De kracht der golven
N1PPER EN PELLE
"AKKERTJES
De \Juud&ce*iwacUtec
Enorme brug
te Rijswijk
Razende Kiespijn?
Radioprogramma
Een druk van 10.000 K«G.
per vierkante meter!
Merkwaardige vondst
te Amersfoort
Interessante grepen
En hoe geraffineerd de Oceaan
te werk gaat.
Wanneer metershooge golven op
de pieren aan onze kust bij stormig
weer te pletter slaan, zijn wij ge
neigd te praten over de kracht der
gWven. In werkelijkheid komen wij
bij bestudeering van de wezenlijke
kracht van het water nog tot heel
andere uitkomsten!
(N.P.B.) Indien wij nog niet overtuigd
waren van de afwisseling van ons klimaat,
dan zou het weer in Augustus ons daar
aan thans wel herinneren. Eigenlijk is het
zoo, dat wij af en toe, maar vrij regelma
tig in plenzende regenbuien leven, bij tij
den het meest storm- en winterachtige
buiig weer ontmoeten en bij wijze van uit
zondering af en toe de zon eens zien! Dui
zenden landgenooten brengen in deze dagen
een korten tijd aan het strand, althans in
een badplaats door en zij zijn het in de eer
ste plaats, die af en toe de gelegenheid krij
gen een noodweer op zee gade te slaan en
onder den indruk te komen van het geweld
der golven. In trouwe, menigeen, die zich
tijdens een storm aan de kust bevindt, zal
zich in zijn argeloosheid wel eens afvragen,
wat er nu wel gebeuren zou. indien een dier
majestueuze golven die hij ziet. eens tegen
den muur van een huis zou slaan. Men
kijgt, waarschijnlijk niet ten onrechte, den
indruk, dat zulke door den wind in bewe
ging gebrachte watermassa's geheele villa's
als lucifersdoosjes zouden wegspoelen en
telegraafpalen zouden doen stukknappen als
of het stroohalmpjes waren.
Inderdaad is het zoo. dat de kolossale
energie, die door wind en water ontwikkeld
wordt, niet slechts een gevaar beteekent
voor de schepen, maar ook voor het land.
Zij heeft tot gevolg dat geheele werelddee-
len verdwijnen of een anderen vorm aanne
men. Rotsachtige kusten brokkelen af, zee
weringen, met groote moeite en taaien wil
door menschenhanden opgericht, verzinken.
Wanneer een groote golf door den zee
oever in haar loop gestuit wordt, dan botst
ze tegen het land met een kracht, die gelijk
is aan haar massa, vermenigvuldigd met
het kwadraat van haar snelheid. Ziedaar
de simpele en juiste natuurkundige formu
le. Die snelheid bedraagt gemiddeld vijf en
twintig zeemijlen, d.i. meer dan zes en
veertig kilometer per uur. Een golf van
tien meter hoogte heeft een zwaarte van
verscheidene duizenden tonnen. Wanneer
ze bijzonder lang is, bedraagt de massa zelfs
meer dan een millioen ton! Men heeft kun
nen berekenen, dat de capaciteit van deze
watervloeden ongeveer 12.000 paardekracht
groot is
Het is dus op zichzelf beschouwd niets
bijzonders, dat het meerendeel onzer kusten,
als gevolg van de eeuwenlange inwerking
der golven in een min of meer ontredder
den staat verkeert. De kust van Etretat zit
vol boogvormige uitholingen en hier en
daar staan torentjes, die den schijn wekken,
dat ze door menschen gebouwd werden.
Dat is overigens niet het geval. Dat alles
Is het werk van de zee. Het harde graniet,
dat Bretagne van den oceaan scheidt, draagt
de sporen van een ononderbroken strijd met
het immer schurende water.
De aanval.
