Najaars-schoonheid in de natuur
HET DOEK VALT
kftcuUnieuuiï
De geschiedenis
Koperen Knoopen
DE WEEK.
Dinsdag 30 September 1941
Tweede blad
van onze
De band uiteen en....
toch bijeen!
Plannen van Henk Hoogervorst
Burgerlijke Stand van Den Helder
Een nieuw
administratiekantoor
Tehuis gezocht
Ylaj&ciAAtyori
Uit de natuur
Ingekomen personen
in Feiten en Fantasieën
Geschiedenis
van Nederland ter zee
De onsterfelijken
Waar het ons hekend is hoezeer de
Heldersche bevolking meeleeft met het
reilen en zeilen van dat deel onzer voor
malige stafmuziek, hetweik werkte onder
den naam van „Koperen Knoopen Band",
meenden wij er goed aan te doen hier
onder het een en ander mede te deelen dat
ons persoonlijk door Henk Hoogervorst,
den algemeen leider van het orchest ver
teld werd. Men krijgt daaruit een beeld
hoe de zaken geloopen zijn en hoe er mo
menteel gewerkt wordt door deze muci-
seerende Jutters.
Zooals wij reeds eerder schreven werden
enkele maanden geleden plannen gemaakt
om te komen tot oprichting van enkele or-
chesten, waarvan de muzikanten gerecruteerd
werden uit de rijen van de voormalige mili
taire orchesten. Een van die nieuwe orthesten
zou worden het Haagsche Politie-orchest en het
was hiervoor dat een zeer deskundige kapel
meester op pad ging om de beste krachten
bij elkaar te brengen.
Direct viel het oog uiteraard op de jonge
krachten van de Marine Kapel, toen vereend
als „Koperen Knoopen". Aangeboden werd
hun een plaats in het nieuw te vormen Politie
korps. Waar echter twee leden van de groep
aanvankelijk (wegens het niet behalen van de
vereischte lichamelijke lengte) afgewezen wer
den besloot de geheele groep en masse te wei
geren. Een staaltje van korps-solidariteit en
saamhoorigheid, waarvoor men respect mag
hebben.
Er werd toen een regeling getroffen en op
nieuw kreeg men het aanbod. Thans voor alle
leden.
Men stond toen voor het feit: of het wacht
geld verspelen en door te gaan met de band,
of aanvaarden van het aanbod en de band te
liquideeren. Een moeilijk, een zeer moeilijk,
besluit, waarover men gezamenlijk beslist
heeft. En wel in dien vorm, dat men het aan
bod aanvaardde.
Hiervoor waren natuurlijk plasibele rede
nen. Ten eerste zou het uiterst moeilijk ge
weest zijn in het komende seizoen met de band
lucratief te werken,, mede in verband met het
dansverbod. Voorst waren er enkele andere,
interne, redenen, die het verwerpen van het
wachtgeld zeer onverstandig zouden doen zijn.
Zoo ging men over, zjj het met leed in
het hart. Daarvoor had men te lang en
te hard gewerkt en daarvoor had men te
groote idealen gebouwd. Louis van Broek
hoven bedankte voor het aanbod. Deze
wenschte zich niet meer te binden en be
sloot voor de radio te gaan spelen. Het
was hier, dat hij dan ook een engagement
kreeg. Falten was, zooals men weet, reeds
veel eerder bij de radio overgegaan. Piet
van Dijk, die eveneens eenigen tijd de
microfoon verkozen had, besloot weer
terug te komen bij z'n oude vrienden.
Het gevormde Poütieorchest is, zoo ver
namen wij van Henk Hoogervorst, een
uitstekend gezelschap, 40 man sterk, en
•staande onder leiding van een uiterst kun
dig leider, mogen opmerkelijke prestaties
verwacht worden.
25 Augustus is men aangevangen en
SI Augustus d.a.v. had het definitieve
afscheid der band plaats in de Rotterdam-
sclie Kiviera Hall, dezelfde plaats waar
de jongens van de marine zulke successen
geoogst hadden. Behoeft er op gewezen
te worden, dat het voor de Knoopen een
zware, een zeer zware, dag was-?
