Be leekt
roevers
van
Zinloos geofferd
Weet^ L[ het^ no#
Rijksarbeidsbemiddeling in
dezen tijd
Strijd ca Overwinning
Goedgeslaagde vergade-
ring van het N.V.V, te
Schagen
Bierafleveriog tijdelijk
stopgezet
Colijn als de kwade
geest van alles te
beschouwen
Dr. Burinesters
DE LEIDER DER N.S.B. SPREEKT
RADIOPROGRAMMA
Aan de positie der landarbei
ders ontbreekt nog veel.
De arbeiders blijven scep
tisch, zoolang werkgever en
werknemer nog ongelijke
t rechten hebben. Van den
Landstand allereerst verbin
dendverklaring van het man
telcontract verwacht.
Voor afdeelingsbestuurders en
vakgroepleiders van het N.V.V. zou
Zaterdagmiddag in het Noordhol-
landsch Koffiehuis de heer C. H. C.
Sprenger, directeur van het Gewes
telijk Arbeidsbureau een inleiding
houden over doel en wezen der,
rijksbèmiddeling. Te elfder ure was
de spreker verhinderd, de heeren
G. C. Sloof en Dr. J'lomp, ambtena
ren van den dienst, vervingen hem.
De heer W. Kraak, districtleider
van het N.V.V. te Den Helder leid
de de zeer goed bezochte bijeen
komst, waarop alle vakgroepen ver
tegenwoordigd waren.
De heer G. C. Sloof beharfdelde
het algemeen gedeelte- der bemid
deling. Spr. schetste^n groote trek
ken den overgang v. d. gemeente
lijke diensten in den rijksdienst en
wees er op, dat het gemis aan con-'
tact nu de plaatselijke agenten zijn
uitgeschakeld, zoo goed mogelijk
wordt ondervangen door de zitda
gen der speciale bemiddelaars. Spr.
ontveinsde zich niet, dat de meer
dere administratieve formaliteiten
de arbeiders nog wat kopschuw
doen zijn, spreciaal ook wat de uit
zendingen naar Duitschland be
treft'. Men moet echter niet verge
ten dat Nederland steeds een ar
beidersoverschot had en steeds een
koloniseerend land is geweest. Er
is bovendien een scherpe selectie.
Men moet tenslotte het doel van
den dienst steeds zóó zien: het zoo
spoedig mogelijk plaatsen van alle
arbeiders in het vrije bedrijf, zoo
dat steunverleening en stempelen
tot historie kunnen worden.
Den landarbeider tekort ge
daan.
Spr. zegt met nadruk, dat den
landarbeider de laatste jaren te
kort is gedaan. (Niet de laatste ja
ren, maar al lang. De heer Sloof le
ze eens het documentaire werk: 40
jaren landarbeid, uitgegeven door
den Bond van Arbeiders in het
Landbouw, Tuinbouw en Zuivelbe
drijf Red). De steunnormen in
de steden waren veel te hoog te
genover de loonen op het platte
land. Deie toestanden zullen niet
terugkeeren, meent spr., als Noord-
Holland straks aan de scheurplicht
heeft voldaan, zal men in de pro
vincie 6000 landarbeiders tekort
komen.
Mat vraagde heeft spr. gecon
stateerd dat de betreffende com
missie uitd en Landstand rege
lingen treft den landarbeider
een menschwaardiger bestaan
te geven. Daar ontbreekt nog
veel aan. Er zijn boeren in de
Wieringenneer aldus spr., wien
ik volgend seizoen geen arbei
der zal zenden, omdat voeding
en huisvesting beneden alle
critiek waren.
Het bureau zal allereerst met de
belangen der arbeiders rekening
houden, het is daarom eigenaardig
dat juist de arbeiders nog zoo'n af
schuw toonen voor het werk van 't
bureau. Dengenen die zoo bang
voor Duitschland zijn, kan spr ge
ruststellen. Hij heeft de verzeke
ring der Duitsche autoriteiten ge
kregen, dat geen landarbeider in
Noordholland gedwongen zal wor
den naar Duitschland te gaan. zoo
lang er in Noordholland zoo'n ge
brek aan landarbeiders is.