In deze oorlogsdagen weten wij hoe de
Engelsche Jkust en haar havenstallaties
door Duitsche bommen regelmatig worden
aangevallen en vernield., maar ook in vre
destijd wordt de kust van Engeland gedeel
telijk vernield door „tegenslag", die ze in
d,en loop der eeuwen ondervonden heeft. De
oceaan immers gaat bijkans geraffineerd te
werk. Hij begint met gaten in de kust te
slaan. De stukken losgewoelde steen wor
den rondgeslopen en veranderd in de be
kende strandkeien. Deze worden door den
vloed naar de kust gedreven en versterken
haar aldus weer. Dan stort evenwel de „bo
venbouw" naar omlaag. Wanneer nu boven
dien de regen een verticale groef veroor
zaakt. is de vernietiging volkomeu. De „bo
venbouw" stort in zee. Deze brokken steen
worden op hun beurt door de golven als
projectielen gebruikt en helpen dus mee het
vernielingswerk voort te zetten. Men heeft
kunnen vaststellen, dat de kust in de buurt
van Le Havre jaarlijks 25 c.M. aan de zee
verliest.
De Shakespeare Cliff bij Dover wordt
steeds minder omvangrijk. In den tijd van
achttien eeuwen is er twee kilometer af
gegaan, dat is ongeveer 1.10 Meter per jaar.
De nasporingen der geologen hebben aan
getoond, dat de golven telkenjare in totaal
ongeveer een kubiieken kilometer steen van
het land afschuren en naar den bodem der
zee doen verdwijnen.
Stephenson, een bekend ingenieur en on
derzoeker, heeft de mechanische kracht
van het zilte nat direct berekend door na
te gaan, welke druk er op verschillende
kustwanden uitgeoefend wordt. Hij is geko
men tot een gemiddelde van 10.000 Kg. per
vierkante meter in den winter en 3000 Kg.
per vierkante meter des zomers. De maxi-
mumdruk in den zomer bedroeg 30 ton
per vierkante meter, gedurende een ontzet-
tenden Westerstorm. Eigenlijk is „druk"
hier niet het juiste woord, want de kracht
wisselt voortdurend en het resultaat is een
serie hevige schokken, die om de 15 secon
den plaatsvinden. De vernielende werking
neemt hierdoor toe, want juist door de
voortdurende onderbreking en de af- en
aanrollende beweging der watermassa's wor
den de golven hooger en» wordt de kracht
verdubbeld, verdrievoudigd. Hetgeen in
1894 gebeurde, wekt geen verwondering
meer, wanneer men weet wét het woeden
der golven vermag: in dat jaar werd de
dijk van Cherbourg midden door gesneden,
alsof een reus er met een geweldige bijl
naar gehakt had.
Blokken graniet, die duizenden tonnen
wegen, werden meer dan tien meter weg
geworpen, als waren het strandsteentjes.
Op die wijze zijn dte eigenaardige rotsheu-
els ontstaan, die op de Bretonsche kust,
vooral in de omgeving van Ploumanach
zooveel voorkomen.
Wanneer men nu weet. welke energieën
er bij "het razen van den sto*m en zelfs bij
kalm weer verspild worden, dan vraagt
men zich licht af of de arbeidskracht, die
terugvordert, wat de mensch heeft ver
overd, niet aan dienzelfden mensch dienst
baar kan worden gemaakt. Dat er in vre
destijd opnieuw pogingen zullen worden
gedaan, om op dat gebied iets te bereiken,
is wel zeker.
VERKEERSVERBETERING HAAR
LEM—DEN HAAG—ROTTERDAM.
(Van onzen Haagschen correspondent).
Eenigcn tijd geleden hebben wij al eens
aandacht gevraagd voor den bouw van de
nieuwe Hoornbrug over de Vliet te Rijs
wijk. deze enorme verbetering voor het
doorgaande verkeer' Haarlem—Den Haag-
Rotterdam, dat zich ajrenlang over het
nauwe draaiibruggetje heeft moeten wrin
gen om den nieuwen vierbaansweg langs
IJpenburg en beoosten Delft recht op
Overschie aan, te bereiken.
