Te leuk om te verzwijgen V B-eAte jcuujztii en melijei RUZIE Nieuw raadsel Oplossing raadsel vorige week: Goede oplossing ontvangen van KindeAiMiend maar...... het geval mag geen navolging krijgen Door Hannie Franken Floris en Miola 6* SI Even heb ik m'n ogen uit moeten wrijven. Ik had niet gedacht, dat er de eerste Donder dagmiddag al zoveel vriendjes en vriendin netjes op bezoek zouden komen. M'n tafel is bijna te klein om ze allemaal een zitplaats te geven. Ik heb ze dan ook maar allemaal boven op elkaar gelegd. Jullie vechten niet en praten niet, dat is dus gemakkelijk. Als jullie wekelijks bij mij op bezoek komt, zijn jullie een stel kinderen, waaraan je alleen maar plezier beleeft, waarvan- je geen centje last hebt. Ik wil graag met jullie allemaal even een babbeltje maken, even de kennismaking hernieuwen. Ik ben benieuwd hoe jullie het allemaal hebben gehad met je vacantie, of je nog uit geweest bent, of je niet helemaal „doorregend" bent, enz. Maar eerst natuurlijk gayw vertellen, wie, nu ja, wie de taart ge wonnen heeft, want het is weer voor het eerst, dat er iets uit te delen valt en dus is het een taart. Nu, die geluksvogel is: BETSY FRINKS, Sternstraat 28. Den Helder Corrie Bekebreeke. Jij bent nummer een, Corrie. Je hebt dezelfde vacantietocht ge maakt als wij; naar Artis, maar ik lees, dat jij beter \teer getroffen hebt." Allemensen, -wat regende het bij ons, we konden van de apenkooi naar de vogelkooi en van de vogel kooi naar de slangen rennen en van de slan gen naar het aquarium. En het regende maar, het regende dat het goot, en... we hebben toch nog plezier gehad. Hoe bestaat het? Wim Nieuwenhuizen. Kom, Wim, jij bent een beetje al te somber gestemd over de vacantie. Het was niet plezierig, dat is waar, maar je hebt toch wel een dag naar strand kunnen gaan en je hebt toch ook wel wande lingen naar de D. Duinen kunnen maken of kunnen spelen met je vriendjes? Wel jammer, dat je niet naar Groningen kon, dat was wel een fijn vacantie-uitstapje geweest. Piet en Freek Bruul. Dat klinkt opge wekter, die brief van jullie, jongens. Jullie hebt dus wel een fijne vacantie gehad. Nu, dat was je gegund. En nu maar weer met plezier aan het werk. Loek en Leon v. d. Wal, Den Haag. Gelukkig, dat het met Leon weer goed gaat. Nu, onze Jaap heeft ook zo'n rare buiteling gemaakt. Die zat in de slaapkamer in de vensterbank en hield zich vast aan een stang die losschoot en toen tuimelde hij zo van dak op straat. Het liep gelukkig wonder goed af en Fransje kreeg eèn steen op z'n hoofd, zo dat het bloed eruit spoot, maar die loopt nu ook alweer rond te dansen. Het is fijn als het zo goed afloopt. Jullie denken altijd maar aan je vader. Dat kan ik begrijpen en, ik hoop ook zo, dat je hem heel gauw ziet, in levende lijve en dat hij jullie weer op z'n schouders naar boven kan dragen. Dat zal eerst een feest zijn! O ja, Leon mag natuurlijk apart meedoen, maar dan ook apart inzenden, ik bedoel niet in een andere envelop, maar zelf geschreven raad sels en zo mogelijk een eigen briefje. Zou dat gaan Annie Koorn. Jij hebt een fijne vacantie gehad, Annie, vooral die week in Alkmaar was reuze. Wat jammer, dat in de Polder die appelen en peren nog niet rijp waren, hé Eigenlijk moest Augustus de fruitmaand zijn en dan zou je ergens in een boomgaard moe ten logeren. Wat zou je je tegoed doen. Vind je Alkmaar een gezellige stad? Jannie Kraak, Breezand. Jij bent dus verhuisd van de kippenboet naar de bollen schuur, Jannie en je verlangt nu in die bol lenschuur naar je eigen huis. Dat begrijp ik. Je woont ook wel erg ver van school af, iedere dag een uur lopen. Dat is geen kleinigheid... 