Be leekt roevers van Zinloos geofferd Weet^ L[ het^ no# Rijksarbeidsbemiddeling in dezen tijd Strijd ca Overwinning Goedgeslaagde vergade- ring van het N.V.V, te Schagen Bierafleveriog tijdelijk stopgezet Colijn als de kwade geest van alles te beschouwen Dr. Burinesters DE LEIDER DER N.S.B. SPREEKT RADIOPROGRAMMA Aan de positie der landarbei ders ontbreekt nog veel. De arbeiders blijven scep tisch, zoolang werkgever en werknemer nog ongelijke t rechten hebben. Van den Landstand allereerst verbin dendverklaring van het man telcontract verwacht. Voor afdeelingsbestuurders en vakgroepleiders van het N.V.V. zou Zaterdagmiddag in het Noordhol- landsch Koffiehuis de heer C. H. C. Sprenger, directeur van het Gewes telijk Arbeidsbureau een inleiding houden over doel en wezen der, rijksbèmiddeling. Te elfder ure was de spreker verhinderd, de heeren G. C. Sloof en Dr. J'lomp, ambtena ren van den dienst, vervingen hem. De heer W. Kraak, districtleider van het N.V.V. te Den Helder leid de de zeer goed bezochte bijeen komst, waarop alle vakgroepen ver tegenwoordigd waren. De heer G. C. Sloof beharfdelde het algemeen gedeelte- der bemid deling. Spr. schetste^n groote trek ken den overgang v. d. gemeente lijke diensten in den rijksdienst en wees er op, dat het gemis aan con-' tact nu de plaatselijke agenten zijn uitgeschakeld, zoo goed mogelijk wordt ondervangen door de zitda gen der speciale bemiddelaars. Spr. ontveinsde zich niet, dat de meer dere administratieve formaliteiten de arbeiders nog wat kopschuw doen zijn, spreciaal ook wat de uit zendingen naar Duitschland be treft'. Men moet echter niet verge ten dat Nederland steeds een ar beidersoverschot had en steeds een koloniseerend land is geweest. Er is bovendien een scherpe selectie. Men moet tenslotte het doel van den dienst steeds zóó zien: het zoo spoedig mogelijk plaatsen van alle arbeiders in het vrije bedrijf, zoo dat steunverleening en stempelen tot historie kunnen worden. Den landarbeider tekort ge daan. Spr. zegt met nadruk, dat den landarbeider de laatste jaren te kort is gedaan. (Niet de laatste ja ren, maar al lang. De heer Sloof le ze eens het documentaire werk: 40 jaren landarbeid, uitgegeven door den Bond van Arbeiders in het Landbouw, Tuinbouw en Zuivelbe drijf Red). De steunnormen in de steden waren veel te hoog te genover de loonen op het platte land. Deie toestanden zullen niet terugkeeren, meent spr., als Noord- Holland straks aan de scheurplicht heeft voldaan, zal men in de pro vincie 6000 landarbeiders tekort komen. Mat vraagde heeft spr. gecon stateerd dat de betreffende com missie uitd en Landstand rege lingen treft den landarbeider een menschwaardiger bestaan te geven. Daar ontbreekt nog veel aan. Er zijn boeren in de Wieringenneer aldus spr., wien ik volgend seizoen geen arbei der zal zenden, omdat voeding en huisvesting beneden alle critiek waren. Het bureau zal allereerst met de belangen der arbeiders rekening houden, het is daarom eigenaardig dat juist de arbeiders nog zoo'n af schuw toonen voor het werk van 't bureau. Dengenen die zoo bang voor Duitschland zijn, kan spr ge ruststellen. Hij heeft de verzeke ring der Duitsche autoriteiten ge kregen, dat geen landarbeider in Noordholland gedwongen zal wor den naar Duitschland te gaan. zoo lang er in Noordholland zoo'n ge brek aan landarbeiders is. Inschrijving en documenta tie. De heer Dr. Plomp voerde aan dat het bureau zijn werkzaamhe den slechts kan gronden op gede gen kennis der feiten. Het produc tiesysteem was gegrondvest op de wet van vraag en aanbod, welke wet zich kristalliseerde in de prijs verhoudingen, tot de macht van 't grootkapitaal