De kracht der golven N1PPER EN PELLE "AKKERTJES De \Juud&ce*iwacUtec Enorme brug te Rijswijk Razende Kiespijn? Radioprogramma Een druk van 10.000 K«G. per vierkante meter! Merkwaardige vondst te Amersfoort Interessante grepen En hoe geraffineerd de Oceaan te werk gaat. Wanneer metershooge golven op de pieren aan onze kust bij stormig weer te pletter slaan, zijn wij ge neigd te praten over de kracht der gWven. In werkelijkheid komen wij bij bestudeering van de wezenlijke kracht van het water nog tot heel andere uitkomsten! (N.P.B.) Indien wij nog niet overtuigd waren van de afwisseling van ons klimaat, dan zou het weer in Augustus ons daar aan thans wel herinneren. Eigenlijk is het zoo, dat wij af en toe, maar vrij regelma tig in plenzende regenbuien leven, bij tij den het meest storm- en winterachtige buiig weer ontmoeten en bij wijze van uit zondering af en toe de zon eens zien! Dui zenden landgenooten brengen in deze dagen een korten tijd aan het strand, althans in een badplaats door en zij zijn het in de eer ste plaats, die af en toe de gelegenheid krij gen een noodweer op zee gade te slaan en onder den indruk te komen van het geweld der golven. In trouwe, menigeen, die zich tijdens een storm aan de kust bevindt, zal zich in zijn argeloosheid wel eens afvragen, wat er nu wel gebeuren zou. indien een dier majestueuze golven die hij ziet. eens tegen den muur van een huis zou slaan. Men kijgt, waarschijnlijk niet ten onrechte, den indruk, dat zulke door den wind in bewe ging gebrachte watermassa's geheele villa's als lucifersdoosjes zouden wegspoelen en telegraafpalen zouden doen stukknappen als of het stroohalmpjes waren. Inderdaad is het zoo. dat de kolossale energie, die door wind en water ontwikkeld wordt, niet slechts een gevaar beteekent voor de schepen, maar ook voor het land. Zij heeft tot gevolg dat geheele werelddee- len verdwijnen of een anderen vorm aanne men. Rotsachtige kusten brokkelen af, zee weringen, met groote moeite en taaien wil door menschenhanden opgericht, verzinken. Wanneer een groote golf door den zee oever in haar loop gestuit wordt, dan botst ze tegen het land met een kracht, die gelijk is aan haar massa, vermenigvuldigd met het kwadraat van haar snelheid. Ziedaar de simpele en juiste natuurkundige formu le. Die snelheid bedraagt gemiddeld vijf en twintig zeemijlen, d.i. meer dan zes en veertig kilometer per uur. Een golf van tien meter hoogte heeft een zwaarte van verscheidene duizenden tonnen. Wanneer ze bijzonder lang is, bedraagt de massa zelfs meer dan een millioen ton! Men heeft kun nen berekenen, dat de capaciteit van deze watervloeden ongeveer 12.000 paardekracht groot is Het is dus op zichzelf beschouwd niets bijzonders, dat het meerendeel onzer kusten, als gevolg van de eeuwenlange inwerking der golven in een min of meer ontredder den staat verkeert. De kust van Etretat zit vol boogvormige uitholingen en hier en daar staan torentjes, die den schijn wekken, dat ze door menschen gebouwd werden. Dat is overigens niet het geval. Dat alles Is het werk van de zee. Het harde graniet, dat Bretagne van den oceaan scheidt, draagt de sporen van een ononderbroken strijd met het immer schurende water. De aanval. In deze oorlogsdagen weten wij hoe de Engelsche Jkust en haar havenstallaties door Duitsche bommen regelmatig worden aangevallen en vernield., maar ook in vre destijd wordt de kust van Engeland gedeel telijk vernield door „tegenslag", die ze in d,en loop der eeuwen ondervonden heeft. De oceaan immers gaat bijkans geraffineerd te werk. Hij begint met gaten in de kust te slaan. De stukken losgewoelde steen wor den rondgeslopen en veranderd in de be kende strandkeien. Deze worden door