't is gezond en ik 'denk, dat je bleke stads- wangen er uit zien als bellefleurs. Vergis ik me? Dientje, Toriia en Martha Brlars. Dus Tonia is een „grote schoolkind" geworden, Martha? Jij zal het, denk ik, wel fijn vinden, dat je zusje nu ook meegaat naar school. Dientje is nog op de „Kippenschool". Onze Frans is er ook met September heengegaan. Hij vindt het fijn en is er iedere dag nog vol van. Hij heeft al een prachtige stoomboot van papier gemaakt en natuurlijk heeft hij nu een „echt vriendje". H. G. v. Lientje Winkel. Ja, dat is voor jullie een beetje een teleurstelling geweest, dat precies op de dag, dat de schoolbel klin gelde, de zon zo stralend scheen, dat je met loden schoenen over de schooldrempel naar binnenstapte. Een ondeugende streek van die zon om je op die eerste schooldag zo uit te lachen. Maar het is nu toch ook weer af gelopen met het zonnefeest. Jan de Wind en Piet Regenbui vieren weer hoogtij. Betsy Frinks. Fijn, dat je overgegaan bent, Betsy en dat je nu in de tweede zit, nog wel bij een meester. Je bent zeker erg mal op je neefje. Vind je het niet lollig, als zo'n poedelnaakt jochie in zijn badkuip ligt te springen van plezier? Iedere dag is zo'n bad weer een feest en kraaien bij ons thuis die peuters van plezier. Maar ^ls ze grooter worden en het water kouder, dan is het genoegen er af. Susanne de Boer, Tange Alteveer (Gr.) Jij zit ver weg, Suus. Ik zou daar best eens willen kijken. Ik ben alle provincies van ons land wel eens door geweest en in verschillen de heb ik m'n vacantie doorgebracht, maar over de Groninger grens ben ik nog nooit ge weest. Ik wil er beslist nog eens heen. Je zal er wel genieten en toch, ik lees uit je briefje, dat je weer graag naar huis wilt. Hoe lang nog? Betsie Sarton. Jij zit dus niet met een knorrig gezicht op school, Betsie? Je was blij dat je vacantie had en je bent blij, dat je weer op school bent. Dat is goed. Altijd va cantie .zou eentonig worden en altijd op school zou ook vervelend zijn. 't Is juist de afwisseling, die het leven plezierig maakt. Jo Oudkerk. Wat een prettige vacantie heb jij gehad, Jo. Ik geloof haast, dat we jou nog in Artis hebben gezien. Was jij er ook niet op een regendag? Of vergis ik me? Jij weet al goed de weg in de hoofdstad en in de Kaasstad ken je de weg natuurlijk zo goed als in Den Helder. Dat heeft de evacuatie je geleerd. Broer en Zus de Visser, Woudsend. Nog altijd ver van huis, tweetal? Nu, ik zou me wel heel erg vergissen, als jullie met de overgang njet in Den Helder waren. Dat ge loof ik vast, zolang duurt de oorlog niet meer. Let maar eens op. Je vader en moeder .zullen blij zijn als jullie weer over de drempel aan de Binnenhaven stappen, ik hoop dat Pake en Beppe en de tantes en ooms niet blij zijn, als ze jullie zien vertrekken. Maar dat zal wel niet. Of eigenlijk ook wel weer, want dan is het vrede. Hannie