Inschrijving en documenta
tie.
De heer Dr. Plomp voerde aan
dat het bureau zijn werkzaamhe
den slechts kan gronden op gede
gen kennis der feiten. Het produc
tiesysteem was gegrondvest op de
wet van vraag en aanbod, welke
wet zich kristalliseerde in de prijs
verhoudingen, tot de macht van 't
grootkapitaal de prijsverhoudingen
als regulator uitschakelde. Bewuste
prijsregeling werd noodig, daardoor
ordening der productie en dus ook
van zijn voornaamste factor: den
arbeid Het bureau nu stuwt den
arbeid door beroepsscholing, her
scholing, beroepskeuze en voorlich
ting in een bepaalde richting: een
arbeidskracht wordt op de meest
juiste wijze in het bedrijf geplaatst
In de toekomst zal het bureau daar
toe zeer uitvoerige gegevens van
werklooze en werkende arbeiders
noodig hebben, 't kaartsysteem eii
het arbeidsboek moeten elk oogen-
blik geraadpleegd kunnen worden.
Regeeren is vooruitzien, het bu
reau moet op de feiten vooruitloo-
pen om structuur-veranderingen te
kunnen opvangen. De jongeren
vooral moeten door strenge selec
tie hun kans krijgen, eerst dan zal
de werkloosheid geleidelijk verdwij
nen.
Vragen.
Een levendige gedachtenwisse-
ling volgde: Hieruit bleek, dat er
nog heel wat plaatselijke grieven
waren en ook dat het bureau door
de omstandigheden vaak niet in
staat was moeilijke kwesties op te
lossen.
De ambtenaren zegden toe met de
wenschen zooveel mogelijk reke
ning te zullen houden .en wezen er
op dat het bureau nog slechts een
half jaar werkt, zoodat men er-nog
niet alles van kan verwachten.
Uit de vergadering kwam een
stem naar voren, die nog steeds de
arbeidsbemiddeling als een ver
koop van arbeidskracht beschouw
de, omdat werkgever en werkne
mer nog steeds geen gelijke rechten
hebben. Betoogd werd, dat de arbei
ders het nog steeds zélf moeten
doen, door allereerst de ongeorga
niseerden op te wekken zich a^n
te sluiten bij het N.V.V.
Tenslotte werd er uit de vergade
ring op gewezen dat thans de on
georganiseerden de georganiseerden
uitlachen, omdat de laatsten veel
meer plichten ^kennen en de be
looning niet hooger is.
Van den Landstand verwachten
de arbeiders, dat allereerst het man
telcontract wordt aangenomen, op
dat men niet weer in handen valt
der rijksbemiddelaars.
Scherp werd ook veroordeeld het
feit, dat „de grootste parasiet", zoo
als onder appalus een der aanwe
zigen verklaarde, de Ned. Heide
maatschappij bij het sneeuwoprui-
men bijv. werd ingeschakeld, zoo
dat van eenige behoorlijke beloo
ning en behandeling geen sprake
was.
In zijn slotwoord wees de voor
zitter erop, dat ongeveer alle klach
ten evenzoovele aanbevelingen wa
ren het N.V.V. te steunen, omdat
slechts één machtige arbeidersor
ganisatie in ons land, in goede sa
menwerking met de departementen,
(waaraan thans volgens voorzitter
nog wel iets ontbreekt) aan de
grieven een einde kan maken. Spr.
kondigde aan dat het N.V.V. ver
gaderingen zal beleggen, waarop
menschen van Winterhulp en Ned.
Volksdienst aan, het woord zullen
komen.
Voorraden moeten tegen be
derf beschermd worden.
's-GRAVENHAGE, 16 Febr. Het
Rijksbureau voor de Voedselvoor
ziening in Oorlogstijd deelt mede,
dat ten gevolge van verschillende
omstandigheden het brouwen van
bier reeds zeer moest worden be
perkt.
