MIJNEN IN DE BRANDING WE WORDEN MAGER! MEYT/'RECLAME MadinieuuM Zwaar werk voor de ploegen demonleurs £le uido-móteri- faeloóUrityl 941 Projectielen des doods Als het leven door ft oog van een naald gaat n. Intrede Ds* W* JF* Meiners Dc verdwaalde brief Uit het 9,oMie. 'uipjia'it Rijkslandbouwwinterschool te Schagen Burgerlijke Stand van Den Helder Watervogels bouwen een eigen nest W*T*B* wint met 3-2 van Scheepsbouw Dc nieuwe heffing •VERHOOGT UW OHZCT. Projectielen des doods en projectielen der vernieling... dat zijn inderdaad de kogelvormi ge kolossen, die, na ruw weer, langs de Neder- landsche kust drijven. Met slechts een gering deel van hun geheel aan de oppervlakte. Dikyvijls gebeurt het, dat zoo'n mijn aanspoelt of in de branding, vlak onder de kust, blijft dobberen. Wee den mensch, die dan in de nabij heid is... wee de eigendommen van de kustbe woners... Explodeert het stalen monster, ge vuld met het alles-vernietigende trotyl, dan valt alles tot in wijden omtrek aan vernieti ging ten prooi. Drijvende mijnen... schrikbeelden voor de scheepvaart overdag en des nachts. Drijvende mijnen, zij bestrijken het arbeids veld van de ploegen mijnen-demonteurs, waar van ook een groep in Den Helder aanwezig is. De heer Van de Poel, die wij in ons nummer van j.1. Zaterdag aan het woord lieten, vertelt er ook in onderstaand artikel van. Men heeft twee moge lijkheden, aldus de heer Van de Poel. Of de mij nen zijn losgeslagen en .bevinden zich op open zee, öf ze liggen tegen het strand of bevinden zich onder aan de dijken. In het eerste geval zijn ze voor rekening van de Duitsche Marine, in het andere voor onze reke ning. Stel nu, dat er bij Pet ten een mijn aangedreven is. Dan wordt de onwel kome bezoeker gemeld aan de centrale post, die op haar beurt de mel ding weer mededeelt aan het station, in welks rayon de melding dient te vallen. In het geval van Petten dus Den Helder. De ploeg rukt uit, bestaande doorgaans uit 3 man. Hoe minder menschen er meegaan, des te beter is het. Dat heeft de praktijk wel ge leerd. Contactpunten langs de kust. Overal aan de kust bezitten wij onze con tac'tpunten, waar we kunnen informéeren of we de aangeduide plaats reeds benaderen. We maken gebruik van een dienstauto, doch moe ten die, in verband met de benzine-schaarschte, uiterst economisch behandelen. Bij paal 18 ligt dan bijv. de mijn. We gaan dan onzen gang en al heel spoedig vliegt het geval de lucht in. Ten minste, als dat geen gevaar meebrengt voor de eigendommen van in de omgeving wonende burgers. Speciale sport... Laat U alle mijnen springen? Neen. Als regel worden de aangespoelde mijnen gedemonteerd. Men moet niet vergeten, dat er zoowel bekende als onbekende mijnen zijn. En juist die laatsten boezemen den mijnen-demonteur groote belangstelling in. Dat is wel te begrijpen. Iedere mijn kan een nieuw geheim bevatten. En die mysteries te ont sluieren... kijk, dat is de speciale sport van den waren mijnen-demonteur. Dat is toch een zeer gevaarlijk werk, meneer Van de Poel? Inderdaad, het i s gevaarlijk. Maar dat weten we. Vergeet U niet dat wij allen bij dezen dienst vrijwilligers zijn. Niemand kan men ver plichten tot dit werk. Tot de gevaarlijke mijnen behooren ook die op drift liggen in de branding. Dikwijls worden die eerst versleept en daarna tot explosie ge bracht. Zijn er reeds slachtoffers gevallen? Dat zijn er. Verscheidene reeds. Ik noemde er al ëenigen, o.a. commandeur Meyers Jr. En de dienst zal slachtoffers blij v en eischen. Daar is geen mis van. En dat heeft niets te maken met voorzich tigheid en praktische ervaring, maar wèl alles met... geluk. Mannen tegen mijnen. U maakt zeker wel heel wat mee, op die excursies, mijnheer Van de Poel? Dat gaat wel, is het antwoord, en dan krijgen wij te hooren van het werk der ploegen, waar