld
Zeg, schreef jij „Mensen zonder Geld"?
Dan zei ik: nee, ik ben de man
Die enkel rijmpjes schrijven kan
De man, die boeken schrijft, 't is safe,
Dat is waarschijnlijk wel mjjn neef
Hoewel... ook dat is niet bekend
Het is in elk geval „de vent"
Waarom de X-sche prijsvraag draait
En U is zeker niet gehaaid
Wanneer U het nog niet vertrouwt
En zich nog steeds aan mij vasthoudt
Dan is het mis, gelooft U mij,
De prijs gaat vast Uw neus voorbjj!
Behalve vele gedichten, uiteraard niet altijd
zoo geslaagd dat ze voor opname in de krant
in aanmerking kwamen, was daar ook veel
prettig-gesteld proza. De een zei het wat beter
dan de ander, de een gaat dat gemakkelijker
met pen en inkt om dan de ander, maar over
het algemeen kenmerkten de brieven zich door
een hartelijken inslag. En menigvuldig zijn de
betuigingen van sympathie en instemming
met de zoute krabbels van Jan Mens.
Dezer dagen gaf een bewoner van de Wee-
zenstraat een pakje af in de rijwielstalling bjj
het spoor.
In dat pakje bevond zich een ware schat.
Namelijk 15 pond afgehaalde en reeds gesne
den snijboonen. Wat is een dergelijk bezit in
den tegenwoordigen tijd niet waard...
Nadat de man enkele noodzakelijke bood
schappen gedaan had begaf hij zich wederom
naar de bewaarplaats teneinde zijn bezit aan
snijboonen op te halen.
Wie beschrijft echter 's mans schrik en pijn
lijke verbazing, toen hij moest vernemen dat
er reeds voor hem iemand geweest was, die
het pakje meegenomen had. En wel een juf
frouw.
Tot op dit oogenblik is de snijboonen-jutten
de juffrouw niet ontdekt, ondanks het feit dat
er naar haar gezocht wordt.
OPGEPAKT.
De andere...
Zooals men weet, heeft Den Helder nóg
een Jan Mens. Deze is een eerzaam typograaf,
terwijl er op gezette tijden wel eens rijmen
uit zijn pen vloeien, die men dan in onze krant
vindt. Nu schijnt het nog steeds, dat velen
meenen dat deze Jan Mens en de andere een
en dezelfde persoon zijn. Niets is minder waar
en dit gaf den typograaf het volgend gedicht
in de pen:
Ondanks de steeds scherper gevoelde be
zuinigingen op het gebied van alcoholica had
een stadgenoot desondanks kans gezien zich
een stuk in de kraag te drinken, voor welk
feit surveilleerende politie hem oppakte en in
„de doos" stopte. Nadat de man zijn roes uit
geslapen had werd hij, nadat eerst nog proces
verbaal was opgemaakt, heengezonden.
ACHTER DE PEREN AAN.
Vier jongens werden opgepakt en naar het
Bureau gebracht terzake het stelen van peren
van een boom, die in den tuin van een bewo
ner van de Loodsgracht stond.
Zulks komt ook niet te pas.
21 Augustus 1941.
BEVALLEN: T. Tuithof—Kater, z.; W.
SchouwvliegerPeters, z.
GEHUWD: J. G. Man en C. Brian.
TEMPERATUUR ZEEWATER.
Om 8 uur hedenmorgen 17.0 C.
die de veertig zijn gepasseerd en lijden aan
Rheumatische pijnen, moeten noodig maat
regelen nemen, om te voorkomen, dat ze de
dupe worden van... hun leeftijd. Want met de
jaren verslappen de bloedzuiverende organen,
verzwakt ook de spijsvertering. Dan gaan
zich onzuiverheden vormen in het bloed, en
die hoopen zich op: men gaat zich onbehage
lijk voelen, niet fit meer, vaak met een on
gezond pafferig gevoel en neiging tot cor
pulentie. Zulke menschen moeten Kruschen
Salts nemen. Kruschen houdt de bloedzuive
rende organen jong, onzuiverheden in het
bloed krijgen geen vat op het gestel, omdat
ze regelmatig en langs natuurlijken weg
worden afgevoerd. Niet zonder reden wordt
Kruschen over de heele wereld erkend als het
middel tegen rheumatische pijnen en als
voorbehoedmiddel tegen ontijdige ouderdoms-
kwaaltjes als corpulentie, trage stoelgang,
auto-intoxicatie; schijnbaar onschuldig in
aanvang, maar pijnlijk en sloopend. - Daar
om, wapen U intijds, neem iederen dag de
kleine dosis Kruschen - het oude beproefde
recept sinds 1889. - Bij alle Apoth. en Drog.