de prijsverhoudingen als regulator uitschakelde. Bewuste prijsregeling werd noodig, daardoor ordening der productie en dus ook van zijn voornaamste factor: den arbeid Het bureau nu stuwt den arbeid door beroepsscholing, her scholing, beroepskeuze en voorlich ting in een bepaalde richting: een arbeidskracht wordt op de meest juiste wijze in het bedrijf geplaatst In de toekomst zal het bureau daar toe zeer uitvoerige gegevens van werklooze en werkende arbeiders noodig hebben, 't kaartsysteem eii het arbeidsboek moeten elk oogen- blik geraadpleegd kunnen worden. Regeeren is vooruitzien, het bu reau moet op de feiten vooruitloo- pen om structuur-veranderingen te kunnen opvangen. De jongeren vooral moeten door strenge selec tie hun kans krijgen, eerst dan zal de werkloosheid geleidelijk verdwij nen. Vragen. Een levendige gedachtenwisse- ling volgde: Hieruit bleek, dat er nog heel wat plaatselijke grieven waren en ook dat het bureau door de omstandigheden vaak niet in staat was moeilijke kwesties op te lossen. De ambtenaren zegden toe met de wenschen zooveel mogelijk reke ning te zullen houden .en wezen er op dat het bureau nog slechts een half jaar werkt, zoodat men er-nog niet alles van kan verwachten. Uit de vergadering kwam een stem naar voren, die nog steeds de arbeidsbemiddeling als een ver koop van arbeidskracht beschouw de, omdat werkgever en werkne mer nog steeds geen gelijke rechten hebben. Betoogd werd, dat de arbei ders het nog steeds zélf moeten doen, door allereerst de ongeorga niseerden op te wekken zich a^n te sluiten bij het N.V.V. Tenslotte werd er uit de vergade ring op gewezen dat thans de on georganiseerden de georganiseerden uitlachen, omdat de laatsten veel meer plichten ^kennen en de be looning niet hooger is. Van den Landstand verwachten de arbeiders, dat allereerst het man telcontract wordt aangenomen, op dat men niet weer in handen valt der rijksbemiddelaars. Scherp werd ook veroordeeld het feit, dat „de grootste parasiet", zoo als onder appalus een der aanwe zigen verklaarde, de Ned. Heide maatschappij bij het sneeuwoprui- men bijv. werd ingeschakeld, zoo dat van eenige behoorlijke beloo ning en behandeling geen sprake was. In zijn slotwoord wees de voor zitter erop, dat ongeveer alle klach ten evenzoovele aanbevelingen wa ren het N.V.V. te steunen, omdat slechts één machtige arbeidersor ganisatie in ons land, in goede sa menwerking met de departementen, (waaraan thans volgens voorzitter nog wel iets ontbreekt) aan de grieven een einde kan maken. Spr. kondigde aan dat het N.V.V. ver gaderingen zal beleggen, waarop menschen van Winterhulp en Ned. Volksdienst aan, het woord zullen komen. Voorraden moeten tegen be derf beschermd worden. 's-GRAVENHAGE, 16 Febr. Het Rijksbureau voor de Voedselvoor ziening in Oorlogstijd deelt mede, dat ten gevolge van verschillende omstandigheden het brouwen van bier reeds zeer moest worden be perkt. In de eerste plaats zal thans ge zorgd moeten worden de biervoor- raden tegen bederf te beschermen Deze biervoorraden zijn zeer aan zienlijk. Er ligt immers steeds veel jong bier in de kelders der brouwe rijen te rijpen. Teneinde deze voorraden zoolang mogelijk te beschermen is besloten de .bieraflevering door alle brouwe rijen stop te zetten. j 162. Opeens stemmen, ge schreeuw en gedraaf. Ha, daar kwa men menscheti de hoek om, hoera! De vliegeniers waren er ook bij; Piet schreeuwde zoo hard hij kon, gelukkig zag de bestuurder hem, maar ze schenen zoo'n razende haast te hebben, dat hij Piet als een bundeltje oude kleeren onder zijn arm pakte en doorliep. Mussert over het drama in Indië WEET U het nog, gij, die thans