den vloed naar de kust gedreven en versterken haar aldus weer. Dan stort evenwel de „bo venbouw" naar omlaag. Wanneer nu boven dien de regen een verticale groef veroor zaakt. is de vernietiging volkomeu. De „bo venbouw" stort in zee. Deze brokken steen worden op hun beurt door de golven als projectielen gebruikt en helpen dus mee het vernielingswerk voort te zetten. Men heeft kunnen vaststellen, dat de kust in de buurt van Le Havre jaarlijks 25 c.M. aan de zee verliest. De Shakespeare Cliff bij Dover wordt steeds minder omvangrijk. In den tijd van achttien eeuwen is er twee kilometer af gegaan, dat is ongeveer 1.10 Meter per jaar. De nasporingen der geologen hebben aan getoond, dat de golven telkenjare in totaal ongeveer een kubiieken kilometer steen van het land afschuren en naar den bodem der zee doen verdwijnen. Stephenson, een bekend ingenieur en on derzoeker, heeft de mechanische kracht van het zilte nat direct berekend door na te gaan, welke druk er op verschillende kustwanden uitgeoefend wordt. Hij is geko men tot een gemiddelde van 10.000 Kg. per vierkante meter in den winter en 3000 Kg. per vierkante meter des zomers. De maxi- mumdruk in den zomer bedroeg 30 ton per vierkante meter, gedurende een ontzet- tenden Westerstorm. Eigenlijk is „druk" hier niet het juiste woord, want de kracht wisselt voortdurend en het resultaat is een serie hevige schokken, die om de 15 secon den plaatsvinden. De vernielende werking neemt hierdoor toe, want juist door de voortdurende onderbreking en de af- en aanrollende beweging der watermassa's wor den de golven hooger en» wordt de kracht verdubbeld, verdrievoudigd. Hetgeen in 1894 gebeurde, wekt geen verwondering meer, wanneer men weet wét het woeden der golven vermag: in dat jaar werd de dijk van Cherbourg midden door gesneden, alsof een reus er met een geweldige bijl naar gehakt had. Blokken graniet, die duizenden tonnen wegen, werden meer dan tien meter weg geworpen, als waren het strandsteentjes. Op die wijze zijn dte eigenaardige rotsheu- els ontstaan, die op de Bretonsche kust, vooral in de omgeving van Ploumanach zooveel voorkomen. Wanneer men nu weet. welke energieën er bij "het razen van den sto*m en zelfs bij kalm weer verspild worden, dan vraagt men zich licht af of de arbeidskracht, die terugvordert, wat de mensch heeft ver overd, niet aan dienzelfden mensch dienst baar kan worden gemaakt. Dat er in vre destijd opnieuw pogingen zullen worden gedaan, om op dat gebied iets te bereiken, is wel zeker. VERKEERSVERBETERING HAAR LEM—DEN HAAG—ROTTERDAM. (Van onzen Haagschen correspondent). Eenigcn tijd geleden hebben wij al eens aandacht gevraagd voor den bouw van de nieuwe Hoornbrug over de Vliet te Rijs wijk. deze enorme verbetering voor het doorgaande verkeer' Haarlem—Den Haag- Rotterdam, dat zich ajrenlang over het nauwe draaiibruggetje heeft moeten wrin gen om den nieuwen vierbaansweg langs IJpenburg en beoosten Delft recht op Overschie aan, te bereiken. Wanneer niu verder de werkzaamheden normaal kunnen verloopen, zal deze hooge en breede brug in het vroege voorjaar van 1942 in gebruik genomen kunnen worden. De intercommunale electrisehe tram Den HaagDelft komt diubbelsporig in het midden, met aan beide zijden een ver keersbaan van zes meter breedte. Voor wielrijders en voetgangers komen er aan beide zijden uitgebouwde paden. Aldus wordt de totale breedte van brug en op ritten 27 meter. In deze flauw hellende opritten komen viaducten voor het locale verkeer, zooals naar het Jaagpad, den Kleijweg en naar Voorburg. Onnoodig te zeggen eigenlijk, dat de eigenlijke oever verbinding een enorm stalen gevaarte is. De overspanning tusschen de beide beton nen landhoofden