1.47, 0.76, 0.41.
A.s. Zaterdagmiddag.
We leven op het oogenblik temidden van
het hengelseizoen en dat deze sport met een
ware wellust bedreven wordt getuigen de on
telbare sportvisschers die men dag-in, dag-uit,
ongeacht de weersgesteldheid, langs den wa
terkant ziet staan, turend naar hun dobber
en in de hoop een behoorlijk braadje thuis te
brengen.
Enkele leden van de hengelsportver-
eeniging V.O.G. besloten in verband met
de vacantie van de jeugd een concours te
organiseeren, welk concours, ijs en weder
dienende, a.s. Zaterdagmiddag te Anna
Paulowna gehouden zal worden. Het zijn
de heeren F. H. Blok, W. en P. Weiers
J. Molenkamp en Everardus die zich met
de leiding belast hebben en voor de ge-
heele voorbereiding zorgdragen.
Het concours wordt uitgeschreven voor
schoolkinderen tusschen de 6 en 14 jaar.
In de eerste plaats voor de kinderen van
de Heldersche geëvacueerden en tevens
voor de Anna Paulownasche en Breezan-
der jeugd.
Om 5 uur is het verzamelen bij „De 3 brug
gen". De deelnemers die zich kunnen opgeven
tot en met Zaterdag 10 uur, moeten meebren
gen hengel, snoer, en 1 haak met worm-aas.
Het plan is om 3 maal een half uur te vis-
schen. Bij zeer gunstig weer kan dit echter
ook 4 maal een half uur worden. Er worden
aardige prijzen beschikbaar gesteld, bestaande
uit hengel-sportartikelen. Het gaat er natuur
lijk om wie de meeste visch op den kant
brengt.
Zij nog vermeld, dat men zich kan opgeven
by J. Keizer, Nieuweweg 31 en bij P. Weiers,
Schorweg 9, beiden te Anna Paulowna.
De roman „Hollands Glorie" van Jan de
Hartog zal dezen winter in een Duitsche,
Zweedsche en Deensche vertaling verschijnen;
voorts is een Deensche vertaling in voorberei
ding van Gerhard Toonders boek „Vreemde
ling in Baby ion".
Dezer dagen opruiming houdend in stapels
oude paperassen, vonden wij een klein
boekske, jaren geleden geschreven, en door
den tand des tijds geheel vergeeld. Het bleek
te heeten „Een kritiek oogenblik" en behelsde
een door Anton Oostlandt verteld avontuur
aan diens vriend den marine-officier Weru
meus Buning. Een avontuur in het Engel-
sche Kanaal, beleefd op het fregat „Tromp".
Waar wij veronderstellen, dat een groot aan
tal van onze lezers belangstelling voor dit
bijzonder spannend verhaal zal hebben, be
sloten wy in enkele artikelen, citaten van
het verhaal weer te geven.
„Een kritiek oogenblik", ja, dat was het!
Het had maar een haartje gescheeld, of er
was van de heele Tromp met al wat er aan
boord was, geen mensch terechtgekomen.
Ik wil beproeven u dat kritieke oogenblik
te schilderen.
Ieder zeeman heeft in zijn leven oogenblik-
ken gehad, dat hy dacht: nu is het „er op of
er onder", over een paar minuten zijn we
„boven Jan" of we zqn naar den kelder
en de beestjes van het groote water, tante
Haai en haar nichtjes, spelen kermis met ons
gebeente. Dat 's wel niet plezierig, maar het
is toch waar. Bij den een was het zus en bij
den ander was het weer zoo, maar de hoofd
zaak komt altoos hier op neer: „verdrinken
of. niet"... zeewater te veel, of een oorlam
extra als het voorbij is.