In de eerste plaats zal thans ge
zorgd moeten worden de biervoor-
raden tegen bederf te beschermen
Deze biervoorraden zijn zeer aan
zienlijk. Er ligt immers steeds veel
jong bier in de kelders der brouwe
rijen te rijpen.
Teneinde deze voorraden zoolang
mogelijk te beschermen is besloten
de .bieraflevering door alle brouwe
rijen stop te zetten. j
162. Opeens stemmen, ge
schreeuw en gedraaf. Ha, daar kwa
men menscheti de hoek om, hoera!
De vliegeniers waren er ook bij;
Piet schreeuwde zoo hard hij kon,
gelukkig zag de bestuurder hem,
maar ze schenen zoo'n razende
haast te hebben, dat hij Piet als
een bundeltje oude kleeren onder
zijn arm pakte en doorliep.
Mussert over het drama in Indië
WEET U het nog, gij, die thans
van Engeland en zijn bondgë-
no'oten alle heil verwacht? En an
ders heeft vader of grootvader het
toch zeker wel eens vertelt, want
zoo héél lang geleden is het nu
ook niet, dat de ware Nederlander,
de vader van „de ware Nederlan-
der"-van-thans, wel iets anders
dacht over het eiland-aan-de-over-
zijde dan zijn zoon nü.
Misschien, omdat er toen nog
geen kameraadschapsavonden wer
den gevierd waarbij Nederland
voor een aantal vrouwen en kin
deren zorgde en Engeland de bom
men leverde om ze om het leven
te brengen. Zooals nu.
Of zou men het toen tóch bij het
rechte eind hebben gehad en door
het masker hebben heengezien?
Dat de Nederlandsche pers thans
over Duitschland veel goeds en
over Engeland veel kwaads vertelt,
nu ja... nu ja... zegt „de ware Ne
derlander", da's nogal wiedes.
Maar in dien goeien ouwen tijd
dan, waar we het zoo graag over
hebben, toen de journalist, niet
waar, ware Nederlanders nog
rpocht schrijven wat hij wilde, toen
wij ons fier op de borst klopten,
wij het vrije volk van Nederland?
Laten we het eens bekijken, want
wat de journalist schreef in de ja
ren tusschen 1895 en 1900 is de
moeite waard herlezen te worden.
Tot leeringhe ende vermaeck...
Kunnen we zoo wel wat neer
schrijven?
Néé, néé, we zullen man en paard
noemen, wie ons niet gelooft, mag
zelf de oude jaargangen komen
nasnuffelen.
Eerlijk spel.
Maar laten de „ware Nederlan
ders" dan ook eens één keer dur
ven bekennen dat... nu ja_. mis
schien de heer Churchill wel wat
boter op zijn hoofd heeft.
Eerlijk spel
Hoe dacht Nederland op de wisseling der eeuwen?
Uit het politiek overzicht van de „Schager Courant" van 19 Febr. 1899.
„Het is eene besliste waarheid, dat men met geld veel doen kan.
Dat is niet alleen het geval In het gewone maatschappelijk leven,
ook in de politiek sipeelt het een hoofdrol.
Wat Engeland al niet door geld heeft verkregen! Het heeft er vor
sten en volken mee omgekocht een voorbeeld dat thans tromV door
den Angelsaksischen neef van over den Oceaan wordt nagevolgd. De
vriendschap van vele Indische vorsten is door Engeland met geld
gekocht. Jaargelden, toelagen, subsidiën, geschenken, dotaties, heb
ben het in Zuid-Azië meer terrein verschaft dan de bajonetten. Zoo
is vele jaren de Emir van Afghanistan door de kracht van een jaar
geld Engelands trouwe dienaar geweest, zoo was tot voor ©enigen tijd
de Iman van Maskate door de kracht der edele schijven een geacht
bondgenoot."
Uit het politiek overzicht van de „Schager Courant" van 29 Oct. 1899.
„Waarom de Engelsche regeering van een eenvoudig voorpostenge-,
vecK (bij Ladysmith, Red. 1942) eene schitterende overwinning maakt?