geschiedt, behalve door een vast gedeelte, door twee naast elkaar geplaatste bascu lek lappen, waarvan de hoofdliggers reeds op de pijlers geplaatst zijn. Duidelijk ziet men al de zeer zware constructie: elke balk heeft een gewicht van niet minder dan 17.000 Kg. In ^het bruggehoofd aan den Delftschen oever bevinden zich. in een kelder van respec tabele afmetingen „een huis kan er in ronddansen" heet dat de draaipunten der bruggen met de enorme contragewich ten. In gesloten toestand rusten de beide bruggen met die andere zijde op den zoo- genaamden kanaalpijler, midden in de Vliet waardoor er twee doorvaortopeningen van 10.5? meter elk zijn. Deze pijler vormt te vens de aansluiting van den beweeglijke brugdeelen met het viaduct aan de. Rijs- wijksche zijde, waarvan dus het laatste ge deelte Ongeveer 10.5 meter boven water ligt. Terzijde op den pijler komt weder het bedieningshuisje van waar uit de twee brugkleppen bewogen zullen worden. Dat de bruggewachter en zijn personeel aan de Rotte rdamsche zijde van dien Vliet komen te wonen, tenminste wanneer de Rijkswaterstaat zijn zin krijgt, is iets wat vele Rijswijikenaren niet begrijpen. Anders dan de hoofdingenieur-directeur was de gemeenteraad onlangs dian ook van oor deel. dat het bedienend personeel allereerst zoo dicht mogelijk bij de bewegingsinstal latie behoort te zijn en niet het dichtst bij de kelder met de basculas. Over deze aan gelegenheid is men het, zoo ver wij weten, nog niet eens geworden, waarbij komt, dat er hierbij ook nog natuurschoon in het geding is gekomen. Maar hoe dit zij, het verkeer, al is het dan nu ook niet zóó druk, zal verheugd zijn. wanneer men over de nieuwe brug zal kunnen riiden. Dan zal het ongeveer 3 jaar geleden zijn, dat de oud'e brug werd opge blazen; dit geschiedde n.1. nadat een hulp brug was geslagen, op 24 Mei 1939 en sedert dien heeft het werk slechts enkele maan den. in den voorzomer van 1940. door de oorlogsomstandigheden, stil gelegen. Rasten van een brug die 800 jaar geleden gebouwd moet zijn. Bij het graven onder de fundeerin gen van de Luthersche kerk aan de I.angestraat te Amersfoort, welke kerk omstreeks 1200 is gebouwd, is men gestuit op een kroot® ,p? u houten palen, die destijds deel heb ben uitgemaakt van eep z.g. knup- pelbrug. Vermoed wordt, dat deze brug ongeveer 800 iaar geleden ter plaatse heeft gelegen. Men heeft het hout verzameld en naar het gemeen tehuis overgebracht. Het ligt in de bedoeling dit hout in het museum op te bergen. BABY IN HET KUSSEN GESTIKT. Gisteravond is het vier maanden oude kindje van den gemeente-architect A. K. te Hardenberg. toen het in zijn wiegje lag, in het kussen gestikt. Doe dan twéé dingen Neem 'n "AKKERTJE" om rustig/ zon der pijn le kunnen slapen en ga morgen naar Uw tandarts. helpen direct l TIENJARIGE JONGEN OP DE FIETS DOOR EEN VRACHTAUTO MEEGE SLEEPT. Gisterochtend omstreeks 8 uur reeds een vrachtauto van de gebr. van der Meer uit Den Haag in de Stationsstraat te Amersfoort in de richting van de stad. In de zeer scher pe bocht van deze straat moest de groote trailer voor een van de tegenovergestelde richting komende ziekenauto uitwijken, waardoor hij een 10-jarig jongetje, dat op een fiets zat, aanreed. Het knaapje werd meegesleurd Toer de auto tot stilstand kwam bleek dat het slachtoffer levensgevaarlijke verwondingen had opgeloopen. De fiets werd totaal verwrongen onder het voorstel van de auto weggehaald. Het knaapje is per ziekenauto naar het ziekenhuis overgebracht Men vreest voor zijn leven. ZATERDAG 80 AUGUSTUS 1941. Hilversum I. 415.5 m. 6.45 Gramofoonmuziek. 6.50 Ochtendgymnastiek. 7.00 Gramofoonmuziek. 7.45 Ochtendgymnastiek. 8.00 BNO: Nieuwsberichten. 8.15 Gramofoonmuziek. 