Nu is één geval, dat bqna iedereen beleefd
heeft, en dat ge dan ook in alle zeeromans
terugvindt, hetzij van Cooper, van Marryat
of van wie dan ook. Ik bedoel, om met
een vracht van zeil, veel meer dan het schip
eigenlijk verdragen kan, boven het eene of
andere punt van de kust of boven eene bank
langs te zeilen, omdat men door den harden
wind, stormweer of wat anders ook, zoo
danig, als 't ware tegen den wal. wordt aan
gedrukt, dat het niet mogeiyk is er vrij van
te komen, of men moet zien te geraken aan
de andere zij van eenig punt of van dien
hoek, waar de wal naar binnenloopt of, In
't algemeen, waar meer ruimte is. De zee
mans uitdrukking voor dezen min aange-
namen toestand is „bezet zijn op lager wal".
Wij zagen in 't geval dat wy beleefden,
niets dan water en lucht, of liever, mist; het
was een echte dikke Engelsche Kanaalmist,
we wisten op geen stukken na, waar in de
„Kanaal-wereld" wij waren, want we hadden
niets van den wal gezien, en zie daar
breekt plotseling 's morgens de mist,
(terwijl het tevens hard begint te waaijen
met een dalenden barometer) en we zien den
wal vlak onder de iy. We zitten er bijna
boven op.
Toen merkten we pas, wat voor 'n flinke
kerel onze „ouwe" was. In eens wist hy: wat
kan ik, en wat moet ik dus doen. Dat's
veel waard! Had hy een oogenblik gedraald,
of iets minder gedurfd... dan zat ik hier op
't oogenblik niet om het volgende te vertel
len.
Ik begin. Met een inleiding. Netjes, zoo
als het behoort.
Wy kwamen uit Indië. De meesten van ons
(de adelborsten uitgezonderd) waren daar een
jaar of wat geweest en wy verlangden hard
naar huis; van de hoogste tot de laagste,
maakten wij allemaal berekeningen hoelang
het nog duren zou, voor we in het Nieuwe
Diep lagen met de schuit en wat voor groote
dingen we dan wel zouden doen.
De „ouwe" (onze kommandant) kondt ge
alle oogenblikken in de kajuit zien staan voor
het portretje dat daar hangt, op de hoogte
van den barometer. Dat is het portret van
zijne vrouw en van zijn kleinen jongen. Dat
is 'n kataas van 'n jonge, maar „den ouwe"
is er heelemaal gek mee. 't Is ook wel een
aardig kereltje, maar een beetje bedorven,
geloof ik. We hebben hem indertyd aan boord
gehad, maar dat had je moeten zien. 't Was
toen nog maar een heele kleine dreumes,
maar den ouwe had hy heelemaal onder den
plak.
Ik was toen adelborst, en een adelborst
heeft altoos plezier in dingen die verkeerd
zqn. Dus, ik maakte dan de eene of andere
boodschap, ging heel voorzichtig en zachtjes
de trap af van de kajuit, zoodat ze me niet
hooren konden, en klopte in eens en onver
wacht aan de deur. O, heere, groote schrik
en ontsteltenis! de jongen in eens op den
vloer, en d a a r... stond den ouwewee r;
zoo deftig alsof er niets aan de hand was. Ik
heb hem nooit kunnen „attrapeeren", hy was
me altoos te vlug af. Ik had er anders heel
wat voor gegeven, want ge moet hem anders
zien loopen, als hij op het halfdek heen en
weer wandelt; een gezicht om kleine kinderen
mee naar bed te jagen. Altoos even deftig,
hy komt nooit uit zijn plooi.
De kolonel dan, stond alle oogenblikken
voor het portret van zijn vrouw en zijn jon
gen. In den longroom waren er officieren die
de telegrammen al klaar hadden om te ver
zenden als we binnen kwamen, en bij ons in
den vóórlongroom, waar de adelborsten
wonen, hadden we afgesproken, dat we een
allerverschrikkeiykst groot feest zouden
vieren by De Breuk in het Nieuwe Diep, en
dat we na afloop met een grooten wagen
zouden rondryden en een allemachtige boel
plezier hebben. Een paar van ons waren in
Indië verliefd geworden en hadden plan om
de Marine uit te gaan en ambtenaar te wor
den, of ingenieur of zooiets; maar dat begon
nu veel minder te worden. Het plan, bedoel
ik; en de verliefdheid misschien ook.