Daar zijn vele en* velerlei redenen die zulks wenschelijk maken. Daar
is in de eerste plaats de speculatiehandel in de mijnaandeelen, die
van de EngelschAfrikaansche Compagnie niet te vergeten. Bij elk
overwinningsbericht gaan die aandeelen sterk in de hoogte, waarbij
de geldmannen, steun der Britsche regeering, goede zaken maken.
Wel zakken dan na één of twee dagen de papieren, maar ook die
daling is welkom, daar de geldfirma's dan tegen lageren koers de
papieren terugkoopen. Bij iedere „schitterende" overwinning herhaalt
dit spelletje zich opnieuw. Dat noemt men zaken doen
M EEN, lezer, die de inleiding
heeft overgeslagen, dit is niet
vertaald uit een Duitpch of met
Duitschland zich verwant voelend
blad anno 1942, maar werd geschre-,
ven drie en veertig jaar geleden
in een Nederlandsch blad. Het is
te aardig om niet nog eens weer
oude herinneringen op te halen.
Wij zullen U binnenkort o^er een
ander onderwerp weer eens vra
gen: „Weet U het nog?"
INDIË SINDS 1936 AANHANG
WAGEN VAN EEN ENGEL
SCHE LOCOMOTIEF MET
AMERIKAANSCHE KOLEN
GESTOOKT.
In een uitvoerig artikel Van Volk
en Vaderland, bespreekt Mussert de
laatste berichten welke uit Ned.-
Indië tot ons kwamen.
In verband daarmede komt hij
tot een opsomming van de voor
naamste feiten welke bepalend zijn
geweest voor het lot, dat onze Oost-
Indische bezittingen thans onder
gaan en waaruit het antwoord op
de schuldvraag ondubbelzinnig is
af te leiden. Hij kan eohter niet na
laten allereerst zijn diepgevoelde
deelneming te betuigen in het ver
lies, dat vele Nederlandsche gezin
nen heeft getroffen door het omko
men van honderden marine-man
nen, hij de vernietiging van het
grootste deel der Nederlandsche
vloot en voegt daaraan toe:
„Duizenden vrouwen en kinderen
hebben hun echtgenooten en va
ders voorgoed verloren. Hun smart
is de onze. Hun rouw is de onze.
Hun zorgen zijn de onze. Wanneer
er eens weer een Nederlandsche re-
geewng zal zijn, zal deze doen, wat
in haar vermogen is om althans de
materieele gevolgen te verzachten,
zooveel dit haar mogelijk is."
Mussert beschrijft dan hetgeen
door zijn bezoek aan Ned.-Indië in
1935 omtrent de ware bedoelingen
der toenmalige Nederlandsche re
geering aan het- daglicht trad,
waaraan wij het volgende ontlee-
nen:
„In den zomer van 1935 bezocht
ik Indië en werd daar tweemaal
ontvangen door den toenmaligen
landvoogd jhr. de Jonge, niettegen
staande de toenmalige minister
van Koloniën, dr. Colijn, de telefoon
gloeiend praatte om hem te bezwe
ren mij niet te ontvangen. Maar
Jhr. de Jonge was een kerel en liet
zich door Colijn niet voorschrijven
wien hij al of niet zou ontvangen.
Hij ontving den leider der N.S.B.
en haalde zich daarmede den haat
op den hals van alle politiekelin-
gen. Van den opper-politiekeling
dr. Colijn in Nederland tot den zet
baas der R.K. Staatspartij in Indië,
Piet Kerstens, toe".
En toen
„In 1936 trad jhr. de Jonge af als
gouverneur-generaal van Indië.
Wie zou hem opvolgen? Een be
kwaam en ervaren man, die het
schip van staat in indië veilig door
de woelige wateren zou sturen?
Een persoon, die de gehoorzame
dienaar zou zijn van dr. Colijn die
op zijn beurt weer de gehoorzame
dienaar was van Londen, terwijl
Londen reeds toen aan den leiband
liep van den rijken grooten broer:
Amerika?