van Engeland en zijn bondgë- no'oten alle heil verwacht? En an ders heeft vader of grootvader het toch zeker wel eens vertelt, want zoo héél lang geleden is het nu ook niet, dat de ware Nederlander, de vader van „de ware Nederlan- der"-van-thans, wel iets anders dacht over het eiland-aan-de-over- zijde dan zijn zoon nü. Misschien, omdat er toen nog geen kameraadschapsavonden wer den gevierd waarbij Nederland voor een aantal vrouwen en kin deren zorgde en Engeland de bom men leverde om ze om het leven te brengen. Zooals nu. Of zou men het toen tóch bij het rechte eind hebben gehad en door het masker hebben heengezien? Dat de Nederlandsche pers thans over Duitschland veel goeds en over Engeland veel kwaads vertelt, nu ja... nu ja... zegt „de ware Ne derlander", da's nogal wiedes. Maar in dien goeien ouwen tijd dan, waar we het zoo graag over hebben, toen de journalist, niet waar, ware Nederlanders nog rpocht schrijven wat hij wilde, toen wij ons fier op de borst klopten, wij het vrije volk van Nederland? Laten we het eens bekijken, want wat de journalist schreef in de ja ren tusschen 1895 en 1900 is de moeite waard herlezen te worden. Tot leeringhe ende vermaeck... Kunnen we zoo wel wat neer schrijven? Néé, néé, we zullen man en paard noemen, wie ons niet gelooft, mag zelf de oude jaargangen komen nasnuffelen. Eerlijk spel. Maar laten de „ware Nederlan ders" dan ook eens één keer dur ven bekennen dat... nu ja_. mis schien de heer Churchill wel wat boter op zijn hoofd heeft. Eerlijk spel Hoe dacht Nederland op de wisseling der eeuwen? Uit het politiek overzicht van de „Schager Courant" van 19 Febr. 1899. „Het is eene besliste waarheid, dat men met geld veel doen kan. Dat is niet alleen het geval In het gewone maatschappelijk leven, ook in de politiek sipeelt het een hoofdrol. Wat Engeland al niet door geld heeft verkregen! Het heeft er vor sten en volken mee omgekocht een voorbeeld dat thans tromV door den Angelsaksischen neef van over den Oceaan wordt nagevolgd. De vriendschap van vele Indische vorsten is door Engeland met geld gekocht. Jaargelden, toelagen, subsidiën, geschenken, dotaties, heb ben het in Zuid-Azië meer terrein verschaft dan de bajonetten. Zoo is vele jaren de Emir van Afghanistan door de kracht van een jaar geld Engelands trouwe dienaar geweest, zoo was tot voor ©enigen tijd de Iman van Maskate door de kracht der edele schijven een geacht bondgenoot." Uit het politiek overzicht van de „Schager Courant" van 29 Oct. 1899. „Waarom de Engelsche regeering van een eenvoudig voorpostenge-, vecK (bij Ladysmith, Red. 1942) eene schitterende overwinning maakt? Daar zijn vele en* velerlei redenen die zulks wenschelijk maken. Daar is in de eerste plaats de speculatiehandel in de mijnaandeelen, die van de EngelschAfrikaansche Compagnie niet te vergeten. Bij elk overwinningsbericht gaan die aandeelen sterk in de hoogte, waarbij de geldmannen, steun der Britsche regeering, goede zaken maken. Wel zakken dan na één of twee dagen de papieren, maar ook die daling is welkom, daar de geldfirma's dan tegen lageren koers de papieren terugkoopen. Bij iedere „schitterende" overwinning herhaalt dit spelletje zich opnieuw. Dat noemt men zaken doen M EEN, lezer, die de inleiding heeft overgeslagen, dit is niet vertaald uit een Duitpch of met Duitschland zich verwant voelend blad anno 1942, maar werd geschre-, ven drie en veertig jaar geleden in een Nederlandsch blad. Het is te aardig om niet nog eens weer oude herinneringen op te halen. Wij zullen U binnenkort o^er een ander onderwerp weer eens vra gen: „Weet U het nog?" INDIË SINDS 1936 AANHANG WAGEN VAN EEN ENGEL SCHE LOCOMOTIEF MET AMERIKAANSCHE KOLEN GESTOOKT. In een uitvoerig artikel Van Volk en Vaderland, bespreekt Mussert de laatste berichten welke uit Ned.