Elout, Castricum. Ja, dat is een aardig versje, Hannie. Zo moesten die grote heren met elkaarook maar de oorlog uit vechten, maar de grootsten blijven rustig buiten schot en de kleintjes, die kunnen hun leven geven. Je wordt boos als je daaraan denkt. Hier laat ik je versje volgen: Twee jongens waren aan het vechten, Ze vlogen op elkander aan. De ene jongen heette Pietje, De andere jongen heette Daan. Eerst lag de kleine Pietje onder, En Daantje boven op. Toen werd de kleine Piet zo kwaad, Gaf Daan een harde schop. Toen lag ons Daantje onder, Hij schreeuwde moord en brand. Daar kwam een grote auto nader, De jongens vlogen naar de kant. Toen hebben ze samen vriendschap gesloten, Ze dansten hand aan hand. En de aanstaande Zaterdag Stond het in de Helderse courant. Hannie Elout. Agnes de Heer, Br. op Langendyk. Onze vacantie is als die van jullie geweest, Agnes. Veel water, het leek wel of de wolken ween den om die dwaze mensen op de wereld, die maar vochten en vochten, terwijl er voor allemaal overvloed is. Jullie zijn dus nog in Bergen geweest. Jammer, dat we je niet ge zien hebben. Toen je op het spéelduin was, was je vijf minuten fietsen bij ons vandaan. Mientje de Heer. Gefeliciteerd met je overgang, Mientje. Ons drietal is gelukkig ook verhoogd. Fijn, dat er in jullie tuin een pruimenboom en een peVeboom staat. Eet er maar niet zoveel van, dat je pijn in je buik krijgt, want dat is niet aangenaam. Cor Boer. Zorg er voor, Cor, dat je ook de laatste sprong goed maakt, de overgang naar de zesde. Daarvoor moet je flink Je best doen. Je zal zien, je hebt er ggen spijt van als je je daarvoor wat inspanning getroost. Succes! Harry Roels. Hebben jullie van de ge zochte bramen bramensap gemaakt of heb jij ze opgesnoept, voordat je thuis was, Harry? Dan zal moeder het wel aan je blauwe lippen gemerkt hebben. Trijntje v. Strien, 't Zand. Dus jij was me werkelijk vergeten, Trijntje? 't Is maar goed, dat ik nog om jullie gedacht heb, want o wee, als ik jullie eens vergat, wat zou Je mopperen. Wat gezellig, zo'n auto als speel- hok. Jullie maken er zeker hele tochten mee.. in je fantasie. Jan Komen. Jjj hebt je vacantie dus in Den Helder doorgebracht. Jan, en je hebt je nog hest vermaakt ook. Wij kunnen elkaar een hand geven wat ons optimisme betreft. Nico Breeker. Jij bent geloof ik in een vacantie-kolonie geweest, is het niet, Nico? Jammer, dat Je broertje nog moest blijven, maar hij mag toch ook weer blij zijn, dat hjj nog wat kon blijven, want het is tenslotte om zijn gezondheid en daar moet je wat voor over hebben. Coba Wezelman, Anna Paulowna. De vorige week heb ik geen brief van je gezien, Coba. Of de post hem niet gebracht heeft of dat hij op andere wijze is zoek geraakt, weet ik niet. Je vergist je met m'n twee zoontjes, hoor, ik heb er vier. Een van 11 en een van 8 en een van 5 en een van 2. Een leuk clubje, vind je niet? En die vier broertjes hebben een zusje en dat zusje is 10 jaar. En die vier broertjes en dat ene zusje hebben een moeder en dat hele clubje staat hier voor me op m'n bureau en ik kijk er onder m'n werk nogal eens naar. Dan voel je je weer thuis, zie je, dat is gezellig. En nu weet je alles. Dag, tot volgende week. Jongens en meisjes, alle briefjes zijn nog niet beantwoord, het scheelt