Die is ook gevonden, of waar
schijnlijk zelfs aangewezen door
Roosevelt. Wie was.de gelukkige?
FEUILLETON
Ro.nai van Hans Hirihainmer
i N rtfruk verboden
53
„Zoo mag ik het hooren! Maar nu
zullen w<i eerst maar eens aan tafel
gaan, ja? Hansje heeft natuurlijk
honger als een wolf, nietwaar, m'n
jongen?"
De jongen knikte toestemmend en
probeerde heimelijk een blik in de
schalen te werpen.
Daar de tafel te hoog bleek, kreeg
Hansje eenige sofakussens op zijn
atoel en daar zat hij nu als op een
echten troon. Hij voeldé zich zoo
trotsch als een pauw en zelfs het
feit, dat zijn moeder hem een ser
vet voorbond, teneinde te Voorko
men, dat h(j zijn paradepak be
smeurde, vermocht daaraan geen
afbreuk te doen.
„Hopenl(jk smaakt het u!" rtioe-
digde Magda haar gasten aan en
dan werd het 'n heel poosje stil.
Bleehts het eentonige geklikklak
van lepels en vorken verbrak de
stilte.
Toen de groente werd opgediend,
kwam Magda Helling met haar
nieuws voor den dag.
„Ik heb vanochtend al mijn heelen
kennissenkring telefonisch gealar
meerd. Een dame,die eenige ver
plichting aan mij meent te hebben,
is bevriend met een arts en had ge
hoord, dat die iemand zoekt. Zij
wilde vandaag nog naar hem toe
gaan en zou rfiij dan onmiddellijk
meedeelen, of het werkelijk iets is.
Een andere dokter, onder wiens be
handeling ik zelf eenigen tjjd ben
geweest, is helaas voorzien, maar
hij heeft beloofd, dat h\j eens bij
zijn collega's zou informeeren.
Mochten al deze pogingen deson
danks zonder resultaat blijven, dan
zullen we eens een advertentie in een
of ander vaktijdschrift plaatsen. U
zult eens zien, hoe gauw ons streven
met succes bekroond wordt".
„Dat zou werkelijk heerlik z(jn.
Ik heb er intusschen al met uw moe-
"der over gesproken en die heeft zich
direct bereid verklaard overdag op
den jongen te letten."
„Ja. daar heb tk geen oogenblik
aan getwijfeld! Alleen vrees ik, dat
zij den knaap op een gruwelijke ma
nier zal verwennen".
Mevrouw Helling aphoof haar
jeugdigen gaat juist een bord met
een omvangr(1k stuk appeltaart toe,
toen de telefoon ging. Z(j haastte
zich naar het kleine schrijfbureau,
dat in een h.oek bij het raam stond
en nam den hoorn van den haak.
„Mevrouw Helling! Ach, Lenie,
ben jij het! Ben je er al op uit ge
weest? Ja, een oogenblik, dan zal
lk het even opschrijven!" Ze bedekte
den microfoon met haar hand en
knipoogde naar Mariene. „We heb
ben al wat, mevrouw Burmester!"
Ja, hallo, daar ben lk weer.
Linkstraat 16? Dokter... hoe heet
Aha, Welkenlaub, ja, ja, Welken-
laub! Vanmiddag tusschen vier en
vijf uur? Prachtig, hoor, ik zal er
met die dame heengaan en me op
jou beroepen. Dat kan ik toch gerust
doen, niet? Prachtig! Nou, Lenie,
dat heb je keurig voor elkaar ge
bracht, dank je wel hoor! Nee,
dat kan ik nog niet met zekerheid
zeggen, misschien de volgende week
eens! Je weet, ik zit tot over m'n
ooren in het werk. Ja tot ziens
dan en nogmaals hartelijk dank,
hoor Lenie!"
Z(j legde den hoorn weer op den
haak en trad verheugd op Mariene
toe. „Nou —r u hebt hét zeker ge
hoord vanmiddag moet u zich
gaan voorstellen. Ik zal met u mee
gaan. En, bent u nu tevreden met
me?"