Hoe wonderlijk alles in het leven echter kan
loopen blijkt uit het volgende. Henk Hooger
vorst kreeg opdracht van de directie der
Rotterdamsche diergaarde met iets nieuws op
muzikaal gebied te komen. Deze ging aan het
werk en kwam met iets nieuws. En wel met
een geheel nieuw orchest, groot 16 man en
waarin... de Koperen Knoopen allen een
plaatsje hadden.
Er kwamen zelfs nog een paar bekende
Nieuwediepers bij: en wel de heeren Van Schie
en Hans Jongkees. Ook Hoogervorst zelf heeft
en werkzaam aandeel in dit orchest, dat zich
niet specialiseert op dansmuziek... doch op
semi-klassieke en amusementsmuziek. In de
week-enden treedt men op en... wederom
oogstte men succes bij het Rotterdamsche
publiek.
Dit is de recente geschiedenis van de
Jonge garde der voormalige Marine Kapel.
Hier ziet men wat samenwerking en
saamhorigheid vermag. Hier ziet men wat
bereikt kan worden als men werkt op
degelijken grondslag «n onder last not
least, bezielende leiding.
van 26 September 1941.
GEHUWD: F. P. Roelans en W. H. Haas-
dyk; G. Salm en T. H. de Jong.
van 27 September 1941.
BEVALLEN: A. E. J. CatshoekPolling,
z.; K. MorsKroonenburg, z.; J. H. de
LeeuwOosterhuis, d.
OVERLEDEN: C. v. Bale, 48 jaar, m.
ONDERTROUWD: B. Kruizinga en A. E.
Krul.
van 29 September 1941.
BEVALLEN: G. Noorloosde Vries, z.; J.
Bakker—Bethlehem.d.; G. H. Droogendijk—
Sabelis, d.
Lang spraken wij nog met Henk Hooger
vorst over diens plannen en idealen en
iedere maal weer blijkt welk een echte
idealist hy is. Want bij al zjjn werk, al
hy liefst vandaag den dag zou wilfen aan
vaarden.
Het koorwerk in Den Helder... daar
mee wil Hoogervorst doorgaan. Men weet
het: zuiver uit idealistische motieven.
Zal het mogelijk zijn in de toekomst
zijn voornemens, bljjjt het koorwerk in...
Den Helder hem trekken. Dat is het wat
inderdaad te komen tot verwerkelijking
- van die plannen...?
Het ware te hopen.
Voor onze stad, haar burgers en haar
cultuur. f
Tenslotte nog dit: vanwege de radio-omroep
zijn twee gramofoonopnamen gemaakt van de
band. Aan de eene zijde de jazz-paraphrase
over „Waar de blanke top der duinen" door
Johan Dol en aan de keerzijde „The leader of
the band", beiden onder leiding van Loo van
Broekhoven. Slechts enkele van deze platen
zijn verkrijgbaar ad 4.75 per stuk. Wie een
plaat als herinnering aan „De Koperen Knoo
pen" wil bezitten, kan zich vervoegen bij den
heer Van Schie, Keizerstraat 120,
Van den heer M. Kwast.
Zooals men elders in dit nummer leest,
opent morgen, Woensdag, de heer M. Kwast,'
oud-belastingambtenaar te Den Helder, een
administratiekantoor en wel in het perceel
Boerhaavestraat no. 63.
Men kan zich hier, naar wij vernemen, van
de meest verscheiden adviezen voorzien, zoo
als o.a. met betrekking tot alle belasting
zaken, administraties, vragen inzake woning
kwesties en voorts voor alle voorkomende in
casso's. Ook op verzekeringsgebied is de
heer Kwast werkzaam. O.a. is hij vertegen
woordiger van de Noordhollandsche Brand
waarborg Mij. van 1816, te Oudkarspel.