van men bijna nooit iets verneemt. Dan hoort men van gevechten van mijn tegen man. Van jonge kerels, die hun kleeren uitgooien, te water springen en naar de mijn zwemmen. Om die in de richting van den wal te sturen, of er contact mee te krijgen en er een lijn aan te bevestigen. Men hoort van urenlangen arbeid, gepleegd op ijskoude winterdagen, als het pak-ijs het water onzichtbaar doet zijn en de mijn doet opkruien. Men hoort van Noordwester stormen, die de mijnen tegen de glooiingen oppersen en van de ploegen demonteurs het alleruiterste vergen. Dan worden er niet uren, maar dagen aan gegeven om de kust te zuiveren. Dan kan iedere mijn een kwelling worden voor hen, die niet terug gaan alvorens ze hem onschadelijk gemaakt hebben. Daar wordt veel geploeterd, veel afgejakkerd aan de kust van ons land als de Wester stor men de mijnen naar 1 andzij gestuwd hebben... Véél, waarvan de burger zich geen voorstel ling kan maken. Zoo hooren we van den heer Van de Poel verhalen over in de branding drijvende mon sters. Alle pogingen worden altijd in het werk gesteld om ze bij den wal te krijgen en ze daar te laten explodeeren. Lukt dat niet, blijkt het onmogelijk, dan wordt veelal de gevaarlijke inhoud er uit gehaald. „...En lóópen dat ik deed...! Ik geef U de verzekering, dat ik nooit er voor zóó gerend heb en dat ik het ook daarna nooit meer zóó zal doen. Nurmi moet het in die oogenblikken onge twijfeld tegen mij afgelegd hebben...!" Aldus de heer Van de Poel, mijnen-demonteur, in dit artikel. Maken de menschen nooit bezwaar? Als een mijn beweegt, behoeft niemand er bij te komen. Doet men dat' tóch, dan gebeurt zulks op eigen risico. Maar U begrijpt wel dat in een dergelijken dienst geen lijn getrokken kan worden tusschen eigen risico en dat van anderen. Dat gkkt nu eenmaal niet. Niet voor niets heet dezen dienst bij de Duit- schers „Himmelfahrtkommando". Het explodeeren. Hoe gaat dat explodeeren nu eigenlijk me neer Van de Poel? Wel, de mijn wordt zóó gerold, dat wij de ap paraten gebruiken kunnen die er noodig zijn. En wel een trotylpatroon, een lont, een slag hoedje en een lontontsteker. De omgeving wordt tot op grooten afstand afgezet voor on bevoegden en dan gaat de brand in de lont. Het ligt nu maar aan den leider van de springploeg, of hij die lont langer of korter maakt. Dat is heelemaal een persoonlijk inzicht. Zoo'n lont is echter een raar ding. Die haalt het namelijk wel eens in z'n hoofd om te dooven. Je wacht... en wacht... maar er gebeurt niets. Wat dan...? Dan schiet er niets anders over, dan terug te gaan. Nu staat er wel een zekeren tijd voor, dat je moet wachten indien de mijn niet explo deert, maar er kan zoovéél gebeurd zijn. De lont kan nat zijn, en dan heel zachtjes doorsmeulen, er kan iets «j, in de mijn zelf zijn, dat het ontbranden tegen houdt... dat kun je van te voren nooit bezien. Maar prettig zijn derge lijke ervaringen niet. Je kunt toch mijnen ook electrisch laten deto- neeren O ja, dat kan óók. Maar de praktijk bewijst, dat daar doorgaans niet veel van komt. Je moet daarvoor een heele rompslomp meesjouwen, een complete installatie. En dat is met 2 of 3 man, die de ploeg vormen, te lastig. Vergeet daarbij niet dat het demonteeren meestal gebeurt met slecht weer. En dat de mijnen vaak zóó liggen, dat het aller-moeilijkst is er mee te gaan expe rimenteeren. Hoe vipdt men het werk? Wij houden allen van ons werk. Dat kan ook niet anders. We zijn op elkaar aangewezen, als bijna in géén anderen dienst. En waar we veel lief en leed meemaken, groeit daar een «hechte band. Dit is geen theorie, maar practijk. Dat men daarbij enorm veel menschenkennis op doet, spreekt wel vanzelf. Kunt V bij benadering opgeven hoeveel mijnen U reeds heeft doen springen Jawel, dat zijn er ruim 600. En waar aangenomen mag worden dat er in de komende maanden nog wel de noodige aandrijvers zullen komen, zal dat getal, mag ik het beleven, nog wel grooter wor den. 