9.15 Voor de huisvrouw. 9.25 Gramofoonmuziek. 10.00 Ernstige muziek (opn.). 12.00 Zang met pianobegeleiding en gramo foonmuziek. 12.40 Almanak. 12.45 BNO: Nieuws- en economische berichten 1.00 Klaas van Beek en zijn orkest. 1.30 Gramofoonmuziek. 2.00 Voor het gezin. 2.20 Na gedane arbeid... Muziek en vroolijk- heid. 4.00 Bijbellezing (Voorbereid door de Christ. Radio Stichting). 4.20 Het Oost-Nederlandsch Strijkkwartet en gramofoonmuziek. 5.15 BNO: Nieuws-, economische en beurs berichten. 5.30 Orgelconcert. 6.00 Gramofoonmuziek. 6.15 Voor de binnenschippers. 6.30 Amusementsorkest. 7.00 Actqeel halfuurtje. 7.30 Gevarieerd Zaterdagavond-programma. 8.45 „Als Ik 't voor 't zeggen had," causerie. 9.00 Ernst van 't Hof met zijn 15 solisten. 9.30 Gramofoonmuziek. 9.45 BNO: Nieuwsberichten. 10.00—10.15 BNO: Engelsche uitzending- Dutch News Reel. Hilversum II. 301.5'm. 6.458.00 Zie Hilversum I. 8.00 BNO: Nieuwsberichten. 8.15 Concertgebouworkest (opn.). 8.45 Gramofoonmuziek. 9.25 Residentie-orkest, zangvereeniging „Ex celsior" en solisten (opn.). 10.00 Morgenwijding. 10.20 Cabaretprogramma (opn.). 11.00 Amusementsorkest, zangsoliste en het kleine Omroepmannenkoor (opn.). 12.0 Gramofoonmuziek. 12.15 Ensemble Bandi Balogh.t 12.45 BNO: Nieuws- en economische berichten 1.00 Gramofoonmuziek. 1.40 Voor de jeugd. 2.00 Utrechtsch Stedelijk orkest. 2.45 Voor de plattelandsjeugd. 3.00 Utrechtsch Stedelijk orkest.. 4.00 Omroerporkest en solist. 5.00 Cyclus „De Evangelisten en hun werk". 5.15 BNO: Nieuws-, economische- en beurs berichten. 5.30 Zang, harp en hobo. 6.15 Pro Musica en gramofoonmuziek. 6.45 Gramofoonmuziek. 7.00 Actueel halfuurtje. 7.30 Nieuws van de platenmarkt. 7.4 Reportage. 8.00 Zang en piano. 9.00 Causerie: „In het herfstig bosch". 9.15 Gramofoonmuziek. 6.45 BNO: Nieuwsberichten. 10.00 Dagsluiting (Voorbereid door de Christ. Radio Stichting). 10.05—10.20 Causerie „Brandende kwesties" (opn.). Ernstige muziek: Tusschen 15.00 en 16.00 uur Hilversum II zijn hedenmiddag Fransche werken te be luisteren, uitgevoerd door 't U.S.O. olv Wil lem van Otterloo, n.1. Gymnopiédies van Eric Satie, Nocturnes van Debussij en Im- pressions d'Italie van Gustave Charpentier. In de serie van strijkkwartetten van Beet hoven, die de Nederlandsche Omroep in de volgorde der opusnummers brengt, zijn wij genaderd aan het kwartet Opug 18 No. 5 in A. gr. terts, hetwelk wordt utigevoerd door het Oost Nederlandsche Strijkkwartet, Hilversum I, 16.20 uur). Een eigenaardige combinatie is die van zang, hobo en harp. Linie Schröder brengt tezamen met vader en dochter Stotijn een interessant programma ten gehoore. (Hil versum II, 17.30 uur. Te 20.00 Hilversum II geven Jo 'Vincent en Theo van der Pas een gecombineerde zang en pianovoordracht. Lichte Muze: In het kader van een gevarieerd program ma over Hilversum I, dat van 20.3021.45 wordt gegeven, worden eenige fragmenten van de Bandy Revue „Weest Welkom" uit gezonden, in welke revue Lou Bandy in mo noloog en schetsjes zijn sprankelende hu mor ten toon spreid. Voor de jeugd: Van 13.4014.00 uur Hilversum II vervolgt Ds. J. C. van Wijck, Directeur van het Bu reau voor Beroepskeuze, zijn voorlichtings cursus „Wat wil je later worden?" Van daag wordt een vrouwelijk beroep behan deld en wel „Maatschappelijk werkster en verpleegster". 325. De welverdiende beloning wordt uitbetaald. 1. „Hallo, hallo, Professor Knarr! Hier zijn we met de meteoorsteen!!" 