Waar de heer Kwast een uitstekende naam
geniet hier ter plaatse, kan het niet anders
of zijn bureau zal blijken in een behoefte te
voorzien. Speciaal, waar tegenwoordig het
administreeren een zoo omvangrijke zaak ge
worden is, dat men haar, zonder kundige
hulp, alleen niet meerverwerken kan.
Voor een moeder en S jonge poesen
kinderen
Bij tijd en wijle pleegt het nog voor te ko
men, dat vertrokken stadgenooten hun huis
dieren in de steek laten; een even wreede als
onsportieve handeliwijze.
Zoo vond dezer dagen mevr. Basie, Dijk-
straat 10, in haar tuin een kwartet, bestaan
de uit een moederpoes in gezelschap van 3
poesenkinderen, die zoojuist het levenslicht
aanschouwd hadden. Het betreft hier eenige
bijzonder mooie dieren: er bevindt zich name
lijk 1 Cypersche poes bij en 2 bonte, die op
alleraardigste wijze zwart en wit gevlekt zijn.
Wie weet een goed tehuis voor deze lief
tallige zwerversHij kan zich vervoegen
aan genoemd adres in de Dijkstraat.
Uit het 'P.o-lüie. hxvp.pxy.'d
VEELBELOVEND.
De politie ontdekte enkele dagen geleden een
minderjarig jongmensch dat zich in de Spoor
straat op verdachte wijze ophield. Het bleek
dat de knaap uit Amsterdam gekomen was met
geld op zak hetwelk z'n moeder hem gegeven
had om enkele boodschappen te doen. Hij is
franco teruggebracht naar de hoofdstad en
aan de ouders overgegeven.
GEARRESTEERD.
Een stadgenoot werd aangehouden en ge
arresteerd, als zijnde verdacht van diefstal van
diverse kleine diefstallen.
Er is een vroolijk lied begonnen laat in
't jaar,
al is de wijs weemoedig, maar wel klaar
en zuiver. Ik lig in 't zachtgroen mos
en luister naar het lied. De boomen van
het bosch.
zingen het! ze brommen t in den baard
en helmen fluist'ren 't als er de wind door
vaart.
De blije zon doet mee; ze schijnt door
dennenkronen
in gouden bundels op den grond onder de
boomen,
waar felrood lijsterbessen kleuren tusschen
herfstig blad
en goudbruin varens ruischen. Een mul pad
kronkelt omhoog tusschen die bronzen zee.
Wèl vallen stil de blare' in ritselend wemel.
Maar bóven 't herfstbosch staat lichtblauw
de hooge hemel.
En óm mü bruischt het lied, en in mij zingt
i het méé.
Lex Dfl er.
DIEFSTAL.
Een bewoner van de Schagenstraat deed bij
de politie aangifte, dat uit zijn woning aan
de Cronjestraat een deel van een gramofoon
plus een closetborstel verdwenen zijn. Een
onderzoek -wordt ingesteld.
WAAR ZIJN DE BONNEN?
Een bewoner van de Doggersvaart deed
aangifte dat men een aantal zijner distribu
tiebonnen ontvreemd heeft. Ook hiernaar
stelt men een onderzoek in,
RUITEN GOOIERS.
Door enkele jongens werden ruiten in de
Paardenstraat ingegooid. De politie onder
zoekt wie deze vandalen zijn.
NOG ZOO IETS.
Ook van een perceel aan de 1ste Vroonstraat
werden de ruiten ingegooid.
door J. K. S.
Kentering.
Onze oud-stadgenoot, de heer 3. Kil jan,
slaagde te Amsterdam voor het le gedeelte
van het examen electrotechniek.
Henriëtte Krooss, Badhuisstraat 34.
Maartje Coevert, dienstbode, Kortevliet 34.
Antonia Philippo, inpakster, Spoorstraat.
W. Krijgsman, winkelbed., Ruijghweg 52.
J. C. de Bruijn, los werkman, en gezin, Bree-
straat 30.
Martina A. Koenen, Ruijghweg 78.
B. J. Roelofs, candt. civ. ing., Kerkgracht 5a
Helena v. Hartingsveldt, dienstbode, Gouds
bloemstraat 1.