't Hachelijkst moment. Wat was het hachelijkst moment wat U mee maakte 't Hachelijkst moment... Ja, er waren diver se hachelijke momenten. En nu vraagt U er één...? Laat eens kijken... ja, dat was het vori ge jaar eind Augustus op Texel. Op het strand, vlak bij de duinen, lag een mijn. We hadden de heele boel kant en klaar ge maakt om te kunnen detoneeren en wilden juist met ons tweeën op veiligen afstand de explosie gaan gadeslaan toen... de mijn begon te branden. Een geweldige hoeveelheid rook kwam naar buiten en uit alles bleek, dat het trotyl, waarvan maar liefst een 350 kilogram ,in den mijn aanwezig was, ontstoken was. We wisten dat de mijn op scherp stond en dat... ons leven op dat moment niet veel waard meer was. De z.g. veiligheidsafstand van dit type mijn was namelijk 1500 meter en wij stonden er naast...! Mijn collega was iets verder van den bran denden mijn af en ging er van door als een pijl uit den boog. Ikzelf haalde even adem en ging er eveneens vandoor. En lóópen dat ik deed...! Ik geef U de verzekering, dat ik nooit ervoor zóó gerend heb en dat ik het ook daarna nooit meer zóó zal doen. Nurmi moet het in die oogenblikken ongetwijfeld tegen mij afgelegd hebben... Ik wist echter onder dat rennen dat ik verloren was. Ik kón die explosie niet meer ontloopen. Ik had geen kans meer te ont komen... Ineens voelde ik dat het gebeur de en op hetzelfde moment liet ik me voor over vallen, plat op het strand. Terzelfder tijd donderde een ontzaglijke explosie over me heen en nog even later hoorde ik de stukken naast, langs bij me neergieren. Een regen van staal. Het heeft wel even geduurd aleer ik den moed had op te staan. Ik keek naar m'n collega en ja... die krabbelde ook net op de been. Beiden waren we gered. Door een mirakel... ddt kan ik U wel vertellen. Zoo ooit, dan waren wij toén door het oog van een naald ge kropen. Overigens, veel tijd hadden we niet om ons zelf te gaan bekreunen, want het bleek dat er maar liefst op 20 plaatsen, in het aangrenzende dpin tegelijk brand uitgebroken, was. Als be zetenen hebben we tekeer moeten gaan om al die vuurhaarden te bestrijden en erger te voor komen. Maar... een hachelijk moment wks het, daar zijn we het wel over eens. Gebeurt het wel meer dat bij mijnen zeifont-' branding optreedt? Ja, dat gebeurt wel eens meer. En het tra gische is, dat bij precies zoo'n geval als hier boven beschreven, een geheele ploeg demon teurs den dood gevonden heeft. Maar ik heb U al verteld: zonder geluk varen wij niet wel... Ds. W. J. F. Meiners heeft Zondagmorgen als 3e predikant zijn intrede gedaan bij de Herst. Evangelisch Luthersche gemeente te Amster dam. De druk bezochte dienst in het kerkgebouw aan den Kloveniersburgwal werd bijgewoond door burgemeester Voute. Naar aanleiding van de woorden „De Heere zelf zal voor U uitgaan" uit Deut. 31 8 noem de Ds. Meiners het voor hem een groote taak om in de grootste gemeente van het H. E. L. Kerkgenootschap te arbeiden. Achtereenvol gens behandelde spr. nu de vragen: waarheen gaat de weg en welke en hoe is die weg? Overeenkomstig de door spr. 5y2 jaar ge leden afgelegde belofte wilde Ds. Meiners met de gemeente gaan aan de hand van Jezus, Die de Weg, de Waarheid en het Leven is. Herin nerend aan 't verblijf te Den Helder, waar hij te midden van verschrikking en leed zijn Pniël vond, verklaarde spr. zoo zijn werk ook te wil len zien te Amsterdam, waar hij geboren en getogen is en in de laatste maanden hulppre diker was. Spr. dankte voor zooveler belangstelling en medeleven, hem en zijn gezin betoond. Met het Lutheriied werd de dienst besloten. Nauwelijks was onze krant gisteren uit, of een onzer abonné's