2. „Dat hebben jullie 'm schit terend geleverd! Je hebt de beloning met ere verdiend, hoor jongens!!" EINDE. Feuilleton door Adriaan J. Huisman Op een afstand van eenige kilometers lijken alle kleine booten op elkaar, maar Olsen zou toch de „Ingebjorg" en zijn lading herkend hebben, als niet juist op het oogenblik, dat hij er zijn verrekijker op wilde richten, een schel letje hem meldde, dat zijn tegenwoordigheid in de keuken werd vereischt. Toen hij een tijdje later terugkwam, zag hy tot zijn schrik, dat de vuurtoren van Fretenor door een heftigen sneeuwstorm aan het oog was ontrokken. Zonder een oogenblik te aarzelen, stelde hij de groote mistklok in werking en het geluid drong als de stem van een vertrouwden vriend tot den ouden Niels en de beide meisjes door. Niels, die den toestand al weer geheel be- heerechte, gaf zijn voornemen te kennen om naar de dichtstbijzijnde fjord te varen. We kunnen nu niet naar den vuurtoren gaan, zei hij, we zouden bijna zeker tegen de rots te pletter slaan. We zullen morgen terug moeten komen. Een harde knal stuite zijn woordenstroom. Op den vuurtoren had men een signaal afge schoten. De „Ingebjorg" scheen in haar voe gen té trillen. Ström wilde juist omkeeren toen Dagmar. met een enkele beweging van het stuur de boot in de richting van de rots bracht. Een oogenblik aarzelde hij, bovendien was hij door den slag geschrokken. Mijnheer Olsen zal ons gezien hebben, zei hij, het is een waarschuwing voor ons niet verder te gaan. Nauwelijks waren de woorden over zijn lip pen gekomen, toen de stilte voor de tweede maal door een knal werd verbroken. Dat kan niet voor ons bedoeld zijn, zei Hildur, we waren pas half weg, toen het begon te sneeuwen. Ik heb heelemaal geen schip in de buurt van den toren gezien, jij Niels? vroeg Dagmar angstig. Vóór Ström den tijd had te antwoorden, klonk voor de derde maal het noodsignaal van den vuurtoren. Niels, we kunnen niet terug, ze zijn op den toren in nood, ze hebben hulp noodig, riep Dagmar opgewonden uit. We moeten nog een kwartiertje denzelfden kant op zeilen en dan roeien. De mistklok zal ons den weg wel wijzen. Ja Niels, er is Iets op de rots. Ik weet zeker, dat er geen enkel schip zoo dicht in de buurt was, dat ze een ongeluk op zee kunnen melden, voegde Hildur er bij. Ja, er zal wel niets anders op zitten! Het zal er om spannen, maar als het er op aan komt, heb ik net zoo lief u beiden aan boord als een paar manskerels. Op den toren waren drie wachters. Hét sig naal beteekende waarschijnlijk dat één van hen plotseling ziek was geworden. Wie zou het zijn? De beide meisjes verkeerden in doodsangst, dat Olsen het was. Axel Olsen was voor bei den een toegewijd vader. Hij had er steeds voor gezorgd, dat Hildur nooit voelde, dat zij van zijn goedheid afhing. Pas nog, toen ze er over had gesproken, dat zjj schilderles wilde gaan nemen om in de toekomst in haar eigen onderhoud te kunnen voorzien, had hij, of schoon hij lachte om haar motief, onmiddellijk zijn toestemming voor deze studie gegeven. Met jouw aardige snuitje en lieve ma niertjes, Hildur, had hij gezégd, zal ik toch al moeite genoeg hebben je in het nest te houden. Ik zal mij dus maar geen zorgen ma ken, hóe je het verlaat. Maar begin vooral niet met kleuren, eerst teekenen! En waar Dagmar en ik zullen leven, kun jij ook zijn, als je ons niet heelemaal in den steek wilt laten. Het was dan ook niet te verwonderen, dat de beide meisjes ervan overtuigd waren, dat er op deze wereld geen tweede man gelijk hun „vader" was Het huis, dat zij bewoonden, was een middelpunt van geluk en er was maar één schaduw: dat Olsen twee van de drie maanden niet thuis was voor zijn uitvinding, waaraan hij zich geheel had gewijd. De gehoorzame „Ingebjorg" baande zich rustig een weg door de woelige golven. Elke minuut bracht hen dichter bij den toren en deed hen de mistklok duidelijker hooren. Ström lag op de voorplecht van de boot. Met zyn blikken trachtte hij den