niet veel, maar het klokje tikt door en straks vertrekt de trein naar Alkmaar. Ik moet stoppen. Vol gende week mogen jullie evengoed schrijven, hoor. Ik beantwoord dan eerst de briefjes die moesten blijven liggen en begin dan aan de nieuwe. Nu, jongens en meisjes, ik stop, tot volgen de week hopen we maar weer. X Om in te lezen X Zwemvogel. X Geeft licht. X Meisjesnaam. X Is aan de hemel. X Wordt verbrand. X Meer dan niets. X Deel van het hoofd. X p Om uit te drinken. X 0 Een huisdier. X 0 Niet vroeg. X Stroomt je bloed door. X Grappige dieren. X Zit aan een ketel. X Meisjeskleding. X Moet je flink doen. De eerste letters van boven naar beneden vormen een woord, dat een ding noemt, dat iedereen in Nederland moest hebben, die op een fiets reed. Zweep; oogst; markt; eerst; roest; vorst; angst; clara; aarde; negen; toren; ieder; evert. Het gevraagde woord is Zomervacantie. Tiny v. B.; Cor B.; Loek v. d. W.; Leon v. d. W.; Lientje W.; Bep R.; Martha B.; Maarten K.; Annie K.; Annie v. H.; Betsy F.; Henkie en Jopie P.; Trijntje K.; Jettie B.; Dieuwi S.; Meta v. A.; Fresia; Hannie E.; Agnes de H.; Piet de L.; Tiny en Ida S.; Hen kie en Jantje S.; Annie v. B.; Corrie en Gonda G.; Lucie W.; Jopie M.; Nellie C.; Neeltje P.; Corrie K.; Coba W.; Jan K.; Nico B.; Trijntje v. S.; Harry R.; Mientje de H.; Broer en Zus de V.; Jo V.; Betsie S.Susanna de B.; Janny K.; Piet en Freek B.; Wim N.; Corrie B.; Lientje de J.; Kinderen K.; Jacob P.; Willie G. Marietje T. 't Was een enige streek en echt iets voor Bert, maarNou ja, ik reken erop, d t jullie Bert niet zullen naapen, want zulke streken mag je nu eenmaal niet doen, maar ik zal 't dan toch maar vertellen. Bert, dat was er nu zo eentje, die altijd wat bijzonders uitdacht. Altijd iets geks en iets waar nou niemand aan zou denken. Daarom was 't ook een echt Bertiaanse streek om.... Neen, laat ik nu bij het be gin beginnen! 't Was op een Woensdag middag, 't vroor dat 't kraakte en Bert was vast van plan naar 't ijs te trekken, want alles lag dicht, dus schaats en glij- kansen genoeg. Maar toen hij om twaalf uur uit school kwam, lag er een brief op tafel. Geen brief voor Bert, dat moet je niet IK DOE 'T! denken. Misschien had hij dat wel leuk ge vonden en 't dan minder erg gevonden, dat die brief z'n vrije middag in de war kwam sturen. Want dat deed die brief, die niet aan Bert, maar aan zijn ouders gericht was. Er stond indat Oma vanmiddag zou komen. Anders vond Bert dat nu niet zo heel ongezellig, 't Was weer eens wat an ders! Oma woonde in Amsterdam en kwam niet dikwijls, dus als ze eens kwam, dan had ze veel te praten en dan hoorde je nog eens wat, vond Bert. En op Oma-dag werd er altijd lekker gegeten en er waren van allerlei extratje's, die Bert best wist te waarderen. En, dat moest Bert ook toege ven: Oma was al wel een heel oude dame, maar.... je kon toch nog best schik met haar hebben en ze kon heel wat van je verdragen! Neen, de Oma-dag was anders heus wel gezellig, maar nu! Zaterdag zou het ijs misschien al weer verdwenen zijn en nu moest hij thuisblijven! Om Oma! Want Oma had niet geschreven met wélke trein ze zou komen en ze zou dit keer ook wel niet lang blijven, want nu met die ver duistering was ze graag weer bijtijds in Amsterdam terug. En