Wanneer niu verder de werkzaamheden
normaal kunnen verloopen, zal deze hooge
en breede brug in het vroege voorjaar
van 1942 in gebruik genomen kunnen
worden.
De intercommunale electrisehe tram Den
HaagDelft komt diubbelsporig in het
midden, met aan beide zijden een ver
keersbaan van zes meter breedte. Voor
wielrijders en voetgangers komen er aan
beide zijden uitgebouwde paden. Aldus
wordt de totale breedte van brug en op
ritten 27 meter. In deze flauw hellende
opritten komen viaducten voor het locale
verkeer, zooals naar het Jaagpad, den
Kleijweg en naar Voorburg. Onnoodig te
zeggen eigenlijk, dat de eigenlijke oever
verbinding een enorm stalen gevaarte is.
De overspanning tusschen de beide beton
nen landhoofden geschiedt, behalve door
een vast gedeelte, door twee naast elkaar
geplaatste bascu lek lappen, waarvan de
hoofdliggers reeds op de pijlers geplaatst
zijn. Duidelijk ziet men al de zeer zware
constructie: elke balk heeft een gewicht
van niet minder dan 17.000 Kg. In ^het
bruggehoofd aan den Delftschen oever
bevinden zich. in een kelder van respec
tabele afmetingen „een huis kan er in
ronddansen" heet dat de draaipunten
der bruggen met de enorme contragewich
ten. In gesloten toestand rusten de beide
bruggen met die andere zijde op den zoo-
genaamden kanaalpijler, midden in de Vliet
waardoor er twee doorvaortopeningen van
10.5? meter elk zijn. Deze pijler vormt te
vens de aansluiting van den beweeglijke
brugdeelen met het viaduct aan de. Rijs-
wijksche zijde, waarvan dus het laatste ge
deelte Ongeveer 10.5 meter boven water
ligt. Terzijde op den pijler komt weder het
bedieningshuisje van waar uit de twee
brugkleppen bewogen zullen worden.
Dat de bruggewachter en zijn personeel
aan de Rotte rdamsche zijde van dien Vliet
komen te wonen, tenminste wanneer de
Rijkswaterstaat zijn zin krijgt, is iets wat
vele Rijswijikenaren niet begrijpen. Anders
dan de hoofdingenieur-directeur was de
gemeenteraad onlangs dian ook van oor
deel. dat het bedienend personeel allereerst
zoo dicht mogelijk bij de bewegingsinstal
latie behoort te zijn en niet het dichtst bij
de kelder met de basculas. Over deze aan
gelegenheid is men het, zoo ver wij weten,
nog niet eens geworden, waarbij komt,
dat er hierbij ook nog natuurschoon in het
geding is gekomen.
Maar hoe dit zij, het verkeer, al is het
dan nu ook niet zóó druk, zal verheugd
zijn. wanneer men over de nieuwe brug zal
kunnen riiden. Dan zal het ongeveer 3 jaar
geleden zijn, dat de oud'e brug werd opge
blazen; dit geschiedde n.1. nadat een hulp
brug was geslagen, op 24 Mei 1939 en sedert
dien heeft het werk slechts enkele maan
den. in den voorzomer van 1940. door de
oorlogsomstandigheden, stil gelegen.
Rasten van een brug die 800 jaar
geleden gebouwd moet zijn.
Bij het graven onder de fundeerin
gen van de Luthersche kerk aan
de I.angestraat te Amersfoort, welke
kerk omstreeks 1200 is gebouwd, is
men gestuit op een kroot® ,p? u
houten palen, die destijds deel heb
ben uitgemaakt van eep z.g. knup-
pelbrug. Vermoed wordt, dat deze
brug ongeveer 800 iaar geleden ter
plaatse heeft gelegen. Men heeft het
hout verzameld en naar het gemeen
tehuis overgebracht. Het ligt in de
bedoeling dit hout in het museum
op te bergen.