- Indië tot ons kwamen. In verband daarmede komt hij tot een opsomming van de voor naamste feiten welke bepalend zijn geweest voor het lot, dat onze Oost- Indische bezittingen thans onder gaan en waaruit het antwoord op de schuldvraag ondubbelzinnig is af te leiden. Hij kan eohter niet na laten allereerst zijn diepgevoelde deelneming te betuigen in het ver lies, dat vele Nederlandsche gezin nen heeft getroffen door het omko men van honderden marine-man nen, hij de vernietiging van het grootste deel der Nederlandsche vloot en voegt daaraan toe: „Duizenden vrouwen en kinderen hebben hun echtgenooten en va ders voorgoed verloren. Hun smart is de onze. Hun rouw is de onze. Hun zorgen zijn de onze. Wanneer er eens weer een Nederlandsche re- geewng zal zijn, zal deze doen, wat in haar vermogen is om althans de materieele gevolgen te verzachten, zooveel dit haar mogelijk is." Mussert beschrijft dan hetgeen door zijn bezoek aan Ned.-Indië in 1935 omtrent de ware bedoelingen der toenmalige Nederlandsche re geering aan het- daglicht trad, waaraan wij het volgende ontlee- nen: „In den zomer van 1935 bezocht ik Indië en werd daar tweemaal ontvangen door den toenmaligen landvoogd jhr. de Jonge, niettegen staande de toenmalige minister van Koloniën, dr. Colijn, de telefoon gloeiend praatte om hem te bezwe ren mij niet te ontvangen. Maar Jhr. de Jonge was een kerel en liet zich door Colijn niet voorschrijven wien hij al of niet zou ontvangen. Hij ontving den leider der N.S.B. en haalde zich daarmede den haat op den hals van alle politiekelin- gen. Van den opper-politiekeling dr. Colijn in Nederland tot den zet baas der R.K. Staatspartij in Indië, Piet Kerstens, toe". En toen „In 1936 trad jhr. de Jonge af als gouverneur-generaal van Indië. Wie zou hem opvolgen? Een be kwaam en ervaren man, die het schip van staat in indië veilig door de woelige wateren zou sturen? Een persoon, die de gehoorzame dienaar zou zijn van dr. Colijn die op zijn beurt weer de gehoorzame dienaar was van Londen, terwijl Londen reeds toen aan den leiband liep van den rijken grooten broer: Amerika? Die is ook gevonden, of waar schijnlijk zelfs aangewezen door Roosevelt. Wie was.de gelukkige? FEUILLETON Ro.nai van Hans Hirihainmer i N rtfruk verboden 53 „Zoo mag ik het hooren! Maar nu zullen w<i eerst maar eens aan tafel gaan, ja? Hansje heeft natuurlijk honger als een wolf, nietwaar, m'n jongen?" De jongen knikte toestemmend en probeerde heimelijk een blik in de schalen te werpen. Daar de tafel te hoog bleek, kreeg Hansje eenige sofakussens op zijn atoel en daar zat hij nu als op een echten troon. Hij voeldé zich zoo trotsch als een pauw en zelfs het feit, dat zijn moeder hem een ser vet voorbond, teneinde te Voorko men, dat h(j zijn paradepak be smeurde, vermocht daaraan geen afbreuk te doen. „Hopenl(jk smaakt het u!" rtioe- digde Magda haar gasten aan en dan werd het 'n heel poosje stil. Bleehts het eentonige geklikklak van lepels en vorken verbrak de stilte. Toen de groente werd opgediend, kwam Magda Helling met haar nieuws voor den dag. „Ik heb vanochtend al mijn heelen kennissenkring telefonisch gealar meerd. Een dame,die eenige ver plichting aan mij meent te hebben, is bevriend met een arts en had ge hoord, dat die iemand zoekt. Zij wilde vandaag nog naar hem toe gaan en zou rfiij dan onmiddellijk meedeelen, of het werkelijk iets is. Een andere dokter, onder wiens be handeling ik zelf eenigen tjjd ben geweest, is helaas voorzien, maar hij heeft beloofd, dat h\j eens