als Bert nu wegging, dan zou je zien, dat hij dan net pas terug kwam als Oma al weer weg was, meende moeder en dat ging heus niet. Er was dus niets aan te doen, Bert had huis-arrest. „Oma-arrest", mopperde hij. En hij slenter de een beetje door de tuin en rommelde een beetje op zolder, maar in z'n schik, zo als meestal op z'n vrije middagen, dat was Bert niet. Op z'n zwerftocht door 't huis, belandde hij ook in de serre. Daar stond 't naaikastje. Bert trok eens een laatje open. Knopen en., ja., hoe noemde je dat andere gedoe? Hij noemde 't maar kort weg: „rommel!" Uit verveling trok hij ook nog maar eens 't volgende laatje open. Daarin lagen allemaal klossen garen. Bert bekeek ze eens en op dat ogenblik ont stond „de streek!" „Rangggg", daar ging de bel en stoorde Bert bij 't uitdenken van z'n plan. Maar dat hinderde niet. Dat zou hij straks wel verder uitwerken. Zaak was, dat hij nu gauw een klos garen meepikte en een naald. Dan kwam de rest wel in orde. Als 't zover was! Vader en moeder gingen Oma tegemoet. Ze hielpen haar mantel en hoed op de kapstok hangen en schoven een lek kere diepe stoel voor haar aan bij de haard. En moeder ging gauw aan 't thee schenken en Oma diepte een doos uit haar koffertje op. Koekjes! Voor bij de thee. En wat voor koekjes! 't Leken wel taartjes! Natuurlijk had moeder ook voör wat lek kers gezorgd, maar de koekjes van Oma! Nu, Oma had wel plezier van haar tracta- tie, want Bert wist er goed raad mee! En niet alleen Bert, dat moet ik er bij zeggen, de anderen snoepten al even hard! En er was zeker al wel de helft van op, toen moe der er toe kwam ze op een glazen schaaltje te leggen! Zo lekker waren de koekjes en zo ge zellig zaten ze bij elkaar, dat Bert haast z'n hele streek zou hebben vergeten, als Oma en Moeder nu maar niet over de dis tributie en over al die bonnen waren be gonnen. En vader over de moeilijkheden met de brandstoffen. Dan was de streek beslist in Bert's hoofd blijven hangen, maar nu wipte hij er uit! „Bah, dat bon- nengedoe!" dacht Bert en meteen was hij uit de kamer en stond in de gang voor de kapstok, waar nu ook Oma's mantel aan hing. Toen kwam de klos garen op de prop pen en de naald! Handig ging 't wel niet, maar.... 't lukte. De mouwen van Oma's mantel werden stevig dicht genaaid. En toen wandelde Bert weer naar binnen, dronk nogmaals thee, at nog een heleboel koekjes en wachtte af! Dat wachten viel niet mee, maar z'n binnenpret hielp hem er doorheen. Om vijf uur, daar had je 't! Oma ging naar huis. Vader haalde haar mantel en hield die voor haar op. Eén arm gleed in de mouw. Dat ging niet gemakke lijk. Oma porde maar eens goed met haar hand. Onderwijl stak ze haar tweede arm in de andere mouw endat ging ook al niet goed! Gek was dat! Oma porde nu met beide handen, maar helpen deed dat niet. Ze bleef eenvoudig ih haar mantel hangen! „Oooo!" riep ze benauwd, „wat raar is dat!" OOOO! En raar was 't ook! En nog raarder om naar te kijken! Bert stond er eenvoudig naast te gieren van 't lachen, maar z'n va der deed niet mee. Die keek meer dan nij dig en z'n moeder haalde gauw een schaar. Maar 't was net of ze een beetje lachte, al keek vader dan ook kwaad. Maar nu komt 't allermooiste! Oma.... die 't nu doorhad, lachte haast nog harder dan