Margje Post, dienstbode, Schoolweg 1.
Cornelia, Sluijter, dienstbode, Weezenstr. 36.
H. J. Reuser, Van Galenstraat 77.
P. de Vroome en echtgen., Gasstraat 43.
J. C. Verwoert, matroos K.M., en gezin, H.
de Grootstraat 9.
F. Tot, visscher, en gezin, Vijzelstraat 205.
J. van Til, Spechtstraat 14.
A. Pronk, mil. werkman, en echtgen., HeC-
tor Treubstraat 26.
J. W. Scheffersvan der Strutjs, Smid
dwarsstraat 9.
J. J. van de Werken, bootsman K.M. (bui
tenslands), en gezin, Joubertstraat 20.
P. Nauta, sergt.-mach. (buitenslands), en
gezin, Herzogstraat 48.
C. J. J. Smit, Huisduinerweg 3.
Elisabeth J. Kluizenaar, hulp i. d. huish.,
Stationsdw.straat 3.
E. G. van Rangelroojj, marechaussee, Bree-
dwarsstraat 2.
O. BraakmanKoopmans en kinderen? Hec-
tor Treubstraat 72.
B. C. de Koning, marinier (buitenslands),
en ecjtgen., Koningdwarsstraat 36.
Al lang waren de verschijnselen van den
komenden herfst zichtbaar. Maar wanneer
baas herfst ook volgens den kalender zijn in
trede heeft gedaan, zijn de teekenen overal
duidelijker en sprekender geworden. Er valt
niet meer omheen te praten, het valt niet
meer te ontkennen; het is herfst geworden.
Alles is immers anders geworden, overal zijn
immers veranderingen merkbaar?
De kleuren van de nog bloeiende bloemen
zijn niet meer zoo fel en uitbundig als in
den zomer. Het groen van boom en plant
wordt donkerder van kleur; het is niet gaaf
meer, aangevreten door insecten'; verregend
en verwaaid en niet zelden vaart de eerste
dorring van den herfst erover of er vallen
al bladeren omlaag, terug naar moeder
aarde.
Ook het licht is anders. Heel anders dan
in den zomer, wanneer 't één helle klatering
van licht is. 't Is nu alles bezonkener, rusti
ger, stiller ook. Vaak zijn de dagen ijl-teer-
blauw, zonder wind en doortrokken van een
onzegbare rust. 't Is een genot dan rond te
zwerven in de natuur. Teer speelt het licht
over rijpende vruchten en herfsttintige bla
deren, een innig kleurenspel in allerlei
warme schakeeringen van rood en geel,
bruin en goud. Zie, in de tuinen, waar gou
den en oranje goudsbloemen bloeien, waar
gele en roode Oost Indische kers kleuren,
waar bloedend roode geraniums en veel-
tintige asters en dahlia's staan. Bij tientallen
glanzen de donkerroode bottels aan de roze-
struiken, tusschen het dorrend loof kleuren
de roode wangen der appels en de bronzen
huidjes' der peren.
Zwerf op een herfstmorgen door het bosch,
op zoo'n teerblauwen, pittig-frisschen herfst
morgen. De oude dennenbrommen op den
herfstwind gemoedelijk in den baard en
geuren balsemiek in de zon, en uit den
boschbodem stijgt een scherpe geur van
broeiende humus en naalden. Wolken zilver-
schitterende muggen dansen in de schuin
door de kronen vallende zonnestralen; daar,
waar de zonnebundels den boschbodem be
reiken flonkeren dauwdroppels aan halm en
stengel, glinsteren de bedauwde spinneweb-
ben als zilver tusschen de grassen en glan
zen de moskussens intens-groen. De eerste
kleurige paddenstoelen zijn uit den voch-
tigen bodem opgeschoten. Joelend en tjin-
gelend trekt een troepje meezen door de
dennen.
De vogeltrek begonnen.