Door het heele schip was het merkbaar,
dat we dichter by huis kwamen. Overal wer
den er berekeningen gemaakt hoe lang het
nog duren zou en op wat voor 'n dag we
binnen zouden komen. Een Zaterdag zou wel
aardig wezen, want dan was het den volgen
den dag Zondag. Maar daar had de schipper
wel wat op tegen, omdat hy dan de Zaterdag
zou missen voor het schoonschip maken.
Het zoogenaamde „oppassende" gedeelte
van de equipage, matrozen die getrouwd
waren en gedurende de reis er wat bqver-
diend hadden met wasschen voor „achteruit",
voor de officieren, zaten den heelen dag met
onmogeiyke kleine potlooden, die ze van tyd
tot tijd in hun mond moesten steken, bereke
ningen te maken in even onmogeiyke aan-
teekenings-boekjes, om te kijken „hoeveel het
alles met elkaar wel was". 's Avonds
hoorde men vooruit op de bak altoos zingen;
mooi weer of slecht weer, altoos was er la
waai „vooruit". Men hoorde dan door het
minder „oppassende" gedeelte van de equi
page ook illusiën maken omtrent de toe
komst. „Weet je wat ik doe?" zei er een.
„Als we binnenkomen en ik heb myn af
rekening, dan verkoop ik mgn plunjes en ik
huur een zwarte jas met een fluweelen vest,
en dan ga ik zoo naar mgn tante toe.
Daar word ik dan binnengelaten en ik zet
een vroom gezicht; en dan weten ze heele
maal niet wat voor 'n gemeene kerel ze in
huis hebben. Dat 's te zeggen, ik wil er geen
kwaad mee; maar ik moet altoos om m'n
eigen lachen als ik my zoo lang fatsoeniyk
kan houdenNu alloo maar weer
,,'k Heb de wereld rondgerezen..." En dan
begon het gezang weer op nieuw. Het was
's avonds „vooruit" een leven als een oordeel,
en by ons In den voorlongToom niet minder.
(Wordt vervolgd).
Zoo heeft het menschdom,
Ik dacht ze wyzer,
De brokken steen, cement en yzer.
De schoot der aarde toevertrouwd,
En daar heur vesten opgebouwd,
Om zich en ander te plyseeren...
Klaprozen waren het. Simpele klaprozen.
Ze stonden achter 'n raam dat deel uitmaakte
van ,,'n veste om zich en ander te plyseeren..."
Och. arme! Recht opgetrokken kale muren
waarin, buiten elke verhouding vallende,
ramen wedijverden het geheel iets voordeeli-
ger te doen uitkomen. Als scheiding tusschen
de bloedlooze gevels en de véél te roode kap,
pronkte 'n gootlijst waaraan zwoele profilee
ringen het ernstige pogen der ramen grondig
teniet deden.
Achter één dezer vensters stond, wy ver
telden het reeds, dat simpele bosje klaprozen.
In 'n protserig vaasje. Door 'n kille hand
neergezet, zonder liefde en zonder gevoel!
Neergesmeten waren ze en weer gleed onze
blik langs de massale gemetselde ommante
ling-
Met ,'n gevoel van medelijden ontdekten wy
achter de nietszeggende glasruiten 'n silhouet.
Van 'n mensch! Wat moest deze bewoner,
trots alle aardsche voordeelen, zich eenzaam
voelen. Eenzaam en zich verdronken wetend
in de ruimten van dit véél te groote huis
Van één der bloemen dwarrelt 'n blaadje
langzaam en troosteloos op de betegelde ven
sterbank. Morgen zal hier 'n dienstbode komen
die dit bosje verlepte klaprozen op de vuilnis
bak deponeeren en de bewoners zullen het niet
merken zoolang er geen bloemenjoch met
hoogen ventstem opnieuw deze stapel steenen
zal passeeren. Dan zullen zy, uit sociaal oog
merk, als afnemers fungeeren en weer zal 'n
kille hand het protserige vaasje op de betegel
de vensterbank van bloemen voorzien.