Mariene straalde over het heele
gezicht. Zoo goed meende Fortuna
het dus met haar als ze maar den
moed had om zich te handhaven! O,
Lorenz zou opkijken! Hoe innig ver
langde ze naar het oogenblik, dat ze
het hem zou kunr.en vertellen.
Voor.Hansje werd een slaapplaats
op den divan gereed gemaakt, maar
eerst nadat hem de noodlge verras
singen in uitzicht waren gesteld, liet
hij er zich toe bewegen zijn oogen te
sluiten.
„U kunt den jongen gerust hier
laten, als wij naar de Linkstraat
gaan. Mijn trouwe gedienstige Thera
zal wel op hem passen. Zij heeft mijn
zoontje vroeger onder haar Hoede ge
had en ze zal ook met Hansje wel
spoedig dikke vrienden worden."
Drie uur lat :r lieten de beide vrou-'
wen zich bij dr. Welkenlaub aandie
nen. Een oude jongejuffrouw, die een
antieke lorgnet op haar omvangrij
ken neus balanceerde, bracht de belde
dames naar de wachtkamer, waar
eenige patiënten om een ronde tafel
zaten en lusteloos in beduimelde tijd
schriften bladerden.
„Wij zijn door dr. Welkenlaub hier
ctboden", lichtte mevrouw Helling
toe. „Deze dame zou zich komen
voorstellen als assistente".
De vrouw wierp een ietwat wan-
trouwigen blik op Mariene, bromde
iets onverstaanbaars en begaf zich
daarna naar de spreekkamer.
Wordt vervolgd.
1 Jhr. Mr. Alidius Warmoldus Lam-
bertus Tjarda van Starkenborgh
Stachouwer. Hoe kwamen zij, of
juister gezegd, hoe kwam dr. Colijn
aan hem? Laten wij den heer Tjar
da zelf aan het woord:
In een onderhoud met onzen toen
maligen gezant te Berlijn, jhr. van
Bappard, verklaarde hij nooit in
zijn leven zóó stom verwonderd ge
weest te zijn als toen Colijn hem
aanzocht om gouverneur-generaal
te worden: hij verklaarde nl. hoege
naamd niets van Indië te weten en
ook nooit zelfs maar de minste in
teresse voor dat land te hetoben ge
had, om welke reden hij zich steeds
stelselmatig er van onthouden had
om iets over Indië te lezen, dan wel
zich op eenigerlei andere wijze van
de toestanden in dat land op de
hoogte te stellen.
Is deze benoeming dus alleen een
waanzinnige lichtvaardigheid van
den doodgraver van het Nederland
sche imperium, dr. Colijn? Ja, in
dien men alleen ziet naar dén heer
Jjarda. Neen, indien men ook ziet
naar zijn vrouw. Zijn vrouw is nl
een Auierikaansche, genaamd Chris
tine Marburg, geboren te Baltimo-
re in de Vereenigde Staten. Zij is
een dochter van Theodoor Marburg
die in Washington thuis is, want
hij was eens gezant van de Vereen.
Staten in België.
Met de benoeming van den
heer Tjarda, die zich om Indië
niet bekommerde, beklom te
vens deze Amerikaansche. de
vertrouwensvrouwe van Roose
velt, den Buitenzorgschen troon.
Aanhangwagens.
Neemt men daarbij in aanmerking
de uitgesproken Engelsche en Ame
rikaansche familie-relaties van den
minister v. Buitenlandsche Zaken
van Kleffens en de slaafsch-anglo-
phile dr. Colijn, dan is duidelijk
dat van 1936 af zoowel Nederland
als Indië aanhangwagens waren
van een locomotief, die met Ameri
kaansche kolen in Engeland reed
Het drama Indië begon in 1936.
Nauwelijks was jhr. de Jonge ver
trokken, of eenige politiekelingen
werden onder-leiding der R.K.S.P
derwaarts gezonden. Door hen werd
de N.S.B. bezwadderd, in hoofdzaak
om stemming te kweeken tegen
IHntschland en Italië, waardoor In
diëdn het kielzog van Engeland en
Amerika moest worden gebracht.
v Uud-minister Verschuur en de nu
in Londen als minister optredende
Piet Kerstens leverden het leeuwen
aandeel in dit verachtelijke spel
Een geheim verdrag met Engeland
werd aangegaan onder de leuze:
isoleer Japan economisch.