Vooral bij de vogels zijn veranderingen
merkbaar. Velen hebben ons al verlaten,
anderen maken zich op om de groote reis
aan te vangen. Veel vogels zijn opnieuw be
gonnen te zingen zoolang de grootste drukte
nog niet heerscht. Het is nog een „zingende
trek"! Vooral de spreeuwen zingen soms of
het lente is. De zwaluwen, die voor ze de
groote reis beginnen soos houden op alle
beschikbare telefoondraden, zingen ook of
ze pas uit hun winterkwartieren zijn terug
gekeerd. Het is daar een plezierig gekrioel
van zwart en wit en een vroolijk gekwetter.
Zingend komen de leeuwerikken door, op
weg naar warmer streken.
Spoedig echter zet de grootste drukte in,
ongeveer begin October, wanneer ook de in
tocht van de bonte kraaien begint. Dan ko
men ze bjj millioenen door, de trekvogels, over
landen en zeeën, soms in kilometerbreede,
onregelmatige horden. Allemaal vogels, die
er de brui aan geven en hun winterkwar
tieren gaan opzoeken.
Veranderingen b(j de planten.
Ook bij de planten verandert het, maar
heèl langzaam. Wel heeft overal vruchtvor
ming plaats, overal waait zaadpluis langs
wegen en dijken, maar voorloopig is het nog
lang niet kaal. Tot diep in December valt er
wel een bescheiden ruikertje te plukken van
nog bloeiende planten, dus nu de herfst nog
Hoé snel de tijd vergaat, bleek ons
dezer dagen, toen wij, bladerend in den
jaargang 1935 van de „Heldersche
Courant", zagen, dat deze rubriek, zon
der een enkele onderbreking, thans
reeds 6 jaren achtereen opgenomen
werd.
Zes jaren Feiten en Fantasieën
Zes jaren critiek, zes jaren ironie, zes
jaren satire, zes jaren spot, zes jaren
van soms vroolijke, soms bittere heke
ling.
Véél werd er in die zes jaren geschre
ven. Bijkans geen enkel onderwerp, het
openbare (en soms particuliere) leven
van deze stad betreffend, werd gene
geerd. Alles en allen kregen eerlijk hun
beurt en eerlijk hun deel. Uitgemeten op
de bekende wijze.
Heeft deze rubriek haar doel bereikt?
Wij weten het niet. Wij weten alléén,
dat Uw dienaar, de auteur, zijn best
heeft gedaan in het belang van
Ja, in het belang van onze gemeen
schap. die hem en ons allen zoo na aan
het hart ligt.
Dat is géén frase. Wij, Jutterszijn
vreemde lieden. Wij kankeren op deze
stad omdat het tenslotte nooit anders
geweest is. Het is als met dien gepen-
sionneerden oud-schipper der Marine,
die berucht was om zijn weergalooze
vocabulaire scheldwoorden over Nieu-
wediep. Hij heeft het vijf en twintig
lange jaren verwenscht tot in de diepste
afgronden. Verleden week kwam ik hem
tegen, nadat hij sedert vier maanden
naar 't schoone Hilversum verhuisd was.
En hij heeft me verteld, dat hij weer hier
is komen wonen, omdat hij hier beter
dan in het schilderachtig Hilversum kan
kankeren.
Zóó is het en zóó zijn we.
Wij hebben gepoogd in deze rubriek
de waarheid te dienen voor zoover dat
mogelijk is. Wij deden het zonder aan-
ziens des persoons en maakten dus vele
vijanden, 't Gaf niet! Wij lazen de booze
ingekomen stukken (een kunst waarin
ieder Nieuwedieper het ver gebracht
heeft) waar de auteur veel naar zijn arm
hoofd geslingerd kreeg dat hem be
spaard had moeten blijven. Er kwamen
uitingen van opgekropte gemoederen en
er kwamen tips voor nieuwe feiten
en nieuwe fantasieën.
En zóó werd deze rubriek een cro-
nique scandaleuse, gehaat en geliefd om
beurten, maargelezen!
Dat was het voornaamste.
En nu nu is de pauze aangebro
ken voor de feiten en ook voor de fan
tasieën. Het doek valt en de spelers ver
dwijnen.