sneeuwstorm te doorboren en zijn ooren hoorden slechts het gelui van de klok. Met enkele handbewegingen duidde hij Dagmar aan, hoe zjj moest manoeu vreeren. Hilder, die zich gereed hield om zoodra dit noodig mocht zijn het zeil te strijken, wierp angstige blikken op haar horloge. Eindelijk riep zij: Twintig minuten, Niels! In orde, juffrouw, maar we kunnen nog wel even doorgaan, we zyn dadelijk bij den toren. Het zal direct wel wat opklaren. De visscher had gelijk. De sneeuw was niet zoo dicht meer en het was nu mogelijk een honderd meter vooruit te kijken. Aan stuurboord hoorden zij een dof gegrom. De vloed speelde over den voet van de rots. Uit de duisternis rees een spookachtige reus op. De boot schoot langs de boei, waar aan de stoomboot eens in de maand aanlegde en even later klonk het uit Ström's mond: „Strijken". Op hetzelfde oogenblik zakte het zeil. Dag mar deed de boot een grooten boog beschrijven eri Niels greep de riemen om te zorgen, dat zij niet op de rots te pletter werd geslagen. Hildur hield haar oogen strak op den omloop van den toren gericht. Toren, ahoi, riep zij en aan haar stem kon men hooren, hoe de opwinding haar had aangegrepen Op den toren bewoog zich niets. De deur, die naar den omloop leidde, bleef gesloten. Ook Dagmar riep nu en hun stemmen waren ver hoorbaar in de onheilspellende stilte. Een raam halverwege in den toren werd geopend en een hoofd en een paar schouders kwamen naar buiten. Het was Axel Olsen. Gelukkig, zuchtte Dagmar. Hildur moest zich op de lippen byten om haar tranen te bedwingen, zoozeer hadden de emoties van de laatste oogenblikken haar aan gegrepen. Ik kom beneden, riep hy. Jullie komen, alsof de hemel je heeft gestuurd. Even later werd de deur boven aan de pri mitieve trap geopend en Axel Olsen verscheen in de opening. Hjj had geen tijd voor een har telijke begroeting of om zijn verbazing over hun onverwachte komst te uiten. Wanneer kan de sleepboot hier ziin' vroeg Olsen aan Nfels. De mededeelingen van den schipper over de gesteldheid van wind en water waren niet ere- hoopvol. 6 Dan moeten de meisjes hier komen en mij helpen. Lie heeft in de keuken zijn arm en handen verbrand en toen Pon tin naar de voorraadkamer ging om olie en verbandmate riaal te halen is hij op de trap uitgegleden en heeft zijn been gebroken. We moeten ze naar land brengen. Kun jij ze meenemen, Niels Zeker, meneer. Nu, Dagmar, jij eerst! Pas op en sta rustig in de mand. Jullie boot kan niet dichterbij komen. Olsen bracht de hijschinrichting in orde en het de mand zakken om er zijn dochter in op te hyschen Onderwijl fluisterde Dagmar tegen Hildur, die van opwinding haast niet wist wat ze deed: Laten wij allebei de helft van de pakjes nemen. 7~ i5t z°u ze hijna vergeten hebben, was het antwoord, en dadelijk begon Hildur hun goede gaven te voorschijn te halen. Zonder een spier van haar gezicht te ver trekken, stapte Dagmar in de stevige mand f"a ,af Hlldur er nog het een en ander had ingepakt nep ze Olsen toe, dat hij „halen" a™' ér6..j vam. goed en wel boven, even later r' die al evenmin angst toonde, per zelfde reisgelegenheid gevolgd. Drommels, zei Niels, toen de beide {Pel®les ',n den toren waren verdwenen, en hy Krabde zich eens achter zyn oor, die dame tjes z(jn ook niet bang uitgevallen. Nog steeds luidde de mistklok, ofschoon het weer alweer was opgeklaard en men Frettenör ai weer kon onderscheiden. De hemel werd wat lichter en Niels had alle hoop, dat hij veilig in de haven zou kunnen terugkeeren. Op het oogenblik had hij alle aandacht noodig om te zorgen, dat zyn boot niet tegen de rots te pletter liep. (Wordt vervolgd..)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1941 | | pagina 6