bij zijn collega's zou informeeren. Mochten al deze pogingen deson danks zonder resultaat blijven, dan zullen we eens een advertentie in een of ander vaktijdschrift plaatsen. U zult eens zien, hoe gauw ons streven met succes bekroond wordt". „Dat zou werkelijk heerlik z(jn. Ik heb er intusschen al met uw moe- "der over gesproken en die heeft zich direct bereid verklaard overdag op den jongen te letten." „Ja. daar heb tk geen oogenblik aan getwijfeld! Alleen vrees ik, dat zij den knaap op een gruwelijke ma nier zal verwennen". Mevrouw Helling aphoof haar jeugdigen gaat juist een bord met een omvangr(1k stuk appeltaart toe, toen de telefoon ging. Z(j haastte zich naar het kleine schrijfbureau, dat in een h.oek bij het raam stond en nam den hoorn van den haak. „Mevrouw Helling! Ach, Lenie, ben jij het! Ben je er al op uit ge weest? Ja, een oogenblik, dan zal lk het even opschrijven!" Ze bedekte den microfoon met haar hand en knipoogde naar Mariene. „We heb ben al wat, mevrouw Burmester!" Ja, hallo, daar ben lk weer. Linkstraat 16? Dokter... hoe heet Aha, Welkenlaub, ja, ja, Welken- laub! Vanmiddag tusschen vier en vijf uur? Prachtig, hoor, ik zal er met die dame heengaan en me op jou beroepen. Dat kan ik toch gerust doen, niet? Prachtig! Nou, Lenie, dat heb je keurig voor elkaar ge bracht, dank je wel hoor! Nee, dat kan ik nog niet met zekerheid zeggen, misschien de volgende week eens! Je weet, ik zit tot over m'n ooren in het werk. Ja tot ziens dan en nogmaals hartelijk dank, hoor Lenie!" Z(j legde den hoorn weer op den haak en trad verheugd op Mariene toe. „Nou —r u hebt hét zeker ge hoord vanmiddag moet u zich gaan voorstellen. Ik zal met u mee gaan. En, bent u nu tevreden met me?" Mariene straalde over het heele gezicht. Zoo goed meende Fortuna het dus met haar als ze maar den moed had om zich te handhaven! O, Lorenz zou opkijken! Hoe innig ver langde ze naar het oogenblik, dat ze het hem zou kunr.en vertellen. Voor.Hansje werd een slaapplaats op den divan gereed gemaakt, maar eerst nadat hem de noodlge verras singen in uitzicht waren gesteld, liet hij er zich toe bewegen zijn oogen te sluiten. „U kunt den jongen gerust hier laten, als wij naar de Linkstraat gaan. Mijn trouwe gedienstige Thera zal wel op hem passen. Zij heeft mijn zoontje vroeger onder haar Hoede ge had en ze zal ook met Hansje wel spoedig dikke vrienden worden." Drie uur lat :r lieten de beide vrou-' wen zich bij dr. Welkenlaub aandie nen. Een oude jongejuffrouw, die een antieke lorgnet op haar omvangrij ken neus balanceerde, bracht de belde dames naar de wachtkamer, waar eenige patiënten om een ronde tafel zaten en lusteloos in beduimelde tijd schriften bladerden. „Wij zijn door dr. Welkenlaub hier ctboden", lichtte mevrouw Helling toe. „Deze dame zou zich komen voorstellen als assistente". De vrouw wierp een ietwat wan- trouwigen blik op Mariene, bromde iets onverstaanbaars en begaf zich daarna naar de spreekkamer. Wordt vervolgd. 1 Jhr. Mr. Alidius Warmoldus Lam- bertus Tjarda van Starkenborgh Stachouwer. Hoe kwamen zij, of juister gezegd, hoe kwam dr. Colijn aan hem? Laten wij den heer Tjar da zelf aan het woord: In een onderhoud met onzen toen maligen gezant te Berlijn, jhr. van Bappard, verklaarde hij nooit in zijn leven zóó stom verwonderd ge weest te zijn als toen Colijn hem aanzocht om gouverneur-generaal te worden: hij verklaarde nl. hoege naamd niets van Indië te weten en ook nooit zelfs maar de minste in teresse voor dat land te hetoben ge had, om welke reden hij zich steeds stelselmatig er van onthouden had om iets over Indië te lezen, dan wel zich op eenigerlei andere wijze van de