BABY IN HET KUSSEN GESTIKT.
Gisteravond is het vier maanden oude
kindje van den gemeente-architect A. K. te
Hardenberg. toen het in zijn wiegje lag, in
het kussen gestikt.
Doe dan twéé dingen Neem
'n "AKKERTJE" om rustig/ zon
der pijn le kunnen slapen en
ga morgen naar Uw tandarts.
helpen direct l
TIENJARIGE JONGEN OP DE FIETS
DOOR EEN VRACHTAUTO MEEGE
SLEEPT.
Gisterochtend omstreeks 8 uur reeds een
vrachtauto van de gebr. van der Meer uit
Den Haag in de Stationsstraat te Amersfoort
in de richting van de stad. In de zeer scher
pe bocht van deze straat moest de groote
trailer voor een van de tegenovergestelde
richting komende ziekenauto uitwijken,
waardoor hij een 10-jarig jongetje, dat op
een fiets zat, aanreed. Het knaapje werd
meegesleurd Toer de auto tot stilstand kwam
bleek dat het slachtoffer levensgevaarlijke
verwondingen had opgeloopen. De fiets werd
totaal verwrongen onder het voorstel van
de auto weggehaald. Het knaapje is per
ziekenauto naar het ziekenhuis overgebracht
Men vreest voor zijn leven.
ZATERDAG 80 AUGUSTUS 1941.
Hilversum I. 415.5 m.
6.45 Gramofoonmuziek.
6.50 Ochtendgymnastiek.
7.00 Gramofoonmuziek.
7.45 Ochtendgymnastiek.
8.00 BNO: Nieuwsberichten.
8.15 Gramofoonmuziek.
9.15 Voor de huisvrouw.
9.25 Gramofoonmuziek.
10.00 Ernstige muziek (opn.).
12.00 Zang met pianobegeleiding en gramo
foonmuziek.
12.40 Almanak.
12.45 BNO: Nieuws- en economische berichten
1.00 Klaas van Beek en zijn orkest.
1.30 Gramofoonmuziek.
2.00 Voor het gezin.
2.20 Na gedane arbeid... Muziek en vroolijk-
heid.
4.00 Bijbellezing (Voorbereid door de Christ.
Radio Stichting).
4.20 Het Oost-Nederlandsch Strijkkwartet en
gramofoonmuziek.
5.15 BNO: Nieuws-, economische en beurs
berichten.
5.30 Orgelconcert.
6.00 Gramofoonmuziek.
6.15 Voor de binnenschippers.
6.30 Amusementsorkest.
7.00 Actqeel halfuurtje.
7.30 Gevarieerd Zaterdagavond-programma.
8.45 „Als Ik 't voor 't zeggen had," causerie.
9.00 Ernst van 't Hof met zijn 15 solisten.
9.30 Gramofoonmuziek.
9.45 BNO: Nieuwsberichten.
10.00—10.15 BNO: Engelsche uitzending-
Dutch News Reel.
Hilversum II. 301.5'm.
6.458.00 Zie Hilversum I.
8.00 BNO: Nieuwsberichten.
8.15 Concertgebouworkest (opn.).
8.45 Gramofoonmuziek.
9.25 Residentie-orkest, zangvereeniging „Ex
celsior" en solisten (opn.).
10.00 Morgenwijding.
10.20 Cabaretprogramma (opn.).
11.00 Amusementsorkest, zangsoliste en het
kleine Omroepmannenkoor (opn.).
12.0 Gramofoonmuziek.
12.15 Ensemble Bandi Balogh.t
12.45 BNO: Nieuws- en economische berichten
1.00 Gramofoonmuziek.
1.40 Voor de jeugd.
2.00 Utrechtsch Stedelijk orkest.
2.45 Voor de plattelandsjeugd.
3.00 Utrechtsch Stedelijk orkest..
4.00 Omroerporkest en solist.
5.00 Cyclus „De Evangelisten en hun werk".
5.15 BNO: Nieuws-, economische- en beurs
berichten.