meldde zich op den oproep voor den verdwaalden brief. Het was een dame, die relaties- had in het buitenland en die nu aan de namen ontdekte, dat haar familie geschreven had. Ze was daarmee zeer ingenomen en zou zich direct in verbinding stellen met het adres in Rotterdam. Het deed ons genoegen, dat de brief zoo sneL aan het juiste adres terecht kwam. Wij blijven, door middel van onze krant graag onze bemid deling verleenen voor het oplossen van derge lijke raadsels. Wij prijzen ons gelukkig, dat we met onze krant nog practisch alle Helderschen in en buiten Den Helder bereiken. LOOD-LIJN GESTOLEN. Een bewoner van de Violenstraat deed aan gifte van de vermissing van een lood-lijn. 20 ROODE KOOLEN GESTOLEN. Een bewoner van den Rijksstraatweg kwam tot de minder prettige ontdekking, dat on bekenden 20 roode kooien van zijn land inge rekend hadden. Cursusjaar 19411942. Op grond van voldoende vooropleiding of van met gunstig gevolg afgelegd toelatings examen zijn o.m. de volgende leerlingen toe gelaten Tot de tweede klasse: C. Bas, Zevenhuizen, Texel; J. Roeper, Den Burg, Texel; S. Wuis, 't Noord, Texel. Tot de eerste klasse: J. C. Kool, Wieringen; J. Ros, 't Zand N.H.;J. Sleutel, Callantsoog; P. J. Sleutel, Callantsoog; A. J. Swaerts, Cal lantsoog. Afgewezen 8 candidaten, waarvan 4 wegens geen plaats of/en te late aangifte. Aanvang der lessen Dinsdag 23 September aanstaande. Oorlogstijd is distributietijd. Onder geen enkele omstandigheid is daaraan te ontkomen. Er zijn teveel menschen uit de vredesproductie uitgeschakeld. We kunnen niet meer van de overdaad genieten, die we ons tn normalen tijd kunnen veroorloven. Bonnen, bonnen, bonnen, dat is de vraag van den dag. Wie zonder bon nen op stap gaat, zal het op zijn weg slecht bekomen. Hij vindt een gesloten deur. We kunnen overigens slechts waardeering hebben voor de wijze waarop tot op heden de distributie geregeld is. We hebben, over het geheel genomen, onzen buikriem nog niet nau wer behoeven aan te halen. Een van de ernstigste oorzaken van die dis tributie is de blokkade. Daardoor zijn belang rijke toevoerbronnen gestopt, bronnen, die we niet in eigen land of uit de gebieden, waarmede we nog verbinding hebben, kunnen betrekken. Distributie beteekent versobering op alle ter reinen. Die versobering hebben onze lezers deze week ook aan hun lijfblad, de Heldersche Cou rant, gemerkt, 't Is waar, dat we de laatste maanden al gedwongen waren, tengevolge van de papierschaarschte zoo nu en dan met een magere krant uit te komen. Met ingang van Maandag j.l. is echter de geheele Nederlandsche dagbladpers, als gevolg van de papierpositie, sterk beperkt. Onze krant ondervindt dus ook aan den lijve de gevolgen van den oorlog. Wij twijfelen er niet aan of onze lezers zullen ook hier hun aanpassings vermogen doen blijken. Zij weten: het kan niet 'anders. Een mager mensch behoeft evenwél nog geein onaangenaam mensch te zijn. Onder de magere menschen vindt men dikwijls de meest geestige en gevatte menschen. Zoo behoeft ook een magerë krant geen onprettige gast in ons huis te zijn. Het is ons ernstig streven onze krant haar vaste en bij de lezers bekende rubrieken te doen behouden. De rubriek stadsnieuws zal een voorname plaats in blijven nemen. De fei ten en fantasieën, de brieven van en aan Jan Mens. De kinderrubriek. Actueele reportages, het meest belangrijke nieuws uit binnen- en buitenland. Dit alles zullen we trachten zoo vol ledig mogelijk te blijven geven en is het ons mogelijk, koor een andere indeelingmeer te kunnen brengen, dan zullen we dat niet ver zuimen. Zoo zullen we met den vasten wil dezen tijd zoo goed mogelijk door te komen, onze beste krachten blijven geven aan ons blad om daar door de band met onze lezers binnen en buiten de stad levendig te houden. van 16 