toestanden in dat land op de hoogte te stellen. Is deze benoeming dus alleen een waanzinnige lichtvaardigheid van den doodgraver van het Nederland sche imperium, dr. Colijn? Ja, in dien men alleen ziet naar dén heer Jjarda. Neen, indien men ook ziet naar zijn vrouw. Zijn vrouw is nl een Auierikaansche, genaamd Chris tine Marburg, geboren te Baltimo- re in de Vereenigde Staten. Zij is een dochter van Theodoor Marburg die in Washington thuis is, want hij was eens gezant van de Vereen. Staten in België. Met de benoeming van den heer Tjarda, die zich om Indië niet bekommerde, beklom te vens deze Amerikaansche. de vertrouwensvrouwe van Roose velt, den Buitenzorgschen troon. Aanhangwagens. Neemt men daarbij in aanmerking de uitgesproken Engelsche en Ame rikaansche familie-relaties van den minister v. Buitenlandsche Zaken van Kleffens en de slaafsch-anglo- phile dr. Colijn, dan is duidelijk dat van 1936 af zoowel Nederland als Indië aanhangwagens waren van een locomotief, die met Ameri kaansche kolen in Engeland reed Het drama Indië begon in 1936. Nauwelijks was jhr. de Jonge ver trokken, of eenige politiekelingen werden onder-leiding der R.K.S.P derwaarts gezonden. Door hen werd de N.S.B. bezwadderd, in hoofdzaak om stemming te kweeken tegen IHntschland en Italië, waardoor In diëdn het kielzog van Engeland en Amerika moest worden gebracht. v Uud-minister Verschuur en de nu in Londen als minister optredende Piet Kerstens leverden het leeuwen aandeel in dit verachtelijke spel Een geheim verdrag met Engeland werd aangegaan onder de leuze: isoleer Japan economisch. Mussert beschrijft den duidelijken onwil van 't Nederl.-Indische gou vernement, waarvan de heer Van Mook als woordvoerder optrad, om met Japan tot overeenstemming te komen: „Nederlaijdsch-Indië boycotte Ja pan, nam openlijk deel aan de eco nomische omsingeling van Japan door Engeland en Amerika. Het weigerde Japan petroleum te leve ren en stuurde zijn tankbooten naar Wladiwostok om de olie aan de Sovjets te leveren! Ned.-Indië trad toe fot het A.B. C.D.-front. Het wprd door de diena ren en aanbidders van Engeland en Amerika in het front tegen Ja pan geplaatst, zooals de kwade geest van alles, n.1. dr. Colijn, Ne derland in dienst van Engeland te genover Duitschland had geplaatst. Iets verder vervolgt Mussert: De oorlog. ,,Op 7 December verklaarde Ja pan den oorlog aan Engeland en aan de Vereenigde Staten. Dien zelfden ochtend werd een belang rijk deel van de Amerikaansche Pacific-vloot in Pearl Harbour op Hawaii vernietigd. Dit verhinderde niet, dat de z.g. Nederlandsche re geering in Londen in den nacht van 7 op 8 December aan Japan den oorlog verklaarde." „De Japansche regeering be schouwde de oorlogsverklaring van de emigranten-regeering in Londen blijkbaar als, ongeldig en Verklaarde na de ontvangst daarvan uitdrukkelijk, dat Ja pan slechts twee vijanden had, n.1. Engeland en de Vereenig- do Staten. Japan beschouwde zich niet in staat van oorlog met Ned.-Indië. In Singapore krijschen de Engel- schen om hulp. Nederkuidsch-InUië gaat daar helpen. De heer van Klef fens, die doet alsof hij echt minis ter van Buitenlandsche Zaken s, verklaart dat men niet neutraal mag zijn. De neutraliteit zelfs op gevat kan worden als ontrouwl" Daarna begint het noodlot zich aau Ned.