Bert! En toen kon vader niet kwaad blijven kijken en op eens kreeg Bert een nieuw idee. „Ik ga Oma naar 't station brengen en haar in de trein helpen-", zei hij heel beslist. Oma nog na-lachend, vond dat reusachtig en vader en moeder vonden dat ook. Ja, die Bert hy was een rakker, maar als 't er op aan kwam een kleine ridder toch ook! Allebei verdienen ze in de krant te ko- men, want Floris en Viola zijn alle twee mensenredders. Floris dan, is een herdershond, die niet alleen goed op de kudde van zijn baas pas- te, maar ook op den baas zelf! Op een keei toen de kudde rustig graasde en de herdei aan 't kruiden zoeken was, waagde deze zich te dicht bij het moeras en raakte ei in. De hond miste hem ai gauw en vond hem even gauw. Floris alleen kon echter zijn baas niet redden, dat begreep hij al dadelijk, maar wat hij wél kon doen, dat heeft hij gedaan. Hij rende naar het dorp Floris. en gedroeg zich daar meer dan opvallend. Hij blafte zonder ophouden en sprong te gen iedereen op. En omdat Floris nooit zulke eigenaardige dingen deed en op dat uur van de dag anders nooit in het dorp was en zeker niet zonder de kudde, beslo ten een paar bewoners hem maar eens te volgen. Wie weet, misschien was er iets bijzonders! Nog net op tijd kwamen zij aan 't moeras om den herder te redden. Miola deed wat anders. Die ontdekte eer hevige brand in de boerderij van haar baas. Maar de baas en zijn vrouw en zijn drie kinderen sliepen boven en merkten van de laaiende vlammen niets. Wat deed toen Miola? Ze peuterde de keukendeur open en klom naar boven toe. Maar wat moest ze nu verder doen! Ze miauwde, de boer en zijn vrouw en zijn drie kinderen slie pen echter heel vast. Ze bleven slapen, Miola's gemiau wekte hen niet. Toen be gon Miola opeens te huilen, zoals een poei Miola. die doodgaat dat soms wel eens doet. Op eens waren ze allemaal wekker, want ze hielden allemaal van Miola en begrepen, dat er iéts niet in orde moest zijn met haar. Kamerdeuren vlogen open en daar zagen zij Miola.... gezond en wel. Toen begon Miola weer, gewoon te miauwen en liep op een eigenaardige manier naar de trap. De boer volgde haar en zo ontdekte hij de hevige brand. Juist op tijd wist hij met vrouw en kin deren én Miola buiten té komen en -ook al het vee kon nog worden gered. Nu, verdienen Miola en Floris geen pas' woordjes in de krant? WINTERHULP VOOR POPPEN- KINDEREN. Heeft jouw pop 't dan niet koud, In haar jurkje, o zo oud? Zeg, je hoeft 't niet te verzwijgen Als mmxr w.1 -• Al-v "'Ck t'C VC1Z.WJ.J£PII ais jouw pop geen jurk kan krijgen. i toch immers stikken en prikken r o 11/-» v>l^4__i -i_i Wij zullen wui immers siiKKen ei En keurig alle plooitjes schikken »an t jurkje van jouw pop! Je denkt toch niet dat ik je fop? Heus, we zullen voor je zorgen En brengen jouw pop misschien al morgen Een nieuwe jurk en een nieuwe jas, Die komen nu echt goed te pas! LACHEN IS GEZOND. De onderwijzer is bezig op school de kinderen de verschillende kleuren te le" ren. Hij wijst op een boom, de kinderen roepen in koor: „Groen!" Hij wijst op het schoolbord: „Zwart!" roepen de kinderen. Dan wijst hij op zijn hoed; niemand roept er iets, totdat een brutaal jongetje roept- ..Stoffig!"

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1941 | | pagina 8