Wij, van de krant, vinden het jam
mer. Zelfs zóó jammer, dat U daar geen
idéé van hebt. Maar het is goed dat U
dit niet persoonlijk aanschouwen kunt,
want de man, die er zoovelen „klein!'
heeft gemaakt, of getracht hen „klein"
te krijgen, voelt zich nu zelf ietwat klein
bij dit afscheid.
De Franschman zegt, dat afscheid
nemen iets met sterven te ntaken heeft.
In dit geval is dat niet zoo. Integen
deel, want al is het doek gevallen, dat
gene wat gezegd is zal in herinnering
blijven. En eens, wie weet hoe.spoedig,
komen de spelers terug en zal het stuk
zijn voortgang vinden.
Tot onze vrienden zeggen wij: be
houdt Uw belangstelling voor deze
stad en voor alles wat haar nu eenmaal
Den Helder doet zijn. Alles, wat haar
die bijzondere bekoring geeft van zee
stad. Laat de winden er vrij doorheen
blijven jagen, ook door de harten van
haar bewoners.
Een sterk en vitaal volk toonde zich
de Heldersche gemeenschap. Nóch door
bommen, nóch door ontwrichting, nóch
door wanhoop liet zij zich blijvend neer
slaan door het Noodlot.
Laat het zóó blijven; behouden wat wij
hebben, ook al is het dan nóg zoo weinig
En dapper de toekomst tegemoet.
Geen pessimisme geen défaitisme
dat is on-Helders en onmannelijk. Dat
kent geen zee-volk.
Het doek valt en de spelers gaan naar
huis.
Maar wie zal zeggen dat dit niet
alleen een korte pauze is, waarin de
spelers zich gereedmaken voor een vol
gende acte, mijne vrienden?
pas is ingezet zeer zeker nog efn omvang
rijk bojiquet.
Zelfs komt er nog nieuw leven bij. Kijk
maar eens in het bosch. Overal trekken kleu
rige paddenstoelen hun kringen en juist dit
jaar waren deze kinderen van den herfst
buitengewoon vroeg. Eind Augustus konden
de paddenstoelliefhebbers hun hart al volop
ophalen. Dat kwam natuurlijk van den bui
tengewoon vochtigen zomer, bron van ergernis
van de vacantiegangers. Maar de mycologen
juichten en juichen- nog, want ook de herfst
is tot dusver buitengewoon rijk aan vocht.
Overal op de boschpaden wemelde het in
Augustus al van de hagelwitte stuifzwam-
metjes, boleten waren met allerlei vormen
en kleuren vertegenwoordigd, sierlijke klok-
kenhoedjes stonden op hun ragfijne steeltjes
tusschen het mos en op de weiden trokken
de weidekringzwammen hun heksekringen
al in eiken herfst.
Van de vele regens in Augustus profi
teerden intusschen niet alleen de padden
stoelen. Ook de mossen begonnen half
Augustus al nieuwe uitloopers te vormen,
iets wat ze normaal pas in October doen.
Zelfs hadden sommige soorten al gebloeid,
want hier en daar groeiden in Augustus al
sporendoosjes omhoog. Die zullen pas over
meer dan een jaar rijp zijn; Dan zullén de
sporen weg stuiven op den wind en elke
spore zal aanleiding kunnen geven tot een
heel nieuw mosplantje.
Ja, de herfst is een prachtige tijd. Wel
stemt het tot weemoed, dat alle veranderin-
fen, die plaats grijpen heenwijzen naar den
omenden winter en veelal niet anders zijn
dan voorbereidingen om dien barren tijd
door te komen of te ontkomen.
De herfst is mooi, vooral wanneer de zon
schijnt. Geniet van die dagen, want elke dag
ls winst. Kruipt de zon achter grijze wolken
flarden, dan is alles opeens zoo vaal, zoo
grauw geworden. Dan kan het al zoo echt
triest zijn. Het ritselen van de vallende bla
deren lijkt dan wel alle vroolijke geluiden te
overstemmen!
Vooruitgeworpen schaduwen van den
komenden wintertijd!