September. ONDERTROUWD: G. Dortmundt en M. van der Oord; G. Schra en C. Brouwer; H. Helm- strijd en A. P. C. H. Veereschild; J. K. Pinkse en T. D. Smit. Dat onze plaatselijke voetbalvereeniging „Watervogels" niet stil zit, blijkt weer uit een bericht, dat wij heden mochten ontvangen. Het bestuur heeft n.1. een clubhuis gesticht en wel in perceel Dorus Rijkersstraat 28. Dit is een goede idee geweest. De lange win teravonden kunnen nu in gepaste gezelligheid en dito omgeving worden doorgebracht. Wat de bedöeling ervan is, weten wij nog niet, maar we veronderstellen dat er naast nieuwe spel regel- en concentratieavonden, ook wel een ge- noegelijkheidsavond op het programma zal staan. De vogels kunnen dus in ejgen omgeving blijven, waar, en dèt staat voor ons vast, een echte Heldersche jovialiteit zal heerschen. Het actieve Watervogels-bestuur succes toege- wenscht met het goede plan! In een pittige partij voetbal is het W.T.B. na forschen strijd gelukt beide punten op Scheepsbouw te veroveren. Werd in de voorafgaande wedstrijden van deze kampioenscompetitie niet zoo goed voetbal gespeeld, van den wedstrijd van dezen avónd kunnen wij dit niet zeggen. Het was wel geen grootsch voet bal wat wij te zien kregen maar toch zoo dat het het aanzien volkomen waard was. De overwinning van W.T.B. kan verdiend genoemd worden. Het spel was beter dan dat van Scheepsbouw, terwijl de voorhoede ge vaarlijker was. W.T.B, speelde met Roomeijer als teruggetrokken spil, met als doel mid- voor de Boer eiken kans om gevaarlijk te wor den, te ontnemen. Hij kweet zich op zulk een voortreffelijke wijze van deze moeilijke taak, dat hij daar volkomen in slaagde. Hierdoor werd de kracht van de S-voorhosde een stuk minder en daarbij kwam nog, dat ze de W.T.B.-achterhoede in uitstekenden vorm aantroffen en het geluk niet aan hun zijde hadden. Het was daarom jammer voor S. dat keeper Peters, die ander zijn plaats volkomen waard is, zulk een ongelukkigen wedstrijd speelde. De wedstrijd was nauwelijk een kwartier oud, of hjj zag zich al tweemaal gepasseerd. De eerste maal stapte hij over den bal heen, waardoor Boon gemakkelijk kon doelpunten. Even later miste hij een kalm schot van denzelfden speler, waardoor W.T.B. op for tuinlijke wijze aan een 20 voorsprong kwam. Had de Boer hierna de penalty benut, die S. toegewezen kreeg, dan had het spel mis schien een heel ander verloop gehad. Nu was dit niet het geval. Wel slaagde Stompedissel er in, om na 30 min. den achterstand te ver kleinen; hij benutte n.1. op keurige wijze een corner, door den bal er meteen in te schieten, doch daar bleef het bij voor de rust. Aan W.T.B. gelukte het, nog voor dat de rust in ging, den stand op 31 te brengen. Willemse maakte zich op een gegeven oogenblik handig vr-y en plaatste naar Veen, die den bal met een langs Peters schoot, 31. Een fraai doelpunt. Na de rust was het spel niet zoo goed meer, tenminste dat van het eerste half uur. Daarna kwam de spanning er in, zooals die daarvoor nog niet aanwezig was. Scheepsbouw zette in deze periode alles op alles, had het hun nu wat mee gezeten, dan was het zeker niet bij dat eene doelpunt gebleven, dat Kok uit een vrijen schop wist te scoren. Kort voor het einde maakte W.T.B. nog een vierde doelpunt, dat door Boonstra op schitte rende wijze werd ingeschoten, doch op voor ons onverklaarbare wijze, ariViuleerde scheids rechter Langerak deze o.l. zuivere goal! door W. L. DE VRIES. H. Aansluiting van de nieuwe aan de oude wetgeving. Ontheffingen voorloopige aanslagen. Iemand (A.) verdient uit dienstbetrekking jaarlijks 2500.—. Hij heeft 3000.— staan op de Rijkspostspaarbank en heeft een eigen huis waarvan de huurwaarde bedraagt 400.per jaar, terwijl op het huis een hypotheek rust groot: 4000.k 4 Voorts geniet hij een lijfrente groot: 300.per jaar. Gesteld nu, dat de grond en andere lasten terzake van het huls met het onderhoud jaar lijks pl.m. 150.bedragen, dan geniet A. dus aan andere inkomsten dan uit dienstbetrek king: lijfrente 3000.