-Indië te voltrekken, hoe wol nog op 21 Januari door den Ja- panschen minister van buitenland sche zaken aan Batavia de kant werd geboden op zijne gevaarlek* politiek terug te komen. Dc G.G. zat toen echter In Austu- lië, de Luitenant G.G., van was naar Washington vertrokken. Piet Kerstens was reeds in Londen. De heeren waren veilig. De vloot met eenige duizenden piiehisge- trouwe kerels aan boord werd uit gestuurd. Terecht schreef het te Tokio ver schijnende blad Nitschi-Nitschi daarna: „De vijandelijke leiding was blijk baar van alle goden verlaten, toen zij haar oorlogsvloot beval zich in de wateren te begeven, waarhoven hel Japansche marine-luchtwapen de onbestreden heerschappij uit oefent." Geen enkele noodzaak. Alle mogelijkheden zijn er ge weest om Ned.-Indië buiten het conflict te houden, geen enkele noodzaak bestond er om zich er in te mengen, doch helaa$: „De heeren in Londen, gevangen in de netten van Roosevelt en Chur chill, wildgn dit niet. Zij stortten Indië in den oorlog". Mussert besluit met het uitspre ken van het geloof in de mogelijk heid om eens de eeuwenoude ban den van vriendschap met Japan weer aan te knoopen: „Ook al bloedt ons nu het hart door wat zich in Insulinde afspeelt door de domheid en onverantwoor delijkheid van lieden, die hun land uitvluchtten toen hun soldaten op hun bevel aan de Grebbe vochten Indë treft geen schuld, ons hart is bij hen. die lijden ver van huig". 's-GRAVEINHAGE, 16 Febr. Het Dep. van Volksvoorlichting en Kan- sien deelt' mede, dat de leider der N.S.B. Woensdag 18 Febr. a.s. te 14 uur in Pulchrl Studio te 's Graven- venhage zal spreken voor den staf van den Nederlandschen Arbeids dienst. WOENSDAG 18 FEBRUARI. Hilversum I. 415.5 m. 7.15 Gramofoonmusiek. 7.45 Ochtendgymna stiek. 7.55 Gramofoonmuziek. 8.20 Ochtend gymnastiek. 8.30 B.N.O.: Nieuwaberlchten. 8.46 Gramofoonmuziek. 9.15 Voor dc hulsvrouw. 9.20 Gramofoonmuziek. 11.00 Voor de kleu ter». 11.20 Orkest Willy Eberle. 12.00 Orgel concert en viool. 12.40Almanak. 12.45 B.N.O.: Nieuws- en economische berichten. 13.00 Reportage. 13.15 Zang en piano. 14.00 Gramo foonmuziek. 14.15 Sylvester Trio. 15.00 Voor de vrouw. 15.20 Planovoordracht. 16.00 Bijbel lezing. 16.20 Voor de Jeugd. 17.00 Gramofoon muziek. 17.15 B.N.O.: Nieuws-, economische en beursberichten. 17.30 Nationale Jeugdstorm kwartier. 17.45 Zang, viool en clavecimbel. 18.30. Volksgezondheid. 18.45 Gramofoonmu ziek. 19.00 Actueel halfuur. 19.30 Melodie en poëzie (opn.). Vanaf 20.15 Alleen voor de Radio-centrales die beschikken over een lijn verbinding met de Studio. 20.15 Omroeporkest. 21.00 Gramofoonmuziek. 21.15 Ramblers. 21 45 B.N.O.: Nieuwsberichten. 22.00—24.00 Gramo foonmuziek. Hilversum II. 801.5 m. 7.188.45 Zie Hilversum I. 8.45 Gramo foonmuziek. 10.00 Morgenwijding. 10.15 Ora-< mofoonmuziek. 10.40 Voordracht. 11.00 Zang met pianobegeleiding en gramofoonmuziek. 11.40 Gramofoonmuziek. 12.00 Prans Wouters en z(Jn orkest. 12.45 B.N.O.: Nieuws- en eco nomische berichten. 13.00 Melodlsten en solist. 14.15 Uit Neerlands Gouwen. 14.30 Gramo foonmuziek. 16.00 Haagsch trio. 16.46 Gramo foonmuziek. 17.00 Voor de Jeugd. 17.15 B.N.O. Nieuws-, economische en beursberichten. 17.30 Romancers en solist. 18.15 Amusementsorkest en soliste. 19.00 B.N.O.Brabantsch praatje. 19.10 B.N.O.Nieuwsberichten. 19.20 Omroep- Volkszangkoor. 19.45 In en om de N.S.B. (Voorbereid door de N.S.B.20.00 Fragmen ten uit de opera „II Trovatore". (Vanaf 20.16 Alleen voor de Radio-centrales die over een lijnverbinding met de\ Studio beschikken). 21.00 Causerie ,,Uit oud* tijden: Ouderliefde". 21.15 Fragmenten uit de opera „Martha". 21.46 B.N.O.: Nieuwsberichten. 22.00 Gramo foonmuziek. 22.10—22.16 Avondwijding. Hoofdredacteur: J. Keesman, Schaden. - Wnd. Hoofdred.: A. R. Jonker, Buitep- en Bin nenland, Schaden - Fród. Groot, Schaffen, Alff. reportaffe, "Streeknieuws en Kunst - A. C. van Kampen, Rayon-redacteur Den Helder.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1942 | | pagina 2