5.30 Zang, harp en hobo.
6.15 Pro Musica en gramofoonmuziek.
6.45 Gramofoonmuziek.
7.00 Actueel halfuurtje.
7.30 Nieuws van de platenmarkt.
7.4 Reportage.
8.00 Zang en piano.
9.00 Causerie: „In het herfstig bosch".
9.15 Gramofoonmuziek.
6.45 BNO: Nieuwsberichten.
10.00 Dagsluiting (Voorbereid door de Christ.
Radio Stichting).
10.05—10.20 Causerie „Brandende kwesties"
(opn.).
Ernstige muziek:
Tusschen 15.00 en 16.00 uur Hilversum II
zijn hedenmiddag Fransche werken te be
luisteren, uitgevoerd door 't U.S.O. olv Wil
lem van Otterloo, n.1. Gymnopiédies van
Eric Satie, Nocturnes van Debussij en Im-
pressions d'Italie van Gustave Charpentier.
In de serie van strijkkwartetten van Beet
hoven, die de Nederlandsche Omroep in de
volgorde der opusnummers brengt, zijn wij
genaderd aan het kwartet Opug 18 No. 5
in A. gr. terts, hetwelk wordt utigevoerd
door het Oost Nederlandsche Strijkkwartet,
Hilversum I, 16.20 uur).
Een eigenaardige combinatie is die van
zang, hobo en harp. Linie Schröder brengt
tezamen met vader en dochter Stotijn een
interessant programma ten gehoore. (Hil
versum II, 17.30 uur.
Te 20.00 Hilversum II geven Jo 'Vincent en
Theo van der Pas een gecombineerde zang
en pianovoordracht.
Lichte Muze:
In het kader van een gevarieerd program
ma over Hilversum I, dat van 20.3021.45
wordt gegeven, worden eenige fragmenten
van de Bandy Revue „Weest Welkom" uit
gezonden, in welke revue Lou Bandy in mo
noloog en schetsjes zijn sprankelende hu
mor ten toon spreid.
Voor de jeugd:
Van 13.4014.00 uur Hilversum II vervolgt
Ds. J. C. van Wijck, Directeur van het Bu
reau voor Beroepskeuze, zijn voorlichtings
cursus „Wat wil je later worden?" Van
daag wordt een vrouwelijk beroep behan
deld en wel „Maatschappelijk werkster en
verpleegster".
325. De welverdiende
beloning wordt uitbetaald.
1. „Hallo, hallo, Professor
Knarr! Hier zijn we met de
meteoorsteen!!"
2. „Dat hebben jullie 'm schit
terend geleverd! Je hebt de
beloning met ere verdiend,
hoor jongens!!"
EINDE.
Feuilleton
door Adriaan J. Huisman
Op een afstand van eenige kilometers lijken
alle kleine booten op elkaar, maar Olsen zou
toch de „Ingebjorg" en zijn lading herkend
hebben, als niet juist op het oogenblik, dat hij
er zijn verrekijker op wilde richten, een schel
letje hem meldde, dat zijn tegenwoordigheid
in de keuken werd vereischt. Toen hij een tijdje
later terugkwam, zag hy tot zijn schrik, dat
de vuurtoren van Fretenor door een heftigen
sneeuwstorm aan het oog was ontrokken.
Zonder een oogenblik te aarzelen, stelde hij
de groote mistklok in werking en het geluid
drong als de stem van een vertrouwden vriend
tot den ouden Niels en de beide meisjes door.
Niels, die den toestand al weer geheel be-
heerechte, gaf zijn voornemen te kennen om
naar de dichtstbijzijnde fjord te varen.
We kunnen nu niet naar den vuurtoren
gaan, zei hij, we zouden bijna zeker tegen
de rots te pletter slaan. We zullen morgen
terug moeten komen.
Een harde knal stuite zijn woordenstroom.