— 2.64 netto huurwaarde 300 79.20 2o0. Totaal 629.20 Dit is meer dan 200.per jaar en dus moet een aanslag in de Inkmostenbelasting volgen. Alvorens nu de fiscale lotgevallen van A. nader te vervolgen, mag ik er alvast op wijzen, dat, voor de bemalingen of de andere inkomsten meer dan 200.bedragen, de rente van schul den, dus ook niet van een hypotheekschuld op een huis, of van een prolongatieleening, niet in aanmerking wordt genomen. Als we nu eens aannemen dat A.'s inkomsten voor 1940 en voor 1941 gelijk zijn gebleven, hoe Zal het hem dan vergaan onder de nieuwe be palingen? Om te beginnen krijgt hij volledige ontheffing voor 1/3 gedeelte van zijn aanslag in deöu de Inkomstenbelasting 1940/41. Die ont heffing zal hij in twee etappes krijgen. Eerst voor de dienstbetrekking en daarna voor de rest. Van de eerste ontheffing krijgt hij afzon derlijk kennis, van de tweede niet. De eerste ontheffing vermindert zijn aanslag voor 1940/41. De tweede ontheffing wordt in mindering gebracht op de voorloopige aanslag voor het kalenderjaar 1941. Dat wil dus zeggen, dat die „rest" op de aan slag 1940/41 blijft openstaan en dat deze nog zal moeten worden voldaan. Tot dit zelfde bedrag wordt de voorloopige aanslag vermin derd. Nu begint de nieuwe fase. A. krijgt en dat zal dezer dagen gebeuren of alreeds ge beurd zijn een aangiftebiljet en daarop wordt hem gevraagd zijn inkomsten over 19j0 op te geven. Die opgave zal er voor A. zoo uit zien: Salaris 2.500. Lijfrente 300. Huis bruto 400. lasten 150. 250.— Rente 3000.— h 2.64 79 20 Onzuiver»inkomen3.129.20 Rente Hypoth. 4000.k 4 160.— Zuiver inkomen 2.969.20 Maar dit bedrag moet nu in beginsel de voor loopige aanslag worden opgelegd op welke aanslag dadelijk moet worden betaald. Intus- schen wordt op A. ook loonbelasting ingehou den, en hij zou over de dienstbetrekking op deze wijze, tijdelijk, dubbel betalen. Daarom is er bepaald, dat het bedrag van den voorloo- pigen aanslag 1941 zal worden verminderd met het bedrag aan inkomstenbelasting over de in komsten uit dienstbetrekking. Gesteld nu dat A. is gehuwd en 2 minderjarige kinderen voor kinderaftrek heeft, dan wordt de voorloopige aanslag aldus: Aanslag voor 2969.20 Idem voor 2500. blijft te betalen 1941 Op de aanslag '40/41 stond nog open en moet worden voldaan Opde voorloopige aanslag 1941 210.50 149.— 61.50 25.— te betalen35.50 Aan het eind van 1941 heeft hij aan Loonbelasting betaald: 12 X 11.18134.16 Aan het eind van 1941 heeft hij De stand luidt als volgt: B. W. W. Scheepsbouw W. T. B. 1 5—4 3 1 6—6 3 1 3—4 2 dus reeds vooruit betaald 169.66 Nu pas kan de definitieve aanslag 1941 wor den bepaald, hetgeen gebeurt in het voorjaar 1942. We veronderstelden dat A.'s inkomsten in 1941 gelijk waren aan die in 1940. De defi nitieve aanslag 1941 zal dus worden opgelegd naar een inkomen van 2969.20, hetgeen aan belasting beteekent: 210.50. Krachtens art. 60 lid 4 van het Besluit, wordt nu ook op de definitieve aanslag en mindering gebracht, het restantbedrag van den aanslag 1940/41. De de finitieve 1941 wordt dus: 210.5025. 185.50. A. zal dus over 1941 nog. verder moeten bij betalen: 15.84. In het inleidend artikel van gisteren heeft in de slot-alinea een storende fout gestaan. Er stond: Er zijn ook groote categorieën loontrekken- den, die geen aanslag in de Inkomstenbelas ting meer zullen krijgen. Dat zijn zij, die in komsten hebben uit dienstbetrekking en daar naast geen andere inkomsten, of wel inkomsten die de 2000.niet te boven gaan. Dit bedrag van 2000.moest zijn: 200.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1941 | | pagina 3