Mussert beschrijft den duidelijken
onwil van 't Nederl.-Indische gou
vernement, waarvan de heer Van
Mook als woordvoerder optrad, om
met Japan tot overeenstemming te
komen:
„Nederlaijdsch-Indië boycotte Ja
pan, nam openlijk deel aan de eco
nomische omsingeling van Japan
door Engeland en Amerika. Het
weigerde Japan petroleum te leve
ren en stuurde zijn tankbooten naar
Wladiwostok om de olie aan de
Sovjets te leveren!
Ned.-Indië trad toe fot het A.B.
C.D.-front. Het wprd door de diena
ren en aanbidders van Engeland
en Amerika in het front tegen Ja
pan geplaatst, zooals de kwade
geest van alles, n.1. dr. Colijn, Ne
derland in dienst van Engeland te
genover Duitschland had geplaatst.
Iets verder vervolgt Mussert:
De oorlog.
,,Op 7 December verklaarde Ja
pan den oorlog aan Engeland en
aan de Vereenigde Staten. Dien
zelfden ochtend werd een belang
rijk deel van de Amerikaansche
Pacific-vloot in Pearl Harbour op
Hawaii vernietigd. Dit verhinderde
niet, dat de z.g. Nederlandsche re
geering in Londen in den nacht
van 7 op 8 December aan Japan
den oorlog verklaarde."
„De Japansche regeering be
schouwde de oorlogsverklaring
van de emigranten-regeering in
Londen blijkbaar als, ongeldig
en Verklaarde na de ontvangst
daarvan uitdrukkelijk, dat Ja
pan slechts twee vijanden had,
n.1. Engeland en de Vereenig-
do Staten. Japan beschouwde
zich niet in staat van oorlog
met Ned.-Indië.
In Singapore krijschen de Engel-
schen om hulp. Nederkuidsch-InUië
gaat daar helpen. De heer van Klef
fens, die doet alsof hij echt minis
ter van Buitenlandsche Zaken s,
verklaart dat men niet neutraal
mag zijn. De neutraliteit zelfs op
gevat kan worden als ontrouwl"
Daarna begint het noodlot zich
aau Ned.-Indië te voltrekken, hoe
wol nog op 21 Januari door den Ja-
panschen minister van buitenland
sche zaken aan Batavia de kant
werd geboden op zijne gevaarlek*
politiek terug te komen.
Dc G.G. zat toen echter In Austu-
lië, de Luitenant G.G., van
was naar Washington vertrokken.
Piet Kerstens was reeds in Londen.
De heeren waren veilig. De vloot
met eenige duizenden piiehisge-
trouwe kerels aan boord werd uit
gestuurd.
Terecht schreef het te Tokio ver
schijnende blad Nitschi-Nitschi
daarna:
„De vijandelijke leiding was blijk
baar van alle goden verlaten, toen
zij haar oorlogsvloot beval zich in
de wateren te begeven, waarhoven
hel Japansche marine-luchtwapen
de onbestreden heerschappij uit
oefent."
Geen enkele noodzaak.
Alle mogelijkheden zijn er ge
weest om Ned.-Indië buiten het
conflict te houden, geen enkele
noodzaak bestond er om zich er in
te mengen, doch helaa$:
„De heeren in Londen, gevangen
in de netten van Roosevelt en Chur
chill, wildgn dit niet. Zij stortten
Indië in den oorlog".
Mussert besluit met het uitspre
ken van het geloof in de mogelijk
heid om eens de eeuwenoude ban
den van vriendschap met Japan
weer aan te knoopen:
„Ook al bloedt ons nu het hart
door wat zich in Insulinde afspeelt
door de domheid en onverantwoor
delijkheid van lieden, die hun land
uitvluchtten toen hun soldaten op
hun bevel aan de Grebbe vochten
Indë treft geen schuld, ons hart
is bij hen. die lijden ver van huig".