Op den vuurtoren had men een signaal afge
schoten. De „Ingebjorg" scheen in haar voe
gen té trillen. Ström wilde juist omkeeren
toen Dagmar. met een enkele beweging van
het stuur de boot in de richting van de rots
bracht. Een oogenblik aarzelde hij, bovendien
was hij door den slag geschrokken.
Mijnheer Olsen zal ons gezien hebben,
zei hij, het is een waarschuwing voor ons
niet verder te gaan.
Nauwelijks waren de woorden over zijn lip
pen gekomen, toen de stilte voor de tweede
maal door een knal werd verbroken.
Dat kan niet voor ons bedoeld zijn, zei
Hildur, we waren pas half weg, toen het
begon te sneeuwen.
Ik heb heelemaal geen schip in de
buurt van den toren gezien, jij Niels? vroeg
Dagmar angstig.
Vóór Ström den tijd had te antwoorden,
klonk voor de derde maal het noodsignaal van
den vuurtoren.
Niels, we kunnen niet terug, ze zijn op
den toren in nood, ze hebben hulp noodig, riep
Dagmar opgewonden uit. We moeten nog
een kwartiertje denzelfden kant op zeilen en
dan roeien. De mistklok zal ons den weg wel
wijzen.
Ja Niels, er is Iets op de rots. Ik weet
zeker, dat er geen enkel schip zoo dicht in de
buurt was, dat ze een ongeluk op zee kunnen
melden, voegde Hildur er bij.
Ja, er zal wel niets anders op zitten! Het
zal er om spannen, maar als het er op aan
komt, heb ik net zoo lief u beiden aan boord
als een paar manskerels.
Op den toren waren drie wachters. Hét sig
naal beteekende waarschijnlijk dat één van
hen plotseling ziek was geworden. Wie zou
het zijn?
De beide meisjes verkeerden in doodsangst,
dat Olsen het was. Axel Olsen was voor bei
den een toegewijd vader. Hij had er steeds
voor gezorgd, dat Hildur nooit voelde, dat zij
van zijn goedheid afhing. Pas nog, toen ze er
over had gesproken, dat zjj schilderles wilde
gaan nemen om in de toekomst in haar eigen
onderhoud te kunnen voorzien, had hij, of
schoon hij lachte om haar motief, onmiddellijk
zijn toestemming voor deze studie gegeven.
Met jouw aardige snuitje en lieve ma
niertjes, Hildur, had hij gezégd, zal ik toch
al moeite genoeg hebben je in het nest te
houden. Ik zal mij dus maar geen zorgen ma
ken, hóe je het verlaat. Maar begin vooral niet
met kleuren, eerst teekenen! En waar Dagmar
en ik zullen leven, kun jij ook zijn, als je ons
niet heelemaal in den steek wilt laten.
Het was dan ook niet te verwonderen, dat
de beide meisjes ervan overtuigd waren, dat
er op deze wereld geen tweede man gelijk hun
„vader" was Het huis, dat zij bewoonden,
was een middelpunt van geluk en er was maar
één schaduw: dat Olsen twee van de drie
maanden niet thuis was voor zijn uitvinding,
waaraan hij zich geheel had gewijd.
De gehoorzame „Ingebjorg" baande zich
rustig een weg door de woelige golven. Elke
minuut bracht hen dichter bij den toren en
deed hen de mistklok duidelijker hooren.
Ström lag op de voorplecht van de boot. Met
zyn blikken trachtte hij den sneeuwstorm te
doorboren en zijn ooren hoorden slechts het
gelui van de klok. Met enkele handbewegingen
duidde hij Dagmar aan, hoe zjj moest manoeu
vreeren.
Hilder, die zich gereed hield om zoodra dit
noodig mocht zijn het zeil te strijken, wierp
angstige blikken op haar horloge.
Eindelijk riep zij:
Twintig minuten, Niels!
In orde, juffrouw, maar we kunnen nog
wel even doorgaan, we zyn dadelijk bij den
toren. Het zal direct wel wat opklaren.