Bloemen, achter het leelijk blijvend raam
en de gevoellooze gevel
Toon ons Uw vensters en wij zullen zeggen
wie gij zijt. Inderdaad!
Wg hebben meerdere huizen gezien dezen
dag. Meerdere huizen waaruit bleek dat de
bewoners menschen moesten zijn. Menschen
in de ware beteekenis van het woord. Zagen
wy niet hoe, onder 'n gordijntje van teerblauw
marquisette uit, 'n paar vrouwenhanden lief
devol 'n tuiltje violen schikte? Hoe het bosje
violen door dat liefdevolle gebaar direct tot
leven werd geroepen? Wat moest het daar
binnen 'n feest zijn van verzorging en be
grijpen!!
Wy kwamen langs 'n school. Van achter de
vaste onderramen gluurde koket de met zorg
gekweekte plantjes.
'n Kleine cactus etaleerde dapper zijn vrucht
baarheid door zijn rykdom aan bloemen spon
taan tegen de ruiten te persen
Het was 'n smal straatje waarin wij hierna
verzeild raakten. De trottoirs werden gevormd
door kleine gele steentjes.
Mosplantjes zorgden voor 'n levendige
specie en stempelden deze looppaden tot 'n
eenvoudige, doch schilderachtige mozaïk.
Kleine huisjes waren het in deze straat en wy
dachten terug aan het groote huis met dat on
gezellige voorkomen. Wat 'n contrast! Be
scheiden ramen met 'n roeverdeeling welke,
misschien bij toeval, tot in de puntjes was ver
zorgd en achter de ramen, bloemen! Véél
bloemen! Wy zagen 'n jong meisje, zorgvuldig
'n Fuchsia van dorre blaadjes ontdoen. De
bleekwitte handen tastten uiterst voorzichtig
langs de teere stengels. Toen zij ons, door de
goedkoope vitrage héén, opmerkte, lachte ze
schichtig en verdween in de, van buitenaf,
donkere kamer. Waarom? Schaamde zy zich?
Na het thuiskomen voelden wy ons voldaan.
Wq hadden karakters leeren kennen via de
ramen. Verheugd waren wy over het feit dat
de balans verreweg naar de goede zyde was
doorgeslagen
Menschen achter vensters! Met véél bloe
men! Ook achter Uw ramen. Onze stad heeft
het zoo noodig!
wyo.
Op huis stond een bliksemafleider.
Gistermorgen sloeg, tydens een kort,
doch vry hevig onweer, de bliksem in in
het woonhuis van den heer Dop, naby den
Schilderweg alhier. Brand werd niet ver
oorzaakt, doch in de keuken werd een
stuk van de aanrecht afgeslagen. Voorts
werd het aanwezige radiotoestel ver
nield.
Op het huis bevindt zich een bliksem
afleider. Vermoedeiyk heeft deze niet
meer of onvoldoende gefunctionneerd.
UITSLAG PUBLIEKE VERKOOPING.
Notaris Mulder heeft gisteren, ten verzoeke
van den heer H. K. W. Verstegen in Hotel
„De Lindeboom" publiek verkocht een woon-
en winkelhuis in de Waalderstraat te Den
Burg, groot 20 are, 30 ca. Kooper werd de
heer C. Dros, alhier voor 2.900|
Urk, 19 Augustus.
Door 30 vaartuigen werd heden aan den
Vischafslag alhier, aangevoerd: 2814 kg aal
en paling, van 34 tot 322 kg per vaartuig,
prys 74 ct.; 769 kg snoekbaars, 68 ct. per kg;
190 kg voorn en baars, 14 tot 36 ct. per kg,
en 124 manden nest, prys 3314 cL per mand.
Urk, 20 Augustus 1941.
Door 60 vaartuigen werd heden aan den af
slag alhier aangevoerd, 7580 kg kuilaal van
48412, kg per vaartuig, prys 74 ct. per kg,
412 kg iyn- of beugaal 681.54, per kg,
300 kg snoekbaars, k 68 ct. per kg, 120 kg
voorn en baars, 1436 ct. per kg. 200 man
den nest, 33 14 ct per mand.