Deel IV, door J. C. Mollema. Verschenen bij
de ui tg. Mij. Joost van den Vondel.
Wij ontvingen van bovengenoemde uitgevers
maatschappij dl. 4 van „De Geschiedenis van
Nederland ter zee", in dezelfde kostelijke uit
voering als de 3 voorgaande deelen.
Hier heeft men thans een werk wat men in
handen van ieder Nederlander zou willen wen-
schen. Omdat het een werk is waarin men op
bijzonder juiste wijze historisch voorgelicht
wordt inzake de vaderlandsche prestaties in
het verleden ter zee. Een boek, eenvoudig ge
schreven door Mollema (er is welhaast geen
beter kenner dezer materie in ons land, dan
juist hij!) en leesbaar niet alleen voor histo
risch gevormden doch tevens voor leeken.
Hier krijgt men een prachtig overzicht van
de 3en en 4en Engelschen oorlog, men leest van
het opkomst en het verval van 's-lands zee
macht, men leest van den slag bij Kamperduin
en van den ondergang der „Zeven Provinciën"
Kortom, men krijgt een tijdsbeeld, zoo klaar
en zoo overzichtelijk als men vergeefs zoekt in
de geschriften over de vaderlandsche historie
ter zee.
En daarom mag dit werk van Mollema als
uiterst belangrijk beschouwd worden. Hier
krijgt men voor zich het resultaat van' studie
van vele jaren en een resultaat dat geken-
merk wordt, door een degelijkheid, die men
zelden aantreft.
Wij kunnen dit boek warm aanbevelen en
geven den lezer in overweging eens een pro
spectus bij den uitgever aan te vragen. Hij zal
verrast en verbaasd zijn te aanschouwen wat
de Ngderlandsche boekdrukkunst hier ge-
Tju-ocht heeft en zal zich tevens rijk voelen
met het bezit van een dermate schoon en
leerzaam werk.
Omstandigheden maken het ons onmoge
lijk thans een uitgebreide beschouwing aan
dit werk te wijden, zooals wij dit voorheen
deden. Het bovenstaande zal echter wellicht
voldoende zijn om den lezer de overtuiging
te schenken, dat hier sprake is van een
exclusieveuitgave,
A. C. van Kampen.
Poe's verhalen.
Reeds eerder schreven wij waardeerend
over de bekende serie van „Contact" te Am
sterdam. „De Onsterfelijken".
Hier krijgt men een aantal werken van be-
roemde auteurs, vertaald door de beste
krachten op dit gebied in Nederland.
Zoo juist is thans verschenen een selectie
verhalen van Edgar Allan Poe, den beroem-
Amerikaanschen auteur van fantastische
geschiedenissen. Voor liefhebbers van dit
genre (en wie is dat niet!) om van te wa
tertanden. Het is Vestdijk, die de vérhalefr in
perfect Nederlandsch overzette en daarmee
weer eens zijn bijzondere gaven demonstreer
de. ook de inleiding van Vestdijk over de
nguur Poe en dienst plaats in de litteratuur
is zeer belangwekkend en bevat diverse in
teressante opmerkingen.
v0V^"itS m°ge er op £ewezen worden, dat
Vastdijk er in slaagde een „Querschnitt" van
f geven' omdat hij van ieder
w 6611 aan verhalen koos.
Waar het boek suggestief geïllustreerd werd
is net aan geen twijfel onderhevig of menig
i«w?.lnnaar zal zich dit deel der „Onsterfe-
igken' aanschaffen.
R^VfHeens Jn deze serie verscheen Emily
«„T ut woeste hoogte" („Wuthering
Heights Het beroemde boek van de be-
°®mde so^fster, dat aan geen jaar of ge-
gebonden is, doch, integendeel, voor
aue tijden en voor alle menschen. Een prach
tig brok litteratuur, waarvoor ook in dezen
gd ongetwijfeld belangstelling zal blijken te
-oestaan.
Ook dit deel werd op bijzonder geslaagde
wijze typografisch uitgevoerd.
A. C. v. Kampen.