's-GRAVEINHAGE, 16 Febr. Het
Dep. van Volksvoorlichting en Kan-
sien deelt' mede, dat de leider der
N.S.B. Woensdag 18 Febr. a.s. te 14
uur in Pulchrl Studio te 's Graven-
venhage zal spreken voor den staf
van den Nederlandschen Arbeids
dienst.
WOENSDAG 18 FEBRUARI.
Hilversum I. 415.5 m.
7.15 Gramofoonmusiek. 7.45 Ochtendgymna
stiek. 7.55 Gramofoonmuziek. 8.20 Ochtend
gymnastiek. 8.30 B.N.O.: Nieuwaberlchten. 8.46
Gramofoonmuziek. 9.15 Voor dc hulsvrouw.
9.20 Gramofoonmuziek. 11.00 Voor de kleu
ter». 11.20 Orkest Willy Eberle. 12.00 Orgel
concert en viool. 12.40Almanak. 12.45 B.N.O.:
Nieuws- en economische berichten. 13.00
Reportage. 13.15 Zang en piano. 14.00 Gramo
foonmuziek. 14.15 Sylvester Trio. 15.00 Voor
de vrouw. 15.20 Planovoordracht. 16.00 Bijbel
lezing. 16.20 Voor de Jeugd. 17.00 Gramofoon
muziek. 17.15 B.N.O.: Nieuws-, economische
en beursberichten. 17.30 Nationale Jeugdstorm
kwartier. 17.45 Zang, viool en clavecimbel.
18.30. Volksgezondheid. 18.45 Gramofoonmu
ziek. 19.00 Actueel halfuur. 19.30 Melodie en
poëzie (opn.). Vanaf 20.15 Alleen voor de
Radio-centrales die beschikken over een lijn
verbinding met de Studio. 20.15 Omroeporkest.
21.00 Gramofoonmuziek. 21.15 Ramblers. 21 45
B.N.O.: Nieuwsberichten. 22.00—24.00 Gramo
foonmuziek.
Hilversum II. 801.5 m.
7.188.45 Zie Hilversum I. 8.45 Gramo
foonmuziek. 10.00 Morgenwijding. 10.15 Ora-<
mofoonmuziek. 10.40 Voordracht. 11.00 Zang
met pianobegeleiding en gramofoonmuziek.
11.40 Gramofoonmuziek. 12.00 Prans Wouters
en z(Jn orkest. 12.45 B.N.O.: Nieuws- en eco
nomische berichten. 13.00 Melodlsten en solist.
14.15 Uit Neerlands Gouwen. 14.30 Gramo
foonmuziek. 16.00 Haagsch trio. 16.46 Gramo
foonmuziek. 17.00 Voor de Jeugd. 17.15 B.N.O.
Nieuws-, economische en beursberichten. 17.30
Romancers en solist. 18.15 Amusementsorkest
en soliste. 19.00 B.N.O.Brabantsch praatje.
19.10 B.N.O.Nieuwsberichten. 19.20 Omroep-
Volkszangkoor. 19.45 In en om de N.S.B.
(Voorbereid door de N.S.B.20.00 Fragmen
ten uit de opera „II Trovatore". (Vanaf 20.16
Alleen voor de Radio-centrales die over een
lijnverbinding met de\ Studio beschikken).
21.00 Causerie ,,Uit oud* tijden: Ouderliefde".
21.15 Fragmenten uit de opera „Martha".
21.46 B.N.O.: Nieuwsberichten. 22.00 Gramo
foonmuziek. 22.10—22.16 Avondwijding.
Hoofdredacteur: J. Keesman,
Schaden. - Wnd. Hoofdred.:
A. R. Jonker, Buitep- en Bin
nenland, Schaden - Fród.
Groot, Schaffen, Alff. reportaffe,
"Streeknieuws en Kunst - A. C.
van Kampen, Rayon-redacteur
Den Helder.