De visscher had gelijk. De sneeuw was niet
zoo dicht meer en het was nu mogelijk
een honderd meter vooruit te kijken. Aan
stuurboord hoorden zij een dof gegrom. De
vloed speelde over den voet van de rots.
Uit de duisternis rees een spookachtige
reus op. De boot schoot langs de boei, waar
aan de stoomboot eens in de maand aanlegde
en even later klonk het uit Ström's mond:
„Strijken".
Op hetzelfde oogenblik zakte het zeil. Dag
mar deed de boot een grooten boog beschrijven
eri Niels greep de riemen om te zorgen, dat
zij niet op de rots te pletter werd geslagen.
Hildur hield haar oogen strak op den omloop
van den toren gericht.
Toren, ahoi, riep zij en aan haar stem
kon men hooren, hoe de opwinding haar had
aangegrepen
Op den toren bewoog zich niets. De deur,
die naar den omloop leidde, bleef gesloten.
Ook Dagmar riep nu en hun stemmen waren
ver hoorbaar in de onheilspellende stilte. Een
raam halverwege in den toren werd geopend
en een hoofd en een paar schouders kwamen
naar buiten.
Het was Axel Olsen.
Gelukkig, zuchtte Dagmar.
Hildur moest zich op de lippen byten om
haar tranen te bedwingen, zoozeer hadden de
emoties van de laatste oogenblikken haar aan
gegrepen.
Ik kom beneden, riep hy. Jullie komen,
alsof de hemel je heeft gestuurd.
Even later werd de deur boven aan de pri
mitieve trap geopend en Axel Olsen verscheen
in de opening. Hjj had geen tijd voor een har
telijke begroeting of om zijn verbazing over
hun onverwachte komst te uiten.
Wanneer kan de sleepboot hier ziin'
vroeg Olsen aan Nfels.
De mededeelingen van den schipper over de
gesteldheid van wind en water waren niet ere-
hoopvol. 6
Dan moeten de meisjes hier komen en
mij helpen. Lie heeft in de keuken zijn arm
en handen verbrand en toen Pon tin naar de
voorraadkamer ging om olie en verbandmate
riaal te halen is hij op de trap uitgegleden en
heeft zijn been gebroken. We moeten ze naar
land brengen. Kun jij ze meenemen, Niels
Zeker, meneer.
Nu, Dagmar, jij eerst! Pas op en sta rustig
in de mand. Jullie boot kan niet dichterbij
komen.
Olsen bracht de hijschinrichting in orde en
het de mand zakken om er zijn dochter in op
te hyschen
Onderwijl fluisterde Dagmar tegen Hildur,
die van opwinding haast niet wist wat ze deed:
Laten wij allebei de helft van de pakjes
nemen.
7~ i5t z°u ze hijna vergeten hebben, was
het antwoord, en dadelijk begon Hildur hun
goede gaven te voorschijn te halen.
Zonder een spier van haar gezicht te ver
trekken, stapte Dagmar in de stevige mand
f"a ,af Hlldur er nog het een en ander had
ingepakt nep ze Olsen toe, dat hij „halen"
a™' ér6..j vam. goed en wel boven, even later
r' die al evenmin angst toonde, per
zelfde reisgelegenheid gevolgd.
Drommels, zei Niels, toen de beide
{Pel®les ',n den toren waren verdwenen, en hy
Krabde zich eens achter zyn oor, die dame
tjes z(jn ook niet bang uitgevallen.
Nog steeds luidde de mistklok, ofschoon het
weer alweer was opgeklaard en men Frettenör
ai weer kon onderscheiden. De hemel werd
wat lichter en Niels had alle hoop, dat hij
veilig in de haven zou kunnen terugkeeren.
Op het oogenblik had hij alle aandacht
noodig om te zorgen, dat zyn boot niet tegen
de rots te pletter liep.
(Wordt vervolgd..)